NL1000722C2 - Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor. - Google Patents
Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1000722C2 NL1000722C2 NL1000722A NL1000722A NL1000722C2 NL 1000722 C2 NL1000722 C2 NL 1000722C2 NL 1000722 A NL1000722 A NL 1000722A NL 1000722 A NL1000722 A NL 1000722A NL 1000722 C2 NL1000722 C2 NL 1000722C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- biologically active
- filter
- inert filler
- active filter
- gas stream
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D53/00—Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
- B01D53/34—Chemical or biological purification of waste gases
- B01D53/74—General processes for purification of waste gases; Apparatus or devices specially adapted therefor
- B01D53/84—Biological processes
- B01D53/85—Biological processes with gas-solid contact
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A50/00—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE in human health protection, e.g. against extreme weather
- Y02A50/20—Air quality improvement or preservation, e.g. vehicle emission control or emission reduction by using catalytic converters
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Analytical Chemistry (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Processing Of Solid Wastes (AREA)
- Treating Waste Gases (AREA)
- Micro-Organisms Or Cultivation Processes Thereof (AREA)
Description
Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door de gasstroom door een biologisch actief filter te leiden.
Onder vluchtige organische of anorganische bestanddelen worden 10 verbindingen verstaan die vrij kunnen komen bij bijvoorbeeld verbranding van fossiele brandstoffen, composterings- en rottingsprocessen van huis-, tuin- en keukenafval en materiaal van plantaardige oorsprong zoals bladeren en dood hout, alsmede verbindingen die vrijkomen bij industriële processen. Voorbeelden van dergelijke vluchtige orga-15 nische of anorganische verbindingen zijn koolwaterstoffen, organische verbindingen als alcoholen en aldehyden, organische zwavel- en stik-stofhoudende verbindingen, waterstofsulfide, stikstofoxiden en zwavel-oxiden.
Werkwijzen zoals genoemd in de aanhef zijn bekend uit de stand 20 der techniek. Zo beschrijft EP-A-111.302 het reinigen van gasstromen door deze de leiden door een biologisch actief filter, dat een biomassa omvat van bijvoorbeeld compost. Wanneer de te reinigen gasstroom door het biologische actief filter wordt geleid, komt de gasstroom via een vochtige film in innig contact met de biomassa. Hierbij worden 25 wateroplosbare, vaak onaangenaam riekende stoffen en andere stoffen, die belastend zijn voor het milieu, door de biomassa geadsorbeerd en door de in de biomassa aanwezige micro-organismen omgezet. Indien de relatieve vochtigheid van de te reinigen gasstroom laag is, wordt deze bevochtigd tot een relatieve vochtigheid van 90 tot 95 zodat wordt 30 voorkomen dat het vochtgehalte van het filter te laag wordt. Het reinigen kan vervolgens plaatsvinden met behulp van een filtermateriaal van volledig organische oorsprong, die thermofiele micro-organismen omvat, bij een temperatuur van 45° tot 75°C.
EP-A-192.872 heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting 35 voor de biologische reiniging van gasstromen. Ook volgens deze werkwijze wordt de te reinigen gasstroom bevochtigd tot een relatieve vochtigheid van 95 tot 100 % teneinde te voorkomen dat het vochtgehalte van het biologische filter te laag wordt, omdat dit een nadelig 1000722 2 effect op de biologische activiteit van het filter heeft. Vervolgens vindt de reiniging van de gasstroom plaats met behulp van micro-orga-nismen bij een temperatuur van 10' tot 40°C.
DE-OS-3·118.^55 heeft betrekking op het reinigen van hete gas-5 stromen, bijvoorbeeld gasstromen die afkomstig zijn uit inrichtingen voor het drogen van lakken. Deze gasstromen kunnen een temperatuur bezitten van ongeveer 70 tot 200°C. Wanneer men deze hete gasstromen zou leiden door een biologisch actief filter volgens de stand der techniek, zou de temperatuur van het biologisch filter te hoog worden 10 waardoor de microbiële flora van het filter zou afsterven. Hierdoor neemt de activiteit van het filter aanzienlijk af. Overeenkomstig de werkwijze volgens DE-OS-3.118.^55 worden dergelijke gasstromen voor het reinigen dan ook afgekoeld tot een temperatuur van 4° tot 60°C.
WO 81/0239^ heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijde-15 ren van anorganische, zuurvormende materialen uit een hiermee verontreinigde gasstroom, bijvoorbeeld een gasstroom afkomstig uit de verbranding van zwavelhoudende steenkool. Deze materialen kunnen bij aanwezigheid van zuurstof en water een anorganisch zuur vormen. De werkwijze omvat het brengen van een biologisch actief materiaal onder 20 omstandigheden waarbij thermofiele bacteriën actief zijn gedurende een zodanige periode dat de materialen door deze thermofiele bacteriën kunnen worden afgebroken. De vereiste omstandigheden zijn een doelmatige beluchting en menging, een watergehalte van 30 tot J0 gew. % en een temperatuur van 30° tot 70°C.
25 De hierboven beschreven werkwijzen hebben als nadeel dat de rei niging van de verontreinigde gasstroom bij relatief lage temperatuur dient plaats te vinden dan wel dat deze werkwijzen alleen geschikt zijn voor het verwijderen van anorganische zuurvormende verbindingen uit een dergelijke gasstroom dan wel dat men volgens deze werkwijzen 30 een filtermateriaal toepast dat slechts uit filtermateriaal van een organische oorsprong bestaat. Derhalve dienen de gasstromen eerst te worden afgekoeld, bijvoorbeeld door toepassing van een warmtewisselaar, voordat reiniging kan plaatsvinden. Bovendien leidt de toepassing van organisch materiaal, bijvoorbeeld compost, als biologisch 35 actief filter tot problemen. Dergelijke filters verslijmen bij toepassingen waarbij de temperatuur relatief hoog is, waardoor zij na verloop van tijd niet meer operationeel zijn. De onderhavige uitvinding verschaft een oplossing voor deze problemen. Niet alleen kan volgens 1000722 3 de uitvinding een gasstroom bij relatief hoge temperatuur worden gereinigd met behulp van een biologisch actief filter, maar kan de reiniging ook plaatsvinden gedurende onbepaalde tijd. Derhalve heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze zoals genoemd in de aanhef, 5 waarbij men a) een filter toepast dat bestaat uit een mengsel van een biologisch actief materiaal en van een inerte vulstof, en b) in het filter een temperatuur hoger dan 50°C toepast
Als biologisch actief materiaal kan men materiaal afkomstig uit 10 de thermogene fase van een composteringsproces toepassen. Compostering is een zichzelf verwarmend, aëroob, biologisch afbraakproces van organische materialen dat plaatsvindt in de vaste fase. De toename van temperatuur omvat een snelle overgang van een mesofiele microbiële flora naar een thermofiele microbiële flora binnen enkele uren. Wan-15 neer het proces op de juiste wijze uitgevoerd wordt, dit wil zeggen voldoende beluchting en/of geregeld keren, kunnen hoge temperaturen (65° - 75°C) gedurende verschillende weken worden gehandhaafd (de thermogene fase). Tijdens deze thermogene fase omvat de microbiële flora in hoofdzaak thermofiele micro-organismen. Men past derhalve bij 20 voorkeur als biologisch actief materiaal microbiële flora toe, die in hoofdzaak uit thermofiele micro-organismen bestaat.
Men kan volgens de uitvinding een of meer typen thermofiele micro-organismen toepassen. Zo kunnen de thermofiele micro-organismen bijvoorbeeld chemolithotrofe, autotrofe, aërobe micro-organismen om-25 vatten, bijvoorbeeld die welke waterstof of organische zwavelverbin-dingen als energiebron en zuurstof, nitraat of sulfaat als electronen-acceptor gebruiken. Voorbeelden van dergelijke chemolithotrofe, autotrofe, aërobe micro-organismen zijn die welke gerelateerd zijn aan Hydrogenobacter en Bacillus schlegelli (niet autotroof).
30 De thermofiele micro-organismen kunnen tevens heterotrofe, aërobe micro-organismen omvatten. Deze micro-organismen gebruiken organische verbindingen zoals suikers of carbonzuren als koolstof- en energiebron en zuurstof en nitraat als electronenacceptor. Voorbeelden van dergelijke heterotrofe, aërobe micro-organismen zijn die welke gerelateerd 35 zijn aan Thermus aquaticus en Bacillus stearothermophilus.
Ook kunnen volgens de uitvinding de thermofiele micro-organismen heterotrofe, anaërobe micro-organismen omvatten, die organische verbindingen zoals suikers of carbonzuren als koolstof- en energiebron en 1000722 4 sulfaat als electronenacceptor gebruiken. Voorbeelden van dergelijke heterotrofe, anaërobe micro-organismen zijn die welke gerelateerd zijn aan Thermodesulfobacterium mobile.
De thermofiele micro-organismen, die men volgens de uitvinding 5 kan toepassen, kunnen bacteriën, gisten of schimmels zijn. Derhalve heeft het volgens de uitvinding de voorkeur dat men als thermofiele micro-organismen chemolithotrofe, autotrofe, aërobe bacteriën, heterotrofe, anaërobe bacteriën, schimmels en/of gisten en/of heterotrofe, aërobe bacteriën, schimmels en/of gisten toepast.
10 Volgens de uitvinding wordt een biologisch actief filter toege past, dat een biologisch actief materiaal en een inerte vulstof of drager omvat. Het heeft volgens de uitvinding de voorkeur dat men een biologisch actief filter toepast, dat 0,1 tot 20 gew. %, bij voorkeur 0,5 tot 5 gew. % van een biologisch actief materiaal en 80 tot 99,9 15 gew. %, bij voorkeur 95 tot 99,5 gew. % van een inerte vulstof omvat.
De deeltjes van de inerte vulstof kunnen een verschillende grootte bezitten en kunnen verschillend van vorm zijn. De deeltjes kunnen bijvoorbeeld staafvormig zijn, rond of een drielobbigachtige vorm bezitten. De keuze van de vorm van de deeltjes is bijvoorbeeld afhan-20 kelijk van de wijze waarop het biologisch actief filter volgens de uitvinding in welk type reactor wordt toegepast en bij welke procescondities men de reiniging van de gasstroom uitvoert. De grootte van de deeltjes van de inerte vulstof is bij voorkeur zodanig, dat deze een gemiddelde deeltjesgrootte van 2,0 mm tot 50,0 mm, bij voorkeur 25 van 2,0 tot 10,0 mm bezitten.
Als inerte vulstof heeft het volgens de uitvinding de voorkeur dat men een hiervoor geschikt, poreus materiaal toepast, bijvoorbeeld perliet, hydrokorrels en allerlei keramische materialen. In het bijzonder past men perliet of een keramisch materiaal toe.
30 Zoals hierboven beschreven omvat het biologisch actief filter volgens de uitvinding thermofiele micro-organismen, die aëroob kunnen zijn. Derhalve dient men het filter te voorzien van zuurstof. Dit kan men doen door het filter vein zuurstof als zodanig voorzien, maar men kan het filter ook van lucht voorzien. Volgens de uitvinding heeft het 35 de voorkeur dat men het biologisch actief filter van lucht voorziet.
Teneinde een optimale activiteit van de micro-organismen, die worden toegepast in de het biologisch actief filter volgens de uitvinding, te verkrijgen, dient men een aantal omstandigheden nauwkeurig af j 1000722 5 te regelen. Zo is de zuurgraad van het filter belangrijk voor de activiteit van de micro-organismen. Bij voorkeur regelt men derhalve de pH zodanig af, dat men het reinigen van de gasstroom bij een pH van 2 tot 7 uitvoert.
5 De temperatuur, die in het biologisch actief filter volgens de uitvinding heerst, mag niet te hoog zijn. Bij een te hoge temperatuur, bijvoorbeeld hoger dan 100°C, groeien de thermofiele micro-organismen niet of nauwelijks meer, zodat na verloop van tijd de activiteit van het filter aanzienlijk minder wordt. Het is tevens voordelig de tempe-10 ratuur niet te laag af te regelen, omdat dan eveneens groei van de thermofiele micro-organismen zeer laag is of zelfs niet meer plaatsvindt. Het heeft volgens de uitvinding derhalve de voorkeur dat men in het filter een temperatuur van 40° tot 100°C, in het bijzonder 50* tot 75°C toepast.
15 De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het continu reinigen van een gasstroom, waarbij men het biologisch actief filter bij omstandigheden zoals hierboven beschreven toepast.
De uitvinding verschaft tevens een biologisch actief filter voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met organische 20 bestanddelen, dat een mengsel van een biologisch actief materiaal en van een inerte vulstof omvat. Het biologisch actieve filter omvat bij voorkeur een materiaal uit de thermogene fase van een composterings-proces, in het bijzonder een microbiële flora, die in hoofdzaak uit thermofiele micro-organismen bestaat. Zoals reeds hierboven beschreven 25 omvatten de thermofiele micro-organismen bij voorkeur chemolithotro-fe, autotrofe, aërobe bacteriën, heterotrofe, anaërobe bacteriën, schimmels en/of gisten en/of heterotrofe, aërobe bacteriën, schimmels en/of gisten.
Het biologisch actief filter volgens de uitvinding omvat een 30 biologisch actief materiaal en een inerte vulstof. Het filter omvat 0,1 tot 20 gew. %, bij voorkeur 0,5 tot 5 gew. % van een biologisch actief materiaal en 80 tot 99.9 gew. %, bij voorkeur 95 tot 99.5 gew. % van een inerte vulstof.
Het biologisch actief filter volgens de uitvinding omvat in 35 hoofdzaak een inerte vulstof, dat geënt wordt met een hoeveelheid biologisch actief materiaal afkomstig uit de thermogene fase van een composteringsproces. Dit biologisch materiaal kan bijvoorbeeld hout, bladeren, grassen en dergelijke omvatten. Men kan tevens de inerte 1000722 6 vulstof enten met micro-organlsmen, die geïsoleerd zijn uit het biologisch actieve materiaal. Dit kan een voordeel hebben omdat het biologisch actief materiaal afkomstig uit de thermogene fase van een compos teringsproces zelf verontreinigen kan afgeven. Derhalve verschaft 5 de uitvinding een biologisch actief filter, verkregen door enten van een inerte vulstof met een materiaal uit thermofiele reincultures en/of mengeultures.
Men kan de temperatuur, die heerst in het biologisch actief filter, gedurende een bepaalde tijd verlagen tot bijvoorbeeld omgevings-10 temperatuur zonder dat het filter volledig inactief wordt. In praktijksituaties kan het bijvoorbeeld voorkomen dat de temperatuur van de te reinigen gasstroom wisselt of dat men gedurende een bepaalde periode geen gasstromen kan reinigen, bijvoorbeeld omdat de inrichting, die het filter omvat, slechts gedurende de week in gebruik is en niet in 15 het weekend. Men kan het filter derhalve op een temperatuur lager dan 50°C en zelfs lager dan 40°C laten functioneren. De uitvinding verschaft derhalve een biologisch actief filter, waarbij het filter gedurende een korte tijd op een temperatuur lager dan *fO°C heeft geopereerd.
20 Het biologisch actief filter volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een inerte vulstof zoals perliet. Men kan echter deze inerte vulstof vervangen door andere stoffen of middelen die als drager voor de micro-organismen kan dienen. Zo kan men bijvoorbeeld een stabiele organische drager, bij voorkeur boomschors, toepassen.
25 De uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met organische bestanddelen, waarbij de inrichting een biologisch actief filter omvat, dat een inerte vulstof en een biologisch actief materiaal omvat, waarbij het biologisch actief materiaal een microbiële flora omvat, die in hoofd-30 zaak uit thermofiele micro-organismen bestaat.
Een schematische tekening van een uitvoeringsvorm van de inrichting is weergegeven in figuur 1. Deze uitvoeringsvorm omvat en filter bestaande uit een geïsoleerde filterbehuizing (1) met daarin een fil-terbed (2) of uit een wassectie, waarbij (2) ongeveer 1 m hoog is. De 35 materialen waaruit de inrichting is opgebouwd dienen bestand te zijn tegen hoge temperaturen en een hoog vochtgehalte. Alle onderdelen die samenhangen met de thermofiele biologische reiniging worden op de gewenste temperatuur gehouden en/of zijn zodanig geïsoleerd dat het i 1000722 7 verlies van warmte aanzienlijk beperkt is.
Het filter wordt in tegenstroom of ir. meegaande stroom bedreven, met dien verstande dat de neergaande waterstroom bij een vast bed gering is en alleen dient ter bevloeiing van het filtennateriaal. Bij 5 een wasser kan de waterstroom aanzienlijk zijn.
De onderhavige uitvoeringsvorm is tevens voorzien van een opslagtank (3) voor de waterstroom.
De waterstroom wordt gerecirculeerd over het filterbed volgens pijl (4). Hierdoor is het mogelijk dat tevens biologische activiteit 10 in de opslagtank ontstaat wat de werking van de inrichting kan bevorderen .
De onderhavige uitvoeringsvorm van de inrichting is tevens voorzien van een inlaat en een uitlaat voor lucht en voor water en van een voorziening (5) voor het bewerkstelligen van een gelijkmatige lucht-15 verdeling in het filterbed, bijvoorbeeld een drukkamer.
De uitvinding zal door de volgende voorbeelden worden toegelicht, waarbij een ethanol bevattende luchtstroom als een model voor een verontreinigde gasstroom is toegepast.
20 Voorbeeld 1
Perliet (90 g; Agra Perlite nummer 3. Pull B.V., Rhenen), dat een gemiddelde deeltjesgrootte van 1,7 tot 3.35 mm bezit, werd geënt door menging met compost (5 g) , dat afkomstig was uit de thermogene fase van een composteringsproces. Een glazen filter (11) werd beladen met 25 800 ml van het geënte perliet. Vervolgens werd 1 1 van een medium, dat een pH van 5,7 bezat en dat 7,36 g K2HP0^/1, 3,04 g NaH2P0ü/l, 0,1 g MgSO^/1 en 5 g (NH^)2S04/1 gesteriliseerd gedurende 15 min. bij 121°C, waarna 2 ml van een sporenelementoplossing en 2 ml van een vitaminenoplossing hieraan werd toegevoegd.
30 De samenstelling van de sporenelementoplossing was als volgt (per liter water):
120 mg FeCl3 50 mg H3BO4 10 mg CuSO^.HjO 35 10 mg KI
45 mg MnSO^.HjpO 20 mg Na2Mo0ij. 2H20 75 mg ZnSO/, .7H20 1000722 8 50 mg CoC12.6H20 20 mg AlK(S0il)2.12H20 13,25 g CaCl2.2H20 10 g NaCl 5 De sporenelementoplossing werd over een 0,22 pm filter gesterili seerd en bij 4°C bewaard.
De samenstelling van de vitaminenoplossing was als volgt (per liter water): 10 100 mg nicotinezuur 200 mg Ca-pantothenaat 25 mg cyanocobalamine 100 mg inositol 20 mg p-aminobenzoaat 15 50 mg thiamine.HC1 25 mg pyridoxine.HC1 10 mg biotine 10 mg riboflavine 10 mg folinezuur 20 10 mg 1,2-dithiolaan-3~penteenzuur (6,8-thioctinezuur)
De vitaminenoplossing werd over een 0,22 pm filter gesteriliseerd en bij i4°C bewaard.
Het medium waaraan de sporenelement- en vitaminenoplossing was 25 toegevoegd werd over het filter gegoten. Na 1 uur werd het filter op een ethanol bevattende, vochtige luchtstroom aangesloten. Hierbij werd lucht eerst bevochtigd door deze door een waterbad te leiden, waarbij het water in het waterbad een temperatuur bezat overeenkomstig die in het filter heerste. Het ethanol werd middels een gaswasflesje in een 30 luchtstroom gebracht, waarna deze luchtstroom met de bevochtigde lucht werd gemengd in een mengkamer en vervolgens door het filter geleid.
Gedurende de proef werd de concentratie ethanol in de ingaande en in de uitgaande stroom elke twee uur bepaald met behulp van gaschroma-tografie (vlamionisatie-detectie; FID Model 51, This, Breda). De con-35 centratie kooldioxide werd bepaald bij een aantal temperatuurovergan-gen met behulp van een C02-analysator (ADC, This, Breda).
Het gasdebiet gedurende de proef was 88 1/uur.
Allereerst werd het filter gedurende een aantal weken bij 60°C
1000722 9 belast met ethanol totdat de verwijderingscapaciteit constant was (> 50 g/m3/uur).
Tijdens de proef werd driemaal de toevoer van ethanol gestaakt en werd er geen lucht door het filter gevoerd. De temperatuur nam daarbij 5 af tot 25°C. Na een bepaalde tijd (ongeveer 60 uur) werd de toevoer van de ethanol bevattende lucht herstart en de temperatuur in het filter weer op 60 C gebracht. Het bleek dat de verwijderingscapaciteit voor ethanol na 6 uur weer groter was dan 50 g/m3/uur. Het verloop van het experiment is weergegeven in figuur 2, waarbij de ethanolconcen-10 traties van de ingaande en de uitgaande luchtstroom en de temperatuur in het filter zijn uitgezet tegen de tijd. Hierbij is lijn a de temperatuur in het filter, lijn b de ethanolconcentratie van de ingaande luchtstroom en lijn c de ethanolconcentratie van de uitgaande luchtstroom.
15 Deze proef kan worden vergeleken met de praktijksituatie, waarbij het filter slechts gedurende de werkweek in gebruik is.
Voorbeeld 2
De proef volgens Voorbeeld 1 werd herhaald, met dien verstande 20 dat het filter gedurende een aantal weken bij 60°C belast geweest is totdat de verwijderingscapaciteit constant was (> 50 g/m3/uur). Vervolgens werd het filter opnieuw beladen met 100 ml actief slib uit een oxidatiesloot (TNO, Zuidpolder, Delft) teneinde mesofiele micro-orga-nismen te verkrijgen die in staat zijn bij 25°C ethanol te verwijde-25 ren.
De proef omvatte vijf cycli, waarbij de temperatuur na 48 uur werd verlaagd van 60°C tot 25°C. In de eerste cyclus werd bij 25°C een aanzienlijke hoeveelheid ethanol verwijderd. In de latere cycli trad verwijdering van ethanol niet meer op door mogelijke pasteurisatie van 30 de mesofiele micro-organismen bij 60°C. Echter, de verwijderingscapaciteit van de micro-organismen, die in staat zijn bij 60°C ethanol te verwijderen, is in elke cyclus na 6 uur wederom de oorspronkelijke waarde (> 50 g/m3/uur).
In figuur 3 is het verloop van de proef weergegeven, waarbij lijn 35 a de temperatuur in het filter voorstelt, lijn b de ethanolconcentratie van de ingaande luchtstroom en lijn c de ethanolconcentratie van de uitgaande luchtstroom.
1000722 10
Voorbeeld 7
De proef van Voorbeeld 1 werd herhaald, net dien verstande dat nadat het filter gedurende enkele dagen bij een temperatuur van 60°C was belast met ethanol, deze werd verlaagd tot 35°C en vervolgens 5 langzaam werd verhoogd tot 7^°C.
In figuur 4 is het verloop van de proef weergegeven, waarbij lijn a de temperatuur in het filter voorstelt, lijn b de ethanolconcentra-tie van de ingaande luchtstroom en lijn c de kooldioxideconcentraties in de uitgaande luchtstroom. Het blijkt dat bij 71°C de verwijderings-10 capaciteit van ethanol ten minste 80 g/m3/uur en het verwijderingsrendement ten minste 75 % is.
1000722 l
Claims (20)
1. Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door de 5 gasstroom door een biologisch actief filter te leiden, waarbij men a ) een filter toepast dat bestaat uit een mengsel van een biologisch actief materiaal en van een inerte vulstof, en 10 b ) in het filter een temperatuur hoger dan 50°C toepast
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij men als biologisch actief materiaal een materiaal uit de thermogene fase van een composte- 15 ringsproces toepast.
3. Werkwijze volgens conclusies 1 of 2, waarbij men als biologisch actief materiaal microbiële flora, die in hoofdzaak uit thermo-fiele micro-organismen bestaat, toepast. 20
4. Werkwijze volgens conclusie 3. waarbij men als thermofiele micro-organismen chemolitotrope, autotrofe, aërobe bacteriën, hetero-trofe, anaërobe bacteriën, schimmels en/of gisten en/of hetero-trofe, aërobe bacteriën, schimmels en/of gisten toepast. 25
5. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij men een biologisch actief filter toepast dat 0,1 tot 20 gew. %, bij voorkeur 0,5 tot 5 gew. % van een biologisch actief materiaal en 80 tot 99.9 gew. %, bij voorkeur 95 tot 99.5 gew. % van een inerte vulstof omvat. 30
6. Werkwijze volgens conclusies 1 of 5. waarbij men een inerte vulstof toepast.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij men een inerte vulstof 35 toepast die een gemiddelde deeltjesgrootte van 2,0 mm tot 50,0 mm, bij voorkeur van 2,0 tot 10,0 mm bezit.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7. waarbij men als inerte vul- 1000722 stof perliet of een keramisch materiaal toepast. 9< Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij men het biologisch actief filter van lucht voorziet. 5
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij men het reinigen van de gasstroom bij een pH van 2 tot 7 uitvoert.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij men in 10 het filter een temperatuur van 40° tot 100°C, in het bijzonder van 50° tot 75°C toepast.
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies voor het continu reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige 15 organische of anorganische bestanddelen, door de gasstroom door een biologisch actief filter te leiden, waarbij men a ) een filter toepast dat bestaat uit een mengsel van een biologisch actief materiaal en van een inerte vulstof, en 20 b ) in het filter een temperatuur hoger dan 50°C toepast.
13. Biologisch actief filter voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische be- 25 standdelen, dat een mengsel van een biologisch actief materiaal en van een inerte vulstof omvat. 1^4. Biologisch actief filter volgens conclusie 13, waarbij het biologisch actieve filter een materiaal uit de thermogene fase van een 30 composteringsproces omvat.
15· Biologisch actief filter volgens conclusie 13 of 14, waarbij het biologisch actief filter een microbiële flora, die in hoofdzaak uit thermofiele micro-organismen bestaat, omvat.
16. Biologisch actief filter volgens conclusie 15. waarbij de thermofiele micro-organismen chemolithotrofe, autotrofe, aërobe bacteriën, heterotrofe, anaërobe bacteriën, schimmels en/of gisten ! 35 1000722 en/of heterotrofe, aërobe bacteriën, schimmels en/of gisten omvatten.
17· Biologisch actief filter volgens conclusie 13. waarbij het biolo- 5 gisch actief filter 0,1 tot 20 gew. %, bij voorkeur 0,5 tot 5 gew. % van een biologisch actief materiaal en 80 tot 99.9 gew. %, bij voorkeur 95 tot 99.5 gew. % van een inerte vulstof omvat.
18. Biologisch actief filter volgens conclusies 13 - 16, verkregen 10 door enten van een inerte vulstof met een materiaal uit thermo- fiele reincultures.
19· Biologisch actief filter volgens conclusies 13 ~ 16, verkregen door enten van een inerte vulstof met een materiaal uit thermo-15 fiel actief slib.
20. Biologisch actief filter volgens conclusies 13 - l6, waarbij het filter gedurende een korte tijd op een temperatuur lager dan 40°C heeft gefunctioneerd. 20
21. Biologisch actief filter volgens conclusie 13 - 16, waarbij de inerte vulstof is vervangen door een stabiele, organische drager.
22. Inrichting voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd 25 is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, waarbij de inrichting een biologisch actief filter omvat, dat een inerte vulstof en een biologisch actief materiaal omvat, waarbij het biologisch actief materiaal een microbiële flora omvat, die in hoofdzaak uit thermofiele micro-organismen bestaat. 30 h|000^ 2 2
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1000722A NL1000722C2 (nl) | 1995-07-03 | 1995-07-03 | Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1000722A NL1000722C2 (nl) | 1995-07-03 | 1995-07-03 | Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor. |
NL1000722 | 1995-07-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1000722C2 true NL1000722C2 (nl) | 1997-01-08 |
Family
ID=19761266
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1000722A NL1000722C2 (nl) | 1995-07-03 | 1995-07-03 | Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1000722C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2005028084A1 (en) * | 2003-09-25 | 2005-03-31 | Sia Società Industria Agglomerati Srl | Process and plant for the purification of high-temperature gaseous flows |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2809357A1 (de) * | 1978-03-04 | 1979-09-13 | Heinz Hoelter | Biologische sorption ueber erdfilter, vorzugsweise fuer kraftwerksabgase |
DE4223774C1 (nl) * | 1992-07-18 | 1993-07-29 | Sonja 4400 Muenster De Loebbert | |
US5378280A (en) * | 1993-06-07 | 1995-01-03 | Phillips Petroleum Company | Composition comprising leonardite, clay and lime and process therewith |
WO1995003116A1 (en) * | 1993-07-22 | 1995-02-02 | Nederlandse Organisatie Voor Toegepast- Natuurwetenschappelijk Onderzoek (Tno) | Biological filter for removing volatile hydrophobic compounds from gas emissions |
NL9301475A (nl) * | 1993-08-25 | 1995-03-16 | Csm Suiker | Werkwijze voor het reduceren van de geuremissie van bij de voedingsmiddelenindustrie optredende waterstromen. |
-
1995
- 1995-07-03 NL NL1000722A patent/NL1000722C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2809357A1 (de) * | 1978-03-04 | 1979-09-13 | Heinz Hoelter | Biologische sorption ueber erdfilter, vorzugsweise fuer kraftwerksabgase |
DE4223774C1 (nl) * | 1992-07-18 | 1993-07-29 | Sonja 4400 Muenster De Loebbert | |
US5378280A (en) * | 1993-06-07 | 1995-01-03 | Phillips Petroleum Company | Composition comprising leonardite, clay and lime and process therewith |
WO1995003116A1 (en) * | 1993-07-22 | 1995-02-02 | Nederlandse Organisatie Voor Toegepast- Natuurwetenschappelijk Onderzoek (Tno) | Biological filter for removing volatile hydrophobic compounds from gas emissions |
NL9301475A (nl) * | 1993-08-25 | 1995-03-16 | Csm Suiker | Werkwijze voor het reduceren van de geuremissie van bij de voedingsmiddelenindustrie optredende waterstromen. |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2005028084A1 (en) * | 2003-09-25 | 2005-03-31 | Sia Società Industria Agglomerati Srl | Process and plant for the purification of high-temperature gaseous flows |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7157271B2 (en) | Biofilter equipped with a stirrer and injector of solid feed and method for removing odor and volatile organic compounds from waste gases using the same | |
Ottengraf et al. | Kinetics of organic compound removal from waste gases with a biological filter | |
US4806148A (en) | Apparatus for biological treatment of waste gases | |
KR100479631B1 (ko) | 유입부하 완충장치가 장착된 휘발성 유기화합물 제거용 바이오 필터 장치 | |
Jiang et al. | Nitric oxide removal from flue gas with a biotrickling filter using Pseudomonas putida | |
CN101284208B (zh) | 高温有机废气一体化生物处理装置及方法 | |
Kibazohi et al. | Removal of hexane in biofilters packed with perlite and a peat–perlite mixture | |
Kim et al. | Evaluation of trickle-bed air biofilter performance under periodic stressed operating conditions as a function of styrene loading | |
Prado et al. | Removal of formaldehyde, methanol, dimethylether and carbon monoxide from waste gases of synthetic resin-producing industries | |
EP2767585A1 (en) | Microbiological method of H2S removal from biogas | |
Prado et al. | Optimization of nutrient supply in a downflow gas-phase biofilter packed with an inert carrier | |
Sorial et al. | Removal of ammonia from contaminated air by trickle bed air biofilters | |
NL1000722C2 (nl) | Werkwijze voor het reinigen van een gasstroom, die verontreinigd is met vluchtige organische of anorganische bestanddelen, door een biologisch actief filter en inrichting daarvoor. | |
Chen et al. | Abiotic and biological mechanisms of nitric oxide removal from waste air in biotrickling filters | |
Jiang et al. | Biological removal of NOx from simulated flue gas in aerobic biofilter | |
KR100406495B1 (ko) | 액상촉매와 바이오필터를 이용한 황화수소와 VOCs의처리시스템 | |
Cho et al. | Thermophilic biofiltration of benzene and toluene | |
KR100320742B1 (ko) | 악취 및 휘발성 유기물질(VOCs) 제거를 위한 바이오필터 | |
Jianwei et al. | Performance of two biofilters with neutral and low pH treating off-gases | |
SANG-KYU | Removal characteristics of ethyl acetate and 2-butanol by a biofilter packed with jeju scoria | |
Wang et al. | Review of biofiltration-effect of support media on biofilter performance | |
Chou et al. | Bioconversion of dimethylformamide in biofilters | |
Lam et al. | Application of biological methods in the treatment of gaseous ammonia | |
KR100436984B1 (ko) | 악취와 voc를 포함하는 폐가스를 처리하기 위한바이오필터 장치 | |
KR200234657Y1 (ko) | 액상촉매와 바이오필터를 이용한 황화수소와 VOCs의처리시스템 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20000201 |