BE906151A

BE906151A - Systeem voor het uitschuiven van ladders.

Info

Publication number: BE906151A
Application number: BE0/217688A
Authority: BE
Original assignee: Aluro P V B A
Priority date: 1986-12-31
Filing date: 1986-12-31
Publication date: 1987-07-01

Abstract

Systeem voor het uitschuiven van een tweede ladder (2) ten opzichte van een eerste ladder (1). Ten minste een tussensport (5) van de eeste ladder (1) draagt ten minste één tweearmige draaibare hefboom (14). In de horizontale stand van deze hefboom (14), dient de eerste arm (16) ervan als steun voor een sport (5') van de tweede ladder (2), terwijl de tweede arm (17) van de hefboom (14) op een onderkant van een sport (5) van de eeste ladder (1) steunt. In de verticale stand van de hefboom (14) laten de twee arment (16, 17) ervan het schuiven van de tweede ladder (2) zonder hindernis toe.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BELGISCH OCTROOI Ten name van : ALURO p v b a Betreffende : Systeem voor het uitschuivan van ladders Voorgestelde benaming : UITVINDINGSOCTROOI 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 SYSTEEM VOOR HET UITSCHUIVEN VAN LADDERS 
De uitvinding betreft een systeem voor het uitschuiven van ladders elk bestaande uit twee stijlen die door tenminste drie sporten verbonden zijn, waarbij ten minste twee ladders schuifbaar ten opzichte van elkaar samengehouden worden en waarbij een eerste ladder die continu op een draagvlak steunt, bovenaan een vrij draaibare groefschijf draagt, waarop een trekkoord rolt, waarvan een einde aan een ondereinde van een tweede schuifbare ladder vastgehecht is en waarvan het andere einde aan een trekkracht onderworpen wordt, wanneer de tweede ladder opgetrokken moet worden. 



   De uitvinding heeft als voorwerp een eenvoudig systeem dat het uitschuiven van ladders ongehinderd toelaat wanneer deze ladders zich in de opgerichte stand bevinden. 



   Het systeem volgens de uitvinding is voornamelijk gekenmerkt door het feit dat ten minste een tussensport van de eerste ladder ten minste één tweearmige hefboom draagt, die tussen een nagenoeg horizontale stand en een nagenoeg verticale stand om een spil kan draaien, waarbij in de horizontale stand van de hefboom, de eerste arm ervan als steun dient voor een sport van de tweede ladder, terwijl de tweede arm van genoemde hefboom op een onderkant van een sport van de eerste ladder steunt en, in de verticale stand van de hefboom, de twee armen ervan het schuiven van de tweede 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 ladder ten opzichte van de eerste ladder zonder hindernis toelaten. 



   Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de eerste arm van de hefboom, die als steun dient voor een sport van de tweede ladder, langer of zwaarder dan de tweede arm van dezelfde hefboom, zodat deze hefboom terug zijn horizontale stand inneemt onder de invloed van de zwaartekracht na het uitschuiven van de tweede ladder. 



   Volgens een ander kenmerk van de uitvinding bevat het systeem middelen om de hefboom in de verticale stand te houden, tijdens het schuiven van de tweede ladder ten opzichte van de eerste ladder. Deze middelen bestaan, bij voorkeur, in een draad of koordje waarvan een uiteinde aan de eerste arm van de hefboom en het andere uiteinde aan de trekkoord verbonden zijn. De draad is door middel van een losse ring aan de trekkoord verbonden. 



   Andere kenmerken van het systeem volgens de uitvinding zullen in de volgende beschrijving van de bijgevoegde tekeningen te voorschijn komen. 



   In deze tekeningen tonen figuren 1 en 2, in dwarse doorsnede, een uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, waarbij in figuur 1 de onderdelen van het systeem zich in de stand bevinden waarin de twee ladders vast aan elkaar gekoppeld zijn, terwijl in figuur 2 de onderdelen van het systeem zich in de stand bevinden waarin de tweede ladder uitgeschoven wordt ten opzichte van de eerste ladder. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Zoals blijkt uit de tekeningen wordt het systeem volgens de uitvinding op twee ladders gemonteerd, namelijk een eerste ladder 1 die continu op een draagvlak, zoals de grond, steunt en een tweede ladder 2 die schuifbaar opgesteld is ten opzichte van de eerste ladder 1. 



   Elke ladder 1, 2 bestaat uit twee stijlen of wangen 3 die door ten minste drie horizontale sporten 4,5, 6 en 4', 5', 6'verbonden zijn. 



   De twee ladders 1,2 zijn schuifbaar ten opzichte van elkaar samengebonden door middel van beugels 7,7', waarvan beugel 7 op de eerste ladder 1 onderaan en beugel 7'op de tweede ladder 2 bovenaan gevestigd zijn. 



   De ladder 1 draagt, ter hoogte van sport 6, een beugel 8 waaraan een vrij draaibare groefschijf of wiel 9 hangt. Een trekkoord 10 loopt over de groefschijf 9 en is met een uiteinde aan de onderste sport 4'van de tweede ladder 2 bevestigd, door middel van gekende middelen, zoals knopen 11. Het andere einde 12 van de trekkoord 10 wordt aan een trekkracht onderworpen (in de richting van pijl X) wanneer de tweede ladder 2 opgetrokken moet worden. 



   Het middenste sport 5 van de eerste ladder 1 draagt een beugel 12 met een uitsteeksel 13 waaraan ten minste één hefboom 14 door middel van een spil 15 opgehangen is. De hefboom of hefbomen 14 bestaan uit twee armen 16,17 die rond de spil 15 kunnen draaien in de richtingen van de pijlen Y-Z tussen een nagenoeg horizontale stand (zie figuur   1)   en een nagenoeg verticale stand (zie figuur 2). 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
 EMI5.1 
 



  In de horizontale stand van de hefboom 14 (zie figuur 1) dient de eerste arm 16 ervan als steun voor de sport 5'van de tweede ladder 2, terwijl de tweede arm 17 van de hefboom 14 op een onderkant van de sport 5 van de eerste ladder 1 steunt. In de verticale stand van de hefboom 14 (zie figuur 2) laten de twee armen 16,17 ervan het schuiven van de tweede ladder 2 zonder hindernis toe. 



     Aan   de langste arm 16 van de hefboom 14 is een uiteinde van een draad of koordje 18 door middel van een knoop 19 verbonden, het andere uiteinde van het koordje 18 vertoont een losse ring 20 die de trekkoord 10 omringt. 



   Bij het naar beneden (richting van pijl X) trekken van de trekkoord 10 schuift de ladder 2 naar boven en duwt de linker arm 16 van de hefboom 14 naar omhoog. Op deze manier kan de daaronderliggende sport   4'van   de ladder 2 voorbij de hefboom 14. 



   Wanneer voldoende hoge stand van de schuifbare ladder 2 bereikt is, wordt de trekkoord 10 gelost ; de hefboom 14 komt door eigen gewicht terug in de horizontale stand en steunt de onderkant van de afzakkende laddersport 4', zodat de uitgeschoven stand van ladder 2 verzekerd blijft. 



   Om de tweede ladder 2 terug te laten zakken, trekt men de trekkoord 10 naar beneden (richting van pijl X) en achteruit (naar rechts zoals zichtbaar op figuur 2), wat voor gevolg heeft dat de draad of koordje 18 aangetrokken wordt, zodat de hefboom 14 zich in de verticale stand plaatst door pivoteren rond de spil 15. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Op deze manier kan het naar beneden schuiven van de ladder 2 ongehinderd gebeuren.

Claims

CONCLUSIES 1. Systeem voor het uitschuiven van ladders (1,2) elke bestaande uit twee stijlen (3) die door tenminste drie sporten (4,5, 6 ; 4', 5,6') verbonden zijn, waarbij ten minste twee ladders (1,2) schuifbaar ten opzichte van elkaar samengehouden worden en waarbij een eerste ladder (1) die continu op een draagvlak steunt, bovenaan een vrij draaibare groefschijf (9) draagt, waarop een trekkoord (10) rolt, waarvan een einde aan een ondereinde van een tweede schuifbare ladder (2) vastgehecht is en waarvan het andere einde (12) aan een trekkracht onderworpen wordt, wanneer de tweede ladder (2) opgetrokken moet worden, met het ken- merk, dat ten minste een tussensport (5) van de eerste ladder (1) ten minste één tweearmige hefboom (14) draagt, die tussen een nagenoeg horizontale stand (figuur 1)

en een nagenoeg verticale stand (figuur 2) om een spil (15) kan draaien, waarbij, in de horizontale stand van de hefboom (14), de eerste arm (16) ervan als steun dient voor een sport (5') van de tweede ladder (2), terwijl de tweede arm (17) van genoemde hefboom (14) op een onderkant van een sport (5) van de eerste ladder (1) steunt en, in de verticale stand van de hef- boom, de twee armen (16,17) ervan het schuiven van de tweede ladder (2) ten opzichte van de eerste EMI7.1 ladder (1) zonder hindernis toelaten.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste arm (16) van de hefboom (14) die als steun dient voor een sport (5') van de <Desc/Clms Page number 8> tweede ladder (2) langer of zwaarder is dan de tweede arm (17) van dezelfde hefboom (14).
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het middelen bevat om de hefboom (14) in de verticale stand te houden, tijdens het schuiven van de tweede ladder (2).
4. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde middelen bestaan uit een draad (18) die enerzijds aan de eerste arm (16) van de hefboom (14) en anderzijds aan de trekkoord (10) verbonden is.
5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de genoemde draad (18) gespannen is wanneer de hefboom (14) in de verticale stand is (figuur 2).
6. Systeem volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de hefboom of hefbomen (14) door de trekkoord (10) van de horizontale stand naar de verticale stand gebracht wordt of worden door tussenkomst van een sport (4') van de tweede ladder (2).
7. Systeem volgens conclusie 4 t/m 6,. met het kenmerk, dat de draad (18) bij middel van een losse ring (20) aan de trekkoord (10) verbonden is.