<Desc/Clms Page number 1>
De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een beveiliging voor personen die bedoeld is in weefmachines of in automatisch werkende apparaten in weefzalen ingebouwd te worden en waarbij bereikt wordt dat de gevaarlijk bewegende onderdelen minstens met een gereduceerde snelheid gaan werken ofwel gestopt worden indien een persoon in de direkte nabijheid van een machine komt.
De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een beveiliging voor personen die hoofdzakelijk bestaat uit een rond elke betreffende machine gecreëerde veiligheidszone en middelen om personen in deze veiligheidszone waar te nemen, waarbij deze middelen verbonden zijn met de bediening van de machine teneinde bij het waarnemen van een persoon in de nabijheid, in een begrenzing van de snelheid-m. a. w. in het reduceren van de snelheid of in het stopzetten, ofwel in het niet starten of in het starten onder gereduceerde snelheid-van minstens een aantal machine-onderdelen te voorzien.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de voornoemde middelen gevormd door de kombinatie van zenders die door de personen in de weefzaal gedragen worden, minstens een ontvanger op elke te beveiligen machine en een afstandsbepa-
EMI1.1
lingsinrichting om de afstand tussen een ontvanger en de zenders te kontroleren.
Volgens een variante van de voorkeurdragende uitvoeringsvorm
<Desc/Clms Page number 2>
Beveiliging voor machines in een weefzaal, evenals weefzaal met machines die van zulke beveiliging zijn voorzien.
EMI2.1
----------------------------------------------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een beveiliging voor machines in een weefzaal, in het algemeen voor alle machines die voor kunnen komen in een weefzaal, m. a. w. in de eerste plaats de weefmachines, doch ook de automatisch werkende machines voor de toevoer en de afvoer van de weefmaterialen, voor de herstelling van draadbreuken en voor het onderhoud van de weefmachines.
Het is bekend dat weefmachines evenals de in de weefzalen aanwezige randapparatuur steeds verder geautomatiseerd worden. Zolang men echter nog niet tot een volautomatische weefzaal is gekomen is het duidelijk dat de geautomatiseerde gedeelten zo veilig mogelijk dienen gemaakt te worden voor de personen die in de nabijheid ervan komen.
<Desc/Clms Page number 3>
worden de voornoemde middelen gevormd door de kombinatie van zenders die door personen gedragen worden en zenders die op de bewegende te beveiligen machines in de weefzaal zijn aan- gebracht, een aantal vast opgestelde ontvangers, bij voorkeur minstens een op elke vast opgestelde machine ; en een afstands- berekeningsinrichting om de afstand tussen een zender en een ontvanger ofwel tussen twee zenders onderling te kontroleren.
Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een weefzaal die van een dergelijke beveiliging is voozien, waarbij deze weefzaal met kontrolemiddelen is uitgerust om te beletten dat personen ongeacht toegang zouden krijgen zonder dat zij over een zender beschikken.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 de schematische opbouw van een beveiliging volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een opstellingsvariante weergeeft van een voor- noemde beveiliging ; figuur 3 een weefzaal voorstelt met allerhande geautoma- - tiseerde apparatuur.
Zoals in figuur 1 weergegeven bestaat de beveiliging volgens
<Desc/Clms Page number 4>
de uitvinding bij voorkeur uit zenders 1 die door de personen gedragen worden die in de nabijheid van een beveiligde machine 2, bijvoorbeeld een weefmachine kunnen komen, minstens een ontvanger 3 die aan of in de direkte nabijheid van de machine 2 is voorzien en een afstandsmeetinrichting of afstandsbepalingsinrichting 4 om de afscand tussen in de nabijheid zijnde zenders 1 en de ontvanger 3 te bepalen, waarbij deze afstandsbepalingsrichting 4 gekoppeld is aan de bediening 5 van de verscheidene machine-onderdelen 6 (A-E).
De afstandsbepalingsinrichting 4 is hierbij zodanig afgesteld dat indien binnen een bepaalde vooropgestelde kritische radius R een zender 1 wordt waargenomen, een signaal naar de bediening 5 gestuurd wordt waardoor de volledige machine 2, aldus volgens het schema alle machine-onderdelen 6A tot en met 6E, worden stilgelegd, of in de onmogelijkheid gesteld worden om te starten, ofwel dat volgens een variante alleen die onderdelen ervan stilgelegd worden of in de onmogelijkheid gesteld worden om te starten die een gevaar inhouden voor de menselijke veiligheid. Volgens nog een variante zullen de snelheden van een aantal machine-onderdelen gereduceerd worden.
De zender 1 en de ontvanger 3 kunnen uiteraard van een willekeurig type zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld met elektromagnetische golven, sonische golven of magnetische velden gewerkt worden.
<Desc/Clms Page number 5>
Ook de afstandsbepalingsinrichting 4 kan van een willekeurig op zichzelf bekend type zijn. Bij voorkeur zal de werking ervan op een intensiteitsmeting gebaseerd zijn.
Volgens een variante van de uitvinding worden meerdere zones dan deze met de radius R gedefinieerd. Zo kan er bijvoorbeeld in een zone met de radius S voorzien worden, waarbij S groter is dan R, bij dewelke bij de detektie van een zender 1 binnen deze radius S een alarmindikatie, bijvoorbeeld een geluidsof lichtsignaal, wordt gegeven en nog niet onmiddellijk tot de beinvloeding van de machine, zoals reduktie van snelheid of stopzetten wordt overgegaan.
Volgens nog een andere variante wordt het stoppen van de betreffende beveiligde machines 2 niet direkt uitgevoerd indien een zender 1 binnen de afstand R wordt waargenomen, maar bepaalt de automaat van de machine 2 uit, enerzi1ds, de tijd die hij zelf nodig heeft om een aantal stappen af te werken, en anderzijds, de snelheid van de personen die naderen, op welk moment de machine definitief zal stilgezet worden of de snelheid gereduceerd zal worden. Hierdoor wordt het voordeel geboden dat de machine niet op een willekeurig ogenblik of een willekeurige plaats stil komt te staan, doch wel op zulkdanig moment dat bijvoorbeeld de machine de minste hinder vormt voor de doorgang van personen. Dit laatste is bijvoorbeeld van toepassing op een wagentje voor de toevoer en afvoer van kettingbomen.
<Desc/Clms Page number 6>
Hiertoe wordt de weefzaal volgens de uitvinding voorzien van een eerste telinrichting voor de personen die aanwezig zijn in de weefzaal, een tweede telinrichting om de werkende zenders waar te nemen, vergelijkingsmiddelen om de beide resultaten van de telinrichtingen met elkaar te vergelijken en verwittigingsmiddelen die bij een verschil tussen beide resultaten in werking treden. De telinrichting van de personen kan eenvoudig bestaan uit kontrolemiddelen die aan elke toegang van de weefzaal zijn opgesteld die de in- en uitgaande personen tellen.
De verwittigingsmiddelen kunnen uiteraard van willekeurige aard zijn.
Het is duidelijk dat hierbij wel speciale voorzieningen kunnen getroffen worden om bepaalde personen zonder zenders in de weefzaal op te sporen. Tevens kunnen middelen voorzien worden om vas te stellen of iemand een zender in de weefzaal heeft achtergelaten, en bijgevolg zonder zender zijn weg voortzet. Deze middelen voorzien in een analyse van de variaties in de afstande waargenomen door de afstandsbepalingsinrichtingen 4. Indien door deze middelen een signaal wordt waargenomen dat geen afstandsvariaties veroorzaakt binnen een redelijk tijdsinterval ka men aannemen dat een van de zenders l is blijven liggen. Een gepaste verwittigingsinrichting kan dan in werking gesteld worden.
De weefzaal volgens de uitvinding zal bovendien voorzien worden van een kontrole-inrichting die het uitvallen van een zender in
<Desc/Clms Page number 7>
Volgens nog een andere variante van de uitvinding kunnen door de zenders 1 gekodeerde signalen uitgezonden worden, terwijl de bediening 5 van de betreffende machine 2 van een dekoder is voorzien zodanig dat in funktie van het ontvangen signaal slechts bepaalde machine-onderdelen, bijvoorbeeld 6A en 6B tot een bepaalde funktie, bijvoorbeeld stilstand, worden bevolen, terwijl de machine-onderdelen 6C tot en met 6E, die onder normale omstandigheden ook tot stilstand zouden gebracht worden, hun normale werking kunnen voortzetten.
In figuur 2 is een uitvoeringsvariante weergegeven waarbij de positie kan bepaald worden van een zender 1. Afstand R tussen twee ontvangers 3 is hierbij gekend zodat er door triangulatie de positie kan bepaald worden van zender 1.
In figuur 3 wordt schematisch een voorbeeld van een weefzaal gegeven, waarbij de voornoemde machines 2 die van beveiligingen zijn voorzien bestaan uit de weefmachines 7, een transportinrichting 8, een loopkat 9 en een verplaatsbare herstelinrichting 10. Al deze machines, of bepaalde onderdelen ervan kunnen zoals voornoemd beveiligd zijn.
Het is duidelijk dat de beveiliging volgens de uitvinding pas bedrijfszeker is wanneer iedereen die in de weefzaal aanwezig is voorzien is van een werkende zender 1. De huidige uitvinding betreft dan ook een weefzaal die met middelen is uitgerust die hierop een kontrole uitvoeren.
<Desc/Clms Page number 8>
de weefzaal waarneemt en hieropvolgend een verwittigingsinstallatie in werking doet treden.
Volgens een variante van de uitvinding wordt naast het gebruik van zenders, ook de aanwezigheid van personen in de nabijheid van machines vastgesteld door veiligheidszones te voorzien die afgebakend worden door middel van gevoelige doorgangen, zoals drukgevoelige matten, hekken die van schakelaars voorzien zijn, kapacitieve alarmschakelingen, lichtgordijnen, infrarood warmtestralingsdetektoren, enz. Een zonegrens kan bijvoorbeeld bestaan in de uitzending en de ontvangst van een lichtstraal 11 d. m. v. sensors 12 en 13 tussen naast elkaar staande weefmachines zoals weergegeven in figuur 3. Bij het binnentreden van een persoon in dergelijke zone kan zoals voornoemd in het stilzetten van de machine 2, of althans van een bepaald aantal machineonderdelen 6A-6E, voorzien worden.
De signalen van deze afgebakende veiligheidszones zijn ter bevestiging van de signalen van de zenders 1. Volgens een variante kan zulke bevestiging ook gegeven worden als de personen knoppen indrukken op de machines, bijvoorbeeld om de weefmachine terug te starten, enz.
Volgens nog een andere variante wordt de zoldering van de weefzaal op verscheidene plaatsen voorzien van ontvangers 3, terwijl zowel personen 14 als bewegende machines 8,9, 10 een zen-
<Desc/Clms Page number 9>
der bezitten, waarbij dan de onderlinge positie van personen 14 en machines 7,8, 9 en 10 wordt bepaald.
In het geval dat men op de weefmachines 7 ontvangers 3 voorziet en op bewegende machines zoals 8,9 en 10 in figuur 3 zenders 1, zoals deze door de personen 14 in de weefzaal worden gedragen, kan men de onderlinge positie van deze personen 14 en machines, bijvoorbeeld 8,9 en 10, bepalen door berekening.
Het is duidelijk dat de automatische beveiliging volgens de uitvinding aan elke machine door bevoegden kan uitgeschakeld worden, teneinde toe te laten dat deze de machine kunnen laten draaien, bijvoorbeeld om deze te testen, terwijl zij zich in de nabijheid bevinden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringen, doch zulke beveiligingen voor machines in weefzalen en weefzalen met machines die van zulke beveiligingen zijn voorzien, kunnen volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc/Clms Page number 10>
EMI10.1
Eisen. - ----- 1.- Beveiliging van machines in een weefzaal, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een rond elke betreffende machine gecre erde veiligheidszone en middelen om personen in deze veiligheidszone waar te nemen, waarbij deze middelen verbonden zijn met de bediening (5) van de machine (2), teneinde bij het waarnemen van een persoon in de nabijheid, van voornoemde machine (2) in een begrenzing van de snelheid van
EMI10.2
minstens een machine-onderdeel (6A-6E) te vootzien.
2.-Beveiliging volgens eis 1, met het kenmerk dat de begren- zing bestaat in het stoppen van de betreffende machine-onder- delen (6A-6E).
3.-Beveiliging volgens eis 1, met het kenmerk dat de begrenzing bestaat in het reduceren van de snelheid van de betref-
EMI10.3
fende machine-onderdelen (6A-6E).
4.-Beveiliging volgens eis 1, met het kenmerk dat de begrenzing bestaat in het in de onmogelijkheid stellen van het starten van de betreffende machine-onderdelen (6A-6E).
5.-Beveiliging volgens eis 1, met het kenmerk dat de begren- zing bestaat in het in de onmogelijkheid stellen dat de betreffende machine-onderdelen met volle snelheid ingeschakeld worden.
<Desc/Clms Page number 11>
6.-Beveiliging volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde middelen hoofdzakelijk bestaan in de kombinatie van zenders (1) die door de personen gedragen worden die nabij de machine (2) komen ; minstens een ontvanger (3) die aan of in de direkte nabijheid van de machine (2,7, 8,9, 10) is voorzien en een afstandsbepalingsinrichting (4) om de afstand tussen in de nabijheid zijnde zenders (1) en de ontvanger (3) te bepalen, waarbij de afstandsbepalingsinrichting (4) met de bediening (5) van de machine (2,7, 8,9, 10) is verbonden en in het begrenzen van de snelheid van minstens een gedeelte van de machine-onderdelen (6A-6E) kan voorzien indien de voornoemde afstand kleiner wordt dan een vooropgestelde kri- tische waarde (R).
7.-Beveiliging volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde middelen hoofdzakelijk bestaan in de kombinatie van zenders (1) die door de personen (14) gedragen worden, en zenders (1) op bewegende machines (8-9-10) ; minstens een ontvanger (3) die vast opgesteld is en een afstandsbepalingsinrichting (4) om de afstand tussen in de nabijheid zijnde zenders (1) en de ontvanger (3) te bepalen waarbij de afstandsbepalingsinrichting (4) met de bediening (5) van de machine (7,8, 9,10) is verbonden en in het begrenzen van de snelheid
<Desc/Clms Page number 12>
van minstens een gedeelte van de machine-onderdelen (6A-6E) voorziet indien de afstand tussen voornoemde personen (14) en voornoemde machines (7,8, 9,10) kleiner wordt dan een vooropgestelde kritische waarde (R).
8.-Beveiliging volgens eis 7, met het kenmerk dat de ontvanger (3) op een vaststaande machine (7) is geplaatst.
9.-Beveiliging volgens eis 6 of 7, met het kenmerk dat de afstandbepalingsinrichting (4) de afstand tussen de zenders (1) en de ontvanger (3) bepaalt door middel van een intensiteitmeting van het ontvangen signaal.
10.-Beveiliging volgens eis 6 of 7, waarbij meerdere ontvangers (3) zijn voorzien, met het kenmerk dat de afstandsbepalingsinrichting (4) voorziet in een afstandsmeting door middel van triangulatie.
11.-Beveiliging volgens een der eisen 6 t. e. m. 10, met het kenmerk dat de zenders (1) gekodeerde signalen kunnen uitzenden, terwijl de bediening (5) voorzien is van een dekoder zodanig dat in funktie van de betreffende kode een geselekteerd aantal van de machine-onderdelen (6A-6E) door het ontvangen signaal niet zullen bevolen worden.
12.-Weefzaal met machines die van een beveiliging volgens
<Desc/Clms Page number 13>
EMI13.1
een der eisen 6 t. 11 zijn voorzien, met het kenmerk dat zij voorzien is van een telinrichting voor de personen in de weefzaal, een telinrichting voor de werkende zenders in de weefzaal, en vergelijkingsmiddelen die bij een vooropgesteld verschil tussen de resultaten van beide telinrichtingen verwittigingsmiddelen in werking doen treden.
13.-Weefzaal volgens eis 12, met het kenmerk dat zij voorzien is van een kontrole-inrichting die bij het in de weefzaal uitvallen van een zender alarmmiddelen in werking doet treden.
14.-Beveiliging volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat middelen zijn voorzien om personen zonder zender in de weefzaal op te sporen.
15.-Beveiliging volgens eis 14, met het kenmerk dat de middelen om personen zonder zender in de weefzaal op te sporen
EMI13.2
gevormd worden door gevoelige doorgangen (11, 16.-Beveiliging eis 14, met het kenmerk dat de midde-
12-13).len om personen zonder zender in de weefzaal op te sporen bestaan in bedieningen die door deze personen op de machines kunnen uitgevoerd worden.
<Desc/Clms Page number 14>
17. - Beveiliging volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk dat middelen zijn voorzien om achtergelaten zenders in de weefzaal op te sporen.
18.-Beveiliging volgens eis 17, met het kenmerk dat voornoemde middelen voorzien in een analyse van de variaties in de afstanden waargenomen door de afstandsbepalingsinrichtingen (4).
19.-Beveiliging voor machines in weefzalen en weefzaal met machines die van zulke beveiliging zijn voorzien, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande figuren. p. p. PICANOL N. V.
Antwerpen, 24 december 1986.
Bureau M. F. J. Bockstael nv. p. p. E. Donne
<Desc / Clms Page number 1>
The present invention therefore relates to a protection for persons which is intended to be built into weaving machines or in automatic operating devices in weaving halls, whereby the dangerous moving parts are at least started to operate at a reduced speed or are stopped if a person in comes close to a machine.
Accordingly, the present invention relates to a security for persons which mainly consists of a safety zone created around each respective machine and means for observing persons in this safety zone, these means being connected to the operation of the machine in order to detect a person in the vicinity, in a limit of the speed-m. a. w. in reducing the speed or in stopping, or in not starting or starting at a reduced speed - with at least some machine parts.
According to a preferred embodiment, the aforementioned means are formed by the combination of transmitters carried by the persons in the weaving hall, at least one receiver on each machine to be secured and a remote control
EMI1.1
control device to control the distance between a receiver and the transmitters.
According to a variant of the preferred embodiment
<Desc / Clms Page number 2>
Protection for machines in a weaving room, as well as a weaving room with machines equipped with such protection.
EMI2.1
-------------------------------------------------- --------- This invention relates to a protection for machines in a weaving room, in general for all machines that can occur in a weaving room, in other words first of all the weaving machines, but also the automatic machines for the supply and removal of the weaving materials, for the repair of thread breaks and for the maintenance of the weaving machines.
It is known that weaving machines, as well as the peripheral equipment present in the weaving halls, are becoming increasingly automated. As long as a fully automatic weaving hall has not yet been reached, it is clear that the automated parts must be made as safe as possible for the people who come into their vicinity.
<Desc / Clms Page number 3>
the aforesaid means being the combination of transmitters carried by persons and transmitters mounted on the moving machines to be secured in the weaving hall, a number of fixed receivers, preferably at least one on each fixed machine; and a distance calculator for checking the distance between a transmitter and a receiver or between two transmitters.
The invention also relates to a weaving hall provided with such a security, wherein this weaving hall is equipped with control means to prevent persons from gaining access without having a transmitter.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some preferred embodiments are described hereinafter as examples without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows the schematic construction of a protection according to the invention; figure 2 shows an arrangement variant of the aforementioned security; figure 3 represents a weaving hall with all kinds of automated equipment.
As shown in figure 1, the protection consists of
<Desc / Clms Page number 4>
the invention preferably from transmitters 1 carried by the persons who can come into the vicinity of a secured machine 2, for example a weaving machine, at least one receiver 3 which is provided on or in the direct vicinity of the machine 2 and a distance measuring device or remote control device 4 for determining the scan between nearby transmitters 1 and the receiver 3, this remote control direction 4 being coupled to the control 5 of the various machine parts 6 (AE).
The remote determination device 4 is hereby adjusted such that if a transmitter 1 is detected within a certain predetermined critical radius R, a signal is sent to the control 5, so that the entire machine 2, thus according to the scheme, all machine parts 6A to 6E, be shut down, or made impossible to start, or that according to a variant only those parts of it are shut down or made impossible to start that endanger human safety. In another variant, the speeds of a number of machine parts will be reduced.
The transmitter 1 and the receiver 3 can of course be of any type. For example, it is possible to work with electromagnetic waves, sonic waves or magnetic fields.
<Desc / Clms Page number 5>
The distance determining device 4 can also be of any type known per se. Preferably, its action will be based on an intensity measurement.
According to a variant of the invention, more zones than these are defined with the radius R. For example, a zone with radius S can be provided, where S is greater than R, for which an alarm indication, for example a sound or light signal, is given when a transmitter 1 is detected within this radius S and not yet immediately until the influence of the machine, such as speed reduction or shutdown is proceeded.
According to yet another variant, the stopping of the respective protected machines 2 is not carried out immediately if a transmitter 1 is detected within the distance R, but determines the machine 2's machine, in one way or another, the time it takes itself to perform a number of steps, and on the other hand, the speed of the people approaching, at which point the machine will be permanently shut down or the speed will be reduced. This offers the advantage that the machine does not come to a standstill at any arbitrary moment or place, but at such a time that, for example, the machine is the least disturbance to the passage of persons. The latter applies, for example, to a trolley for the supply and removal of chain trees.
<Desc / Clms Page number 6>
To this end, the weaving hall according to the invention is provided with a first counting device for the persons present in the weaving hall, a second counting device for observing the working transmitters, comparing means for comparing the two results of the counting devices and warning means which are difference between the two results take effect. The persons counting device can simply consist of control means arranged at each entrance to the weaving hall, which count the incoming and outgoing persons.
The notification means can of course be of any nature.
It is clear that special provisions can be made to detect certain persons without transmitters in the weaving hall. Means can also be provided to determine whether someone has left a transmitter in the weaving hall, and thus continues his way without a transmitter. These means provide for an analysis of the variations in the distance observed by the distance determining devices 4. If by these means a signal is observed which does not cause any distance variations within a reasonable time interval, it may be assumed that one of the transmitters 1 has remained. An appropriate notification device can then be operated.
The weaving hall according to the invention will additionally be provided with a control device which detects the failure of a transmitter
<Desc / Clms Page number 7>
According to yet another variant of the invention, coded signals can be transmitted by the transmitters 1, while the control 5 of the relevant machine 2 is provided with a decoder such that, in function of the received signal, only certain machine parts, for example 6A and 6B to a certain function, for example standstill, while machine parts 6C through 6E, which would also be stopped under normal conditions, can continue to operate normally.
Figure 2 shows an embodiment variant in which the position can be determined of a transmitter 1. Distance R between two receivers 3 is known here, so that the position of transmitter 1 can be determined by triangulation.
Figure 3 shows schematically an example of a weaving room, wherein the aforementioned machines 2 provided with protections consist of the weaving machines 7, a transport device 8, a trolley 9 and a movable repair device 10. All these machines, or certain parts thereof be secured as aforementioned.
It is clear that the security according to the invention is only operational when everyone present in the weaving hall is provided with a working transmitter 1. The present invention therefore also relates to a weaving hall equipped with means that carry out a check on this.
<Desc / Clms Page number 8>
observes the weaving hall and subsequently triggers a warning system.
According to a variant of the invention, in addition to the use of transmitters, the presence of persons in the vicinity of machines is also determined by providing safety zones delimited by sensitive passages, such as pressure-sensitive mats, fences fitted with switches, capacitive alarms , light curtains, infrared heat radiation detectors, etc. A zone boundary may exist, for example, in the transmission and reception of a light beam 11 d. m. v. sensors 12 and 13 between juxtaposed weaving machines as shown in figure 3. When a person enters such a zone, the aforementioned in stopping machine 2, or at least a certain number of machine parts 6A-6E, can be provided.
The signals of these demarcated safety zones are to confirm the signals of the transmitters 1. According to a variant, such confirmation can also be given when the persons press buttons on the machines, for example to restart the weaving machine, etc.
According to yet another variant, the ceiling of the weaving hall is provided with receivers 3 in various places, while persons 14 as well as moving machines 8,9, 10 provide a
<Desc / Clms Page number 9>
of the possessions, wherein the mutual position of persons 14 and machines 7,8, 9 and 10 is then determined.
In the case where receivers 3 are provided on the weaving machines 7 and transmitters 1, such as these are carried by the persons 14 in the weaving hall, on moving machines such as 8,9 and 10 in figure 3, the mutual position of these persons 14 and machines, for example 8.9 and 10, determine by calculation.
It is clear that the automatic protection according to the invention can be deactivated on any machine by authorized persons, in order to allow them to run the machine, for example to test it, while they are in the vicinity.
The present invention is in no way limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such safeguards for machines in weaving halls and weaving halls with machines provided with such safeguards can be realized in all kinds of variants without departing from the scope of the invention .
<Desc / Clms Page number 10>
EMI10.1
Requirements. - ----- 1.- Security of machines in a weaving room, characterized in that it mainly consists of a safety zone created around each machine and means for observing persons in this safety zone, these means being connected to the operation (5) of the machine (2), so that when a person is in the vicinity of said machine (2), in order to limit the speed of
EMI10.2
at least one machine part (6A-6E).
2.-Protection according to requirement 1, characterized in that the limitation consists in stopping the respective machine parts (6A-6E).
Security according to requirement 1, characterized in that the limitation consists in reducing the speed of the affected
EMI10.3
fende machine parts (6A-6E).
Protection according to requirement 1, characterized in that the limitation consists in making it impossible to start the respective machine parts (6A-6E).
5.-Protection according to requirement 1, characterized in that the limitation consists in making it impossible for the relevant machine parts to be switched on at full speed.
<Desc / Clms Page number 11>
6. Security according to requirement 1, characterized in that the aforementioned means mainly consist of the combination of transmitters (1) carried by the persons approaching the machine (2); at least one receiver (3) provided on or in the immediate vicinity of the machine (2.7, 8.9, 10) and a remote control device (4) to measure the distance between nearby transmitters (1) and the receiver (3) in which the remote control device (4) is connected to the control (5) of the machine (2.7, 8.9, 10) and in limiting the speed of at least part of the machine parts (6A-6E) may provide if the aforementioned distance becomes less than a predetermined critical value (R).
Security according to requirement 1, characterized in that the aforementioned means mainly consist in the combination of transmitters (1) carried by the persons (14) and transmitters (1) on moving machines (8-9-10) ; at least one receiver (3) that is fixed and a remote control device (4) to determine the distance between nearby transmitters (1) and the receiver (3), the remote control device (4) with the control (5) of the machine (7,8,9,10) is connected and in limiting the speed
<Desc / Clms Page number 12>
provide at least part of the machine parts (6A-6E) if the distance between the aforementioned persons (14) and the aforementioned machines (7,8,9,10) becomes less than a predetermined critical value (R).
8. Security according to requirement 7, characterized in that the receiver (3) is placed on a stationary machine (7).
9. Security according to requirement 6 or 7, characterized in that the distance determining device (4) determines the distance between the transmitters (1) and the receiver (3) by means of an intensity measurement of the received signal.
Security according to requirement 6 or 7, wherein several receivers (3) are provided, characterized in that the distance determining device (4) provides a distance measurement by means of triangulation.
11.-Security according to one of the requirements 6 t. e. m. 10, characterized in that the transmitters (1) can transmit coded signals, while the control (5) is provided with a decoder such that, in function of the relevant code, a selected number of the machine parts (6A-6E) will not be commanded by the received signal.
12.-Weaving room with machines according to a security
<Desc / Clms Page number 13>
EMI13.1
one of the requirements 6 t. 11, characterized in that it is provided with a counting device for the persons in the weaving hall, a counting device for the operating transmitters in the weaving hall, and comparative means which activate warning means in the event of a presumed difference between the results of the two counting devices.
Weaving hall according to requirement 12, characterized in that it is provided with a control device which triggers alarm means in the event of a transmitter failure in the weaving hall.
14. Security according to one of the preceding requirements, characterized in that means are provided for locating persons without a transmitter in the weaving hall.
Security according to requirement 14, characterized in that the means for detecting persons without a transmitter in the weaving hall
EMI13.2
are formed by sensitive passages (11, 16.-Security requirement 14, characterized in that the middle
12-13). To detect people without a transmitter in the weaving room, there are controls that can be performed on the machines by these people.
<Desc / Clms Page number 14>
Security according to one of the preceding requirements, characterized in that means are provided for locating abandoned transmitters in the weaving hall.
Security according to requirement 17, characterized in that said means provide for an analysis of the variations in the distances observed by the distance determining devices (4).
19.-Security for machines in weaving halls and weaving hall with machines provided with such security, mainly as described above and shown in the accompanying figures. p. p. PICANOL N.V.
Antwerp, December 24, 1986.
Bureau M. F. J. Bockstael nv. p. p. E. Donne