BE906032A

BE906032A - Apparatus for recovering a propellant and compressor used therewith.

Info

Publication number: BE906032A
Application number: BE0/217598A
Authority: BE
Original assignee: Heylen Carlo
Priority date: 1986-12-23
Filing date: 1986-12-23
Publication date: 1987-04-16
Also published as: EP0274370A1

Abstract

Inrichting voor het recupereren van een drijfas gebruikt bij getapte dranken uit meerdere vaten en het toevoeren van dit drijfgas naar deze vaten, gekenmerkt doordat zij voor elk vat van eerste leiding (5), (6) of (7) voor het alternatief toevoeren van gas naar een vat (1), (2) of (3) waaruit vloeistof wordt getapt en voor het uit dit zelfde vat, wanneer dit geen vloeistof, doch uitsluitend gas, bevat, door een compressor (14) opzuigen van dit gas en het afvoeren hiervan naar een expansievat (9).Device for recovering a driving shaft used in tapped drinks from multiple vessels and supplying this propellant to these vessels, characterized in that for each vessel of first line (5), (6) or (7) they supply gas alternatively to a vessel (1), (2) or (3) from which liquid is drawn and for drawing out this gas by means of a compressor (14) and discharging it from the same vessel, if it does not contain liquid, but only gas. from this to an expansion vessel (9).

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING behorende bij een 
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van 
HEYLEN, Carlo voor "Inrichting voor het recupereren van een drijfgas en hierbij gebruikte compressor" 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het recupereren van een drijfgas, zoals bij voorbeeld koolzuurgas of stikstof, gebruikt bij getapte dranken, uit één, doch bij voorkeur meerdere vaten. 



   De uitvinding heeft tot doel een inrichting voor te schrijven die volautomatisch werkt en vanuit de plaats waar getapt wordt, kan worden bevolen. 



   Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, bevat de inrichting voor elk vat een eerste leiding voor het alternatief toevoeren van gas naar een vat waaruit vloeistof wordt getapt en voor het uit dit zelfde vat, wanneer dit geen vloeistof, doch uitsluitend gas, bevat, door een compressor opzuigen van dit gas en het afvoeren hiervan naar een expansievat dat het gestockeerde gas door toevoerleidingen naar bedoelde vaten kan terugvoeren, welke toevoerleidingen op electromagnetisch bevolen driewegkranen zijn aangesloten, voorbij dewelke het gas, hetzij naar één van de betreffende vaten kan vloeien, hetzij uit deze vaten door hogerbedoelde compressor kan worden opgezogen. 



   Steeds volgens de uitvinding is met hogerbedoelde electromagnetisch bevolen driewegkranen een gemeenschappelijke leiding verbonden die over een aftakking naar hogerbedoelde compressor leidt, welke compressor stroomafwaarts hiervan door middel van een leiding in verbinding staat met minstens één buffervat. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op de originele smeerloze compressor die in de inrichting volgens de uitvinding toepassing vindt. 



   Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting voor het recupereren van een drijfgas en van de hierbij gebruikte 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 compressor, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een schema van de electronisch bestuurde inrichting volgens de uitvinding. 



   Figuur 2 is een langsdoorsnede door de compressor volgens de uitvinding. 



   Figuur 3 is een doorsnede op grotere schaal volgens de lijn III-III uit figuur 2. 



   De inrichting door figuur 1 schematisch voorgesteld is ontworpen om een drijfgas, zoals koolzuurgas of stikstof, uit vaten (1), (2) en (3) te recupereren, wanneer zij geen drank meer bevatten en om gas naar vaten te voeren wanneer hieruit drank moet worden getapt. De partieel zichtbare tapleidingen dragen de verwijzing (4). 



   De drijfgasleidingen (5'), (6') en (7') zijn afgeleid van een hoofdleiding (8). Op deze hoofdleiding (8) zitten stroomafwaarts van een expansievat (9) een geheel (10-11) bestaande uit een ontwateringsklep, een actief koolfilter en een bacteriologische filter. 



   Het expansievat (9) is op gebruikelijke wijze uitgerust met een veiligheidsklep (12) en op de leiding (13), die 
 EMI3.1 
 naar een compressor (14) leidt, is een terugslagklep (15) opgesteld. 



  Met de compressor (14) staan de vaten (1), (2) en (3) eveneens in verbinding door middel van de leiding (16). Elk van de leidingen (5), (6) en (7) kan inderdaad door electromagnetisch bevolen driewegkranen (17, (18) en (19) in verbinding worden gesteld met deze leiding (16). Een eerste aftakking, (20), verbindt de leiding (16) met de compressor (14). Een tweede aftakking, (21), voert naar een leiding (22) die zich tussen de in de leiding (13) ingeschakelde slang (23) en gasfles (24) uitstrekt. Het blijkt onmiddellijk dat de 
 EMI3.2 
 toevoerleidingen (5'), (6') en (7') voorbij de driewegkranen (17), (18) en (19) overgaan in z. g. eerste leidingen (5), (6) en (7) die zowel voor de recuperatie van het drijfgas als voor de toevoer ervan naar nieuwe 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 vaten waaruit drank moet worden getapt, dienst doen. 



   Op de leiding (22) zijn de   buffer vaten (25)   gemonteerd. Op dezelfde leiding (22) komen achtereenvolgens voor : een electromagnetisch bevolen ventiel (26) tussen compressor (14) en aftakking (21) gemonteerd ; een drukdetector (27), een veiligheidsklep (28) en onmiddellijk stroomafwaarts van de gasfles (24) een ontspanner (29). 



   Tenslotte zijn op de leiding (16) en drukdetector (30) en ontwateringsfilter (31) en stroomafwaarts van deze laatste een terugslagklep (32) gemonteerd. Voorbij de aftakking (20) is op aftakking (21) een electromagnetisch bevolen ventiel (33) voorzien. 



   Verwijzing (34) duidt op de drukdetector van het expansievat (9). 



   De minicomputer van de inrichting wordt met de algemene verwijzing   (35)   en het controlebord met de algemene verwijzing (36) verduidelijkt. 



   De compressor (14) vormt een essentieel onderdeel van de inrichting en is volledig smeringvrij waartoe zijn structuur bijzonder origineel is. 



   De compressor bestaat uit een carter (37) met een cilindrische ruimte voor een dubbele zuiger (38) die heen en weer in de cilindrische ruimte van de carter wordt bewogen. Deze heen-en weergaande beweging wordt veroorzaakt door een excentrisch t. o. v. de aandrijfas (39) gemonteerd aandrijfwieltje (40). Dit wieltje zit   vrijdraaiend   op het asje (41) dat vastzit in de, op de aandrijfas (39) vastgemonteerde, schijf (42). De schijf (42) zit in een cilindrische ruimte (43) die in verbinding staat met de cilindrische ruimte waarin zich de zuiger (38) beweegt. De afdichting tussen bedoelde ruimte en de buitenlucht wordt verzekerd door de aanwezigheid van de dichtingsschijf (44) die met zijn naar binnen omgekraalde rand tegen de roterende aandrijfas aandrukt. 



   In de ruimte (43) mondt de aanzuigleiding   (45)   voor het drijfgas uit. Een goede afkoeling van de onderdelen die de zuiger (38) uitmaken, wordt aldus verzekerd. 



   Langs de twee tegenover elkaar voorkomende uiteinden (46) en (47) van de carter van de compressor zijn de in- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
 EMI5.1 
 en uitlaatkleppen en-leidingen aangebracht. De inlaatkleppen zijn (48), resp. (49), de uitlaatkleppen dragen de verwijzingen (50), resp. (51). 



  De uitlaatleidingen dragen de verwijzingen (52), resp. (52'). In de wand van de carter (37) zijn doorgangen (53), resp. (53') voorzien voor het in de richting van de inlaatkleppen (48), resp. (49), doorcirculeren van het drijfgas. 



   Deze circulatie van het gas is slechts mogelijk door de oorspronkelijke structuur van de zuiger (38), die 
 EMI5.2 
 samengesteld is uit twee identische zuigerdelen (54) uitgerust met segmenten (55). Tussen de zuigerdelen (54) die uit een licht metaal, zoals aluminium of aluminiumlegering zijn vervaardigd, komt een cilindrisch afstandsstuk (56) voor. Door de hartlijn van de zuigerdelen (54) alsook van het cilindrisch afstandsstuk (56) gaat een van schroef- draad voorziene stang door die buiten de onderlinge verbinding van de zuigerdelen   (54)   en het afstandsstuk   (56)   ook nog het vastklemmen van de metalen schijven   (57)   verzekert. Deze schijven zijn voorzien om deze onderdelen tegen slijtage te vrijwaren. 



   De ruimte tussen de schijven   (57)   en het aandrijfwieltje (40) dient dermate gekozen te zijn dat de rotatie die ontstaat door de wrijving van het aandrijfwieltje (40) tegen de schijven   (57)   ongehinderd maar ook zonder stoten in beide richtingen kan plaatsvinden. 



   In werkelijkheid bestaat elk van de zuigerdelen   (54)   uit twee delen : het eigenlijke zuigerdeel   (54)   uit een synthetische stof zoals deze die bekend is onder de handelsnaam "Rulon"en de onderdelen   (54')   die uit lichtmetaal zijn vervaardigd. 



   De compressor volgens de uitvinding is, zoals blijkt uit de beschrijving die hiervan zopas is gegeven, gasdicht en vereist geen smering wat een essentiële vereiste is. Dat geen smering vereist wordt, ligt, enerzijds, aan de juiste keuze van de inlaat van de aanzuigleiding   (45)   voor het drijfgas dat onderdelen die anders warm zouden lopen, onmiddellijk afkoelt en, anderzijds, aan de keuze van de materialen waaruit de onderdelen zijn vervaardigd. 



   Een goede afdichting van de segmenten   (55)   wordt verzekerd door de voorziening aan de buitenzijde van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 zuiger (38) ter hoogte van elk segment   (55)   van een spiraalveer   (58)   die in een cirkelvormige groef   (59)   in de zuiger (38) is gelagerd. 



   Deze spiraalveer   (58)   drukt de segmenten   (55)   naar buiten toe en verzekert aldus de nodige afdichting tussen de segmenten en de inwendige wand van de cilindrische ruimte waarin zich de zuiger (38) beweegt. 



   De werking van de inrichting is als volgt :
In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat de ganse inrichting een doorgedreven automatisering nastreeft en dat de tussenkomst van de bedienaar, t. w. de persoon die drank tapt, zich in werkelijkheid beperkt tot het bedienen van één of meer van de toetsen C, D, F of de toets R (Reset) uit het toetsenbord (36). 



   Dat een vat geen drank meer bevat, bij voorbeeld vat (2), wordt door de uitbater vastgesteld. Hij dient dan op het toetsenbord de betreffende toets in te drukken, bij voorbeeld toets D. Door het indrukken van deze toets gaat de overeenstemmende driewegkraan (18) zich in die stand instellen dat de compressor (14) het drijfgas door de leiding (16) en de aftakking (21) opzuigt. Hierbij is de leiding (6') afgesloten. Het daaropvolgend gemis aan druk in een vat wordt door de drukdetector (30) gesignaleerd. In deze fase zijn de ventielen (26) en (33) gesloten en slaat de compressor (14) af. Een nieuw vat met te tappen drank wordt dan geplaatst. Hierna dient de uitbater de"Reset-knop"R in te drukken. Dit betekent dat het vat rechtstreeks zijn druk van expansievat (9) ontvangt. De ventielen (26) en (33) zijn gesloten. 



   Wanneer, tijdens het leegzuigen van een vat, de druk in het expansievat (9) de vooropgestelde druk van bij voorbeeld 6 kg heeft bereikt, gaat het ventiel (26) open zodat het overtollige gas uit het vat naar de buffers   (25)   wordt verpompt. Bij nuldetectie door de detector (30), slaat de compressor (14) af en gaat ventiel (26) dicht. 



   Wanneer, omgekeerd, tijdens het tappen van drank uit één van de vaten (1), (2) of (3) de druk in het expansievat onder een vastgestelde waarde, bij voorbeeld 4 kg, is 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gedaald, blijft ventiel (26) gesloten en gaat ventiel (33) open terwijl compressor (14) draait waardoor het nodige drijfgas uit de buffervaten naar het expansievat wordt toegelaten. 



   Bij een langere taponderbreking worden door de uitbater de toetsen C, D, F ingedrukt zodat het drijfgas volgens het hierboven uiteengezette schema uit de vaten wordt opgezogen. Het terug in functie treden van de inrichting geschiedt door het indrukken van de toets R (Reset).



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   DESCRIPTION associated with a
INVENTION PATENT APPLICATION in the name of
HEYLEN, Carlo for "Device for the recovery of a propellant and compressor used for this"

 <Desc / Clms Page number 2>

 
This invention relates to a device for recovering a propellant gas, such as, for example, carbon dioxide or nitrogen, used in tapped drinks, from one, but preferably several, vessels.



   The object of the invention is to prescribe a device that operates fully automatically and can be ordered from the place of tapping.



   In order to make this possible according to the invention, the device comprises for each vessel a first conduit for the alternative supply of gas to a vessel from which liquid is drawn and for the vessel from the same vessel, if it contains no liquid, but only gas, suction of this gas by a compressor and discharging it to an expansion vessel which can return the stored gas through supply lines to said vessels, which supply lines are connected to electromagnetically ordered three-way valves, through which the gas can flow either to one of the vessels concerned, or can be drawn from these vessels by the compressor referred to above.



   In accordance with the invention, the above-mentioned electromagnetically ordered three-way valves are connected to a common pipe which leads over a branch to the compressor referred to above, which compressor is connected downstream therefrom by means of a pipe to at least one buffer vessel.



   The invention also relates to the original lubrication-free compressor used in the device according to the invention.



   Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a propellant recovery apparatus and of the used herein

 <Desc / Clms Page number 3>

 compressor, according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.



   Figure 1 is a schematic of the electronically controlled device according to the invention.



   Figure 2 is a longitudinal section through the compressor according to the invention.



   Figure 3 is an enlarged sectional view taken along line III-III of Figure 2.



   The device schematically represented by Figure 1 is designed to recover a propellant gas, such as carbon dioxide or nitrogen, from barrels (1), (2) and (3) when they no longer contain any beverage and to convey gas to vessels when from this beverage must be tapped. The partially visible tap lines bear the reference (4).



   The propellant pipes (5 '), (6') and (7 ') are derived from a main pipe (8). Downstream of an expansion vessel (9), this main line (8) contains a unit (10-11) consisting of a dewatering valve, an activated carbon filter and a bacteriological filter.



   The expansion vessel (9) is conventionally equipped with a safety valve (12) and on the pipe (13), which
 EMI3.1
 non-return valve (15) is arranged to a compressor (14).



  The vessels (1), (2) and (3) are also connected to the compressor (14) by means of the pipe (16). Each of the lines (5), (6) and (7) can indeed be connected to this line (16) by electromagnetically ordered three-way valves (17, (18) and (19). A first branch, (20), connects the line (16) to the compressor (14). A second branch, (21), leads to a line (22) which extends between the hose (23) engaged in the line (13) and the gas bottle (24). It immediately appears that the
 EMI3.2
 supply lines (5 '), (6') and (7 ') past the three-way valves (17), (18) and (19) change to z. g. first lines (5), (6) and (7) which are used both for the recovery of the propellant and for its supply to new

 <Desc / Clms Page number 4>

 Serve containers from which liquor is to be tapped.



   The buffer vessels (25) are mounted on the pipe (22). On the same line (22) are successively: an electromagnetically ordered valve (26) mounted between compressor (14) and branch (21); a pressure detector (27), a safety valve (28) and a release (29) immediately downstream of the gas bottle (24).



   Finally, a check valve (32) is mounted on the pipe (16) and pressure detector (30) and dewatering filter (31) and downstream of the latter. After the branch (20), an electromagnetically ordered valve (33) is provided on branch (21).



   Reference (34) designates the pressure detector of the expansion vessel (9).



   The minicomputer of the device is illustrated by the general reference (35) and the control panel by the general reference (36).



   The compressor (14) is an essential part of the device and is completely lubrication-free, for which its structure is particularly original.



   The compressor consists of a crankcase (37) with a cylindrical space for a double piston (38) that is moved back and forth in the cylindrical space of the crankcase. This reciprocating movement is caused by an eccentric t. o. v. the drive wheel (39) mounted drive wheel (40). This wheel rotates freely on the spindle (41) which is fixed in the disc (42) mounted on the drive shaft (39). The disk (42) is in a cylindrical space (43) which communicates with the cylindrical space in which the piston (38) moves. The sealing between said space and the outside air is ensured by the presence of the sealing disc (44) which presses against the rotating drive shaft with its inwardly curved edge.



   The propellant suction pipe (45) opens into the space (43). Good cooling of the parts constituting the piston (38) is thus ensured.



   Along the two opposite ends (46) and (47) of the compressor crankcase, the inlet

 <Desc / Clms Page number 5>

 
 EMI5.1
 and exhaust valves and pipes fitted. The inlet valves are (48), respectively. (49), the exhaust valves carry the references (50), respectively. (51).



  The exhaust pipes carry the references (52), respectively. (52 '). In the wall of the crankcase (37) are passages (53), resp. (53 ') provided for the direction of the inlet valves (48), resp. (49), circulation of the propellant.



   This circulation of the gas is only possible due to the original structure of the piston (38), which
 EMI5.2
 is composed of two identical piston parts (54) equipped with segments (55). A cylindrical spacer (56) is provided between the piston members (54) made of a light metal, such as aluminum or aluminum alloy. Through the center line of the piston parts (54) as well as the cylindrical spacer (56), a threaded rod continues which, in addition to the mutual connection of the piston parts (54) and the spacer (56), also clamping the metals discs (57). These discs are provided to protect these parts against wear.



   The space between the disks (57) and the drive wheel (40) should be chosen so that the rotation resulting from the friction of the drive wheel (40) against the disks (57) can take place unhindered but also without impact in both directions.



   In reality, each of the piston parts (54) consists of two parts: the actual piston part (54) from a synthetic material such as that known under the trade name "Rulon" and the parts (54 ') made from light metal.



   The compressor according to the invention, as is apparent from the description which has just been given, is gastight and does not require lubrication which is an essential requirement. The fact that lubrication is not required is due, on the one hand, to the correct selection of the inlet of the propellant suction line (45) that immediately cools parts that would otherwise heat up, and, on the other hand, to the choice of materials from which the parts are manufactured.



   A good sealing of the segments (55) is ensured by the provision on the outside of the

 <Desc / Clms Page number 6>

 piston (38) at each segment (55) of a coil spring (58) mounted in a circular groove (59) in the piston (38).



   This coil spring (58) presses the segments (55) outwards and thus ensures the necessary sealing between the segments and the inner wall of the cylindrical space in which the piston (38) moves.



   The operation of the device is as follows:
In the first place, it should be noted that the entire device strives for extensive automation and that the intervention of the operator, t. w. the person who draws a drink is in fact limited to operating one or more of the keys C, D, F or the key R (Reset) from the keyboard (36).



   That a vessel no longer contains any beverage, for example vessel (2), is determined by the operator. He must then press the relevant key on the keyboard, for example key D. By pressing this key, the corresponding three-way valve (18) sets itself in that position that the compressor (14) supplies the propellant through the pipe (16). and aspirate the branch (21). The line (6 ') is hereby closed. The subsequent lack of pressure in a vessel is signaled by the pressure detector (30). In this phase the valves (26) and (33) are closed and the compressor (14) switches off. A new barrel of drinkable beverage is then placed. The operator must then press the "Reset button" R. This means that the vessel receives its pressure directly from the expansion vessel (9). Valves (26) and (33) are closed.



   When, during the emptying of a vessel, the pressure in the expansion vessel (9) has reached the preset pressure of, for example, 6 kg, the valve (26) opens so that the excess gas from the vessel is pumped to the buffers (25). . When zero is detected by the detector (30), the compressor (14) switches off and valve (26) closes.



   Conversely, when tapping beverage from one of the vessels (1), (2) or (3), the pressure in the expansion vessel is below a set value, for example 4 kg.

 <Desc / Clms Page number 7>

 lowered, valve (26) remains closed and valve (33) opens while compressor (14) is running allowing the necessary propellant from the buffer vessels to the expansion vessel.



   With a longer tap interruption, the operator presses the keys C, D, F so that the propellant is drawn out of the vessels according to the scheme set out above. The device returns to function by pressing the R (Reset) key.

Claims

CONCLUSIONS A device for recovering a propellant gas, such as, for example, carbon dioxide or nitrogen, used for tapped drinks from one, but preferably several, vessels and supplying this propellant gas to these vessels, characterized in that, for each vessel, they provide a first conduit (5), (6) or (7) for the alternative supply of gas to a vessel (1), (2) or (3) from which liquid is drawn and for it from the same vessel, if this is not liquid, but only gas, by sucking this gas through a compressor (14) and discharging it to an expansion vessel (9) containing the stored gas through supply lines (5 - 5 '), (6 - 6') or (7 - 7 ') ) can return to said vessels, which supply lines are connected to electromagnetically ordered three-way cocks (17), (18) or (19) beyond which the gas,

either to one of the respective vessels (1), (2), respectively. (3) can flow over the first lines (5), (6) or (7) or can be drawn from these vessels by the above-mentioned compressor (14).

Device according to claim 1, characterized in that with three-way valves (17), (18) resp. (19), a common line (16) is connected which leads over a branch (20) to the above-mentioned compressor (14), which compressor is connected downstream thereof by means of a line (22) to at least one buffer vessel (25).

Device according to claim 2, characterized in that a gas cylinder (24) is mounted on the above-mentioned pipe (22) upstream of the above-mentioned buffer vessel (25).

Device according to any one of claims 2-3, characterized in that an electromagnetically ordered valve (26) is mounted on the above-mentioned pipe (22) and a branch (21) is provided between this valve (26) and the above-mentioned buffer vessel. an electromagnetically ordered valve (33) leads to the above-mentioned branch (20) and the compressor (14).

Device according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the above-mentioned electromagnetically ordered three-way valves (17), (18) and (19), as well as the electromagnetically ordered valves (26) and (33) from a device belonging to the device mini <Desc / Clms Page number 9> computer and the intended mini-computer receives signals and converts outgoing pressure sensors, among others, that are influenced by the pressure level in the above-mentioned vessels (1), (2) and (3), expansion vessel (9) and buffer vessel (25).

Device according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the above-mentioned compressor (14) for circulating the gas consists of a crankcase (37) with a cylindrical space for a double piston (38) driven by a drive wheel (40) fitting laterally in the piston (38) and mounted free-spinning on an eccentric on a laterally rotating disc (42) in a space (43) associated with the crankcase (37).

Device according to claim 6, characterized in that the above-mentioned piston (38) is double-edged and the above-mentioned driving wheel (40) fits laterally in the piston (38) in a space between two parts thereof and each end of said piston of in and outlet valves (48), (49), (50), (51) are provided.

Device according to any one of claims 6,7, characterized in that a suction pipe (45) for the gas to be circulated opens into the above-mentioned space in the vicinity of the above-mentioned disc (42).

Device according to any one of claims 6-8, characterized in that the above-mentioned piston (38) is made of a synthetic material.

Device according to any one of claims 6-9, characterized in that the cylindrical space in which the above-mentioned piston (38) moves is internally coated with a synthetic material such as P. T. F. E.

Device according to any one of claims 6-10, characterized in that the above-mentioned piston (38) is provided with segments (55) made of a substance belonging to the group P. T. F. E.

Device according to any one of claims 6-11, characterized in that the above-mentioned piston (38) consists of parts which are fastened together by an external screw <Desc / Clms Page number 10> threaded rod running along the center line of the parts.

Device according to any one of claims 6-12, characterized in that the above-mentioned inlet valves (48-49) are connected by passages (53) extending laterally in the crankcase of the compressor to the space (43) in which the above-mentioned disc ( 42) rotates.

Device according to any one of claims 11 to 12, characterized in that the above-mentioned segments (55) are internally subjected to the pressure of a spiral spring arranged around the respective piston part.