BE899621A

BE899621A - Inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels.

Info

Publication number: BE899621A
Application number: BE2/60413A
Authority: BE
Original assignee: Boucherie Nv G B
Priority date: 1984-05-10
Filing date: 1984-05-10
Publication date: 1984-11-12

Abstract

Inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels, met het kenmerk dat zij in hoofdzaak bestaat uit klemmen (18) en (20-21) die een tap (28) van een borstel (27) kunnen omgeven; middelen die de klemmem (18) en (20-21) zodanig ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen dat ze de ingesloten tap (28) vastklemmen en middelen die de klemmen (18) en (20-21) zodanig verplaatsen dat ze op de betreffende tap (28) een volgens de lengterichting ervan gerichte, van het borstellichaam (27) weggerichte, trekkracht uitoefenen.

Description

<Desc/Clms Page number 1>
geformuleerd door FIRMA G. B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap voor "Inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels"
EMI1.1
als UITVINDINGSOCTROOI.

"Inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels".

Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels.

Zulke inrichting bestaat er volgens de uitvinding hoofdzakelijk in dat zij bestaat uit klemmen die een tap van een borstel kunnen omgeven ; middelen die de klemmen zodanig ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen dat zij de ingesloten tap vastklemmen en middelen die de klemmen zodanig verplaatsen dat zij op de betreffende tap een volgens de lengterichting ervan gerichte van het borstellichaam weggerichte trekkracht uitoefenen.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een schematisch zijaanzicht met verscheidene doorsneden weergeeft van een inrichting volgens de uit- vinding ; figuur 2 een zicht is volgens pijl F2 in figuur 1 ; figuur 3 een zicht weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 1 ; figuur 4 op groter schaal een gedeelte weergeeft dat in figuur 3 door F4 is aangeduid ;

figuur 5 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 2 doch in een tweede kenmerkende stand ; figuur 6 een zicht weergeeft volgens pijl F6 in figuur
5 ; figuur 7 een zicht weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 5.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit een steun 1 die onbeweeglijk is ten opzichte van het machinegeraamte en waarin één of meer geleidingsstangen 2 zijn voorzien, één en ander zodanig dat de inrichting volgens de uitvinding positief geleid is.

De stangen 2 kunnen geschikt heen-en weerbewogen worden volgens de pijlen P1 en P2 en dragen een steun 3 voor een drukcylinder 4.

De zuigerstang 5 van deze laatste is verbonden met een slede 6 waarop, in dit geval, drie pennen 7-8-9 zijn bevestigd die zich kunnen verplaatsen in een uitsparing 10, aangebracht in de plaat 11 van een geraamte 12, waarin de slede 6 is geleid en waarin, scharnierbaar rond een as 13, twee armen 14-15 zijn aangebracht. Het geraamte 12 is verder voorzien van twee geleidingsstangen 16-17 waarover de steun 3 kan verschoven worden.

De arm 14 vertoont onderaan een uitsteeksel 18 dat een uitsparing 19 bezit, terwijl de arm 15 twee uitsteeksels 20-21 vertoont waartussen het uitsteeksel 18 zich kan verplaatsen, waarbij deze uitsteeksels 20-21 ieder een gelijke uitsparing 22 bezitten. De armen 14 en 15 vertonen aan hun bovenuiteinde schuin gerichte delen, respektievelijk 23 en 24, die zich respektievelijk plaatsen tussen de pennen 7-8, enerzijds, en 8-9, anderzijds.

De steun 3 vertoont nog een regelbare aanslag 25, in dit geval gevormd door een regelschroef, voor een veer 26 waarvan het andere uiteinde samenwerkt met het geraamte 12.

Zowel de niet getoonde drukcylinder die op de stang 2 inwerkt als de drukcylinder 4 zijn dubbelwerkend.

De werking van de inrichting is zeer eenvoudig en als volgt.

In de aanvangsstand bevindt de inrichting zich in teruggetrokken toestand, m. a. w. de uitsteeksels of klemmen 18 en 20-21 bevinden zich v66r de betreffende borstel 27 waarvan één of meer tappen 28 moeten gekontroleerd worden ten einde na te gaan of ze voldoende vast zitten.

Vervolgens worden de stangen 2 in de tekeningen naar rechts verplaatst ten opzichte van de steun 1 zodat de inrichting in de stand komt zoals weergegeven in figuur 1, m. a. w. met de klemmen 18 en 20-21 in een zodanige stand dat één tap 28 door de uitsparingen 19 en 22 wordt ingesloten, terwijl de naastliggende tappen 28 in dit geval worden weggeduwd zoals blijkt uit de tekeningen.

Op dit ogenblik wordt de drukcylinder 4 bekrachtigd waardoor de slede 6, en als gevolg hiervan de pennen 7-8-9, opwaarts worden geduwd, vanuit de stand zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 wat als gevolg heeft dat de delen 23 en 24 van de armen 14 en 15 uit elkaar worden geduwd wat resulteert in een naar elkaar bewegen van de klemmen 18 en 20-21, één en ander zodanig dat de betreffende tap 28 op geschikte wijze in de uitsparingen 19 en 22 worden vastgeklemd, waarbij de druk die door de klemmen 18 en 20-21 wordt uitgeoefend op de tap 28 bepaald wordt door de instelling van de veer 26 door verdraaien van de schroef 25.

Inderdaad zal op een bepaald ogenblik de slede 6 tegen de bovenwand van het geraamte 12 komen waardoor de verdere beweging van de zuigerstang 5 als gevolg heeft dat, tegen de werking van de veer 26 in, het geraamte 12 samen met de armen 14-15 over een geschikte afstand opwaarts wordt verplaatst, waardoor op de betreffende tap 28, volgens de lengterichting van deze tap, een welbepaalde kracht wordt uitge-

oefend.

Deze zeer geringe opwaartse beweging heeft als gevolg dat, een te los zittende tap 28 uit het borstellichaam 27 zal getrokken worden zodat zulke borstel kan verwijderd worden.

Het is duidelijk dat zulke inrichting om op het even welke plaats kan voorzien worden in de bewerkingskring van een borstel, m. a. w. zowel rechtstreeks op de machine na het inplanten van de vezelbundels als op de inrichtingen die de borstel verder bewerken of zelfs op de verpakkingsmachine, waarbij vanzelfsprekend middelen zullen voorzien worden die er voor zorgen dat, wanneer een fout wordt ontdekt, m. a. w ; wanneer een betreffende tap 28 loskomt, de betreffende machine of eventueel de betreffende produktielijn wordt gestopt.

Het is eveneens duidelijk dat zulke inrichting kan voorzien worden om in te werken op één of meer tappen 28 van èénzelfe borstel 27 dan wel zodanig kan voorzien worden dat slechts bepaalde borstels aan een steekproef worden onderworpen.

Het is duidelijk dat de uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke inrichting kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims

Eisen.

1. - Inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels, met het kenmerk dat zij in hoofdzaak bestaat uit klemmen (18) en (20-21) die een tap (28) van een borstel (27) kunnen omgeven ; middelen die de klemmen (18) en (20-21) zodanig ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen dat ze de ingesloten tap (28) vastklemmen en middelen die de klemmen (18) en (20-21) zodanig verplaatsen dat ze op de betreffende tap (28) een volgens de lengterichting ervan gerichte, van het borstellichaam (27) weggerichte, trekkracht uitoefenen.

2.-Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk dat de klemmen (18) en (20-21) respektievelijk voorzien zijn van een uitsparing 19 en 22 die zodanig groot is dat, met geopende klemmen, de door de uitsparing 19 en 21 gevormde ruimte vrij omheen een vezeltap (28) kan gebracht worden.

3.-Inrichting volgens eis 2, met het kenmerk dat de klem (18) vrij kan bewegen tussen het paar klemmen (20-21).

4.-Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de klemmen (18), respektievelijk (20-21), bevestigd zijn op het vrije uiteinde van armen (14-15) die, boven deze klemmen scharnierbaar met elkaar en met een geraamte (12) zijn verbonden en waarbij deze armen aan hun bovenuiteinde kunnen samenwerken met middelen die toelaten de klemmen (18) en (20-21) naar elkaar te brengen respektievelijk van elkaar te verwijderen.

5. - Inrichting volgens eis 4, met het kenmerk dat de middelen die toelaten de klemmen naar elkaar te brengen, respektievelij van elkaar te verwijderen, gevormd worden door de samenwerking van de naar elkaar omgezette delen (23-24) van de armen (14-15) met pennen, respektievelijk (7-8), enerzijds, en (8-9) anderzijds, die bevestigd zijn op een slede waarvan de bewegingszin gericht is volgens de lengterichting van de armen <Desc/Clms Page number 7> (14-15).

6.-Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde slede (6) verbonden is met de zuigerstang (5) en een drukcylinder (4), waarbij deze laatste zelf bevestigd is op een steun (3) die door middel van geleidingsstangen (2), die zelf bevolen worden door een drukcylinder, horizontaal verplaatstbaar is opgesteld ten opzichte van een met het machinegeraamte bevestigde steun (1).

7.-Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het geraamte (12) door middel van geleidingsstangen (16-17) verplaatstbaar is ten opzichte van de voornoemde steun (3).

8.-Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat tussen de voornoemde steun (3) en het geraamte (12) een veer (26) is voorzien.

9. - Inrichting volgens eis 7, met het kenmerk dat de voornoemde veer (26) is aangebracht tussen het geraamte (12) en een regelbare aanslag (25).

10.-Inrichting voor het kontroleren van het al dan niet vastzitten van de vezeltappen bij borstels, hoofdzakelijk zoals voorafgaan beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. pa van : FIRMA G. B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap.

Antwerpen 10 mei 1984. p. pa van : Antwerps Octrooi-en Merken- bureau M. F. J. BOCKSTAEL N. V.