BE899384A - Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports - Google Patents

Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports Download PDF

Info

Publication number
BE899384A
BE899384A BE2/60390A BE2060390A BE899384A BE 899384 A BE899384 A BE 899384A BE 2/60390 A BE2/60390 A BE 2/60390A BE 2060390 A BE2060390 A BE 2060390A BE 899384 A BE899384 A BE 899384A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
upright post
upright
feeding fence
post
relative
Prior art date
Application number
BE2/60390A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Vandevelde Noel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vandevelde Noel filed Critical Vandevelde Noel
Priority to BE2/60390A priority Critical patent/BE899384A/en
Publication of BE899384A publication Critical patent/BE899384A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/06Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings
    • A01K1/0606Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings by means of grids with or without movable locking bars

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

The fodder rack has first (10) and second (18,20) upright pillars for each animal, together with a support (7) for the second one. - The first pillars are adjustable together in relation to the supports, typically by non-screwing locking devices (27,28). The second pillar can be arranged to hinge away from the first one into a position in which it is secured by other locking devices (23-26).

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   De uitvinding heeft betrekking op een voerhek dat voor elk dier - een eerste opstaande stijl bevat, 
 EMI1.1 
 - een tweede opstaande stijl, en - een drager van de tweede opstaande stijl. 



   Voerhekken van deze soort worden onder meer gebruikt in   vrije-loop-stallen   voor runderen, zowel voor koeien als voor jong vee en kalveren. Ze houden de dieren die komen eten vast op de voederplaats of bemoeilijken het verlaten van de voederplaats zodat het etende dier het voer niet naast de voerplaats morst. 



   Voerhekken van de genoemde snort kunnen in beginsel ook gebruikt worden voor andere dieren zoals   sci- ? nen,   geiten en zelfs paarden. 



   Ren eerste doel van de uitvinding bestaat erin een   voerh'ek   van de genoemde soort te verschaffen dat op een een-   voudige   wijze geschikt kan worden gemaakt voor het gebruik bij dieren met verschillende halsdikte. 



   Een doel van de uitvinding is eveneens een   v- rhek van   de genoemde soort te verschaffen waaruit een gevallen dier op   een relatief   eenvoudige wijze kan vrij worden gemaakt. 



   Tot dit doel zijn de eerste opstaande stijlen ten opzichte van de dragers gezamenlijk instelbaar. 



   Bij voorkeur zijn de eerste opstaande stijlen ten opzichte van de dragers ingesteld door middel van niet schroevende   va8thoudmiddelen.   



   De   hiervoor   genoemde doeleinden zijn vooral verwezen-   t t indien   de twepde opstaande stijl ten opzichte van de drager   ccharniert tussen   een eerste stand waarin de tweede opstaande stijl onderaan dichter ci de eerste opstaande still is en een tweede stand waarin de tweede opstaande stijl onderaan vorder van de eerste opstaande   verwilder3 ils   en indien 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 middelen voorzien zijn die de tweede opstaande stijl in zijn tweede stand blokkeren. 



   Zulke scharnierende ophanging van de tweede opstaande stijl ten opzichte van de drager,   gecombineerd   met zulke blokkeermiddelen, is op zichzelf bekend maar ofwel nemen de dragers ten opzichte waarvan de tweede opstaande stijlen scharnieren dan een vaste stand in ten opzichte van de eerste opstaande stijlen ofwel kan de onderlinge stand van de eerste opstaande stijlen ten opzichte van de dragers slechts gewijzigd worden door een mechanische ingreep die een los-envastschroeven insluit en dus met behulp van een sleutel moet uitgevoerd worden. Deze gekende inrichtingen kunnen dus niet gemakkelijk aangepast worden voor gebruik bij dieren met ve-schillende nekdikten en daarenboven is het bij deze bekende inrichtingen bijzonder moeilijk een gevallen dier uit het hek los te maken. 



   In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de eerste opstaande stijl ten opzichte van de drager instelbaar in een eerste van de drager verwijderde stand en in minstens een tweede stand waarin hij dichter bij de drager   voorkomt en zijn middelen voorzien   die de tweede opstaande   stil   in zijn eerste stand houden als de   eerst2   opstaande stijl ten opzichte va ie drager zijn eerste verwijderde stand inneemt. 



   In een bijzondere   uitvoeringsvorm   van de uitvinding bestaat het voerhek uit : - meerdere dragers die elk bestaan uit   2n dra gstiil die   voorkomt tussen een vaste bovenbalk en een vaste benedenbalk en uit een eigenlijke drager voor een   scharnier---n,   - bij elke drager een tweede opstaande stijl die cm de schar- nierpen scharniert, - op een afstand van elke draagstijl een eerste opstaande   stint   die ten opzichte van de bovenbalk scharniert, 
 EMI2.1 
 er 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 - een bewegen balk die onder de vaste benedenbalk scharnierend verbonden is met de benedeneinden van de eerste opstaande stijlen, waarbij de   draagstil,   boven de eigenlijke. drager, van de scharnierpen weg afgebogen is. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een voerhek volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet : de   verwijzing-   cijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde tekeningen. 



   Figuur 1 is een vooraanzicht van een voerhek volgens de uitvinding waarin de onderdelen voorgesteld zijn in de stand die ze innemen wanneer de dieren tussen de opstaande   stijlen   kunnen eten zonder dat ze gebonden worden, waarbij geen van de opstaande stijlen dus een beweging   moe   uitvoeren als een dier komt eten of het voerhek opnieuw verlaat. 



   Figuur 2 is een vooraanzicht analoog aan dit van figuur l waarbij de onderdelen de stand innemen waarin het dier   zichzelf kan vastzetten, respectievelijk zich reeds vastgezet    heeft, en onderdelen dus van plaats veranderen als een dier zieh vastzet, respectievelijk vrijgemaakt wordt. 



   Figuur 3 herneemt een gedeelte van het in figuur 2 voorgestelde waarbij evenwel het hek ingesteld is voor   dikkf        dieren en waarin een stijl die in figuur 2 de stand innam v6ör het binden van het dier, voorgesteld is in de stand die hij inneemt wanneer het dier zichzelf vastgezet heeft. 



   Figuur 4 stelt een doorsnede voor volgens de lijn IV-IV uit figuur 2. 



   Figuur 5   stelt   een doorsnede voor van een klep uit de inrichting volgens de figuren 1 tot 3. 



   In de verschillende figuren   heb--en   dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen of op elementen die pen zelfde functie vervullen. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Het in de figuren voorgestelde voerhek bestaat in hoofdzaak uit een vast raam 1, een gestel 2   dat-verplaatsbaar   is ten opzichte van het vaste raam 1 en uit stijlen 18-20 die ten opzichte van het vaste raam scharnieren. 



   Het vaste raam 1 bestaat uit een vaste benedenbalk 4, een vaste bovenbalk 5 en uit stijlen 6, 7 en P die de benedenbalk 4 met de bovenbalk 5 verbinden. 



   De stijlen 7 en 8 zijn draagstijlen en de stijl 6 is een   verbindingsstiil   die de   bovanbalk   5 met de benedenbalk 4 verbindt en een steun vormt voor de kleinere   draagstijl   8. 



   Op de vaste draagstijlen 7 zijn   U-vormige   dragers 16 gelast die om de draagstijlen 7 grijpen en aan hun open einden bouten 19 dragen die scharnierpennen vormen, telkens voor een opstaande stijl 18 die samen met een van de hierna nog genoemde in de figuren verder naar rechts voorkomende stillen 10 een dier kan   vasthouden.   Bij de draagstijl 8 wordt de drager   gevormd   door twee latten 17 die respectievelijk voor en achter de stijlen 6 en 8 voorkomen en aan de van de still 6 afgekeerde zijde van de stijl 8 een scharnierpen vormende bout 19 dragon. 



   Boven de scharnierpennen 19 zijn de   draagstijl@ 7   en 8 afgebogen naar de van de bout 19 afgekeerde zijde. 



   Elke opening van het voerhek die bestemd is'or de hals van een dier dat komt eten, is aan de ene zijde pegrensd door een stijl 10, hierna eerste opstaande stijl genoemd, en is aan de andere zijde begrensd door een   stijl 18-20, hierna   tweede opstaande stijl genoemd. Elke eerste opstaande stijl 10 bestaat in een buis die onderaan een   U-vormig   stuk 15 draagt dat om de vaste benedenbalk 4 grilpt. Bovenaan heeft elke eerste opstaande stijl 10 een plat stuk 11 dat nagenoeg in het vlak ligt dat bepaald wordt door de hartlijnen van de vaste benedenbalk 4 en van de vaste bovenbalk 5. 



   Op de bencdenzilde van de vaste bovenbalk 5 is een 
 EMI4.1 
 ni, 12 gela < t -e-t 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 boven genoemde vlak en waartegen het plat stuk 11 dat    behoort'   tot de eerste opstaande stijl10 kan aansluiten. Uit het plat stuk 12 zijn twee openingen 13 uitgespaard voor een bout 14. Deze bout vormt een pen waarrond het plat stuk 11 en bijgevolg de eerste opstaande stijl 10 kan scharnieren ten opzichte van het plat stuk 12 en dus ten opzichte van de bovenbalk 5 van het vaste raam   l.   De eerste opstaande stijl   l0   is dus scharnierend bevestigd ten opzichte van het vaste raam 1 om een scharnierpen 14 waarvan de stand instelbaar is ten opzichte van het vaste raam   l.   



   Beneden de vaste benedenbalk 4 dragen de U-vormige benedendelen 15 van de eerste opstaande stijlen 10 een bewegende balk 9 waarmee ze scharnierend verbonden zijn. Deze bewegende balk 9 vormt met de eerste opstaande stijlen 10 het hierboven genoemde beweegbare gestel 2. Op de bovenzijde van de bewegende balk 9 is tegenover elke eerste opstaande stijl 
 EMI5.1 
 10 een bus 21 gelast. Ren bout 22 gaat door deze bus en door openingen die uitgespaard zijn uit de twee benen van het   T, T-vormige   benedendeel 15 van de overeenkomstige eerste   opstand   stijl 10 zodat deze eerste opstaande stijlen 10 scharnierend verbonden zijn door middel van de bouten 22 met de bewegende balk 9 en   we' onder   de vaste benedenbalk 4. 



   Elke tweede opstaande stijl 18-20 heeft een   U-vormig   benedeneinde 20 dat over de vaste benedenbalk 4 grijpt. In dit benedeneinde 20 is onder de vaste benedenbalk 4 een klep 23 scharnierend gemonteerd. De klep 23 vormt daartoe een geheel met een bus 24 en een bout 25 gaat door deze bus en door openingen die   uitgespaard   zin uit de twee benen van het U-vormige benedendeel 20 van de tweede opstaande stijl   lu-20.   



  De klep 23 strekt zieh in hoofdzaak aan een zijde (naar rechts in de figuren 1 tot 3 en 5) van de bus 24 uit maar heeft aan de andere zijde een hiel 36. Zoals verder uiteengezet staat, zal naar gelang de relatieve stand van de verschillende onder- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 delen de klep 23 rusten op het bovenoppervlak van de bewegende balk 9 dan   wel opgelicht gehoude   worden boven de bewegende balk   9. Elke klep   23 werkt samen met uitsteeksels 26 die gelast zijn op de bovenzijde van de bewegende balk   3   en daar aanslagen vormen voor de kleppen. 



   In de voorgestelde uitvoeringsvorm zijn voor elke klep 23 twee aanslagen 26 voorzien waarvan de functie verder uiteengezet is. 



   Het beweegbare gestel 2 kan in verschillende standen vastgehouden worden ten opzichte van het vaste raam 1. Daartoe draagt een van de eerste opstaande   stijlen 10   die tot het bewaegbare gestel 2 behoren een bus 28 waarin een van een handvat voorziene stift 27 op en neer kan gelaten worden. Het benedeneinde van de stift kan doordringen tot in de vaste   benedenbal   4 waaruit daartoe openingen   29, 30 eil   31 uitgespaard zijn. 



   In de in figuur 1 voorgestelde stand zit de stift in de opening 29 die beter zichtbaar is in   fig. ir   2. In figur l remen de eerste opstaande stijlen 10 een vaste eerste stand in ten opzichte van het vaste raam 1. Wanneer het beweegbare gestel 2 deze eerste stand, volgens figuur 1, inneemt ten opzichte van het vaste raam 1 worden uok de tweede opstaande stijlen 18-20 in een eerste stand gehouden en wel zo dat de   boveneinden   van deze eerste opstaande stijlen 18 nagenoeg aansluiten tegen de boven de eigenlijke dragers 16 en l7 voorkomende afgebogen gedeelten van de draaqstijlen 7 en   n.   De tweede cpstaande stijlen 18-20 worden in deze stand gehouden doordat hun bewegingsmogelijkheid onderaan uitgesloten of althans zeer beperkt wordt. 



   Van een tweede opstaande stijl 18-20 die scharniert in een U-vormige drager 16 sluit een been van het U-vormige benedeneinde 20 aan tegen een gebogen stang 32 die vast gelast is op   d eerste opstaande sti". l   10 van een naburige eetplaats ; 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 deze eerste opstaande stijl 10 ligt in figuur 1 links van de betreffende tweede opstaande stijl   li-20.   



   Deze kan dan niet scharnieren ten opzichte van het vaste gestel 1 daar dit in de ene zin belet wordt door de draagstijl 7 en in de andere zin belet wordt door de stang 32. 



  Een been van het U-vormige benedeneinde 20 van de tweede opstaande stijl 18-20 die scharniert in de latten 17 draagt een naar beneden uitstekende pin 34 die aansluit tegen een op de bewegende balk 9 aangebrachte pin 35, als de bewegende balk 9 en bijgevolg het beweegbare gestel 2 de stand van figuur 1 innemen. Ook deze tweede opstaande stijl 19-20 kan dan niet of nagenoeg niet scharnieren ten opzichte van het vaste   ge-tel 1 daar   dit in de ene zin belet wordt door de draagstijl 8 en in de andere zin belet wordt door de pinnen 34 en 35. 



   In de stand van figuur 1 nemen ook de kleppen 23 een vaste plaats in tussen de vaste benedenbalk 4 en de bewegende balk 9. 



   In deze stand van figuur 1 kunnen de dieren vrij in en uit de openingen tussen de opstaande stijlen 10 en 18-20 komen daar de afstand tussen deze opstaande stijlen voldoende is cm de kop van het dier door te laten. In deze stand werkt het voerhek volgens de uitvinding dus als een bekend voerbek met niet bewegende schuin gerichte opstaande stijlen. 



   Het beweegbare gestel 2 en bijgevolg de eerste opstaande stijlen 10 kunnen naar hun tweede stand volgens de figuren 2 en 3 gebracht worden. Daartoe trekt men de stift 27   '1it de   opening 29 en laat men de eerste opstaande stijlen 10 een zwaaibeweging vitvoeren tot de stift 27 tegenover een van de openingen 30 of 31 gekomen is. De keuze van de opening 30 of 31 hangt af van de dikte van de dieren waarvoor het voerhek 
 EMI7.1 
 -7 p aoruit Als de stift 27 de opening kan het 5 dikkere dieren cfebruikt 31 wordt ' ft Lele 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 instellingsmogelijkheid van de tweede stand van de eerste opstaande stijlen lO in functie van de breedte van de dieren waarvoor het hek bestemd is : onderaan door de keuze van de opening 30 of   3 :,   en bovenaan door de keuze van de opening 13. 



  In de stand van het beweegbare gestel 2 ten opzichte van het vaste raam 1 voorgesteld in de figuren 2 en 3 neemt de tweede opstaande stijl 18-20, eerst een eerste stand in voorgesteld in het rechter gedeelte van figuur 2. In deze eerste stand is de klep 23 opgelicht en niet in aanraking met de bewegende balk 9, daar de hiel 36 aansluit tegen het benedenoppervlak van de vaste benedenbalk 4. Her dier dat bij h t voerhek aankomt en dat van het voer wil eten, steekt zijn kop tussen het bovengedeelte van de opstaande stijlen 10 en   1P-20.   Om te kunnen eten, zal het dier de kop neerwaarts brengen en daardoor in aanraking komen met het gedeelte van de tweede opstaande stijl 18-20 dat onder de scharnieras 19 voorkomt.

   Aldus zal de tweede opstaande stijl een beweging uitvoeren in de   rieh i g   van pijl 33 tot de tweede stand bereikt wordt uit het liner gedeelte van figuur 2 en uit figuur 3. De   10p   23   komt daarbij   tot voorbij minstens een van de aanslagen 26   zodat en   tweede opstaande stijl   18-20   die zijn tweede stand ingenomen heeft, zoals voorgesteld in figuur 3 en in het linker gedeelte van figuur 2, niet meer naar zijn eerste stand, voorgesteld in het rechter gedeelte van figuur 2, kan overgaan. In de tweede stand van de tweede opstaande stijl 18-20 houdt de hiel 36 de klep 23 niet meer opgelicht, daar door de beweging in de zin van pijl 33 het benedeneinde 20 van de genoemde stijl 1P-20 en dus de scharnierpen 25 van de klep 23 lager gekomen zijn ten opzichte van de vaste benedenbalk 4.

   In het beschreven uitvoeringsvoorbeeld werken met elk van de kleppen 23 twee aanslagen 26 samer. Tegen welke van de twee aanslagen 26 de klep 23 drukt als de tweede opstaande stijl 18   zi-n   tweede stand ingenomen heeft, hangt af van de relatieve stand van de bewe- 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 gende balk 9 ten opzichte van de benedenbalk 4 van het vaste raam, welke stand bepaald wordt door de keuze van de opening 30 of 31 voor de stift 27. Deze keuze wordt bepaald door de dikte van de dieren waarvoor het voerhek gebruikt wordt. 



   In de stand volgens de figuren 2 en 3 is het voerhek zelfsluitend, daar het etende dier vastgehouden   blijfc   nadat de tweede opstaande stijl 18-20 zijn tweede stand ingenomen heeft, maar wanneer een dier in een moeilijke positie zou geraken en vrij zou moeten gemaakt worden, kan dit op een eenvoudige wijze geschieden door de stift 27 uit de opening te trekken waarin ze zit en   door vervolgens   het verplaatsbare   aeFtel   2 te trekken naar de stand volgens figuur 1. 



     Een belangrijk voordeel   van het voerhek volgens de 
 EMI9.1 
 uitinding een dier in moeilijkheden binnen een L l    is dus datr-niale ti d   vrij wordt gemaakt. Een ander belangrijk voordeel van het voerhek volgens de uitvinding bestaat erin dat   d     afstand tussen   de twce opstaande stijlen   va.   de voerplaatsen   @zamenlink kunnen aangepast   worden voor   He verschillende   voer-   plaatsen     door de instelling   van de bewegende balk 9.

   Nog een   v) ordee van   het voerhek volgens de uitvinding is dat de   gebenden   dieren   gezamenlijk vrij gemaakt   worden door het bewegende gestel 2 van de stand volgens de figaren 2 en 3 naar de stand volgens figuur 1 te brengen, zonder dat iets moet losof vastgeschroefd worden. 



   De gebogen stangen 32 die vast gelast zijn op de eerste opstaande stijlen 10 beletten de toegang tot openingen tussen de stillen die niet voor de dieren bestemd zijn. 



     8e uitvinding i6   geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het : 3am van de octrooi- 
 EMI9.2 
 aanvrage aan de beschreven uitvoerir. verandringen worden aangebracht, onder meer wat 
 EMI9.3 
 de sarerstelling, en he,-aanl---'de -rdeler. din v"-"r '- 'trden



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   The invention relates to a feeding fence that contains a first upright post for each animal,
 EMI1.1
 - a second upright post, and - a carrier of the second upright post.



   Feed fences of this type are used, inter alia, in free-range housing for cattle, both for cows and for young cattle and calves. They hold the animals that come to eat at the feeding place or make it difficult to leave the feeding place so that the eating animal does not spill the food next to the feeding place.



   Feed gates of the said snort can in principle also be used for other animals such as sci? goats, goats and even horses.



   The first object of the invention is to provide a feed fence of the aforementioned type which can easily be made suitable for use in animals of different neck thickness.



   An object of the invention is also to provide a frame of the aforementioned type from which a fallen animal can be released in a relatively simple manner.



   For this purpose, the first upright posts are jointly adjustable relative to the carriers.



   Preferably, the first upright posts are adjusted relative to the carriers by means of non-screwing mounting means.



   The aforementioned purposes are mainly referred to if the second upright post hinges relative to the carrier between a first position in which the second upright post at the bottom is closer to the first upright and a second post in which the second upright post at the bottom of the first upstanding naturalist and if

 <Desc / Clms Page number 2>

 means are provided which block the second upright post in its second position.



   Such hinged suspension of the second upright post relative to the carrier, combined with such locking means, is known per se but either the carriers to which the second upright posts pivot then take a fixed position relative to the first upright posts or the mutual positions of the first upright posts with respect to the carriers are only changed by a mechanical intervention which includes a loosening and tightening of the screws and must therefore be carried out with the aid of a key. Thus, these known devices are not readily adaptable for use in animals of different neck thicknesses, and in addition, in these known devices, it is particularly difficult to release a fallen animal from the fence.



   In an effective embodiment of the invention, the first upright post is adjustable relative to the wearer in a first position remote from the wearer and in at least a second position in which it appears closer to the wearer and means are provided which allow the second upright to be in its hold first when the first2 upright post occupies its first removed position relative to the wearer.



   In a special embodiment of the invention, the feeding fence consists of: - several carriers, each consisting of 2n dragstil which occurs between a fixed top beam and a fixed bottom beam and an actual support for a hinge --- n, - with each support second upright post hinged on the pivot pin, - a first upright stint hinged relative to the top beam at a distance from each support post,
 EMI2.1
 there

 <Desc / Clms Page number 3>

 - a moving beam hingedly connected under the fixed bottom beam to the lower ends of the first upright posts, with the bearing still above the actual one. carrier is bent away from the hinge pin.



   Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a feeding fence according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention: the reference numerals refer to the accompanying drawings.



   Figure 1 is a front view of a feeding fence according to the invention in which the parts are shown in the position they occupy when the animals can eat between the upright posts without being bound, so that none of the upright posts perform a movement like a the animal comes to eat or leaves the feed fence again.



   Figure 2 is a front view analogous to that of Figure 1, with the parts assuming the position in which the animal can fasten or has already secured itself, and thus parts change their position when an animal fastens or is released.



   Figure 3 repeats a part of the one shown in Figure 2, however the fence is set for thick animals and in which a post which in Figure 2 took the position before tying the animal is shown in the position it takes when the animal takes itself secured.



   Figure 4 represents a section according to the line IV-IV of figure 2.



   Figure 5 represents a cross-section of a valve from the device according to Figures 1 to 3.



   In the different figures, the same reference numerals refer to the same elements or to elements which perform the same function.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



   The feeding fence shown in the figures mainly consists of a fixed window 1, a frame 2 which is movable with respect to the fixed window 1 and of posts 18-20 hinged with respect to the fixed window.



   The fixed frame 1 consists of a fixed bottom beam 4, a fixed top beam 5 and of posts 6, 7 and P connecting the bottom beam 4 to the top beam 5.



   The styles 7 and 8 are wearing styles and the style 6 is a connecting bar that connects the top beam 5 to the bottom beam 4 and forms a support for the smaller wearing style 8.



   U-shaped carriers 16 are welded to the fixed bearing posts 7, which grip around the bearing posts 7 and bear bolts 19 at their open ends which form hinge pins, each for an upright post 18 which, together with one of the figures mentioned below, continues to stills on the right 10 can hold an animal. In the support post 8, the support is formed by two slats 17, which are respectively in front of and behind the posts 6 and 8 and on the side of the post 8 facing away from the still 6 a bolt 19 dragon forming a hinge pin.



   Above the hinge pins 19, the support post @ 7 and 8 are bent to the side remote from the bolt 19.



   Each opening of the feeding fence intended for the neck of an animal that comes to eat is bounded on one side by a post 10, hereinafter referred to as the first upright post, and on the other side by a post 18-20, hereafter referred to as the second upright style. Each first upright post 10 consists of a tube which carries a U-shaped piece 15 at the bottom which grills around the fixed bottom beam 4. At the top, each first upright post 10 has a flat piece 11 which lies substantially in the plane defined by the center lines of the fixed bottom beam 4 and of the fixed top beam 5.



   On the bottom of the fixed top beam 5 is a
 EMI4.1
 ni, 12 gel <t -e-t

 <Desc / Clms Page number 5>

 above-mentioned plane and against which the flat piece 11 belonging to the first upright post 10 can connect. Two openings 13 are cut out of the flat piece 12 for a bolt 14. This bolt forms a pin around which the flat piece 11 and consequently the first upright post 10 can pivot relative to the flat piece 12 and thus to the top beam 5 of the fixed window l. The first upright post 10 is thus hingedly mounted with respect to the fixed window 1 about a hinge pin 14 whose position is adjustable with respect to the fixed window 1.



   Below the fixed lower beam 4, the U-shaped lower parts 15 of the first upright uprights 10 carry a moving beam 9 with which they are hingedly connected. This moving beam 9 forms with the first upright posts 10 the above-mentioned movable frame 2. On the top side of the moving bar 9 opposite each first upright post
 EMI5.1
 10 welded a sleeve 21. Run bolt 22 passes through this sleeve and through openings recessed from the two legs of the T, T-shaped lower portion 15 of the corresponding first upright post 10 so that these first upright posts 10 are hingedly connected by bolts 22 to the moving beam 9 and we 'under the fixed bottom beam 4.



   Each second upright post 18-20 has a U-shaped bottom end 20 that engages the fixed bottom beam 4. In this lower end 20 a flap 23 is hinged under the fixed lower beam 4. The valve 23 for this purpose forms a whole with a bush 24 and a bolt 25 passes through this bush and through openings recessed from the two legs of the U-shaped lower part 20 of the second upright post lu-20.



  The valve 23 extends essentially on one side (to the right in Figures 1 to 3 and 5) of the sleeve 24 but has a bead 36 on the other side. As explained further, depending on the relative position of the different

 <Desc / Clms Page number 6>

 parts of the valve 23 rest on the top surface of the moving beam 9 or are held lifted above the moving beam 9. Each valve 23 cooperates with projections 26 welded to the top of the moving beam 3 and there forms stops for the valves .



   In the proposed embodiment, two stops 26 are provided for each valve 23, the function of which is further explained.



   The movable frame 2 can be held in different positions with respect to the fixed frame 1. For this purpose, one of the first upright posts 10 belonging to the movable frame 2 carries a bush 28 in which a handle 27 provided with a handle can be raised and lowered. turn into. The lower end of the pin can penetrate into the fixed lower ball 4, from which openings 29, 30 and 31 are recessed for this purpose.



   In the position shown in figure 1, the pin is located in the opening 29, which is more visible in figure ir 2. In figure 1, the first upright uprights 10 inhibit a fixed first position with respect to the fixed window 1. When the movable frame 2 occupies this first position, according to figure 1, with respect to the fixed window 1, the second upright uprights 18-20 are also held in a first position, such that the upper ends of these first upright uprights 18 almost abut against the above actual carriers 16 and 17 occur in deflected portions of the pivot posts 7 and n. The second uprights 18-20 are maintained in this position because their possibility of movement at the bottom is excluded or at least very limited.



   From a second upright post 18-20 hinged in a U-shaped support 16, a leg of the U-shaped lower end 20 connects to a curved rod 32 welded to the first upright post 10 of a neighboring eating place. ;

 <Desc / Clms Page number 7>

 this first upright post 10 is located in figure 1 to the left of the respective second upright post li-20.



   It cannot then pivot relative to the fixed frame 1, since this is prevented in one sense by the support post 7 and in the other sentence by the rod 32.



  One leg of the U-shaped lower end 20 of the second upright post 18-20 hinged in the slats 17 carries a downwardly projecting pin 34 which abuts against a pin 35 mounted on the moving beam 9 as the moving beam 9 and consequently the movable frame 2 occupies the position of figure 1. Also this second upright post 19-20 cannot or hardly hinge with respect to the fixed frame 1 as this is prevented in one sense by the support post 8 and in the other sense by the pins 34 and 35.



   In the position of figure 1 the flaps 23 also occupy a fixed place between the fixed lower beam 4 and the moving beam 9.



   In this position of figure 1, the animals can freely enter and exit the openings between the upright posts 10 and 18-20, since the distance between these upright posts is sufficient to allow the head of the animal to pass through. In this position, the feed fence according to the invention thus functions as a known feed jaw with non-moving obliquely raised uprights.



   The movable frame 2 and consequently the first upright posts 10 can be moved to their second position according to figures 2 and 3. For this purpose the pin 27 'is pulled out of the opening 29 and the first upright uprights 10 are caused to swing until the pin 27 has come into contact with one of the openings 30 or 31. The choice of the opening 30 or 31 depends on the thickness of the animals for which the feed fence
 EMI7.1
 -7 p aoruit If the pin 27 the opening it can use 5 thicker animals 31 becomes' ft Lele

 <Desc / Clms Page number 8>

 possibility to adjust the second position of the first upright posts 10 according to the width of the animals for which the gate is intended: at the bottom by selecting the opening 30 or 3:, and at the top by selecting the opening 13.



  In the position of the movable frame 2 relative to the fixed frame 1 shown in figures 2 and 3, the second upright post 18-20, first takes up a first position shown in the right part of figure 2. In this first position the flap 23 lifted and not in contact with the moving beam 9, since the heel 36 abuts the lower surface of the fixed lower beam 4. The animal that arrives at the feed fence and wants to eat the feed, puts its head between the upper part of the the upright posts 10 and 1P-20. In order to be able to eat, the animal will lower its head and thereby come into contact with the part of the second upright post 18-20 which is present under the hinge axis 19.

   Thus, the second upright post will perform a movement in the direction of arrow 33 until the second position is reached from the liner portion of Figure 2 and from Figure 3. The 10p 23 thereby passes at least one of the stops 26 so that a second upright post 18-20 which has taken its second position, as shown in figure 3 and in the left part of figure 2, can no longer change to its first position, shown in the right part of figure 2. In the second position of the second upright post 18-20, the heel 36 no longer keeps the valve 23 lifted, since the lower end 20 of said post 1P-20 and thus the hinge pin 25 of the upright pin 25 are no longer lifted by the movement in the direction of arrow 33. valve 23 has come lower in relation to the fixed bottom beam 4.

   In the described exemplary embodiment, two stops 26 operate with each of the valves 23. Against which of the two stops 26 the valve 23 presses when the second upright post 18 has reached its second position, depends on the relative position of the movement.

 <Desc / Clms Page number 9>

 bar 9 relative to the bottom bar 4 of the fixed window, which position is determined by the choice of the opening 30 or 31 for the pin 27. This choice is determined by the thickness of the animals for which the feeding fence is used.



   In the position according to Figures 2 and 3, the feeding fence is self-closing, since the eating animal remains held after the second upright post 18-20 has taken up its second position, but when an animal would get into a difficult position and should be released. this can be done in a simple manner by pulling the pin 27 out of the opening in which it sits and then pulling the movable part 2 to the position according to figure 1.



     An important advantage of the feed fence according to the
 EMI9.1
 Thus, finding an animal in difficulty within an L1 is that initial time is released. Another important advantage of the feed fence according to the invention is that the distance between the two upright posts of the. the feeding places @zamenlink can be adjusted for the different feeding places by setting the moving bar 9.

   Another order of the feeding fence according to the invention is that the bound animals are released together by moving the moving frame 2 from the position according to figures 2 and 3 to the position according to figure 1, without having to screw anything loose or screwed .



   The curved bars 32 welded to the first uprights 10 prevent access to gaps between the stills that are not intended for the animals.



     8th invention 16 is by no means limited to the above-described embodiment and within the 3am of the patent
 EMI9.2
 application to the described exporter. changes are made, including what
 EMI9.3
 the settlement, and hey, -onl --- 'the -rdeler. din v "-" r '-' trden


    

Claims (1)

CONCLUSIES 1. Voerhek dat voor elk dier - een eerste opstaande stijl (10) bevat, - een twaede opstaande stijl (19-20), en - een drager (7-16) van de tweede opstaande stijl (lR-20), met het kenmerk dat de eerste opstaande stijlen (10) ten opzichte van de dragers (7-16) gezamenlijk instelbaar zijn.  CONCLUSIONS 1. Feed fence that for each animal - contains a first upright post (10), - a second upright post (19-20), and - a carrier (7-16) of the second upright post (lR-20), with the characterized in that the first upright posts (10) are jointly adjustable relative to the carriers (7-16). 2. Voerhek volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de eerste opstaande stijlen (10) ten opzichte von de dragers (7-16) ingesteld zijn door middel van niet schroevende vasthoudmidde1en (27-28-29-30-31).  Feeding fence according to the preceding claim, characterized in that the first upright posts (10) are adjusted relative to the carriers (7-16) by means of non-screw retaining means (27-28-29-30-31). 3. Voerhek volgens een van de vorige conclusies,met het kenmerk dat - de tweede opstaande stijl (18-20) ten opzichte van de drager (7-16) scharniert tussen een eerste stand (figuur 1 en 2) waarin de tweede opstaande stijl (18-20) onderaan dichter bij de eerste opstaande stijl (10) is en een tweede stand (figuur 3) waarin de tweede opstaande stijl (18-20) onderaan verder van de eerste opstaande stijl (10) verwijderd is, en - middelen (23-26) voorzien zijn die de tweede opstaande stijl (18-20) in zijn tweede stand (figuur 3) blokkeren.  Feeding fence according to one of the preceding claims, characterized in that - the second upright post (18-20) pivots relative to the carrier (7-16) between a first position (figures 1 and 2) in which the second upright post (18-20) at the bottom is closer to the first upright (10) and a second stand (Figure 3) in which the second upright (18-20) is further away from the first upright (10) at the bottom, and - means (23-26) are provided which block the second upright post (18-20) in its second position (Figure 3). 4. Voerhek volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de eerste opstaande stijl (10) ten opzichte van de drager (7-16) instelbaar is in een eerste van de drager (7-16) verwijderde stand (figuur 1) er. in minstens en tweede stand (figuur 2 en 3) waarin hij dichter bij de draaer voorkomt.  Feeding fence according to one of the preceding claims, characterized in that the first upright post (10) is adjustable relative to the carrier (7-16) in a first position remote from the carrier (7-16) (Figure 1) there. in at least a second position (figures 2 and 3) in which it occurs closer to the turner. 5. Voerhek volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat G eerste opstaa de stijl (10) ten opzichte van de drager EMI10.1 (- ee eer., <Desc/Clms Page number 11> het kenmerk dat middelen (32-34-35) voorzien zijn die de tweede opstaande zijl (l8-20) in zijn eerste stand (figuur 1) houdt als de eerste opstaande stijl (10) ten opzichte van de drager (7-16) zijn eerste verwijderde stand (figuur 1) inneemt.  Feeding fence according to previous claim, characterized in that G first rises on the post (10) relative to the carrier  EMI10.1  (- honor.,  <Desc / Clms Page number 11>  characterized in that means (32-34-35) are provided which hold the second upright side (18-20) in its first position (Figure 1) as the first upright post (10) relative to the carrier (7-16) occupies its first removed position (Figure 1). 7. Voerhek volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de genoemde middelen bestaan uit een benedeneinde (20) van een tweede opstaande stijl (18-20) en een element (32) dat vast is op een naburige eerste opstaande stijl (10).  Feeding fence according to previous claim, characterized in that said means consist of a lower end (20) of a second upright post (18-20) and an element (32) fixed on an adjacent first upright post (10). 8. Voerhek volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de eerste opstaande stijl (10) scharniert ten opzichte van een bovenbalk 5) die vast is ten opzichte van de drager (7-16).  Feeding fence as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the first upright post (10) hinges relative to a top beam 5) which is fixed relative to the carrier (7-16). 9. Voerhek volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de scharnieras (14) waarrond de eerste opstaande stijl (10) ten opzichte van de bovenbalk (5) scharniert, instelbaar is ten opzichte van deze bovenbalk (5).  Feeding fence according to the preceding claim, characterized in that the pivot axis (14) around which the first upright post (10) pivots relative to the top beam (5) is adjustable with respect to this top beam (5). 10. Voerhek volgens een van de conclusies 8 en 9, met het kenmerk dat het bestaat uit - meerdere dragers (16-7) die elk bestaan uit een draagstijl (7) die vuorkomt tussen een vaste bovenbalk (5) en een vaste benedenbalk (4) en uit een eigenlijke drager (16) voo-een scharnierpen (19), - bij elke drager (16-7) een tweede opstaande stijl (18-20) die om de scharnierpen (19) scharniert, - op een afstand van elke draagstijl (7) een eerste opstaande stijl (10) die ten opzichte van de bovenbalk (5) scharniert, en - een bewegende balk (9) die onder de vaste benedenbalk (4) scharnierend verbonden is met de benedeneinden van de eerste opstaande stijlen (10), waarbij de draagstijl (7) boven de eigenlilke drager (16) van de scharnierpen (19)  Feeding fence according to either of Claims 8 and 9, characterized in that it consists of - a plurality of carriers (16-7), each consisting of a support post (7) that comes between a fixed top beam (5) and a fixed bottom beam ( 4) and from an actual support (16) for a hinge pin (19), - with each support (16-7) a second upright post (18-20) which hinges around the hinge pin (19), - at a distance of each support post (7) a first upright post (10) hinged relative to the top bar (5), and - a moving bar (9) hingedly connected below the fixed bottom bar (4) to the lower ends of the first uprights (10), the support post (7) above the self-supporting support (16) of the hinge pin (19) weg afjebogen is.      is curved away. 11.'7oerhe' < olgens de conclusies 3 e : 10, met het EMI11.1 kpn,-e--k in hul-. <Desc/Clms Page number 12> dat sz : i-lenstand met hun boveneinden tegen de afgebogen boveneinden van de draagstijlen (7) aansluiten.    11.'7oerhe 'according to claims 3 e: 10, with the  EMI11.1  kpn, -e - k in hul-.  <Desc / Clms Page number 12>     that sz: i stand with their top ends against the bent top ends of the support posts (7). 12. Voerhek volgens conclusie 4 en een van de conclusies 10 en 11, met het kenmerk dat de bewegende balk (9) blokkeerbaar is ten onzichte var de vaste benedenbalk (4) in een eerste stand overeenstemmer. i met hoger genoemde eerste stand figuur l) van de eerste opstaande stijl (10) en in minstens een tweede stand overeenstemmend met de tweede :--t : and (figuur 2 en 3) van de eerste opstaande stijl (10).  Feeding fence as claimed in claim 4 and one of claims 10 and 11, characterized in that the moving beam (9) is lockable without the fixed lower beam (4) correspondingly in a first position. i with the above-mentioned first position figure 1) of the first upright post (10) and in at least a second position corresponding to the second: - t: and (figures 2 and 3) of the first upright post (10). 13. Voerhek volgens conclusies 5 en 12, met het kenmerk d2t de bewegende balk (9) blckkeerbaar is ten opzichte van de vaste benedenbalk (4) in minstens twee tweede standen overeenstemmend met de tweede standen var de eerste opstaande stijl (10).    Feeding fence according to claims 5 and 12, characterized in that the moving beam (9) is blockable relative to the fixed lower beam (4) in at least two second positions corresponding to the second positions of the first upright post (10). 14. Voerhek volgens een van de conclusies 10 tot 13, met het kenmerk dat de benedeneinden (15) van de eerste opstaande stijlen (10) die scharnierend verbonden zijn met de bewegende balk (9ì vorkvormig om de vaste benedenbalk (4) grijpen.  Feeding fence according to any one of claims 10 to 13, characterized in that the lower ends (15) of the first upright posts (10) hingedly connected to the moving beam (9 'engage fork-shaped around the fixed lower beam (4). 15. Voerhek volgens een van de conclusies 10 tot 14, met het kenmerk dat de benedeneinden (20) van de tweede opstaande stijlen (18-20) vorkvormig om de vaste benedenbalk (4) grijpen.  Feeding fence according to any one of claims 10 to 14, characterized in that the lower ends (20) of the second upright posts (18-20) engage fork-shaped around the fixed lower beam (4). 16. Voerhek volgens de conclusies 6 en 10, met het kenmerk dat de genoemde middelen bestaan uit een uitsteeksel (34) va. i het benedeneinde (20) van de tweede opstaande stijl (18-20) en uit een uitsteeksel (35) van de bewegende balk (9).  Feeding fence according to claims 6 and 10, characterized in that said means consist of a projection (34) of. i the lower end (20) of the second upright post (18-20) and from a projection (35) of the moving beam (9). 17. Voerhek volgens conclusie 3 en een van de conclusies 10 tot 16, met het kenmerk dat de middelen (23-26) die een tweede opstaande stijl (18-20) in zijn tweede stand (figuur 3) blokkeren bestaan uit een kale ? (23) die scharniert in het benedeneinde (20) van deze tweede opstaande still EMI12.1 1-20 <Desc/Clms Page number 13> en in eer. uitsteeksel (2612. Voerhek volgens de conclusies 5 en 17, met het EMI13.1 kenmerk tweede standen van eeheerste . opstaande stijl (10) telkens een uitsteeksel (26) op de bewegende balk (9) vocrkotc. t voor de klep ( ? 3) van de bij deze eerste opstaande stijl (10) behorende tweede opstaande stijl (18-20).  Feeding fence according to claim 3 and any one of claims 10 to 16, characterized in that the means (23-26) blocking a second upright post (18-20) in its second position (figure 3) consist of a bare? (23) hinged in the lower end (20) of this second upright still  EMI12.1  1-20  <Desc / Clms Page number 13>  and in honor. protrusion (2612. Feeding fence according to claims 5 and 17, with the  EMI13.1  feature second positions of eeeerste. upright post (10) each one protrusion (26) on the moving beam (9) vocrkotc. t for the valve (? 3) of the second upright post (18-20) associated with this first upright post (10).
BE2/60390A 1984-04-11 1984-04-11 Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports BE899384A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60390A BE899384A (en) 1984-04-11 1984-04-11 Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60390A BE899384A (en) 1984-04-11 1984-04-11 Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports
BE899384 1984-04-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE899384A true BE899384A (en) 1984-07-31

Family

ID=25660526

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60390A BE899384A (en) 1984-04-11 1984-04-11 Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE899384A (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2597300A1 (en) * 1986-04-16 1987-10-23 Lentzen Paul Feeding rack
NL1002120C2 (en) * 1996-01-18 1997-07-22 Hubertus Renier Maria Timmerma Feeding fence.

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2597300A1 (en) * 1986-04-16 1987-10-23 Lentzen Paul Feeding rack
NL1002120C2 (en) * 1996-01-18 1997-07-22 Hubertus Renier Maria Timmerma Feeding fence.
EP0784926A1 (en) * 1996-01-18 1997-07-23 Hubertus Renier Maria Timmermans Feed barrier

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPS61221482A (en) Slide type door mechanism
US4579084A (en) Neckbar for an animal headgate
US7469657B2 (en) Apparatus and methods for controlling an animal&#39;s access to food
BE899384A (en) Animal fodder rack - has pillars adjustable together in relation to supports
US4059073A (en) Head gate
US3866401A (en) Harvesting machine with under-vine closure
NL9000107A (en) Self catching cattle fodder gate - has top and horizontal girders with interconnected fixed and pivot bars
US3714736A (en) Gate structure
US6834620B2 (en) Double-release bar for a cow stanchion apparatus
US2308213A (en) Portable and knockdown cattle holder
US5463984A (en) One way animal gate
US1805405A (en) Branding and dehorning chute
US2578093A (en) Adjustable comfort cow stall
US2148551A (en) Portable stock holder
US3623456A (en) Chute gate
US4019464A (en) Animal size sorting and control gate
US2969770A (en) Stanchion apparatus
US3797463A (en) Livestock trap and sorter
US5345894A (en) Adaptor plate for shielded drop-lock adjustment on an animal feeder
US4016672A (en) Guillotine type animal trap
GB2173386A (en) Catch system for headgate
US20040200426A1 (en) Apparatus and methods for controlling an animal&#39;s access to food
AU626914B2 (en) Improvements in animal crushes
US3199237A (en) Automatic gravity return bump gates
US401307A (en) Stanchion

Legal Events

Date Code Title Description
CH Change of patent owner

Owner name: *VANDEKEYBUS JOZEF

Effective date: 19840411

RE Patent lapsed

Owner name: IPSAM MACHINES N.V.

Effective date: 19930430