BE898923A

BE898923A - Vishaak

Info

Publication number: BE898923A
Application number: BE0/212397A
Authority: BE
Original assignee: Linden Stefaan Van
Priority date: 1984-02-16
Filing date: 1984-02-16
Publication date: 1984-06-18

Abstract

De uitvinding betreft een vishaak gevormd door een V-vormig omgeplooide veerkrachtige metaaldraad met armen (1) en (2), welke armen naar elkaar toe, in de gespannen toestand, worden gehouden door het uiteinde (7) van een scharnierende metaaldraad (6) die wentelend t.o.v. één van bedoelde armen (1) en (2) is gemonteerd één en ander zodanig dat wanneer de vis beodelde metaaldraad (6) doet wentelen en de tot haken (4) omgebogen uiteinden van de vishaak in de bek van de vis dringen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING behorende bij een UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van 
Stefaan Van Linden voor "Vishaak" 
 EMI1.1 
 --------- 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
In figuur 2 wordt de vis of de visbek schematisch met de verwijzing (14) aangeduid. 



   Het is duidelijk dat de uitvinding niet noodzakelijk beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan vele veranderingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 staat een oogje (3) voor de bevestiging van de vislijn. 



  De uiteinden van de armen   (1)   en (2) zijn tot haken (4) omgebogen. Op één van de armen, in dit geval op de arm   (1)   zit de aas (5). In figuur 1 is deze in stippellijn aangegeven. 



   De benen   (1)   en (2) van de vishaak worden in de gespannen toestand, d. i. naar elkaar toe, gehouden door een wentelende metaaldraad (6). Eén uiteinde van de metaaldraad (6), nl. uiteinde (7), is lichtjes omgebogen en past in een ringvormige lus (8) van het been   (1).   De scharnierende metaaldraad (6) is wentelend t. o. v. de arm (2) gemonteerd doordat het tot een ring omgebogen middendeel (9) van de arm (2) als een scharnier samenwerkt met het omgebogen gedeelte (10) van de metaaldraad (6). 



   In de gespannen toestand van de vishaak, d. i. zoals in figuur 1 afgebeeld, loopt de scharnierende metaaldraad (6) voor een deel praktisch evenwijdig met het bovendeel van de arm (2) en het puntvormige uiteinde (11) van de metaaldraad (6) wordt in deze gespannen toestand van de vishaak tegen de arm (2) aangedrukt gehouden. 



   Nabij één der haken en ter hoogte van de aas (5) vormt de metaaldraad (6) een lus (12) die een aanslag vormt waartegen de vis bij het bijten stoot. 



  De vis stoot met zijn bek tegen de aanslag (12) nagenoeg volgens de richting aangegeven door pijl (13). 



  Bij het stoten volgens de pijlrichting tegen de aanslag (12) schiet uiteinde (7) van de metaaldraad (6) uit de lus (8) los en springen de benen   (1)   en (2) van de vishaak uiteen om tenslotte in de stand te komen die in figuur 2 is afgebeeld. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 toont de arm van hogerbedoelde scharnierende metaaldraad die in de gespannen toestand van de vishaak langsheen één der armen van deze vishaak loopt, een ringvormige aanslag waartegen de vis met zijn bek stoot, hetgeen de wenteling van hogerbedoelde scharnierende metaaldraad veroorzaakt. 



   Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een vishaak volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



   Figuur 1 is op een ietwat vergrote schaal een zicht op de vishaak volgens de uitvinding, in de gespannen toestand. 



   Figuur 2 is een zicht op dezelfde vishaak, in de ontspannen toestand, d. i. in de stand waarin de vishaak in de visbek haakt. 



   De vishaak volgens de uitvinding wordt in deze figuren in de stand voorgesteld waarin hij normaal in stromend water of nog vanuit een in beweging zijnde vaartuig wordt   gebruikt.   



   Onder invloed van de stromingen en van de relatieve verplaatsing van het water t. o. v. de visser komt de vishaak met zijn van elkaar omgekeerde haken schuins naar omhoog te   staan.   



   De vishaak volgens deze figuren bestaat hoofdzakelijk uit een   V-vormig   omgeplooide veerkrachtige metaaldraad die twee armen   (1)   en (2) vormt. 



  Ter plaatse waar de beide armen   (1)   en (2) samenlopen, vormt de veerkrachtige metaaldraad waaruit de arm be- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
Deze uitvinding heeft betrekking op een vishaak die is uitgedacht om de vis zonder tussenkomst van de visser, dus automatisch, aan te haken. 



   Om dit volgens de uitvinding te verwezenlijken, wordt de vishaak volgens de uitvinding gevormd door een   V-vormig   omgeplooide veerkrachtige metaaldraad waarvan één der armen de aas draagt en de beide uiteinden van deze armen tot haken zijn omgeplooid, en deze armen naar elkaar toe, in de gespannen toestand, worden gehouden door het uiteinde van een scharnierende metaaldraad die wentelend t.

     o.     v.   één van bedoelde armen is gemonteerd, terwijl het einde van één der armen van bedoelde scharnierende metaaldraad in een ringvormige lus van de ene arm van de vishaak past en de andere arm van deze metaaldraad in de gespannen toestand van de vishaak langsheen de andere arm van de V-vormige omgeplooide veerkrachtige metaaldraad loopt, één en ander zodanig dat wanneer de vis aan de aas bijt, hij bedoelde metaaldraad doet wentelen, zodat het eerstgenoemde einde van de scharnierende metaaldraad uit hogerbedoelde ringvormige lus schiet, de beide armen van de veerkrachtige metaaldraad uit elkaar wegspringen, en de tot haken omgebogen uiteinden van de vishaak in de bek van de vis dringen. 



   Steeds volgens de uitvinding ver-

Claims

CONCLUSIES.

1. Vishaak met het kenmerk dat hij wordt gevormd door een V-vormig omgeplooide veerkrach- EMI6.1 tige metaaldraad waarvan één der armen (1) en (2) de aas (5) draagt en de beide uiteinden van deze armen (1) en (2) tot haken (4) zijn omgebogen, en deze armen naar elkaar toe, in de gespannen toestand, worden gehouden door het uiteinde (7) van een scharnierende metaaldraad (6) die wentelend t. o. v.

één van bedoelde armen (1) en (2) is gemonteerd, terwijl het einde (7) van één der armen van bedoelde scharnierende metaaldraad (6) in een ringvormige lus (8) van de ene arm van de vishaak past en de andere arm van deze metaaldraad in de gespannen toestand van de vishaak langsheen de andere arm (2) van de V-vormige omgeplooide veerkrachtige metaaldraad loopt, één en ander zodanig dat wanneer de vis aan de aas (5) bijt, hij bedoelde metaaldraad (6) doet wentelen, zodat het eerstgenoemde einde (7) van de scharnierende metaaldraad (6) uit hogerbedoelde ringvormige lus (8) schiet, de beide armen (1) en (2) van de veerkrachtige metaaldraad van elkaar wegspringen, en de tot haken (4) omgebogen uiteinden van de vishaak in de bek van de vis dringen.

2. Vishaak volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de arm van hogerbedoelde scharnierende metaaldraad (6) die in de gespannen toestand van de vishaak langsheen één der armen van deze vishaak loopt, een ringvormige aanslag (12) vertoont waartegen de vis met zijn bek stoot, hetgeen de wenteling van de scharnierende metaaldraad (6) veroorzaakt.

3. Vishaak volgens één van de conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat hogerbedoelde ring- <Desc/Clms Page number 7> vormige lus (8) in de arm (1) ter hoogte komt van de scharnierverbinding tussen de metaaldraad (6) en de arm (2).

4. vishaak volgens één van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat op de scharnierende metaaldraad (6) een lusvormige aanslag (12) voorkomt die in de gespannen toestand van de vishaak in de nabijheid van de haak (4) van het been (2) is gelegen.

5. Vishaak volgens één van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat het vrije uiteinde (11) van de scharnierende metaaldraad (6) zo is gericht dat deze draad in de gespannen toestand tegen de arm (2) drukt.