BE897932Q - Urinaal - Google Patents

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 i n v o e r o c t r o o i op naam van : Wilhelmus Albertus Otto HAAN te Uden, Nederland 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Urinaal 
 EMI2.1 
 ---------- 
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van urine bij incontinente patiënten, bestaande uit een in-of externe catheter, alsmede een daarop aangesloten en naar een opvanghouder voerende leiding van licht vervormbaar materiaal. 



   Een dergelijke inrichting is beschreven de AU-B-420.173 waarbij een buisleiding tussen catheter en opvanghouder is aangebracht, welke leiding het nadeel vertoont bij buigen dicht te snoeren als de gebruiker een beweging maakt. In dichtgesnoerde toestand kan de urine niet wegvloeien, wat huidirritatie en dergelijke kan veroorzaken. 



   De uitvinding beoogt een inrichting van het bovengenoemde soort te verschaffen, waarbij de gebruiker een optimale vrijheid van handelen heeft, waardoor zonder gevaar dat de leiding de urineafvoer verhindert, infecties aan de urinewegen van de gebruiker tot een minimum zijn beperkt. 



   De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de uit twee wanddelen vervaardigde leiding in lengterichting tenminste twee ribvormige wandverstijvingen vertoont, zodanig dat de breedte van het deel van de wand tussen de twee verstijvingen ongelijk is aan de breedte van het tegenover liggende wanddeel tussen die twee verstijvingen. 



   Dankzij een dergelijk gevormde afvoerleidingvoor de urinevloeistof kan deze altijd naar de opvanghouder worden afgevoerd, terwijl de soepele leiding zich toch gemakkelijk aanpast aan de lichaamsvorm en de bewegingen van de gebruiker. 



   Bij voorkeur is de opvanghouder eveneens van flexibel materiaal vervaardigd, waarbij volgens de uitvinding achter de catheter een terugslagklep is aangebracht. Deze terugslagklep dient voor het tegenhouden van vloeistof, dat dreigt terug te stromen naar de catheter als de opvangzak door een beweging van de gebruiker. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 wordt vervormd. De door de uitvinding voorgestelde leidingvorm zal het terugstromen van vloeistof niet beletten, zodat een snelwerkende terugslagklep noodzakelijk is. 



  Bij voorkeur is het kleplichaam als uitgevoerd, of met andere woorden van een materiaal met een soortelijk gewicht kleiner dan 1. Bij het terugstromen van vloeistof zal het kleplichaam met de vloeistof mee drijven en de doorlaat opening afsluiten. 



  Teneinde de terugslagklep geschikt te maken voor zowel een druppelsgewijze afvoer van urinevloeistof respectievelijk van een grotere hoeveelheid tegelijkertijd is volgens de uitvinding in het klephuis een tweede veerbelaste lichaam aangebracht. Dit veerbelaste kleplichaam opent zich bij een noodzakelijke grote afvoer van vloeistof, terwijl de door het drijflichaam af te sluiten opening geschikt is voor een continue druppelsgewijze afvoer van de vloeistof. 



  In een voorkeurs uitvoeringsvorm is het drijflichaam in een doorgaande boring van een tweede terugslagklep lichaam aangebracht, zodat een terugslagklep wordt verkregen welke zo min mogelijk hinder voor de gebruiker veroorzaakt. 



  Volgens de uitvinding zijn leiding en opvanghouder uit kunststof folie tot één geheel geintegreerd. 



  Hiermee wordt een zogenaamd'disposable'verkregen. 



  De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk hierboven genoemd integraal geheel van leiding en opvanghouder, welke werkwijze zich onderscheidt door het op elkaar leggen van gelijkvormige delen van kunststof folie materiaal, het aaneenlassen van de randstrook der beide delen en door warmte doen krimpen van één der foliedelen. Hiermee ontstaat niet alleen een zeer goedkoop disposable, maar tevens de door de uitvinding voorgeschreven leiding, waarbij 

 <Desc/Clms Page number 4> 

    de op elkaar gelaste randstroken de randverstijvingen vormen teneinde de leiding ten allen tijde open te houden De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een tekening.

   In die tekening tonen : fig. 1 een aanzicht van een urinaal volgens de uitvinding, fig. 2 en 3 een dwarsdoorsnede van telkens een uitvoeringsvorm van de bij het urinaal volgens figuur l te gebruiken leiding, fig. 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van een terugslagklep in langsdoorsnede. 



  In fig. l is met het cijfer 1 een externe catheter voor een mannelijke incontinente patiënt aangeduid, op welke catheter een klephuis van een terugslagklep 2 is aangesloten. Aan de tegenovergestelde zijde van het klephuis is een leiding 3 met opvanghouder 4 aangesloten. De opvanghouder is voorzien van ogen 5 voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen, zodat de opvanghouder 4 om het been van de patiënt kan worden bevestigd. 



  De terugslagklep 2 bestaat uit een huis 6 van bijvoorbeeld kunststof materiaal dat door spuitgieten kan worden gevormd. In het huis is een drijflichaam 7 aangebracht van bijvoorbeeld schuimstof, dat een zodanig soortelijk gewicht heeft dat bij het naar de catheter 1 toestromen van vloeistof uit de opvanghouder 4 het drijflichaam 7 drijvend op de vloeistof direkt de in het i huis 6 aangebrachte doorlaat opening 8 afsluit. Het drijf- ! lichaam 7 vertoont een tonvorm, waarvan de bovenste afgeknotte kegel samenwerkt met de opening 8, terwijl de onderste afgeknotte kegel overgaat in een in dwarsdoorsnede kruisvormig verlengstuk 9 dat is opgenomen in de boring van de onderste aansluitstomp van het huis 6. Het verlengstuk 9 zorgt ervoor dat het drijflichaam 7 in de juiste stand ten opzichte van het huis 6 blijft staan.   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De figuren 2 en 3 tonen verschillende uitvoeringsvormen van de leiding 3 in dwarsdoorsnede. 



  In figuur 2 is de leiding gevormd door een tweetal kunststof folie delen 10 en 11, die met de randstroken op elkaar zijn gelast. Na het krimpen van het deel 10 zal in gestrekte stand van het deel 10 het deel 11 altijd een golfvorm vertonen, zodat bij het vlak aansluiten op de huid van de patiënt de leiding altijd een doorlaat opening zal hebben. Dit waarborgt een ongestoorde afvoer van de vloeistof. Op een dergelijke wijze kan ook de opvangzak 4 zijn vervaardigd, waarbij volgens het kenmerk van de uitvinding de leiding 3 en de opvangzak 4 als integraal geheel uitkunststof folie kan zijn vervaardigd, waardoor dat gedeelte van het urinaal als disposable kan worden gebruikt. 



   De kunststoffolie is hierbij zo flexibel dat ook bij een grote afvoer van urine vloeistof de leiding 3 zich gemakkelijk uitzet tot bijvoorbeeld de met de lijn 12 aangegeven vorm in fig. 2. 



   Figuur 3 toont een andere uitvoeringsvorm van de leiding, waarbij eveneens gebruik kan worden gemaakt van flexibele kunststof, dat direkt in een slangvorm wordt geëxtrudeerd. De wanden kunnen op twee plaatsen worden verstijfd door de wand naar buiten te plooien en de delen op elkaar te lassen, of op andere geschikte wijze aan elkaar te hechten bij 13. Volgens de uitvinding dienen de plaatsen 13 zodanig te zijn dat de afstand A-B langs de onderzijde tussen de plaatsen 13 afwijkt van de afstand C-D langs de bovenzijde van de slangomtrek. 



   Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een andere uitvoering van de terugslagklep, die is toe te passen bij het urinaal volgens figuur 1. 



   De klep bestaat hier uit een huis 14 aan weerszijden voorzien van aansluitstompen voor de leiding 3, respectievelijk catheter 1. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



    In het huis 14 is een veerbelast kleplichaam 15 aangebracht, die door middel van de drukveef 16 tegen de klepzitting 17 wordt gehouden. Aan de van het kleplichaam 15 afgekeerde zijde is de veer 16 ondersteund in het klephuis 14. 



  In het kleplichaam 15 is een doorgaande boring 19 aangebracht, waarin een drijflichaam 20 in de vorm van een kogel is opgenomen. 



  Openingen 18 vormen een verbinding tussen boring 19 en de ruimte om het kleplichaam 5. van Deze in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm n de terugslagklep is uitermate geschikt voor het afvoeren van een grote hoeveelheid vloeistof, in welk geval het kleplichaam 15 door de druk van de vloeistof tegen de veerwerking 16 in van de zitting 17 wordt gelicht, zodat een grote doorlaat opening ontstaat, terwijl anderzijds bij een druppelvormige afscheiding van de incontinente patiënt deze vloeistof via de doorgaande boring 19 in het     kleplichaam 15 ongestoord kan wegvloeien. Bij een plotselinge terugvoer van de urinevloeistof zal het drijflichaam 20 onmiddellijk de doorgaande boring 19 aan de bovenzijde van het kleplichaam 15 afsluiten, terwijl het kleplichaam 15 : permanent tegen de zitting 17 wordt gedrukt. 



  De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.   
 EMI6.1 
 1

Claims (7)

1. EMI7.1

   C L 1. Inrichting voor het opvangen van urine bij incontinente patiënten, bestaande uit een in-of externe catheter (1), alsmede een daarop aangesloten naar een opvanghouder (4) voerende leiding (3), van licht vervormbaar mate- EMI7.2 riaal, met het ken k, dat de uit twee wanddelen (10, vervaardigde leiding (3) in lengterichting tenminste twee ribvormige wandverstijvingen vertoont, zodanig dat de breedte van het deel van de wand tussen twee verstijvingen ongelijk is aan de breedte van het tegenover liggende wanddeel tussen die twee verstijvingen.
2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de opvanghouder van flexibel materiaal is vervaardigd, met het ken mer k, dat achter de catheter (1) een terugslagklep (2) is aangebracht.
3. 3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het ken mer k, dat het kleplichaam (7,20) als drijver is uitgevoerd.
4. 4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het ken mer k, dat in het klephuis (14) een veerbelast terugslagkleplichaam (15) is aangebracht.
5. 5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het ken mer k, dat het drijflichaam (20) in een doorgaande boring (19) van het tweede veerbelaste terugslagkleplichaam (15) is aangebracht.
6. 6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het ken mer k, dat leiding (3) en opvanghouder (4) uit kunststof folie tot één geheel zijn geintegreerd.
7. 7. Werkwijze voor het vervaardigen van een integraal geheel volgens conclusie 6, g e k e n m e r k t door het op elkaar leggen van gelijkvormige delen (10,11) EMI7.3 van kunststof folie materiaal, het aaneenlassen van de rand- EMI7.4 stroke-nader beide delen en het door warmte doen krimpen van één