BE897442A - Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation - Google Patents

Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation Download PDF

Info

Publication number
BE897442A
BE897442A BE0/211283A BE211283A BE897442A BE 897442 A BE897442 A BE 897442A BE 0/211283 A BE0/211283 A BE 0/211283A BE 211283 A BE211283 A BE 211283A BE 897442 A BE897442 A BE 897442A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bodies
game according
group
game
logic
Prior art date
Application number
BE0/211283A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Maebe Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maebe Paul filed Critical Maebe Paul
Priority to BE0/211283A priority Critical patent/BE897442A/en
Publication of BE897442A publication Critical patent/BE897442A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63FCARD, BOARD, OR ROULETTE GAMES; INDOOR GAMES USING SMALL MOVING PLAYING BODIES; VIDEO GAMES; GAMES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • A63F9/00Games not otherwise provided for
    • A63F9/06Patience; Other games for self-amusement
    • A63F9/08Puzzles provided with elements movable in relation, i.e. movably connected, to each other
    • A63F9/0826Three-dimensional puzzles with slidable or rotatable elements or groups of elements, the main configuration remaining unchanged, e.g. Rubik's cube
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63FCARD, BOARD, OR ROULETTE GAMES; INDOOR GAMES USING SMALL MOVING PLAYING BODIES; VIDEO GAMES; GAMES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • A63F9/00Games not otherwise provided for
    • A63F9/06Patience; Other games for self-amusement
    • A63F9/08Puzzles provided with elements movable in relation, i.e. movably connected, to each other
    • A63F9/0826Three-dimensional puzzles with slidable or rotatable elements or groups of elements, the main configuration remaining unchanged, e.g. Rubik's cube
    • A63F9/0838Three-dimensional puzzles with slidable or rotatable elements or groups of elements, the main configuration remaining unchanged, e.g. Rubik's cube with an element, e.g. invisible core, staying permanently in a central position having the function of central retaining spider and with groups of elements rotatable about at least three axes intersecting in one point
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63FCARD, BOARD, OR ROULETTE GAMES; INDOOR GAMES USING SMALL MOVING PLAYING BODIES; VIDEO GAMES; GAMES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • A63F9/00Games not otherwise provided for
    • A63F9/06Patience; Other games for self-amusement
    • A63F9/08Puzzles provided with elements movable in relation, i.e. movably connected, to each other
    • A63F9/0803Two-dimensional puzzles with slideable or rotatable elements or groups of elements, the main configuration remaining unchanged
    • A63F9/0823Two-dimensional puzzles with slideable or rotatable elements or groups of elements, the main configuration remaining unchanged having overlapping circles with interchangeable elements

Abstract

The logical game comprises at least one surface provided with curved totally closed, e.g circular (6) mutually intersecting grooves (4). These guide central projections on the faces of a number of geometric elements (1) and permit arranging these elements in groups to form a pattern. - Each group is defined by one curve and has one or more elements in common with one or more adjoining groups. Each group or element can be lifted relative to the adjoining group(s) whilst remaining coupled to the groove by its projections, and then rotated and lowered to alter the relative position and thus the pattern. FL(1,2/13)

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING behorende bij een aanvraag UITVINDING SOCTROO I ten name van
MAEBE PAUL voor "LOGISCH SPEL" 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
Logisch spel De uitvinding betreft een logisch spel, samengesteld uit verschillende lichamen die groepen vormen, en wel zo dat zekere lichamen gemeenschappelijk zijn aan twee of meer groepen, terwijl andere lichamen slechts tot één groep behoren. De rotatie van een groep lichamen ten opzichte van de naburige groepen laat toe de samenstelling van de groepen te veranderen. 



  Reeds geruime tijd kennen wij talrijke logische en constructieve spelen samengesteld uit verplaatsbare en oriënteerbare stukken. 



  Het meest bekende is wel het logisch driedimensionaal spel, samengesteld uit elementaire driedimensionale stukken, bij voorkeur elementaire kubussen, dewelke kunnen samengevoegd worden tot één gesloten geheel met de vorm van een kubus. 



  In één van de uitvoeringsvormen van dit spel is de gesloten kubus samengesteld uit zesentwintig elementaire kubussen en een inwendige structuur die het geheel verbindt en samenhoudt. Op de uitwendig zichtbare zijden van de elementaire kubussen bevinden zich codes die te rangschikken zijn, volgens een bepaald model, door opeenvolgende rotaties. 
 EMI2.1 
 



  Deze oplossing heeft het voordeel dat de elementaire kubussen / 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 gedurende het gebruik van het spel niet uit elkaar kunnen genomen worden, zodat ze niet kunnen verloren gaan. Eenmaal echter iemand de logica van de oplossing gevonden heeft, kan hij het doel van het spel bereiken in een tijdspanne die functie is van zijn geoefendheid, zodat het spel zijn aantrekkelijkheid verliest. Ook kan het aantal elementen niet vergroot worden en is het aantal doelstellingen beperkt. 



  Het spel volgens de uitvinding is gebaseerd op het volgende principe : de relatieve rotatievan een groep lichamen ten opzichte van een andere groep lichamen, waarbij zekere lichamen gemeenschappelijk zijn, brengt een uitwisseling tot stand van de lichamen tussen de groepen, zodat een welbepaalde samenstelling kan bekomen worden. 



  De vorm van de lichamen, het aantal lichamen in elke groep, evenals het aantal groepen en hun onderlinge ligging kan, binnen bepaalde grenzen, variëren zodat een groot aantal toepassingen en moeilijkheidsgraden kan bekomen worden. 



  De uitvinding bestaat hoofdzakelijk hierin dat de middelpunten van de lichamen zich bevinden langsheen een gesloten curve ; verschillende curven, corresponderend met verschillende groepen lichamen hebben één of meer punten gemeenschappelijk en dit telkens een lichaam gemeenschappelijk is. Het spel wordt zo geconstrueerd dat de lichamen zich enkel kunnen verplaatsen langsheen de gesloten curven, waarbij ze in een gemeenschappelijk punt kunnen overgaan van de ene curve naar de andere, hetgeen ook wil zeggen dat de lichamen van de ene groep overgaan naar de andere. 



  Het spel volgens de uitvinding zal in detail beschreven worden aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin : Fig. 1 een bovenzicht van het spel met drie groepen lichamen, met als doorsnede een gelijkzijdige driehoek, met aanduiding 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen verplaatsen ; Fig. 2 een doorsnede van het spel volgens fig. 1, met aanduiding van de geleidingsstaafjes, de geleidingselementen, en de open kanalen waarin deze zich kunnen bewegen ; Fig. 3 een aanzicht van een lichaam, met geleidingsstaafje en geleidingselement, in twee verschillende standen ; Fig. 4 een bovenzicht van een lichaam met aanduiding van drie nokken ; Fig. 5 een bovenzicht van een lichaam met aanduiding van één centrale nok ; Fig. 6 een bovenzicht van een lichaam met plaatselijke versmalling ;

   Fig. 7 een doorsnede van een lichaam met plaatselijke versmalling ; Fig. 8 een doorsnede van twee lichamen met speciale vorm in normale stand ; Fig. 9 een doorsnede van twee lichamen met speciale vorm waarbij één der lichamen omhoog gebracht en gedeeltelijk gedraaid is ; Fig. 10 een doorsnede van het geheel van lichaam, geleidingsstaafje, en geleidingselement, en een veer om het lichaam in zijn normale stand terug te brengen, nadat het omlaag gebracht werd ; Fig. 11 een doorsnede van het geheel van lichaam, geleidingsstaafje, en geleidingselement, en een veer om het lichaam in zijn normale stand terug te brengen, nadat het opgelicht werd ; 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Fig. 12 een hulpconstructie om alle lichamen van een zelfde groep tegelijk op te lichten, bestaande uit een cilindervormig stuk met plaatselijke versmalling en waaraan bevestigd een vlakke schijf en gleuven ;

   Fig. 13 een doorsnede van een hulpconstructie om alle lichamen van een zelfde groep tegelijk op te lichten of omlaag te brengen bestaande uit een as met een vlakke schijf die zich bevindt onder de lichamen, en eventueel een tweede schijf met opening boven de lichamen ; Fig. 14 een doorsnede van een hulpconstructie om alle lichamen van een zelfde groep tegelijk op te lichten of omlaag te brengen bestaande uit een houder met   cilindervormige   opening bovenaan ; Fig. 15 een doorsnede van een hulpconstructie om alle lichamen van een zelfde groep tegelijk op te lichten of omlaag te brengen bestaande uit een schijf met as en een cilindervormig stuk, geplaatst respectievelijk boven en onder een groep lichamen, en een veer ingewerkt in het cilindervormig stuk ;

   Fig. 16 een bovenzicht van het spel met vier groepen lichamen, met als doorsnede een vierkant, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen ver- plaatsen ; Fig. 17 een doorsnede van het spel volgens fig. 16 met aanduiding van de geleidingsstaafjes, de geleidingselementen, en de open kanalen waarin deze zich kunnen bewegen ; Fig. 18 een bovenzicht van het spel met lichamen, met als doorsnede een rechthoek met een lengte gelijk aan twee maal de breedte, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen verplaatsen ; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Fig. 19 een bovenzicht van het spel met drie groepen lichamen, met als doorsnede een regelmatige zeshoek, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen verplaatsen ;

   Fig. 20 een bovenzicht van het spel met drie groepen lichamen, met als doorsnede een cirkel, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen ver- plaatsen ; Fig. 21 een bovenzicht van het spel met drie groepen lichamen, met als doorsnede een regelmatige zeshoek, en per groep een lichaam met dezelfde vorm en afmetingen dat enkel kan roteren rond zijn eigen as, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen ver- plaatsen ; Fig. 22 een bovenzicht van het spel met vier groepen lichamen, met als doorsnede een vierkant, en per groep een lichaam met dezelfde vorm en uitsparingen aan de hoeken dat enkel kan roteren rond zijn eigen as, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen ver- plaatsen ;

   Fig. 23 een bovenzicht van het spel met drie groepen lichamen, met als doorsnede een gelijkzijdige driehoek, en per groep een lichaam met dezelfde vorm en afmetingen dat enkel kan roteren rond zijn eigen as, met aanduiding van de curven waarlangs de middelpunten van de lichamen zich kunnen ver- plaatsen ; Fig. 24 een axonometrisch perspectief van het spel met zeven groepen lichamen, met als doorsnede een gelijkzijdige driehoek ;      

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Fig. 25 een doorsnede van een groep lichamen met een vlak waarin één van de curven ligt ; Fig. 26 een doorsnede van een lichaam en de pen-en groefverbinding als geleiding ; Fig. 27 een doorsnede van een lichaam en de gebogen oppervlakken als geleiding ; Fig. 28 een bovenzicht van het spel waarbij de open kanalen niet getekend zijn ;

   Fig. 29 een doorsnede van het spel volgens fig. 28 met aanduiding van lichaam, geleidingsstaafje, geleidingselement, open kanaal en centrale bol. 



  Op één of meerdere speelvlakken bevinden zich één of meerdere gesloten curven 6. Langsheen   de'e   curven 6 bevinden zich een aantal identieke lichamen 1 op gelijke afstand van elkaar, en wel zo dat hun middelpunten zich op deze curven 6 bevinden. De verschillende lichamen 1 gelegen langsheen eenzelfde curve 6, dewelke we in het vervolg een groep lichamen 1 zullen noemen, zijn zo gerangschikt dat twee naast elkaar liggende lichamen 1 elkaar steeds raken. 



  De curven 6 zijn zo gerangschikt dat elke curve 6 minstens één snijpunt met een andere curve 6 heeft, waarbij zo'n snijpunt tegelijk snijpunt van twee of meer curven 6 kan zijn ; deze schikking resulteert hierin dat bepaalde lichamen 1 gemeenschappelijk zijn aan twee of meer groepen. 



  Het verschuiven van de lichamen 1 langsheen een curve 6 verandert de stand van het lichaam 1 ten opzichte van de andere lichamen 1 van eenzelfde groep lichamen 1 niet, doch maakt het mogelijk één of meerdere lichamen 1 op de gemeenschappelijke plaats (en) van twee of meer curven 6 te brengen. Op deze wijze wordt het mogelijk om één of meerdere lichamen 1 van een groep uit te wisselen met lichamen 1 van een 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 andere groep en aldus uiteindelijk de samenstelling van de groepen lichamen 1 te veranderen. 



  Op te merken valt dat in het geval de curven 6 cirkels zijn, gelegen in een zelfde speelvlak, de geometrische basisvorm van de doorsnede van de lichamen 1 in het vlak van de cirkels, bepaald wordt door de straal van de cirkels en de onderlinge afstand tussen hun middelpunten, met evenwel de mogelijkheid afrondingen en/of afplattingen aan deze basisvorm aan te brengen, in zoverre zelfs dat deze basisvorm met afrondingen uiteindelijk een cirkel kan zijn. 



  In bepaalde toepassingen van de uitvinding kunnen de bovenzijden van de lichamen 1 een zulkdanige geometrische vorm hebben, bijvoorbeeld een driehoek, een zeshoek, een vierkant, dat hun zijden raken aan de zijden van de naburige lichamen 1 over de ganse lengte, zodat in deze stand van de lichamen 1 ten opzichte van elkaar elke rotatie onmogelijk is. 



  Door nu een groep lichamen 1, inbegrepen de lichamen 1 gemeenschappelijk aan naburige groepen, te verschuiven evenwijdig met een as loodrecht op het vlak van de curven 6, door oplichten of omlaag brengen tot respectievelijk boven of onder de naburige lichamen 1, wordt een rotatie mogelijk, waarbij door een tweede verschuiving, in de omgekeerde zin van de eerste, de opgelichte of omlaag gebrachte lichamen 1 terug op hetzelfde niveau als de naburige gebracht worden, weliswaar in een gewijzigde stand ten opzichte van de naburige lichamen 1, ten gevolge van de rotatie. 



  Volgens deze toepassing kunnen ook lichamen 1 ingebracht worden, die niet kunnen verplaatst worden, doch die enkel kunnen roteren rond hun eigen as, waardoor de moeilijkheidsgraad van het spel verhoogd wordt. 



  Eveneens is het mogelijk één of meerdere lichamen 1 in te brengen die helemaal niet kunnen bewegen. 



  In het geval de curven 6 cirkels zijn, gelegen in elkaar snijdende speelvlakken met één gemeenschappelijk snijpunt per twee curven 6, wordt de geometrische basisvorm van de lichamen 1 bepaald door de straal van de cirkels en de onderlinge afstand tussen hun middelpunten, 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 met de mogelijkheid bepaalde afrondingen en/of afplattingen aan deze basisvorm aan te brengen. Het uitwisselen van de lichamen 1 tussen de groepen gebeurt in dit geval door eenvoudige rotatie, dus zonder oplichten of omlaag brengen van de lichamen 1. Door gebruik te maken van verschillende stralen voor de cirkels, een verschillend aantal lichamen 1 per groep, onderlinge ligging van de cirkels die zich al of niet loodrecht snijden en/of onderlinge configuratie van de cirkels, kunnen een groot aantal toepassingen gerealiseerd worden. 



  Een derde mogelijkheid bestaat hierin dat de curven 6 cirkels zijn, gelegen op een boloppervlak of een gedeelte ervan. In het bijzonder geval van een volledig boloppervlak en identieke cirkels zijn er slechts een beperkt aantal mogelijkheden om het boloppervlak onder te verdelen in een aantal gelijke delen, te weten met vier cirkels met acht gemeenschappelijke punten en aldus acht lichamen 1 enerzijds, en met twaalf cirkels, met twintig gemeenschappelijke punten en aldus twintig lichamen 1 anderzijds. Eveneens bestaat hier de mogelijkheid afrondingen en/of afplattingen aan de lichamen 1 aan te brengen. 



  In het geval van twaalf cirkels en twintig lichamen 1 lijkt de meest aangewezen vorm voor de lichamen 1 een afgeknotte kegel te zijn, teneinde de rotatie van een groep lichamen 1 mogelijk te maken zonder ze te moeten oplichten of omlaag brengen. 



  Een mogelijke toepassing van het geval waarbij de curven 6 cirkels zijn, gelegen in eenzelfde vlak is te zien in fig. 1. Hierbij zijn de bovenzijden van de lichamen 1 driehoeken, in totaal zes per groep, waarbij telkens twee lichamen 1 gemeenschappelijk zijn met een naburige groep lichamen 1. Tevens zijn de curven 6 aangeduid waarlangs de middelpunten van de lichamen 1 zich kunnen verplaatsen. 



  Fig. 2 is een doorsnede van de vorige toepassing met een vlak evenwijdig met het vlak waarin de curven 6 gelegen zijn,   waarbij gelcidings-   staafjes 2, met bij voorkeur cirkelvormige doorsnede en waarvan de as door het middelpunt van de lichamen 1 gaat, en geleidingselementen 3, met eveneens bij voorkeur cirkelvormige doorsnede en waarvan de as 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 in het verlengde ligt van de as van het geleidingsstaafje 2, kunnen bewegen in open kanalen 4.

   Het geheel der middellijnen van deze open kanalen 4 voor de geleidingsstaafjes 2 enerzijds, en voor de geleidingselementen 3 anderzijds, vertoont volledig hetzelfde patroon als dat van de curven 6, waarbij de breedt van deze twee soorten open kanalen 4 minimaal gelijk is aan de dikte van de geleidingsstaafjes 2 enerzijds en aan de dikte van de geleidingselementen 3 anderzijds, en aangepast is aan de mogelijkheid van het roteren van de lichamen 1 volgens twee of meer groepen lichamen 1. Hierbij kunnen de geleidingselementen 3 aan elkaar raken, of kan er een zekere afstand tussen zijn zoals getekend in fig. 2. 



  Het aanbrengen van de geleidingselementen 3 heeft als doel het uitnemen van de lichamen 1 te beletten, met als bijkomend voordeel een betere geleiding te bekomen bij de rotatie van een groep lichamen 1 ; hierbij is het helemaal niet nodig dat de geleidingselementen 3 elkaar raken. 



  Teneinde het uitnemen van de lichamen 1 te voorkomen, kunnen de geleidingsstaafjes 2 bijvoorbeeld onderaan een konische verbreding hebben, dewelke past in een konische opening in de geleidingselementen 3 met dezelfde afmetingen als de verbreding. Fig. 3 geeft hiervan een voorbeeld waarbij het lichaam 1 en het geleidingsstaafje 2 enerzijds getekend zijn in twee standen ten opzichte van het geleidingselement 3 anderzijds. 



  Om de moeilijkheidsgraad van het spel te verhogen kan de rotatie van een lichaam 1 rond zijn eigen as verhinderd worden. Een middel daartoe is het aanbrengen van één of meerdere nokken 5 onderaan of bovenaan het lichaam 1, dewelke bij oplichten of respectievelijk omlaag brengen van de lichamen 1 contact maken met de naburige lichamen 1 zodat de rotatie rond hun eigen as belet wordt, zonder evenwel de rotatie van een groep lichamen 1 te beletten. In het geval de bovenzijde van de lichamen 1 driehoeken zijn, met in totaal zes lichamen 1 per groep, bevinden deze nokken 5 zich volledig in een zone begrensd door cirkels met als straal ongeveer 86   o   van de zijde van de driehoeken en als middelpunten de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 hoeken van de driehoeken.

   Teneinde anderzijds de rotatie van de lichamen 1 rond hun eigen as te beletten, dient een deel van de nokken 5 buiten de zone begrensd door een cirkel met als straal ongeveer 29   %   van de zijde van de driehoeken, en als middelpunt van de driehoeken. Fig. 4 toont een bovenzicht van een lichaam 1 met drie'nokken 5 terwijl fig. 5 een bovenzicht toont van een lichaam 1 met één centrale nok 5. 



  Een andere mogelijkheid om hetzelfde doel te bereiken, namelijk de rotatie van de lichamen 1 rond hun eigen as te beletten, bestaat erin de lichamen 1 in dwarsdoorsnede een welbepaalde vorm te geven. Bij de toepassing van het spel volgens de uitvinding waarbij de lichamen 1 enerzijds opgelicht worden kan dit door de lichamen 1 over een zekere afstand te versmallen zo dat de rotatie van een naburige groep lichamen 1 niet verhinderd wordt terwijl de rotatie van één lichaam 1 rond zijn eigen as wel verhinderd wordt. Fig. 6 en 7 tonen respectievelijk in doorsnede en aanzicht een voorbeeld van een dergelijk lichaam 1, waarbij de versmalling in doorsnede een cirkel is met straal ongeveer 15 % van de zijde van de driehoeken, in het geval de bovenzijde van de lichamen 1 driehoeken zijn, met in totaal zes lichamen 1 per groep.

   In het geval de lichamen 1 anderzijds omlaag gebracht worden volstaat het de diameter-of de afmeting in dwarszin bij niet-cirkelvormige doorsnede-van het geleidingsstaafje 2 zo te kiezen dat het beoogde doel bereikt wordt. Op te merken valt dat deze oplossing ook kan toegepast worden in het geval de lichamen 1 opgelicht worden, namelijk door op de lichamen 1 een verhoging aan te brengen met zulkdanige afmetingen dat het beoogde doel bereikt wordt. 



  Door aan de lichamen 1 nu een speciale vorm te geven kan het vorige doel gecombineerd worden met een ander interessant voordeel, namelijk het beletten van wrijvingscontact tussen de bovenkant van de lichamen 1 en andere bewegende delen, bij rotatie van een groep lichamen 1, om te vermijden dat het bovenvlak van de lichamen 1 zou beschadigd worden. 



  Essentieel in deze vormgeving is enerzijds het lichaam 1 met de ver- 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 smalling over een zekere afstand zoals hierboven beschreven, en anderzijds de hoogte waarover het lichaam versmald is. Deze hoogte dient groter te zijn   d, ; Lil   de hoogte van het deel eronder, dewelke op zijn beurt groter moet zijn dan de dikte van het deel boven de versmalling. 



  Fig. 8 en 9 tonen hiervan een voorbeeld met voorstelling van de beide lichamen 1 in normale stand in een doorsnede met een vlak gaande door de as van de lichamen 1 in fig. 8, en in fig. 9 het omlaaggebrachte en gedeeltelijk gedraaide lichaam 1 ten opzichte van het ongewijzigde lichaam 1, in een doorsnede met een vlak gaande door de as van het ongewijzigde lichaam 1. 



  In de geleidingselementen 3 kan een constructie aangebracht worden zo dat de lichamen 1 en de geleidingsstaafjes 2 samen een translatie - oplichten of omlaag   brengen-kunnen   ondergaan ten opzichte van de geleidingselementen 3, dewelke op hun beurt enkel een rotatie kunnen ondergaan ten opzichte van de vaste delen van het spel volgens de uitvinding, en waarbij de geleidingsstaafjes 2 en de lichamen 1 terugkomen op hun oorspronkelijk niveau, eventueel na rotatie van een groep lichamen 1. Dit doel kan bereikt worden door aanwending van bijvoorbeeld een veer   7,   belast op druk of op trek. 



  In fig. 10 zien we het geheel van lichaam 1, geleidingsstaafje 2 en geleidingselement 3 ; onderaan het geleidingsstaafje 2 is een verbreding 8 aangebracht, die past in het geleidingselement 3. Onder deze verbreding 8 is een veer 7 aangebracht, die belast wordt op druk ; voor een betere geleiding kan eventueel ook een as 9 aangebracht worden in het midden van het geleidingselement 3, die past in het alsdan holgemaakte geleidingsstaafje 2. Om het uitnemen van het geheel van lichaam 1, geleidingsstaafje 2 en geleidingselement 3 te beletten, kan het   geleidincselement   3 onderaan tenslotte nog een plaatselijke versmalling 10 vertonen die kan bewegen in open kanalen 4. 



  Volgens dit voorbeeld kunnen de lichamen 1 omlaag gebracht worden, een rotatie ondergaan samen met de andere lichamen 1 van dezelfde groep en terug op hun oorspronkelijk niveau komen. Door het aanwenden van een veer 7, belast op trek en geplaatst boven de verbreding 8 van het geleidingsstaafje 2, wordt hetzelfde effect bereikt. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



  Fig. 11 behandelt het geval waarbij de lichamen 1 opgelicht worden en waarbij in tegenstelling met de vorige figuur het geleidingsstaafje 2 doorheen het volledige geleidingselement 3 reikt over een afstand die maximaal gelijk is aan de afstand waarover de lichamen 1 moeten opgelicht worden om een rotatie van een groep lichamen 1 mogelijk te maken. In de fig. 11 is gebruikt gemaakt van een veer 7 belast op druk, terwijl de uitvoering met een veer 7 belast op trek evenzo mogelijk is. 



  Vermits het steeds de bedoeling is een rotatie van een groep lichamen 1 te verrichten, zullen er dus steeds een aantal lichamen 1, gelijk aan het aantal lichamen 1 per groep, tegelijk moeten opgelicht of omlaaggebracht worden. In het geval van de fig. 3 en 11 kan voordeligerwijze hiertoe een hulpmiddel aangebracht worden, namelijk een dusdanige constructie die alle lichamen 1 van eenzelfde groep tegelijk oplicht, zonder een andere combinatie van lichamen 1, dewelke geen groep vormen, te kunnen oplichten. Een mogelijke uitvoering hiervan zien we in fig. 12 waarin een bij voorkeur cilindervormig stuk 11 met plaatselijke versmalling 10 en waaraan bevestigd een vlakke schijf 12 met aangepaste diameter, kan verschoven worden in gleuven 13 en op bepaalde plaatsen kan opgelicht worden, door een verbreding in de gleuven 13 aan te brengen.

   Eventueel zouden de lichamen 1 van een zelfde groep ook kunnen geroteerd worden door aanwending van deze schijf 12, namelijk door bijvoorbeeld holtes te voorzien waarin de geleidingsstaafjes 2 passen. Om constructie-en stabiliteitsredenen lijkt deze mogelijkheid echter niet praktisch bruikbaar. 



  Een andere mogelijke uitvoering voor het tegelijk oplichten of omlaagbren. en van de lichamen 1 van een groep zien we in fig. 13 waarin een vlakke schijf 12 eveneens met aangepaste diameter zich bevindt onder elke groep lichamen 1 en waaraan een as 14 verbonden is die reikt tot boven de bovenkant van de lichamen 1. Door oplichten van deze schijf 12, waarbij eventueel gebruik kan gemaakt worden van een tweede schijf 12, met opening in het midden en die gelegd wordt op de lichamen 1, kunnen deze per groep opgelicht en geroteerd worden. Het doel van de schijf 12 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 boven de lichamen 1 bestaat erin deze op een eenvoudige wijze als één geheel samen te houden. 



  De fig. 14 en 15 geven eveneens twee mogelijkheden voor het oplichten of omlaagbrengen van de lichamen 1 : in fig. 14 wordt er gebruik gemaakt van een houder 15 die bovenaan een cilindervormige opening vertoont waarin de nokken 5 van de lichamen 1 passen, zodat inzonderheid bij oplichten van deze houder 15 alle lichamen 1 van eenzelfde groep tegelijk opgelicht worden en kunnen geroteerd worden. 



  In fig. 15 daarentegen worden de lichamen 1 geklemd tussen twee schijven 12, dewelke zich respectievelijk onder en boven de lichamen 1 bevinden, zodat bij samenklemmen van deze schijven 12 de lichamen 1 kunnen opgelicht of omlaaggebracht worden ; door inwerking van een veer 7 wordt ervoor gezorgd dat één van de schijven 12 in normale stand zich op een afstand van de lichamen 1 bevindt groter dan de afstand waarover de lichamen 1 opgelicht worden. Door eventuele uitsparingen of verhevenheden van de lichamen 1 en respectievelijk verhevenheden of uitsparingen van de schijven 12 kan het contact tussen de lichamen 1 en de schijven 12 vergroot worden. 



  In sommige gevallen, zoals bijvoorbeeld in de fig. 13, 14, 15, kunnen de geleidingsstaafjes 2 en de geleidingselementen 3 weggelaten worden omdat het systeem van oplichten of omlaagbrengen van de lichamen 1 zo opgebouwd is dat de lichamen 1 enkel en alleen groepsgewijze kunnen geroteerd worden. 



  In het geval van fig. 10 bestaat er een eenvoudige manier om de lichamen 1 van een groep omlaag te brengen, namelijk door gebruik te maken van een vlakke schijf 12, met eventueel uitsparingen of verhevenheden, om het contact tussen deze schijf 12 en de lichamen 1 te vergroten, bij voorkeur in een doorschijnend materiaal, of een dusdanige constructie, die in functie van de vorm van de lichamen 1 en het aantal per groep, in contact kan gebracht worden met deze lichamen 1, ze omlaag brengen, en ze een rotatie doen ondergaan. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



  In fig. 16 is een mogelijke toepassing van het geval. getekend waarbij de curven 6 cirkels zijn, gelegen in eenzelfde vlak, en waarbij de bovenzijde van de lichamen 1 vierkanten zijn, in totaal vier per groep lichamen 1, en waarbij telkens twee lichamen 1 gemeenschappelijk zijn met een naburige groep ; de curven 6 waarlangs de middelpunten van de lichamen 1 zich kunnen verplaatsen zijn eveneens aangeduid. Een doorsnede van de vorige toepassing met een vlak evenwijdig met het vlak van de curven 6, waarbij de geleidingsstaafjes 2 en de geleidingselementen 3 kunnen bewegen in open kanalen 4 is getekend in fig. 17. 



  Verdere mogelijke toepassingen van het geval waarbij de curven 6 cirkels zijn, gelegen in eenzelfde vlak, vinden we in de fig. 18 tot 20, waarbij de bovenzijde van de lichamen 1 respectievelijk rechthoeken zijn in fig. 18, in totaal twee per groep, zeshoeken zijn in fig. 19, in totaal drie per groep, en cirkels zijn in fig. 20, in totaal zes per groep. Telkens werden de curven 6, waarlangs de middelpunten van de lichamen 1 zich kunnen verplaatsen, eveneens aangeduid. 



  Zoals reeds eerder gezegd is het ook mogelijk het spel volgens de uitvinding zo te construeren dat welbepaalde lichamen 1 niet van plaats kunnen veranderen, doch enkel kunnen roteren rond hun eigen as. In de fig. 21 tot 23 zijn hiervan voorbeelden getekend, waarbij de bovenzijde van de lichamen 1 respectievelijk zeshoeken zijn in fig. 21, vierkanten in fig. 22, en driehoeken in fig. 23. Eveneens werden telkens de curven 6 waarlangs de middelpunten van de lichamen 1 zich kunnen verplaatsen aangeduid. 



  Uiteindelijk kan het spel volgens de uitvinding ook zo geconstrueerd worden dat welbepaalde lichamen 1 niet van plaats kunnen veranderen, noch kunnen roteren rond hun eigen as, en dus totaal onbeweeglijk zijn ten opzichte van de vaste delen van het spel. Deze mogelijkheid kan bijvoorbeeld bekomen worden door de lichamen 1 uit de fig. 21 tot 23, dewelke alleen rond hun eigen as kunnen roteren, vast te maken aan de vaste delen van het spel. 
 EMI15.1 
 ru 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 In bepaalde toepassingen kan het aangewezen zijn het spel bovenaan af te sluiten zodat er niet met de lichamen 1 kan gewerkt worden van bovenaf ; uiteraard zal er voor de bovenzijde van het spel alsdan gebruik gemaakt worden van een doorschijnend materiaal. Een mogelijk geval waarbij de bovenzijde van het spel kan afgesloten worden vinden we in fig. 15. 



  In fig. 24 is een mogelijke toepassing getekend van het geval waarbij de curven 6 cirkels zijn, gelegen in elkaar snijdende vlakken, met één gemeenschappelijk snijpunt per twee curven 6. Deze doorsnede is genomen volgens het vlak waarin één van de curven 6 ligt, en behandelt het geval van zes lichamen 1 per groep. Het uit elkaar nemen van de lichamen 1 wordt ten eerste belet door de vorm van de lichamen 1 en ten tweede door enerzijds een tweeërlei pen-en groefvervinding 16, gelegen zowel langs de kant van het middelpunt van de curve 6 als langs de tegenoverliggende kant, en die ononderbroken is, tenzij ter hoogte van de lichamen 1 die gemeenschappelijk zijn aan twee groepen ; of anderzijds door speciale gebogen oppervlakken 17 in de vorm van de mantel van een afgeknotte kegel, en die onderbroken is ter hoogte van de lichamen 1 die gemeenschappelijk zijn aan twee groepen.

   Voor de duidelijkheid zijn deze pen-en groefverbinding 16 of gebogen oppervlakken 17 niet getekend in de vorige figuren. 



  Fig. 25 geeft een doorsnede met een vlak, loodrecht op het vlak van de curve 6 en gaande door het middelpunt van het lichaam 1 en het middelpunt van de curve 6, en toont zowel de vorm van het lichaam 1 als een mogelijke uitvoering van de pen-en groefverbinding 16. 



  Een gelijkaardige doorsnede is getekend in fig. 26, doch gebruik makend van gebogen oppervlakken 17 in plaats van de pen-en groefverbinding 16. 



  Zoals reeds eerder vermeld kunnen een groot aantal toepassingen gerealiseerd worden door gebruik te maken enerzijds van verschillende stralen van de cirkels en onderlinge ligging van de cirkels dewelke 
 EMI16.1 
 zich al of niet loodrecht snijden, waardoor de vormgeving bepaald r,-, 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 wordt, en anderzijds van verschillende aantallen lichamen 1 per groep en de onderlinge configuratie van de cirkels, waardoor de moeilijkheidsgraad bepaald wordt. 



  Een andere manier om de moeilijkheidsgraad te verhogen bestaat erin alle lichamen 1 door te snijden volgens vlakken evenwijdig met de vlakken van de cirkels, en in het bijzonder de vlakken waarin de cirkels zelf liggen. Aldus bekomen we een veelvoud van het oorspronkelijk aantal lichamen 1, en kunnen de lichamen 1, gelegen langs de ene kant van het snijvlak, verdraaid worden ten opzichte van de lichamen 1, gelegen langs de andere kant van het snijvlak, hetgeen het aantal mogelijkheden van het spel vergroot, en de   moeilijkheid-   graad verhoogt. 



  Een variante op het spel kan bekomen worden door één of meerdere lichamen 1 een zodanige vorm en afmetingen te geven, dat ze niet kunnen veranderen van groep, en dus alleen kunnen roteren in één groep rond één welbepaald punt. Ten opzichte van de naburige lichamen 1 kunnen deze lichamen 1 dus beschouwd worden als afstandshouders. Door in deze afstandshouders een constructie met een veer 7 aan te brengen, zo dat de verschillende lichamen 1 van een zelfde groep beter aan elkaar aansluiten, wordt het mogelijk aaneensluitende gehelen van lichamen 1 te bekomen. 



  In fig. 28 is een mogelijke toepassing getekend van het geval waarbij de curven 6 cirkels zijn, gelegen op een boloppervlak, ten getale van twaalf cirkels. De lichamen 1 zijn afgeknotte kegels, in totaal vijf per groep, waarbij telkens twee lichamen 1 gemeenschappelijk zijn met een naburige groep. De geleidingsstaafjes 2, met bij voorkeur cirkelvormige doorsnede en waarvan de as samenvalt met de as van het lichaam 1, en de geleidingselementen   3,   in de vorm van afgeknotte kegels en waarvan de as   samenvalt   met de as van de geleidingsstaafjes 2 en de lichamen 1, kunnen bewegen in open kanalen 4.

   Het geheel der middellijnen van deze open kanalen 4 voor de geleidingsstaafjes 2 vertoont hetzelfde patroon als dat van de 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 curven 6, waarbij de breedte van deze open kanalen 4 minimaal gelijk is aan de dikte van de geleidingsstaafjes 2 en aangepast is aan de mogelijkheid van het roteren van een lichaam 1 volgens twee of meer groepen. De geleidingselementen 3 kunnen elkaar raken, of er kan een zekere onderlinge afstand zijn. De delen van het spel, die constructief gezien, de open kanalen 4 vormen, zijn vastgemaakt aan een centraal geplaatst onderdeel, met bij voorkeur de vorm van een bol, een centrale bol 18, bij middel van verbindingsstaafjes met afmetingen, zo berekend dat de rotatie van de lichamen 1 niet gehinderd wordt. 



  In fig. 28 zijn de open kanalen 4, de centrale bol 18 en de verbindingsstaafjes niet getekend, zodat we de lichamen 1, de geleidingsstaafjes 2 en de geleidingselementen 3 kunnen zien. 



  Om het contact   oppervlak   tussen de oppervlakken die de open kanalen 4 vormen, en enerzijds de lichamen 1 en anderzijds de geleidingselementen 3 te vergroten, en zodoende een snelle plaatselijke slijtage tegen te gaan, zullen de vlakken van de afgeknotte kegels, die de lichamen 1 en de geleidingselementen 3 vormen, afgerond worden aan de kant van de geleidingsstaafjes 2 en wel volgens een holle vorm voor de lichamen 1 en volgens een bolle vorm voor de geleidingselementen 3. 



  Om dezelfde reden trouwens kan het vlak van het   geleidinr ; selement   3 aan de kant van de centrale bol 18 afgerond worden volgens een holle vorm. In fig. 29 is een doorsnede getekend volgens een vlak gaande door de as van het geleidingsstaafje 2, en waarbij we het lichaam 1, geleidingsstaafje 2, geleidingselement   3,   open kanaal 4 en centrale bol 18 zien. 



  De rotatie van een lichaam rond zijn eigen as kan, in het geval de curven 6 cirkels zijn gelegen op een boloppervlak, op eenvoudige wijze verhinderd worden door aanwending van vlakke of gebogen plaatjes die bevestigd zijn aan en deel uitmaken van de lichamen 1, en die in norn. ale stand elke beweging van één lichaam of een groep lichamen 1 onmogelijk maken, doch door gedeeltelijk of volledig neerdrukken of door verschuiven van deze plaatjes de rotatie van een groep lichamen 1 mogelijk maken doch niet de rotatie van één 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 lichaam rond zijn eigen as. 



  De lichamen 1 moeten van elkaar kunnen onderscheiden worden teneinde uit een willekeurige samenstelling van de lichamen 1 een welbepaalde geordende samenstelling te bekomen. Daartoe wordt er op de zichtbare gedeelten van de lichamen 1, volledig of gedeeltelijk, een code aangebracht, dewelke bijvoorbeeld een kleur kan zijn, of ook nog een cijfer, een letter, een afbeelding, een twee-of driedimensionaal symbool, of tenslotte een welving met als doel het spel bruikbaar te maken voor blinden en gezichtsgestoorden. Deze code op de lichamen 1 kan natuurlijk ook bestaan uit een samenstelling van verschillende kleuren, cijfers, letters, afbeeldingen, twee-of driedimensionale symbolen, welvingen, of een combinatie ervan.

   Zo bijvoorbeeld kan het interessant zijn één kleur, cijfer, letter, afbeelding, twee-of driedimensionaal symbool, of welving toe te kennen aan elke groep lichamen 1 zodat de lichamen 1 behorende tot één bepaalde groep één bepaald kleur, cijfer, letter, afbeelding, twee-of driedimensionaal symbool of welving vertonen, en de lichamen 1 gemeenschappelijk aan twee of meerdere groepen lichamen 1 twee of meerdere kleuren, cijfers, letters, afbeeldingen, twee-of driedimensionale symbolen of welvingen vertonen. 



  De code op de lichamen 1 kan in een uitvoeringsvorm van het spel volgens de uitvinding losgemaakt en veranderd worden, bijvoorbeeld door de lichamen 1 te voorzien van een afneembaar vlak of gebogen plaatje dat kan worden vastgezet aan en losgemaakt van de lichamen 1. Deze uitvoeringsvorm kan voor het spel, toegepast als gezelschapsspel, bijkomende interessante mogelijkheden scheppen. Door een speler kan dan een bepaald initieel beeld samengesteld worden dat vervolgens volledig door elkaar gehaald wordt door rotatie van de lichamen 1, en dat dan door de andere speler (s) opnieuw moet gevormd worden door rotatie van de lichamen 1.   Eventueel   kunnen zekere beperkingen afgesproken worden in verband met het al of niet toegelaten zijn van rotatie van bepaalde groepen lichamen 1. 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 



  Tenslotte kan ook op de niet-bewegende delen van het spel volgens de uitvinding, volledig of gedeeltelijk, een code aangebracht worden. 



  De moeilijkheidsgraad van het spel kan aldus verhoogd worden, doordat alsdan niet alleen de onderlinge samenstelling van de lichamen 1 volgens een bepaald patroon dient gevormd te worden, doch ook de samenstelling van de lichamen 1 ten opzichte van de niet-bewegende delen van het spel. 



  Het materiaal waaruit het spel vervaardigd is bestaat hoofdzakelijk uit een synthetisch materiaal, of een ander materiaal, terwijl de afmetingen van het spel gekozen zijn in functie van de gebruikstoepassing.



    <Desc / Clms Page number 1>
 



   DESCRIPTION associated with an application INVENTION SOCTROO I in the name of
MAEBE PAUL for "LOGIC GAME"

  <Desc / Clms Page number 2>

 
Logical game The invention relates to a logical game, composed of different bodies that form groups, such that certain bodies are common to two or more groups, while other bodies belong to only one group. The rotation of a group of bodies relative to the neighboring groups allows to change the composition of the groups.



  For quite some time we have known numerous logical and constructive games composed of movable and orientable pieces.



  The best known is the logical three-dimensional game, composed of elementary three-dimensional pieces, preferably elementary cubes, which can be assembled into one closed unit with the shape of a cube.



  In one embodiment of this game, the closed cube is composed of twenty six elemental cubes and an internal structure that connects and holds the whole together. On the externally visible sides of the elemental cubes there are codes that can be arranged, according to a certain model, by successive rotations.
 EMI2.1
 



  This solution has the advantage that the basic cubes /

  <Desc / Clms Page number 3>

 cannot be taken apart during game use, so they cannot be lost. However, once a person has found the logic of the solution, he can achieve the goal of the game in a time span that is a function of his practice, so that the game loses its attractiveness. Also, the number of elements cannot be increased and the number of objectives is limited.



  The game according to the invention is based on the following principle: the relative rotation of a group of bodies with respect to another group of bodies, in which certain bodies are common, establishes an exchange of the bodies between the groups, so that a specific composition can be obtained turn into.



  The shape of the bodies, the number of bodies in each group, as well as the number of groups and their spacing can vary, within certain limits, so that a wide variety of applications and levels of difficulty can be achieved.



  The invention mainly consists in that the centers of the bodies are located along a closed curve; different curves, corresponding to different groups of bodies, have one or more points in common and each time a body is common. The game is constructed in such a way that the bodies can only move along the closed curves, passing from one curve to another at a common point, which also means that the bodies move from one group to another.



  The game according to the invention will be described in detail with reference to exemplary embodiments with reference to the accompanying drawings, in which: 1 a top view of the game with three groups of bodies, with an equilateral triangle, with indication

  <Desc / Clms Page number 4>

 of the curves along which the centers of the bodies can move; Fig. 2 is a sectional view of the game of FIG. 1, showing the guide bars, the guide elements, and the open channels in which they can move; Fig. 3 is a view of a body, with guide rod and guide element, in two different positions; Fig. 4 a top view of a body with indication of three cams; Fig. 5 a top view of a body with indication of one central cam; Fig. 6 a top view of a body with local narrowing;

   Fig. 7 is a sectional view of a body with local taper; Fig. 8 is a sectional view of two bodies of special shape in normal position; Fig. 9 is a sectional view of two bodies of special shape with one of the bodies raised and partially turned; Fig. 10 is a cross-sectional view of the body, guide bar, and guide member assembly, and a spring to return the body to its normal position after lowering; Fig. 11 is a sectional view of the body, guide bar, and guide member assembly, and a spring to return the body to its normal position after it has been lifted;

  <Desc / Clms Page number 5>

 Fig. 12 an auxiliary structure for simultaneously lifting all bodies of the same group, consisting of a cylindrical piece with local narrowing and to which is attached a flat disc and slots;

   Fig. 13 is a sectional view of an auxiliary structure for simultaneously lifting or lowering all bodies of the same group consisting of a shaft with a flat disc located below the bodies, and optionally a second disc with an opening above the bodies; Fig. 14 is a sectional view of an auxiliary structure for simultaneously lifting or lowering all bodies of the same group consisting of a container with a cylindrical opening at the top; Fig. 15 is a sectional view of an auxiliary structure for simultaneously lifting or lowering all bodies of the same group consisting of a disk with shaft and a cylindrical piece, placed above and below a group of bodies, respectively, and a spring incorporated in the cylindrical piece;

   Fig. 16 a top view of the game with four groups of bodies, with a square section, indicating the curves along which the centers of the bodies can move; Fig. 17 is a sectional view of the game of FIG. 16 showing the guide bars, the guide elements, and the open channels in which they can move; Fig. 18 a top view of the game with bodies, the cross-section of which is a rectangle with a length equal to twice the width, indicating the curves along which the centers of the bodies can move;

  <Desc / Clms Page number 6>

 Fig. 19 a top view of the game with three groups of bodies, with a regular hexagon as a section, indicating the curves along which the centers of the bodies can move;

   Fig. 20 a top view of the game with three groups of bodies, with a circle as a section, indicating the curves along which the centers of the bodies can move; Fig. 21 a top view of the game with three groups of bodies, with a regular hexagon as a cross section, and per group a body of the same shape and dimensions that can only rotate about its own axis, indicating the curves along which the centers of the bodies can move move; Fig. 22 a top view of the game with four groups of bodies, with a square section, and per group a body with the same shape and recesses at the corners that can only rotate around its own axis, indicating the curves along which the centers of the bodies to move;

   Fig. 23 a top view of the game with three groups of bodies, the cross section of which is an equilateral triangle, and per group a body of the same shape and dimensions that can only rotate about its own axis, indicating the curves along which the centers of the bodies can move move; Fig. 24 an axonometric perspective of the game with seven groups of bodies, intersected by an equilateral triangle;

  <Desc / Clms Page number 7>

 Fig. 25 a cross section of a group of bodies with a plane in which one of the curves lies; Fig. 26 is a sectional view of a body and the pin and groove connection as a guide; Fig. 27 is a sectional view of a body and the curved surfaces as a guide; Fig. 28 a top view of the game with the open channels not drawn;

   Fig. 29 is a sectional view of the game of FIG. 28 showing body, guide bar, guide element, open channel and central sphere.



  On one or more playing surfaces there are one or more closed curves 6. Along these curves 6 a number of identical bodies 1 are equidistant from each other, such that their centers are on these curves 6. The different bodies 1 located along the same curve 6, which we will hereinafter refer to as a group of bodies 1, are arranged such that two adjacent bodies 1 always touch each other.



  Curves 6 are arranged such that each curve 6 has at least one intersection with another curve 6, such an intersection being simultaneously intersection of two or more curves 6; this arrangement results in certain bodies 1 being common to two or more groups.



  Sliding the bodies 1 along a curve 6 does not change the position of the body 1 relative to the other bodies 1 of the same group of bodies 1, but allows one or more bodies 1 in the common location (s) of two or bring more curves 6. In this way it becomes possible to exchange one or more bodies 1 of a group with bodies 1 of one

  <Desc / Clms Page number 8>

 other group and thus ultimately change the composition of the groups of bodies 1.



  It should be noted that in case the curves are 6 circles, located in the same playing surface, the basic geometric shape of the cross section of the bodies 1 in the plane of the circles is determined by the radius of the circles and the distance between them. their centers, but with the possibility of adding rounding and / or flattening to this basic shape, in so far as that this basic rounded shape may ultimately be a circle.



  In certain applications of the invention, the tops of the bodies 1 may have such a geometric shape, for example a triangle, a hexagon, a square, that their sides touch on the sides of the neighboring bodies 1 over the entire length, so that in this position of the bodies 1 relative to each other, any rotation is impossible.



  By now shifting a group of bodies 1, including the bodies 1 common to neighboring groups, parallel to an axis perpendicular to the plane of the curves 6, by lifting or lowering them above or below the neighboring bodies 1, a rotation is possible , whereby by a second shift, in the reverse sense of the first, the lifted or lowered bodies 1 are brought back to the same level as the neighboring one, albeit in a modified position with respect to the neighboring bodies 1, as a result of the rotation .



  According to this application, bodies 1 can also be introduced, which cannot be moved, but which can only rotate about their own axis, thereby increasing the difficulty of the game.



  It is also possible to insert one or more bodies 1 that cannot move at all.



  In case the curves 6 are circles, located in intersecting playing surfaces with one common intersection per two curves 6, the basic geometric shape of the bodies 1 is determined by the radius of the circles and the mutual distance between their centers,

  <Desc / Clms Page number 9>

 with the possibility to add certain rounding and / or flattening to this basic shape. The exchange of the bodies 1 between the groups in this case takes place by simple rotation, i.e. without lifting or lowering of the bodies 1. By using different rays for the circles, a different number of bodies 1 per group, mutual location of the circles that cut perpendicularly or not perpendicularly and / or the mutual configuration of the circles can be realized in a large number of applications.



  A third possibility consists in that the curves are 6 circles, located on a spherical surface or a part thereof. In the particular case of a full sphere surface and identical circles, there are only a limited number of possibilities to divide the sphere surface into a number of equal parts, namely with four circles with eight common points and thus eight bodies 1 on the one hand, and with twelve circles , with twenty common points and thus twenty bodies 1 on the other. It is also possible here to apply rounding and / or flattening to the bodies 1.



  In the case of twelve circles and twenty bodies 1, the most appropriate shape for the bodies 1 appears to be a truncated cone, to allow the rotation of a group of bodies 1 without having to lift or lower them.



  A possible application of the case where the curves are 6 circles, located in the same plane, can be seen in fig. 1. The top sides of the bodies 1 are triangles, a total of six per group, in which two bodies 1 are in common with a neighboring group of bodies 1. Curves 6 are also indicated along which the centers of bodies 1 can move.



  Fig. 2 is a sectional view of the previous application with a plane parallel to the plane in which the curves 6 are located, with gel curing rods 2, preferably circular in cross section, the axis of which passes through the center of the bodies 1, and guide elements 3, preferably also of circular cross-section, the axis of which

  <Desc / Clms Page number 10>

 is in line with the axis of the guide rod 2, can move in open channels 4.

   The entirety of the diameters of these open channels 4 for the guide rods 2 on the one hand, and for the guide elements 3 on the other, shows completely the same pattern as that of the curves 6, the width of these two types of open channels 4 being at least equal to the thickness of the guiding rods 2 on the one hand and the thickness of the guiding elements 3 on the other, and is adapted to the possibility of rotating the bodies 1 according to two or more groups of bodies 1. Here the guiding elements 3 may touch or a certain distance may be in between as shown in fig. 2.



  The provision of the guide elements 3 aims to prevent the removal of the bodies 1, with the additional advantage of obtaining better guidance when rotating a group of bodies 1; it is not necessary at all for the guide elements 3 to touch each other.



  In order to prevent removal of the bodies 1, the guiding rods 2 may, for example, have a conical widening at the bottom, which fits into a conical opening in the guiding elements 3 with the same dimensions as the widening. Fig. 3 gives an example of this, in which the body 1 and the guide rod 2 are drawn on the one hand in two positions relative to the guide element 3 on the other.



  To increase the difficulty of the game, the rotation of a body 1 about its own axis can be prevented. One way of doing this is to install one or more cams 5 at the bottom or top of the body 1, which, when the bodies 1 are lifted or lowered, make contact with the neighboring bodies 1 so that the rotation about their own axis is prevented, without however prevent rotation of a group of bodies 1. In case the top of the bodies 1 are triangles, with a total of six bodies 1 per group, these cams 5 are completely in a zone bounded by circles with a radius of approximately 86 o from the side of the triangles and as centers the

  <Desc / Clms Page number 11>

 corners of the triangles.

   On the other hand, in order to prevent the rotation of the bodies 1 about their own axis, a part of the cams 5 outside the zone should be bounded by a circle with a radius of about 29% of the side of the triangles, and as the center of the triangles. Fig. 4 shows a top view of a body 1 with three projections 5, while FIG. 5 shows a top view of a body 1 with one central projection 5.



  Another possibility to achieve the same goal, namely to prevent the rotation of the bodies 1 about their own axis, is to give the bodies 1 a specific shape in cross section. In the application of the game according to the invention in which the bodies 1 are lifted on the one hand, this can be done by narrowing the bodies 1 over a certain distance so that the rotation of an adjacent group of bodies 1 is not prevented while the rotation of one body 1 is round. own axis is prevented. Fig. 6 and 7 respectively show in cross-section and elevation an example of such a body 1, the narrowing in cross-section being a circle with radius approximately 15% of the side of the triangles, in case the top side of the bodies 1 are triangles, with a total of six bodies 1 per group.

   In the event that the bodies 1 are lowered on the other hand, it is sufficient to select the cross-sectional diameter or dimension of the non-circular cross section of the guide rod 2 so that the intended purpose is achieved. It is to be noted that this solution can also be applied in the event that the bodies 1 are lifted, namely by arranging an increase on the bodies 1 with such dimensions that the intended purpose is achieved.



  By now giving the bodies 1 a special shape, the previous object can be combined with another interesting advantage, namely preventing frictional contact between the top of the bodies 1 and other moving parts, when rotating a group of bodies 1, to prevent the top surface of the bodies 1 from being damaged.



  Essential in this design is on the one hand the body 1 with the

  <Desc / Clms Page number 12>

 narrowing over a certain distance as described above, and on the other hand the height over which the body is narrowed. This height should be greater d,; Lil the height of the part below, which in turn should be greater than the thickness of the part above the taper.



  Fig. 8 and 9 show an example of this, showing the two bodies 1 in normal position in a section with a plane passing through the axis of the bodies 1 in fig. 8, and in fig. 9 the lowered and partly turned body 1 with respect to of the unaltered body 1, in section with a plane passing through the axis of the unaltered body 1.



  In the guiding elements 3, a construction can be arranged such that the bodies 1 and the guiding rods 2 can together undergo a translation - lifting or lowering - with respect to the guiding elements 3, which in turn can only undergo a rotation with respect to the fixed parts of the game according to the invention, and wherein the guide bars 2 and the bodies 1 return to their original level, possibly after rotation of a group of bodies 1. This object can be achieved by using, for example, a spring 7, loaded on pressure or on pull.



  In fig. 10 we see the whole of body 1, guide rod 2 and guide element 3; at the bottom of the guide rod 2 a widening 8 is fitted, which fits into the guiding element 3. Below this widening 8, a spring 7 is placed, which is loaded under pressure; for better guidance, a shaft 9 can optionally also be arranged in the center of the guiding element 3, which fits into the then hollowed guiding rod 2. To prevent the removal of the whole of body 1, guiding rod 2 and guiding element 3, the guiding insert 3 finally show a local narrowing 10 at the bottom which can move in open channels 4.



  According to this example, the bodies 1 can be lowered, rotated together with the other bodies 1 of the same group and returned to their original level. The same effect is achieved by using a spring 7, loaded on tension and placed above the widening 8 of the guide rod 2.

  <Desc / Clms Page number 13>

 



  Fig. 11 deals with the case in which the bodies 1 are lifted and in which, in contrast to the previous figure, the guide rod 2 extends through the entire guide element 3 over a distance which is at most equal to the distance over which the bodies 1 must be lifted in order to rotate a group bodies 1. In Fig. 11 use is made of a spring 7 loaded on pressure, while the embodiment with a spring 7 loaded on tension is likewise possible.



  Since it is always the intention to perform a rotation of a group of bodies 1, a number of bodies 1, equal to the number of bodies 1 per group, will therefore always have to be lifted or lowered at the same time. In the case of Figs. 3 and 11, an aid can advantageously be provided for this purpose, namely such a construction that lights up all bodies 1 of the same group simultaneously, without being able to lift up another combination of bodies 1, which do not form a group. A possible embodiment of this can be seen in Fig. 12, in which a preferably cylindrical piece 11 with local narrowing 10 and to which is attached a flat disc 12 of adapted diameter, can be slid into slots 13 and lifted in certain places, by broadening in the slots 13.

   Optionally, the bodies 1 of the same group could also be rotated by using this disc 12, namely by providing, for example, cavities in which the guide rods 2 fit. However, for construction and stability reasons, this option does not appear to be practical.



  Another possible version for lifting or lowering at the same time. and of the bodies 1 of a group we see in Fig. 13 in which a flat disc 12 of modified diameter is also located under each group of bodies 1 and to which is connected a shaft 14 extending above the top of the bodies 1. By lifting of this disc 12, where use can optionally be made of a second disc 12, with opening in the middle and which is placed on the bodies 1, these can be lifted and rotated per group. The target of the disc 12

  <Desc / Clms Page number 14>

 above the bodies 1 it consists in simply keeping them together as a whole.



  Figures 14 and 15 also show two options for lifting or lowering the bodies 1: in Figure 14 use is made of a holder 15 which at the top has a cylindrical opening in which the cams 5 of the bodies 1 fit, so that in particular when this holder 15 is lifted, all bodies 1 of the same group are lifted simultaneously and can be rotated.



  In Fig. 15, on the other hand, the bodies 1 are clamped between two discs 12, which are respectively located below and above the bodies 1, so that when clamping these discs 12 the bodies 1 can be lifted or lowered; the action of a spring 7 ensures that one of the disks 12 in normal position is at a distance from the bodies 1 greater than the distance over which the bodies 1 are lifted. The contact between the bodies 1 and the discs 12 can be increased by possible recesses or elevations of the bodies 1 and, respectively, elevations or recesses of the discs 12.



  In some cases, such as for example in Figs. 13, 14, 15, the guide bars 2 and the guide elements 3 can be omitted because the system of lifting or lowering the bodies 1 is constructed in such a way that the bodies 1 can only be rotated in groups turn into.



  In the case of Fig. 10, there is a simple way of lowering the bodies 1 of a group, namely by using a flat disc 12, with any recesses or elevations, around the contact between this disc 12 and the bodies 1, preferably in a transparent material, or such a construction, which, depending on the shape of the bodies 1 and the number per group, can be brought into contact with these bodies 1, lower them, and rotate them undergo.

  <Desc / Clms Page number 15>

 



  In Fig. 16, a possible application of the case. drawn in which the curves are 6 circles, located in the same plane, and in which the top of the bodies 1 are squares, a total of four per group of bodies 1, and in which two bodies 1 are in common with a neighboring group; the curves 6 along which the centers of the bodies 1 can move are also indicated. A cross-section of the previous application with a plane parallel to the plane of the curves 6, wherein the guide bars 2 and the guide elements 3 can move in open channels 4 is shown in Fig. 17.



  Further possible applications of the case where the curves are 6 circles, located in the same plane, we find in fig. 18 to 20, where the top of the bodies 1 are rectangles in fig. 18, a total of two per group, hexagons in FIG. 19, a total of three per group, and circles in FIG. 20, a total of six per group. Each time, the curves 6 along which the centers of the bodies 1 can move are also indicated.



  As stated earlier, it is also possible to construct the game according to the invention in such a way that specific bodies 1 cannot change position, but can only rotate about their own axis. Figures 21 to 23 show examples of this, in which the tops of the bodies 1 and hexagons in Figure 21, respectively, are squares in Figure 22, and triangles in Figure 23. Also, the curves 6 along which the centers of the bodies 1 can move indicated.



  In the end, the game according to the invention can also be constructed in such a way that specific bodies 1 cannot move or rotate about their own axis, and are therefore completely immobile with respect to the fixed parts of the game. This possibility can be achieved, for example, by attaching the bodies 1 from Figs. 21 to 23, which can only rotate about their own axis, to the fixed parts of the game.
 EMI15.1
 ru

  <Desc / Clms Page number 16>

 In certain applications it may be advisable to close the game at the top so that the bodies 1 cannot be worked from above; of course, for the top of the game, use will be made of a transparent material. A possible case where the top of the game can be closed is shown in fig. 15.



  Fig. 24 shows a possible application of the case where the curves 6 are circles, located in intersecting surfaces, with one common intersection per two curves 6. This cross section is taken according to the plane in which one of the curves 6 lies, and handles the case of six bodies 1 per group. The disassembly of the bodies 1 is prevented firstly by the shape of the bodies 1 and secondly by, on the one hand, a dual pin and groove connection 16, located both on the side of the center of the curve 6 and on the opposite side, and which is continuous, except at the level of the bodies 1 which are common to two groups; or, alternatively, by special curved surfaces 17 in the shape of a truncated cone shell, which is interrupted at the level of the bodies 1 which are common to two groups.

   For clarity, this pin and groove joint 16 or curved surfaces 17 are not drawn in the previous figures.



  Fig. 25 is a section with a plane perpendicular to the plane of the curve 6 and passing through the center of the body 1 and the center of the curve 6, showing both the shape of the body 1 and a possible embodiment of the pin. and groove connection 16.



  A similar section is shown in Figure 26, but using curved surfaces 17 instead of the pin and groove connection 16.



  As already mentioned, a large number of applications can be realized by using on the one hand different radii of the circles and mutual location of the circles which
 EMI16.1
 cut perpendicularly or not, so that the design determines r, -,

  <Desc / Clms Page number 17>

 and, on the other hand, of different numbers of bodies 1 per group and the mutual configuration of the circles, whereby the degree of difficulty is determined.



  Another way to increase the difficulty is to cut all bodies 1 along planes parallel to the planes of the circles, and in particular the planes in which the circles themselves lie. Thus, we obtain a multiple of the original number of bodies 1, and the bodies 1, located on one side of the cutting plane, can be rotated relative to the bodies 1, located on the other side of the cutting plane, which increases the number of possibilities of the game increases, and the difficulty increases.



  A variant of the game can be obtained by giving one or more bodies 1 such a shape and dimensions that they cannot change groups, and thus can only rotate in one group around one specific point. With respect to the neighboring bodies 1, these bodies 1 can thus be regarded as spacers. By arranging a construction with a spring 7 in these spacers, so that the different bodies 1 of the same group connect better together, it is possible to obtain contiguous assemblies of bodies 1.



  Fig. 28 shows a possible application of the case where the curves are 6 circles, located on a spherical surface, in the number of twelve circles. The bodies 1 are truncated cones, a total of five per group, two bodies 1 being in common with a neighboring group. The guide bars 2, preferably of circular cross section, the axis of which coincides with the axis of the body 1, and the guide elements 3, in the form of truncated cones, the axis of which coincides with the axis of the guide bars 2 and the bodies 1, can move in open channels 4.

   The whole of the centerlines of these open channels 4 for the guide bars 2 shows the same pattern as that of the

  <Desc / Clms Page number 18>

 curves 6, the width of these open channels 4 being at least equal to the thickness of the guide bars 2 and adapted to the possibility of rotating a body 1 according to two or more groups. The guide elements 3 can touch each other, or there can be a certain distance between them. The parts of the game, which constructively form the open channels 4, are attached to a centrally located part, preferably in the form of a sphere, a central sphere 18, by means of connecting rods with dimensions, calculated so that the rotation of the bodies 1 is not hindered.



  In Fig. 28, the open channels 4, the central sphere 18 and the connecting rods are not drawn, so that we can see the bodies 1, the guiding rods 2 and the guiding elements 3.



  In order to increase the contact surface between the surfaces that form the open channels 4, on the one hand the bodies 1 and, on the other hand, the guiding elements 3, and thereby counteract rapid local wear, the surfaces of the truncated cones, which the bodies 1 and form the guiding elements 3, are rounded on the side of the guiding rods 2, namely according to a hollow shape for the bodies 1 and according to a convex shape for the guiding elements 3.



  For the same reason, the plane of the guide can be; element 3 on the side of the central sphere 18 are rounded according to a hollow shape. In Fig. 29, a cross section is drawn along a plane passing through the axis of the guide bar 2, showing the body 1, guide bar 2, guide element 3, open channel 4 and central sphere 18.



  The rotation of a body about its own axis, if the curves 6 circles are located on a spherical surface, can be easily prevented by using flat or curved plates attached to and forming part of the bodies 1, and which in norn. All positions prevent any movement of one body or a group of bodies 1, but allow the rotation of a group of bodies 1 but not the rotation of one by partially or completely pushing down or sliding these plates

  <Desc / Clms Page number 19>

 body around its own axis.



  The bodies 1 must be able to be distinguished from each other in order to obtain a specific ordered composition from an arbitrary composition of the bodies 1. For this purpose, a code is applied to the visible parts of the bodies 1, in whole or in part, which may for instance be a color, or also a number, a letter, an image, a two- or three-dimensional symbol, or finally a curvature. with the aim of making the game usable for the blind and visually impaired. This code on the bodies 1 can of course also consist of a composition of different colors, numbers, letters, images, two- or three-dimensional symbols, curves, or a combination thereof.

   For example, it may be interesting to assign one color, number, letter, image, two- or three-dimensional symbol, or curvature to each group of bodies 1 so that the bodies 1 belonging to one specific group have one specific color, number, letter, image, display two or three dimensional symbol or curvature, and the bodies 1 in common to two or more groups of bodies 1 display two or more colors, numbers, letters, images, two or three dimensional symbols or curves.



  The code on the bodies 1 can be detached and changed in an embodiment of the game according to the invention, for instance by providing the bodies 1 with a removable flat or curved plate which can be secured to and detached from the bodies 1. This embodiment for the game, used as a party game, create additional interesting possibilities. A player can then compose a certain initial image which is then completely confused by rotation of the bodies 1, and which must then be re-formed by the other player (s) by rotation of the bodies 1. Possible restrictions may apply be agreed on whether or not to allow rotation of certain groups of bodies 1.

  <Desc / Clms Page number 20>

 



  Finally, a code can also be applied, in whole or in part, to the non-moving parts of the game according to the invention.



  The degree of difficulty of the game can thus be increased, because in that case not only the mutual composition of the bodies 1 has to be formed according to a certain pattern, but also the composition of the bodies 1 with respect to the non-moving parts of the game.



  The material from which the game is made mainly consists of a synthetic material, or another material, while the dimensions of the game are chosen in function of the application.


    

Claims (35)

Conclusies : 1. Logisch spel waarbij op één of meerdere speelvlakken zich één of meerdere gesloten curven 6 bevinden langsheen dewelke zich de middelpunten bevinden van een aantal lichamen 1, en waarbij het geheel der lichamen 1, die zich bevinden langsheen eenzelfde curve 6, een groep lichamen vormt. De verschillende curven 6 hebben onderling één of meerdere gemeenschappelijke snijpunten, zodat bepaalde lichamen 1 kunnen behoren tot één of tot meerdere verschillende groepen, zodat door rotatie van een groep lichamen 1 ten opzichte van de naburige groepen de samenstelling van de groepen lichamen 1 kan gewijzigd worden.  Conclusions: 1. Logical game in which on one or more playing surfaces there are one or more closed curves 6 along which the centers of a number of bodies 1 are located, and in which the whole of bodies 1, which are situated along the same curve 6, is a group bodies. The different curves 6 have one or more common intersections, so that certain bodies 1 can belong to one or more different groups, so that the composition of the groups of bodies 1 can be changed by rotating a group of bodies 1 relative to the neighboring groups. . 2. Logisch spel volgens de conclusie 1 waarbij de curven 6 cirkels zijn. The logic game according to claim 1, wherein the curves are 6 circles. 3. Logisch spel volgens de conclusies 1 en 2 waarbij de cirkels gelegen zijn op één speelvlak. Logical game according to claims 1 and 2, wherein the circles are situated on one playing surface. 4. Logisch spel volgens de conclusies 1 tot 3 waarbij de lichamen 1 voorzien zijn van geleidingsstaafjes 2 en/of geleidingselementen 3 die kunnen bewegen in open kanalen 4 waarvan het patroon hetzelfde is als dat van de curven 6 ; en waarbij de geleidingselementen 3 tevens als doel kunnen hebben het uitnemen van de lichamen 1 te beletten. <Desc/Clms Page number 22>Logical game according to claims 1 to 3, wherein the bodies 1 are provided with guide bars 2 and / or guide elements 3 which can move in open channels 4, the pattern of which is the same as that of the curves 6; and wherein the guiding elements 3 can also have the object of preventing the removal of the bodies 1.  <Desc / Clms Page number 22> 5. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 4 waarbij de vorm van de lichamen 1 derwijzeis dat de rotatie van de lichamen 1 om hun eigen as verhinderd wordt. The logic game according to any one of claims 1 to 4, wherein the shape of the bodies 1 is such that rotation of the bodies 1 about their own axis is prevented. 6. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 5 waarbij de lichamen 1 voorzien zijn van één of meerdere nokken 5 om de rotatie van de lichamen 1 om hun eigen as te verhinderen. Logical play according to any one of claims 1 to 5, in which the bodies 1 are provided with one or more cams 5 to prevent the rotation of the bodies 1 about their own axis. 7. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 6 waarbij de bovenzijde van de lichamen 1 een dusdanige geometrische vorm hebben, zo dat de rotatie van een groep lichamen 1 niet mogelijk is zonder deze op te lichten of omlaag te brengen. The logic game according to any one of claims 1 to 6, wherein the top of the bodies 1 have such a geometric shape that the rotation of a group of bodies 1 is not possible without lifting or lowering them. 8. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 7 waarbij de lichamen 1 over een zekere afstand versmald worden en aldus zo'n vorm hebben dat bij rotatie van een groep lichamen 1 het wrijvingscontact belet wordt tussen de bovenkant van de lichamen 1 en andere bewegende delen van het spel. Logical play according to any one of claims 1 to 7, wherein the bodies 1 are narrowed over a certain distance and thus have such a shape that when a group of bodies 1 rotates, the frictional contact between the top of the bodies 1 and others is prevented. moving parts of the game. 9. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 8 waarbij gebruik gemaakt wordt van een constructie met veer 7 zodat de opgelichte of omlaaggebrachte lichamen 1 in hun normale stand kunnen terugkeren. The logic game according to any one of claims 1 to 8, wherein a construction with spring 7 is used so that the lifted or lowered bodies 1 can return to their normal position. 10. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 9 waarbij het geleidingselement 3 onderaan een plaatselijke versmalling 10 vertoont, die kan bewegen in open kanalen 4, om het uitnemen van lichaam 1, geleidingselement 3 en geleidingsstaafje 2 te beletten. The logic game according to any one of claims 1 to 9, wherein the guiding element 3 has a local narrowing 10 at the bottom, which can move in open channels 4, in order to prevent the removal of body 1, guiding element 3 and guiding rod 2. 11. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 10 waarbij, om alle lichamen 1 van eenzelfde groep tegelijk op te lichten of omlaag te brengen, gebruik gemaakt wordt van hulpmiddelen, zoals een bij voorkeur cilindervormig stuk 11 met plaatselijke versmalling 10 en waaraan bevestigd een schijf 12 met aangepaste diameter die kan verschoven worden in gleuven 13 en op bepaalde plaatsen kan opgelicht worden ; of een schijf 12 met aangepaste diameter die zich bevindt <Desc/Clms Page number 23> onder elke groep lichamen 1 en waaraan een as 14 verbonden is die reikt tot boven de bovenkant van de lichamen 1, eventueel gecombineerd met een tweede schijf 12 met opening in het midden die gelegd wordt op de lichamen 1 ; of een houder 15 met bovenaan een cilindervormige opening waarin de nokken 5 van de lichamen 1 passen ; Logic game according to any one of claims 1 to 10, in which, in order to lift or lower all bodies 1 of the same group simultaneously, use is made of aids, such as a preferably cylindrical piece 11 with local narrowing 10 and to which is attached a disc 12 of modified diameter that can be slid into slots 13 and lifted in certain places; or an adjusted diameter disc 12 located there  <Desc / Clms Page number 23>  below each group of bodies 1 and to which is attached a shaft 14 extending above the top of the bodies 1, optionally combined with a second disc 12 with opening in the center which is placed on the bodies 1; or a holder 15 with a cylindrical opening at the top in which the cams 5 of the bodies 1 fit; of een schijf 12 met as 14 en een cilindervormig stuk 11, respectievelijk boven en onder de lichamen 1, en een veer 7 ingewerkt in het cilindervormig stuk 11 zodat de schijf 12 zich in normale stand op een afstand bevindt van de lichamen 1 groter dan de afstand waarover de lichamen 1 opgelicht worden ; of een schijf 12, bij voorkeur in een doorschijnend materiaal, en eraan verbonden een as 14.  or a disc 12 with shaft 14 and a cylindrical piece 11, above and below the bodies 1, respectively, and a spring 7 incorporated in the cylindrical piece 11, so that in the normal position the disc 12 is spaced from the bodies 1 larger than the distance over which the bodies 1 are lifted; or a disc 12, preferably in a transparent material, and a shaft 14 attached thereto. 12. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 11 waarbij de schijf 12, die op de lichamen 1 gelegd wordt, en de lichamen 1 respectievelijk uitsparingen en verhevenheden-of omgekeerd-vertonen die in elkaar passen. Logic play according to any one of claims 1 to 11, wherein the disc 12, which is placed on the bodies 1, and the bodies 1 respectively have recesses and elevations or vice versa which fit together. 13. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 12 waarbij op zekere afstand boven de lichamen 1 het spel afgesloten is met een laag in een doorschijnend materiaal, teneinde de lichamen 1 niet te kunnen uitnemen. Logic game according to one of claims 1 to 12, in which the game is closed with a layer in a transparent material above the bodies 1 so as not to be able to take out the bodies 1. 14. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 13 met één of meerdere lichamen 1 die niet van plaats kunnen verwisselen, doch enkel kunnen roteren rond hun eigen as. A logic game according to any one of claims 1 to 13 with one or more bodies 1 that cannot switch places, but can only rotate about their own axis. 15. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 14 met één of meerdere lichamen 1 die niet van plaats kunnen verwisselen, noch kunnen roteren rond hun eigen as, en dus onbeweeglijk zijn ten opzichte van de vaste delen van het spel. A logic game according to any one of claims 1 to 14 with one or more bodies 1 that cannot switch places, nor rotate about their own axis, and are thus immobile with respect to the fixed parts of the game. 16. Logisch spel volgens de conclusies 1 en 2 waarbij de cirkels gelegen zijn in elkaar snijdende vlakken, met één gemeenschappelijk snijpunt per twee cirkels. <Desc/Clms Page number 24> The logic game according to claims 1 and 2, wherein the circles are located in intersecting planes, with one common intersection per two circles.  <Desc / Clms Page number 24>   17. Logisch spel volgens de conclusie 16 waarbij het uit elkaar nemen van de lichamen 1 belet wordt door enerzijds de vorm van de lichamen 1, en anderzijds door een pen-en groefverbinding 16, onderbroken ter hoogte van de lichamen 1 die gemeenschappelijk zijn aan twee groepen lichamen 1. The logic game according to claim 16, wherein the disassembly of the bodies 1 is prevented by the shape of the bodies 1 on the one hand, and by a pin and groove connection 16 on the other, interrupted at the height of the bodies 1 which are common to two groups of bodies 1. 18. Logisch spel volgens de conclusie 16 waarbij het uit elkaar nemen van de lichamen 1 belet wordt door enerzijds de vorm van de lichamen 1, en anderzijds door speciale gebogen oppervlakken met de vorm van de mantel van een afgeknotte kegel, onderbroken ter hoogte van de lichamen 1 die gemeenschappelijk zijn aan twee groepen lichamen 1. Logical play according to claim 16, wherein the disassembly of the bodies 1 is prevented by the shape of the bodies 1 on the one hand, and by special curved surfaces with the shape of the truncated cone jacket, on the other hand, interrupted at the height of the bodies 1 that are common to two groups of bodies 1. 19. Logisch spel volgens een van de conclusies 16 tot 18 waarbij alle lichamen 1 doorgesneden worden volgens vlakken evenwijdig met de vlakken waarin de cirkels liggen, teneinde het aantal mogelijkheden van het spel te vergroten. Logical game according to any one of claims 16 to 18, wherein all bodies 1 are cut along planes parallel to the planes in which the circles lie, in order to increase the number of possibilities of the game. 20. Logisch spel volgens een van de conclusies 16 tot 19 waarbij één of meerdere lichamen 1, afstandshouders genoemd, een zodanige vorm en afmetingen heoben dat ze niet kunnen veranderen van groep en dus enkel en alleen kunnen roteren rond één punt. Logical play according to any one of claims 16 to 19, in which one or more bodies 1, called spacers, have such a shape and dimensions that they cannot change group and thus can only rotate around one point. 21. Logisch spel volgens de conclusie 20 waarbij in de afstandshouders een constructie met veer 7 aangebracht is, zodat de lichamen 1 van eenzelfde groep beter aansluiten aan elkaar. A logic game according to claim 20, wherein in the spacers a construction with spring 7 is arranged, so that the bodies 1 of the same group fit better together. 22. Logisch spel volgens de conclusies 1 en 2 waarbij de cirkels gelegen zijn op een boloppervlak of een deel van een boloppervlak. A logic game according to claims 1 and 2, wherein the circles are located on a spherical surface or a part of a spherical surface. 23. Logisch spel volgens de conclusie 22 waarbij de lichamen 1 de vorm hebben van afgeknotte kegels, met eventueel afrondingen, in totaal twintig, en verspreid over twaalf cirkels, met vijf lichamen 1 per groep lichamen 1. <Desc/Clms Page number 25> Logical game according to claim 22, in which the bodies 1 are in the form of truncated cones, with roundings if desired, in total twenty, and spread over twelve circles, with five bodies 1 per group of bodies 1.  <Desc / Clms Page number 25>   24. Logisch spel volgens een van de conclusies 22 tot 23 waarbij aan de lichamen 1 geleidingsstaafjes 2, met bij voorkeur cirkelvormige doorsnede, en hieraan geleidingselementen 3, met de vorm van afgeknotte kegels met eventueel afrondingen, bevestigd zijn, dewelke kunnen bewegen in open kanalen 4, waarvan het patroon hetzelfde is als dat van de curven 6. A logic game according to any one of claims 22 to 23, in which guide bars 2, preferably of a circular cross-section, are attached to the bodies 1, and guide elements 3, in the form of truncated cones with possible roundings, are attached to them, which are able to move in open channels 4, the pattern of which is the same as that of the curves 6. 25. Logisch spel volgens een van de conclusies 22 tot 24 waarbij de delen van het spel die de open kanalen 4 vormen, vastgemaakt zijn aan een centrale bol 18, of deel ervan, bij middel van verbindingsstaafjes met afmetingen zo dat de rotatie van de lichamen 1 niet gehinderd wordt. The logic game according to any one of claims 22 to 24, wherein the parts of the game that form the open channels 4 are attached to a central sphere 18, or part thereof, by means of connecting rods sized such that the rotation of the bodies 1 is not hindered. 26. Logisch spel volgens een van de conclusies 22 tot 25 waarbij vlakke of gebogen plaatjes, bevestigd aan en deel uitmakende van de lichamen 1, gebruikt worden, die in normale stand elke beweging van één lichaam 1 of een groep lichamen 1 onmogelijk maken, doch door gedeeltelijk of volledig neerdrukken of door verschuiven de rotatie van een groep lichamen 1 mogelijk maken doch niet de rotatie van één lichaam 1 rond zijn eigen as. Logical game according to any one of claims 22 to 25, wherein flat or curved plates, attached to and forming part of the bodies 1, are used, which normally prevent any movement of one body 1 or a group of bodies 1, but by partial or complete pushing down or by sliding enable the rotation of a group of bodies 1 but not the rotation of one body 1 about its own axis. 27. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 26 hoofdzakelijk vervaardigd uit een syntheLisch materiaal, of een ander materiaal. A logic game according to any one of claims 1 to 26 made mainly of a synthetic material, or other material. 28. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 27 waarbij op de zichtbare gedeelten van de lichamen 1, volledig of gedeeltelijk een code aangebracht wordt. A logic game according to any one of claims 1 to 27, wherein a code is applied in whole or in part to the visible parts of the bodies 1. 29. Logisch spel volgens de conclusie 28 waarbij de code bestaat uit een kleur, een cijfer, een letter, een afbeelding, een twee-of driedimensionaal symbool, een welving, of een samenstelling van verschillende kleuren, cijfers, letters, afbeeldingen, twee-of driedimensionale symbolen, welvingen, of een combinatie ervan. <Desc/Clms Page number 26> Logical game according to claim 28, wherein the code consists of a color, a number, a letter, an image, a two- or three-dimensional symbol, a curvature, or a combination of different colors, numbers, letters, images, two- or three-dimensional symbols, curves, or a combination thereof.  <Desc / Clms Page number 26>   30. Logisch spel volgens een van de conclusies 28 tot 29 waarbij alle lichamen 1 behorende tot een zelfde groep dezelfde code hebben, dewelke verschillend is van de code van een andere groep lichamen 1, waarbij de lichamen 1 gemeenschappelijk aan twee of meerdere groepen twee of meerdere codes zullen vertonen. A logic game according to any one of claims 28 to 29, wherein all bodies 1 belonging to the same group have the same code, which is different from the code of another group of bodies 1, the bodies 1 being common to two or more groups of two or will display multiple codes. 31. Logisch spel volgens een van de conclusies 28 tot 30 waarbij de code op de lichamen 1 kan losgemaakt en veranderd worden, bijvoorbeeld door een afneembaar vlak of gebogen plaatje. The logic game according to any one of claims 28 to 30, wherein the code on the bodies 1 can be detached and changed, for example by a removable flat or curved plate. 32. Logisch spel volgens een van de conclusies 28 tot 31 waarbij op de niet-bewegende delen van het spel, volledig of gedeeltelijk, een code aangebracht wordt. A logic game according to any one of claims 28 to 31, wherein a code is applied, in whole or in part, to the non-moving parts of the game. 33. Logisch spel volgens een van de conclusies 1 tot 32 gebruikt als logisch spel of als gezelschapsspel. Logical game according to any one of claims 1 to 32 used as a logical game or a board game. 34. Logisch spel, zoals beschreven hiervoor, en geïllustreerd aan de hand van de bijgevoegde figuren. 34. Logical game, as described above, and illustrated with the help of the attached figures. 35. Logisch spel, steunende op de principes zoals hiervoor beschreven. 35. Logical game, based on the principles as described above.
BE0/211283A 1983-08-02 1983-08-02 Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation BE897442A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE0/211283A BE897442A (en) 1983-08-02 1983-08-02 Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE897442 1983-08-02
BE0/211283A BE897442A (en) 1983-08-02 1983-08-02 Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE897442A true BE897442A (en) 1984-02-02

Family

ID=25653725

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE0/211283A BE897442A (en) 1983-08-02 1983-08-02 Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE897442A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1988005679A1 (en) * 1987-02-07 1988-08-11 Michael Lieke Two and three-dimensional rotating toys

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1988005679A1 (en) * 1987-02-07 1988-08-11 Michael Lieke Two and three-dimensional rotating toys

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4865323A (en) Spherical puzzle
US4593908A (en) Geometric puzzle
WO1997026059A1 (en) Logical ball-shaped toy with broken surface including rotated and permutated elements
HU181966B (en) Symbol variation toy
US4487417A (en) Puzzle amusement device
BE897442A (en) Logic game with pieces coupled to intersecting grooves in base - form groups to permit altering of pattern by lifting and relative rotation
US3630527A (en) Puzzle comprising discs with interengaging pins and apertures
US5823530A (en) Spatial puzzle cube
US4034980A (en) Magnetic game board and playing pieces
US3837652A (en) Solid puzzle
US4871173A (en) Puzzle or game having token filled track and turntable
GB2117654A (en) Dodecahedron manipulative puzzle
WO2010134828A1 (en) Three-dimensional logical puzzle and the method of determining shape of its pieces
NL8105401A (en) THREE-DIMENSIONAL TOYS.
RU93030913A (en) VOLUME LOGICAL PUZZLE
HU185522B (en) Symbol variation toy
NL8102324A (en) SPATIAL LOGICAL TOYS.
WO2008046126A1 (en) Puzzle apparatus
SU1319887A1 (en) Puzzle
WO2005087332A1 (en) Volume combinatorial puzzle
BE1007137A6 (en) Game
SU1498526A3 (en) Volumetric logical puzzle
US4909512A (en) Game apparatus utilizing rolling members
US6142471A (en) Logical toy
BE1007578A6 (en) Puzzle

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: MAEBE PAUL

Effective date: 19850831