"Bedekking van een muur die overschrijding
belet".
De uitvinding heeft betrekking op een bedekking
van een muur die overschrijding belet.
Bekende bedekkingen van deze soort zijngavormd door stroken voorzien van scherpe pinnen die, met de pinnen opwaarts gericht, op of in de naar boven g erichte zijde van de muur
<EMI ID=1.1>
schrikking maar een degelijk beletsel tegen overschrijding vormen ze niet. Integendeel, de pinnen vormen een gemakkelijk
<EMI ID=2.1>
het stekend effect van de pinnen gemakkelijk kan worden uitgeschakeld bij voorbeeld met behulp van doeken.
Een andere bekende bedekking is gevormd door prikkeldraad die,hetzij tussen op de muur gemonteerde paaltjes is gespannen, hetzij tot een netwerk is gevlochten. Ook deze bedek king vormt in feite een houvast die het beklimmen van de muur vergemakkelijkt. Het hinderende effect van de prikkeluraad kan ook gemakkelijk worden uitgeschakeld of verzacht bij voorbeeld door het dragen van handschoenen, terwijl de prikkeldraad met het gebruik van gepaste werktuigen gemakkelijk kan worden doorgeknipt en verwijderd.
Deze bekende bedekkingen en vooral de laatstgenoemde, zijn ook zeer onesthetisch.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een bedekking van een muur te verschaffen die een uitstekende waarborg tegen het overschrijden van deze muur biedt en die
<EMI ID=3.1>
Tot dit doel bevat de bedekking een koker die over gans de lengte van d e muur loopt, op de bovenk an t van de muur
is bevestigd en zo op deze bovenkant aansluit dat de naar boven gerichte zijde van de muur over gans de muurdikte erdoor is afge-
<EMI ID=4.1>
afgerond en een gladde buitenzijde bezit.
In tegenstelling tot de bekende bedekkingen biedt deze bedekking geen enkel houvast zodat de overschrijding in hoofdzaak belet wordt door het beklimmen van de muur,zonder
<EMI ID=5.1>
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de grootste breedte van de koker merkelijk groter dan de
<EMI ID=6.1>
Doordat het boven de muur uitstekende gedeelte van
<EMI ID=7.1>
schrijden van de muur extra gehinderd.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de koker op zijn onderzijde over nagenoeg gans de lengte van twee uitstekende randen voorzien waartussen de bovenkant van de muur past.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding
<EMI ID=8.1>
en is het grootste gedeelte van de koker van binn en uit
met zijn onderzijde tegen de naar boven gerichte zijde van de muur bevestigd.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de u itvinding bezit het boven de muur uitstekende gedeelte van de koker een doorsnede die een gedeelte van een cirkel vormt.
In e en bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is de koker van met vezels versterkte kunststof ver-
<EMI ID=9.1>
met een kunststof-gelbekleding.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een bedekking van een muur-die overschrijding belet, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffende hieraan toegevoegde tekeningen.
<EMI ID=10.1> uitvinding. Figuur 2 stelt een doorsnede voor volgens de li jn II- <EMI ID=11.1>
Fiquur 3 stelt een doorsnede voor volgens de lijn
<EMI ID=12.1>
IV-IV uit figuur 3.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De bedekking van de muur 1 volgens de figuren is in hoofdzaak gevormd door een koker 2 die, over gans de lengte van de muur, op de bovenkant ervan is bevestigd en de naar boven gerichte z ijde van de muur volledig afdekt.
Deze koker 2 is in zijn lengte verdeeld in verschillende kokerdelen 3 van beperkte lengte en daar waar de muur 1 aansluit op een dwarse en hogere muur 5 is de koker 2 gevormd door een eindstuk 4. De kokerdelen 3 zijn met hun einden in
<EMI ID=13.1>
dit einde uitspringende en meer naar binnen gelegen rand 6 die in het andere einde van een n aburig kokerdeel steekt- De
<EMI ID=14.1>
snede zodat dus de koker 2 over gans zijn lengte dezelfde doorsnede bezit. Elk kokerdeel 3 en het eindstuk 4 vormen een aan de6nderkant afgeplatte ronde buis die in haar onderkant open is en aan weerszijden van de afgeplatte onderkant van een uitstekende rand is voorzien. Elk kokerdeel 3 en het eindstuk 4 bestaan dus uit een platte basis 7 die door een in de langsrichting lopende sleuf 8 in twee is gedeeld, een op deze basis aansluitende mantel 9 met een doorsnede die een gedeelte van een
<EMI ID=15.1>
gerichte zijie van de muur 1. De bovenkant van de muur past juist tussen de twee randen 10.
De kokerdelen 3 en het eindstuk 4 zijn vervaardigd van een laminaat van met glasvezel bewapend polyester. De buitenzijde van de mantel 9 en van de randen 10 is daarenboven
<EMI ID=16.1>
oppervlak. Door het laminaat van met glasvezel bewapend polyester kan met een geringe dikte van de mantel 9, namelijk een dikte die in de orde van grootte van vijf mm is gelegen, een voldoende stevigheid worden bekomen.
De diameter van de mantel 9 is groter dan tweemaal
de dikte van de muur 1. Voor een muur met een dikte van ongeveer
50 cm is de btitendiameter van de mantel 9 bi j voorkeur in de orde van grootte van 120 cm gelegen. In elk geval moet de
<EMI ID=17.1>
<EMI ID=18.1>
<EMI ID=19.1>
delen uit door middel van schroeven 11 die, aan weerszijden van de sleuf 8, door de basis 7 in de bovenkant van de muur 1 worden geschroefd. Onder meer om het doorscheuren van de basis 7 te vermijden, duwen de schroeven 11 de basis 7 niet rechtstreeks maar wel onder tussenkomst van metalen latten 12 tegen de naar boven gerichte zijde van de muur 1. Aan weerszijden van de
<EMI ID=20.1>
een dergelijke lat waardoor een rij schroeven 11 steken. De
<EMI ID=21.1>
Ook de twee randen 10 zijn door middel van schroefjes
13 zijdelings tegen de bovenkant van de muur 1 bevestigd. Deze schroefjes 13 hebben in hoofdzaak tot doel de randen 10 nauw
<EMI ID=22.1>
van de sleuf 8 gelegen delen van de basis 7 op de juiste plaats te brengen. De schroefjes 13 worden dus aangebracht vooraleer
<EMI ID=23.1>
Ter versteviging van de muur 1 kan de bovenkant er-
<EMI ID=24.1>
11 en 13 worden geschroefd.
Het is vanzelfsprekend dat een werkman die de schroeven 11 ingeschroefd heeft, de koker gevormd door de met hun einden in elkaar stekende kokerdelen 3 nog moet kunnen verlaten. Indien de muur 1 op een opening, bij voorbeeld een poortopening,
<EMI ID=25.1>
ge legd en kan de werkman de hogergenoemde koker verlaten langs het open einde ervan dat naast deze opening is gelegen. Nadien wordt nog met behulp van een eindstuk de door de kokerdelen 3 gevormde koker verlengd tot juist aan de opening en terzelfder tijd ook. afgesloten. Het eindstuk kan aan het laatste kokerdeel 3 worden vastgelijmd. Meestal eindigt de muur 1 op een dwarse en hogere muur 5 en veelal strekt hij
<EMI ID=26.1>
val worden de kokerdelen 3 gemonteerd tot op een kleine afdand van de muur 5 en wordt de koker 2 vervolledigd door een eindstuk 4, zoals voorgesteld in de figuren 1 en 2. Zoals reeds vermeld, bezit dit eindstuk 4 dezelfde dwarse doorsnede als de
<EMI ID=27.1>
schroeven 11 bevestigd. Bij het monteren wordt het eindstuk 4 een weinig elastisch opengerokken,hetgeen door de aanwezigheid van de sleuf 8 en" de aard van het materiaal van het eindstuk 4 mogelijk is, en zo voldoende over het laatste kokerdeel 3 van de koker 2 geschoven om de werkman, die de kokerdelen 3 bevestigd heeft,toe te-laten de koker te verlaten. Daarna wordt het eindstuk 4 tot tegen de muur 5 geschoven, met een einde over een voor af door bouten 18 op de muur 5 bevestigde schijf 14 van multiplex en wordt het eindstuk 4 van buiten uit op de <EMI ID=28.1>
het laatste kokerdeel 3.
Bepaalde buisdelen 3 kunnen hoeken vormen en
zelf bestaan uit twee onder hoek lopende delen die ter plaatse van de hoek aan elkaar gelijmd of gelast zijn.
Met de bu isdelen 3 en het eindstuk 4 bekomt men
<EMI ID=29.1>
met eenglad oppervlak die voo�en persoon die, zonder hulpmiddelen zoals een ladder,de muur 1 wenst te beklimmen geen enkel houvast biedt.
De buisdelen 3 en desgevallend het eindstuk 4 kunnen nog in hun onderste gedeelte van openingetjes 16 zijn voorzien. Bij voorkeur zijn aan weerszijden van de basis 7 een aantal dergelijke openingetjes 16 aangebracht dat gelijk is
<EMI ID=30.1>
lucht uit de binnenkant van de koker 2 laten ontsnappen zodat het ontstaan van overdruk in de koker 2 door het opwarmen van de erin aanwezige lucht wordt vermeden.
Vooral indien de koker 2 vrij lang is, kan het nodig zijn uitzettingsvoegen te voorzien om spanningen ingevolge het uitzetten van de koker 2 onder invloed van een verwarming te vermijden. Een dergelijke uitzettingsvoeg kan bij voorkeur worden voorzien tussen het eindstuk 4 en het erop aansluitende
<EMI ID=31.1>
en slechts over een gedeelte omringt. De overblijvende groef
<EMI ID=32.1>
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm,
<EMI ID=33.1>
kan afwijken van de hiervoor beschreven vorm in zoverre de- koker de naar boven gerichte zijde van de muur volledig afdekt en
<EMI ID=34.1>
<EMI ID=35.1>
de muur worden bevestigd, moeten niet noodzakelijk eigen aan elk buisdeel zijn. Deze latten kunnen ook over verschillende buisdelen doorlopen. In dit geval zorgen de latten voor een
<EMI ID=36.1>
zelfsprekend dat in een dergelijk geval de uitstekende rand
<EMI ID=37.1>
onderbroken zijn.
<EMI ID=38.1>
1. Bedekking van een muur die overschrijding belet,
<EMI ID=39.1>
<EMI ID=40.1>
en zo op deze bovenkant aansluit dat de naar boven gerichte
<EMI ID=41.1>
van welke koker het boven de muur uitstekende gedeelte is af-
<EMI ID=42.1>
2. Bedekking van een muur volgens vorige conclusie,
met het kenmerk dat de grootste breedte van de koker merkelijk
groter is dan de dikte van de muur.
3. Bedekking van een muur volgens vorige conclusie,
met het kenmerk dat de grootste breedte van de koker groter is
<EMI ID=43.1>
"Covering a wall crossing
prevent ".
The invention relates to a covering
of a wall that prevents crossing.
Known coverings of this type are formed by strips of sharp pins which, with the pins facing up, are on or in the upward facing side of the wall
<EMI ID = 1.1>
they do not constitute a scare but a solid impediment to exceeding. On the contrary, the pins form an easy one
<EMI ID = 2.1>
the stinging effect of the pins can easily be turned off, for example with the aid of cloths.
Another known cover is barbed wire, which is either stretched between wall mounted posts or braided into a network. This cover, in fact, also provides a grip that makes climbing the wall easier. The irritating effect of the barbed wire can also be easily turned off or softened, for example, by wearing gloves, while the barbed wire can be easily cut and removed using appropriate tools.
These known coatings, and especially the latter, are also very unaesthetic.
The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide a covering of a wall which offers an excellent guarantee against crossing this wall and which
<EMI ID = 3.1>
For this purpose, the cover includes a sleeve that runs the length of the wall, on the top of the wall
is fastened to this top so that the upward side of the wall is covered over the entire wall thickness.
<EMI ID = 4.1>
rounded and has a smooth exterior.
In contrast to the known coverings, this cover does not provide any support, so that the exceeding is mainly prevented by climbing the wall, without
<EMI ID = 5.1>
In a special embodiment of the invention, the largest width of the tube is considerably larger than the
<EMI ID = 6.1>
Because the part above the wall protrudes from
<EMI ID = 7.1>
striding of the wall extra hindered.
In an advantageous embodiment of the invention, the tube is provided on its underside over substantially the entire length with two protruding edges between which the top of the wall fits.
In an effective embodiment of the invention
<EMI ID = 8.1>
and is the largest part of the tube inside and out
with its underside attached to the upward facing side of the wall.
In a curious embodiment of the invention, the portion of the sleeve projecting above the wall has a cross section forming part of a circle.
In a preferred embodiment of the invention, the sleeve is made of fiber-reinforced plastic
<EMI ID = 9.1>
with a plastic gel coating.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a wall covering preventing overrun, according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the reference numerals for attached drawings.
<EMI ID = 10.1> invention. Figure 2 represents a section according to the line II- <EMI ID = 11.1>
Fixture 3 represents a section along the line
<EMI ID = 12.1>
IV-IV from figure 3.
In the different figures, like reference numerals refer to like elements.
The covering of the wall 1 according to the figures is mainly formed by a sleeve 2 which, over the entire length of the wall, is fixed on the top thereof and completely covers the upward side of the wall.
This tube 2 is divided in its length into different tube parts 3 of limited length and where the wall 1 connects to a transverse and higher wall 5, the tube 2 is formed by an end piece 4. The tube parts 3 are with their ends in
<EMI ID = 13.1>
this end protruding and more inwardly situated edge 6 which protrudes into the other end of an adjacent tube section.
<EMI ID = 14.1>
cut so that the tube 2 has the same cross-section along its entire length. Each box section 3 and the end section 4 form a bottom flattened round tube which is open at its bottom and is provided with a projecting edge on either side of the flattened bottom. Each tubular part 3 and the end piece 4 therefore consist of a flat base 7 which is divided in two by a longitudinal slot 8, a casing 9 with a cross section connecting to this base, which part of a
<EMI ID = 15.1>
facing side of the wall 1. The top of the wall just fits between the two edges 10.
The sleeve parts 3 and the end piece 4 are made of a laminate of glass-fiber-reinforced polyester. Moreover, the outside of the jacket 9 and of the edges 10 is
<EMI ID = 16.1>
surface. Due to the laminate of glass fiber-reinforced polyester, with a small thickness of the jacket 9, namely a thickness of the order of five mm, a sufficient strength can be obtained.
The diameter of the jacket 9 is greater than twice
the thickness of the wall 1. For a wall with a thickness of approx
50 cm, the bit diameter of the jacket 9 is preferably in the order of magnitude of 120 cm. In any case, the
<EMI ID = 17.1>
<EMI ID = 18.1>
<EMI ID = 19.1>
by screws 11 which, on either side of the slot 8, are screwed through the base 7 into the top of the wall 1. Among other things to prevent the base 7 from tearing through, the screws 11 do not push the base 7 directly but through the use of metal slats 12 against the upward side of the wall 1. On either side of the
<EMI ID = 20.1>
such a slat through which a row of screws 11 protrude. The
<EMI ID = 21.1>
The two edges 10 are also by means of screws
13 mounted sideways against the top of wall 1. These screws 13 mainly have the purpose of narrowing the edges 10
<EMI ID = 22.1>
parts of the base 7 located from the slot 8 in the correct position. The screws 13 are thus fitted before
<EMI ID = 23.1>
To reinforce the wall 1, the top can be
<EMI ID = 24.1>
11 and 13 are screwed.
It goes without saying that a worker who has screwed in the screws 11 must still be able to leave the tube formed by the tube parts 3 having their ends interlocking. If the wall 1 is on an opening, for example a gate opening,
<EMI ID = 25.1>
and the worker may leave the aforementioned sleeve along its open end adjacent to this opening. Afterwards, with the help of an end piece, the tube formed by the tube parts 3 is extended to just the opening and at the same time also. locked. The end piece can be glued to the last box section 3. Usually the wall 1 ends on a transverse and higher wall 5 and often it stretches
<EMI ID = 26.1>
In the fall, the sleeve parts 3 are mounted to a small distance from the wall 5 and the sleeve 2 is completed by an end piece 4, as shown in figures 1 and 2. As already mentioned, this end piece 4 has the same transverse section as the
<EMI ID = 27.1>
screws 11 attached. During mounting, the end piece 4 is stretched slightly elastic, which is possible due to the presence of the slot 8 and the nature of the material of the end piece 4, and is thus slid sufficiently over the last sleeve part 3 of the sleeve 2 to allow the worker , which has secured the sleeve parts 3, to allow to leave the sleeve, then the end piece 4 is pushed against the wall 5, with one end over a plywood disc 14 fixed to the wall 5 by bolts 18 and then the end piece 4 from the outside on the <EMI ID = 28.1>
the last section 3.
Certain pipe sections 3 can form angles and
themselves consist of two angled parts that are glued or welded together at the corner.
Parts 3 and end piece 4 are obtained with the tube
<EMI ID = 29.1>
with a smooth surface that does not provide any support for a person who, without aids such as a ladder, wishes to climb wall 1.
The tube parts 3 and, if necessary, the end piece 4 can still be provided with openings 16 in their lower part. Preferably, a number of such openings 16 are provided on either side of the base 7 and are identical
<EMI ID = 30.1>
let air escape from the inside of the tube 2, so that the creation of overpressure in the tube 2 by heating up the air contained therein is avoided.
Especially if the sleeve 2 is quite long, it may be necessary to provide expansion joints to avoid stresses due to the expansion of the sleeve 2 under the influence of a heating. Such an expansion joint can preferably be provided between the end piece 4 and the adjacent piece
<EMI ID = 31.1>
and surrounds only a portion. The remaining groove
<EMI ID = 32.1>
The invention is by no means limited to the above-described embodiment, and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including as regards the shape,
<EMI ID = 33.1>
may deviate from the above-described shape insofar as the sleeve completely covers the upward-facing side of the wall and
<EMI ID = 34.1>
<EMI ID = 35.1>
fixed to the wall, do not necessarily have to be specific to each pipe section. These slats can also run over different pipe sections. In this case, the slats provide one
<EMI ID = 36.1>
self-evident that in such a case the protruding edge
<EMI ID = 37.1>
interrupted.
<EMI ID = 38.1>
1. Covering a wall that prevents exceeding,
<EMI ID = 39.1>
<EMI ID = 40.1>
and connect to this top so that the upward facing
<EMI ID = 41.1>
which tube is the part protruding above the wall-
<EMI ID = 42.1>
2. Covering a wall according to the previous claim,
characterized in that the largest width of the tube is noticeable
greater than the thickness of the wall.
Covering a wall according to the previous claim,
characterized in that the largest width of the tube is larger
<EMI ID = 43.1>