Verbeteringen aan tangmechanismen. voor het aanbrengen van merkblikjes
De uitvinding heeft betrekking op verbeteringen aan tang- mechanismen voor het aanbrengen van merkblikjes op geslacht vee en in het
bijzonder pluimvee.
Men kent reeds dergelijke tangmechanismen zoals bijvoorbeeld
beschreven in belgisch octrooi 845.735. De ondervinding heeft uitgewezen dat
in de praktijk dergelijk mechanisme teveel onderhevig is aan slijtage. Daarenboven zijn verscheidene onderdelen van dit mechnanisme zodanig belast dat vaak breuk optreedt door vermoeidheid van het materiaal.
Deze nadelen worden verholpen door middel van de huidige
uitvinding waarbij de onderdelen steviger uitgebouwd zijn en minder onderhevig aan slijtage.
Dit doel wordt bereikt door de buitenzijde van elke arm van de tang te laten samenwerken met een nokvormige aanslag dewelke nabij de vooruitgeschoven positie van de glijblok de armen naar elkaartoedrukt waarbij de tandjes van het merkblikje opgerold worden door de klauwen van de tang, waarna door het verdraa ien van de aanslag deze klauwen terug lichtjes opengaan alvorens de achteruitgaande beweging aan te vangen.
Teneinde de uitvinding beter te begrijpen volgt hierna een beschrijving van enkele uitvoeringsvormen waarin de verwijzingcijfers betrekking hebben op de hierbij toegevoegde tekeningen waarin :
figuur 1 : een schematisch bovenaanzicht is van een tangmechanisme volgens de uitvinding. figuren 2 en 3 : tonen de werking aan van het tangmechaniame volgens de figuur 1. figuren 4 en 5 : tonen de werking van een andere uitvoeringsvorm.
Op de figuur 1 is een gedeelte 1 van een glijblok afgebeeld dewelke voor- en achteruit kan bewegen langs de glijvlakken 2 en 3 van het vast gedeelte van een toestel voor het aanbrengen van merkblikjes.
Deze heen- en weergaande beweging kan gestuurd worden door een nok, pneumatische cylinder of dergelijke.
Op het gedeelte 1 van de glijblok zijn twee armen 4 en 5 van de tang scharnierend bevestigd respectievelijk in 6 en 7. De armen 4, 5 worden voortdurend uit elkaar geduwd door een veer 8 die aangebracht is in een uitholling 9 van elke arm.
Zoals reeds beschreven in belgisch octrooi 845.735 zijn de armen 4, 5 aan hun vrije uiteinde voorzien van klauwen 10 en 11 voor het grijpen van de merkblikjes en het oprollen van de tandjes en werkt een uitgefreesd gedeelte
12 van elke arm samen met stootvingers 13 voor het vastnemen van een merkblikje door de klauwen 10, 11.
Volgens de huidige uitvinding is de buitenzijde 14 van elke
<EMI ID=1.1>
werken met een nokvormige aanslag 15 waardoor de armen en hun respectievelijke klauwen 10, 11 bij het einde van hun vooruitgaande beweging in een eerste faze naar elkaar worden toegedrukt waarna ze terug lichtjes opengaan alvorens de achteruitgaande beweging aan te vangen.
Deze aanslag 15 kan zich verdraaien rond een as 16 en wordt in normale stand
(figuur 1) door een veertje 17 voorzien van een stelschroef 17 tegen een vaste pen 18 gedrukt.
De figuren 2 en 3 tonen aan hoe deze aanslag 15 zich beweegd gedurende zijn samenwerken met de buitenzijde van de arm 4 op het einde van haar vooruitgaande beweging. Eerst grijpt een hoek van de voorzijde van de aanslag 15 in op een schuin vlak 19 van de arm 4. Wanneer het schuinvlak 19 volledig voorbij die hoek is (figuur 3) wentelt de aanslag 15 door de druk van de
arm 4 en komt met zijn zijkant gelijk met de buitenzijde van de arm 4 te liggen waardoor de klauw 10 van deze laatste lichtjes opengaan.
Hetzelfde gebeurt met de klauw 11 van de arm 5.
De aanslag 15 is symetrisch uitgevoerd zodat bij eventuele overdreven slijtage van een hoek van de voorzijde, de aanslag eenvoudig kan omgedraaid worden zonder daarom het stuk te moeten vervangen.
De figuren 4 en 5 tonen de werking van een andere vorm van aanslag 20 die tevens kan draaien om een as 16 en voorzien is van een kleine vleugel
21 en een grote vleugel 22. Een bultvormig uitsteeksel 23 op de buitenzijde van de arm 4 werkt samen met de kleine vleugel 21 van de aanslag 20 terwijl de grote vleugel 22 het wentelen van de aanslag 20 beperkt door ofwel tegen de buitenzijde van de arm 4 aan te drukken bij de vooruitgaande
<EMI ID=2.1>
de arm 4.
De werkwijze van deze uitvoering komt in princiepe overeen met deze van de vooraf besproken uitvoering.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn vooropgesteld als voorbeelden en beperken de uitvinding niet.
Improvements to pincer mechanisms. for applying branded cans
The invention relates to improvements in gripper mechanisms for applying tag cans to slaughtered cattle and in the
special poultry.
Such gripper mechanisms are already known, such as, for example
described in Belgian patent 845,735. Experience has shown that
in practice such a mechanism is too subject to wear. In addition, several parts of this mechanism are loaded in such a way that fractures often occur due to fatigue of the material.
These drawbacks are overcome through the current
invention in which the parts are more robust and less susceptible to wear.
This object is achieved by engaging the outer side of each arm of the tongs with a cam-shaped stop which, near the forward position of the sliding block, pushes the arms together with the teeth of the marker can being rolled up by the jaws of the tong, and By turning the stop, these claws open slightly again before starting the reverse movement.
In order to better understand the invention, there follows a description of some embodiments, in which the reference numerals relate to the accompanying drawings, in which:
figure 1: is a schematic top view of a tong mechanism according to the invention. Figures 2 and 3: show the operation of the pliers mechanism according to Figure 1. Figures 4 and 5: show the operation of another embodiment.
In Figure 1, there is shown a portion 1 of a sliding block which is movable forwards and backwards along the sliding surfaces 2 and 3 of the fixed portion of a marking can applicator.
This back and forth movement can be controlled by a cam, pneumatic cylinder or the like.
On the part 1 of the sliding block, two arms 4 and 5 of the tongs are pivotally mounted in 6 and 7 respectively. The arms 4, 5 are continuously pushed apart by a spring 8 arranged in a recess 9 of each arm.
As already described in Belgian patent 845.735 the arms 4, 5 are provided at their free end with claws 10 and 11 for gripping the brand cans and rolling up the teeth and a milled-out part works.
12 of each arm together with thrust fingers 13 for gripping a marker can by the claws 10, 11.
According to the present invention, the outside is 14 of each
<EMI ID = 1.1>
operate with a cam-shaped stop 15 whereby the arms and their respective jaws 10, 11 are pressed together in a first phase at the end of their forward movement, after which they open slightly again before commencing the reverse movement.
This stop 15 can rotate about a shaft 16 and becomes in the normal position
(figure 1) pressed against a fixed pin 18 by a spring 17 provided with a set screw 17.
Figures 2 and 3 show how this stop 15 moves during its engagement with the outside of the arm 4 at the end of its forward movement. First, a corner of the front of the stop 15 engages an oblique surface 19 of the arm 4. When the oblique surface 19 is completely past that angle (Figure 3), the stop 15 rotates under the pressure of the arm 4.
arm 4 and comes to lie with its side flush with the outside of the arm 4, so that the claw 10 of the latter slightly opens.
The same happens with the claw 11 of the arm 5.
The stop 15 is of symmetrical design, so that in the event of excessive wear of a corner of the front, the stop can be simply turned around without having to replace the part.
Figures 4 and 5 show the operation of another form of stop 20 which can also rotate about an axis 16 and is provided with a small wing.
21 and a large wing 22. A hump-shaped protrusion 23 on the outside of the arm 4 cooperates with the small wing 21 of the stop 20 while the large wing 22 restricts the rotation of the stop 20 by either against the outside of the arm 4 pressing on the forward
<EMI ID = 2.1>
the arm 4.
The working method of this embodiment corresponds in principle to that of the previously discussed embodiment.
The above-described embodiments are provided as examples and do not limit the invention.