BE868103A - Werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigd - Google Patents
Werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigdInfo
- Publication number
- BE868103A BE868103A BE188553A BE188553A BE868103A BE 868103 A BE868103 A BE 868103A BE 188553 A BE188553 A BE 188553A BE 188553 A BE188553 A BE 188553A BE 868103 A BE868103 A BE 868103A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- plate
- roof element
- agglomerate
- battens
- insulating material
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B21/00—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board
- B32B21/04—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board comprising wood as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
- B32B21/08—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board comprising wood as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material of synthetic resin
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B21/00—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board
- B32B21/04—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board comprising wood as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
- B32B21/047—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board comprising wood as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material of foam
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B21/00—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board
- B32B21/02—Layered products comprising a layer of wood, e.g. wood board, veneer, wood particle board the layer being formed of fibres, chips, or particles, e.g. MDF, HDF, OSB, chipboard, particle board, hardboard
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B5/00—Layered products characterised by the non- homogeneity or physical structure, i.e. comprising a fibrous, filamentary, particulate or foam layer; Layered products characterised by having a layer differing constitutionally or physically in different parts
- B32B5/18—Layered products characterised by the non- homogeneity or physical structure, i.e. comprising a fibrous, filamentary, particulate or foam layer; Layered products characterised by having a layer differing constitutionally or physically in different parts characterised by features of a layer of foamed material
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B7/00—Roofs; Roof construction with regard to insulation
- E04B7/20—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
- E04B7/22—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
- E04B7/225—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material the slabs having non-structural supports for roofing materials
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B2266/00—Composition of foam
- B32B2266/02—Organic
- B32B2266/0214—Materials belonging to B32B27/00
- B32B2266/0278—Polyurethane
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B2419/00—Buildings or parts thereof
- B32B2419/06—Roofs, roof membranes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
V "Werkwijze ter vervaardiging van een geïsoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigd" De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement, volgens dewelke men in een pers cellulosehoudende deeltjes, een bindmiddel en een waterdichte kunststoffolie aanbrengt, , en door persen een aan een zijde met folie beklede agglomeraatplaat vormt, men op deze plaat vervolgens versterkingslatten bevestigt en men, ten minste tussen de latten, isola-tiemateriaal op de plaat aanbrengt. De aldus vervaardigde dakelementen worden gebnuikt voor het afdichten en isoleren van daken, en in het bijzonder hellende daken. De dakelementen worden met de latten en het isolerend materiaal aan de bovenzijde geplaatst. Op de latten wordt dan de dakbedekking gemonteerd. Bij de bekende werkwijzen van deze soort brengt men de latten, en het isolerend materiaal, aan op de zijde van de plaat welke door de folie bekleed is. Deze folie heeft in feite tot doel de agglomeraatplaat te beschermen tegen waterindringing. Aangezien men meestal gebruik maakt van een isolerend materiaal dat water ondoorlatend is, heeft deze folie in feite nog weinig nut. <EMI ID=1.1> ze bekende werkwijzen bekomt, de andere zijde, dit is dus normaal de binnenzijde van het dakelement, niet bekleed. De zichtbare zijde van de dakelementen is dus niet erg esthetisch. Erger is nog dat deze zijde niet beschermd is tegen het-bin- <EMI ID=2.1> voorbeeld wanneer de dakelementen bij vochtig weer aangebracht worden of door de aanwezigheid van bouwvocht gedurende de eerste maanden na de bouw, wordt dus niet belet. Door deze vochtopname kan het voorkomen dat de agglomeraatplaat; dit is meestal een vezelplaat of spaanderplaat lichtjes gaat opzwellen en afhankelijk van de hoeveelheid geabsorbeerd vocht, nadien gaat reuzelen. Bij het vervaardigen van dergelijke cellulosehoudende agglomeraatplaten, gebruikt men als bindmiddel bij het vervaardigen meestal formaldehyde. De hoeveelheid formaldehyde is meestal groter dan de stoechiometrische verhouding. Dit is onder meer het geval bij de ureum-formaldehyde en melamineformaldehyde lijmen. Door hydrolyse kan dan bij deze niet <EMI ID=3.1> komen. Dit is uiteraard onwenselijk en strenge reglementeringen bestaan reeds of zijn te verwachten in verschillende landen die de toelaatbare afgifte van formaldehyde beperken. Het is wel bekend, zeker indien de dakruimte onder de dakelementen benut wordt, deze dakelementen na hun vervaardiging nog aan de onderzijde te bekleden. Deze bekleding heeft in hoofdzaak tot doel een mooi uitzicht aan deze onderkant te geven en belet meestal niet of slechts gedeeltelijk het binnendringen van vocht. In elk geval is een dergelijke werkwijze relatief kostelijk en technisch zelfs vrij moeilijk aangezien de dakelementen doorgaans tamelijk grote dikteverschillen vertonen. De uitvinding heeft tot doel al deze nadelen te verhelpen en een werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement te verschaffen die eenvoudig en economisch is maar waarbij het bekomen dakelement ook aan de van de latten afgekeerde zijde beschermd wordt tegen het binnendringen van vocht zodat men dus een dakelement bekomt dat niet reuzelt en praktisch geen formaldehyde vrijgeeft. Tot dit doel brengt men de versterkingslatten en het isolatiemateriaal aan op de zijde van de agglomeraatplaat die tegengesteld is aan die waarop de folie aangebracht is en gebruikt men als isolatiemateriaal een water-ondoorlatend isolatiemateriaal. <EMI ID=4.1> schermt de onderzijde van de agglomeraatplaat.De bovenzijde van deze plaat is beschermd door de latten en het ertussen gele-gen isolatiemateriaal. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding brengt men een folie aan die op haar,van de cellulosehoudende deeltjes afgekeerde,zijde van een bedrukking voorzien is. In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding brengt men ten minste op de randen van de agglomeraatplaat welke evenwijdig lopen aan de latten, een waterondoorlatende afdichting aan. Bij deze uitvoeringsvorm is dus ook alle indringing <EMI ID=5.1> Doelmatig brengt men op deze evenwijdig aan de latten lopende randen van de agglomeraatplaat een samendrukbare kunststof aan. Tussen twee naburige dakelementen in een dakconstructie ontstaat een voeg weke een koudebrug vormt. De uitvinding heeft ook tot doel dit nadeel te verhelpen en een werkwijze ter vervaardiging van een geïsoleerd dakelement te verschaffen waarbij dakelementén bekomen worden die zonder koudebrug tegen elkaar kunnen geplaatst worden. Tot dit doel brengt men op de naar buiten gerichte zijwand van ten minste een van de twee uiterste latten van het dakelement een strook isolerend materiaal aan. Doelmatig bevestigt men daarenboven een uiterste lat op de agglomeraatplaat zo dat ze een weinig buiten de uiterste rand uitsteekt terwijl men de andere uiterste lat op een kleine afstand van de overeenstemmende uiterste rand op de plaat bevestigt. Doelmatig brengt men een strook isolerend materiaal aan op de lat die op een afstand van de overeenstemmende rand van de agglomeraatplaat vastgemaakt is. De uitvinding heeft ook betrekking op een dakelement vervaardigd volgens de werkwijze volgens een van de vorige uitvoeringsvormen. De aanvrage heeft dus in het bijzonder ook betrekking op een dakelement bestaande uit een agglomeraatplaat van cellulosehoudende deeltjes, een erop tijdens het persen aangebrachte folie van waterdichte kunststof, op de plaat bevestigde latten en tussen de latten op de plaat aangebracht isolatiemateriaal, waarvan het kenmerkende erin bestaat dat de latten en het isolatiemateriaal voorkomen aan de zijde van de agglomeraatplaat die tegengesteld is aan die waarlangs de folie voorkomt. Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een werkwij ze ter vervaardiging van een geïsoleerd dakelement en van een volgens deze werkwijze vervaardigd dakelement, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. De figuur stelt een dwarse doorsnede voor van een dakelement volgens de uitvinding. Ter vervaardiging van een dakelement volgens de figuur, vervaardigt men eerst op een bekende manier een spaanderplaat 1 welke bij het persen zelf bekleed wordt met een samengestelde folie 2, een zogenoemd complet van polyethyleen en kraftpapier, welke aan een zijde bedrukt is met een bedrukking die een textielweefsel nabootst. Men brengt <EMI ID=6.1> de naar de perswand gericht, waarna men boven deze folie spaanders in een formaldehydebindmiddel zoals ureum-formaldehyde of melamine-formaldehyde aanbrengt, waarna men onder verwarming perst. Door de toevoeging van sulfietloog kan men het gehalte aan vrije formaldehyde drastisch verlagen. Vervolgens nagelt-- men op de van de folie 2 afgekeerde zijde van de plaat 1 versterkingslatten 3. Deze latten 3 lopen in de langsrichting over gans de lengte van de plaat 1. Deze nageling voert men uit met bekende nagelmachines van aan de met de folie 2 beklede zijde. De nagels worden door de plaat 1 in de latten 3 geschoten. Meestal gebruikt men drie tot vier versterkingslatten per plaat 1. Van de twee uiterst gelegen latten 3, bevestigt men de ene zo dat ze een weinig buiten de overeenstemmende langse rand van de plaat 1 uitsteekt. Men bevestigt de andere uiterste lat op een kleine afstand van de erbij horende langse rand van de plaat 1 en wel op een a fstand die nagenoeg gelijk is aan de afstand waarmee de hiervoor genoemde uiterste lat buiten de plaat 1 uitsteekt. Een van de dwarse randen, namelijk die welke normaal onderaan moet komen, doordrenkt men met een bitumen. Om het bevuilen te beletten, dekt men deze rand dan af met een papierstrookje. De andere zijranden van de spaanderplaat 1, en vooral de langse randen ervan die evenwijdig lopen aan de latten 3, voorziet men van een afdichting 4 tegen waterindringing. Men kan hiertoe deze randen bekleden met paraffine, een lijm of een zachte schuimkunststof, bij voorkeur een polyurethaanschuimkunststof, welke bij het tegen elkaar plaatsen van de wandelementen kan samengedrukt worden. Men kan ook op de gedoelde randen een strookje van een water-ondoorlatende stof kleven. Op dezelfde zijde van de spaanderplaat 1 waarop de latten 3 vastgenageld zijn, spuit men tussen de latten 3 een laag 5 van polyurethaanschuimkunststof. Men gebruikt hiertoe schuimkunststof welke hard wordt en die zo goed mogelijk isoleert. Op de naar buiten gerichte zijwand van de uiterste lat 3 welke op een kleine afstand van de uiterste rand van de spaanderplaat 1 loopt, spuit men nog een s trookje 6 van een samendrukbare , niet-wateropslorpende isolerende schuimkunststof zoals bijvoorbeeld zacht of halfzacht polyurethaanschuim. Wanneer men nu twee aldus vervaardigde dakelementen met hun langse randen tegen elkaar plaatst in een dak met de latten 3 aan de bovenzijde, dan haken deze dakelementen <EMI ID=7.1> zijde, dit is dus de zichtbare zijde van de wandelementen,is door de folie 2 mooi van uitzicht. De folie 2 beschermt de plaat bovendien tegen vocht. Ook de voegen tussen twee platen zijn beschermd tegen vocht door de aanwezigheid van de afdichting 4. Ook aan de bovenzijde zijn door de lagen schuimkunststof 5 tussen de latten 3 deze wandelementen volledig waterdicht. Juist doordat ze zowel aan de boven- als aan de onderzijde tegen vocht beschermd zijn, zou eventueel langs de voegen binnengedrongen water zeer moeilijk kunnen verdampen. Vandaar het grote nut ook deze voegen tegen waterindringing te beveiligen. De uitspringende uiterste lat 3 van het ene wandelement komt tegen de op een kleine afstand van de uiterste rand lopende uiterste lat 3 van het naburige wandelement waarbij het strookje 6 op de zijwand van de laatstgenoemde lat samengedrukt wordt en de koudebrug welke tussen de twee platen ontstaat onderbreekt. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor bescheven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat-betreft de vorm. de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden. In het bijzonder moeten de agglomeraatplaten niet noodzakelijk van spaanders vervaardigd zijn. Ze kunnen ook vervaardigd zijn van houtvezels of vlasvezels, Ook het bindmiddel moet niet noodzakelijk een ureum-of melamine-formaldehyde hars zijn. Het moet zelfs niet noodzakelijk een formaldehydehars zijn. Ook de folie moet niet noodzakelijk een samengestelde folie van polyethyleen en kraftpapier zijn. Ook andere waterondoorlatende kunststoffolies welke in de pers op de spaanderkoek kunnen aangebracht worden, kunnen gebruikt worden. Het isolatiemateriaal dat tussen de latten aangebracht wordt moet niet noodzakelijk van polyurethaan zijn. Andere schuimkunststoffen kunnen ook gebruikt worden. Verder moet ook de afdichting van de langse randen niet noodzakelijk met een van de in de beschrijving vermelde materialen plaatsvinden. Ook het materiaal van het samendrukbaar strookje op een uiterste lat van de dakelementen moet niet noodzakelijk samendrukbaar polyurethaanschuim zijn. Men kan hiertoe ook andere samendrukbare materialen welke een isolerend effect hebben, gebruiken.
Claims (1)
- CONCLUSIES.1. Werkwijze ter vervaardiging van een geïsoleerd dakelement, volgens dewelke men in een pers cellulosehoudende deeltjes, een bindmiddel en een waterdichte kunststoffolie aanbrengt, en door persen een aan een zijde met folie beklede agglomeraatplaat vormt, men op deze plaat vervolgens versterkingslatten bevestigt en men, ten minste tussen de latten, isolatiemateriaal qp de plaat aanbrengt, m e t het <EMI ID=8.1>teriaal aanbrengt op de zijde van de agglomeraatplaat die tegengesteld is aan die waarop de folie aangebracht is enmen als isolatiemateriaal een water-ondoorlatend isolatiemateriaal gebruikt.2. Werkwijze volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat men een folie aanbrengt die op haar van de cellulosehoudende deeltjes afgekeerde zijde van een bedrukking voorzien is.3. Werkwijze volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat men een folie aanbrengt die op haar vande cellulosehoudende deeltjes afgekeerde zijde van een bedrukking met textieluitzicht voorzien is.4. Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat men ten minste op de randen van de agglomeraatplaat welke evenwijdig lopen aan de latten, een water-ondoorlatende afdichting aanbrengt.5. Werkwijze volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat men op deze evenwijdig aan de latten lopende randen van de agglomeraatplaat een samendrukbare kunststof aanbrengt.6. Werkwijze ter vervaardiging van een geïsoleerd dakelement, volgens dewelke men in een pers cellulosehoudende deeltjes, een bindmiddel en een waterdichte kunststoffolie aanbrengt, en door persen een aan een zijde met folie beklede agglomeraatplaat vormt, men op deze plaat vervolgens versterkingslatten bevestigt en men, ten minste tussen de latten, isolatiemateriaal op de plaat aanbrengt, m e t h e t k e nm e r k dat men op de naar buiten gerichte zijwand van ten minste een van de twee uiterste latten van het dakelementeen strook isolerend materiaal aanbrengt.7. Werkwijze volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat men een uiterste lat op de agglomeraatplaat bevestigt zo dat ze een weinig buiten de uiterste rand uitsteekt terwijl men de andere uiterste lat op een kleine afstand van de overeenstemmende uiterste rand op de plaat bevestigt.8. Werkwijze volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat men een strook isolerend materiaal aanbrengt<EMI ID=9.1>de agglomeraatplaat vastgemaakt is.9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 to t 5<EMI ID=10.1>m e r k dat men de versterkingslatten en het isolatiemateriaal aanbrengt op de zijde van de agglomeraatplaat die tegengesteld is aan die waarop de folie aangebracht is en men op de naar buiten gerichte zijwand van ten minste een van de twee uiterste latten een strook isolerend materiaal aanbrengt.10. Werkwijze ter vervaardiging van een geïsoleerd dakelement zoals hiervoor beschreven.11. Dakelement bestaande uit een agglomeraatplaatvan cellulosehoudende deeltjes, een erop tijdens het persen aangebrachte folie van waterdichte kunststof, op de plaat bevestigde latten en tussen de latten op de plaat aangebracht isolatiemateriaal, m e t het k e n m e r k dat de latten en het isolatiemateriaal voorkomen aan de zijde van de agglomeraatplaat die tegengesteld is aan die waarlangs de folie voorkomt.12. Dakelement volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de folie op haar zichtbare , van de agglomeraatplaat afgekeerde zijde van.een bedrukking voorzien is.13. Dakelement volgens een van de conclusies 11 en 12, m e t h e t k e n m e r k dat de randen van de agglomeraatplaat welke evenwijdig lopen aan de latten, bekleed zijn met een water-ondoorlatende afdichting.14. Dakelement volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de evenwijdig aan de latten lopende randen van de agglomeraatplaat bekleed zijn met een samendrukbare kunststof.15. Dakelement volgens een van de conclusies 11 tot 14, m e t h e t k e n m e r k dat op de naar buiten gerich-<EMI ID=11.1>strook isolerend materiaal aangebracht is.16. Dakelement zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE188553A BE868103A (nl) | 1978-06-14 | 1978-06-14 | Werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigd |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE868103 | 1978-06-14 | ||
BE188553A BE868103A (nl) | 1978-06-14 | 1978-06-14 | Werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigd |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE868103A true BE868103A (nl) | 1978-10-02 |
Family
ID=25650842
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE188553A BE868103A (nl) | 1978-06-14 | 1978-06-14 | Werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigd |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE868103A (nl) |
-
1978
- 1978-06-14 BE BE188553A patent/BE868103A/nl unknown
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1786987B1 (en) | Methods of providing water protection to roof structures and roof structures formed by the same | |
US6772569B2 (en) | Tongue and groove panel | |
CA2520685C (en) | Foam backed fiber cement | |
US6044604A (en) | Composite roofing members having improved dimensional stability and related methods | |
CA2216027C (en) | Composite roofing members having improved dimensional stability and related methods | |
CA1191774A (en) | Composite wood panel | |
EA035052B1 (ru) | Панель на основе древесных волокон с поверхностным слоем | |
US11865827B2 (en) | Panel and method for manufacturing a panel | |
US2062149A (en) | Composition roofing | |
US3292334A (en) | Roofing element and roof surface | |
US20230313533A1 (en) | Integrated roof system with engineered wood | |
US4095383A (en) | Roof-sheeting element with integral lath structure | |
US20210285216A1 (en) | Integrated ventilation and flashing in integrated roof system with engineered wood | |
US20210108417A1 (en) | Integrated roof system with engineered wood | |
BE868103A (nl) | Werkwijze ter vervaardiging van een geisoleerd dakelement en dakelement volgens deze werkwijze vervaardigd | |
DE3601371C2 (nl) | ||
CN114555305B (zh) | 建筑镶板和生产这种建筑镶板的方法 | |
JP2520081B2 (ja) | 防湿性を有する内装材 | |
BE876257A (fr) | Bouwpaneel zoals wand- of dakpaneel | |
US20230010965A1 (en) | Integrated roof system with integrated driplap edge | |
WO2024044399A1 (en) | Structural panel with exterior insulating foam layer | |
NL9300967A (nl) | Gebouw. | |
JP4031381B2 (ja) | 無機質複合板およびそれを用いた壁面工法 | |
JP2013185350A (ja) | 床材 |