" Verwarmingskonvektor."
De uitvinding betref t een verwarmingskonvektor die op een rationele wijze wordt vervaardigd en bestaat uit meerdere delen die op losneembare wijze in de fabriek of ter plaatse worden gemonteerd, waarna de konvektor op de verwarmingsinrichting wordt aangesloten.
Bij al de gekende verwarmingskonvektoren zijn de eigenlijke verwarmingselementen, die elk bestaan uit een rechte of gebogen buis met hierop haakrecht vastgezette
<EMI ID=1.1>
waarvan één kollektor is aangesloten op de toevoerleiding
en de andere kollektor op de afvoerleiding van de verwarmingsinrichting.
<EMI ID=2.1>
minste een lasmachine nodig is voor het vastlassen van de verwarmingselementen op de kollektoren maar dat de las van aldus vervaardigde konvektoren aan een dichtheidsproef moet worden
<EMI ID=3.1>
genomen. Een ander nadeel is nog dat zulk een konvektor betrekkelijk veel plaats inneemt tijdens het transport van de fabriek naar de plaats van bestemming, hetgeen bijzonder lastig kan zijn wanneer zulk een konvektor wordt. vervoerd door een persoon die de konvektor zelf gaat plaatseno
Om aan deze nadelen te verhelpen, heeft aanvraagster weliswaar haar toevlucht genomen tot een eenvoudige oplossing maar die toch wel in dit domein nieuwe resultaten met bijzondere voordelen afwerpt die met de bestaande konvektoren niet te bekomen zijn. Hiertoe worden volgens het voornaamste kenmerk der uitvinding, de einden van de buizen met lamellen, op de koll'ektoren aangesloten door middel van schroefdraadkoppelingen, waardoor niet alleen zulk een konvektor goedkoper dan voorheen
<EMI ID=4.1>
achterwege kan worden gelaten en de gedemonteerde konvektor
in een betrekkelijk kleine doos kan worden verkocht en vervoerd.
Een verkozen, doch geenszins beperkte uitvoeringsvorm van de verwarmingskonvektor overeenkomstig de uitvinding, die
<EMI ID=5.1>
beschreven. Deze beschrijving verwijst naar bijgevoegde tekeningen, waarin:
fig. 1 in langsdoorsnede af zonderlijke onderdelen weergeeft nodig voor het samenstellen van een konvektor volgens de uitvinding; fig. 2 in langsdoorsnede één der verwarmingselementen met lamellen weergeeft; fig. 3 in langsdoorsnede een gemonteerde konvektor weergeeft; fig. 4 hiervan een bovenaanzicht weergeeft; fig. 5 een dwarsdoorsnede weergeeft van de konvektor volgens de lijn V-V van figuur 4.
In deze figuren bemerkt men een huis 1 dat een kollektor
<EMI ID=6.1>
leiding van de verwarmingsinrichting wordt aangesloten en een kolJektor 4 met spruitstuk 5 waarop eveneens op de gekende wijze de afvoerleiding van de verwarmingsinrichting wordt aangesloten. Zowel de bodem 6 als het bovenvlak 7 van het huis 1 hebben de vorm van een tongewelf, waarbij het bovenvlak van een ontluchtingsopening 8 met klep 9 is voorzien. Door de bijzondere vorm van genoemd bovenvlak 7 kan de lucht volledig uit de
<EMI ID=7.1>
spruitstukken 10, respektievelijk 11, waarvan het manteloppervlak van een schroefdraadgedeelte 12 is voorzien. De eigenlijke verwarmingselementen bestaan elk uitjtwee op een afstand en boven elkaar geschikte buizen 13-14 van bijvoorkeur koud gewalst staal, die door koud gewalste stalen geprof ileerde lamellen 15 zijn verenigd die op genoemde buizen worden aangebracht. De bovenste buis 13 van elk element wordt in de mof
16 van een der bovenste spruitstukken 10 van de toevoerkollektor
<EMI ID=8.1>
van het onder genoemd spruitstuk 10 gelegen spruitstuk 11 van de afvoerkollektor 4. Elke mof 16 heeft een naa.r binnen toe gerichte kegelvormige uitboring 17 en een doorlaatopening 18. Voor het vastzetten van elke buis 13, respektievelijk 14, in
<EMI ID=9.1>
van een komvormige wartelmoer 19 die binnenin van een schroefdraadgedeelte 20 is voorzien dat op het schroefdraadgedeelte 12 r
<EMI ID=10.1>
rond de centrale opening 22 loopt waarvan de diameter een weinig groter is dan deze van de te koppelen buis. Om het aanschroeven van de wartelmoer te vergemakkelijken is het mantelvlak ervan voorzien van axiaal lopende ribben 23. Een knelring 24 van zacht materiaal en waarvan de buitenomtrek bolvormig en de binnenomtrek die passend over de te koppelen buis past, cilindervormig is, wordt aangebracht tussen elke mof en wartelmoer, zodat wanneer deze laatste op het spruitstuk wordt aangeschroefd, de knelring 24 tussen de kegelvormige uitboring
17 van het spruitstuk en het kegelvormig ringvlak 21 van de wartelmoer, wordt opgestuikt en de te koppelen buis waterdicht en klemvast is bevestigd.
De vrije einden van de twee onder elkaar gelegen buizen 13-14 van elk verwarmingselement, worden met elkaar in verbinding gesteld door middel van een omloopbocht 25 waarvan elk einde uitloopt in een mof 26 waarin
<EMI ID=11.1>
is voorzien van een schroefdraadgedeelte 12 waarop een wartelmoer
19 met knelring <2>4 wordt geschroefd van het soort zoals hiervoor reeds werd beschreven. Hiertoe is elke mof 26 eveneens voorzien
<EMI ID=12.1>
bemerken stroomt het warme water de kollektor 2 en de buis 13 binnen en wordt dit teruggevoerd doorheen de omloopbocht 25,
<EMI ID=13.1>
warmingselementen naast elkaar aangesloten op de kollektoren
<EMI ID=14.1>
zijn. Eveneens spreekt het vanzelf dat de vorm, de afmetingen
en de onderlinge opstelling van de hiervoor beschreven onderdelen kunnen verschillen mits binnen het kader d er uitvinding te blijven
<EMI ID=15.1>
het eveneens mogelijk zou zijn een toevoerkollektor aan één einde
"Heating convektor."
The invention relates to a heating generator which is manufactured in a rational manner and consists of several parts which are detachably mounted in the factory or on site, after which the convector is connected to the heating device.
In all the known heating convectors the actual heating elements, each of which consist of a straight or bent tube with hooked straight fixed on it.
<EMI ID = 1.1>
of which one collector is connected to the supply line
and the other collector on the discharge pipe of the heating device.
<EMI ID = 2.1>
at least one welding machine is required for welding the heating elements to the collectors, but the welding of the convectors thus manufactured must be subjected to a leak test
<EMI ID = 3.1>
taken. Another disadvantage is that such a convector takes up a relatively large amount of space during transport from the factory to the destination, which can be particularly troublesome when such a convector becomes. transported by a person who will place the convektor himself o
In order to overcome these drawbacks, the applicant has resorted to a simple solution, but which nevertheless yields new results in this field with special advantages which cannot be obtained with the existing convectors. To this end, according to the main characteristic of the invention, the ends of the tubes with lamellae are connected to the collectors by means of threaded couplings, whereby not only such a convector is cheaper than before.
<EMI ID = 4.1>
can be omitted and the disassembled convektor
can be sold and transported in a relatively small box.
A preferred, but by no means limited embodiment of the heating convector according to the invention, which is
<EMI ID = 5.1>
described. This description refers to the attached drawings, in which:
Fig. 1 shows in longitudinal section individual parts necessary for assembling a convector according to the invention; Fig. 2 represents one of the heating elements with fins in longitudinal section; Fig. 3 shows a mounted convector in longitudinal section; Fig. 4 represents a top view thereof; Fig. 5 represents a cross-section of the convector along the line V-V of Fig. 4.
In these figures one sees a house 1 containing a collector
<EMI ID = 6.1>
line of the heating device is connected and a collector 4 with manifold 5 to which the discharge line of the heating device is also connected in the known manner. Both the bottom 6 and the top surface 7 of the housing 1 have the shape of a barrel vault, the top surface being provided with a venting opening 8 with valve 9. Due to the special shape of said top surface 7, the air can completely escape
<EMI ID = 7.1>
manifolds 10 and 11, respectively, whose mantle surface is provided with a threaded portion 12. The actual heating elements each consist of two spaced apart and superimposed tubes 13-14 of preferably cold-rolled steel, which are joined by profiled cold-rolled steel fins 15 which are applied to said tubes. The top tube 13 of each element is inserted into the sleeve
16 of one of the top manifolds 10 of the feed collector
<EMI ID = 8.1>
of the manifold 11 of the discharge collector 4 located below said manifold 10. Each socket 16 has an inwardly directed conical bore 17 and a passage opening 18. For securing each tube 13, 14, respectively, in
<EMI ID = 9.1>
of a cup-shaped union nut 19 which is provided with a threaded portion 20 on the inside, which on the threaded portion 12
<EMI ID = 10.1>
runs around the central opening 22, the diameter of which is slightly larger than that of the pipe to be coupled. To facilitate screwing on the union nut, its lateral surface is provided with axially extending ribs 23. A compression ring 24 of soft material, the outer circumference of which is spherical and the inner circumference which fits over the pipe to be coupled, is cylindrical, is arranged between each sleeve. and union nut, so that when the latter is screwed onto the manifold, the compression ring 24 between the conical bore
17 of the manifold and the conical ring surface 21 of the union nut, is upset and the pipe to be coupled is fastened watertight and clamp-tight.
The free ends of the two tubes 13-14 of each heating element, located one below the other, are interconnected by means of a bypass bend 25, each end of which ends in a sleeve 26 in which
<EMI ID = 11.1>
has a threaded portion 12 on which a union nut
19 with compression ring <2> 4 is screwed of the type as described above. Each sleeve 26 is also provided for this purpose
<EMI ID = 12.1>
notice the hot water flows into the collector 2 and the tube 13 and is fed back through the bypass bend 25,
<EMI ID = 13.1>
heating elements connected next to each other to the collectors
<EMI ID = 14.1>
to be. It also goes without saying that the shape, the dimensions
and the mutual arrangement of the above described parts may differ provided that they remain within the scope of the invention
<EMI ID = 15.1>
it would also be possible to have a feed collector at one end