BE824279A - Scharnier - Google Patents

Scharnier

Info

Publication number
BE824279A
BE824279A BE152285A BE152285A BE824279A BE 824279 A BE824279 A BE 824279A BE 152285 A BE152285 A BE 152285A BE 152285 A BE152285 A BE 152285A BE 824279 A BE824279 A BE 824279A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
hinge pin
hinge
arms
arm
emi
Prior art date
Application number
BE152285A
Other languages
English (en)
Inventor
F De Rouck
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Priority to BE152285A priority Critical patent/BE824279A/nl
Publication of BE824279A publication Critical patent/BE824279A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D3/00Hinges with pins
    • E05D3/02Hinges with pins with one pin
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D7/00Hinges or pivots of special construction
    • E05D7/10Hinges or pivots of special construction to allow easy separation or connection of the parts at the hinge axis
    • E05D7/1061Hinges or pivots of special construction to allow easy separation or connection of the parts at the hinge axis in a radial direction
    • E05D7/1066Hinges or pivots of special construction to allow easy separation or connection of the parts at the hinge axis in a radial direction requiring a specific angular position
    • E05D7/1072Hinges or pivots of special construction to allow easy separation or connection of the parts at the hinge axis in a radial direction requiring a specific angular position the pin having a non-circular cross-section

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Shielding Devices Or Components To Electric Or Magnetic Fields (AREA)
  • Hinges (AREA)

Description


  "Scharnier".

  
De uitvinding heeft betrekking op een scharnier dat

  
 <EMI ID=1.1> 

  
de armen van het ene deel met hun vrij uiteinde naast een vrij uiteinde van respectievelijk de armen van het andere deel gelegen zijn, en een scharnierpen, die de twee delen scharnierend met elkaar verbindt. 

  
 <EMI ID=2.1>  nierpen een afzonderlijk stuk dat door openingen in de armen van

  
 <EMI ID=3.1> 

  
drie stukken waardoor zowel de fabricage als de montage en de  demontage van het scharnier relatief ingewikkeld zijn.

  
De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een scharnier te verschaffen waarvan de constructie zeer eenvoudig is en waarbij de scharnierend met elkaar te verbinden delen op een zeer snelle en eenvoudige manier met elkaar scharnierend kunnen verbonden worden of van elkaar kunnen losgemaakt worden.

  
Tot dit doel
- bevat de scharnierpen gedeelten die gemonteerd zijn op elk van de armen van het ene deel en die in een opening steken in respectievelijk de armen van het andere deel;
- is elke arm van het ene deel op zulkdanige afstand en aan zulke zijde van de er het dichtstbij gelegen arm van het andere deel gelegen dat een verplaatsing,in de langsrichting van de scharnierpen en in een zin, van het ene deel ten opzichte van het andere,ten minste voor een stand van de scharnierpen ten opzichte van het deel waarvan de armen de openingen voor deze scharnierpen bezitten, mogelijk is,terwijl een verschuiving van de twee  delen ten opzichte van elkaar, in dezelfde richting maar in de an-  <EMI ID=4.1> 

  
deel met de armen die van de openingen voor de scharnierpen voorzien zijn, belet wordt
- en is elke arm,van het deel waarvan de armen van een opening voor de scharnierpen voorzien zijn, die tussen de twee armen van het andere deel gelegen is van een, op de opening voor de scharnierpen en op de rand van de arm uitgevende gleu[pound] voorzien, waardoor het in de opening stekende gedeelte van de scharnierpen niet kan, terwijl de scharnierpen op een afstand, (in de zin tegenge- <EMI ID=5.1> 

  
verbonden is ten opzichte van het andere deel verschuifbaar is)
-van haar gedeelte dat in de hoger genoemde opening voor de scharnierpen waarop een gleuf uitgeeft, steekt, van een vernauwing voorzien die,voor ten minste een stand van de scharnierpen wel <EMI ID=6.1> 

  
twee delen ten opzichte van elkaar tot de scharnierpen met haar

  
 <EMI ID=7.1> 

  
jgleuf uit de opening kan geschoven worden.

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding komen de armen, van het ene deel waarmee de scharnierpen ver bonden is, aan dezelfde zijde van respectievelijk de armen van het andere deel voor.

  
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de gedeelten van de scharnierpen,die met een deel verbonden zijn, met dit deel onwrikbaar verbonden.

  
 <EMI ID=8.1> 

  
Bij voorkeur vormen de gedeelten van de scharnierpen een en een zelfde stuk.

  
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding springt de vernauwing van de scharnierpen slechts over een gedeelte van de omtrek van deze scharnierpen in en bezit deze scharnierpen ter plaatse van de vernauwing op.haar niet

  
 <EMI ID=9.1> 

  
scharnierpen waarbij ze met haar vernauwing door de gleuf kan die op de opening waarin ze steekt uitgeeft,eveneens door de gleuf kan,maar die,voor elke andere stand van de scharnierpen, aan de zijde van de arm met de hoger genoemde opening komt,die tegenover de arm ligt waarmee de scharnierpen verbonden is,en
-die hst dichtst bij de vernauwing gelegen is,zodat voor al deze andere standen een verschuiving van de scharnierpen met het ermee verbonden deel in de langsrichting van de scharnierpen die reeds in een zin door de laatstgenoemde arm teLet is nu ook in de andere zin door het uitsteeksel belet wordt.

  
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de delen van het scharnier van kunststof vervaardigd.

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een scharnier volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.

  
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een scharnier volgens de uitvinding. Figuur 2 is een vooraanzicht van het scharnier uit fi- <EMI ID=10.1>  Figuur 3 is een achteraanzicht van het scharnier uit de vorige figuren. Figuur 4 stelt een doorsnede voor volgens.de lijn IVIV uit figuur 3. Figuur 5 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VV uit figuur 3 maar op grotere schaal getekend.

  
 <EMI ID=11.1> 

  
cijfers betrekking op dezelfde elementen.

  
Het scharnier volgens de figuren is volledig van kunststof vervaardigd en bevat twee delen 1 en 2 die door een scharnierpen 3 scharnierend met elkaar verbonden zijn. 

  
Het deel 1, in de figuren 1 en 2 links gelegen, bevat  een lichaam 4 dat de vorm heeft van een langwerpige balk en dat aan de rugzijde, dit is de zijde waarmee het deel tegen een scharnierend te verbinden stuk bevestigd wordt, hol is. Dit lichaam 1 bevat dus een bodem.en vier erop staande wanden. Voor de bevestiging van dit deel sluiten in twee hoeken van het holle lichaam op de opstaande wanden nog twee holle kokers 5 aan die inwendig van schroefdraad voorzien zijn en waarin bevestigings-  schroeven kunnen geschroefd worden. Op het lichaam 4 sluiten  aan de buitenzijde van een langse opstaande wand twee armen 6  en 7 aan. De bovenste arm 6 ligt in het verlengde van de bovenste korte opstaande wand van het lichaam 4. De onderste arm

  
 <EMI ID=12.1> 

  
op een afstand van de onderste korte opstaande wand van het lichaam 4 op dit lichaam aan. Tussen de armen loopt nog een versterking 8 die een gedeelte bezit dat in het verlengde van de bodem van het lichaam 4 loopt en een randje dat evenwijdig

  
aan de langse opstaande wand van het lichaam 4 loopt, tussen de armen 6 en 7 en aan de buitenzijde van de arm 7 doorloopt op de rand van het eerstgenoemde gedeelte tot tegen een korte opstaande wand van het lichaam 4. De twee armen 6 en 7 steken nog buiten de versterking 8 uit. De vrije uitstekende uiteinden van deze armen 6 en 7 vormen een naar voor gerichte en,buiten het vlak van de bodem van het lichaam 4 en van het erop aansluitende gedeelte van de versterking 8 uitstekende,uitsprong.

  
De scharnierpen 3 loopt tussen de twee uitsprongen van

  
 <EMI ID=13.1> 

  
 <EMI ID=14.1> 

  
versterking 8, en is dus onwrikbaar met de armen 6 en 7 verbonden. 

  
 <EMI ID=15.1> 

  
kleine afstand buiten de van de arm 6 afgekeerde zijde van de arm 7 uit. Het uiteinde van dit uitstekende gedeelte is enigszins conisch.

  
Het deel 2 bevat eveneens een langwerpig lichaam 9 

  
dat aan derugzijde, dit is de zijde waarmee het deel 2 tegen

  
een scharnierend te verbinden stuk moet vastgemaakt worden, uitgehold is zodat dus dit lichaam 9 uit een bodem, twee lange opstaande zijwanden en twee korte erop staande zijwanden bestaat. 

  
De bodem is.evenwel naar het deel 1 toe schuin naar voor lopend. In de uitholling van het lichaam 9 sluiten in de hoeken op de  zijwanden twee holle, inwendig van schroefdraad voorziene kokers 5 aan waarin een bevestigingsschroef kan geschroefd worden.

  
Op dit lichaam 9 sluiten aan de naar het deel 1 gekeerde zijde twee armen 10 en 11 aan." De vrije uiteinden van deze armen zijn van een afgeronde verdikking voorzien. De bovenste  arm 10 komt op een afstand van de bovenzijde van het lichaam 9  die nagenoeg gelijk is aan de dikte van de bovenste arm 6 van  het deel 1. De onderste arm 11 daarentegen ligt in het verlengde van de onderste korte opstaande zijwand van het TLchaam 9.

  
Het deel 2 bevat nog een afdekplaat 12 die in het verlengde ligt en trouwens een stuk vormt met de bodem van het lichaam 9. Deze afdekplaat 12 strekt zich over gans de lengte van het lichaam 9 uit en sluit op de voorste rand van de armen 10 en
11 aan. Deze afdekplaat 12 omringt gedeeltelijk het afgeronde verdikte uiteinde van deze armen 10 en 11. Ter plaatse van deze verdikte uiteinden is in de afdekplaat 12 evenwel juist aan de bovenkant van de onderste arm 11 een gleuf 13 aangebracht en juist boven het vrije uiteinde van de bovenste arm 10 is deze plaat weggesneden.

  
Door deze wegsnijding en deze gleuf 13 kunnen de armen 6 en 7 ten opzichte van de armen 10 en 11 over een bepaalde hoek gewenteld worden.

  
Deze armen 6 en 7 komen met hun vrije uiteinde-aan dezelfde zijde voor van het vrije uiteinde van respectievelijk de .

  
 <EMI ID=16.1> 

  
einde aan de bovenkant tegen het vrije uiteinde van de arm 10 van het deel 2 terwijl de onderste arm 7 van het deel 1 met zijn vrij uiteinde aan de bovenkant tegen het vrije uiteinde van de onderste arm 11 van het deel 2 komt.

  
Het uiteinde van de arm 11 van het deel 2 is van een ronde opening 14 voorzien waarin hetaan de buitenzijde van de

  
arm 7 van het deel 1 uitstekende uiteinde van de scharnierpen 3  draaibaar steekt. De andere, bovenste arm 10 van het deel 2 is eveneens van een ronde opening 15 voorzien waardoor het tussen

  
de armen 6 en 7 gelegen gedeelte van de onwrikbaar met het deel 

  
1 verbonden scharnierpen 3 steekt. Op de ronde opening 15 sluit een gleuf 16 aan die ook op de uiterste rand van de arm 10 uitgeeft en waarvan de breedte kleiner is dan de diameter van de opening 15 en dus ook kleiner is dan de diameter van de scharnierpen 

  
3. Deze gleuf 16 loopt vanaf de opening 15 schuin naar de rug-  zijde en naar het lichaam 4 toe en maakt ten opzichte van het  theoretische vlak door de,aan de rugzijde gelegen,randen van het lichaam 4 een hoek van nagenoeg 60[deg.]. Juist onder de arm 10 van het deel 2, dit is dus op een afstand van de arm 6 van het deel

  
1 die gelijk is aan de dikte van de arm 10, is de scharnierpen

  
3 van een vernauwing 17 voorzien. Door deze vernauwing 17

  
springt de scharnierpen 3 evenwel niet over zijn volledige omtrek in maar enkel op twee tegenover elkaar gelegen plaatsen, zó

  
dat ter plaatse van de vernauwing 17 de doorsnede van de scharnierpen 3 de vorm heeft van een rechthoek waarvan de korte zijden afgerond zijn en waarvan de breedte een heel weinig kleiner is

  
dan de breedte van de gleuf 16.

  
Indien de twee delen 1 en 2 scharnierend met elkaar verbonden zijn en zich dus in de in de figuren voorgestelde stand bevinden waarbij de armen 6 en 7 van het deel 1 respectieyelijk

  
op de armen 10 en 11 van het deel 2 rusten, steekt de scharnierpen 3 met een uiteinde in de opening 14 in de arm 11 en met een niet vernauwd gedeelte in de opening 15 in de arm 10. Dit laatstgenoemde gedeelte van de scharnierpen kan niet door de gleuf 16 zodat voor deze stand van het deel 1 een zijdelings verplaatsing  van de scharnierpen 3 ten opzichte van het deel 2 niet mogelijk

  
is. Wanneer daarentegen het deel 1 met de scharnierpen 3 een  <EMI ID=17.1> 

  
op de arm 7 staande uiteinde van de scharnierpen 3 niet meer in  de opening 14 in de arm 11 zit, is het gedeelte van de scharnier-  pen 3 dat in de opening 15 in de arm 11 zit het gedeelte ter plaatse van de vernauwing 17. Indien men de scharnierpen 3 nu  samen met het deel 1 ten opzichte van het deel 2 draait tot de  langsrichting van de doorsnede ter plaatse van de vernauwing 17  in de langsrichting van de gleuf 16 komt kan de scharnierpen 3 zijdelings door de gleuf 16 geschoven worden en kan dus het deel

  
1 met de scharnierpen 3 volledig losgemaakt worden van het deel
2.

  
Om een accidentele omhoogverschuiving van het deel 1 ten opzichte van het deel 2 te beletten is de scharnierpen 3

  
ter plaatse van de vernauwing 17 nog voorzien van een uitsteeksel

  
18. Dit uitsteeksel 18 sluit op de scharnierpen 3 aan op het gedeelte van de omtrek van de scharnierpen ter hoogte van de vernauwing 17 waar deze omtrek evenwel niet inspringt. Het uitsteeksel 18 bezit dezelfde breedte als de gleuf 16 en ligt in het ver lengde van de langwerpige doorsnede van de scharnierpen 3 ter plaatse van de vernauwing 17. Voor een stand van de scharnierpen 3,namelijk die stand waarbij de scharnierpen 3 met haar gedeelte ter plaatse van de vernauwing 17 door de gleuf 16 kan, kan ook het uitsteeksel 18 door deze gleuf 16. Bijgevolg kunnen het deel 1 en de scharnierpen 3 opwaarts ten opzichte van het deel 2 verplaatst worden voor een bepaalde stand, namelijk voor die stand waarbij het uitsteeksel 18 volledig tegenover de gleuf 16 ligt 

  
en dus bij opwaartse verplaatsing van de scharnierpen 3 in deze gleuf 16 kan geschoven worden. Wanneer dit uitsteeksel 18 vol-  ledig in de gleuf 16 zit, zit terzelfder tijd ook het gedeelte van  de scharnierpen 3 ter plaatse van de vernauwing 17 in de opening
15 zodat dus, zoals hiervoor vermeld, de scharnierpen 3 door zijde  lingse verschuiving langs de gleuf 16 uit de opening 15 kan. 

  
 <EMI ID=18.1> 

  
 <EMI ID=19.1> 

  
ge kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

  
Wanneer in de beschrijving gesproken wordt van "boven-

  
 <EMI ID=20.1> 

  
scharnier niet noodzakelijk in de in de figuren voorgestelde

  
stand moet geplaatst worden, maar ook onderste boven ten opzichte van deze stand kan geplaatst worden. De arm met de opening waarop een gleuf uitgeeft van het ene deel moet dus niet noodzakelijk aan de bovenkant van dit deel komen, maar kan evengoed aan de  onderkant komen. 

I

  
Ook is het niet absoluut noodzakelijk dat de scharnierpen uit een stuk bestaat en dus tussen de twee armen van het ene deel doorloopt. 

  
Ook is het aantal armen van de twee delen niet noodzakelijk beperkt tot twee. 

  
Verder is het ook niet noodzakelijk dat de twee armen

  
van het ene deel aan dezelfde zijde ten opzichte van respectievelijk de armen van het andere deel voorkomen. Indien niet, kan

  
het nodig zijn dat op de opening voor de scharnierpen in al de

  
armen van het ene deel een gleuf uitgeeft waarlangs een vernauwd gedeelte van de scharnierpen zijdelings uit de opening kan geschoven worden.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES.
    1. Scharnier dat twee delen (1 en 2) bevat die elk ten minste twee armen (6, 7 en 10,11) bezitten, waarbij de armen (6 en 7) van het ene deel (1) met hun vrij uiteinde naast een vrij uiteinde van respectievelijk de armen (10 en 11) van het andere deel (2) gelegen zijn, en een scharnierpen (3), die de twee delen (1 en 2) scharnierend met elkaar verbindt, m e t h e t k e n - <EMI ID=21.1>
    op elk van de armen (6 en 7) van het ene deel (1) en die in een opening (14 en 15) steken in respectievelijk de armen (10 en 11) van het andere deel (2);
    - elke arm (6 en 7) van het ene deel (1) op zulkdanige afstand en aan zulke zijde van de er het dichtstbij gelegen arm (10 en 11) van het andere deel (2) gelegen is dat een verplaatsing,in de langsrichting van de scharnierpen (3) en in een zin, van het ene deel (1) ten opzichte van het andere (2), ten minste voor een stand van de scharnierpen (3) ten opzichte van het deel
    (2) waarvan de armen (10 en 11) de openingen (15 en 14) voor deze scharnierpen (3) bezitten, mogelijk is, terwijl een verschuiving
    <EMI ID=22.1>
    richting maar in de andere zin,voor elke stand van de scharnier pen (3) ten opzichte van het deel (2) met de armen die van de openingen (15 en 14) voor de scharnierpen (3) voorzien zijn, belet wordt
    - en elke arm (10), van het deel (2) waarvan de armen (10 en 11) van een opening (15 en 14) voor de scharnierpen (3) voorzien zijn, die tussen de twee armen (6 en 7) van het andere deel
    (1) gelegen is van een,op de opening (15) voor de scharnierpen
    (3) en op de rand van de arm (10) uitgevende, gleuf (16) voorzien
    is, waardoor het in de opening stekende gedeelte van de scharnier-'
    i pen (3) niet kan, terwijl de scharnierpen (3) op een afstand,
    (in de zin tegengesteld aan die waarin de pen (3) samen met het deel waarmee de pen (3) verbonden is ten opzichte van het andere deel (2) verschuifbaar is), van haar gedeelte dat in de hoger
    <EMI ID=23.1>
    (16) uitgeeft, steekt, van een vernauwing (17) voorzien die, voor ten minste een stand van de scharnierpen (3), wel door de <EMI ID=24.1>
    <EMI ID=25.1>
    gleuf (16) uitgeeft, voorkomt en voor ten minste een stand van de pen (3) ten opzichte van de arm (10) waarin deze opening (15)
    <EMI ID=26.1>
    plaatsing langs de gleuf (16) uit de opening (15) kan geschoven worden.
    2. Scharnier volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de armen (6 en 7), van het ene deel (1) waarmee de scharnierpen (3) verbonden is,aan dezelfde zijde van respectievelijk de armen (10 en 11) van het andere deel (2) voorkomen.
    3. Scharnier volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de gedeelten.van de scharnier-
    <EMI ID=27.1>
    wrikbaar verbonden zijn.
    4. Scharnier volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de gedeelten van de scharnierpen (3) een en een zelfde stuk vormen.
    5. Scharnier volgens de conclusies 1 tot 4, m e t h e t k e n m e r k dat het ene deel (1) twee armen (6 en 7) bezit waartussen de scharnierpen (3) onwrikbaar gemonteerd is, en die aan een zelfde zijde van respectievelijk de twee armen (10 en 11) van het andere deel (2) voorkomen, de ene arm -(10) van het laatstgenoemde deel (2), die tussen de armen (6 en 7) van het eerstgenoemde deel (1) gelegen is, van een opening (15) voorzien is waardoor de scharnierpen (3) steekt en waarop een gleuf
    (16) uitgeeft, terwijl de andere arm (11) van het laatstgenoemde deel (2) slechts een opening (14) bezit waarin een buiten de armen (6en 7) van het eerstgenoemde deel (1) uitstekend uiteinde van de scharnierpen (3) steekt en de scharnierpen (3) van een vernauwing (17) voorzien is aan de zijde, van de arm (10) met de
    <EMI ID=28.1>
    arm (11) van het deel gericht is.
    6. Scharnier volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de vernauwing (17) van de scharnierpen (3) voorkomt op een afstand van de er het dichtstbij gelegen arm (6) waarop de scharnierpen (3) onwrikbaar staat, die nagenoeg gelijk is aan de dikte van de arm (10) die van de opening (15) waarop een gleuf (16) uitgeeft, voorzien is en die tussen de eerstgenoemde arm en de vernauwing gelegen is.
    7. Scharnier volgens een van de conclusies 5 en 6, m e t h e t k e n m e r k dat het uiteinde van de scharnier-
    <EMI ID=29.1>
    een opening (14) voorzien is, steekt, enigszins conisch is.
    8. Scharnier volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de vernauwing (17) van de scharnierpen (3) slechts over een gedeelte van de omtrek van deze scharnierpen (3) inspringt en deze scharnierpen (3) ter plaatse van de vernauwing (17) op haar niet inspringende gedeelte een uitsteeksel (18) bezit dat, voor de stand van de scharnierpen (3) waarbij ze met haar vernauwing (17) door de gleuf (16) kan die
    op de opening (15) waarin ze steekt uitgeeft, eveneens door de gleuf (16) kan, maar die,voor elke andere stand van de scharnierpen (3), aan de zijde van de arm (10) met de hoger genoemde ope-
    <EMI ID=30.1>
    pen (3) verbonden is,en die het dichtst bij de vernauwing (17) gelgen is,zodat voor al deze andere standen een verschuiving van de scharnierpen (3) met het ermee verbonden deel (1) in de langsrichting van de scharnierpen (3) die reeds in een zin door de laatstgenoemde arm (6) belet is nu ook in de andere zin door het uitsteeksel (18) belet wordt.
    9. Scharnier volgens een van de vorige conclusies, <EMI ID=31.1>
    <EMI ID=32.1>
    i van de vernauwing (17) een doorsnede bezit die nagenoeg de vorm heeft van een rechthoek waarvan de korte zijden afgerond zijn.
    10. Scharnier volgens de conclusies 8 en 9, m e t h e t k e n m e r k dat het uitsteeksel (18) dwars op de langsrichting van de scharnierpen (3) een langwerpige doorsnede bezit waarvan de langsrichting in het verlengde ligt van de langsrichting van de doorsnede van de scharnierpen (3) ter plaatse van de vernauwing (17) enwaarvande breedte gelijk is aan de breedte van
    de laatstgenoemde doorsnede.
    11. Scharnier volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de gleuf (16) die op de opening
    (15) voor de scharnierpen (3) in ten minste een van de armen (10) van een van de delen (2) voorkomt, van de opening (15) schuin naar het uiteinde van de arm (10) weg naar de rugzijde, dit is
    de zijde van het deel die bestemd is om aan een scharnierend te bevestigen stuk vastgemaakt te worden, loopt.
    12. Scharnier volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de delen van het scharnier van kunststof vervaardigd zijn.
    13. Scharnier volgens een van de vorige conclusies,
    <EMI ID=33.1>
    van de delen (2) nog met elkaar verbonden zijn door een wandje (12) .
    14. Scharnier volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k en m e r k dat de armen (6 en 7) van het'
    ene deel (1) waarmee de scharnierpen (3) verbonden is,
    e e n u i t e i n d e bezitten dat haakvormig uitspringt aan de voorzijde van het deel, dit is de zijde die afgekeerd is van de zijde waarmee het deel tegen een scharnierend te verbinden stuk dient bevestigd te worden, en.de scharnierpen met deze uitspringende uiteinden verbonden is. 15. Scharnier zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE152285A 1975-01-10 1975-01-10 Scharnier BE824279A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE152285A BE824279A (nl) 1975-01-10 1975-01-10 Scharnier

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE152285A BE824279A (nl) 1975-01-10 1975-01-10 Scharnier
BE824279 1975-01-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE824279A true BE824279A (nl) 1975-05-02

Family

ID=25648317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE152285A BE824279A (nl) 1975-01-10 1975-01-10 Scharnier

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE824279A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0001282A1 (de) * 1977-09-22 1979-04-04 Moritz Mädler GmbH &amp; Co KG Koffer- und Lederwarenfabrik Aufhänger zur Befestigung von Schlüsseln

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0001282A1 (de) * 1977-09-22 1979-04-04 Moritz Mädler GmbH &amp; Co KG Koffer- und Lederwarenfabrik Aufhänger zur Befestigung von Schlüsseln

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7516516B2 (en) Three-dimension adjustable hidden furniture door hinge
US4193650A (en) Adjustable shelf device
US7500327B2 (en) Pistol with a trigger mechanism
US4928800A (en) Steering handle for luggage case
US4150481A (en) Finger-toe nail clipper having shifting receptacle
US5397091A (en) Blackboard
US6109941A (en) Ejector mechanism for a memory card connector
US4658467A (en) Luggage handle
BE824279A (nl) Scharnier
US5195708A (en) Support bracket
US4219929A (en) Finger-toe nail clipper having shifting receptacle
FR2756315B1 (fr) Poignee pour panneau ouvrant, et coffret dont la porte est equipee d&#39;une telle poignee
US5456389A (en) Sealant gun
EP0698363B1 (en) A frame collapsible and extendable by means of a turning movement
US2528743A (en) Cigarette case
US4693204A (en) Side facing backrest for boats
USD347206S (en) Anchor (bower and mooring)
US1265125A (en) Toy bank.
EP0363315A1 (fr) Chaussure de ski
GB2265116A (en) Position retaining bar for a toy stroller
US2708508A (en) Display box
US5926312A (en) Foldable binoculars
US4234773A (en) Display device for a push button assembly
RU2175786C2 (ru) Держатель для поворотных табло и/или поворотных карманов или оболочек
US5142995A (en) Dressing kit