"Centrifugaalpomp voor afvalwater"
Voor het pompen van rioolwater en soortgelijk afvalwater in zuiveringstelsels e.d. worden meestal centrifugaalpompen gebruikt.
Daarbij is echter een moeilijkheid, dat vaste bestanddelen van verschillende aard in verschillende delen van het stelsel verstoppingen kunnen veroorzaken. Bijzonder hinderlijk is in dit opzicht bladvcrming kunststofmateriaal, bijvoorbeeld kunststofzakken of dergelijke, dat roosters, die voor het tegenhouden van grove vaste delen dienen, volledig kan afdekken.
De uitvinding verschaft een centrifugaalpomp voor dergelijke doeleinden, die is ingericht voor het zodanig verkleinen van dergelijke vaste bestanddelen, dat verstopping althans nagenoeg geheel
kan worden vermeden.
<EMI ID=1.1>
een pompmantel met daarin draaibare pompschoenen, een in een dwarswand van deze mantel gelegen coaxiale zuigopening, en een in de omtrek van deze mantel gelegen afvoeropening omvat, als kenmerk, dat de schoepen aan de zijde van de zuigleiding een in een vlak loodrecht op de draaias van de schoepen gelegen rechte rand bezitten,
die zich tot aan deze as uitstrekt, en dat in de zuigopening een volgens een middellijn gerichte messtang zodanig is ondersteund,
dat de ene eindrand ervan op geringe afstand van het vlak van de schoepenranden is gelegen, een en ander zodanig, dat tussen de schoepenranden en de rand van de messtang een schaarwerking wordt verkregen, wanneer de schoepen worden rondgedraaid.
Ten einde het vastlopen van een pomp met schoepen, waarvan
de benedenranden op een geringe afstand van de naburige wand van
de pompmantel bewegen te voorkomen, kunnen volgens de uitvinding
in hoofdzaak straalsgewijs verlopende gleuven in dez� bodemwand
worden aangebracht, waarin door de gebogen schoepen langs de
bodem geschraapte vaste bestanddelen worden verzameld, terwijl
de door de schoepen tot stand gebrachte vloeistofstroming deze verzamelde vaste bestanddelen geleidelijk naar buiten kan drijven.
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont :
Figuur 1 een deeldoorsnede door een pomp volgens de uitvinding; Figuur 2 een aanzicht van een onderdeel van deze pomp; Figuur 3 twee doorsneden door het onderdeel van figuur 2; Figuur 4 een met figuur 1 overeenkomende doorsnede door een gewijzigde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding;en Figuur 5 een aanzicht van de bodem van de pomp van figuur 4.
In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van-een pomp volgens de uitvinding afgebeeld. Deze omvat een pompmantel 1 met een in hoofdzaak cirkelvormige omtrek, en met twee in hoofdzaak platte eindwanden 2 en 3. In het midden van de wand 2 steekt een met een niet afgebeelde aandrijfmotor gekoppelde as 4 naar binnen, waarmede een schoepenhouder 5 met een naaf 6 is gekoppeld, die van een aantal schoepen 7 <EMI ID=2.1>
De schoepen 7 strekken zich tot aan de naaf 6 en de drager 5 uit,en zijn alleen aan de naaf- en bovenzijde met deze drager verbonden.
De benedenrand 8 van elke schoep is vrij, en is in een plat vlak gelegen, dat loodrecht op de as 4 staat. De randen 8 bevinden zich daarbij op een geringe afstand van de vlakke eindwand 3.
In het midden van de wand 3 bevindt zich een zuigopening 9, waarop een niet nader aangeduide zuigleiding aansluit. In de zijkant van de mantel 1 mondt een aansluiting 10 van een afvoerleiding uit, die in hoofdzaak rakend aan de omtrek van de mantel 1 verloopt.
In de zuigopening 9 bevindt zich een messtang 11, die volgens een middellijn aan de opening 9 verloopt. De bovenrand 12 van de stang 11 is recht, en bevindt zich op een geringe afstand van het vlak van de benedenranden 8 van de schoepen 7, zodat een smalle spleet
13 vrijblijft.
De stang 11 is bevestigd in een ringflens 14, die door middel van een aantal bouten 15 op een deksel 16 is vastgeschroefd, terwijl de wand 3 door middel van bouten 17 op het deksel 16 is bevestigd. Ten einde de breedte van de spleet 13 te kunnen instellen, zijn bij-
<EMI ID=3.1>
naburig deel van de flens 14 kunnen drukken, zodat onder enige elastische vervorming van de flens 14 de breedte van de spleet 13 kan worden ingesteld door een geschikte draaiing van de bouten 15 en 18.
Bij draaiing van de schoepen 7 treedt aldus een schaarwerking tussen de gebogen schoepen 7 en de bovenkant 12 van de stang 11 op. Deze stang is voorts, zoals in figuur 3 is afgebeeld, aan de bovenkant afgeschuind, ten einde een scherpe meskant te verkrijgen. Deze afschuining is ter weerszijden van het midden 19 tegengesteld, zodat aan beide zijden dezelfde snijwerking wordt verkregen.
Zoals afgebeeld in figure 3 is de onderzijde 20 van de stang
11 recht. Het is namelijk gebleken, dat dan in de stroom zodanige holten en wervelingen optreden, dat draden, vezels, e.d. langs deze onderkant worden meegesleept, en niet over de onderkant blijven
<EMI ID=4.1>
�
een vermindering van de stromingsweerstand verkregen, doch neemt
de kans op het vangen van draden, vezels e.d. toe.
Figuren 4 en 5 tonen een andere uitvoeringsvorm van de pomp volgens de uitvinding, waarbij in de wand 3 in hoofdzaak straalsgewijs verlopende gleuven 21 zijn aangebracht, in het beschouwde geval, zoals afgebeeld, vier, doch ook andere aantallen zijn mogelijk. Wanneer zich tijdens de werking van de pomp op de wand 3 verontreinigingen afzetten, zullen deze door de benedenrand 8 van de schoepen 7 zijwaarts en naar buiten worden gedreven, en daarbij geleidelijk in de gleuven 21 worden verzameld. De vloeistofstromen, die door de pomp teweeg worden gebracht, zullen,daarbij deze verontreinigingen geleidelijk uit de gleuven 21 naar buiten drijven. Hierdoor wordt het vastlopen van de pomp vermeden.
Hoewel deze gleuven 21 in het bijzonder bij een pomp volgens figuur 1 gunstig zullen zijn, waarbij verkleining van vaste bestanddelen door de schaarwerking van de benedenranden 8 naar de schoepen 7 optreedt, zal het duidelijk zijn, dat deze gleuven ook werkzaam zullen zijn in het geval van gewone centrifugaalpompen met schoepen, die, zoals afgebeeld in figuur 4, zich niet tot in het middengedeelte van de pomp uitstrekken, zodat dan geen schaarwerking zal plaatsvinden.
Het zal duidelijk zijn, dat een soortgelijke werking ook zal worden verkregen, wanneer de wand 3 niet vlak is, en de randen 8
van de schoepen 7 een dienovereekomstige kromming bezitten. Het vervaardigen van een dergelijke wand, en in het bijzonder het daarin vormen van de gleuven 21, zal echter bij een vlakke wand veel eenvoudiger zijn dan bij een wand met een gebogen oppervlak. Het zal voorts duidelijk zijn, dat de wand 3 ook kegelvorming kan zijn, welke uitvoering eveneens wat de vervaardiging betreft eenvoudig is.
<EMI ID=5.1>
mogelijk.
"Centrifugal pump for wastewater"
Centrifugal pumps are usually used for pumping sewage water and similar wastewater in purification systems and the like.
A difficulty with this, however, is that solid components of different nature can cause blockages in different parts of the system. Plastic material, for example plastic bags or the like, which can completely cover grids which serve to retain coarse solid parts is particularly annoying in this respect.
The invention provides a centrifugal pump for such purposes, which is adapted to comminute such solid components such that clogging is at least substantially entirely
can be avoided.
<EMI ID = 1.1>
a pump casing with pump shoes rotatable therein, a coaxial suction opening located in a transverse wall of this casing, and a discharge opening located in the periphery of this casing, characterized in that the vanes on the side of the suction pipe have a plane perpendicular to the axis of rotation have a straight edge located from the blades,
which extends up to this axis, and that a knife bar oriented along a centerline is supported in the suction opening in such a way,
that one end edge thereof is situated a short distance from the plane of the blade edges, this such that a shearing action is obtained between the blade edges and the edge of the knife bar when the blades are rotated.
In order to stop a pump with vanes, of which
the lower edges at a small distance from the neighboring wall of
prevent the pump jacket from moving, according to the invention
substantially radial slots in this � bottom wall
are fitted, in which the curved blades along the
soil scraped solids are collected while
the fluid flow created by the blades can gradually drive these accumulated solids out.
The invention will be explained in more detail below with reference to a drawing; herein shows:
Figure 1 shows a partial section through a pump according to the invention; Figure 2 is a view of a part of this pump; Figure 3, two sections through the part of Figure 2; Figure 4 shows a cross-section corresponding with figure 1 through a modified embodiment according to the invention, and Figure 5 is a view of the bottom of the pump of figure 4.
Figure 1 shows an embodiment of a pump according to the invention. It comprises a pump casing 1 with a substantially circular circumference, and with two substantially flat end walls 2 and 3. In the center of the wall 2, a shaft 4 coupled to a drive motor (not shown) protrudes, with which a blade holder 5 with a hub 6 is coupled, that of a number of blades 7 <EMI ID = 2.1>
The blades 7 extend up to the hub 6 and the carrier 5, and are only connected to this carrier at the hub and top side.
The lower edge 8 of each vane is free and is located in a plane which is perpendicular to the axis 4. The edges 8 are located at a small distance from the flat end wall 3.
In the middle of the wall 3 is a suction opening 9, to which a suction line, not further indicated, connects. In the side of the jacket 1, a connection 10 of a discharge pipe opens out, which connection extends substantially abutting the circumference of the jacket 1.
In the suction opening 9 there is a knife bar 11 which extends along a center line at the opening 9. The top edge 12 of the rod 11 is straight, and is located a short distance from the plane of the bottom edges 8 of the blades 7, so that a narrow gap
13 remains free.
The rod 11 is fixed in a ring flange 14, which is screwed to a cover 16 by means of a number of bolts 15, while the wall 3 is fixed to the cover 16 by means of bolts 17. In order to be able to adjust the width of the gap 13, additional
<EMI ID = 3.1>
adjacent part of the flange 14, so that under some elastic deformation of the flange 14, the width of the gap 13 can be adjusted by a suitable rotation of the bolts 15 and 18.
When the blades 7 rotate, a shearing action thus occurs between the curved blades 7 and the top 12 of the rod 11. This rod is furthermore beveled at the top, as shown in Figure 3, in order to obtain a sharp knife edge. This chamfer is opposite on both sides of the center 19, so that the same cutting action is obtained on both sides.
As shown in Figure 3, the bottom is 20 of the rod
11 right. It has been found that in that case cavities and eddies occur in the current such that wires, fibers, etc. are entrained along this underside and do not remain over the underside.
<EMI ID = 4.1>
�
a reduction in flow resistance is obtained, but decreases
the chance of threads, fibers, etc. being caught.
Figures 4 and 5 show another embodiment of the pump according to the invention, in which substantially radially extending grooves 21 are provided in the wall 3, in the case under consideration, as shown, four, but other numbers are also possible. When impurities settle on the wall 3 during operation of the pump, they will be forced sideways and outward by the lower edge 8 of the blades 7, gradually collecting in the slots 21. The liquid flows created by the pump will gradually drive these contaminants out of the slots 21. This prevents the pump from seizing.
Although these slots 21 will be particularly advantageous in a pump according to Figure 1, where the comminution of solids occurs due to the shearing action of the lower edges 8 towards the vanes 7, it will be appreciated that these slots will also be effective in the case of ordinary centrifugal pumps with blades, which, as shown in Figure 4, do not extend into the middle part of the pump, so that no shearing action will occur.
It will be clear that a similar effect will also be obtained when the wall 3 is not flat, and the edges 8
of the blades 7 have a corresponding curvature. However, the manufacture of such a wall, and in particular the formation of the grooves 21 therein, will be much simpler with a flat wall than with a wall with a curved surface. It will further be clear that the wall 3 can also be conical, which embodiment is also simple in manufacture.
<EMI ID = 5.1>
possible.