<Desc/Clms Page number 1>
"Mes voor spitmachine".
De uitvinding heeft betrekking op een mes voor spitmachine dat een draagstuk bevat dat uit twee benen bestaat en een blad dat aan een van de benen vastgemaakt is.
Bij de bekende messen van deze soort is het draagstuk gevormd door een in haak-vorm geplooide staaf
<Desc/Clms Page number 2>
met rechthoekige doorsnede en is het blad aan één been van het draagstuk vastgemaakt aan de zijde die van het andere been afgekeerd is. Met dit laatstgenoemde been is het mes vastgemaakt op een gedreven as die loodrecht staat op de bewegingsrichting van de spitmachine. Bij de werking van de spitmachine komt het been van de messen waarop het blad staat samen met dit blad in de grond. Bij de bekende spitmachines komt het zeer dikwijls voor dat wanneer het mes tegen een hindernis komt het draagstuk van dit mes plooit. Ook wordt bij de bekende messen de grond niet zeer goed omgespit.
Wanneer de spitmachine ge- bruikt wordt voor het spitten van grond waarop stalmest ligt wordt met de bekende messen deze stalmest ook niet goed ondergespit. Daarenboven blijft in de hoek tussen de twee benen van het draagstuk van de messen veel mest hangen.
De uitvinding heeft nu tot doel deze nadelen te verhelpep en een mes voor spitmachine te verschaffen dat zeer stevig is en bij werking niet gemakkelijk plooit, en waarmee de grond zeer goed omgekeerd wordt en waarbij even- tuele stalmest zonder aan het mes te blijven hangen zeer goed ondergespit wordt.
Tot dit doel is het draagstuk van het mes een haak vormig uitgesneden plaat, waarbij het blad aan één van de'benen vastgemaakt is aan de zijde waarlangs het andere been voorkomt terwijl de rand van dit laatstgenoemde been die aan de zijde van het eerstgenoemde been komt, ten minste
<Desc/Clms Page number 3>
gedeeltelijk scherp is.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uit- vinding vernauwt het been waaraan het blad vastgemaakt is naar zijn vrij uiteinde toe.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uit- vinding verwijdt het been waarvan ten minste een gedeelte van de rand scherp is naar zijn vrij uiteinde toe.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uit-- vinding is het blad nagenoeg driehoekig en staat het na- genoeg loodrecht op het vlak van het draagstuk.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uit- vinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een mes voor spitmachine volgens de uitvinding ; dezebeschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet: de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
Figuur 1 is een zijaanzicht van een mes voor spitmachine volgens de uitvinding.
Figuur 2 stelt een doorsnede voor volgens de lijn II - II uit figuur 1.
In de twee figuren hebben dezelfde verwijzings- cijfers betrekking op dezelfde elementen.
Het mes voor spitmachine volgens de figuren bevat een draagstuk dat een blad 1 draagt. Het draagstuk is gevormd door een haak vormig uitgesneden plaat en bevat twee benen 2 en 3.De plaat is van metaal en bezit een dikte van nagenoeg één centimeter.
<Desc/Clms Page number 4>
De randen van het been 2 sluiten'met afrondingen op deze van het been 3 aan. Het been 2 van het draagstuk vernauwt naar zijn vrij uiteinde toe. Het been 3 daaren- tegen verwijdt nabij zijn vrij uiteinde naar dit uiteinde toe. Het blad 1 is een nagenoeg driehoekige vlakke plaat.
Dit blad 1 is vastgelast aan de rand van het been 2 die aan de zijde van het been 3 voorkomt. Dit blad 1 staat loodrecht op het vlak van het draagstuk 2,3. Met zijn top reikt het blad 1 tot een weinig buiten-het vrije uit- einde van het been 2. Het blad 1 komt met zijn basis op een kleine afstand van het been 3. De rand,waartegen het blad 1 komt, van het been 2, staat nagenoeg loodrecht op de langsrichting van het been 3. De rand van het been 3 die aan de zijde van het been 1 voorkomt 1*,evenals het tussen het blad 1 en de hoger genoemde rand van het been 3 gelegen gedeelte van de aan de zijde van dit been 3 komende rand 2, scherp. Dit vergemakkelijkt het in de grond gaan van het draagstuk 2,3.
Aan zijn vrij uiteinde is het been 3 nog van een uitsparing 4 voorzien die de vorm heeft van een halve cirkel. In deze uitsparing kan dan een es van een spitms-
EMI4.1
chine gedeeltelijk kcaten. Rot been 3 kan dan rechtstroeke aan deze loodrecht op do b8w89ing.rioht:ing van de atechiaw staande a. vaetgelaot worden, op lkdani9e manier dat het been 2 met zijn vrij uiteinde in de KoOtioüiohtimq ven de as gericht is.
<Desc/Clms Page number 5>
Het einde van het been 3 van het draagstuk 2,3 kan ook aan een schijf vastgemaakt zijn. Deze schijf kan dan op de as van een spitmachine gelast zijn. Het draagstuk 2,3 kan aan deze schijf vastgemaakt zijn door bouten of aan deze schijf vastgelast zijn. Deze uitvoerings- vorm van het mes is in de figuren niet voorgesteld. Deze uitvoeringsvorm vergemakkelijkt het bevestigen van de messen op de as van een spitmachine. Na het vastlassen van de messen aan de as van een spitmachine moet deze as meestal opnieuw bewerkt worden. Bij deze uitvoeringsvorm i het mogelijk eerst de relatief kleine schijven op de as te lassen en na bewerking van de as de draagstukken 2,3 met de bladen 1 aan deze schijven vast te maken.
Door de vorm van het draagstuk 2,3 bezit dit draag- stuk een grote stevigheid zodat het in zijn vlak moeilijk kan geplooid worden. Door de vorm van het draagstuk 2,3, door de scherpe rand van het been 3 en door de ligging van het blad 1 laat dit mes, wanneer het op de as van een spitmachine vaetge- maakt ia, een degelijke omspitting van de grond en eennventue- goed onderspitten van stalmest toe.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoering vormen en binnen het raam van de octfooi- aanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veran- deringen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
In het bijzonder kunnen de dragstukken van twee of meer mesten een geheel vormen.
<Desc / Clms Page number 1>
"Spader knife".
The invention relates to a spader knife comprising a carrier consisting of two legs and a blade attached to one of the legs.
In the known knives of this type the carrier piece is formed by a rod folded into a hook shape
<Desc / Clms Page number 2>
of rectangular cross-section and the blade is attached to one leg of the support on the side facing away from the other leg. With this last-mentioned leg, the knife is fixed on a driven shaft which is perpendicular to the direction of movement of the spader. During the operation of the spader, the leg of the knives on which the blade is standing enters the ground together with this blade. With the known spading machines, it very often happens that when the knife hits an obstacle, the carrier part of this knife folds. Also, with the known knives, the soil is not digged very well.
When the digging machine is used for digging soil on which farmyard manure lies, this farmyard manure is also not properly submerged with the known knives. In addition, a lot of manure remains in the corner between the two legs of the knife support.
The object of the invention is now to overcome these drawbacks and to provide a knife for spading machine which is very sturdy and does not bend easily during operation, and with which the soil is turned over very well and whereby any farmyard manure can be very easily stuck to the knife. well dug.
For this purpose, the blade support is a hook-shaped cut-out plate, the blade being attached to one of the legs on the side along which the other leg appears, while the edge of this latter leg coming to the side of the former leg. , at least
<Desc / Clms Page number 3>
is partially sharp.
In a particular embodiment of the invention, the leg to which the blade is attached narrows towards its free end.
In a curious embodiment of the invention, the leg of which at least a portion of the edge is sharp widens towards its free end.
In an effective embodiment of the invention, the blade is substantially triangular and is substantially perpendicular to the plane of the support.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a spader knife according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention: the reference numbers refer to the accompanying drawings.
Figure 1 is a side view of a spader knife according to the invention.
Figure 2 represents a section according to the line II - II of Figure 1.
In the two figures, like reference numbers refer to like elements.
The spader knife according to the figures comprises a support piece carrying a blade 1. The support piece is formed by a hook-shaped cut-out plate and comprises two legs 2 and 3. The plate is made of metal and has a thickness of approximately one centimeter.
<Desc / Clms Page number 4>
The edges of the leg 2 adjoin those of the leg 3 with rounding. The leg 2 of the support narrows towards its free end. The leg 3, on the other hand, widens towards this end near its free end. The blade 1 is a nearly triangular flat plate.
This sheet 1 is welded to the edge of the leg 2 which occurs on the side of the leg 3. This sheet 1 is perpendicular to the plane of the support piece 2,3. With its apex, the blade 1 extends a little beyond the free end of the leg 2. The blade 1 comes with its base at a small distance from the leg 3. The edge, against which the blade 1 comes, of the leg 2, is substantially perpendicular to the longitudinal direction of the leg 3. The edge of the leg 3 which occurs on the side of the leg 1 1 *, as well as the part of the blade located between the blade 1 and the above-mentioned edge of the leg 3. edge 2 on the side of this leg 3, sharp. This makes it easier for the support piece 2,3 to go into the ground.
At its free end, the leg 3 is also provided with a recess 4 which has the shape of a semicircle. In this recess an ash from a spitms-
EMI4.1
chine partially kcaten. Rotten leg 3 can then be straightened to this perpendicular to the axis of the atechiaw standing a.
<Desc / Clms Page number 5>
The end of the leg 3 of the support 2, 3 can also be attached to a disc. This disc can then be welded to the shaft of a spader. The carrier 2,3 can be attached to this disc by bolts or welded to this disc. This embodiment of the knife is not shown in the figures. This embodiment facilitates the attachment of the knives to the shaft of a spading machine. After welding the knives to the shaft of a spading machine, this shaft usually has to be machined again. In this embodiment it is possible to weld the relatively small discs to the shaft first and, after machining the shaft, to fasten the supporting pieces 2,3 with the blades 1 to these discs.
Due to the shape of the support piece 2,3, this support piece has a great strength so that it is difficult to fold in its plane. Due to the shape of the support piece 2,3, due to the sharp edge of the leg 3 and due to the position of the blade 1, this knife, when it is greased on the shaft of a spading machine, allows a solid digging of the soil and an event- good undercutting of farmyard manure.
The invention is in no way limited to the embodiments described above and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiments, including in the shape, composition, arrangement and number of parts. which are used to implement the invention.
In particular, the supports of two or more manure can form a whole.