<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Aan een profie12ijst verbonden stuk en element gebniltt ter verDinaing van dit stuk aan de profiellijst.
EMI1.2
De 'uitvinding heeft e.rek.c op een aan een ro.ie3-
EMI1.3
lijst verbonden stuk.
EMI1.4
zij ce eïcende aan een rroie3?ïst verbonden stukken van deze soort zijn de stukken bij voorbeeld scharnieren of venbindingsstukken waarBaE de ¯roïeilijst aan een tweede profiellijst verbonden is, aan de roie3lis-t verbonden door tussenkomst van schroeven of do'or lassen. 5et verbinden van een stuk aan een
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
pr01:J;.e.i..;h.3...::S;: dosr ......assen is (t3..:>::'::f:i..::..)..S vo=..a.k.
Nadien de profisllijst Tas aumi.uiul:l s 2.eeB- Bseilit: Hat achteraf losnaken van bet stuk van -de 1-5 dan ook zniorelilk zander bescha- 5iging uan het stuk of van de p>afi.=3J,ij.st, liet stuk aan de proìel1ijst verDQd is 'g'ccx* scnroeven zijn meestal deze schroeven van Duiten 4it zictbar wat gé=Woonlij3 nie" gewenst is.
In elk geval vraagt bij de aan een verbonden stukken het van liet stuk aan ce profiellijst relatief veel tijd. Hierdoor wordt '2c 1=os-tprijs van het aan de profiel- .ist ver&a'a.d'eB >tu3- relatie± hoog, if ¯ De uitvinding heeft nu tot doel dit nadeel te verhel# pen en een aan nez ?rfiellijst vrDonden stuk te verselia:f4-:en waarvan de constructie snel, eenvoudig en economisch is en waarbij in zeen geval scproeven van buiten uit zichtbaar zijn.
T6t dit deel is het stuk aan due verbonden door tussenkorst van ten ninstc één verend eleneiit dat Biet een gedeelte tegen het stiek en ret een gedeelte-tegen de pro-
EMI2.2
fiellijst komt.
EMI2.3
in een bijzondere nitvoeri'ngsvorB van de uitvinding bevat liet stuk ten minste één groef aarbij het verende element mct een gedeelte in d=fc groef steekt.
In een r!erkwaard'-7,-e uitvoeringsvorm van de uitvinding is het verende e1.et een bladveer.
In een dociriat4--.e uitvoeringsvorD van de uitvinding komt het verende element Tiet een uiteinde tegen het stuk en met een uiteinde tegen de vrafiellijst en poogt het ten ouzichte van
EMI2.4
de profiellijst liet stak langs de profiellijst te verplaatsen, waarbij een van de elementen gevormd door het stuk en de pro-
EMI2.5
fiell-ijst een gedeelte bevat dat de relatieve verplaatsing van het stuk ten opzichte van de profiellijst bel-etIn een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het stuk aan een tweede proiellist verbonden.
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
voeden? is t3'µ' stuk dan aan een tweede profiellijst 'verbonden door ten >5,n4te één verend clemente De uitvinding heeft ook betrekking op het element kennelijk bestemd oa gebruikt te worden ter verbinding van het stuk 'uT 'iu."- 'Gi 3.
$ .? i S ter ±9i "2ó van het aan een r0'32i1 S t verbonden, stuk volgens een .van de vorige 1'áOél3.TZSY4T¯'í1 4z Andere '3.?.Q?G á:i'eGéa en Vc3'wC.e2'7i van de uitvinding nullen 3"iiken uit -',e hier volgende .2.s4"'-c'Z''lY.'. i van een aan- en praf5eLlijst ïr2,'..' :Or.'2Len :3 s.u;4 en vau een element gebruikt ter vert -bindrn- van dit stuk aan de rfl;ie33isi volgens due uitvinding; deze beschrijving wordt- enkel als voor-,ee--d gegeven en beperkt de uitvinding niet; de ver,.ij .ingsc i 3 -er s eLraen de hieraan toegevoegde tekeningen. --Figuui- 1 is een zijaanzicht -ffan een aan een profiellijst vezbonéen stuk volgens de u3tvinding.
Figu-Lii- 2 stelt eer doorsnede voor volgens de lijn 11-11 uit figuur 1.
Figuur 3 is een zijaanzicht analoog aan dit uit fiuur 1 van ee:. aan een -praìel.lijst verbonden stuk, maar net betre:cc¯n 03 andere aitvoer4¯n¯-svorn van het aan een profiellijst verbonden¯ .stuk.
Figuur 4 stelt een doorsnede v90> volg-ens e lijn il-1? uit figuur 3. ¯ In de verschillende figuren hehben dezelfde verwij- ... - . k' - -------. dezelfde elementen* zingscifers Detre hÁng cp neselfde elenenten..
Het in de figuren voorgestelde aan een ro3eï3jSverbonden stuk is tegeijkertijd op eï3l::aarQire #=nier aan een tweede Dro--F4-clll-jst vePbonden.¯ Bij de in de figuren 1 en 2 voorgestelde uitvoeringsvorm vormt het stuk 1 een verbindingsstuk van twee -proiellis# ten die loodrecht cp hun langsrichting dezelfde doo3rsnede--!>ezittenl Deze twee prcfiellijsten bezitten een-gedeelte dat een
<Desc/Clms Page number 4>
EMI4.1
u-vormige Zoot vormt waarvan de opstaande wanden 2 loodrecht op
EMI4.2
de bode= 3 Staan. Nagenoeg halverHee tussen de randen van de
EMI4.3
opstaande wanden 2"en de bode= 3 staat aan de binnenzijde op deze opstaande wanden een rand#4- d-ie- ev-eas'ig-ig -aan do bdem 1L loopt. Op de boden 3 staan nog twee wanden 5 die eik met één opstaande wand 2 een vlak vormen. en zich aan de andere zijde van do boden 3 uitstreken.
Op één van deze wanden 5 staat nog, nagenoeg ter hoogte van de b<dei3 3, een evenwijdig aan deze. &o-
EMI4.4
den lopende rand 6.
EMI4.5
De twee profiellijsten zijn aan een uiteinde afgesneden door een vlak dat loodrecht staat op de.z1jwanden 2 en 5 maar net de boJet1 een hoek naakt die, reneten aan de zijde van de boden waarlangs zich de wanden 5 uitstrekken, 45 is. 1#et hun afgeschuind uitelade zijn de Hfc'a 1,rofi.ellijsten te-en elkaar geplaatst zodat do lanr,!'ric:l"tinGen van deze twee prof iellij sten loodrecht op elkaar staan. De Manden 2 en 5 van de ene profie1'::---lijst konen dan 'in de vlakkair te liggen van de overeenstemmende wanden 2 en 5 van de andere profiellijst. De bodems 3 en de randen 4-en 6 van de twse sluiten op elkaar aan.
1?ct --tuk 1 bevat f-fsa Uenes i!3 lodract O? elkaar staan. e t'fee jen.;n -72n nat zt::Ï: 1 zijn 7cn ln7 en b=zittin een ;,rec"'tt{! :!ic sas'sncas' ::elij1: 1= .ea== de afstand tus5n ie t-;1ee opstaande wanden 2 van ce proi.a'llij'stea D* dikte van de benen vat het stuk 1 is naxe;o=1 aan 6= 2:fSt casse; de boden 3 en een raad 4 van de pro-f at een been zit het stuk 1- ::-e!:chve:t tussaa <e bJO*# 3 t2n ::'0 tve -a;;ien 4-- an dc ¯,¯¯¯ ene srofmilist -'!:':.':rv,;!.:.il !t!t': met ij:l aaey ?o'B3 &e::;coven zit tussen 4e oan 3 en ee 11:#caP Pa.zden 4 V2n de andere profiellijst.
In eik van 1e benen van het s.tuk 1 ist op een afstand van hun vrije een roef 7 .3a;¯gbx*ache. Dez--- grosf 7 eeft uit op Je naar de randen 4 y=*c=rde ziµ3c .zézn het been en loopt over gs de bredte vsa het been. SU: van de twee panzen 4 van
<Desc/Clms Page number 5>
EMI5.1
elke profiel1ijst is van een plaatselijke onderbreking 8 voorzien die, wanneer de twee proìel1ijsten nauw tegen elkaar aansluiten, juist tegenover de groef 7 in een deel van het stuk 1 komen. De breedte van deze onderbreking 8, geselen evenwijdig aan de langs-
EMI5.2
richting van de profiellij'st, is merkelijk kleiner dan de breedte van de groef 7 geneten in dezelfde richting. Op een kleine afstand van de hoek waar ze samenkomen is in elk deel van het stuk 1 nog een groef 9 aangebracht.
Deze groef 9 loopt over gans de breedte van het bcen, evenwijdig aan de groef 7 en loodrecht op de langsrichting van het been. Deze groef 9 geeft, op de naar de randen 4 gerichte zijde van het been van het stuk 1 uit. In
EMI5.3
tegenstelling met dc groeven 7 dio loodrecht op ae d.1'ar-sr-i-chting van het been waarin ze voorkomen een rechthoekige doorsnede be-
EMI5.4
zitten, bezitten de groeven 5 loodrecht op deze duarsrichting een doorsnede die de vorm heeft van een parallellogram. Elke groef 9 loopt dus vanaf het oppervlak van het been van het stuk 1 waarop ze uitgeeft, schuin naar het vrije uiteinde van het been @ toe.
EMI5.5
±llt van' oefenen van het stuk 1 is aan een rafiellijst verbonden door ee: bladveer- !D. se twee uiteinden van deze bladveer 10 zijn hsEkvorsig :laar elkaar toe ong=bcgen, ;abij het ene uiteinde be=it ce 51ac.vaer 13 t: z-:3rt.'Ctc.LL die nagenoeg gelijk zes aan de- afstand tussen :=2 twee opstaande zijwanden 2 van de profiel- lijsten. baar lengte neemt de breedte van de bladveer 10 plotseling af zodat ze tot aan haar ander uiteinde slechts een breedte bezit die een weinig kleiner is dan de
EMI5.6
afstand ,'' ,.:iaS i3 naar elkaar- gekeerde randen van de -ee randen 4 van een profiel1.ijst.
Het een uiteinde, namelijk' met haar breesste uiteinde steekt de bladveer 10 door de onderbrekingen 8 in de .t;ee wanden 4 vlan een n>ofi<Ilijst en in de uitsparing 7 in het ?ee2 van het stuk 1 dat tussen deze randen 4 en de boden 3 steekt. i:e.t haar ander uiteinde, name:tijk eet haar snalste
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
uiteinde, haakt de bladveer 10 in het gedeelte van de groef 9 dat tussen de twee randen 4 van de hogergenoemde profiellijst geleden is.
Wanneer cp de bladveer .qLJ ";een enkele kracht inwerkt is de afstand tussen de uiteinden van deze bladveer 10 nerkelijk kleiner dan wanneer deze bladveer 10 met een uitein- de in de groef 9 in een been van een stuk 1 zit en met haar andere uiteinde door de onderbrekingen S in de randen 4' steekt van de profiellijst tegen de beden 3 waarvan het been van het stuk 1 komt.
Deze bladveer 10 poogt des haar twee uiteinden naar elkaar toe te bejegen, Aangezien nu het ene uiteinde, na- nelijk het uiteinde dat door de onderbrekingen 8 van de randen 4 steekt, door deze randen 4 tegengehouden wordt, terwijl het vrij in de groef 7 'beweegbaar is en het andere uiteinde in de roef 9
EMI6.2
van hetzelfde been van een stuk i steekt, ,-' át de bladveer 10 dus dit been van het stuk l ten opzichte van %e profiellijst, tegen de bodem 3 waarvan dit been kont, te verplaatsen en wel in de richting waarlangs het vrije uiteinde van dit been zich bevindt..
De relatieve verplaatsing van de profiellijst ten opzichte van het-been dat tegen de bodem 3 van de profiellijst komt wordt nu
EMI6.3
belet door de andere pro=icl1ijst die aan het andere been van het stuk l verbonden is. Il feite trekken de tuee bladveren 10 de twee profiellijstsn ten opzichte van de toe banen van het --:'t:-u. elkaar toe. De u<ee bladveren. 10 houden dus de twee Drcr-F4-e-Iiiiste-a i stevig tegen elkaar aa=;jed>1=kt.
Op deze manier bekotst r-en dus een boekverbinuing van twee profiel1.ijsten waarbij het stuk 1 aan elk van de pro=iel1ijsten verbonden is en waarbij een relatieve verplaatsing., ouder invloed van een bladveer lot van elke profiellijst ';':-:"1:: r7.<.a:Ze van sen stuk 1. belet wordt door de andere pZ'ofie1.1.ijst Mannear deze t==ee =''f3i..ïjS$W. net hun uiteinde gocd tegen elkaar- aansluiten.. - @
EMI6.4
Bij de in de fi;;u:l-en 3 en 4- vQ-.gestel'ae uitvoeringsvorn)
<Desc/Clms Page number 7>
EMI7.1
van de aan een proìe2ijst verbonden stuk is dit stuk een schar- nier dat twee wentelbare bladen 11 en 12 bevat. Elk van de bla-
EMI7.2
den 11 en 12 is aan een profie12ijst verbonden door een bladveer 13.
De prcfiellijst die aan het byac ?-v-erbondn-3s, raakt deel uit van een vast raam terwijl de profiellijst die aan het blad- 12 verbonden is deel uitnaakt van een wentelbaar raam. Deze twee
EMI7.3
profiellijsten bezitten loodrecht op hun langsrichting een verschii lende doorsnede. De profiellijst waaraan het blad 11 verbonden is bevat een gedeelte dat een L'-vorige goot vo=1=t--en bestaa uit een bodem 14 en loodrecht erop staande wanden 15. Op een afstand van de bodem 14 staat aan de binnenzijde op de twee manden 15 een rand 16 die evenwijdig aan de bodem 14 loopt. Aan. de buitenzijde
EMI7.4
van de joot staan op de bodem 14 twee randen 17 en ils.
De rand 17 bevat twee loodrecht op elkaar staande benen. Een been ligt in het verlengde van een wand 15, namelijk van de in figuren-3 en 4 links gelegen opstaande wand 15 het andere been loopt evenwijdig aan de bode: 14 en komt tegenover deze bodem. De breedte van de twee benen van de rand 17 is nagenoeg gelijk.. De rand la bevat eveneens twee loodrecht op elkaar staande benen. Een been ligt in het verlengde van de bodes: 14. Met andere been
EMI7.5
vas Je nand 13 loodt 'ttF::i.'bd?z; aan de opstaande ::ilt3es'! '?J lns de van de wand 15 afgekeerde zijde van de boden 14.
Op dit láatste been staan, aan de naar- ht been 17 gerichte zijde, versterkingsribben. De breedte van het laatstgenoemde been van
EMI7.6
------------de rand 18 is ook rxerkeïij3c groter dan de breedte van het eerst- genoemde been van deze rand. Het blad 11 van et scharnier
EMI7.7
steekt door éen langwerpige opening 19 die, tegen de bodes-14,"' in een opstaande wand 15, namelijk in de in -de figuren.3 en 4 links gelegen opstaande a=ay:d ? 5¯aangebraelz is. Het zijn -t"sen de opstaande wanden 15 stekend gedeelte kost het blad 11 tegen ae bodem 14 van de proriellijst. Dit blad 11 is nog aan zijn van de bodem 14 afgekeerde zijde van een groef 20 voor-
<Desc/Clms Page number 8>
EMI8.1
i.
Deze groeI loopt 6' n7r.F,'^'aá,.'p. aan ce schierpen 21, dit is w'x2Talaf3 aan e langsrict1t'ing van se p)Qfe1.1ijst. Deze &roef stv ligt nagenoeg a17e=ege het g2delte .1.,.r,' liet bias. 11 dat -tussen :-e instaande 15 kom-z en, aangezien het blad 1 set zijn vrij uiteinde sagenceg e6 ge la de ±1#u=-en --- 3 en 4 rechts gelegen opstaande and.25 -Kont, ook nagenoeg 2tE2.verK@:;e tussen de tNee opstaand= d..z.,'v,stïPGE,'á 15 van de profiellijst.
De bladveer 13 die het blad 11 aan de nraá.e.3.ist verbindt byestaat uit twee benen die volgens richtingen lopen die een hoek met elkaar =aken. -er plaatse van de sa0.eaes- van de twee benen is de hoek afgev1.akt.--- at de:::.g--a:fgev1.akt2 :oe: komt de Madveer 13 in de oef 20. Het de uiteinden 'sran de twee benen," die een weinig ongebosen zijn, komt de bladveer 13 tegen de naar de boden 14 gekeerde zijde van de twee randen 16 van de rcie3l!st.
In normale stand, dit is wanneer er geen enkele kracht op de bladveer 33 inperkt, maken de benen van deze veer-een hoek met elkaar die sterfelijk kleiner is dan de hoek die ze naken wanneer de blaveer tussen het blad 11 en de twee randen 16 geklemd zit
In deze laatstgenoemde stand, die in de figuren 3 en 4 voorgesteld
EMI8.2
is, drukt de bladveer 13 het blad li van het seliar-nier dus net een relatief grote kracht teztn de bodem 1 van de profiellijst.
9e dikte van het gedeelte van het blad 11 dat tussen de tee-r-- staande wanden 15 komt is, gemetne loodrecht op de .bodes 14, kleiner dan het gedeelte van het blad 11 dat buiten de profiellijst komt. Het blad 12'komt dus ook gedeeltelijk tegen een naar buiten gerichte zijde van een zijwand 15 van de profielleijst
EMI8.3
De profiellijst die aan het bla<I Y2 van het scharnier irerxr3.est is, vormt een gesloten U-vormiage goot en bevat dus een boden 22, twee opstaande wanden 23 en een evenwijdig aan de boden 22 lopende wand 24. De opstaande wanden 23 strekken zich slechts uit
EMI8.4
tussen de bodem 22 en de wand 24.
Aan $wbu.te3airïs van de goot j staan op de boden 22 twee randen 25 en 26 die identiek zin res-
<Desc/Clms Page number 9>
EMI9.1
TS G C3E."L elí'"e,''. aan de randen 17 en zig van .de hierboven dhr:.^si=i=C ': a2 yJ3.'O- ? Y ..¯,:'t Da raad. 25 kont net een Been 1;. het Tá 3 's van de in de .figuren 3 eu 4- - rech 1:S gelegen Ops"t<::'3s:;.!'Ïe :;1=d zur,.
J'2.¯ de --j 3e pand 25 5,.i:t" aan de s3i'''GvyZ.'xr van de andere zijwand 23, met een smal- be-m op de D"5ien 22 S33 On de wind 24 staan eveneens twee randen 27 en 28 ie $',z.^.ZáL3 1¯-: ¯ gelijk aan de 1.''"Q . 25 en zus maar- G2e a-nn de 'cui.':1.^BSt'...rE zijde van de e.Zrt3:r.e 1 ..^7' voorkomen en in ',"''e tegGSgesteJLds- rich- ting lopen als deze randen 25 en 25 De rand 27 sluit dus aan
EMI9.2
op de zijwand 23 die het cichts-c bij de rand 26 gelegen is. Eet blad 12 steekt door een lanj;e=nig opening 1 -2ie in--a-e-"in de -- - figuren 3 en 4 links gelegen zijwand 23 tegen de bodem 22 aangebrachi is.
Dit blad 22 is in een rechte hoek gebogen. Het aan de pen 21 verbonden deel van het blad 22 komt tegen het evenwijdig aan de wanden 23 lopende deel van de rand 26. -Tiet andere deel van het blad 12 komt tegen de bodem 22 en tegen het op deze boden aan-
EMI9.3
sluitende smalle deel van de rand 26. Het 1aatstsgenoende deel van het blad 12 komt tot nagenoeg tegen de in de figuren 3 en 4 rechts gelegen opstaande .wand-23, De dikte van het tussen de wanden 23 komende gedeelte van het blad 22 is kleiner dan de dikte van de rest van het blad.
De lengte van het evenwijdig aan de zijwanden 23 lopende decl van het blad- 22 is zodanig
EMI9.4
dat, wanneer het andere deel van net blad 12 even:r3.di komt --- aan het blad 11, het vrije uiteinde van de rand 26 van de pro- fiellijst nagenoeg tegen de wand 15 en ter hoogte van de bodem 14 van de andere profiellijst komt en het vrije uiteinde van de rand 18 van deze laatste profileeijst nagenoeg tegen de wand 23
EMI9.5
en ter hoogte van cre bodem 22 van de eerstgenoemde prorieliijst komt.
In het tussen de wanden 23 gelegen gedeelte van het blad 12 is halverwege dit gedeelte, dus ook nagenoeg halverwege tus-
EMI9.6
sen d twee wanden 23, een groef -23 aanzebracht- Het blad Z2 van het scharnier is aan de -prof lolligst met de bodem 22 -verdomden
<Desc/Clms Page number 10>
EMI10.1
door een hlaveer 13- Het Laar afgeplatte -'.r.' ..±s á, 'l-ort de -'r a3±'.eP 13 in de groef 29 terwijl ze #et haar vrije i3LE..33t 2.' tegen de and z Kont. t:..:G,e?.,3.Es2 de .á.Sa"án..y'av :',=u'-'.. da oae 22 en da ',Ta i van de laatstgenoemde preifieHst nanoe0 -flij k is t.3s'7.
--r- de- afstand tusssc e bodem 1.4- en een raad. 16 vas de andere prcfiglijs, trj2 het tUssen de :n. ;Ei! 23 3tekne 5e2eltc van het blad 12 nagenoeg gelijk is aan .:3$"$i3,5Sac 5c wand3 15 stekense 'gedeelte van het blad 11, dur:t Je bladveer 13 het blad 12 van heT scharnier net dezelfde kracht tegen de bo2cr-- 22 van de ene profiel- 11'--list als ê-e andere bi-adveer 13 het bisa 3.1 Gà1 Itet scharnier tegen de bodes 14 van de' andere pro=iel1ijst s'Hwt< Hot vervaardigen van fret aan de -rwee =oziel3.isten verbonden scharnier is zeer eenvoudig en kan eer snel gebeuren.
Hen steekt de twee 1l1aden 11 en-'2 van het schsrnier door de uit sparing 19 in de twee pro-?iellijste3.<. Set een speciaal toestel kient men de bladveren 13 tussen deze bladen etr een gedeelte van de profie12ijst waarin et blad steekt.
De uitvinding is 6eenins-Deperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeriavsvoraen en binnen het raar- van de octrooiaanvrae kunnen aan de beschreven Tiitvoerinssvornen vele veranderingen aangebracht ï30:e'es. onder neer at betreft due ,'tGr u de sanenstel- 1 de en act aantal van ae onder1>= lie voor het 7e3'::eZL' x2jLBi1 van de uitvinding gebruikt >::.,rL :fl: ie ati".a7 l. .si2 een prc=ie1.1ijst verbonden S"t"ai E.' t 1l e % Y e n e r dat het stuk aan de rroIi'ellájst verbonden ils door tussenkonst van ten minste één verend- -element a.t . et een gedeelte tegen liet stuk en net een ssdeelte t=jen de pro:ie22ijst
EMI10.2
komt.
EMI10.3
2- Aan een rore3 ¯s'- 3reroanen stuk vo16e de vorige conclusie m e t h e t k e n r- c r k dat het tk ten minste een groef b=-rat, :v33''s3=y set verende eleïseat met een ge-
<Desc/Clms Page number 11>
deelte in deze groef steekt.
EMI11.1
3. Aan sen prof lelijkst ver-bonden stuk volgens een van de vorige conclusiesl met het St e n n e r k Sat het verende element een blad veer is.
-- - ¯-.4¯ Aan een p-rcfiellijst verboad.-E stuk een van de vorige conclusies; #- e h -e t ó< e s s e r k -gat het verende ¯ .. el-ement tusssn het stuk en een gi--dr=e7---e van a-pc=ie1!jzt voor- ?iouk, teruijl .het stuk tegen een. ander -edeel-e vas de profiel- lijst komt= Maarbij het verende element het stiriz van het eerstgenoende gedeelte eg en tegen liet 1=atstgenoe=ie-gedeeZte va= de . prcflélIijst dm.t. ¯ ---- - 5 Aan een profiellijst verbonden stuk volgens de
EMI11.2
vorige conclusie met het ken n e r k dat de profiellijst een gedeelte bevat dat een -S-Yorsige goot vorut aan de binnenzijde waarvan op de opstaaace wanden een.
rand staat die nagenoeg evenwijdig aan de bodem van de goot loopt, waarbij het stuk teren deze boden kont en net verende element tussen net stuk en de op de opstaande wanden staande randen voorkomt.
EMI11.3
6. kan een D>o9iellijs*w*dJonoe stuk volgens de conclusies 3 en 5, r. ± t h * 1; e n ; e r 3t dat de veer twee benen bezit die, ten minste wanneer geen !,--acht op de veer Inwerkt:, een hoek net elkaar sakea, terwijl de veer met haar gedeelte waar de benen samenkomen tegen het stuk komt en met de vrije uiteinden van de benen tegen de randen komt die op de opstaande wanden van de goot staan.
7. Aan een prof lolligst verbonden stuk volgens een
EMI11.4
van de conclusies 5 -en 6" met h e t ken mer k dat de randen die op de opstaande wanden van de goot voorkomen deel uitmaken van een volle wand die tussen de opstaande wanden van de goot evenwijdig aan de bodem van de goot loopt..
8. Aan een prof lolligst verbonden stuk volgens een
EMI11.5
van de conclusies 5 tot 7" met het k e n m e w k dat
<Desc/Clms Page number 12>
het stuk door een opening in een opstaande wand van de goot
EMI12.1
-steekt. ############
9. Aan een profiellijst verbonden stuk-volgens een van de conclusies 1 tot 3, met h e t k e n m e r k dat het verende element net een uiteinde tegen het stuk en met een uiteinde teen de profiellijst komt en het poogt,ten opzichte van de prof lolligst, het stuk langs de profiellijst te verplaat- sen,
waarbij een van de elementen respectievelijk gevormd door het stuk en de profiellijst een gedeelte bevat dat de relatieve verplaatsing van het stuk ten opzichte van de profilelijst belet- 10. Aan een prof lolligst verbonden stuk volgens de con- clusies 2, 3 en 9, m e t h e t k e n m e r k dat de bladveer twee haakvormig gebogen uiteinden bevat waarbi ze met een uiteinde in de groef in het stuk kort- en aan het-stuk vasthaakt terwijl de profiellijst een gedeelte bezit waarover de veer roet haar andere uiteinde haakt.
11. Aan een profiellijst verbonden stuk volgens de vo-
EMI12.2
rige conus1e2 a e t het kennerk dat de profiellijst een gedeelte 'bevat dat een .x.-wJe3$"sFi,? goot vorst' waarbij do ón"lCll.:á'ii.' o .:c o!>::;'tat1:Jo t1a1.lcn i3y.'?r^.a -'Ia een r!:.11d staat die :d^T8?iC-Er,.,, c7n\:lj2i loopt aan 9 30,ie=; 7an de C..'.atr ¯ waarbij ère raai ,1aatslijk vas z2 Qnste én ond2rrekin- voorzien is en -iaars2j i3t.'t "'..aláz ''?3aS "'s"ï E: a,3 Y"c3ï#.." : ? 1e opstaan- de it3a"i...n$il van due goot sa de 'boden vas ëese goo1 7oor;:ont, ter- 3i3t het ;,yQ"'.$. "f.c.E.' van do ?rcfa11ij3t waarover C".a bZad-veerréï een uiteinde haakt jó"orr,9 is .3oor deze >axü-3; tar plaatss van
EMI12.3
de ondfrbrok±nsó, 12. n d ?roflcrl1jst b .^.$'vE arl 3U "u".,.d' ;-;i;
i3 .a de vorige coaclusle¯ 0 net :C L ''3 z3 ' dat et stuk ten Minste t'r'k"'-T..''oeí'z bevat Kaa-biJ de .w.'"-."áYs"t'r" set een uiteinde in een van de groeven steekt tcráj. : > mot 3Qaar an:dc1'i!! uiteinde dat over de raa4e!t haakt en door de oa:18rbre:id.-.agen in.
<Desc/Clms Page number 13>
deze randen steekt vrij in de andere groef zit
13.
Aan een profiellijst verbonden stuk volgens een
EMI13.1
van de conclusies 11 en i2, e * h e t kan n e r k dat- de bladveer aan haar uiteinde dat door de onderbrekingen in de randen van de prfilellijst steekt en in de profiellijst haakt, een breedte bezit die nagenoeg gelijk is aan de afstand tussen de opstaande wanden van het hoofdvormende gedeelte van de profiellijst terwijl de breedte van het uiteinde van de bladveer dat in een groef in een stuk steekt en aan een stuk haakt eer weinig kleiner is dan de afstand tussen de naar elkaar gekeer- de uiterste randen van de randen die op de opstaande wanden van het gootvornende godellete van de profiellijst staan.
14. Aan een orifleijst verbonden stuk volgens een
EMI13.2
van de vorige conc1usies met het ken n e r 3 dat het stuk aan een tweede profiellijst verbonden is
15. Aan een profilejst verbonden. stuk volgens de vo- rige conclusie met h e t kenmerk dat het stuk aan een tweede profiellijst verbonden is door ten ninste één verend
EMI13.3
e1e!:}eJ:lt. -- 16.
Xai een 'Oi 3.è'. ; S é. verbonden stuk STO >5.'.s'2S een v&3 de conclusies I. tot 3 en v-2e.-i van Je "'J'nCli.á3s 14 en 1.5" net het k e- n !J" e r 1;: dat 1!est stNTc een sCl1ar:I.ier is waarvan de twee bladen aan een p=ofie17ijst verbons-en zijn en waarbij ten sinste 3 van deze bisdan 3ia een =é.v3°.Ls- verbonden is door een verend element.,
17 Aan een profiellijst verbonden stuk volgens de
EMI13.4
vorige conclusie net net ken mer k dut 4e twee bladen van het scharnier door een verend alesest aan een g .i.?....3.8 verbonden zijn.
18. Aan een profileljst verbonden stuk volgens een van de conclusies9 tot 13 en volgens een van de conclusies
EMI13.5
14 en 15,met b e t kenr!ark dat het stuk een. ver-
<Desc/Clms Page number 14>
EMI14.1
.binningsstuïc van twee profiel1ijsen is en Det een zedeelte aan elk van de profiellisten verbonden ils, waa--b---j het stuk aan ten minste één van de profielli'sten#ver&cn-eE is dryor een verend elenent, terwijl het gedeelte dat Je relatieve verplaatsing van het stuk -een opzic'hta van deze laa'tsteBGende profiellijst belet, gevormd is door de andere aan het stuk verbondn profiel- lijst-
EMI14.2
19.
Aan een profielliist verbonden stuk volgens de vorige conclusie net het ken Mer k dat de twee profiellijsten aan het verbindingsstuk.....v-e.:r..1:Lo.n.d.en. zLjn <1or--en verend element waarbij deze verende elementen de -fHree profie.l.ï.ijsten, ten opzichte van liet verbindingsstu'k. naar el?;asr toe trekken.
20. Aan een profilelljist verbnden stuk volgens een van de conclusies ia en 19. m e t net ken n e r k dat het verbindingsstuk waaraan de twee prcfiellijsten verbonden zijn twee benen bevat die een hoek net elkaar maken waarbij elk been aan een profiellijst verbonen is.
21. Aan een profiellijst verbonden strk zoals hier-
EMI14.3
voor beschreven of in'de hieraan toec=.ro=j5= texesisg-en voorgesteld.
22. Zierent gebruikt ier van stuiz ean de prcfiellijst bij een aan fillist verboden stuk volgens een van'de vorige conclusies.
23. ±1=ment zoals hiervoor Deschreveu or in e* hieraan toegevoegde telken ingas voort-esteld.