<Desc/Clms Page number 1>
"Verbeterde veiligheidsgordel".
De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterd veiligheidsgordel, met andere woorden een gordel die algemeen wordt gebruikt bij het uitvoeren van relatief gevaarlijke werk- zaamheden, zoals bij voorbeeld het werken op relatief grote hoogten en dergelijke.
Men weet dat de tot op heden algemeen gebruikte veilig. heidsgordels hoofdzakelijk gevormd worden door een zogenaamde lendengordel die op geschikte wijze samenwerkt met verschillen- de onderdelen die zelf met elkaar verbonden zijn door middel van gespen of dergelijke en waarbij ieder van deze delen af- zonderlijk moet aangepast, respektievelijk geregeld, worden aan de anatomie van het lichaam.
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
Men weet C'v ,1±: :12 dat ii;1 aanpassen, respectievelijk het regelen, ven zuiko orr;ns' wanneer deze gordels voor verschil- lende p :4> , "')( I-l, gbl'uikt worden) des te moeilijker ils waMN'Y ,1' -an verschillende buikaattxek vertonen, daar de -' 'a gordel op meerdere punten moet aangepast wordpu t<"!< ':1 ,luie verschillen in buikomvang op te vangen.
De hnld1g uitvinding heeft betre1r,<;ing op een veiligheids" , 'del t.le drs V001'!:oerHdl:' zon rnuero nadalen van'de tot op heden "','kende vei11ghe1dggord..:'J :: :s, '.".;.'111' U.soh uitsluit.
Deze verbeterde L w'.,.. ¯<. Ipl, volgens de uitvinding is zodanig gekonditieief,1-4 I"t i:1 . 111' scor eenvoudige wijze :an geregeld worden ten opzlcl,1 . vpr- 10 anatomie, meer speciaal ten opzichte van de buikomvang en de lengte van de persoon die zulke gordel zal dragen, waarbij zulke regeling slechts op twee plaatsen van de voornoemde veiligheidsgordel is uit te vo@@en ten einde de verschillende delen volkomen aan te passen aan de lichaamsbouw van deze persoon.
Een ander voordeel van de verbeterde veiligheidsgordel volgens de uitvinding is dat de bediening ervan zeer eenvoudig is doordat hij enerzijds slechts op twee plaatsen dient geregeld te worden en anderzijds doordat voor deze regelelementen zelf- klemmende gespen worden aangewend.
Nog een ander voordeel van de verbeterde veiligheidsgordel volgens de uitvinding is dat, wanneer deze laatste geregeld is voor een bepaald persoon of arbeider, de eigenlijke bevestiging met het lichaam geschiedt door het verbinden van een dwarsstuk dat is aangebracht tussen twee vertikale over de schouders ge- plaatste delen.
Nog een ander voordeel van de verbeterde veiligheidsgor- del is dat hij zeer gemakkelijk kan aangetrokken worden en op even gemakkelijke wijze van het lichaam kan verwijderd worden.
Nog een ander voordeel van de voornoemde veiligheidsgor-
<Desc/Clms Page number 3>
del is dat het voornoemd dwarsstuk dat de schouderstukken ver- bindt zodanig is voorzien tussen deze schouderstukken dat bij een eventuele val het van de schouder glijden van een der voor- noemde schouderstukken onmogelijk is.
De veiligheidsgordel volgens de uitvinding is uiteindelijk zodanig uitgevoerd dat hij al dan niet kan gebruikt worden in kombinatie met een traditionele lendengordel.
De uitvinding betreft een veiligheidsgordel van het type dat hoofdzakelijk bestaat uit twee nagenoeg identieke helften die door een rugstuk met elkaar verbonden zijn en waarvan iedere helft gevormd is door een doorgang voor het been; een schouder- stuk dat enerzijds verbonden is met het voornoemd rugstuk en anderzijds met de voornoemde beendoorgang; een gedeelte dat enerzijds verbonden is met de voornoemde beendoorgang en ander- zijds met het voornoemd rugstuk en bijkomende regelbare tus- senstukken, waarbij deze veiligheidsgordel volgens de uitvinding één of meer der hiernavolgende punten bevalt a) iedere helft van de veiligheidsgordel is gevormd door slechts drie hoofdzakelijke delen, namelijk een doorgang voor het been die rechtstreeks verbonden is met het voornoemd rug- stuk;
een schouderstuk en een verbinding tussen het voornoemd schouderstuk en de voornoemde beendoorgang; b) de voornoemde beendoorgang is gevormd door een band die vertrekt vanaf het voornoemd rugstuk en die naar het ander vrij uiteinde voorzien is van een lus die vrij schuifbaar over de band die haar vormt is aangebracht; c) het voornoemd schouderstuk bestaat hoofdzakelijk uit een band die met één uiteinde verbonden is met het voornoemd rugstuk en waarvan het ander uiteinde verbonden is met een regelgesp ;
d) de verbinding tussen de voornoemde doorgang en het voornoemd schouderstuk bestaat hoofdzakelijk uit een band die
<Desc/Clms Page number 4>
naar de beide u@@einden voorzien is van een lus, waarbij één lus vrij schuifbaar is aangebracht over het bandgedeelte dat de voornoemde beend oorgang vormt en waarvan de tweede lus ver- bonden is met de gesp die tevens verbonden is met het voornoemd schouderstuk; e) het bovenuiteinde van het voornoemd rugstuk is voor- zien van een lus die samenwerkt met een veiligheidshaak; f) de schouderstukken zijn ieder voorzien van een dubbel stuk dat een ruimte vormt tussen dit laatste en de voornoemde band die het schouderstuk vormt, waarbij in deze ruimte een bevestigingshaak is aangebracht ;
g) de gesp die de verbinding vormt tussen een schouder- stuk en een verbindingsstuk tussen dit laatste en een beendoor- gang is van het zelfklemmend type ; h) de schouderstukken zijn op de borst met elkaar ver- bonden door een dwarsband; i) de voornoemde dwarsband bestaat uit een band die naar één uiteinde voorzien is van een lus, waarbij deze lus vrij schuifbaar is aangebracht over één schouderband en een lus die is aangebracht op de tweede schouderband en waarin tevens een gesp is voorzien die met de voornoemdeband van het eerste schou- derstuk kan samenwerken; j) de voornoemde schouderstukken zijn op de borst voor- zien van een klem die het afglijden van het voornoemd dwarsstuk belet;
k) de lussen van de verbindingsstukken tussen de schouder- stukken en de beendoorgangen zijn zodanig verwezenlijkt dat zij bijkomend doorgang kunnen bieden voor een lendéngórdel; Teneinde de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voor-- keurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin:
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 1 in perspektief een vooraanzicht weergeeft van een verbeterde veiligheidsgordel volgens de uitvinding; figuur 2 eveneens in perspektief een achteraanzicht toont van de veiligheidsgordel van figuur 1; figuur 3 schematisch een persoon of arbeider weergeeft die de veiligheidsgordel volgens figuur 1 draagt;
figuur 4 op vergrote schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F4 is aangeduid; figuur ? eveneens op vergrote schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 doop F5 is aangeduide , figuur 6 op vergrote schaal het gedeelte toont dat in fi- guur 1 door F6 is aangeduid; @ figuur 7 een perspektiefzicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 1 doch waarbij de verbeterde veiligheidsgordel i volgens de uitvinding bijkomend voorzien is van eenendengordel;
figuur 8 schematisch een persoon, arbeider of dergelijke toont die een.veiligheidsgordel, draagt zoals weergegeven in fi- guur 7.
In deze uitvoeringsvorm bestaat de veiligheidsgordel vol- gens de uitvinding hoofdzakelijk uit twee identieke helften, respektlevelijk 1-2, die met elkaar verbonden zijn door een rugstuk 3. Dit laatste is voorzien van een lus waarin een driehoekige haak 1 is aangebracht.
Ieder der voornoemde helften 1-2 is in hoofdzaak gevormd uit een eerste band 2 die met één uiteinde bevestigd is met het voornoemd rugstuk 3 en waarvan het ander vrij uiteinde voor- zien is van een lus 2 die vrij over de band is aangebracht ten- einde alzo een doorgang 8 te vormen voor een been.
Op het rugstuk 3, is, eveneens voor ieder der helften 1-2, een tweede band 2 bevestigd, waarbij deze band op een geschikte plaats voorzien is van een dubbel stuk 10 dat een doorgang vormt voor een driehoekige haak 11.
<Desc/Clms Page number 6>
Het stuk 10 is zodanig aangebracht op de voornoemde band 2 dat de haak 11 over een relatief grote afstand kan bewegen ten opzichte van de band 9.
Over de voornoemde band 2 en meer speciaal over het ge-
EMI6.1
deelte dat de voornoemde doorgang 8 vormt 1s het luor.1g uit- einde U aangebracht van een band gedeelte 1, ua&>ij dit laat- ste naar zijn tweede vrij uiteinde eveneens voz1. is van een lus'Vorm1,1 uiteinde ,JJi. in de voornoemde lu< 1! 1. VOQf..tllri1I1Uh iHtl géioil.ew 12: aangElbtacht van eeri op i73cVá1fl* bekende áAi:a6d7t..Ci:4t''ód.:$SW i9'i 1. Deze laatste bestaat hoofdzakelijk uit een rehtOék!1 5a- der 1Z waarvan het voornoemd gedeelte 11 del U1tmsskt, waarbij het gedeelte la dat evenwijdig is met dit voornoemd gedeelte 11 eventueel voorzien is van een element 1i dat het losmaken van zulke zelfklemmende gesp vergemakke3ijkt.
Tussen de voornoemde delen 12- is de zel!k1emmende gesp 16 voorzien van een gekarteld cilindrisch gedeelte 20 dat schuifbaar is aangebracht op de zijdelen, respektievelijk 21-22, van de gesp 16. Over dit cilindrisch element 20 is het vrij uiteinde aangebracht van de voornoemde band 9.
Op deze wijze bekomt men een veiligheidsgordel die uiterst eenvoudig te verwezenlijken is en waarvan de regeling, respek- tievelijk het aanpassen aan de anatomie van de persoon die zulke veiligheidsgordel moet dragen, op zeer eenvoudige wijze geschiedt.
Inderdaad vol staat het dat deze persoon de benen doorheen de voornoemde doorgangen ¯8 aanbrengt, waarbij deze doorgang zich automatisch aanpast aan de dikte van het been, respektievelijk, van de bil, van deze persoon doordat de lus 2 vrij schuifbaar is over de band 6.
De enigste regeling die moet uitgevoerd worden is deze der schouderstukken die gevormd worden door de voornoemde ban- den 9, waartoe het volstaat het vrij uiteinde van de band,2
<Desc/Clms Page number 7>
aan te trekken, respektievelijk te lossen, waarna de gesp 16 automatisch de band 2 in de juiste positie vasthoudt.
Een bijkomende zekerheid van de veiligheidgordel volgens de uitvinding bestaat in het voor.-zien, bij voorbeeld op de band 2 van het gedeelte 1, van een band 2 waarvan één uiteinde een lus 24 vertoont die vrij schuifbaar b@neen de voornoemde band .2 is aangebracht, terwijl in dit geval, over de band 2 van de helft g een lusvormig uiteinde 25 is aangebracht*
De delen 23 tot 25 kunnen op zodanige hoogte aangebracht worden van de veiligheidsgordel dat, na bevestiging van de band 23 met de voornoemde gesp 16, die is aangebracht in de lus 25, de sehouderstukken of banden .2 met elkaar worden verbonden zo- dat bij een eventuele val het afglijden van de schouderstukken totaal wordt uitgesloten.
Ten einde de voornoemde veiligheidsband 23 tot 25 op de geschikte hoogte te houden kan men bij voorbeeld op de banden 9 een klem 26 voorzien die over deze band kan bewogen worden en die enkel als doel heeft het afglijden van de band 23, res- pektievelijk van de lussen 24 en 25, te vermijden,
Zulke klem 26 kan bij voorbeeld gevormd worden door een I-vormig element waarvan de uiteinden met elkaar verbonden zijn ten einde drie evenwijdige benen, respektievelijk 27-28 en 29, te vormen, waarvan het been 27 aan één zijde van de band 9 wordt aangebracht en de benen 28 en 29 aan de tweede zijde.
Uiteindelijk is de lus 14 der banden 13 zodanig uitge- voerd dat zij tevens doorgang biedt voor een zogenaamde lenden- gordel 30 die naar zijn vrij uiteinde voorzien is van bevesti- gingselementen die met elkaar op geschifte wijze kunnen ver- bonden worden.
Op deze wijze bekomt men een veiligheidsgordel die univer- seel te gebruiken is en waarvan de regeling tot het minimum is beperkt, terwijl het aantrekken, respektievelijk het uit- trekken van zulke veiligheidsgordel geen enkel probleem stelt.
<Desc/Clms Page number 8>
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringen doch kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.