<EMI ID=1.1>
De uitvinding heeft betrekking op vloeistofcirculatiesystemen zoals heet water verwarming�- en koud
water koelsystemen met een geforceerde circulatie, en meer
in het bijzonder op verbeteringen van dergelijke circulatiepompen, die tevens bedoeld zijn om het aanwezige gas uit de circulerende vloeistof te scheiden.
Tot dusver was het vooral in gesloten onder
druk staande heet water verwarmingssystemen noodzakelijk om constructies aan te brengen die het gas dat uit het circulerende water komt te vangen, waarbij dit gas in een reservoir gevangen werd dat tevens als reservoir voor het water <EMI ID=2.1>
bij de bekende systemen nodig om geschikte organen aan de ketel of in andere delen aan te brengen die dit vrijkomende gas uitscheiden en naar het expansievat dirigeerden, vaar een soortgelijk orgaan aanvezig is om het gas volledig
van het vater te scheiden,
<EMI ID=3.1>
hierboven beschreven organen toe te passen, daar de scheiding
<EMI ID=4.1>
naamste doel van de uitvinding het verschaffen van een ver- beterd vloeistofcirculatiesysteem dat gekenmerkt wordt door een circulatiepomp met hierin organen, die de scheiding van de in de vloeistof vastgehouden gassen veroorzaken en om
<EMI ID=5.1>
Een ander doel is het verschaffen van een pomp voor een dergelijk systeem, waarbij de pomp zich kenmerkt: door een orgaan om gassen uit de circulerende vloeistof af te en die zorgt dat de afgescheiden gassen naar een afscheidings- ruimte, die deel uitmaakt van het stelsel, afgeleid.wordt.
Nog een ander doel is het verschaffen van een circulatiepomp voor een heetwater verwarmings- of een koud- water afkoelsysteem, waarbij de pomp een orgaan bezit waarmede' deze de vastgehouden gassen aan de afgifte zijde van de pomp kan afscheiden, en aldaar in een ruimte kan afleiden voordat deze gassen verder naar het conventionele expansievat van een dergelijk systeem afgevoerd worden.
<EMI ID=6.1>
Andere doelstellingen en kenmerken van de uitvinding zullen uit de beschrijving die aan de hand van de
<EMI ID=7.1> een voorkeursuitvoering weergeven en waarbij Fig.1 schematisch een heetwater verwarmingssysteem afbeeldt, dat de verbeterde gas afscheidingspomp volgens de uitvinding bevat; Fig.2 op soortgelijke wijze als in fig.1 een <EMI ID=8.1>
teem op te nemen; Fig.3 een doorsnede in vertikale richting is <EMI ID=9.1>
1 en 2 zijn weergegeven; Fig,4 een doorsnede is over de lijn 4-4 <EMI ID=10.1> Fig.5 een vooraanzicht is van de waaier, die <EMI ID=11.1>
van de pijlen 5-5 in fig.3; Fig.6 een zijaanzicht van de waaier uit <EMI ID=12.1>
<EMI ID=13.1>
overleidin\ 13 komend van deze radiatoren, Om een circulatie
<EMI ID=14.1> <EMI ID=15.1>
of de contractie van het water in het systeem. Een hoeveelheid ingeslotea gas G wordt onder druk gehouden boven het niveau
<EMI ID=16.1>
De leiding 16 kan een ventiel 17 bezitten,
i ,
<EMI ID=17.1>
<EMI ID=18.1>
aan gas laat ontsnappen, waardoor de vloeistof bij expansie
<EMI ID=19.1>
In fig.2 is een soortgelijk systeem als in fig,1 weergegeven, met dien verstande, dat de pomp 15 in de terugvoerleidir.g 13 naar ketel 1 in plaats van in de voedings-' leiding 12 opgenomen is. Onverschillig hoe de pomp 15 in het systeem opgenomen is, is deze van een orgaan voorzien, waardoor het gas uit de circulerende vloeistof afgescheiden wordt om naar het vat 14 te worden geleid, waarbij het vat een
<EMI ID=20.1>
water L in het vat 14. De leiding 16 die de pomp 15 met het vat 14 verbindt is eveneens van een ventiel 17 voorzien om een teveel aan gas uit het vat 14 te kunnen laten ontsnap-
<EMI ID=21.1>
L kan opnemen.
In de figuren 3 t/m 7 is de pomp 15 uit fig.1 van het centrifugale type en omvat deze een pomphuis 18,
<EMI ID=22.1>
<EMI ID=23.1>
s
<EMI ID=24.1> 18 gevormd is. Het pomphuis 18 bezit een inlaatdoorgang 22 naar een pompinlaatkamer 23, die afgesloten wordt door een
<EMI ID=25.1>
en de afdichtingsondersteuning 26 draagt een pompafdichting
31, waarop de juiste spanning staat, teweeggebracht door een veer 32, die tussen de ingangszijde van de waaier 29 en de afdichting 31 gelegen is, terwijl de laatste tegen de asafdichtingsondersteuning 26 rust. De as 28 bezit een kraag
30 om het water weg te slingeren, dat langs de afdichting
31 ontsnapt.
Richten wij nu vooral onze aandacht op de figuren 5 t/m 7, dan zien wij dat de ingang 34 van de waaier
29 in een achterwand 43 hiervan gevormd is. De achterwand
43 ligt op enige afstand van een voorwand 44, die deel uitmaakt van het zeshoekige deel 37. terwijl de achterwand
<EMI ID=26.1>
naaf 35 steken, verbonden zijn. Zoals in fig.6 te zien is, bezit de voorwand 44 van de waaier 29 kleine ribben 47, die vanaf de omtrek van de voorwand 44 radiaal naar binnen steken om een extra rotatie of kolkend effect aan de gepompte vloeistof te geven.
Een orgaan is aanwezig om het gas dat in de vloeistof aanwezig is af te scheiden en om het afgescheiden gas van de pomp 15 in het expansievat 14 te voeren, zoals bij de figuren 1 en 2 beschreven werd. Het pomphuis 18 is dienovereenkomstig uitgebreid met een deel 50 dat een vloei-
<EMI ID=27.1>
deel gescheiden is van de uitlaatkamer 20 en de afscheidings-j
<EMI ID=28.1>
De schijf 54 bezit tevens een centrale
opening 58 met een grotere doorsnede, dan de buitendoorsnede van het uitstekende deel 38, en het einde van dit deel steekt in de kamer 51 tussen de ronde schijven 54 en 56.
Wanneer de pomp 15 werkt, ontstaat een druk- gradi�nt, die varieert van een maximum aan de omtrek van de afscheidingskamer 21 voor de waaier 29 tot een minimum in het rotatiecentrum van de waaier 29, die in deze kamer ronddraait. De pompwerking van de waaier comprimeert dus al het in de vloeistofstroom aanwezige gas en dit gas zal de neiging hebben. zich naar die delen van het schelpvormig huis te bewegen, vaarin de lagere druk heerst.
Verder is er mg de normale centrepetale
<EMI ID=29.1>
verkt, die deze naar het rotatiecentrum van de draaiende vloeistof in de afscheidingskamer 21 dwingen. Daardoor zal de vloeistof, die door de waaier 29 in de afscheidingskamer
21 gepompt wordt, tegelijkertijd de gassen die zich in de
<EMI ID=30.1>
hierop afneemt ,
Daarom zal het mengsel van water en gassen, die de omtrek var. de waaier 29 verlaten, eerst naar de dyna- <EMI ID=31.1>
<EMI ID=32.1>
<EMI ID=33.1>
<EMI ID=34.1>
<EMI ID = 1.1>
The invention relates to liquid circulation systems such as hot water heating � - and cold
water cooling systems with forced circulation, and more
in particular to improvements to such circulating pumps, which are also intended to separate the gas present from the circulating liquid.
So far it was mainly in closed under
pressurized hot water heating systems necessary to install structures that capture the gas coming out of the circulating water, this gas being trapped in a reservoir that also acts as reservoir for the water <EMI ID = 2.1>
In the known systems, it is necessary to provide suitable means on the boiler or in other parts which excrete this released gas and direct it to the expansion vessel, where a similar means is present to fully extract the gas.
from the vat,
<EMI ID = 3.1>
To apply the means described above, since the separation
<EMI ID = 4.1>
main object of the invention to provide an improved liquid circulation system characterized by a circulation pump having means therein which cause the separation of the gases retained in the liquid and to
<EMI ID = 5.1>
Another object is to provide a pump for such a system, the pump being characterized: by a means for withdrawing gases from the circulating liquid and causing the separated gases to go to a separation chamber, which is part of the system. , is derived.
Yet another object is to provide a circulation pump for a hot water heating or a cold water cooling system, the pump having a means by which it can separate the retained gases on the discharge side of the pump and enter a space there. before these gases are further discharged to the conventional expansion vessel of such a system.
<EMI ID = 6.1>
Other objects and features of the invention will become apparent from the description made with reference to the
<EMI ID = 7.1> shows a preferred embodiment, and wherein Fig. 1 schematically depicts a hot water heating system containing the improved gas separation pump according to the invention; Fig. 2 shows an <EMI ID = 8.1> in a similar way as in Fig. 1
to record teem; Fig. 3 is a section in vertical direction <EMI ID = 9.1>
1 and 2 are shown; Fig. 4 is a section along the line 4-4 <EMI ID = 10.1> Fig. 5 is a front view of the impeller, which <EMI ID = 11.1>
from arrows 5-5 in Fig. 3; Fig.6 is a side view of the impeller from <EMI ID = 12.1>
<EMI ID = 13.1>
overleidin \ 13 coming from these radiators, To a circulation
<EMI ID = 14.1> <EMI ID = 15.1>
or the contraction of the water in the system. An amount of entrapped gas G is kept under pressure above the level
<EMI ID = 16.1>
The line 16 can have a valve 17,
i,
<EMI ID = 17.1>
<EMI ID = 18.1>
to release gas, causing the liquid to expand
<EMI ID = 19.1>
In FIG. 2 a system similar to that in FIG. 1 is shown, except that the pump 15 is included in the return line 13 to boiler 1 instead of in the feed line 12. Regardless of how the pump 15 is incorporated into the system, it is provided with a means by which the gas is separated from the circulating liquid to be passed to the vessel 14, the vessel having a
<EMI ID = 20.1>
water L in the vessel 14. The line 16 connecting the pump 15 to the vessel 14 is also provided with a valve 17 to allow excess gas to escape from the vessel 14.
<EMI ID = 21.1>
L can record.
In Figures 3 to 7, the pump 15 of Figure 1 is of the centrifugal type and comprises a pump housing 18,
<EMI ID = 22.1>
<EMI ID = 23.1>
s
<EMI ID = 24.1> 18 is formed. The pump housing 18 has an inlet passage 22 to a pump inlet chamber 23, which is closed off by a
<EMI ID = 25.1>
and the seal support 26 carries a pump seal
31, which is properly tensioned, produced by a spring 32 located between the input side of the impeller 29 and the seal 31, the latter resting against the shaft seal support 26. The shaft 28 has a collar
30 to throw the water away, passing the seal
31 escapes.
If we now focus our attention on figures 5 to 7, we see that the entrance 34 of the fan
29 is formed in a rear wall 43 thereof. The back wall
43 is spaced some distance from a front wall 44, which is part of the hexagonal portion 37, while the rear wall
<EMI ID = 26.1>
hub 35 stitches. As can be seen in Figure 6, the front wall 44 of the impeller 29 has small ribs 47 that project radially inward from the periphery of the front wall 44 to impart an additional rotational or swirling effect to the pumped liquid.
Means is provided to separate the gas contained in the liquid and to supply the separated gas from the pump 15 into the expansion vessel 14 as described in FIGS. 1 and 2. The pump housing 18 is correspondingly extended with a part 50 which has a flow
<EMI ID = 27.1>
part is separate from the outlet chamber 20 and the separation j
<EMI ID = 28.1>
The disc 54 also has a central unit
opening 58 of greater diameter than the outer diameter of the protruding portion 38, and the end of this portion extending into the chamber 51 between the round discs 54 and 56.
When the pump 15 is operating, a pressure gradient is created, which varies from a maximum at the circumference of the separation chamber 21 for the impeller 29 to a minimum at the center of rotation of the impeller 29 rotating in this chamber. Thus, the pumping action of the impeller compresses all the gas present in the liquid flow and this gas will tend. move towards those parts of the shell-shaped housing where the lower pressure prevails.
Furthermore, there is mg the normal centrepetal
<EMI ID = 29.1>
forces it to the center of rotation of the rotating liquid in the separation chamber 21. As a result, the liquid passing through the impeller 29 will enter the separation chamber
21 is pumped, at the same time the gases that are in the
<EMI ID = 30.1>
this decreases,
Therefore, the mixture of water and gases, forming the circumference var. leave the fan 29, first to the dyna- <EMI ID = 31.1>
<EMI ID = 32.1>
<EMI ID = 33.1>
<EMI ID = 34.1>