<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een weefriet, samengesteld uit platte metalen staven, die nabij hun overeenkomstige uiteinden tussen twee dwarsstaven en daaromheen gewikkelde draad bijeen en gespatieerd ge- houden worden en met die uiteinden in een dwarsbalk van elastisch materiaal zijn ingebed.
Hoewel een dergelijk, door het Amerikaanse octrooi- schrift 1.676.513 geopenbaard weefriet, op het eerste ge
<Desc/Clms Page number 2>
zicht zeer aantrekkelijk en een grote vooruitgang op de toenmalige stand der techniek leek, heeft het desondanks geen ingang in de praktijk kunnen vinden.
De uitvinding berust op het inzicht, dat het falen van het genoemde weefriet een gevolg is van een onvoldoen- de hechting van de uiteinden van de rietstaven in de ter plaatse van de overeenkomstige staafeinden aangebrachte dwarsbalken.
De uitvinding beoogt door een verbeterde constructie van een weefriet van de onderwerpelijke soort de daaraan klevende nadelen te vermijden.
Daartoe zijn bij een weefriet volgens de uitvinding de rietstaven nabij hun uiteinden voorzien van een in één of in beide langsranden aangebrachte uitsparing en met hun einden tot voorbij de hen samenhoudende dwarsstaven en spatieerdraad ingebed in een van een elastische kunst- stof vervaardigde dwarsbalk.
Ter verduidelijking der uitvinding zal, onder ver- wijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van het weefriet worden beschreven..
Fig. 1 is een aanzicht van het weefriet; fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 is een langsdoorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2.
Volgens fig. 1 bestaat het weefriet uit een groot aantal platte rietstaven 1, ter weerszijden begrensd door steunstaven 2 en met hun overeenkomstige uiteinden, te- zamen met de aangrenzende uiteinden van de steunstaven 2 ingebed in de van elastische kunststof vervaardigde dwars- balken 3.
De rietstaven 1, die ra bij hun uiteinden zijn voorzie" van een in hun langsrand aangebrachte uitsparing 4 worden
<Desc/Clms Page number 3>
bijeengehouden door, ter weerszijden daarvan geplaatste metalen dwars staven 5 en een daaromheen gewikkelde en tus- sen elk paar opeenvolgende rietstaven passerende en daar- door voor de juiste spatiëring van deze dienende metaal- draad 6.
Ter vergemakkelijking van de fabricage kan tussen de uitsparingen 4 en de plaats voor de metalen bindingsorganen 5,6, ter weerszijden van de rietstaven een houten dwarsstaaf 7 en een om deze dwarsstaven en tussen de rietstaven ge- wikkelde textieldraad 8, zijn aangebracht.
Op het tot zover voorbereide weefriet wordt aan beide.langsranden een, de uiteinden van de rietstaven, tezamen met de deze onderling bijeenhoudende verbindings- middelen opnemende, dwarsbalk 9 van plastische kunststof, zoals een gietbare polyester, aangebracht.
Doordat het materiaal van de dwarsbalken 9 in de naast elkaar gelegen uitsparingen 4 van de rietstaven dringt, wordt daar ter plaatse een doorgaande elastische band gevormd, welke zijdelings uiteen gedrukte rietstaven met zekerheid in hun beginstand terugbrengt. Daartoe behoeft dus niet vertrouwd te worden op de hechting tussen de riet- staafeinden en de dwarsbalken 9 alleen. Door het aanbrengen van de uitsparingen 4 wordt de nauwkeurige gestrekte stand van de rietstaven niet beïnvloed, hetgeen de regelmaat van het weefriet ten goede komt.
Doordat in de vormgeving van de dwarsbalken 9 een grote mate van vrijheid bestaat, kan op eenvoudige wijze worden tegemoet gekomen aan de eisen, welke door de lade van een weefgetouw worden gesteld. Ook de elasticiteit van de dwarsbalken 9 biedt voordelen bij de werking van het weefriet. Verder maakt het gebruik van een elastische kunst-
<Desc/Clms Page number 4>
stof, voor de vervaardiging van de dwarsbalken 9, het mogelijk op eenvoudige wijze aan een weefriet reparaties uit te voeren. Daartoe kunnen ter plaatse van beschadigde rietstaven de dwarsbalken worden verwijderd en, na het in- zetten van nieuwe rietstaven, door aangieten worden her- steld. Deze reparatie veroorzaakt geen spanningen of de- formaties in de aan de plaats van reparatie grenzende de- len van het weefriet.
CONCLUSIE:
Weefriet, samengesteld uit platte metalen staven,' die nabij hun overeenkomstige uiteinden tussen twee dwarsstaven en daaromheen gewikkelde draad bijeen en ge- spatieerd gehouden worden en met hun uiteinden in een dwarsbalk van elastisch materiaal zijn ingebed, met het kenmerk, dat de rietstaven nabij hun uiteinden zijn voor- zien van een in één of beide langsranden aangebrachte uitsparing en met hun einden tot voorbij de hen samen- houdende verbindingsmiddelen zijn opgenomen in een van een elastische kunststof vervaardigde dwarsbalk. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a weaving reed composed of flat metal rods, which are held together and spaced together near their corresponding ends between two transverse rods and wire wrapped around them and are embedded with those ends in a transverse beam of elastic material.
Although such a weaving reed disclosed by U.S. Pat. No. 1,676,513, at first ge
<Desc / Clms Page number 2>
Although it seemed very attractive and a great advance on the state of the art at the time, it nevertheless failed to find practical application.
The invention is based on the insight that the failure of said weaving reed is a consequence of an insufficient adhesion of the ends of the reed rods in the cross beams arranged at the location of the corresponding rod ends.
The object of the invention is to avoid the disadvantages associated therewith by an improved construction of a weaving reed of the subject type.
To this end, in the case of a weaving reed according to the invention, the reed rods are provided near their ends with a recess made in one or both longitudinal edges and with their ends embedded in a transverse beam made of an elastic plastic material with their ends extending beyond the transverse rods and spacer wire.
To clarify the invention, an exemplary embodiment of the weaving reed will be described with reference to the drawing.
FIG. 1 is a view of the weaving reed; Fig. 2 is a cross-section along the line II-II in Fig. 1; FIG. 3 is a longitudinal section along the line III-III in FIG. 2.
According to Fig. 1, the weaving reed consists of a large number of flat reed bars 1, delimited on either side by support bars 2 and with their corresponding ends, together with the adjacent ends of the support bars 2 embedded in the transverse beams 3 made of elastic plastic.
The reed bars 1, which are provided at their ends with a recess 4 made in their longitudinal edge, are
<Desc / Clms Page number 3>
held together by metal transverse rods 5 placed on either side thereof and a metal wire 6 wound around it and passing between each pair of successive reed rods and thereby for the correct spacing of this metal wire 6.
To facilitate manufacture, a wooden transverse bar 7 and a textile thread 8 wound around these transverse bars and between the reed bars can be arranged between the recesses 4 and the location for the metal binding members 5,6, on either side of the reed bars.
On the previously prepared weaving reed, one, the ends of the reed bars, is arranged on both longitudinal edges, together with the connecting means holding these together, a cross beam 9 of plastic plastic, such as a pourable polyester.
Because the material of the transverse beams 9 penetrates into the adjacent recesses 4 of the reed rods, a continuous elastic band is formed there at that location, which returns the reed rods that have been pressed sideways back to their initial position with certainty. Therefore it is not necessary to rely on the adhesion between the reed rod ends and the cross beams 9 alone. By making the recesses 4, the precise stretched position of the reed bars is not affected, which is beneficial for the regularity of the weaving reed.
Since there is a great degree of freedom in the design of the cross beams 9, the requirements imposed by the drawer of a loom can be met in a simple manner. The elasticity of the cross beams 9 also offers advantages in the operation of the weaving reed. Furthermore, the use of an elastic artificial
<Desc / Clms Page number 4>
fabric, for the manufacture of the cross beams 9, it is possible to carry out repairs in a simple manner on a weaving reed. For this purpose the cross beams can be removed at the location of damaged reed rods and, after inserting new reed rods, repaired by pouring. This repair does not cause stresses or deformations in the parts of the weaving reed adjacent to the repair site.
CONCLUSION:
Weaving reed composed of flat metal rods, which are held together and spaced together near their corresponding ends between two transverse rods and wire wound around them and are embedded with their ends in a transverse beam of elastic material, characterized in that the reed rods are near their ends. the ends are provided with a recess made in one or both longitudinal edges and are received with their ends beyond the connecting means holding them together in a transverse beam made of an elastic plastic. ** WARNING ** End of DESC field may contain beginning of CLMS field **.