<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijzen voor het vervaardigen van lusjesgaren, waarbij een uit filamenten samengestelde kunstmatige draad door middel van een gasstroom met grote snelheid wordt voortgestuwd door een omsloten ruimte, na het verlaten van de omsloten ruimte de @ bewegingsrichting van de draad wordt gewijzigd en de snelheid @ er van wórdt verminderd, zijn voorgesteld in het Belgische Patent 530 212.
Deze lusjesgarens gelijken in uiterlijk op uit stapélvezels
<Desc/Clms Page number 2>
gesponnen garens, doch in plaats van v ezeleinden steken vezel- lusjes uit het garen. Met het blote oog kan men praktisch geen verschil tussen deze garens zien. Ook de greep van deze garens gelijkt op die van vezelgarens.
Weefsels vervaardigd uit lusjesgarens hebben een glad opper- vlak en vertonen dikwijls het euvel, dat zij tijdens het gebruik kreuken.
Volgens de uitvinding werd gevonden, dat, indien volgens de hierboven beschreven w-erkwijze een draad wordt behandeld, welke is verkregen door samentwijnen van twee of meer al of niet getwijnde draden met verschillende krimpeigenschappen, de weefsels vervaardigd uit de aldus verkregen lusjesgarens het uiterlijk hebben van een crêpeweefsel en tijdens gebruik niet kreuken.
In tegenstelling met crêpeweefsels, vervaardigd uit crêpe- draden verkregen door uit filamenten samengestelde kunstmatige draden hoog te twijnen, voelen de weefsels uit de lusjesgarens, verkregen volgens de werkwijze van de uitvinding, zacht en warm aan. In de meeste gevallen gelijken deze laatste weefsels op fijne wolcrêpeweefsels.
Volgens een gunstige uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een uit twee of meer draden samengestelde draad behandeld, welke draad is verkregen door samentwijnen van twee of meer draden tot een twijn van 300-1000 draaiingen per meter. Bij voorkeur heeft de samengestelde draad echter een twijn van 500-700 draaiingen per meter.
Draden verkregen door samentwijnen van twee of meer uit filamenten samengestelde draden zijn door hun relatief hoge twijn dikwijls zeer levendig, waardoor moeilijkheden-kunnen ontstaan bij de voortstuwing van deze draden door middel van een gasstroom.
Volgens een gunstige uitvoering van d e werkwijze volgens
<Desc/Clms Page number 3>
de uitvinding wordt daarom de uit twee of meer draden samen- gestelde draad, alvorens door middel van een gasstroom te worden voortgestuwd, zodanig behandeld, dat de twijnlevendigheid ervan wordt verminderd.
Voor het verminderen van de twijnlevendigheid van de samen- gestelde draad kan deze met op zichzelf bekende middelen, zoals vetten, wassen en lakken, worden behandeld.
Volgens een gunstige uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de twijnlevendigheid van de samengestelde draad verminderd door deze te behandelen met een olie of een olie-emulsie.
In sommige gevallen kan het aanbeveling verdienen een olie of olie-emulsie te gebruiken, die tevens verhindert, dat de draden bij de behandeling elektróstatisch worden opgeladen.
Volgens de uitvinding worden twee of meer al of niet getwnde draden met verschillende krimpeigenschappen samenge- twijnd en uit de samengestelde draad lusjesgaren vervaardigd.
Bij het samentwijnen van reeds getwijnde draden, waaronder worden verstaan draden, die ten hoogste een twijn hebben van 150 draaiingen per meter in dezelfde richting, kan d e twijnrichting gelijk of tegengesteld zijn aan die van de oorspronkelijke draden.
Volgens een gunstige uitvoering van d e werkwijze volgens de uitvinding wordt een uitgekrompen polyamidedraad en een niet- uitgekrompen polyamidedraad samengetwijnd, waarna de samenge- stelde draad op bekende wijze tot lusjesgaren wordt verwerkt.
Het lusjesgaren verkregen volgens een der uitvoeringsvormen van de uitvinding kan op normale wijze worden vérweven, waarbij zowel de ketting en/of de inslag uit lusjesgaren kan bestaan.
Zoals bij het vervaardigen van crêpeweefsels gebruikelijk. kunnen de inslag- .en/of kettinggarens dezelfde twijnrichting hebben,
<Desc/Clms Page number 4>
doch zij kunnen ook om en om een S- en Z-twijn vertonen. Echter kunnen ook twee draden met Z-twijn en twee draden met S-twijn om en om worden verwerkt. Tal van variaties zijn, zoals reeds bekend, bij de weefselconstructie mogelijk.
De twee of meer kunstmatige uit filamenten bestaande draden, die worden samengetwijnd, moeten volgens de uitvinding verschil- lende krimpeigenschappen hebben. Echter is het hierbij niet noodzakelijk, dat de draden uit dezelfde stof bestaan. Zo kunnen bijv. polyamide- en polyacrylnitriledraden, celluloseacetaat- en viscosedraden, polyamide- en polyvinylchloridedraden enz., mits deze verschillende krimpeigenschappen hebben, worden samengetwijnd. -
Ter verkrijging van het crépebeeld moeten de weefsels worden gewassen. Dit geschiedt bij voorkeur in spanningsvrije toestand op volle breedte bij hoge temperatuur, bijv. 95-100 C, waarna het weefsel spanningsvrij of onder spanning wordt gedroogd.
Indien het lusjesgaren uit thermoplastische synthetische polymeren bestaat, kan het aanbeveling verdienen het weefsel, vervaardigd uit deze garens, spanningsvrij te drogen en daarna met of zonder spanning, zowel in breedte- als in lengterichting bij hoge temperatuur, die in ieder geval hoger is dan die tijdens het wassen, te stabiliseren, waardoor een wasecht crêpebeeld in het weefsel wordt verkregen.
Voorbeeld.
Een niet-uitgekrompen polyamidedraad met een titer van 50 denier en een S-twijn van 20 draaiingen per meter, bestaande uit 10 filamenten, werd met een uitgekrompen polyamidedraad met een titer van 70 denier en een S-twijn van 20 draaiingen per meter, bestaande uit 24 filamenten, samengetwijnd tot een samengestelde draad met een S-twijn van 600 draaiingen per meter.
<Desc/Clms Page number 5>
De aldus verkregen samengestelde draad werd op de in het Belgische Patent 530 212 aangegeven wijze door middel van een gas- stroom door een buis voortgestuwd. Na het verlaten van de buis werd de bewegingsrichting van de draad gewijzigd en vervolgens opgewikkeld. De opwikkelsnelheid van het lusjesgaren was 20% lager dan de snelheid, waarmede de samengestelde draad van een spoel werd afgetrokken.Op dezelfde wijze werd een lusjesgaren vervaardigd met een Z-twijn van 600 draaiingen per meter.
Deze lusjesgarens werden om en om als inslag verweven, waarbij een ketting werd gebruikt, bestaande uit gladde polyamide- draden met een titer van 50 denier en bestaande uit 10 filamen- ten.
Het weefsel werd bij 95 C in spanningsvrije toestand op volle breedte gewassen en daarna zonder spanning gedroogd. Ten slotte werd het weefsel onder geringe spanning bij 190 C gestabiliseerd.
Het weefesel had een crêpebeeld, gelijkend op dat van een fijn wol- crêpeweefsel. Bij het verven ging het crêpebeeld niet verloren, hetwelk evenmin het geval was na herhaalde malen wassen.
<Desc / Clms Page number 1>
Methods for making loop yarn in which an artificial yarn composed of filaments is propelled through an enclosed space by means of a high velocity gas flow, after leaving the enclosed space the direction of movement of the yarn is changed and its speed changed are proposed in the Belgian Patent 530 212.
These loop yarns resemble staple fibers in appearance
<Desc / Clms Page number 2>
spun yarns, but instead of fiber ends, fiber loops protrude from the yarn. One can hardly see any difference between these yarns with the naked eye. The handle of these yarns is also similar to that of fiber yarns.
Fabrics made from loop yarns have a smooth surface and often suffer from creasing in use.
According to the invention, it has been found that, if according to the method described above, a yarn is treated which is obtained by twisting together two or more twisted or untwisted yarns having different crimping properties, the fabrics made from the loop yarns thus obtained have the appearance of a crepe fabric and does not wrinkle during use.
In contrast to crepe fabrics made from crepe yarns obtained by high twisting artificial yarns composed of filaments, the fabrics from the loop yarns obtained according to the method of the invention feel soft and warm. In most cases these latter fabrics resemble fine wool crepe fabrics.
According to an advantageous embodiment of the method according to the invention, a thread composed of two or more threads is treated, which thread is obtained by twisting two or more threads together to a twist of 300-1000 turns per meter. Preferably, however, the composite wire has a twist of 500-700 turns per meter.
Threads obtained by twining two or more threads composed of filaments are often very lively because of their relatively high twist, which can create difficulties in propelling these threads by means of a gas stream.
According to an advantageous embodiment of the method according to
<Desc / Clms Page number 3>
Accordingly, the invention, before being propelled by a gas stream, the wire composed of two or more threads is treated such that its twisting life is reduced.
In order to reduce the twisting life of the composite wire, it can be treated with means known per se, such as greases, waxes and lacquers.
According to an advantageous embodiment of the method according to the invention, the twisting life of the composite wire is reduced by treating it with an oil or an oil emulsion.
In some cases it may be advisable to use an oil or oil emulsion which also prevents the wires from being electrostatically charged in the treatment.
According to the invention, two or more yarns, whether twisted or not, with different crimping properties are twined together and made from the composite yarn loop yarn.
When twisting together already twisted threads, by which is meant threads having a twist of up to 150 turns per meter in the same direction, the twisting direction may be the same or opposite to that of the original threads.
According to an advantageous embodiment of the method according to the invention, a shrunk-out polyamide thread and a non-shrunk polyamide thread are twined together, after which the composite thread is processed into loop yarn in a known manner.
The loop yarn obtained according to any one of the embodiments of the invention can be interwoven in a normal manner, wherein both the warp and / or the weft can consist of loop yarn.
As usual in the manufacture of crepe fabrics. the weft and / or warp yarns can have the same twisting direction,
<Desc / Clms Page number 4>
but they can also alternately show an S and Z twist. However, two threads with Z-twist and two threads with S-twist can also be used alternately. Numerous variations are possible in the fabric construction, as is already known.
The two or more artificial filament yarns that are twisted together must have different shrink properties according to the invention. However, it is not necessary for the threads to consist of the same material. For example, polyamide and polyacrylnitrile threads, cellulose acetate and viscose threads, polyamide and polyvinyl chloride threads, etc., can be twisted together, provided they have different shrinkage properties. -
The fabrics must be washed to obtain the crepe image. This is preferably done in a tension-free state at full width at a high temperature, e.g. 95-100 ° C, after which the fabric is dried tension-free or under tension.
If the loop yarn consists of thermoplastic synthetic polymers, it may be advisable to dry the fabric made of these yarns tension-free and then with or without tension, both in the width and length direction at a high temperature, which is in any case higher than that during washing, giving a washable crepe image in the fabric.
Example.
A non-shrunk polyamide yarn having a titer of 50 denier and an S-twist of 20 turns per meter, consisting of 10 filaments, was made with a shrunk polyamide yarn having a titer of 70 denier and an S-twist of 20 turns per meter, consisting of of 24 filaments, twisted together into a composite yarn with an S-twist of 600 turns per meter.
<Desc / Clms Page number 5>
The thus obtained composite wire was propelled through a tube in the manner indicated in the Belgian Patent 530 212 by means of a gas stream. After exiting the tube, the direction of travel of the wire was changed and then wound up. The winding speed of the loop yarn was 20% slower than the speed at which the composite yarn was pulled from a bobbin. Similarly, a loop yarn was made with a Z twist of 600 turns per meter.
These loop yarns were interwoven as a weft using a warp consisting of smooth polyamide yarns having a titer of 50 denier and consisting of 10 filaments.
The fabric was washed at full width in a tension-free state at 95 ° C and then dried without tension. Finally, the fabric was stabilized under low tension at 190 ° C.
The fabric had a crepe appearance, similar to that of a fine wool crepe fabric. The crepe image was not lost on dyeing, nor was it the case after repeated washing.