<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een gordijn, voorzien van aan zijn bovenrand ingeslikte, van boven en van onderen open zijnde, staande plooien en van tenminste een uit draad gevormde oph anghaak, welke bestaat uit eeri staafvormig deel, dat zich in lengterichting van de bijbe- horende plooi uitstrekt met aan het ondereinde een zich over een gedeelte van het staafvormig deel uitstrekkend, twee- benig vasthaakdeel, bestemd om te worden gekoppeld met de draagconstructie voor het gordijn, zoals bekend uit het
Amerikaanse octrooischrift 2 115 593 .
Volgens dit Amerikaanse octrooischrift is in elke plooi een afzonderlijke, uit een weefsel vervaardigde strook voor het rechtop houden van de plooi en voor het vasthouden van de bijbehorende ophanghaak ingenaaid. Deze strook heeft een buisvormig gedeelte, dat buiten de plooi ligt en in zijn naar buiten gerichte wand is voorzien van een aantal recht boven elkaar liggende openingen. De ophanghaak wordt met het gordijn verbonden ddor het staafvormige deel door een van deze openingen te steken, zodanig dat het binnen het buis- vormige gedeelte van de strook komt te liggen . De boven elkaar liggende openingen maken ophanging van het gordijn op verschillende hoogten mogelijk. Ook kan de haak in het onder- eind van het buisvormige deel gestoken worden .
Aan de gordijnophanging volgens het genoemde Amerikaanse octrooischrift is het bezwaar verbonden, dat de haken uit het gordijn kunnen vallen en verloren kunnen gaan, wanneer het gordijn met haken is losgenomen van de draag- constructie voor het gordijn. Dit bezwaar geldt vooral in het geval, dat het staafvormige deel van de haak niet door een van de openingen in de wand van het buisvormige gedeelte,
<Desc/Clms Page number 2>
doch vanaf de onderzijde van het buisvormige gedeelte daarin is gestoken en derhalve niet enigszins wordt tegengehouden door de onderrand van een opening.
Verder is bij de bekende gordijnophanging voor elke plooi een afzonderlijk in te naaien strookje nodig. Laat men dat strookje weg, dan moet om uitwijken van het ingesto- ken been te voorkomen een extra stiknaad aangebracht worden, waardoor een geleidingsbuisje voor dat been gevormd wordt.
De uitvinding heeft ten doel een gordijn met haken, van de soort zoals in de eerste alinea aangegeven, te ver- schaffen ; waarbij geen extra onderdelen of werkzaamheden voor het verbinden van de haken met het gordijn vereist zijn en de haken niet vanzelf van het gordijn kunnen losraken. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het staafvormige deel van de ophanghaak over de gehele hoogte van de plooi tegen de stiknaad daarvan aanligt en dat dit deel aan zijn boveneinde is voorzien van een in de richting van en in het vlak van het vasthaakdeel haakvormig omgezet einde, dat ter plaatse van het boveneinde van de stiknaad over de bovenrand van het gordijn grijpt.
Opgemerkt wordt, dat een gordijn met ophanghaak, die zonder behulp van hulporganen met het gordijn kunnen worden verbonden, bekend is uit het Amerikaanse octrooi- schrift 1 945 585 en het Amerikaanse octrooischrift 2 556 400.
Het gordijn volgens het Amerikaanse octrooischrift 1 945 585 is echter niet voorzien van plooien van de soort van het gordijn volgens de uitvinding, terwijl tevens ook bij deze bekende constructie de haken, vooral bij onvoldoende vast- klemming van de gordijnstof tussen de haakdelen, vanzelf uit de plooien kunnen vallen.
Bovendien is de kans groot, dat het bovenaan puntig toelopende staafvormige deel van de haak
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
bij hangend gordijn, vooral bij i i'\"aro gordl.1JJ5tof, on den duur door do bovenzijde van ()u bovenaan 'nchhe pl'b"",f :1.&1 steken en de gordijmrtof 'ierhalvu asal bcnchadiron. liet gordijn V(7.1.,.';(Ir; hut., Amerikaanse octrooischrift 2 55ó hou is VOUI':.'3.'citl ven con 1)UV('tlrOU1lt 7,onrlOr plooien en van daarmee verbonden haken, die niet vanzelf Z.U:);;fylll Eal ter- laren kunnen gaan. Daatoe zijn de haken eik op twee plaatsen door de gordijnstof gestoken en op de wijze van een veiligheid- speld gesloten. Hierdoor wordt de gordijnstof uiteraard bescha- digd.
De uitvinding heeft ook betrekking op een uit draad vervaardigde ophanghaak, die bestemd i s om te worden gebruikt bij een gordijn volgens de uitvinding, en evenals de gordijnhaak uit het Amerikaanse octrooischrift 2 115 593 en het Amerikaanse octrooi schrift 1 945 585 bestaat uit een staafvormig deel, dat aan zijn ene ei: de overzat in een twee- benig vasthaakdeel, dat zich vanaf dit einde over een gedeelte van de lengte van het staafvormige deel uitstrekt, en is geken- merkt doordat het andere einde van het staafvormige deel in de richting van en in het vak van het vasthaakdeel haakvormig is omgebogen .
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de tekening .
Figuur 1 geeft de afzonderlijke ophanghaak en fi- guur 2 de haak aangebracht aan een gordijn weer .
Het haakvormig omgebogen einde van het staafvormige deel 1 van de ophanghaak is aang@geven met 2. Het vasthaakdeel dat wil zeggen het deel van de haak, waarmoe deze wordt gekop- peld met een ring van een over een gordijnrail verschuifbare loper of met een gordijnroe, is aangegeven met 3 en bestaat uit twee benen, namelijk één, dat vrijwel evenwijdig mot en op
<Desc/Clms Page number 4>
enige afstand van het staafvormige deel 1 vanaf liet einde daarvan en over een deel van de lengte daarvan in de richting van het haakvormig omgezette einde 2 loopt en één dat op het einde van dit been aansluit en in tegengestelde richting over vrijwel dezelfde afstand als het eerstgenoemde been terug- loopt .
Uit figuur 2 blijkt, dat het omgezette einde 2 van de haak in gemonteerde toestand van de ophanghaak ter plaatse van de stiknaad van de plooi 4 over de bovenrand van het gor- dijn grijpt en dat de lengte van het staafvormige deel 1 gelijk is aan de hoogte van de plooi.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a curtain, provided with swallowed pleats which are swallowed in at its upper edge, open at the top and at the bottom, and with at least one hanging hook formed from wire, which consists of a rod-shaped part extending in the longitudinal direction of the corresponding part. pleat extends at the lower end with a two-legged hooking part extending over a portion of the rod-shaped part, intended to be coupled to the support structure for the curtain, as known from the patent document.
U.S. Patent 2 115 593.
In accordance with this U.S. patent, a separate fabric strip made of a fabric is sewn into each pleat for holding the pleat upright and for holding the associated suspension hook. This strip has a tubular portion which lies outside the fold and is provided in its outwardly directed wall with a number of openings located straight one above the other. The suspension hook is connected to the curtain by inserting the rod-shaped portion through one of these openings so that it lies within the tubular portion of the strip. The openings arranged one above the other allow the curtain to be suspended at different heights. The hook can also be inserted into the bottom end of the tubular part.
The curtain suspension according to the said US patent has the drawback that the hooks can fall out of the curtain and be lost when the curtain is detached with hooks from the curtain support structure. This drawback is especially true in the event that the rod-shaped part of the hook does not pass through one of the openings in the wall of the tubular part.
<Desc / Clms Page number 2>
but is inserted therein from the bottom of the tubular portion and thus is not restrained to some extent by the bottom edge of an opening.
Furthermore, with the known curtain suspension, a separate sewn-in strip is required for each pleat. If that strip is omitted, an extra stitching seam must be applied to prevent the inserted leg from deflecting, so that a guide tube is formed for that leg.
The object of the invention is to provide a curtain with hooks of the type indicated in the first paragraph; whereby no additional parts or work is required for connecting the hooks to the curtain and the hooks cannot detach from the curtain by themselves. This is achieved according to the invention in that the rod-shaped part of the suspension hook rests against the stitching seam thereof over the entire height of the fold and that this part is provided at its top end with a hook-shaped end in the direction of and in the plane of the hooking part. , which grips over the top edge of the curtain at the top end of the stitching seam.
It is noted that a curtain with a suspension hook, which can be connected to the curtain without the aid of auxiliary means, is known from US patent 1 945 585 and US patent 2 556 400.
However, the curtain according to US Patent Specification 1 945 585 is not provided with pleats of the type of the curtain according to the invention, while also with this known construction the hooks, especially when the curtain material is not properly clamped between the hook parts, automatically expand. the folds can fall.
Moreover, there is a good chance that the rod-shaped part of the hook tapers at the top
<Desc / Clms Page number 3>
EMI3.1
with hanging curtain, especially with i '\ "aro gordl.1JJ5tof, over time by inserting the top of () u at the top of' nchhe pl'b" ", f: 1. & 1 and leaving the curtain of 'ierhalvu asal bcnchadiron. curtain V (7.1.,. '; (Ir; hut., US patent 2,555) hou is VOUI': '3.'citl ven con 1) UV (' tlrOUllt 7, onrlOr pleats and hooks connected thereto, which are not automatically ZU :) ;; phylll Eal ter- lel, so that the hooks are each put through the curtain fabric in two places and closed in the manner of a safety pin, which will of course damage the curtain fabric.
The invention also relates to a wire suspension hook intended for use with a curtain according to the invention and, like the curtain hook of U.S. Pat. 2 115 593 and U.S. Pat. 1 945 585, consists of a rod-shaped member. , which at its one egg: the overlap in a two-legged hooking portion extending from this end over a portion of the length of the rod-shaped portion, and is characterized in that the other end of the rod-shaped portion faces in the direction of and is bent hook-like in the pocket of the hooking part.
The invention is explained below with reference to the drawing.
Figure 1 shows the separate suspension hook and Figure 2 shows the hook fitted to a curtain.
The hook-shaped bent end of the rod-shaped part 1 of the suspension hook is indicated by 2. The hooking part, that is to say the part of the hook to which it is coupled with a ring of a runner slidable over a curtain rail or with a curtain rod. , is denoted by 3 and consists of two legs, namely one, which is nearly parallel to moth and on
<Desc / Clms Page number 4>
some distance of the rod-shaped part 1 from the end thereof and for part of its length in the direction of the hook-shaped bent end 2 and one which adjoins the end of this leg and in the opposite direction for almost the same distance as the former leg runs back.
Figure 2 shows that the bent end 2 of the hook in the mounted state of the suspension hook grips over the top edge of the curtain at the location of the stitching seam of the pleat 4 and that the length of the rod-shaped part 1 is equal to the height of the fold.