<Desc/Clms Page number 1>
Graanproducten, vooral rijst en gort, worden veelal geconsumeerd in de korrel vorm. Voor het gaarkoken van de graankorrels is echter een vrij lange tijd nodig.Dophoudende granen, zoals gerst, haver of rijst,worden vooraf ontdopt; de korrels behoeven niet te worden geslepen.
Het doel van de uitvinding is de bereiding van snelkokende graankorrels, die na koken hun normale vorm en uiterlijk grotendeels behou- den, niet tot brij verkoken,maar gescheiden blijven en droogkokend zijn.
De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat men graankorrels met een matige hoeveelheid water,bij voorkeur onder druk,ge- ruime tijd kookt tot een eind vochtgehalte van ten hoogste 60% en daarna droogt in twee trappen, en snelle droging boven 130 C ter vorming van poreuze korrels en een nadroging bij lagere temperatuur.
Onder koken wordt hier verstaan gaarmaken, ook zonder physisch koken (dampbelontwikkeling).
De korrels kunnen zwak worden gekneusd, bij voorkeur na het koken.
Door op de bovenvermelde wijze te drogen, zwellen de korrels enigs- zins op en worden er porien gevormd, maar zij behouden practisch hun oor- spronkelijke vorm.Kookt men de gerede korrels korte tijd met water,dan verkrijgen de korrels vrijwel de vorm,die onbehandelde graankorrels zouden aannemen,met het verschil,dat de eerste niet stuk koken en veel sneller gaar en zacht worden.
De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich essentieel van de z.g. parboil-behandeling, waarbij onder toepassing van weining water matig wordt gestoomd en bij vrij lage temperatuur wordt gedroogd tot massieve korrels ontstaan, waarvan de kooktijd niet veel verschilt van die van onbehandeld graan.
Er is een werkwijze bekend (zie Amerikaans ootrooischrift 2. 438.939 en Brits octrooischrift 579.981) ter bereiding van snelkokende rijst, waarbij bij atmosferische druk wordt gekookt in een grote overmaat water en vervolgens snel wordt gedroogd tot een anigszins poreus korrel- vormig product. Bij deze werkwijze treden zeer grote verliezen op (verge- lijk Ind. Eng. Chem.42, 647, '50).
Uit de octrooi aanvrage No. 145.188 Ned.Hierop is la ter octrooi verleend onder d No.69.349. is'een werkwijze bekend ter bereiding van vlugkokende granen, waarbij de korrels na een parboilbehandeling worden gedroogd en gepeld, vervolgens gekookt in water om de korrels te doen opzwellen en het zetmeel in de korrels te verstijfselen en daarna zo snel worden gedroogd, dat zij poreus worden.In de genoemde aanvrage wordt de nadruk gelegd op het verschil in grondstof met het Amerikaanse octrooischrift 2.438.939, volgens welk octrooischrift overigens dezelfde werkwijze wordt uitgevoerd.
@
In het Britse octrooischrift 657. 691 is een werkwijze beschreven voor het verkrijgen van snelkokende rijst, zowel uit parboiled rijst als uit gewone gepelde rijst.Volgens deze werkwijze wordt het product na gaheel of gedeeltelijk gelatineren van het zetmeel, dat echter niet verder gaat dan parboilen, bij voorkeur bij laag vochtgehalte van 16-21% gekneusd. De droging wordt niet zo uitgevoerd, dat het product poreus is.
Het vochtgehalte van de graankorrels voor het zwak kneuzen of pletten volgens de uitvinding bedraagt in het algemeen ten minste 30%.
De onderhavige werkwijze onderscheidt zich van de hierboven vermel- de werkwijzen niet alleen door de droogwijze, maar ook door de kookwijze en door het vochtgehalte van de korrels na het koken.
<Desc/Clms Page number 2>
Bovendien is zij economischer.
Het koken onder druk en/of onder toepassing van een beperkte hoe-
EMI2.1
?s3ÜieI.d water Ï8'" rip zichzelf bekend en zeer gebruikelijk bij de bereiding van z.g. breakfast-cerealso'tToor zover hierbij wordt uitgegaan van gries en fijngebroken korrels is de grondstof reeds verschillend.Bi j sommige werkwijzen worden gehele korrels of grote korreldelen behandeld.Hierbij worden echter flakes en "puffed" producten,b.v.z.g. crispies, bereid, die zeer sterk gezwollen en poreus zijn. Dit kan volgens de Amerikaanse
EMI2.2
ootrooischriftgn 1.989.480, 1.990.382 en 1.925.267 geschieden door hoog verhitten in toastovens, volgens de Amerikaanse octrooischriften 2.269.536, 2.292.274 en 2.295.116 door poffen in een pofgeweer onder zeer hoge druk.
Deze producten worden ook op verschillende andere wijzen,b.v. zonder voorkoken, uit meel enz. bereid.Met vloeistof ontstaat de oorspronkelijke korrelvorm niet weer.De producten zijn voorts bruin gekleurd.Het verschil tussen de onderhavige werkwijze en de werkwijzen volgens bovenstaande
EMI2.3
octrooischriften bestaat o.a.-daabing dat bij de laatstgenoemde werkwijzen bij de verhitting wordt uitgegaan van een betrekkelijk droog (vochtgehalte 5-15%), hard tussenproduct,waardoor een geheel andere eindstructuur wordt verkregen, dan bij de werkwijze volgens de uitvinding.
De werkwijze volgens de uitvinding kan als volgt worden uitgevoerd:
Er wordt gekookt met een matige hoeveelheid water, die geheel of grotendeels door de graankorrels wordt opgenomen,zodat geen grote hoeveel- heid kookwater ooverblijft, waarin veel materiaal kan oplossen en verloren gaan.Het koken kan bij atmosferische druk geschieden, maar bij voorkeur wordt een overdruk tot 2 atm. en een temperatuur tot 140 C toegepast;
zeer geschikt is een overdruk van 0,7-1,0 atm. en een temperatuur van
EMI2.4
115-12000.Erwordt zo gekookt , dat een practisch los-korrelige massa wordt verkregen.Dit kan b.v. wprden bereikt, door de massa in beweging te houden en eerst in het latere kookstadium directe stoom toe te voeren.Men kookt tot de korrels vrijwel verstijfseld zijn.Mocht het gekookte product weinig samenhangende conglomeraten vormen, dan kunnen deze, eventueel na temperen, tot losse korrels worden gedesintegreerd.
De bovenstaande temperaturen hebben betrekking op het graan.De toe- gevoerde stoom kan ook enigszins oververhit zijn.
De gekookte korrels kunnen zwak worden gekneusd, zowel warm direct na het koken, als na afkoelen , bij voorkeur bij een temperatuur van
EMI2.5
30-4000.look kan een tempertijd worden tussengeschakeld.Het kneuzen van de korrels mag geen aanleiding; geven tot grote deformaties,waarbij vorming van vlokken zou kunnen optreden.De kneuzing kan worden verkregen door zach- te druk, b.v. door de korrels te voeren tussen pletwalsen met vrij grote onderlinge afstand.
EMI2.6
De korrels kunnen ook vóór het koken worden gekneusd.n dit geval moeten zij eerst worden geweekt bij een temperatuur van 60 C of lager tot
EMI2.7
30-50% water is opgenomen.Na het kneuzen wordt dan, eventueel natapere, gekookt met water en stoom.Het koken moet dan zorgvuldig worden uitgevoerd om een losse korrelmassa te behouden; de temperatuur moet geleidelijk wor- den opgevoerd.
Het al of niet gekneusde, gekookte product heeft een vochtgehalte van 30-60%.Het vochtgehalte bedraagt bij rijst b. v. 30-35%,bij gort 43-50%.
Het drogen geschiedt zo snel, dat de korrels zwellen en enigszins poreus
EMI2.8
worden, bij temperaturen tussen 130 en 30fi C.IIe toe te passen temperatuur is bij gebruik van'warme drooglucht mede afhankelijk van de luchtsnelheid.
Een uitvoeringsvorm der droging is b.v. die in een trommeldroger,waarbij
EMI2.9
in twee stadia kan worden gedroogd,eerst bij hoge temperatuur,b,v.200-260 0,
<Desc/Clms Page number 3>
tot de korrels wat gezwollen zijn en een gefixeerde harde wand hebben ge- kregen.Daarna wordt bij lagere temperatuur verder gedroogd tot een droog geheel gefixeerd bol eindproduct is ontstaan, met een vochtgehalte van b.v. 4-14%. De vorm en kleur van het gerede product gelijken sterk op die van het uitgangsmateriaal; echter hebben de korrels een lager vulgewicht.
De korrels zijn na het koken soms nog enigszins nat.De verwer- king kan dan worden vergemakkelijkt door het aanbrengen van een dunne laag zetmeel, zwelstijfsel, talkmeel, of dergelijke waardoor de korrels los van elkaar en van de randc van het droogvat worden gehouden.
Voor het uitvoeren van het droogproces kan elk gesohikt droog- apparaat worden gebruikt.
De voorkeur wordt gegeven aan een drogen van de korrels ter- wijl ze in beweging zijn, in het bijzonder met een roterende trommeldroc- ger.Ook kan in vacuo worden gedroogd.Voorts kan een heet gas over de graankorrels worden geleid; ook kan de droger uitwendig worden verhit.
De kookti jd van het product wisselt enigszins met de werkoondi- ties en ook met de graansoort en graanvarieteit.Zij bedraagt voor rijst b. v. 2-7 minuten, voor gort wat langer.
Ter verbetering van de kleur van het eindproduct kan bij het koken aan het water een weinig zuur worden toegevoegd.
De kleur van het product wordt verbeterd door toevoeging voor het koken van een kleine hoeveelheid thioureum of vitamine C aan het graan. De toevoeging kan geschieden bij het kookwater.Men kan het graan ook vooraf drenken in een oplossing van thioureum of vitamine C tot de gewenste hoeveelheid is opgenomen.De rest van de te gebruiken waterhoe- veelheid wordt dan voor het koken toegevoegd.De kleurverbetering heeft be- trekking zowel op het voorgekookte tussenproduct,het gedroogde product, als op de door koken van het product bereide spijzen.
De werkwijze volgens de uitvinding is niet alleen geschikt voor de bereiding van producten uit gehele graankorrels, maar zij kan ook worden toegepast op grof gebroken graankorrels.
Desgewenst kan de reuk en de smaak van het product worden gewijzigd.Daartoe kan bij het koken door aflaten van de stoom de eigen reuk van het graan worden verzwakt en kunnen eventuele bij-geuren worden verwijderd.Voorts kan men voor of na het koken een smaak- of reukstof toe- voegen, b.v. een suiker-oplossing en/of moutextract.Ook kan men zout, mineralen en vitaminen toevoegen.
Ter toelichting van de uitvinding volgens thans enige uitvoerings- voorbeelden.
Voorbeeld I
2000 g gortwordt met 1200 cm3 water in een drukkoker gebraoht en onder toepassing van mantelverwarming 75 minuten geklokt bij een over- druk van 0,7-0,8 kg/cm2 en een temperatuur van 115-118 C.De gort wordt daarna gelost en afgekoeld op 30-40 C; daarna wordt het product zwak ge- kneusd.Het vochtgehalte bij het kneuzen bedraagt ongeveer 50%.
De gort wordt vervolgens gedroogd bij ongeveer 25000.Wanneer de korrels na korte tijd,b.v. 2-3 minuten, hun juiste vorm en een gefixeerde wand hebben verkregen,wordt de temperatuur verlaagd tot ongeveer 140 C en wordt de gort bij deze temperatuur verder gedroogd tot een vochtgehalte van 11%.
<Desc/Clms Page number 4>
Voorbeeld II 2000 g gort wordt met 1200 cm3 water,waarin 600 mg thoureum is opgelost, geweekt tot ca 350 cm3 is opgenomen.De gort wordt met 850 cm water in de drukkoker gebracht en verder behandeld als in voorbeeld I.
In plaats: van thioureum kan ook ca 1 g ascorbienzuur worden toegevoegdoHet product is in beide gevallen lichter van kleur dan dat volgens voorbeeld I.
Voorbeeld III
2000 g gort wordt met 1000-1200 cm3 water in een roterende druk- koker gebracht en onder toepassing van mantelverwarming 30-45 minuten gekookt bij een overdruk van 0,7-0,8 kg/cm2 en een temperatuur van 115- 118 0.Hierna wordt eventueel een weinig overtollig water afgevoerd en wordt door toevoer van oververhitte stobm van 130-140 C in de ketel verder gekookt tot de kooktij in totaal 75 minuten is. Daarbij wordt een overdruk van 0,7-0,8 kg/cm en een temperatuur van 115-120 C gehandhaafd.Het vochtgehalte van het gekookte product bedraagt ongeveer 60%.
De gort wordt vervolgens afgekoeld en gedroogd tot een enigszins poreus product.
Voorbeeld IV
2000 g goed gewassen rijst wordt met 700-800 cm3 water in een drukkoker onder toepassing van mantelverwarming 30 minuten gekookt bij een temperatuur van 110-116 C en een overdruk van 0,5-0,6 kg/cm . Hierna wordt het overtollige water afgevoerd en wordt met matig oververhitte stoom van ongeveer 130 C verder gekbokt. De temperatuur in de ketel wordt hierbij ggehandhaafd op 116 C en de bijbehorende overdruk van 0,6 kg/cm2. De kookduur bedraagt in totaal 75 minuten.
De rijst wordt na lossen en afkoelen 20-24 uren weggezet in een ,gesloten vat (temperen) om het vocht gelegenheid te geven zich gelijkma- tig over de korrels te verdelen. Hetvochtgehalte bedraagt ongeveer 30%.
De rijst wordt gekneusd en vervolgens gedroogd tot een enigszins poreus product met gewenst vochtgehalte.
Voorbeeld V
2000 g gort bij 50 C geweekt in 800 om3 water.Het water is in ongeveer 3 uren opgenomen, waarna de gort 16 uren wordt getemperd.Daarna wordt de gort gekneusd.Er wordt 800 cm3 water bevattende 20 cm3 ln HOI, toegevoegd en verwarmd op een temperatuur juist boven de verstijfse- lingstemperatuur (65-70 0).Wanneer het verdunde zuur na 2,5-3 uren geheel is opgenomen, wordt de temperatuur langzaam opgevoerd (in 30 minuten tot 110 C). De laatste temperatuur wordt 40 minuten gehandhaafd,waarna de gort wordt gelost.Het vochtgehalte bedraagt dan ongeveer 50f.
Tenslotte wordt de gort gedroogd op de wijze als beschreven in de voorgaande voorbeelden.
Voorbeeld VI
2000 g grof gebroken gort wordt met 1000 cm3 water in een druk- koker onder toepassing van mantelverwarming 60 minuten gekookt bij een temperatuur van ongeveer 110 C en een overdruk van 0,5 kg/cm2.Na het lossen bedraagt het vochtgehalte ongevepr 40%.Vervolgens wordt de gekookte gebroken gort 8-10 uren getemperd en daarna gedroogd op de wijze als beschreven in de voorgaande voorbeelden.
<Desc/Clms Page number 5>
Voorbeeld VII
2000 g tarwekorrels wordt met 1100 cm3 water in een roterende drukkoker onder toepassing van mantelverwarming 45 minuten met stoom van 0,6-0,7 kg/cm2 (temperatuur 115 C)gekockt.Hierna wordt eventueel over- tollig water afgevoerd en wordt verder gekookt met overhitte atoom (125-130 C) direct in de ketel tot een totale kooktijd van ca 90 minuten.
Daarbij wordt een overdruk van 0,4-0,5 kg/cm en een temperatuur van 110- 113 C gehandhaafd.
Het vochtgehalte van het gekookte product bedraagt 55-60%.Het gekookte product kan hierna naar keuze direct of eerst na kneuzen worden gedroogd. De droging wordt in beide gevallen verder uitgevoerd als in de voorgaande voorbeelden.
<Desc / Clms Page number 1>
Cereal products, especially rice and barley, are often consumed in the grain form. However, it takes quite a long time to cook the cereal grains. Retaining grains such as barley, oats or rice are dehulled beforehand; the grains do not need to be ground.
The object of the invention is the preparation of quick-cooking cereal grains which after cooking largely retain their normal shape and appearance, do not crumble to a pulp, but remain separate and are dry-cooking.
The method according to the invention is characterized in that cereal grains are boiled with a moderate amount of water, preferably under pressure, for a long time to a final moisture content of not more than 60% and then dried in two stages, and rapid drying above 130 ° C to form. of porous grains and post-drying at a lower temperature.
Cooking here is understood to mean cooking, even without physical cooking (vapor bubble development).
The granules can be slightly crushed, preferably after cooking.
By drying in the above manner, the granules swell slightly and pores are formed, but they practically retain their original shape. If the finished granules are boiled with water for a short time, the granules are almost in the shape which they untreated grains would assume, with the difference that the former do not cook apart and cook and soften much faster.
The process according to the invention is essentially distinguished from the so-called parboil treatment, in which moderate steaming is carried out using a little water and dried at a relatively low temperature to form solid grains, the cooking time of which does not differ much from that of untreated grain.
A method is known (see U.S. Pat. No. 2,438,939 and U.K. Pat. No. 579,981) for preparing quick-cooking rice which involves cooking at atmospheric pressure in a large excess of water and then rapidly drying to a slightly porous granular product. Very large losses occur in this process (cf. Ind. Eng. Chem. 42, 647, 50).
From patent application no. 145,188 Dutch Patent was later granted under d No. 69,349. a method is known for the preparation of quick-cooking cereals in which the granules are dried and peeled after a parboil treatment, then boiled in water to swell the granules and gelatinize the starch in the granules and then dried so quickly that they are porous. In said application, emphasis is placed on the difference in raw material from U.S. Patent 2,438,939, which otherwise performs the same process.
@
British Patent 657,691 describes a process for obtaining quick-cooking rice, both from parboiled rice and from regular husked rice. According to this process, the product is gelatinized after partial or complete gelatinization of the starch, which, however, does not go beyond parboiling. , preferably crushed at a low moisture content of 16-21%. The drying is not carried out in such a way that the product is porous.
The moisture content of the cereal grains for weak crushing or crushing according to the invention is generally at least 30%.
The present process differs from the above-mentioned processes not only by the drying method, but also by the cooking method and by the moisture content of the grains after cooking.
<Desc / Clms Page number 2>
In addition, it is more economical.
Cooking under pressure and / or using a limited amount of heat
EMI2.1
's3ÜieI.d water 8' "rip itself is known and very customary in the preparation of so-called breakfast cereals. As far as groats and finely broken grains are used here, the raw material is already different. Whole grains or large grains are treated in some methods. However, this method prepares flakes and puffed products, eg crispies, which are very swollen and porous.
EMI2.2
Patents Nos 1,989,480, 1,990,382 and 1,925,267 are accomplished by high heating in toast ovens, according to U.S. Pat. Nos. 2,269,536, 2,292,274 and 2,295,116 by popping in a shotgun at very high pressure.
These products are also used in various other ways, e.g. without precooking, prepared from flour, etc. The original granular shape does not reappear with liquid The products are further colored brown.
EMI2.3
Patents include the fact that the latter processes start from a relatively dry (moisture content 5-15%), hard intermediate product in the heating process, resulting in a completely different final structure than in the process according to the invention.
The method according to the invention can be carried out as follows:
Cooking is carried out with a moderate amount of water, which is wholly or largely absorbed by the cereal grains, so that there is not a large amount of cooking water in which much material can dissolve and be lost. Cooking can be done at atmospheric pressure, but preferably a overpressure up to 2 atm. and a temperature of up to 140 ° C;
very suitable is an overpressure of 0.7-1.0 atm. and a temperature of
EMI2.4
115-12000. It is cooked in such a way that a practically loose-grained mass is obtained. This is achieved by keeping the mass in motion and only supplying direct steam at the later cooking stage. Cooking is carried out until the grains are almost gelatinized. If the cooked product forms little cohesive conglomerates, these can, possibly after tempering, become loose. grains are disintegrated.
The above temperatures refer to the grain. The supplied steam may also be slightly overheated.
The cooked granules can be lightly crushed, both hot immediately after cooking and after cooling, preferably at a temperature of
EMI2.5
30-4000.look, a tempering time can be switched in between. The crushing of the grains should not cause any reason; give rise to large deformations, where floc formation could occur. The bruising can be obtained by gentle pressure, e.g. by feeding the grains between crushing rollers with a fairly large mutual distance.
EMI2.6
The kernels can also be crushed before cooking.n In this case, they must first be soaked at a temperature of 60 ° C or lower to
EMI2.7
30-50% water has been absorbed. After crushing, it is then boiled, possibly wet, with water and steam. The cooking must then be carried out carefully to maintain a loose grain mass; the temperature should be increased gradually.
The cooked product, whether crushed or not, has a moisture content of 30-60%. The moisture content for rice is b. v. 30-35%, by barley 43-50%.
Drying is so rapid that the granules swell and become slightly porous
EMI2.8
at temperatures between 130 and 30 µC. The temperature to be applied is partly dependent on the air speed when using warm drying air.
An embodiment of the drying is e.g. those in a drum dryer, where
EMI2.9
can be dried in two stages, first at high temperature, e.g. 200-260 0,
<Desc / Clms Page number 3>
until the granules have become somewhat swollen and have obtained a fixed hard wall. Subsequently, further drying is carried out at a lower temperature until a dry, completely fixed convex end product is formed, with a moisture content of e.g. 4-14%. The shape and color of the finished product are very similar to those of the starting material; however, the granules have a lower fill weight.
The granules are sometimes still slightly wet after cooking. Processing can then be facilitated by the application of a thin layer of starch, swelling starch, talcum flour or the like, so that the granules are kept separate from each other and from the edge of the drying vessel.
Any suitable drying device can be used to carry out the drying process.
Preference is given to drying the kernels while in motion, in particular with a rotary drum dryer. It may also be dried in vacuo. Furthermore, a hot gas may be passed over the cereal kernels; the dryer can also be externally heated.
The cooking time of the product varies somewhat with the working habits and also with the cereal and grain variety. It is b for rice. v. 2-7 minutes, for a bit longer.
To improve the color of the final product, a little acid can be added to the water during boiling.
The color of the product is improved by adding a small amount of thiourea or vitamin C to the grain before cooking. The addition can be made to the cooking water. The grain can also be pre-soaked in a solution of thiourea or vitamin C until the desired amount has been absorbed. The rest of the water to be used is then added before cooking. - drawing on both the precooked intermediate, the dried product, and the food prepared by cooking the product.
The process according to the invention is not only suitable for the preparation of products from whole cereal grains, but it can also be applied to coarsely broken cereal grains.
If desired, the smell and the taste of the product can be changed. To this end, when cooking by releasing the steam, the natural odor of the grain can be weakened and any unpleasant odors can be removed. In addition, a taste can be made before or after cooking. - or add perfume, eg a sugar solution and / or malt extract. You can also add salt, minerals and vitamins.
To illustrate the invention according to some working examples.
Example I.
2000 g of barley is brewed with 1200 cm3 of water in a pressure cooker and clocked for 75 minutes using jacket heating at an overpressure of 0.7-0.8 kg / cm2 and a temperature of 115-118 C. The barley is then released and cooled to 30-40 C; the product is then lightly crushed. The moisture content during crushing is approximately 50%.
The barley is then dried at about 25000. When the granules after a short time, e.g. 2-3 minutes, having obtained their correct shape and a fixed wall, the temperature is lowered to about 140 ° C and the barley is further dried at this temperature to a moisture content of 11%.
<Desc / Clms Page number 4>
Example II 2000 g of barley are soaked with 1200 cm3 of water, in which 600 mg of thoureea has been dissolved, until approximately 350 cm3 has been taken up. The barley is introduced into the pressure cooker with 850 cm of water and further treated as in example I.
Instead of thiourea, approximately 1 g of ascorbic acid can also be added. In both cases, the product is lighter in color than that according to example I.
Example III
2000 g of barley are placed in a rotary pressure cooker with 1000-1200 cm3 of water and boiled for 30-45 minutes at an overpressure of 0.7-0.8 kg / cm2 and a temperature of 115-118 0 using jacket heating. After this, a little excess water is drained off, if necessary, and the boiler continues to boil by adding superheated stump of 130-140 ° C until the boiling time is 75 minutes in total. An overpressure of 0.7-0.8 kg / cm and a temperature of 115-120 C. The moisture content of the cooked product is approximately 60%.
The barley is then cooled and dried to a slightly porous product.
Example IV
2000 g of well-washed rice are boiled with 700-800 cc of water in a pressure cooker using jacket heating for 30 minutes at a temperature of 110-116 C and an overpressure of 0.5-0.6 kg / cm. After this, the excess water is drained off and choking is continued with moderately superheated steam of about 130 ° C. The temperature in the boiler is maintained at 116 ° C and the associated overpressure of 0.6 kg / cm2. The cooking time is 75 minutes in total.
After unloading and cooling, the rice is placed in a closed container (tempering) for 20-24 hours to allow the moisture to distribute itself evenly over the grains. The moisture content is approximately 30%.
The rice is crushed and then dried to a slightly porous product with desired moisture content.
Example V
2000 g of barley soaked in 800 ml of water at 50 ° C. The water is absorbed in about 3 hours, after which the barley is tempered for 16 hours. The barley is then crushed. 800 cm3 of water containing 20 cm3 of HCl, is added and heated over a temperature just above the gelatinization temperature (65-70 ° C). When the diluted acid has been completely absorbed after 2.5-3 hours, the temperature is slowly increased (in 30 minutes to 110 ° C). The last temperature is maintained for 40 minutes, after which the barley is unloaded and the moisture content is about 50 ° F.
Finally, the barley is dried in the manner described in the previous examples.
Example VI
2000 g coarsely crushed barley are boiled with 1000 cm3 of water in a pressure cooker using jacket heating for 60 minutes at a temperature of about 110 ° C and an overpressure of 0.5 kg / cm2. After unloading, the moisture content is about 40%. Subsequently, the cooked crushed barley is tempered for 8-10 hours and then dried in the manner described in the previous examples.
<Desc / Clms Page number 5>
Example VII
2000 g wheat grains are boiled with 1100 cm3 of water in a rotating pressure cooker using jacket heating for 45 minutes with steam at 0.6-0.7 kg / cm2 (temperature 115 ° C). After this, any excess water is drained off and further boiled. with overheated atom (125-130 C) directly in the kettle up to a total cooking time of about 90 minutes.
An overpressure of 0.4-0.5 kg / cm and a temperature of 110-113 ° C are maintained.
The moisture content of the cooked product is 55-60%. The cooked product can then be dried either directly or only after crushing. Drying is carried out in both cases as in the previous examples.