<Desc/Clms Page number 1>
H.G. FRENCKEN, verblijf noudende te SCHOTEN,- KONINGSHOF.
ROTERENDE MACHINE.
In het hoofdoctrooi heeft men een roterende machine beschreven in dewelke minstens één stator, hebbende een cylindrische kamer, één rotor in voornoemde cylindrische kamer aangebracht, afsluit organen welke de ringvormige kamers begrepen tussen gezegde rotor en zijn omhulling begrenzen en de middelen toelatende de rotor te beïnvloeden door de kinetische energie van een fluïdum, samenwerken.
In dit type machines brengt het hoofdoctrooi een nieuwe schik- king aan in zo-verre dat voorlopige afsluitingsorganen in rechtstreekse ver- binding staan met de rotor en een onderlinge positieve aandrijving voorzien is. De huidige verbeteringen betreffen hoofdzakelijk een zeer oorspronke- lijk middel voor de onderlinge aandrijving der voorlopige afsluitings-elemen- ten en de rotor, ten-einde deze aandrijving te verzekeren door uiterst eenvou- dige, sterke en vooral van een systematische regelmatigheid getuigende midde- len.
Deze middelen, in overeenstemming met de uitvinding zien er als volgt uit :
De rotor en het afsluitend orgaan bestaan alle beide uit een uit- wendig vertande trommel ; twee vertande trommels zijn volkomen gelijk en grijpen onderling in elkander ; de vertande trommel die de rotor vormt omvat op zijn omtrek minstens één tand, welke gevoelig groter is dan.al de andere tanden, en die dus door het feit zelf op de buitendiameter van gezegd vertand deel van de rotor een uitsprong vormt die zich uitstrekt over de volledige diepte van de cylindrische kamer in dewelke de rotor draait ;
vertande trom- mel welke het afsluitend orgaan vormt omvat minstens één holte welke geschikt is om met gezegde meer uitspringende tand van de rotor samen te werken, ten einde de juiste begrenzing der ringvormige kamers te verzekeren.
<Desc/Clms Page number 2>
De normale vertanding der twee trommels alsmede de bizondere tanden en holten zullen in hun profiel en hun afmetingen zodanig uitgevoerd worden dat zij een voortdurende aanraking tussen de rotor en de afsluitende trommel verzekeren. Met dit doel zullen de normale vertandingen de onderlinge ingrijping van de twee trommels in standhouden zolang totdat één der meer vooruitspringende tanden in staat is één van de flanken van de overeenstem- mende holte van de afsluitende trommel te beïnvloeden. En deze laatste aan- raking zal zolang behouden blijven totdat de normale tanden van de twee trom- mels op-nieuw onderling ingegrepen zijn.
In feite brengt men de schikking, voorzien in het hoofdoctrooi, en waarbij de opeenvolgende holten van het afsluitende orgaan volgens een hélicoïdale lijn verzet zijn, terug in één zelfde vlak.
Het nieuw middel dat het voorwerp uitmaakt vaarde huidige verbe- teringen kan op verscheidene manieren toegepast worden teneinde de roterende machines samen te stellen met een of meerdere kamers, zoals beschreven in het hoofdoctrooi.
Een uitvoering wordt hieronder beschreven verwijzende naar bij- gevoegde tekeningen in dewelke : de figuur 11 schetsmatig de toepassing van de huidige verbete- ringen op de schikking van de figuur 3 van het hoofdoctrooi voorstelt ; de figuur 12 een halve langse doorsnede is volgens de lijn XII- XII van figuur 11 ; de figuren 13 tot 16 schetsmatig vier kenmerkende standen van de rotor en het afsluitelement voorstellen ; de figuren 17, 18 en 19 op een grotere schaal, drie kenmerkende stellingen van de tanden en afsluitingsholten voorstellen.
In de toepassing van de figuren 11 en 12 vindt men blok 1, in dewelke een cylindrische kamer 2 aangebracht is, terug. In deze laatste monden de openingen.2-4 , wederkerig verlengd door de inlaat- en uitlaat- leidingen 5-6 uit. Gezegde cylindrische kamer 2 staat in rechtstreekse ver- binding.met een carter 7 in dewelke een as 8, welke het element draagt dat afsluitorgaan genoemd wordt, voorzien is. Dit element is gevormd door uit- wendige vertande trommels 18. In de cylindrische kamer ¯2 is lichtwrijvend een rotor aangebracht, in het voorliggend geval, gevormd door de as 11.
Deze as bevat een reeks verdunningen 12 die uitwendig vertande trommels 19 vormen. Elke vertande trommel 18 grijpt in een uitwendig vertande trom- mel 19 en elke trommel 19 bepaalt een ringvormige kainer.
Deze trommel 19 stemt overeen met de trommel 18 welke het af- sluitorgaan vormt. In het voorliggend geval omvat de rotor 19 twee diame- traal tegenovergestelde tanden'20-21 gevoelig hoger dan de tanden van de normale vertanding van de rotor. Deze twee bizondere tanden komen zacht wrij- vend in aanraking met de cylindrische wand van de kamer 2. De trommel- 18 bezit twee holten 22-23 waarvan het profiel en de afmetingen bepaald zijn door het profiel en de afmetingen van de hoger vernoemde bizondere tanden 20-21 onder zulke voorwaarden dat deze laatste de bestendigheid van de voortdurende aanraking tussen de rotor en de afsluitingstrommel kunnen ver- zekeren.
Zoals in de figuren 13 tot 16 geschetst, is deze voortdurende aanraking volmaakt verzekerd. Inderdaad, onder normale omstandigheden grijpt de vertande trommel 18 in de vertande rotor 19, hetgeen de aanraking tus- sen hen verzekert en, bijgevolg de begrenzing van de ringvormige kamer be- grepen tussen de rotor 19 de kamer 2 en de bizondere tanden 20-S1 van de rotor.
Zoals het voorgesteld is in de figuur 14, blijft deze normale ingrijping zolang bestaan totdat één van de bizondere tanden 20 of 21 bin-
<Desc/Clms Page number 3>
nendringt in de overeenstemmende holte 22-23 van de trommel 18 en dat ge- zegde bizondere tand in aanraking komt met één van de flanken van gezegde holte. De bizondere tand is, in een kenmerkende stelling terzelfder-tijd in aanraking met de twee flanken van de holte, vervolgens slechts met de tweede flank (zie figuur 15). Tenslotte gaat de aanraking tussen de tand en gezegde tweede flank verder tot op het ogenblik waarop de normale tanden op- nieuw onderling tot ingrijping komen, zoals het op figuur 16 voorgesteld is.
De voortdurende aanraking is aldus verzekerd.
Het is bovendien nog noodzakelijk dat buiten de voortdurende aanraking, de voortdurende medeneming van de afsluitingstrommel door de ro- tor, verzekerd weze. In gewone omstandigheden wordt deze medeneming verze- kerd door de ingrijping van de normale tanden. Deze ingrijping gaat verder; zoals geschetst in figuur 17, zolang totdat de bizondere tand 20 bijvoor- beeld in aanraking komt met de stroomafwaartse flank van de overeenstemmen- de holte 22. Op dit ogenblik houdt de normale ingrijping op en de medene- ming van de afsluitingstrommel 18 wordt verzekerd door de drukking uitgeoe- fend door gezegde bizondere tand 20 op de tweede flank van gezegde holte 22.
Eindelijk, zoals geschetst in figuur 19, op het ogenblik waarop deze bizon- dere medeneming gaat ophouden, herneemt de normale ingrijping door de nor- male tanden welke zich stroomopwaarts van de bizondere tand bevinden. Door een oordeelkundige keus van het profiel en de afmetingen van deze bizondere tanden en overeenstemmende holten, wederkerig van de rotor en het afsluitend element, is het gemakkelijk de ringvormige kamers uit te voeren in de voor- waarden welke door de tot stand te brengen roterende machine geëist worden.
Deze laatste zullen vanzelfsprekend gemaakt worden zoals aangeduid in het hoofdoctrooi en in toepassing van de, in zake roterende machines gebruike- lijke, techniek.
De oplossing voorgesteld door de verbeteringen is betrekkelijk eenvoudig en bizonder gedrongen.
Men zal al de elementen van een roterende machine met meerdere kamers, in willekeurige getallen, gemakkelijk kunnen normaliseren. Inder- daad, alle trommels van de rotor en de trommels die de afsluitende organen vormen kunnen gelijk-aardig zijn, maar het zal voldoende zijn ze op hun wederkerige as 11-18 oordeelkundig te verzetten.
'Alle varianten voorzien in het hoofdoctrooi kunnen in voorliggend geval insgelijks toegepast worden.
EISEN
1.- Verbeteringen aan de roterende machines van het type dat beschreven werd in het hoofdoctrooi n P. V. 34.660, daardoor gekenmerkt dat de rotor en het orgaan genoemd afsluitingsorgaan alle-beide uit een getande trommel bestaan, dat de eerste ten minste één tand heeft die meer uitspringt als de andere en dat de tweede ten minste één holte heeft geschikt om met gezegde meeruitspringende tand samen te werken ten einde een voortdurende aanraking tussen gezegde rotor en gezegde afsluitende trommel te verzekeren.
2. - Verbeteringen aan de roterende machines volgens eis 1, daar- door gekenmerkt dat de meer uitspringende tanden van de rotor op zulke wij- ze verlengd zijn, dat zij in zacht wrijvende aanraking komen met de cylin- drische wand van de kamer in dewelke gezegde rotor draait. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
H.G. FRENCKEN, staying in SCHOTEN, - KONINGSHOF.
ROTATING MACHINE.
In the main patent, there is described a rotary machine in which at least one stator, having a cylindrical chamber, one rotor disposed in said cylindrical chamber, sealing means limiting the annular chambers comprised between said rotor and its envelope and allowing the means to affect the rotor through the kinetic energy of a fluid, work together.
In this type of machines, the main patent makes a new arrangement in that provisional closure means are in direct communication with the rotor and a mutual positive drive is provided. The present improvements mainly concern a very original means for the mutual drive of the provisional closing elements and the rotor, in order to ensure this drive by means of extremely simple, strong and above all of systematic regularity. .
These means, in accordance with the invention, are as follows:
The rotor and closing member each consist of an externally toothed drum; two toothed drums are exactly alike and interlock with each other; the toothed drum forming the rotor comprises on its circumference at least one tooth, which is considerably larger than all the other teeth, and which thus, by the fact itself, on the outer diameter of said toothed part of the rotor, forms a projection extending over the full depth of the cylindrical chamber in which the rotor rotates;
Toothed drum forming the occluding member comprises at least one cavity which is adapted to cooperate with said more protruding tooth of the rotor to ensure proper delimitation of the annular chambers.
<Desc / Clms Page number 2>
The normal toothing of the two drums, as well as the special teeth and cavities, will be designed in their profile and their dimensions in such a way as to ensure a continuous contact between the rotor and the sealing drum. For this purpose, the normal serrations will maintain the mutual engagement of the two drums until one of the more protruding teeth is able to affect one of the flanks of the corresponding cavity of the sealing drum. And this latter contact will be maintained until the normal teeth of the two drums are mutually engaged again.
In fact, the arrangement provided in the main patent, in which the successive cavities of the closure member are offset along a helicoidal line, are brought back into one and the same plane.
The new object comprising current improvements can be used in several ways to assemble the rotary machines with one or more chambers, as described in the main patent.
An embodiment is described below with reference to accompanying drawings in which: Figure 11 schematically represents the application of the present improvements to the arrangement of Figure 3 of the main patent; Figure 12 is a half longitudinal section along the line XII-XII of Figure 11; Figures 13 to 16 show schematically four characteristic positions of the rotor and the closing element; Figures 17, 18 and 19, on a larger scale, represent three typical positions of the teeth and occlusion cavities.
In the application of Figures 11 and 12, block 1, in which a cylindrical chamber 2 is arranged, is again found. In the latter the openings 2-4, mutually extended by the inlet and outlet pipes 5-6 open out. Said cylindrical chamber 2 is in direct communication with a crankcase 7 in which a shaft 8 carrying the element called closing member is provided. This element is formed by externally toothed drums 18. In the cylindrical chamber ¯2, a rotor is arranged with light friction, in the present case, formed by the shaft 11.
This shaft contains a series of thinners 12 which form externally toothed drums 19. Each toothed drum 18 engages an externally toothed drum 19 and each drum 19 defines an annular container.
This drum 19 corresponds to the drum 18 which forms the closing member. In the present case, the rotor 19 comprises two diametrically opposite teeth 20-21 significantly higher than the teeth of the normal rotor teeth. These two special teeth come into soft rubbing contact with the cylindrical wall of the chamber 2. The drum 18 has two cavities 22-23, the profile and dimensions of which are determined by the profile and dimensions of the aforementioned special teeth. 20-21 under such conditions that the latter can ensure the resistance to continuous contact between the rotor and the sealing drum.
As outlined in Figures 13 to 16, this continuous touch is perfectly assured. Indeed, under normal circumstances, the toothed drum 18 engages the toothed rotor 19, which ensures the contact between them and, consequently, the boundary of the annular chamber between the rotor 19, the chamber 2 and the special teeth 20-S1. of the rotor.
As shown in Figure 14, this normal engagement continues until one of the particular teeth 20 or 21 is bonded.
<Desc / Clms Page number 3>
penetrates into the corresponding cavity 22-23 of the drum 18 and that said particular tooth contacts one of the flanks of said cavity. Typically, the particular tooth is in contact with the two flanks of the cavity at the same time, then only the second flank (see Figure 15). Finally, the contact between the tooth and said second flank continues until such time as the normal teeth re-engage with each other, as shown in FIG.
The constant touch is thus assured.
In addition, it is also necessary that, in addition to continuous contact, the continuous transport of the sealing drum by the rotor is ensured. Under normal circumstances, this taking along is ensured by the engagement of the normal teeth. This intervention continues; as outlined in Figure 17, until the special tooth 20 contacts, for example, the downstream flank of the corresponding cavity 22. At this time, normal engagement ceases and the travel of the barrier drum 18 is ensured by the pressure exerted by said special tooth 20 on the second flank of said cavity 22.
Finally, as outlined in Figure 19, at the moment when this bizarre entrainment ceases, normal engagement resumes by the normal teeth located upstream of the particular tooth. By judicious choice of the profile and dimensions of these special teeth and corresponding cavities, reciprocal of the rotor and the closing element, it is easy to make the annular chambers in the conditions required by the rotating machine to be established. be demanded.
The latter will of course be made as indicated in the main patent and in application of the usual technique in rotary machines.
The solution proposed by the improvements is relatively simple and extremely compact.
It will be easy to normalize all the elements of a rotary machine with multiple chambers, in arbitrary numbers. Indeed, all of the drums of the rotor and the drums constituting the sealing members may be similar, but it will be sufficient to move them judiciously on their reciprocal axis 11-18.
All variants provided for in the main patent can be applied equally in the present case.
REQUIREMENTS
1. Improvements to the rotary machines of the type described in the main patent n.PV 34,660, characterized in that the rotor and the member called closing member both consist of a toothed drum, the former having at least one tooth which is more protrudes like the other and that the second has at least one cavity adapted to cooperate with said multi-projection tooth to ensure continuous contact between said rotor and said occluding drum.
2. Improvements to the rotary machines according to claim 1, characterized in that the more protruding teeth of the rotor are elongated in such a way that they come into soft frictional contact with the cylindrical wall of the chamber in which saying rotor turns. ** WARNING ** End of DESC field may contain beginning of CLMS field **.