<Desc/Clms Page number 1>
INRICHTING VOOR HET ROKEN;, IN HET BIJZONDER VOOR HET STOMEN, VAN VIS.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ro- ken, in het bijzonder voor het stomen, vooral van vis@ die een tunnel bevat waarin de te roken waar opgehangen wordt, bij voorkeur op wagen- tjes.
De uitvinding heeft in hoofdzaak tot doel een inrichting te ontwerpen waarmede op een economische wijze dikke rook kan vervaar- digd werden voor het roken, vooral bij hoge temperatuur, gewoonlijk - stomen genoemd. Deze inrichting is in het bijzonder bestemd voor het sternen van haring en dergelijke vis.
Tot dit doel is buiten de tunnel een rookhaard voorzien., terwijl eveneens buiten de tunnel een gang voor de rook voorzien is die met de tunnel een volledige kring vormt, terwijl overigens een middel voorzien is om de circulatie van de rook door tunnel en gag te bewerken.
Doelmatig is de rookhaard in bovengedoelde gang voorzien.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uit- vinding, staat bovengedoelde gang in verbinding met een schoorsteen die gedeeltelijk afsluitbaar is door een klep.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorn van dezelfde uitvinding is een mechanisme voorzien dat de opening van bovengenoemde klep regelt in functie van de temperatuur van de rook..
Andere voordelen en eigenschappen van de uitvinding zullen blijken uit de beschrijving van een inrichting voor het roken, in het bijzonder voor het stomen, vooral van vis volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkels als voorbeeld gegeven en is niet beperkend voor de uitvinding. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toe- gevoegde tekeningen.
Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding. @
Figuur 2 is een schematische doorsnede volgens het vlak II-II
<Desc/Clms Page number 2>
uit figuur l.
Figuur 3 is een schematisch aanzicht van een bijzonderheid van de inrichting uit de vorige figuren.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een tunnel 1, een rookhaard 2 en een gang 3. De rookhaard 2 maakt deel uit van de gang 3 en deze gang vormt met de tunnel een kring waar de rook doorheen kan circuleren De tunnel l is afgesloten door twee deuren 4 en 5., respectievelijk voor de afvoer en de aanvoer van de wagentjes waarop de te stomen vis, gewoonlijk haring, opgehangen wordt. Om de gedachte te vestigen kan men aannemen dat de tunnel plaats biedt voor vier wagen- tjes achter elkaar en dat om het half uur een wagentje uit de tunnel verwi j- derd wordt door de deur '4 , @ terzelfdertijd een nieuw wagentje in de tunnel aangebracht wordt door de deur 5. In dit geval blijft elk wagentje ongeveer gedurende twee uur in de tunnel.
In de tunnel zelf gaat de rook zoals uit de pijltjes kan opgemaakt worden., in dezelfde richting als de wa- gentjes, dit is van de deur 5 weg naar de deur 4 toe. Er wordt dus gerookt volgens het gelijkstroombeginsel. De rook voor het roken of stomen wordt gevormd in de rookhaard 2 waar de brandstof 6 regelmatig aangevoerd wordt door de deur 7. De circulatie van de rook door gang, tunnel en rookhaard in gesloten kring wordt bewerkt door de ventilator 8., die aangedreven wordt door de motor 9 die zich buiten de inrichting bevindt. De lucht voor het onderhouden van de verbranding in de rookhaard wordt aangezogen door de verschillende deuren die tenslotte toch nooit volledig afdichten.
Be sple- ten die aan de sluiting van deze deuren voorkomen volstaan om voldoende lucht aan te zuigen voor het onderhouden van de verbranding en bijgevolg voor de vorming van de rook. Er valt op te merken dat de rook verschillen- de keren over de brandstof heengaat en dus verschillende keren door de rook- haard 2 passeert, zodat de rook betrekkelijk dik kan worden, wat een voor- deel is bij het stomen van sommige producten. Opdat evenwel de rookvorming regelmatig zou kunnen gebeuren en dat de verbranding in de rookhaard 2 zou kunnen blijven plaats vinden, moet natuurlijk een gedeelte van de rook uit de circulatie verdwijnen. Hiervoor is een schouw 10 voorzien waarin een klep 11 aanwezig is.
Deze klep 11 sluit de schoorsteen min of meer af en de stand van deze klep wordt daartoe geregeld door een mechanisme dat onder . invloed staat van een thermostaat. Aangezien dergelijke mechanismen in de bekend zijn, hoeft @ierwel niet nader op de beschrijving ervan ingegaan te worden.
Het moge volstaan erop te wijzen dat de opening door de klep 11 vrijgelaten groter wordt wanneer de temperatuur te hoog wordt, zodat dan meer rook vrijgelaten wordt en meer lucht in de inrichting aangezogen wordt. Een klep 12 is met een kabel 13 verbonden die buiten de inrichting uitsteekt en kan hoger of lager gebracht worden, zoals duidelijk blijkt uit figuur 2, zodat de circulatie van de rook door de gang 3 van de rook- haard 2 weg ook met de hand kan bijgeregeld worden. Een klep 14, zoals uit figuur 1 duidelijker blijkt, regelt de doorgang van de rook onder de schoorsteen door, Wanneer deze klep 14 volledig openstaat, zal natuur- lijk minder rook door de schouw 10 de inrichting verlaten dan wanneer de klep 14 bijna volledig de gang 3 afsluit.
Deze klep 14 is verbonden met een arm 15 die boven de inrichting uitsteekt en die vast kan gezet worden over een kwart cirkelvormig element in een stand naar keuze van de roker.
De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierbo- ven beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octrooiaanvrage kan aan deze vorm. menige verandering aangebracht worden o.m. wat betreft de samenstelling, de schikking., het aantal en de vorm van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
<Desc / Clms Page number 1>
APPARATUS FOR SMOKING, IN PARTICULAR FOR STEAMING, OF FISH.
The invention relates to a device for smoking, in particular for steaming, especially fish, comprising a tunnel in which the items to be smoked are hung, preferably on carts.
The main object of the invention is to design an apparatus with which thick smoke can be produced in an economical way for smoking, especially at high temperature, commonly called steaming. This device is intended in particular for tending herring and similar fish.
For this purpose, a smoke source is provided outside the tunnel, while a smoke corridor is also provided outside the tunnel, forming a complete circle with the tunnel, while a means is otherwise provided for the circulation of the smoke through the tunnel and the gag. edit.
The fireplace is expediently provided in the above-mentioned hallway.
In a preferred embodiment of the invention, the above passage communicates with a chimney which is partially closable by a valve.
In a particularly advantageous embodiment of the same invention, a mechanism is provided which controls the opening of the above valve in function of the temperature of the smoke.
Other advantages and features of the invention will become apparent from the description of a device for smoking, in particular for steaming, especially fish according to the invention. This description is given by way of example only and is not limiting of the invention. Reference numbers relate to the attached drawings.
Figure 1 is a schematic top view of the device according to the invention. @
Figure 2 is a schematic section along the plane II-II
<Desc / Clms Page number 2>
from figure l.
Figure 3 is a schematic view of a particularity of the device of the previous figures.
In the various figures, the same reference numbers refer to the same elements.
The device according to the invention mainly consists of a tunnel 1, a smoke box 2 and a corridor 3. The smoke box 2 forms part of the corridor 3 and this corridor forms a circle with the tunnel through which the smoke can circulate. closed by two doors 4 and 5, respectively for the removal and delivery of the trolleys on which the fish to be steamed, usually herring, is hung. To establish the idea, it can be assumed that the tunnel offers space for four cars in a row and that every half hour a cart is removed from the tunnel through the door '4, @ at the same time a new cart in the tunnel is applied through the door 5. In this case, each cart will remain in the tunnel for approximately two hours.
In the tunnel itself, the smoke goes, as can be deduced from the arrows, in the same direction as the cars, this is away from door 5 to door 4. So smoking is done according to the direct current principle. The smoke for smoking or steaming is formed in the smoke source 2 where the fuel 6 is regularly supplied through the door 7. The circulation of the smoke through the corridor, tunnel and smoke source in closed circuit is effected by the fan 8. which is driven by the motor 9 located outside the device. The air for the maintenance of combustion in the fireplace is sucked in through the various doors, which after all never completely seal.
The gaps occurring at the closure of these doors are sufficient to draw in sufficient air to maintain combustion and, consequently, for the formation of smoke. It should be noted that the smoke passes over the fuel several times and thus passes through the smoke fireplace 2 several times, so that the smoke can become relatively thick, which is an advantage when steaming some products. However, in order that the formation of smoke can occur regularly and that the combustion in the smoke source 2 can continue to take place, a part of the smoke must of course disappear from the circulation. A chimney 10 is provided for this purpose, in which a valve 11 is present.
This valve 11 more or less closes the chimney and the position of this valve is regulated for this purpose by a mechanism located at the bottom. influence of a thermostat. Since such mechanisms are known in the art, the description thereof need not be elaborated upon.
Suffice it to point out that the opening left free by the valve 11 becomes larger when the temperature becomes too high, so that more smoke is released and more air is drawn into the device. A valve 12 is connected to a cable 13 which protrudes outside the device and can be raised or lowered, as can be seen clearly from Figure 2, so that the circulation of the smoke through the passage 3 of the chimney 2 is also carried out manually. can be adjusted. A valve 14, as can be seen more clearly from Figure 1, controls the passage of the smoke under the chimney. When this valve 14 is fully open, of course less smoke will leave the device through the chimney 10 than when the valve 14 is almost completely open. corridor 3.
This valve 14 is connected to an arm 15 which extends above the device and which can be fixed over a quarter circular element in a position of the smoker's choice.
The invention is of course by no means limited to the embodiment described above and this form is possible within the scope of the patent application. many changes are made, among other things, in the composition, arrangement, number and shape of the parts used to carry out the invention.