<Desc/Clms Page number 1>
OPVOUWBARE KINDERBOX MET OPKLAPBARE VLOER.
De uitvinding heeft betrekking op een opvouwbare kinderbox met een boven de grond aangebrachte opklapbare vloer, alsmede op een beugel voor het bevestigen van de vloer in een dergelijke kinderbox.
Een opvouwbare kinderbox is gewoonlijk samengesteld uit een bo- venraam en een onderraam, elk bestaande uit vier scharnierend met elkaar verbonden regels, waarbij twee tegenover elkaar gelegen regels van elk raam bovendien in het midden scharnierend zijn, welke ramen onderling zijn verbonden door ronde stijlen, die tezamen een hekwerk vormen.
Het is in het algemeen wenselijk, dat in de box een vloer aan- wezig is. Ten einde het in de box aanwezige kind tegen tochtten contact met de grond te beschermen, moet deze vloer bij voorkeur op een zekere afstand, bijvoorbeeld 15 cm, boven de grond zijn aangebracht. Om de opvouw- baarheid van de box te behouden, moet de vloer bovendien opklapbaar zijn.
Gewoonlijk is de vloer hiertoe tweedelig uitgevoerd, waarbij de beide de- len naar weerszijden worden opgeklapt.
Voor het aanbrengen van de opklapbare vloer werd tot dusverre tussen het bovenraam en het onderraam een tussenraam aangebracht, dat op geheel'dezelfde wijze als het boven- en onderraam was uitgevoerd, en waar- aan de vloer met behulp van normale scharnieren werd bevestigd. In neerge- klapte toestand rust de vloer hierbij op de regels van het tussenraam. Deze oplossing heeft het nadeel, dat het tussenraam van boringen voor het opnemen van de spijlen moet worden voorzien, zodat vrij veel extra arbeid benodigd is, terwijl uiteraard door het aanbrengen van het tussenraam ook het mate- riaalverbruik toeneemt.
Volgens de uitvinding worden deze nadelen opgeheven, doordat de
<Desc/Clms Page number 2>
vloer draaibaar is opgehangen aan spijlen van het hekwerk of aan om spij- len van het hekwerk geschoven bussen. Wanneer de vloer op de gebruikelijke wijze tweedelig is uitgevoerd, worden de beide delen van de vloer hierbij draaibaar opgehangen aan spijlen van tegenover gelegen zijden van het hek- werk of aan om zodanige spijlen geschoven bussen.
De draaibare ophanging van de vloer geschiedt bij voorkeur, door- dat aan een neerhangende rand van deovloer ten minste twee beugels zijn beves- tigd, elk bestaande uit een tegen-de rand aangebracht plaatje met ten min- ste één schuin opstaand oor, waarvan de opening om een aan een spijl van het hekwerk of aan een om een spijl geschoven bus aangebrachte pen grijpt.
Wan- neer de genoemde beugels elk slechts één oor bezitten, kunnen twee van deze beugels ter weerszijden van een spijl zodanig worden aangebracht, dat de o- ren aan weerszijden van de spijl komen te liggen- Een uitvoering, waarbij, de beugels elk van twee oren zijn voorzien, die tezamen een spijl van-het hekwerk omvatten, verdient echter de voorkeur, aangezien de beugels dan minder in het gedicht vallen.. ' @
De oren van de beugels kunnen om door boringen in spijlen van het hekwerk gestoken pennen grijpen, of kunnen om tappen grijpen, die zijn aangebracht aan om spijlen van het hekwerk geschoven bussen.
Bij de bekende uitvoering rustte de vloer in neergeklapte toe- stand op de regels van het tussenraam. Bij toepassing van de uitvinding moet voor het ondersteunen van de neergeklapte vloer een andere oplossing worden gezocht. Zer doelmatig is een uitvoering, waarbij de vloer in neer- geklapte toestand op aan spijlen van het hekwerk aangebrachte steunpennen rust.
De beugel volgens de uitvinding bestaat uit een vlak plaatje met één of meer bevestigingsopeningen en twee aan tegenover elkaar gelegen ran- den van dit plaatje aangebrachte schuin opstaande doorboorde oren.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaan- de tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven.
Fig. 1 is een horizontale doorsnede van een kinderbox volgens de uitvinding volgens een boven de vloer gelegen vlak (I-I in fig. 2).
Fig. 2 is een verticale doorsnede van dezelfde box volgens de lijn II-II in fig. 1.
Fig. 3 is een detail van een variant van de uitvoering volgens de fig. 1 en 2, waarbij gebruik wordt gemaakt van om spijlen van het hek- werk geschoven bussen.
Fig. 4 geeft in perspectief een bij de box volgens de uitvin- ding te gebruiken beugel weer.
De box volgens fig. 1 en 2 bezit een bovenraam l en een onderraam 2, welke onderling zijn verbonden door een aantal ronde stijlen 3. Een twee- delige opklapbare vloer, die uit de delen 4 en 5 bestaat, is aan enige van de spijlen 3 opgehangen, en wel het deel 4 aan twee spijlen van de linkerzij- de en het deel 5 aan twee spijlen van de rechterzijde van het hekwerk van de box. Hiertoe zijn de betreffende spijlen doorboord'en is in de boring een pen 6 gestoken, terwijl aan elk der delen 4 en 5 een tweetal beugels 7 zijn bevestigd, waarvan de schuin opstaande oren om de pennen 6 grijpen.
Een der genoemde beugels is in fig. 4 afzonderlijk weergegeven.
Deze beugel bestaat uit een vlak plaatje 8, waarin een tweetal schroefga- ten 9 zijn aangebracht en dat door middel van houtschroeven aan de neerhan- gende rand van een der vloerdelen 4 of 5 wordt bevestigd, alsmede uit twee aan tegenover elkaar gelegen randen van het plaatje 8 aangebrachte, schuin opstaande oren 10 met openingen 11, die om de pen 6 kunnen grijpen.
De vloerdelen 4 en 5 rusten in neergeklapte toestand op steunpen- nen 12, die aan enige van de spijlen 3 zijn aangebracht (zie fig. 2), en grij- pen door middel van een bij 13 aangegeven pen- en gatverbinding in elkaar.
<Desc/Clms Page number 3>
Wanneer men de box wenst op te vouwen, worden de vloerdelen 4 en 5 respectievelijk naar links en naar rechts omhooggeklapt, waarna men de zijden van het hekwerk met behulp van de scharnieren 14 en 15 in elkaar kan vouwen.
In fig' 3 is een uitvoeringsvariant aangegeven, waarbij de vloer niet aan de spijlen zelf is opgehangen, maar aan om deze spijlen aangebrach- te bussen. Om een der spijlen is in fig. 3 een bus 16 geschoven, die op een der regels 17 van het onderraam rust, en waaraan een tweetal tappen 18 zijn aangebracht, waarom de beugel 7 grijpt.
De uitvinding is niet beperkt tot de aangegeven uitvoeringsvoorbeel- den, welke binnen het kader der uitvinding nog op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.
<Desc / Clms Page number 1>
FOLDABLE KIDS BOX WITH FOLDABLE FLOOR.
The invention relates to a foldable playpen with a foldable floor arranged above the ground, as well as to a bracket for fixing the floor in such a playpen.
A folding playpen is usually composed of an upper window and a lower window, each consisting of four hingedly connected rails, two opposite rails of each window additionally being hinged in the middle, the windows being interconnected by round posts, which together form a fence.
It is generally desirable that a floor be provided in the box. In order to protect the child present in the playpen against drafts and contact with the ground, this floor should preferably be arranged at a certain distance, for example 15 cm, above the ground. In order to maintain the foldability of the box, the floor must also be foldable.
The floor is usually designed in two parts for this purpose, with both parts being folded up to either side.
For arranging the folding floor, an intermediate frame was previously arranged between the top frame and the bottom frame, which frame was designed in exactly the same way as the top and bottom frame, and to which the floor was attached by means of normal hinges. When folded down, the floor rests on the rails of the intermediate frame. This solution has the disadvantage that the intermediate frame has to be provided with bores for receiving the bars, so that quite a lot of additional work is required, while of course the use of material also increases by fitting the intermediate frame.
According to the invention, these disadvantages are overcome by the fact that the
<Desc / Clms Page number 2>
The floor is rotatably suspended from the bars of the fence or from buses pushed around the bars of the fence. When the floor is constructed in two parts in the usual manner, the two parts of the floor are herein pivotally suspended from bars of opposite sides of the fence or from buses pushed around such bars.
The rotatable suspension of the floor is preferably effected by the fact that at least two brackets are attached to a hanging edge of the floor, each consisting of a plate mounted against the edge with at least one oblique lug, of which the an opening around a pin placed on a bar of the fence or on a bus placed around a bar.
If the said brackets each have only one ear, two of these brackets can be arranged on either side of a bar in such a way that the ears come to lie on either side of the bar. An embodiment in which, the brackets each have two ears are provided, which together comprise a bar of the fence, is preferred, however, since the brackets then fall less into the poem.
The ears of the brackets can engage around pins inserted through bores in the bars of the fence, or they can engage around trunnions which are arranged on bushings pushed around the bars of the fence.
In the known embodiment, the floor rested on the rails of the intermediate frame in the folded down position. When applying the invention, another solution must be sought for supporting the folded-down floor. Very expedient is an embodiment in which the floor rests in the folded state on support pins arranged on the bars of the fence.
The bracket according to the invention consists of a flat plate with one or more fastening openings and two obliquely erect pierced ears arranged on opposite edges of this plate.
The invention is further elucidated with reference to the appended drawing, in which exemplary embodiments are shown.
FIG. 1 is a horizontal section of a playpen according to the invention according to a plane located above the floor (I-I in FIG. 2).
FIG. 2 is a vertical section of the same box along the line II-II in FIG. 1.
FIG. 3 is a detail of a variant of the embodiment according to FIGS. 1 and 2, wherein use is made of cans pushed around bars of the fence.
FIG. 4 is a perspective view of a bracket to be used with the box according to the invention.
The box according to fig. 1 and 2 has an upper frame 1 and a lower frame 2, which are mutually connected by a number of round posts 3. A two-part folding floor, consisting of parts 4 and 5, is attached to some of the bars. 3, namely the part 4 on two bars on the left side and the part 5 on two bars on the right side of the fence of the box. To this end, the bars in question are pierced and a pin 6 is inserted into the bore, while two brackets 7 are attached to each of the parts 4 and 5, the obliquely upright ears of which grip around the pins 6.
One of the brackets mentioned is shown separately in fig.
This bracket consists of a flat plate 8, in which two screw holes 9 are arranged and which is fixed by means of wood screws to the hanging edge of one of the floor parts 4 or 5, as well as of two opposite edges of the plate 8 arranged obliquely upright ears 10 with openings 11 which can engage around pin 6.
The floor parts 4 and 5 rest in the folded down position on support pins 12, which are arranged on some of the bars 3 (see fig. 2), and interlock by means of a pin and hole connection indicated at 13.
<Desc / Clms Page number 3>
When the box is to be folded up, the floor parts 4 and 5 are folded up to the left and to the right respectively, after which the sides of the fence can be folded together with the aid of the hinges 14 and 15.
Fig. 3 shows an embodiment variant, in which the floor is not suspended from the bars themselves, but from bushings mounted around these bars. A bush 16 is slid around one of the bars in Fig. 3 and rests on one of the rails 17 of the lower frame, and on which two studs 18 are arranged, around which bracket 7 engages.
The invention is not limited to the exemplary embodiments indicated, which can be varied in many ways within the scope of the invention.