<Desc/Clms Page number 1>
ROTERENDE MACHINE, .IN HET BIJZONDER NAAIMACHINE.
Bij roterende machines. in het bijzonder industrie-naaimachines, is het dikwijls nodig., bij het tot stilstand brengen de machine in een bepaalde stand, b.v. de bovenste naaldstand. te doen stoppen. Dit geschiedde tot dusver met de hand, hetgeen tijdrovend is en aandacht vraagt.
De uitvinding beoogt in het algemeen een inrichting om deze handeling automatisch'te doen geschieden, en in het bijzonder een electrische inrichting., die eenvoudig en betrouwbaar is, en zeer snel werkt.
Zij wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld toont.
Fig. 1 is een zij-aanzicht, gedeeltelijk doorsnede van de inrichting,
Fig. 2 is een gedeeltelijke doorsnede volgens pijl II in fig. 1.
Met 1 is een remschijf aangeduide die b.v. is bevestigd op de in de pijlrichting P roterende vliegwielas 2 van een industrie-naaimchine, en waarop een commandostift 3 is aangebracht. Is deze stift in de bovenste, getekende stand, dan bevindt zich ook de naald der naaimachine in de bovenste stand. '
De remschijf werkt samen met de magnetische rem 4. Wordt het stroomcircuit van de hierin gebouwde magneetspoel 5 gesloten,dan beweegt zich de rem 4 naar links en remt schijf 1 af
De rem 4 zit op-een as 6, die door een electromotor, de tornmotor 7, langzaam in de richting van pijl Q, dus in dezelfde richting als de remschijf
<Desc/Clms Page number 2>
1, kan worden gedraaid.
De rem 4 is op de as 6 bevestigd door middel van een spie 8; die grijpt in een brede spiesleuf 9 (fig. 2), zodat de rem ten opzichte van de as 6 over een hoek van ca. 45 kan draaien.
Op as 6 zit ook een pertinax commandoschijf 10. In de naaf 11 van deze schijf is een schuin verlopende sleuf 12 aangebracht., waarin een pen 13 grijpt, die vast op as 6 is bevestigd. De commandoschijf 10 is met de rem 4 ondraaibaar, doch axiaal schuifbaar verbonde% doordat zij op leipennen 14 en 15 schuifbaar is, die vast in de rem 4 zijn..bevestigd. Instelbare veren 16 drukken de commnadoschijf naar links.
Tussen de leipen 14 (zie ook fig. 2) en een op as 6 bevestigde hef- boom 17 is een trekveer 18 gespannen, die dus de rem 4 ten opzichte van as 6 in de pijlrichting P tracht te draaien.
De remmagneet ontvangt stroom, via draden 19 a., b, van twee sleep- ringen 20, en 21, die op de commandoschijf 10 zijn bevestigd. Tegen de ring 20 ligt een sleepcontact 22, dat verbonden is met een metalen contactbrug 23.
Deze grijpt met een vork om de commandoschijf 10 en is dus met deze heen en weer beweegbaar. De contactbrug is gelagerd in een beugel 24, die tegen een plaat 25 van pertinax of ander isolatiemateriaal is bevestigd.
De contactbrug 23 kan in de getekende rechtse stand stroom ontvan- gen van een contactveertje 26, dat via een leiding 27 met de ene pool van een schakelaar 28 is verbonden. Deze schakelaar wordt gesloten, als het bedienings- pedaal 29 der naaimachine uit de ingetrapte stand 29a, waarin de naaimachine in werking is, de stand 29b bereikt, waarin de naaimachine wordt stilgezet.
De schakelaar is weer geopend, als het pedaal 29 de geheel losgelaten stand 29c bereikt.
Links aan de contactbrug 23 is nog een contactveertje 30 bevestigd, dat stroom kan ontvangen van een contactveertje 31, hetwelk tegen de pertinax plaat 25 is bevestigd. Contactveertje 31 is door een leiding 32 met het draai- punt van de schakelaar 28 verbonde en verder via een leiding 33 met de ene pool van een stroombron 34. De andere pool hiervan is door een leiding 35 met de tornmotor 7 en verder via een leiding 36 met contactbrug 23 verbonden. Van leiding 35 is een leiding 37 afgetakt, die naar een sleepcontact 38 gaat, waar- langs een tweede sleepring 21 loopt.
De werking is als volgt
In de getekende stand, met pedaal 29 geheel ingetrapt, werkt de naai- machine en draait dus de remschijf 1. De magneetrem en de tornmotor zijn stroom- loos.
Nu laat men pedaal 29 omhoogkomen. Daardoor wordt allereerst de aandrijfmotor van de naaimachine stroomloos. Voorts wordt de schakelaar 28 gesloten, waardoor het volgende stroomcircuit tot stand komt : stroombron 34, leiding 33, schakelaar 28, leiding 27,contactveertje 26, contactbrug 23, sleep- contact 22, sleepring 20, stroomdraad 19a, magneetspoel 5, stroomdraad 19b, sleep- ring 21, sleepcontact 38, leiding 37, leiding 35', stroombron 34.
Tevens wordt, via leiding 36, de tornmotor 7 bekrachtigd.
De bekrachtigde magneetrem 4 beweegt naar links tegen de schijf 1 aan en remt deze af. De commandoschijf 10 en de contactbrug 23 bewegen mee naar links. Hierdoor wordt de electrische verbinding van deze laatste met het contactveertje 26 verbroken. Echter drukt de op rem 4 aangebrachte conische ring 39 thans, na het naar links bewegen, het contactveertje 31 omhoog tegen contactveertje 30. De contactbrug 23 ontvangt dus niet meer van rechts stroom via leiding 27, maar thans van links via leiding 32. De magneetrem en de torn- motor blijven dus bekrachtigd, ook als door geheel loslaten van pedaal 29 de schakelaar 28 weer wordt geopend, en de rem zal de remschijf 1 blijven afremmen.
<Desc/Clms Page number 3>
Omgekeerd neemt deze remschijf, zolang deze sneller draait dan de tornmotor, de rem 4 mee in de pi j lrichting P,zodat de-spie 8 op de tornmotor- as 6 in de spiesleuf 9 zal achterblijven en de stand volgens fig. 2 zal in- nemen.
Er komt echter een ogenblik, waarop de remschijf 1 geheel is afge- remde d.w.z. synchroon met de rem 4 meedraait en er dus geen voorijlende wer- king meer op uitoefent. Thans zal de tornmotor zijn achterstand inhalen en zal dus de as 6 in de pijlrichting Q ten opzichte van rem 4 bewegen, tot- dat spie 8 tegen het andere einde 9b van spiesleuf 9 aan komt te liggen.. Dan is dus as 6 ca. 45 voorüitgedraaid ten opzichte van de rem 4, dus ook ten opzichte van de commandoschijf 10 Hierdoor heeft echter de pen 13, die op as 6 bevestigd is, via de sleuf 12 de commandoschijf nog verder naar links be- wogen. Met deze schijf mee is uiteraard de contactbrug 23 naar links bewogen;, waardoor thans de contactveer'30 in de baan van commandostift 3 is gekomen.
Zodra deze stift (en dus de naald) in de bovenste, getekende stand aankomt, licht zij het contactveertje 30 op en verbreekt daardoor het electri- sche contact-30-31, zodat zowel de stroomkring van de remmagneet als die van de tornmotor verbroken wordt.
De naaimachine stopt dus in deze, gewenste, stand, en de magneet- rem 4 laat de remschijf 1 loso De trekveer 18 trekt de rem 4 ten opzichte van de tornmotoras 6 weer in de in fig. 2 getekende stand, waardoor tevens pen 13 in de sleuf 12 naar links zal bewegen en de delen 10 en 23 in de stand van fig. 1 terugkeren.
In deze stand kan de naaimachine door intrappen van het pedaal 29 weer in werking worden gezet, en hiermee is de toestand, waarmee de beschrij- ving begon, hersteld.
De getekende uitvoering stelt een voorbeeld van de meest geperfec- tionneerde uitvoering voor, waarin de rem, die op normale naaimachines mecha- nisch is, electrisch is gemaakt en tevens met het torn- en uitschakelsysteem is gecombineerd.
Daarnaast zijn eenvoudiger uitvoeringen denkbaaro Men kan de rem mechanisch laten (of electrisch maken, maar dan onafhankelijk van de tornin- richting) en dus het electrische torn- en uitschakelsysteem afzonderlijk doen functionneren, Als de naaimachine werkt, staat de- torninrichting uitgeschakeld en bovendien losgekoppeld van de naaimachine (als in het uit- voeringsvoorbeeld)o Laat men het bedieningspedaal omhoogkomen, dan treedt de onafhankelijke rem in werking en stopt de machine. Daarna schakelt mens, door verder laten omhoogkomen van het bedieningspedaal of met een afzonderlijk be- dieningsorgaan, de torninrichting in, die in de hoogste stand van de naald weer automatisch wordt uitgeschakeld (b.v. op de wijze als in het uitvoeringsvoor- beeld).
Hierna moet de uitschakeling bij voorkeur weer automatisch worden opgeheven, opdat na het opnieuw werken der naaimachine de torninrichting weer zal kunnen functionneren. Dit opheffen van de uitschakeling geschiedt'of (zoals in het uitvoeringsvoorbeeld) door de uitschakelbeweging zelf, of door het opnieuw intrappen van het bedieningspedaal.
Het inschakelen van de. torninrichting kan ook automatisch plaats vinden, b.v. doordat, als het toerental der naaimachine door het afremmen vol- doende is gedaald, een hierop aangebrachte centrifugaalregulateur de tornmo- tor-stroomkring sluit. De centrifugaalregulateur kan ook worden vervangen door een, door de naaimachine aangedreven generator, die een spoeltje bekrach- tigt, dat boven een bepaald toerental de tornmotor-stroomkring openhoudt, bene- den een bepaald toerental daartoe echter niet meer in staat is.
Zelfs kan men ook de torn- en uitschakelbeweging mechanisch uitvoe- ren, b.v. zo, dat men een handtorninrichting maakt, waarvan de verbinding met de naaimachine automatisch (mechanisch) wordt verbroken, als de naald in de hoog-
<Desc/Clms Page number 4>
ste stand aankomt. Men heeft dan nog steeds het grote voordeel, dat het instellen van de bovenste stand geen concentratie van het bedienend personeel vergt.
Ook bij deze inrichting wordt na uitschakeling de uitgangstoestand bij voorkeur automatisch hersteld, hetzij door de uitschakelbeweging zelf, hetzij bij het weer intrappen van het bedieningspedaalo RESUME,
Roterende machine, inzonderheid naaimachine, in het bijzonder gekenmerkt door de volgende punten en hun mogelijke combinaties :
1) er is een torninrichting, bij voorkeur een electrische tornmotor, die in een bepaalde stand der machine, b.v. de bovenste naaldstand, automatisch wordt uitgeschakeld.
2) deze uitschakeling kan worden opgeheven door de uitschakelbeweging zelf, of door het bedieningsorgaan der machine.
3) de torninrichting wordt ingeschakeld door een afzonderlijk bedieningsorgaan, of door het bedieningsorgaan der machine zelf bij het uitschakelen der machine, of door een op het toerental der machine reagerend orgaan.
4) de torninrichting wordt uitgeschakeld, na het bereiken van de gewenste machines tand, door een met de machine meedraaiend commando-orgaan.
5) de rem (4) is met het af te remmen deel (1) der machine mee draaibaar en is gekoppeld met de tornmotor (7)
6) in deze verbinding van de tornmotor (7) met de rem (4) bevindt zich een vrije slag, die dienstbaar kan worden gemaakt aan het heen en weer bewegen van een stroomvoerend deel (23,30), zodanig, dat na synchronisatie van de rem (4) en het draaiend deel (1) der machine als gevolg van de remwerking, het stroomvoerend deel (23, 30), of een daarmee verbonden deel, tot in de baan van een commande-corgaan (3) wordt bewogen, dat de stroomkring van de tornmotor (7) en/of van dé rem (4) verbreekt. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
ROTARY MACHINE, ESPECIALLY SEWING MACHINE.
With rotating machines. especially industrial sewing machines, it is often necessary to bring the machine to a standstill in a certain position, e.g. the top needle position. to stop. Until now, this has been done manually, which is time consuming and requires attention.
The object of the invention is generally to provide a device for effecting this operation automatically, and in particular an electrical device, which is simple, reliable and operates very quickly.
It is explained in more detail with reference to the drawing, which shows an exemplary embodiment.
FIG. 1 is a side view, partially sectioned, of the device,
FIG. 2 is a partial section according to arrow II in FIG. 1.
1 designates a brake disc which e.g. is mounted on the flywheel shaft 2 of an industrial sewing machine rotating in the direction of the arrow P, and on which a command pin 3 is mounted. If this pin is in the top, drawn position, the sewing machine needle is also in the top position. '
The brake disc works together with the magnetic brake 4. If the electric circuit of the magnet coil 5 built in it is closed, the brake 4 moves to the left and disc 1 brakes.
The brake 4 is mounted on a shaft 6, which is moved slowly by an electric motor, the jogging motor 7, in the direction of arrow Q, i.e. in the same direction as the brake disc.
<Desc / Clms Page number 2>
1, can be rotated.
The brake 4 is fixed on the shaft 6 by means of a key 8; which engages in a wide key slot 9 (fig. 2), so that the brake can rotate with respect to the shaft 6 through an angle of about 45 degrees.
On shaft 6 there is also a pertinax command disc 10. In the hub 11 of this disc an oblique slot 12 is arranged, into which a pin 13, which is fixedly mounted on shaft 6, engages. The command disc 10 is non-rotatable with the brake 4, but is axially slidably connected to it in that it is slidable on guide pins 14 and 15, which are fixedly mounted in the brake 4. Adjustable springs 16 push the command disc to the left.
Between the guide pin 14 (see also Fig. 2) and a lever 17 mounted on shaft 6, a tension spring 18 is tensioned, which thus tries to rotate the brake 4 relative to shaft 6 in the direction of the arrow P.
The brake magnet receives power, through wires 19 a., B, from two slip rings 20, and 21 mounted on the command dial 10. A sliding contact 22, which is connected to a metal contact bridge 23, rests against the ring 20.
It engages with a fork around the command disc 10 and is thus movable back and forth with it. The contact bridge is mounted in a bracket 24, which is attached to a plate 25 of pertinax or other insulating material.
The contact bridge 23 can receive power in the right-hand position shown from a contact spring 26, which is connected to one pole of a switch 28 via a lead 27. This switch is closed when the operating pedal 29 of the sewing machine reaches the position 29b in which the sewing machine is stopped from the depressed position 29a in which the sewing machine is in operation.
The switch is opened again when the pedal 29 reaches the fully released position 29c.
To the left of the contact bridge 23 is another contact spring 30 attached, which can receive current from a contact spring 31, which is attached to the pertinax plate 25. Contact spring 31 is connected by a lead 32 to the pivot point of the switch 28 and further via a lead 33 to one pole of a current source 34. The other pole of this is through a lead 35 to the jog motor 7 and further via a lead. 36 connected to contact bridge 23. A line 37 branches off from line 35 and goes to a sliding contact 38, along which a second slip ring 21 runs.
The operation is as follows
In the position shown, with pedal 29 fully depressed, the sewing machine is working and thus the brake disc 1 rotates. The magnetic brake and the jogging motor are without current.
Pedal 29 is now raised. As a result, the driving motor of the sewing machine is de-energized first. Furthermore, the switch 28 is closed, whereby the following power circuit is established: power source 34, lead 33, switch 28, lead 27, contact spring 26, contact bridge 23, drag contact 22, slip ring 20, lead wire 19a, magnet coil 5, lead wire 19b, slip ring 21, slip contact 38, lead 37, lead 35 ', power source 34.
The jogging motor 7 is also energized via line 36.
The energized magnetic brake 4 moves to the left against the disc 1 and brakes it. The command disc 10 and the contact bridge 23 move along to the left. As a result, the electrical connection between the latter and the contact spring 26 is broken. However, the conical ring 39 arranged on brake 4 now, after moving to the left, pushes the contact spring 31 up against contact spring 30. The contact bridge 23 therefore no longer receives current from the right via line 27, but now from the left via line 32. The magnetic brake and thus the jogging motor remains energized even if by completely releasing pedal 29 the switch 28 is opened again, and the brake will continue to brake the brake disc 1.
<Desc / Clms Page number 3>
Conversely, as long as it rotates faster than the jogging motor, this brake disc takes the brake 4 along in the arrow direction P, so that the key 8 on the jogging motor shaft 6 will remain in the key slot 9 and the position shown in FIG. - take.
However, there comes a moment when the brake disc 1 is completely braked, i.e. rotates synchronously with the brake 4 and thus no longer exerts a forward action on it. Now the jogging motor will catch up and thus the shaft 6 will move in the arrow direction Q with respect to brake 4, until key 8 comes to rest against the other end 9b of key slot 9. Then shaft 6 is approx. 45 rotated forwards with respect to the brake 4, thus also with respect to the command disc 10 However, as a result of this, the pin 13, which is attached to shaft 6, has moved the command disc even further to the left via the slot 12. Along with this disc, the contact bridge 23 has of course moved to the left, so that the contact spring 30 has now entered the path of command pin 3.
As soon as this pin (and thus the needle) arrives in the upper, drawn position, it lifts the contact spring 30 and thereby breaks the electrical contact 30-31, so that both the circuit of the brake magnet and that of the crank motor is broken. .
The sewing machine therefore stops in this desired position, and the magnetic brake 4 releases the brake disc 1. The tension spring 18 pulls the brake 4 again with respect to the jogging motor shaft 6 into the position shown in fig. 2, whereby pin 13 also engages. the slot 12 will move to the left and the parts 10 and 23 will return to the position of FIG.
In this position the sewing machine can be put into operation again by depressing the pedal 29, and this has restored the state with which the description began.
The illustrated embodiment represents an example of the most perfected embodiment in which the brake, which is mechanical on normal sewing machines, is made electrically and is also combined with the jogging and disengaging system.
In addition, simpler versions are conceivable o The brake can be left mechanically (or made electric, but then independent of the cranking device) and thus have the electric cranking and disconnection system function separately. of the sewing machine (as in the embodiment example) o If the control pedal is released, the independent brake is activated and the machine stops. Subsequently, by raising the operating pedal further or with a separate control member, the person switches on the jogging device, which is automatically switched off again in the highest position of the needle (e.g. in the manner as in the exemplary embodiment).
After this, the switch-off should preferably be automatically canceled again, so that after the sewing machine has started working again the turning device will be able to function again. This cancellation of the switch-off is effected either (as in the exemplary embodiment) by the switch-off movement itself or by pressing the operating pedal again.
Enabling the. jogging can also be done automatically, e.g. in that, when the speed of the sewing machine has dropped sufficiently due to the braking, a centrifugal regulator mounted thereon closes the jogging motor circuit. The centrifugal regulator can also be replaced by a generator driven by the sewing machine, which energizes a bobbin that keeps the jogging motor circuit open above a certain speed, but is no longer able to do so below a certain speed.
It is even possible to perform the jogging and switching-off movement mechanically, e.g. so that a hand-twisting device is made, the connection of which with the sewing machine is automatically (mechanically) broken when the needle is in the high
<Desc / Clms Page number 4>
th stand arrives. One still has the great advantage that setting the top position does not require concentration of the operating personnel.
With this device, too, the starting state is preferably automatically restored after switching off, either by the switch-off movement itself or when the operating pedal is depressed again o RESUME,
Rotary machine, especially sewing machine, characterized in particular by the following points and their possible combinations:
1) There is a jogging device, preferably an electric jogging motor, which can be operated in a particular position of the machine, e.g. the top needle position automatically turns off.
2) this cut-out can be canceled by the cut-out movement itself or by the machine control device.
3) the turning device is activated by a separate control, or by the machine control itself when the machine is switched off, or by a device responsive to the speed of the machine.
4) The turning device is switched off, after the desired machine tooth has been reached, by a command unit rotating with the machine.
5) The brake (4) can be rotated along with the part (1) of the machine to be braked and is coupled to the jogging motor (7)
6) In this connection of the jogging motor (7) with the brake (4) there is a free stroke, which can be made to serve to reciprocate a current-carrying part (23, 30), such that after synchronization of the the brake (4) and the rotating part (1) of the machine, as a result of the braking action, the current-carrying part (23, 30), or an associated part, is moved into the path of a commanding member (3), that breaks the circuit of the jogging motor (7) and / or of the brake (4). ** WARNING ** End of DESC field may contain beginning of CLMS field **.