<Desc/Clms Page number 1>
Dweil-Apparaat
De uitvinding heeft betrekking op een dweil-apparaat, bevattende een steel en een dweil.
De tot nu toe bekende apparaten van dien aard la,ten niet toe de dweiop een eenvoudige manier uit te wringen, terwijl de dweil aan de steel bevestigd blijft. Daarenboven moet men tot nu toe bij het uitwringen de dweil zelf in de handen nemen. Aldus worden de handen bevochtigd, wat vooral bij koud weder onaangenaam is.
Het dweil-apparaat volgens de uitvinding heeft tot doel aan deze nadelen te verhelpen.
Te dien einde is het apparaat zodanig opgevat, dat de dweil met een uiteinde aan de steel kan verbonden worden en met een ander uiteinde bevestigd is aan een onderdeel, welke ten overstaan van de steel kan bewegen en een zodanige stand innemen dat de dweil kan uitdruipen. .
In een voordelige verwezenlijkingsvorm van het voor- werp der uitvinding kan bovenvermeld onderdeel rond de steel wentelen. Dit laat toe de dweil uit te wringen.
<Desc/Clms Page number 2>
Andere bijzonderheden en voordelen van d.e uitvinding zullen blijken uit de beschrijving van een dweilaapparaat.
Deze beschrijving wordt enkel:als voorbeeld gegeven; ze beperkt het voorwerp van de uitvinding niet. De referen- tie-nummers hebben betrekking op de hieraantoegevoegde teke- ningen.
Figuur 1 stelt een dweilapparaat volgens deuitvinding voor, in de stand om er mee te dweilen.
Figuur 2 stelt het dweilapparaat van figuur 1 voor in de stand, waarin de dweil uitgewrongen wordt.
Figuur 3 stelt een doorsnede voor door een gedeelte van het apparaat, voorgesteld in de figuren 1 en 2.
In de verschillende figuren hebben d.ezelfde referen- tie-nummers betrekking op identische elementen.
Het dweilapparaat bestaat in hoofdzaak uit een steel 1 en een dweil. De dweil bestaat uit afzonderlijke koorden 2, die met een van hun uiteinden aan een hol omwentelingslichaam verbonden zijn, en met hun ander uiteinde aan een voorwerp 4 bevestigd zijn.
Het omwentelingslichaam 3 kan over de steel 1 geschoven worden, en er rond wentelen.
In het voorwerp 4 is een holte 5 aangebracht en het vor werp is aan zijn binnenzijde van schroefdraad 6 voorzien, Al- dus kan het voorwerp 4 op het onder-einde 7 van de steel 1 geschroefd worden. Dit onder-einde 7 dient natuurlijk eveneens van schroefdrand voorzien te zijn. Om de steel 1 zijn daaren- boven twee hulsen 8, die om desteel kunnen draaien en waar- over het omwentelingslichaam 3 kan schuiven. Een schijfje '9 aan is om de steel/gebracht, tussen de onderste huls 8 en een kleine verdikking 10 van de steel 1. Dit schijfje 9 vormt een glad 'oppervlak waarop de onderste hula 8 rust, en vergemak kelijkt de draaibeeging van de onderste huls 8. Het schijfje 9 kan trouwens ook met de huls meedraaien om de steel 1.
Een
<Desc/Clms Page number 3>
verdikking 11 van de stell belet het te ver naar omhoog schui- ven van het omwentelingslichaam 3.
Als het apparaat in gebruik is, is het omwentelings- lichaam 3 over de steel 1 geschoven en het voorwerp 4 op het ondereinde 7 van de steel 1 vastgeschroefd. Om te dweilen wordt het omwentelingslichaam 3 dicht tegen het voorwerp 4 ge- bracht. Deze stand wordt trouwens automatisch verkregen wegens de zwaartekracht; de koorden 2 nemen dan een lusvorm aan en het apparaat kan gebruikt worden om te dweilen. Om de dweil uit te wringen, wordt het omwentelingslichaam 3 zoo ver mogelijk naar boven getrokken en vervolgens gedraaid rond de steel. Daar het Omwentelingslichaam 3 niet hoeft bevochtigd te worden kan het uitwringen gebeuren zonder dat men de handen moetmnat maken.
Het vasthouden van de koorden 2 belet echter het uitwrin- gen niet, daar in dit geval de hulsen 8, of een van hen, draaien ten overslaat van de stell 1.
Het feit dat het voorwerp 4 op de steel 1 geschroefd is; laat toe nadat de dweil versleten is een andere dweil op de @ steel te bevestigen.
Men begri jpe dat de uitvinding geenszins beperkt is tot @ de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat menige verande- ring eraan kan aangebracht worden, ondermeer wat betreft de vorm de samenstelling, de schikking en het aantal der onderdelen.
De veranderingen moeten nochtans in overeenstemming te brengen zijn met de zin van derhierna uiteengezette eisen en mogen het raam van deze brevetaanvraag niet te buiten gaan.
Zoo zou het voorwerp op de steel 1 kunnen bevestigd wordm zonder dat de holte van het voorwerp en het uiteinde van de @ steel van schroefdraad voorzien zijn. De steel zou ook zonder hulsen kunnen uitgevoerd worden. De verdikking van de steel, welke het omhoog schuiven van het omwentelingslichaam beperkt, zou kunnen ,eggelaten worden. IM princiep zou het ook mogelijk zijn een dweil te gebruiken, die niet uit afzonderlijke koorden
<Desc/Clms Page number 4>
maar uit één stuk vervaardigd is.
EISEN
1. Dweil-apparaat, bevattend een steel en een dweil met het kenmerk dat de dweil met een uiteinde aan de steel kan verbonden worden en met een ander uiteinde bevestigd is aan een onderdeel, welke ten overstaan van do sterl kan bewegen en een zodanige stand innemen dat de dweil kan uitdruipen.
2. Dweil-apparaat volgens vorige eis, met het kenmerk dat boven-vermeld onderdeel rond de steel ken wentelen.
3. Dweil-apparaat volgens een der vorige eiden, met het kenmerk dat boven-vermeld onderdeel in de richting van de as kan bewegen.
4. Dweilapparaat volgens eisen 2 en 3, met het kenmerk dat boven-vermeld onderdeel een omwentelingslichaam is wel- ke op de steel kan geschoven worden.
5. Dweil-apparaat volgens een der vorige eisen, met he kenmerk dat de dweil aan de steel kan verbonden worden bij middel tran een voorwerp, waaraan de dweil bevestigd is, en dat voorzien is van een holte, welke op een gedeelte van de steel past.
6. Dweil-apparaat volgens vorige eis, met het kenmerk dat boven-vermelde holte en het erbij passend gedeelte van de steel van schroefdraad voorzien zijn.
7. Dweilapparaat volgens een der eisen 5 of 6, met het kenmerk dat het, passend gedeelte van de steel, het onderuit- einde is.
8. Dweil-apparaat volgens een der vorige eisen, met het kenmerk dat de dweil uit losse, naast elkaar bevestigde koorden bestaat. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.