<Desc/Clms Page number 1>
P ij p v e r b i n d i n g.
De uitvinding betreft een pijpverbindingo
Twee pijpen kan men op zeer verschillende wijzen met elkaar verbinden ; menonderscheidt flens-, mof- en lasch- verbindingen.
De pijpverbinding volgens de uitvinding verschilt principieel van elk van deze bekende pijpverbindingen, biedt vele voordeelen ten opzichte daarvan en beteekent een verraasende oplossing van een tot nog toe bij het leggen van pijpleidingen slechts onbevredigend opgelost probleem.
De uitvinding bestaat hierin, dat men twee pijpen doeltreffend verbindt met behulp van een om de pijpeinden gelegen bus van een materiaal, dat zachter is dan dat der pijpen, en twee om de bus gelegen ringen van een materiaal, dat harder is dan dat van de bus, doch dat niet het materi- @
<Desc/Clms Page number 2>
aal behoeft te zijn, waarvan de beide pijpen gemaakt zijn.
De verbinding volgens de uitvinding kan men bijvoor- beeld toepassen voor het verbinden van twee ijzeren buizen.
In dat geval gebruikt men een bus van bij voorbeeld zacht lood en past men cij voorkeur ijzeren ringen toe. Om de beschrijving eenvoudig te houden zal de uitvinding in het navolgende aan dit geval toegelicht worden. De uitvinding kan echter eveneens met succes toegepast worden voor het verbinden van buizen van koper, aluminium, of van een an- der geschikt mataal, waarbij de bus in alle gevallen van een zachter mataal gemaakt wordt en waarbij men het materiaal der ringen weer harder dan dat van de bus kiest.
Bij voorkeur past men een bus toe, waarvan de dia- meter vanaf de beide uiteinden naar het midden toe inwendig geleidelijk af- en uitwendig geleidelijk toeneemt, behalve, dat de bus uitwendig of inwendig, dan wel uitwendig en in- wendig in het midden een insnoering kan bezitten. De klein- ste diameter inwendig is in het algemeen ongeveer gelijk aan de inwendige diameter van de te verbinden pijpen. in bijgaande teekening zijn de beide te verbinden ijzeren pijpen met a aangegeven. De pijpeinden liggen vrij van elkaar op een afstand p. Voor het tot stand brengen van de verbinding schijft men eerst de beide ijzeren ringen c om de pijpeinden en brengt vervolgens de looden bus b aan, welke, bij wijze van voorbeeld, uitwendig een insnoering bezit.
De pijpen a vinden hun aanslag in het conische in- wendige van de bus b. Hierdoor verkrijgt men, dat de pij- pen stevig in de bus komen te zitten. Daarna schuift men de ringen c over de bus b. De ringen vinden hun aanslag in
<Desc/Clms Page number 3>
het conische uitwendige van de bus. De teekening geeft dezentoestand weer.
Buiten de ringen c steken nu nog gedeelten d van de bus uit. Deze gedeelten worden met hamer en aandrijf- beitel aangestemd, waardoor een volledig dichte pijpver- binding ontstaat. Men zal opmerken, dat de inwendige ico- nische gedeelten van de bus b @ binnen het gedeelte p der verbinding, tengevolge van de erop uitgeoefende krachteh, een iets grootere hellingshoek hebben dan de gedeelten, die over de buizen a liggen. Hierbij is het gewenscht, dat de plaatsen, waar de ringen c de bus b tegen de pijp- einden klemmen, gelegen zijn lon in de richting naar het midden van de bus toe voorbij de pijpranden. Men kan ook zeer geschikt het inwendige conische gedeelte van de bus b binnen het deel p van te voren reeds een grootere hellings- hoek geven. Men bereikt aldus, dat de afdichting nog ge- makkelijker tot stand komt.
Ook hierbij kan men genoemde klemplaatsen voorbij de pijpranden kiezen.
Men ziet dus, dat de wijze van aanbrengen van de ver- binding uiterst eenvoudig isoMen heeft geen pakking of moerbouten noodig, zooals bij flensverbindingen, geen hennep, loodwol of gesmolten lood, zooals bij mofverbin- dingen en geen laschmateriaal, zooals bij laschverbindin- gen.
De ringen c kunnen, zooals op de teekening is aan- gegeven, rechte ringen zijn. Men kan echter ook ringen toe- passen, die inwendig conisch zijn. Men bereikt daarmede, dat de bus b niet slechts op één enkele klemplaats op het pijpeinde wordt aangedrukt, doch over het geheele ring- oppervlak.
<Desc/Clms Page number 4>
De looden bussen en de ijzeren ringen, die men vol- gens de uitvinding noodig heeft, zijn in massawerk te ver- vaardigen in afmetingen overeenkomend met de gestandaardi- seerde afmetingen der pijpen.
Bij gebruik van de verbindingen volgens de uitvin- ding kan men pijpleidingen aanleggen, bestaande uit gewone pijpen. Het gebruik van de dure flenspijpen en mofpijpen is overbodig. Dit brengt bovendien nog als belangrijk voordeel mede, dat alle afvalstukken van de pijpen weder te gebruiken zijn, aangezien ook deze weer gewone pijpen zijn.
Een zeer belangrijk voordeel van de pijpverbinding volgens de uitvinding is, dat deze verbinding tengevolge van het looden tusschenstuk soepel is. Deze eigenschap maa,kt, dat men in staat is, zonder het gebruik van bocht- stukken, aan een pijpleiding een richtingsverandering te geveno
Elke pijpverbinding volgens de uitvinding namelijk kan tot minstens 2205 gebogen voorden. Wil men bij voor- beeld een richtingsverandering van 90 aanbrengen, dan neemt men vier verbindingen van 22.5 . Overigens kan men alle tusschenliggende hoeken vormen, hetgeen tot heden niet mogelijk was, daar er alleen maar bochten van 11.25 , 2.25 , 30 , 45 , 60 en 90 in den handel zijn. Wil men korte bochten van bij voorbeeld 90 maken, dan gebruikt men korte buizen tusschen de gebogen verbindingen.
De soepele pijpverbindingen volgens de uitvinding ver- leent aan een pijpleiding een groote bewegelijkheid; elk van deze verbindingen namelijk laat beweging toe..Niet al- leen is een verplaatsing van het eene pijpeinde ten opzich- te van het andere in de richting loodrecht op de pijp-
<Desc/Clms Page number 5>
richting mogelijk, doch ook is, dank zij het ingesnoerde middenstuk, beweging in de pijprichting zelve mogelijk. Het gebruik van expansiestukken in de pijpleiding wordt daar- door overbodig gemaakt. Dit is een verbetering, die van belang is.
Expansiestukken zijn namelijk duur ; brengt ze daarom op betrekkelij ver van elkaar verwijderde plaat- sen in de pijpleiding aan, zoodat de bewegelijkheid van de pijpleiding geringer is dan bij die@, waarbij van de bewe- gelijke pijpverbinding volgens de aanvrage wordt gebruik gemaakt. Bij gebruik van expansiestukken loopt men steeds kans, dat de pijpleiding niet bewegelijk is op de plaats waar dit het meest noodig is, omdat het expansiestuk toe- vallig ver van deze plaats verwijderd is ; kans loopt men niet bij toepassing van de uitvinding. De pijpverbin- ding volgens de uitvinding, die men zoowel voor bovengronde sche als voor ondergrondsche leidingen kan toepassen, is daarom bijzonder geschikt om toegepast te worden in stre- ken, zooals mijngebieden, waar de bodem steeds aan sterke werking onderhevig is.
De pijpverbinding kan toegepast worden op pijpen van elken diameter, dienende zoowel voor het transport van water, teer, olie of andere vloeistoffen, lucht, cokes- ovengas of andere gassen. Men kan daarbij zonder bezwaar in de pijpleiding een druk hooger dan de atmosferische on- derhouden. Het is aanvrager namelijk gebleken, dat de pijp- verbinding volgens de aanvrage, gebogen op 22.5 op 20 at.
.Waterdruk nog volledig dicht was. Dat dit van groot belang is, bij voorbeeld voor het transport van vloeistoffen en gas- sen op grooten afstand, is duidelijk.
Ingeval de verbinding voor waterleidingbuizen ge-
<Desc/Clms Page number 6>
bruikt moet worden, kan men desgewenscht de looden buizen inwendig prepareeren, bij voorbeeld vertinnen of asphal- teereno
Een ander voordeel van de onderhavige uitvinding is, dat men haar kan toepassen ook op plaatsen, waar vuur ge- vaarlijk is. In een dergelijk geval zou bij voorbeeld het maken van een laschverbinding niet mogelijk zijn, evenmin het maken van een mofverbinding, aangezien hiervoor lood gesmolten moet worden.
Doordat bij het aanbrengen van de verbinding verwar- ming van de pijpuiteinden in het geheel niet optreedt, loopt de asphalteering, die dikwijls in buizen ter ver- hindering van corrosie is aangebracht, geen gevaar, dit in tegenstelling tot het maken van een laschverbinding, waarbij men steeds achteraf weer voor herstellen van de beschadigde asphaltlaag moet zorg dragen.
Dikwijls moet een pijpleiding geïsoleerd worden.
Hiertegen bestaat bij pijpleidingen, waarin de onderha- vige verbinding is toegepast, geen bezwaar. De pijpver- binding volgens de uitvinding namelijk vertoont slechts een relatief geringe verheffing boven het pijpoppervlak en is regelmatig van vorm ; laat zich gemakkelijk met iso- latie omwinden. Zooals bekend, brengt het isoleeren van bij voorbeeld flensverbindingen dikwijls moeilijkheden mede.
Bij de pijpverbinding volgens de uitvinding liggen, zooals boven reeds gezegd werd, de pijpuiteinden vrij van elkaar op een afstand p. In een normaal geval bedraagt deze afstand p ongeveer 6 cm; hij kan echter grooter of kleiner zijn. In het geval van een flensverbinding en een laschver- binding sluiten de pijpuiteinden vrijwel aan elkaar aan ;
<Desc/Clms Page number 7>
<Desc / Clms Page number 1>
P ij p v e r b i n d i n g.
The invention relates to a pipe joint
Two pipes can be connected in very different ways; flange, socket and weld connections are distinguished.
The pipe joint according to the invention differs in principle from each of these known pipe joints, offers many advantages over them and represents a surprising solution to a problem which has hitherto been solved only unsatisfactorily in the laying of pipelines.
The invention consists in effectively connecting two pipes with the aid of a sleeve of a material which is softer than that of the pipes and surrounding the pipe ends, and two rings of a material which is harder than that of the pipe. bus, but that is not the material @
<Desc / Clms Page number 2>
eel, of which the two pipes are made.
The joint according to the invention can be used, for example, for connecting two iron pipes.
In that case, a can of, for example, soft lead is used and iron rings are preferably used. In order to keep the description simple, the invention will be explained in this case below. However, the invention can also be used with success for connecting pipes of copper, aluminum, or another suitable material, the sleeve being made of a softer material in all cases and the material of the rings being made harder than the other. that of the bus.
Preferably, a sleeve is used, the diameter of which gradually increases internally and externally from the two ends towards the center, except that the sleeve has an external or internal, or external and internal, in the middle. necking. The smallest internal diameter is generally approximately equal to the internal diameter of the pipes to be joined. in the accompanying drawing the two iron pipes to be connected are indicated by a. The pipe ends are spaced apart from each other p. To establish the connection, first the two iron rings c are threaded around the pipe ends and then the lead bush b is applied, which, for example, has an external constriction.
The pipes a find their stop in the conical interior of the bush b. This ensures that the pipes are seated firmly in the sleeve. Then the rings c are slid over the bush b. The rings find their attack in
<Desc / Clms Page number 3>
the conical exterior of the sleeve. The drawing shows this situation.
Parts d of the can still protrude outside the rings c. These sections are tuned with hammer and chisel, creating a completely tight pipe joint. It will be noted that the internal iconic portions of the sleeve b @ within the portion p of the joint, due to the forces exerted thereon, have a slightly greater angle of inclination than the portions overlying the tubes a. Here, it is desirable that the locations where the rings c clamp the sleeve b against the pipe ends are located long in the direction towards the center of the sleeve beyond the pipe edges. It is also very suitably possible to give the inner conical part of the sleeve b within the part p a larger angle of inclination in advance. In this way it is achieved that the sealing is realized even more easily.
Here too, one can choose said clamping locations beyond the pipe edges.
It can thus be seen that the manner of fitting the connection is extremely simple and requires no gasket or capscrews as with flanged connections, no hemp, lead wool or molten lead, as with sleeve connections, and no welding material as with welded connections. .
The rings c may be straight rings, as shown in the drawing. However, it is also possible to use rings which are internally conical. Thus, it is achieved that the sleeve b is pressed not only at a single clamping point on the pipe end, but over the entire ring surface.
<Desc / Clms Page number 4>
The lead bushes and iron rings required in accordance with the invention are mass-produced in dimensions corresponding to the standardized pipe dimensions.
Using the connections according to the invention, one can lay pipelines consisting of ordinary pipes. The use of the expensive flange pipes and socket pipes is superfluous. Moreover, this has the additional important advantage that all waste pieces from the pipes can be reused, since these are also normal pipes.
A very important advantage of the pipe joint according to the invention is that this joint is flexible as a result of the plumbing intermediate piece. This property makes it possible to change the direction of a pipeline without the use of elbows.
Namely, each pipe joint according to the invention can be bent up to at least 2205. If, for example, one wants to make a change of direction of 90, one takes four connections of 22.5. Incidentally, all intermediate angles can be formed, which was not possible until now, since there are only bends of 11.25, 2.25, 30, 45, 60 and 90 on the market. If one wants to make short bends of for example 90, then one uses short pipes between the bent joints.
The flexible pipe connections according to the invention impart great mobility to a pipeline; namely, each of these connections allows movement. Not only is movement of one pipe end relative to the other in the direction perpendicular to the pipe.
<Desc / Clms Page number 5>
direction possible, but also, thanks to the constricted middle section, movement in the pipe direction itself is possible. The use of expansion pieces in the pipeline is thus made superfluous. This is an improvement that is important.
Expansion pieces are expensive; therefore applies them at relatively far apart locations in the pipeline, so that the movability of the pipeline is less than that utilizing the movable pipe joint of the application. When using expansion pieces, there is always a risk that the pipeline will not be movable where it is most needed, because the expansion piece is incidentally far from this location; there is no chance of using the invention. The pipe connection according to the invention, which can be used for both overhead and underground pipes, is therefore particularly suitable for use in areas, such as mining areas, where the soil is always subject to strong action.
The pipe connection can be used on pipes of any diameter, serving for the transport of water, tar, oil or other liquids, air, coke oven gas or other gases. A pressure higher than atmospheric pressure can be maintained in the pipeline without any problem. The applicant has found that the pipe joint according to the application, bent at 22.5 by 20 at.
Water pressure was still completely closed. It is clear that this is of great importance, for example for the transport of liquids and gases at great distances.
In case the connection for water supply pipes is
<Desc / Clms Page number 6>
If desired, the lead pipes can be prepared internally, for example tinning or asphalting.
Another advantage of the present invention is that it can be used also in places where fire is dangerous. In such a case, for example, making a weld joint would not be possible, nor would making a sleeve joint, since lead must be melted for this.
Since heating of the pipe ends does not occur at all when the connection is made, the asphalt coating, which is often arranged in pipes to prevent corrosion, is not at risk, in contrast to making a welding connection, where Afterwards, care must be taken to repair the damaged asphalt layer.
Often a pipeline has to be insulated.
There is no objection to this in pipelines in which the present connection is used. Namely, the pipe joint according to the invention shows only a relatively small elevation above the pipe surface and is regular in shape; can easily be wrapped with insulation. As is known, the isolation of, for example, flanged joints often involves difficulties.
In the pipe joint according to the invention, as already stated above, the pipe ends are at a distance p. Normally this distance p is about 6 cm; however, it can be larger or smaller. In the case of a flange connection and a weld connection, the pipe ends are almost flush together;
<Desc / Clms Page number 7>