BE1030983A1 - Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder - Google Patents

Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder Download PDF

Info

Publication number
BE1030983A1
BE1030983A1 BE20225854A BE202205854A BE1030983A1 BE 1030983 A1 BE1030983 A1 BE 1030983A1 BE 20225854 A BE20225854 A BE 20225854A BE 202205854 A BE202205854 A BE 202205854A BE 1030983 A1 BE1030983 A1 BE 1030983A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
feed
feed additive
mycotoxins
livestock
acid
Prior art date
Application number
BE20225854A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030983B1 (nl
Inventor
Dirk Janssens
Ronny Mombaerts
Original Assignee
Nu3Guts Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nu3Guts Bv filed Critical Nu3Guts Bv
Priority to BE20225854A priority Critical patent/BE1030983B1/nl
Publication of BE1030983A1 publication Critical patent/BE1030983A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030983B1 publication Critical patent/BE1030983B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/80Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for aquatic animals, e.g. fish, crustaceans or molluscs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/158Fatty acids; Fats; Products containing oils or fats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/20Inorganic substances, e.g. oligoelements
    • A23K20/28Silicates, e.g. perlites, zeolites or bentonites
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/10Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for ruminants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/30Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for swines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/70Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for birds
    • A23K50/75Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for birds for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft Een voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder, omvattende: een zuurgeactiveerd bentoniet; en een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS), in een massaverhouding gelegen tussen 0,5 en 1,2, uitgedrukt in totaal gewicht zuurgeactiveerd bentoniet op totaal gewicht HSCAS, alsook een voedersamenstelling waarin zo'n voederadditief is toegepast, een gebruik van het voederadditief en een werkwijze voor de bereiding van zo'n voederadditief.

Description

1 BE2022/5854
VOEDERADDITIEF VOOR HET VERMINDEREN VAN DE BIOLOGISCHE
BESCHIKBAARHEID VAN MYCOTOXINES IN VEEVOEDER
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxinen in veevoeder, alsook een voedersamenstelling waarin zo’n voederadditief is toegepast, een gebruik van het voederadditief en een werkwijze voor de bereiding van zo’n voederadditief.
STAND DER TECHNIEK
Mycotoxinen zijn secundaire metabolieten die hoofdzakelijk worden geproduceerd door de mycelium structuur van filamenteuze schimmels, zoals Aspergillus, Fusarium en
Penicillium. Deze schimmels dringen binnen in planten op het veld, ruw materiaal of tijdens voederopslag.
Mycotoxinevorming kan optreden wanneer de veroorzakende schimmels groeien op gewassen op het veld, bij de oogst, bij de opslag of tijdens de verwerking van diervoeders; in wezen telkens wanneer gunstige omstandigheden voor hun vorming heersen. Elk mycotoxine heeft zijn eigen specifiek effect, en ze kunnen allemaal verwoestend zijn. Co-besmetting met een of meer soorten mycotoxinen komt van nature voor en heeft een grotere negatieve invloed op de gezondheid en de productiviteit van het vee dan besmetting door afzonderlijke mycotoxinen,
Mycotoxinen zijn giftig voor mens en dier en kunnen veel problemen veroorzaken, vooral op vlak van groeiprestaties van het dier, voortplanting en immuniteit. Dit kan tot economische verliezen leiden. De meest schadelijke mycotoxines zijn aflatoxinen (AF), ochratoxine (OTA), deoxynivalenol (DON), T-2 mycotoxine, zearalenon (ZEA), en fumonisinen (FUM). De incidentie van besmetting en de concentratie van mycotoxinen hangt af van de temperatuur en de vochtigheid.
Visuele screening volstaat niet om het veevoeder schimmelvrij of mycotoxine-vrij te houden. Bovendien is de activiteit van huidige toxinebinders of voederadditieven niet specifiek en adsorberen zij slechts een beperkt aantal mycotoxinen.
2 BE2022/5854
Daarom is het belangrijk nieuwe producten te vinden die een breed spectrum van mycotoxinen kunnen adsorberen of inactiveren zonder de biologische beschikbaarheid van nutriënten en micronutriënten in dieren te beperken.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen,
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder volgens conclusie 1. Voorkeursvormen zijn weergegeven in de vervolgconclusies. De uitvinding betreft eveneens een voedersamenstelling waarin zo’n voederadditief is toegepast volgens een van de conclusies 10-11, een gebruik van het voederadditief volgens een van de conclusies 12- 13 en een werkwijze voor de bereiding van zo’n voederadditief volgens conclusie 9.
De uitvinding is gericht op samenstellingen en werkwijzen om de absorptie van een verscheidenheid aan mycotoxinen in diervoeders te verminderen of te verbeteren, waardoor de voedingskwaliteit van de voeders en de gezondheid en prestaties van de dieren die ze consumeren, verbeteren. In het bijzonder bestaan de samenstellingen van de uitvinding uit een combinatie van meerdere kleien, bijvoorbeeld een zeoliet, bentoniet of andere aluminosilicaatklei. Deze combinatie heeft een verrassend en onverwacht additief bindend effect voor de vermindering van mycotoxineverontreiniging in diervoeders.
De uitvinding heeft als doel de beschikbaarheid van mycotoxines in de voeding van vee te verminderen. Algemeen zorgt de uitvinding voor een verbeterde groeiontwikkeling en gezondere darmkanalen bij vee. Het is een doelstelling van de uitvinding de (darm)gezondheid van vee te verbeteren.
Het is een doelstelling van de uitvinding een voederadditief te voorzien dat ingezet kan worden tegen een breed spectrum aan mycotoxines, waaronder alfatoxinen (AF), ochratoxine (OTA), deoxynivalenol (DON), T-2 mycotoxine, zearalenon (ZEA), en fumonisinen (FUM).
De uitvinding heeft eveneens tot doel het verhinderen of verminderen van absorptie van mycotoxines doorheen de wanden van het darmkanaal en de opname ervan in de bloedsomloop.
3 BE2022/5854
Het is eveneens een doelstelling van de uitvinding de lever en nieren van vee te beschermen.
Bovendien heeft de uitvinding tot doel het risico van blootstelling van mycotoxines aan de mens te verlagen of zelfs te vermijden.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.
Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, "de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “voorzien van”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
De termen “bestaan uit”, “bestaande uit”, “bevatten”, “bevattende” zijn synoniemen en zijn exclusieve of gesloten termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
4 BE2022/5854
De uitdrukking “gewichtsprocent”, “gew.%", “m%" of “%gew” refereert in dit document naar het relatieve gewicht van een component gebaseerd op het totale gewicht van het volledige product waarnaar verwezen wordt.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
Met de term “voeder”, zoals gebruikt in de tekst, worden alle verbindingen, preparaten, mengsels of samenstellingen beoogd die geschikt zijn voor of bedoeld zijn voor consumptie door een dier.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxinen in veevoeder.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het voederadditief twee aluminosilicaat kleien, bij voorkeur een natuurlijk aluminosilicaat en een zuur- geactiveerd aluminosilicaat. Aluminosilicaat kleien vormen een groep van mineralen, bestaande uit aluminium, silicium en zuurstof, aangevuld met specifieke kationen als tegenion (zoals kalium, ijzer, natrium, calcium, …). Voorbeelden van aluminosilicaat kleien zijn zeoliet, bentoniet, gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS), of een combinatie daarvan.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het voederadditief een zuur- geactiveerd bentoniet en een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS).
Gebleken is dat een bijzonder geprefereerd voederadditief van de uitvinding een zuur- geactiveerd bentoniet en een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat omvat, in een massaverhouding gelegen tussen 0,5 en 1,2. Verrassend genoeg is deze bijzondere combinatie van de bestanddelen van het mengsel bijzonder doeltreffend gebleken voor de adsorptie van mycotoxinen, zoals hieronder wordt aangetoond aan de hand van de voorbeelden die deze beschrijving vergezellen.
Bentoniet is een kleisoort zoals bekend in de stand der techniek en kan natrium bentoniet, calcium bentoniet, of een combinatie hiervan omvatten, bij voorkeur is het bentoniet een natrium bentoniet. Zuur-geactiveerd bentoniet kan verkregen worden door de toepassing van anorganische zuren (zoals H2SO4 of HCI) ter vervanging van de uitwisselbare ionen van bentoniet tijdens een chemische procedure.
Alternatief kan het bentoniet geactiveerd worden middels een fysische methode waarbij het oppervlak van bentoniet mechanisch verbeterd wordt door het in kleinere stukken te breken. Alternatief kunnen in het bentoniet bepaalde elementen of metaalhydroxiden 5 voorzien worden tussen de lamellaire structuren van bentoniet, waardoor pijlers ontstaan (inpilaren) tijdens het activeren.
Gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS) is eveneens gekend in de stand der techniek, en is commercieel beschikbaar als NovaSil Plus”",
Het zuur-geactiveerd bentoniet en het HSCAS werken als adsorberende middelen, dit worden ook wel bindmiddelen, adsorbanten en binders genoemd. Adsorberende middelen verminderen de blootstelling aan mycotoxinen door de biologische beschikbaarheid ervan te verminderen, door verschillende mycotoxine-absorberende middelen in het voer op te nemen, wat leidt tot een vermindering van de opname van mycotoxinen en van de distributie naar het bloed en de doelorganen.
Het voederadditief is voordelig daar een verscheidenheid aan mycotoxinen in veevoeders verminderd worden, waardoor de voedingskwaliteit van de voeders en de gezondheid en prestaties van de dieren die ze consumeren, verbeteren. Deze combinatie heeft een verrassend en onverwacht additief bindend effect voor de vermindering van mycotoxineverontreiniging in diervoeders.
Het voederadditief is effectief tegen een breed spectrum aan mycotoxines, waaronder alfatoxinen (AF), ochratoxine (OTA), deoxynivalenol (DON), T-2 mycotoxine, zearalenon (ZEA), en fumonisinen (FUM).
De term “vee” omvat alle dieren die in de landbouw en visserij om economische redenen gehouden worden, doorgaans als voedselbron. Voorbeelden van dieren zijn niet- herkauwers en herkauwers. Herkauwers omvatten bijvoorbeeld dieren zoals schapen, geiten, paarden en runderen, bijvoorbeeld vleesrunderen, koeien en jonge kalveren. In een bepaalde belichaming is het dier een niet-herkauwend dier. Niet-herkauwende dieren omvatten mono-gastrische dieren, b.v. varkens of varkens (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, biggen, groeiende varkens, en zeugen); pluimvee zoals kalkoenen, eenden en kippen (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, vleeskuikens, leghennen); jonge kalveren; en vissen (met inbegrip van, maar niet beperkt tot zalm, forel, tilapia, meerval en karpers; en schaaldieren (met inbegrip van, maar niet beperkt tot garnalen en steurgarnalen).
6 BE2022/5854
Volgens een uitvoeringsvorm is het voederadditief toepasbaar voor elk vee. In een voorkeursvorm wordt het voederadditief toegevoegd aan voeder bestemd voor éénmagig vee. Meer bij voorkeur betreft het vee varkens, pluimvee of aquacultuur, nog meer bij voorkeur varkens en/of pluimvee.
Volgens een uitvoeringsvorm is het voederadditief toepasbaar voor vee van elke leeftijd,
In een voorkeursvorm wordt het voederadditief toegevoegd aan voeder bestemd voor vee tussen O en 1 jaar oud, bij voorkeur tussen 0 en 6 maand oud.
In een voorkeursvorm omvat het voederadditief het zuur-geactiveerd bentoniet, in een hoeveelheid gelegen tussen 30 en 55 m%, bij voorkeur tussen 35 en 50 m%.
In een andere of verdere voorkeursvorm omvat het voederadditief het HSCAS, in een hoeveelheid gelegen tussen 35 en 70 m%, bij voorkeur tussen 40 en 65 m%.
In een bijzondere voorkeursvorm omvat het voederadditief: - een zuur-geactiveerd bentoniet, in een hoeveelheid gelegen tussen 30 en 55 m®%, bij voorkeur tussen 35 en 50 m%; en - een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS), in een hoeveelheid gelegen tussen 35 en 70 m%, bij voorkeur tussen 40 en 65 m%.
In een voorkeursvorm omvat het voederadditief verder calciumpropionaat. Toevoeging van calciumpropionaat zorgt een betere houbaarheid van het voederadditief, omdat het tevens een schimmelremmend effect heeft.
In een verdere voorkeursvorm wordt het calciumpropionaat toegevoegd aan het voederadditief in een hoeveelheid van maximaal 5 m%, bij voorkeur maximaal 4 m%, meer bij voorkeur maximaal 3 m%, nog meer bij voorkeur maximaal 2 m%, zelfs nog meer bij voorkeur maximaal 1 m%.
De “houdbaarheid” of “shelf life” van een product wordt gedefinieerd als de periode waarin een product kan worden opgeslagen zonder dat de kwaliteit onder een bepaald acceptabel minimumniveau daalt. De beperkende factor van de houdbaarheid is, in het kader van de onderhavige uitvinding voor voederadditieven, schimmelgroei.
In een voorkeursvorm omvat het voederadditief verder een gist, een gistcelwand, een gistcelwandextract, of een mengsel hiervan. Het voor het voederadditief van deze
7 BE2022/5854 uitvinding gebruikte gistorganisme kan een van een aantal eetbare gisten zijn, waaronder, maar niet beperkt tot, Saccharomyces, Candida, Kluyveromnyces of
Torulaspora-soorten. In een verdere voorkeursvorm is de gist of gist-afgeleide, zoals gistcelwand en/of extract can gistcelwand, afkomstig van bakkersgist (Saccharomyces cerevisiae). Bij voorkeur omvat het voederadditief een bakkersgist, een bakkersgistcelwand, een celwandextract van bakkersgist, of een mengsel hiervan, meer bij voorkeur een bakkersgistcelwand of bakkersgistcelwandextract. Het extract van de gistcelwand kan worden verkregen volgens de algemeen in de kunst bekende methoden (zie Peppler, H. J. 1979, Production of yeasts and yeast products. Pagina 157 in:
Microbial Technology & Microbial Processes, Vol.1 (2d Ed.), Academic Press).
De gistcelwand omvat beta-glucanen die mycotoxine-bindende eigenschappen bezit en zo eveneens bijdraagt aan het mycotoxine-bindende effect van het voederadditief van de huidige uitvinding. Bovendien bleken de beta-glucanen in het voederadditief immunomodulerende werking te vertonen door activatie van macrofagen.
In een verdere voorkeursvorm wordt de gistcelwand toegevoegd aan het voederadditief in een hoeveelheid gelegen tussen 1 en 20 m%, bij voorkeur gelegen tussen 5 en 15 m%, meer bij voorkeur tussen 7,5 en 12,5 M% en nog meer bij voorkeur ongeveer 10 m%.
In een voorkeursvorm omvat het voederadditief verder extract van mariadistel (Silybum marianum). Het mariadistel extract heeft verschillende voordelen, waaronder: ondersteuning van leverregeneratie; antioxiderende werking; anti-inflammatoire werking; leverbescherming; vergroten van immunomodulatie; en antifibrotische activiteit.
In een verdere voorkeursvorm wordt het mariadistel extract toegevoegd aan het voederadditief in een hoeveelheid van maximaal 5 m%, bij voorkeur maximaal 4 m%, meer bij voorkeur maximaal 3 m%, nog meer bij voorkeur maximaal 2 m%, zelfs nog meer bij voorkeur maximaal 1 m%.
In een uitvoeringsvorm omvat het voederadditief verder ontgeurde olie, bij voorkeur in een hoeveelheid van maximaal 5 m%, meer bij voorkeur maximaal 4 m%, nog meer bij voorkeur maximaal 3 m%, zelfs nog meer bij voorkeur maximaal 2 m%, zelfs nog meer bij voorkeur maximaal 1 m%. Ontgeurde olie zorgt voor stofreductie in het voederadditief.
8 BE2022/5854
Het voederadditief waarin de onderhavige uitvinding voorziet, kan worden toegevoegd aan alle commercieel beschikbare voeders voor vee, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, granen of concentraten in pellets. Het voederadditief van de onderhavige uitvinding kan rechtstreeks worden opgenomen in in de handel verkrijgbaar korrelvoer of als aanvulling op in de handel verkrijgbaar voer, Bij rechtstreekse opname in voeders kan de onderhavige uitvinding aan dergelijke veevoeders worden toegevoegd in hoeveelheden van 1 tot ongeveer 5 kilogram per ton veevoeder. Bij voorkeur wordt de uitvinding aan veevoeders toegevoegd in hoeveelheden van 1,5 tot ongeveer 4,5 kilogram per ton veevoeder. Bij een bijzonder gewenste uitvoeringsvorm wordt het voederadditief aan veevoeders toegevoegd in hoeveelheden van 2 tot 4 kilogram per ton veevoeder. Het voeder kan bijvoorbeeld bestanddelen omvatten gekozen uit de lijst van: tarwe, mais, tarwezemelen, DDGS tarwe, sojaschroot, rogge, raapzaad, raapzaadschroot, haver, gerst, erwten, zonnebloemzaadschroot, koolzaadschroot, sorghum, of een combinatie hiervan
In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een voederadditief volgens het eerste aspect.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het mengen van een zuur-geactiveerd bentoniet; en een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS), in een massaverhouding gelegen tussen 0,5 en 1,2, uitgedrukt in totaal gewicht zuur-geactiveerd bentoniet op totaal gewicht HSCAS.
In een derde aspect betreft de uitvinding een voedersamenstelling voor vee omvattende een voederadditief volgens het eerste aspect en een veevoeder.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het veevoeder gecontamineerd met één of meerdere mycotoxines, mycotoxine-producerende schimmels of een combinatie hiervan.
In een voorkeursvorm is het veevoeder gecontamineerd met meerdere mycotoxines gekozen uit de lijst van: aflatoxinen (AF), ochratoxine (OTA), deoxynivalenol (DON), T- 2 mycotoxine, zearalenon (ZEA), en fumonisinen (FUM).
In een vierde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een voederadditief volgens het eerste aspect van de uitvinding voor verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder.
9 BE2022/5854
In een voorkeursvorm wordt dit voederadditief gedoseerd aan het voeder van éénmagige dieren, zoals pluimvee en/of varkens.
In een voorkeursvorm wordt het voederadditief gedoseerd aan veevoeder dat gecontamineerd is met mycotoxines, met mycotoxine-producerende schimmels, of een combinatie hiervan,
In een verdere voorkeursvorm wordt het voederadditief gedoseerd aan veevoeder dat gecontamineerd is met een of meerdere mycotoxines, bij voorkeur meerdere, gekozen uit de lijst van: aflatoxinen (AF), ochratoxine (OTA), deoxynivalenol (DON), T-2 mycotoxine, zearalenon (ZEA), en fumonisinen (FUM).
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN
Voorbeelden 1 en 2: samenstelling voederadditief
Voorkeurssamenstellingen van een voederadditief volgens de huidige uitvinding zijn weergegeven in tabel 1.
TABEL 1
Zuur- HSCAS Calcium- Bakkersgist- | Extract Ontgeurde geactiveerd propionaat | celwand van olie bentoniet mariadistel ie ee
Vergelijkende voorbeelden 3 & 4 en voorbeeld 5: werkzaamheid tegen alfatoxine B1 (AF B1) in vleeskuikens (in vivo)
Vergelijkend voorbeeld 3 betreft een experiment waarbij 500 vleeskuikens werden gevoederd van dag 10 tot en met dag 30 met niet-gecontamineerd voeder (negatieve controle). Vergelijkend voorbeeld 4 betreft een experiment waarbij 500 vleeskuikens werden gevoederd van dag 10 tot en met dag 30 met voeder gecontamineerd met AF
Bl aan 180 ppb (positieve controle). Voorbeeld 5 betreft een experiment, waarbij 500 vleeskuikens werden gevoederd van dag 10 tot en met dag 30 met voeder gecontamineerd met AF B1 aan 180 ppb, en waarbij een voederadditief (voorbeeld 1)
10 BE2022/5854 toegevoegd werd aan het voeder aan 3 kg/ton. De term “ppb” is gedefinieerd als mg mycotoxine per ton voeder.
De positieve controle toonde zowel in de gewichtstoename van de vleeskuikens als in de voedselopname van de vleeskuikens een daling van ongeveer 20%. Wanneer het voederadditief toegevoegd werd aan het gecontamineerde voeder bedroegen deze dalingen slechts ongeveer 3%.
Het sterftecijfer lag bij de positieve controle 91% hoger dan in de negatieve controle.
Wanneer het voederadditief toegevoegd werd aan het gecontamineerde voeder bedroeg dit cijfer slechts 7%.
Vergelijkend voorbeeld 6 en voorbeeld 7: werkzaamheid tegen trichotheceen
T-2 in vleeskuikens (in vivo)
Vergelijkend voorbeeld 6 betreft een experiment waarbij 1500 vleeskuikens werden gevoederd van dag 1 tot en met dag 40 met voeder gecontamineerd met T-2 aan 56 ppb (positieve controle). Voorbeeld 7 betreft een experiment, waarbij 1500 vleeskuikens werden gevoederd van dag 1 tot en met dag 40 met voeder gecontamineerd met T-2 aan 56 ppb, en waarbij een voederadditief (voorbeeld 1) toegevoegd werd aan het voeder aan 3 kg/ton.
Relatief aan de positieve controle bereikten de vleeskuikens die gevoederd werden met het voederadditief een finaal gewicht dat 11% hoger lag.
Wanneer het voederadditief toegevoegd werd aan het gecontamineerde voeder lag het sterftecijfer 35% relatief tot de positieve controle.
Vergelijkende voorbeelden 8 & 9 en voorbeeld 10: werkzaamheid tegen meervoudige besmetting in biggen (in vivo)
Vergelijkend voorbeeld 8 betreft een experiment waarbij 15 biggen (20-30 kg) werden gevoederd gedurende 48 dagen met niet-gecontamineerd voeder (negatieve controle).
Vergelijkend voorbeeld 9 betreft een experiment waarbij 15 biggen (20-30 kg) werden gevoederd gedurende 48 dagen met voeder gecontamineerd met vier mycotoxines (positieve controle): - trichotheceen T-2 aan 22 ppb; - deoxynivalenol DON aan 1560 ppb; - Zearalenon ZEA aan 600 ppb; - fumonisinen FUM aan 1800 ppb.
11 BE2022/5854
Voorbeeld 10 betreft een experiment, waarbij 15 biggen (20-30 kg) werden gevoederd gedurende 48 dagen met voeder op eenzelfde manier gecontamineerd als vergelijkend voorbeeld 9, en waarbij een voederadditief (voorbeeld 1) toegevoegd werd aan het voeder aan 3 kg/ton.
De positieve controle toonde een toename in leverlaesies in de biggen van ongeveer 300%. Wanneer het voederadditief toegevoegd werd aan het gecontamineerde voeder bedroegen deze stijging slechts ongeveer 30%.
Vergelijkend voorbeeld 11 en voorbeeld 12: werkzaamheid tegen meervoudige besmetting in leghennen (in vivo)
Vergelijkend voorbeeld 11 betreft een experiment waarbij 5000 leghennen van 28 weken oud werden gevoederd gedurende 15 dagen met voeder gecontamineerd met twee mycotoxines (positieve controle): - trichotheceen T-2 aan 110 ppb; - alfatoxine AF-B1 aan 54 ppb;
Voorbeeld 12 betreft een experiment, waarbij 5000 leghennen van 28 weken oud werden gevoederd gedurende 15 dagen met voeder op eenzelfde manier gecontamineerd als vergelijkend voorbeeld 11, en waarbij een voederadditief (voorbeeld 1) toegevoegd werd aan het voeder aan 3 kg/ton.
Relatief aan de positieve controle legden de leghennen die gevoederd werden met het voederadditief 38% meer eieren.
De positieve controle toonde een toename in leverlaesies en buccale laesies in de leghennen. Wanneer het voederadditief toegevoegd werd aan het gecontamineerde voeder werd toename noch in leverlaesies noch in buccale laesies gedetecteerd.
Voorbeeld 13 en vergelijkende voorbeelden 14 en 15
Voorbeeld 13 en vergelijkende voorbeelden 14 en 15 betreffen in vitro experimenten, waarvan de resultaten (in ug mycotoxine/g binder) gegeven zijn in tabel 2. Voorbeeld 13 betreft een mycotoxine binder volgens de huidige uitvinding. Vergelijkende voorbeelden 14 en 15 betreffen mycotoxine binders bevattende respectievelijk zuur geactiveerd bentoniet en gistcelwand. 0,1% mycotoxine binder in PBS-buffer werd getest naar bindingscapaciteit voor DON,
T-2, AF B1, FUN en ZEA in een mycotoxine mengsel, Het mengsel bestond uit 100 ng/mL
DON, 5 ng/mL AFB1, 25 ng/ML T-2, 100 ng/ML FUM B1, en 25 ng/mL ZEA. De
12 BE2022/5854 bufferoplossingen werden geïncubeerd bij 37°C en de mycotoxines werden geëxtraheerd en geanalyseerd met Solvent-Switch SPE methode en LC-MS/MS.
De resultaten tonen aan dat het gebruik van een mytoxinebinder of voederadditief volgens de huidige uitvinding (voorbeeld 13) leidt tot een verhoogde binding of een op z’n minst vergelijkbare binding van alle mycotoxines in vergelijking met het gebruik van zuur geactiveerd bentoniet alleen (vergelijkend voorbeeld 14). Bovendien vertoont de samenstelling eveneens een betere bindingscapaciteit voor de meeste mycotoxines in vergelijking met gistcelwanden (vergelijkend voorbeeld 15).
Verder, vertoont het voederadditief volgens de huidige uitvinding (voorbeeld 13) een verbeterde binding van DON en FUM B1 in vergelijking met concurrerende producten op de markt die zuur-geactiveerd bentoniet en gistcelwanden omvatten.
TABEL 2
OVB (Vel Ve 14 OO [Ve vb 15 pons | jm 88 ms
Porz [80 80 mm wan (se (ue (BB
Fuweipms [mo [788 je
FUMBIpH7 1m MO IO
ZEAPH3 28 MO IO [ZEAPH7 JM MO OO

Claims (13)

13 BE2022/5854 CONCLUSIES
1. Een voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder, omvattende: - een zuur-geactiveerd bentoniet; en - een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS), in een massaverhouding gelegen tussen 0,5 en 1,2, uitgedrukt in totaal gewicht zuur-geactiveerd bentoniet op totaal gewicht HSCAS.
2. Voederadditief volgens conclusie 1, waarbij het voederadditief het zuur- geactiveerd bentoniet, in een hoeveelheid gelegen tussen 30 en 55 m%.
3. Voederadditief volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voederadditief het gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat omvat, in een hoeveelheid gelegen tussen 35 en 70 m%.
4, Voederadditief volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voederadditief verder calciumpropionaat omvat.
5. Voederadditief volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voederadditief verder een gistcelwand omvat, bij voorkeur een bakkersgistcelwand.
6, Voederadditief volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voederadditief verder extract van mariadistel (Si/ybum marianum) omvat.
7. Voederadditief volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voederadditief verder ontgeurde olie omvat
8. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vee éénmagig vee is, bij voorkeur is het vee varkens, pluimvee of aquacultuur is. 9, Een werkwijze voor het vervaardigen van een voederadditief volgens een van de conclusies 1-8, omvattende het mengen van een zuur-geactiveerd bentoniet; en een gehydrateerd natrium calcium aluminosilicaat (HSCAS), in een massaverhouding gelegen tussen 0,5 en 1,2, uitgedrukt in totaal gewicht zuur- geactiveerd bentoniet op totaal gewicht HSCAS.
14 BE2022/5854
10. Een voedersamenstelling voor vee omvattende een voederadditief volgens een van de conclusies 1-8 en een veevoeder, waarbij het voeder gecontamineerd is met één of meerdere mycotoxines,
11. Voedersamenstelling voor vee volgens conclusie 10, waarbij het veevoeder gecontamineerd is met meerdere mycotoxines gekozen uit de lijst van: aflatoxinen (AF), ochratoxine (OTA), deoxynivalenol (DON), T-2 mycotoxine, zearalenon (ZEA), en fumonisinen (FUM).
12.Een gebruik van een voederadditief volgens een van de conclusies 1-8, voor verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder, waarbij dit voederadditief gedoseerd wordt aan het veevoeder van éénmagige dieren, zoals pluimvee en/of varkens.
13. Gebruik volgens conclusie 12, waarbij het voeder gecontamineerd is met één of meerdere mycotoxines.
BE20225854A 2022-10-24 2022-10-24 Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder BE1030983B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225854A BE1030983B1 (nl) 2022-10-24 2022-10-24 Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225854A BE1030983B1 (nl) 2022-10-24 2022-10-24 Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030983A1 true BE1030983A1 (nl) 2024-05-23
BE1030983B1 BE1030983B1 (nl) 2024-05-27

Family

ID=84329457

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225854A BE1030983B1 (nl) 2022-10-24 2022-10-24 Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1030983B1 (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5639492A (en) * 1995-01-13 1997-06-17 Amcol International Corporation Method and composition for achieving animal weight gain with mycotoxin-contaminated animal food
CA2328966C (en) * 1998-04-17 2007-09-25 Alltech, Inc. Compositions for removal of mycotoxins from feed
RU2721795C1 (ru) * 2019-11-06 2020-05-22 Федеральное государственное автономное образовательное учреждение высшего образования "Белгородский государственный национальный исследовательский университет" (НИУ "БелГУ") Состав и способ получения биокомпозитной кормовой добавки для сельскохозяйственных животных и птицы

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ZIE PEPPLER, H. J.: "Microbial Technology & Microbial Processes", vol. 1, 1979, ACADEMIC PRESS, article "Production of yeasts and yeast products", pages: 157

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030983B1 (nl) 2024-05-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Vila-Donat et al. A review of the mycotoxin adsorbing agents, with an emphasis on their multi-binding capacity, for animal feed decontamination
Fan et al. Effects of Bacillus subtilis ANSB060 on growth performance, meat quality and aflatoxin residues in broilers fed moldy peanut meal naturally contaminated with aflatoxins
Dänicke Prevention and control of mycotoxins in the poultry production chain: a European view
He et al. Effects of vitamin E and selenium yeast on growth performance and immune function in ducks fed maize naturally contaminated with aflatoxin B1
Mézes et al. Preventive and therapeutic methods against the toxic effects of mycotoxins—A review
Gul et al. Effects of local sodium bentonite as aflatoxin binder and its effects on production performance of laying hens
RU2581230C1 (ru) Кормовой продукт для продуктивных сельскохозяйственных животных и птиц
Nemati et al. Effects of aflatoxin B1 and yeast cell wall supplementation on the growth performance of broilers
Silambarasan et al. Evaluation of the ability of adsorbents to ameliorate the adverse effects of aflatoxin B1 in broiler chickens
Nemati et al. Impact of Aflatoxin Contaminated Feed and Yeast Cell Wall Supplementation on Immune System in Broiler Chickens
CN105076829A (zh) 一种哺乳母猪饲料及其制备方法与饲养方法
Ani et al. Response of broiler chicks to diets containing graded levels of clay.
Smith et al. Prevention and control of animal feed contamination by mycotoxins and reduction of their adverse effects in livestock
BE1030983A1 (nl) Voederadditief voor het verminderen van de biologische beschikbaarheid van mycotoxines in veevoeder
BE1028136B1 (nl) Samenstelling voor gebruik in de profylaxe en behandeling van virale infecties van de asfarviridae-familie
Rattanasinthuphong et al. Efficacy of mycosorbents to ameliorate the adverse effects of natural aflatoxin contamination in the diets of Cherry Valley ducks
Hossain et al. Mycotoxin residues in poultry product: their effect on human health and control
Kehinde et al. Prevalence of aflatoxin b1 in some common poultry feed ingredients and optimum inclusion levels of mycofix binder as feed additive on performance of broiler chickens chickens
Chen et al. Aflatoxins in poultry
Silambarasan et al. Efficacy of certain adsorbents on carcass traits and livability of broiler chickens fed aflatoxin B1 contaminated diets
Manning Mycotoxins in aquaculture feeds.
Manning Mycotoxin Contamination of Fish Feeds
Groff-Urayama et al. Use of different adsorbents in broiler diets naturally contaminated by mycotoxins
Issad et al. Effects of a toxin binder and an organic acidifier on the zootechnical performance of broiler chickens
Singh et al. Efficacy of Methionine Hydroxy Analogue in Ameliorating Aflatoxicosis in Japanese Quails

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240527