BE1030768B1 - Inrichting en werkwijze voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met droge ingrediënten - Google Patents

Abstract

Volgens een uitvoeringsvorm wordt er inrichting geopenbaard voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking (103, 204) met droge ingrediënten omvattende een buidelvormig materiaal met een open zijde, de inrichting omvattende een doseermachine (102, 202) voor het gedoseerd vullen van de voedingsmiddelenverpakking (103, 204); een eerste trechtervormige uitblaasmond (104, 206) aansluitbaar op een persluchtleiding voor het doen stromen van een eerste laminaire stroom langs een vlak omvattende de breedte van de open zijde, een tweede trechtervormige uitblaasmond (105, 302) aansluitbaar op de persluchtleiding voor het doen stromen van een tweede laminaire stroom langs een vlak omvattende het midden van de open zijde, waarbij een richting van de eerste laminaire stroom transversaal is aan een richting van de tweede laminaire stroom.

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VULLEN VAN EEN

VOEDINGSMIDDELENVERPAKKING MET DROGE INGREDIËNTEN

Technisch Gebied

[01] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen, en meer bepaald op het vullen van de voedingsmiddelenverpakking met droge of gedroogde ingrediënten.

Stand van de techniek

[02] Het vullen van een voedingsmiddelenverpakking, ook wel voedingsmiddelen- houder genoemd, zoals een zakje, een blik, en/of een fles met voedingsmiddelen gebeurt volgens een werkwijze waarbij enerzijds wordt vermeden dat er een grote variatie optreedt in de hoeveelheid en samenstelling van de voedingsmiddelen in de voedingsmiddelenverpakking, en anderzijds dat wordt voldaan aan de strenge eisen op het gebied van de voedselveiligheid. Het is dan ook van essentieel belang dat het vullen van voedingsmiddelenverpakkingen met voedingsmiddelen met grote zorg wordt uitgevoerd.

[03] Elk voedingsmiddel heeft men een passende verpakking met het oog op een optimale hygiënische bescherming. Hierbij is het in de voedingsmiddelenindustrie gekend dat men een onderscheid kan maken tussen twee groepen van voedingsmiddelen, zijnde de natte voedingsmiddelen, zoals sauzen, bijvoorbeeld mayonaise, of bouillon, en droge of gedroogde voedingsmiddelen zoals chips, kruiden, suiker, alsook droge kooksoep, droge sauzen, en droge desserts.

[04] Het dient verder te worden verstaan dat andere indelingen van voedingsmiddelen mogelijk zijn, evenals een verdere verfijning, zoals halfgedroogde voedingsmiddelen. De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met verwijzing naar voedingsmiddelen omvattende droge of gedroogde ingrediënten, waarbij hieronder wordt begrepen dat deze vaste materie omvat in tegenstelling tot vloeistoffen of vaste stoffen vermengd met vloeistoffen.

[05] Een werkwijze voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking is gekend, zoals bijvoorbeeld in document US4899790 waarin een werkwijze is geopenbaard voor het vullen van containers met voedingsmiddelen in poedervorm.

[06] In US11089894B2 wordt een bulkdispenser voor eetwaren geopenbaard waarbij vorming van fijne productdeeltjes als gevolg van productbreuk en ruwe behandeling wordt geminimaliseerd. Deze bulkdispenser kan dan worden gebruikt om voedingsmiddelenverpakkingen te vullen met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten.

[07] Een nadeel van deze geopenbaarde methodes is echter dat nadat de voedingsmiddelenverpakking is gevuld met de voedingsmiddelen er niet kan worden gegarandeerd dat er zich nog productresten aan een rand van een opening bevinden waarlangs de verpakking is gevuld. Gezien de strenge hygiënische eisen is het echter niet gewenst dat zulke productresten aanwezig zijn. Bovendien kan dit verder ook een negatief effect hebben wanneer de verpakking wordt afgesloten voor verder transport.

Een slechte of defecte afsluiting kan op zijn beurt dan weer aanleiding geven op een versneld en/of ongewild verderf van de voedingsmiddelen in de verpakking.

[08] Er is dan ook een nood aan een werkwijze en inrichting voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten waarbij de aanwezigheid van productresten na vulling wordt geminimaliseerd.

[09] Het is dan ook een doelstelling van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een werkwijze en inrichting voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten dat één of meerdere van de omschreven nadelen van oplossingen uit de stand der techniek overwint. Meer specifiek is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een werkwijze en inrichting die leidt tot een vulling van een voedingsmiddelenverpakking die voldoet aan de strenge eisen van de voedselindustrie, doch die interessant blijft op economisch gebied in termen van snelheid en efficiëntie.

Samenvatting van de uitvinding

[10] Volgens de onderhavige uitvinding wordt de hierboven geïdentificeerde doelstelling verwezenlijkt door, volgens een eerste aspect van de uitvinding, te voorzien in een werkwijze voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten volgens conclusie 1, de voedingsmiddelenverpakking omvattende een buidelvormig en overwegend balkvormig materiaal met een open zijde, de werkwijze omvattende de stappen van het volumetrisch gedoseerd vullen van de voedingsmiddelenverpakking met een gedeelte van de voedingsmiddelen via de open zijde, het doen stromen van een eerste laminaire stroom langs een vlak omvattende de breedte van de open zijde, en het doen stromen van een tweede laminaire stroom langs een vlak omvattende het midden van de open zijde, waarbij een richting van de eerste laminaire stroom transversaal is aan een richting van de tweede laminaire stroom.

[11] De voedingsmiddelen die dienen te worden verpakt bestaan uit droge of gedroogde ingrediënten, wat betekent dat er geen natte ingrediënten in aanwezig zijn.

De volledige samenstelling van de voedingsmiddelen is dus zodanig dat deze middelen zijn te behandelen als een vaste materie, dat verder ook in verschillende delen kan worden verdeeld, of zelfs in poedervorm.

[12] De voedingsmiddelenverpakking, verder ook kortweg aangeduid als verpakking, omvat een buidelvormig en overwegend balkvormig materiaal. Dit is bijvoorbeeld een zakje bestaande uit papier, karton, plastic, een composiet, of enig ander materiaal dat geschikt is om droge en/of gedroogde ingrediënten te bevatten.

[13] De verpakking heeft aan één zijde een opening, de open zijde genoemd, waarlangs de ingrediënten kunnen worden ingebracht. Tijdens de werkwijze wordt deze zijde dan opengehouden door bijvoorbeeld een mechanische arm.

[14] Het buidelvormig kenmerk van de verpakking betekent dat men de verpakking aan één zijde, dus de open zijde, kan openhouden om de voedingsmiddelen in te brengen, en na deze stap de verpakking kan sluiten.

[15] Het overwegend balkvormig kenmerk van de verpakking betekent dat de verpakking een lengte, diepte en breedte heeft zoals gebruikelijk voor een verpakkingsmateriaal. Het dient evenwel te worden opgemerkt dat de vorm van de verpakking in beginsel geen essentieel kenmerk is van de uitvinding, maar dat de uitvinding betrekking heeft op het efficiënt en hygiënisch vullen van de verpakking met voedingsmiddelen. De verpakking kan bijgevolg dus ook rond of bolvormig zijn, zolang de verpakking maar een open zijde heeft om deze te vullen.

[16] In een eerste stap wordt de verpakking volumetrisch gevuld met de voedingsmiddelen via de open zijde. Hiervoor heeft men een container of vat waarin zich de voedingsmiddelen in bulk bevinden hogerop in het proces gelegen. Vanuit de container wordt dan via een doseermachine een volume gedoseerd dat geschikt is om in de verpakking te brengen. Dit volume is tussen de vijf tot vijfentachtig procent van het totale interne volume van de verpakking, bij voorkeur tussen de vijfenzestig tot vijfenzeventig procent van dit laatste volume. Met andere woorden, de verpakking zal niet volledig worden gevuld, maar er zal nog een restvolume zijn, en dit om redenen van het optimaal kunnen afsluiten van de verpakking nadat het is gevuld.

[17] De doseermachine is aanpasbaar in de zin dat het gedoseerd volume kan worden aangepast ten opzichte van de verpakking.

[18] De verpakking wordt mechanisch gevuld waarbij het gedoseerd volume via de zwaartekracht via de open zijde in de verpakking valt. Dit impliceert dan ook dat tijdens het vulproces de open zijde naar boven wordt gehouden, zoals steeds gebruikelijk is. 5 [19] In volgende stappen, en dit volgens een innovatief en nieuw kenmerk ten opzichte van gekende vulprocessen in de stand van de techniek, is er opgemerkt dat om het vulproces verder optimaal te laten verlopen, men minstens twee laminaire stromen over en langs de open zijde dient te laten stromen. Een eerste laminaire stroom dient te stromen langs een vlak waarin zich ook de breedte van de open zijde bevindt. Anders geformuleerd, de eerste laminaire stroom dient te vloeien over de volledige breedte van de open zijde. Deze eerste laminaire stroom kan horizontaal stromen dus in het vlak loodrecht op de langsrichting of lengterichting van de verpakking wanneer de open zijde naar boven wordt gehouden. Bij voorkeur stroomt deze laminaire stroom onder een hoek tussen de veertig tot vijftig graden, bij nog meer voorkeur vijfenveertig graden ten opzichte van het vlak volgens de lengterichting van de balkvormige verpakking.

[20] Het voordeel van deze laminaire stroom is dat het gedoseerd volume van de voedingsmiddelen nadat het via de zwaartekracht in de verpakking valt verder in de verpakking wordt geblazen. Hierdoor zullen aan de bovenkant van de verpakking, dus in de buurt van de open zijde aan de binnenkant minder productresten blijven hangen, maar lager in de verpakking wordt gedwongen.

[21] Verder is het ook nodig dat de stromen laminair en niet turbulent zijn. Hierdoor zal de verpakking niet ongewild beginnen vervormen door de aanwezigheid van turbulente stromen en kan men de methode ook beter controleren en monitoren.

[22] Eenzelfde effect zou kunnen worden bereikt met het laten trillen van de verpakking nadat deze is gevuld via de doseermachine, maar het is gebleken dat deze techniek minder efficiënt is, daar deze ongewenste neveneffecten veroorzaakt, zoals het ongewild lossen van de verpakking van de mechanische arm waarop deze is opgehangen tijdens het vulproces.

[23] In een volgende stap dient men nog een tweede laminaire stroom over de verpakking te laten stromen, en dit volgens een vlak dat het midden omvat van de open zijde, en waarbij de richting van de eerste laminaire stroom transversaal is aan de richting van de tweede laminaire stroom. Met andere woorden, de eerste laminaire stroom stroomt over de breedte van de open zijde, terwijl de tweede laminaire stroom dwars hierop stroom langs het midden van de openzijde en volgens de langsrichting van de verpakking. Nog anders geformuleerd, de eerste laminaire stroom stroomt volgens een overwegende horizontale richting, al dan niet onder een hoek van vijfenveertig graden zoals reeds toegelicht, terwijl de tweede laminaire stroom verticaal stroomt.

[24] De tweede laminaire stroom zorgt er dan verder voor dat aan de binnenkant en ditmaal in het midden van de verpakking de laatste restproducten worden verwijderd.

Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het voorzien van een enkele laminaire stroom langs het midden van de verpakking in de lengterichting hiervan niet voor voldoende verwijdering van restproducten zorgt. Een ander nadeel is verder dat er ook te veel verliezen optreden van de voedingsmiddelen zelf, voornamelijk bij het samenduwen en afsluiten van de verpakking wanneer er geen tweede laminaire stroom is.

[25] Volgens een uitvoeringsvorm en bij voorkeur omvat de werkwijze dan ook vervolgens nog de stappen van het samenduwen van de open zijde en het afsluiten van de open zijde. Wanneer de eerste laminaire stroom niet over de breedte van de open zijde stroomt, en dus enkel een laminaire stroom zal stromen langs het midden in de lengterichtingen, zal bij het samenduwen van de verpakking een deel van de voedingsmiddelen naar buiten worden geduwd. Hierdoor heeft men dus een aanzienlijk verlies in termen van ingrediënten. Bovendien kunnen er zich dan nog resten bevinden aan de binnenzijde van de open zijde, dewelke dan blijven kleven aan de rand wanneer de verpakking wordt afgesloten.

[26] Om de efficiëntie van de geopenbaarde werkwijze nog verder te optimaliseren, zal men de tweede laminaire stroom bij voorkeur gelijk of simultaan laten stromen met het samenduwen van de open zijde. Hierdoor worden de laatste restanten verwijderd en verkrijgt men een gesloten verpakking waarbij zich aan de randen van de binnenkant geen restproducten bevinden.

[27] Het afsluiten van de verpakking gebeurt bijvoorbeeld door de verpakking te voorzien van een sealnaad. Hierdoor kan de verpakking hermetisch worden afgesloten, wat op zijn beurt dan weer een gunstig effect heeft op de houdbaarheidsdatum van de voedingsmiddelen die verpakt zijn.

[28] Door het voorzien van deze twee verschillende laminaire stromen, kan de sealnaad dus optimaal worden aangebracht, en wordt een risico op de aanwezigheid van restproducten tussen de randen van de sealnaad tot een minimum gereduceerd.

[29] Gezien de laminaire stromen over de verpakking stromen, zal men werken met voedselveilige perslucht. Deze perslucht is bijvoorbeeld afkomstig van foodgrade olie of olievrije compressoren, waarbij verder gebruik kan worden gemaakt van persluchtfilters. Foodgrade olie bevat geen of nauwelijks vluchtige toxische componenten. Verder kan de perslucht nog worden gedroogd en kan er gebruik worden gemaakt van sterielfiltratie. Hierdoor wordt het risico op gebruik van verontreinigde lucht geminimaliseerd. Verder kunnen de twee verschillende laminaire stromen afkomstig zijn van eenzelfde aanvoerkanaal.

[30] Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een voedingsmiddelenverpakking omvattende droge of gedroogde ingrediënten verkregen volgens de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding geopenbaard.

[31] De voedingsmiddelenverpakking omvat dat de ingrediënten in gesloten en verpakte vorm, en dit op een voedselveilige manier.

[32] Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt er een inrichting geopenbaard voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten, de voedingsmiddelenverpakking omvattende een buidelvormig en overwegend balkvormig materiaal met een open zijde, de inrichting omvattende een doseermachine geconfigureerd voor het volumetrisch gedoseerd vullen van de voedingsmiddelenverpakking met een gedeelte van de voedingsmiddelen via de open zijde, een eerste trechtervormige uitblaasmond aansluitbaar op een persluchtleiding en geconfigureerd voor het doen stromen van een eerste laminaire stroom langs een vlak omvattende de breedte van de open zijde, een tweede trechtervormige uitblaasmond aansluitbaar op de persluchtleiding en geconfigureerd voor het doen stromen van een tweede laminaire stroom langs een vlak omvattende het midden van de open zijde, waarbij een richting van de eerste laminaire stroom transversaal is aan een richting van de tweede laminaire stroom.

[33] De eerste trechtervormige uitblaasmond is bij voorkeur net zo breed als de breedte van de open zijde, maar gezien dat de inrichting kan worden gebruikt voor verpakkingen van verschillende afmetingen, is dit uiteraard geen strikte voorwaarde.

De tweede trechtervormige uitblaasmond heeft dezelfde afmetingen als de eerste trechtervormige uitblaasmond en staat dat in een dwarse richting.

[34] De verpakking wordt dan eerst met een mechanische arm onder de doseermachine gebracht om te worden gevuld met de ingrediënten. Vervolgens wordt de verpakking verschoven naar de eerste trechtervormige uitblaasmond waar dan de eerste laminaire stroom zal stromen over de verpakking, en in het bijzonder over de open zijde. Daarna wordt de verpakking verschoven naar de tweede trechtervormige uitblaasmond om de tweede laminaire stroom hierover te laten blazen. Bij voorkeur is ter hoogte van de tweede trechtervormige uitblaasmond ook een afsluitapparaat aanwezig om de open zijde, of te verpakking in het algemeen, samen te duwen.

Vervolgens wordt dan de verpakking verder verschoven om de open zijde te voorzien van een sealnaad. Daarna is de verpakking volledig gesloten en kan deze verder worden verwerkt voor verder transport, zoals het stapelen of sorteren van verschillende verpakkingen in een grotere verpakking, zoals een kartonnen doos.

[35] Om de verpakking de verschillende stappen van de werkwijze volgens het eerste aspect te laten ondergaan, omvat de inrichting dan ook een transportband om de verpakking langs de verschillende onderdelen te laten gaan, zijnde de doseermachine, de eerste en tweede trechtervormige uitblaasmond, en het afsluitapparaat.

[36] Bij voorkeur is deze transportband geconfigureerd om twee of meerdere voedselverpakkingen simultaan te laten transporteren. Dit impliceert dan op zijn beurt dat de verschillende onderdelen ook meervoudig zijn uitgevoerd. Wanneer bijvoorbeeld drie verpakkingen simultaan kunnen worden getransporteerd, heeft men bij de doseermachine drie doseerpistolen, heeft men drie uitblaasmonden voor de eerste laminaire stroom, drie uitblaasmonden voor de tweede laminaire stroom, en drie afsluitapparaten voor het samenduwen en afsluiten van de verpakking. Door de transportband meervoudig uit te voeren, verhoogt men de economische efficiëntie van het hele vulproces.

[37] De transportband kan bijvoorbeeld in een rechte lijn worden uitgevoerd, of een cirkelvormige baan beschrijven. Het dient evenwel te worden verstaan dat de uitvoering van de transportbaan in termen van zijn baan geen wezenlijk deel uitmaakt van de zonet beschreven inrichting voor het uitvoeren van een methode voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met droge of gedroogde ingrediënten.

Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding zal verder worden geïllustreerd met verwijzing naar de figuren, waarbij

[38] Fig. 1 schematisch een werkwijze illustreert voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; en

[39] Fig. 2 een praktische uitvoeringsvorm illustreert voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen waarbij een eerste laminaire stroom over de breedte van de voedingsmiddelenverpakking stroomt;

[40] Fig. 3 een volgende stap illustreert in de praktische uitvoeringsvorm zoals geïllustreerd in Fig. 2 waarbij een tweede laminaire stroom over de breedte van de voedingsmiddelenverpakking stroomt; en

[41] Fig. 4 een volgende stap illustreert van de praktische uitvoeringsvorm zoals geïllustreerd in Fig. 2 en in Fig. 4 waarbij in deze stap de voedingsmiddelenverpakking wordt samengeduwd.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormen

[42] De onderhavige uitvinding zal verder worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen maar de uitvinding is daartoe niet beperkt en wordt enkel door de conclusies bepaald. De beschreven tekeningen zijn enkel schematisch en niet-beperkend. In de tekeningen kan de grootte van bepaalde elementen overdreven en niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen stemmen niet noodzakelijk overeen met werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

[43] Bovendien worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere sequenties dan hierin beschreven of geïllustreerd toegepast worden.

[44] Daarenboven worden de termen bovenaan, onderaan, over, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor illustratieve doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriënteringen dan hierin beschreven of geïllustreerd worden toegepast.

[45] Verder dienen de verschillende uitvoeringsvormen, hoewel genoemd als “voorkeursvormen”, eerder te worden opgevat als wijze van voorbeeld waarop de uitvinding kan uitgevoerd worden dan als een beperking van de reikwijdte van de uitvinding.

[46] De term “omvattend”, gebruikt in de conclusies, dient niet geïnterpreteerd te worden als zijnde beperkt tot de erna vermelde middelen of stappen; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient geïnterpreteerd te worden als specificerend voor de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, elementen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar sluit de aanwezigheid of de toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, elementen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking “een inrichting omvattende middelen A en B” dient dus niet te worden beperkt tot inrichtingen die enkel uit de componenten A en B bestaan. De betekenis is dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding alleen de componenten A en B van de inrichting opgesomd worden, en de conclusie dient verder zo geïnterpreteerd te worden dat ze ook equivalenten van deze componenten bevat.

[47] Fig. 1 illustreert schematisch 100 een werkwijze voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking met voedingsmiddelen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Referentie 103 illustreert een set van voedingsmiddelenverpakkingen met een open zijde langs de bovenkant. Links van de illustratie wordt voorraadvat 101 samen met een doseervat 102 geïllustreerd die voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten omvatten. Het voorraadvat 101 bevindt zich hogerop in het industrieel proces voor het vullen van de voedingsmiddelenverpakking 103. Hogerop betekent niet dat het zich vanuit een mechanisch standpunt hoger bevindt dan het doseervat 102, maar wel dat dit voorraadvat 101 zich in voorafgaandelijke stappen bevindt in de keten van het industrieel proces om met als eindresultaat een voedingsmiddel te bekomen dat verpakt is in een hiervoor geschikte verpakking, zijnde een voedingsmiddelen- verpakking 103, en dat deze verpakking gesloten is.

[48] Aan het voorraadvat 101 kunnen dan ook meerdere andere doseervaten zijn aangesloten, anders dan doseervat 102.

[49] Vanuit doseervat 102 wordt de voedingsmiddelenverpakking gedoseerd gevuld. Dit betekent dat er een volume in de voedingsmiddelenverpakking 103 wordt ingebracht dat hiervoor geschikt is. Met andere woorden, dit volume zal kleiner zijn dan het maximaal toegelaten intern volume van de voedingsmiddelenverpakking 103.

[50] In een volgende stap wordt er via een eerste trechtervormige uitblaasmond 104 een laminaire stroom over de verpakking geblazen, en dit volgens een richting volgens de lengterichting van de open zijde, dus over de breedte van de voedingsmiddelenverpakking 103. Verder bevindt de uitblaasmond 104 zich onder een hoek tussen de 40° en 50°, bij voorkeur 45°, ten opzichte van een vlak volgens de lengterichting van de verpakking 103.

[51] In een derde stap wordt er een tweede laminaire stroom over de open zijde geblazen, ditmaal via de uitblaasmond 105. Het verschil tussen de eerste en de tweede stap is dat de richting van de tweede laminaire stroom anders is dan de richting van de eerste laminaire stroom, zoals geïllustreerd in Fig.1 en in de volgende figuren, en meer bepaald transversaal hieraan.

[52] Daar de eerste en tweede stromen evenwel beide laminair zijn, kunnen zij wel afkomstig zijn van eenzelfde persluchtleiding zoals geïllustreerd door referentie 107.

[53] In een laatste stap zal de verpakking dan worden gesloten, zoals geïllustreerd door referentie 106. Hierbij wordt de bovenzijde van de verpakking afgesloten 106 door bijvoorbeeld een sealnaad.

[54] Fig. 2 illustreert een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding en volgens de schematische illustratie van Fig. 1.

[55] In deze praktische uitvoeringsvorm 200 is het proces voor het vullen van de voedingsmiddelenverpakking meervoudig uitgevoerd, in dit geval geschikt om drie verpakkingen simultaan te behandelen en te verwerken.

[56] De referentie 202 verwijst naar drie doseervaten, ook doseermonden genoemd.

Verder heeft men drie verpakkingen 203 die elk via een mechanische arm, zoals mechanische arm 205, aan de bovenzijde worden opgehouden. Hierdoor kan men simultaan deze drie verpakkingen vullen.

[57] Verder heeft men een transportbaan die in deze uitvoeringsvorm een cirkelvormige baan volgt. Deze transportbaan bevindt zich achter de verpakkingen 204 en zorgt ervoor dat de mechanische arm per verpakking kan worden opgeschoven naar de volgende stap in het vulproces. De drie verpakkingen 204 die zich onder de drie doseervaten 202 bevinden worden na de vulling tegelijkertijd verplaatst zodat deze zich onder de uitblaasmonden 206 bevinden. Een blaasmond 206 zoals geïllustreerd in Fig. 2 stemt dus functioneel overeen met de uitblaasmond 104 in Fig. 1.

[58] Verder heeft de inrichting 200 beschermingsrails 201 om de voedingsmiddelenverpakkingen 204 op hun plaats te houden. Daar deze worden gevuld en er achtereenvolgens twee transversale laminaire stromen worden over geblazen, moet worden vermeden dat deze verpakkingen loskomen van de transportband.

[59] Het dient evenwel verder te worden opgemerkt dat de illustraties in Fig. 2, 3 en 4 dienen om de werkwijze van het vullen van de verpakkingen te illustreren. Om deze reden zijn enkele mechanische onderdelen van de inrichting 200 niet geïllustreerd om redenen van overzichtelijkheid. Deze niet-geïllustreerde mechanische onderdelen zijn essentieel voor de goede werking van de volledige inrichting, maar dienen niet als dusdanig essentieel te worden beschouwd om het principe van de innovatieve werkwijze te begrijpen. De vakman zal evenwel verstaan dat bij de praktische uitvoering hiervan deze onderdelen wel aanwezig dienen te zijn.

[60] Zoals aan de linkerkant van de illustratie in Fig. 2 is te zien, bevinden de verpakkingen 204 zich onder de uitblaasmonden 206, waarbij de uitblaasmonden 206 geïnclineerd zijn onder een hoek van 45° ten opzichte van de verpakkingen, zoals reeds toegelicht.

[61] Uit de uitblaasmonden 206 stroomt een laminaire stroom over de open zijde van de verpakkingen, zoals bij verpakking 207, dus in overeenstemming met de uitblaasmond 104 in Fig. 1.

[62] Fig. 3 illustreert de volgende stap 300 in de werkwijze, zijnde het door een tweede set van uitblaasmonden 302 laten stromen van een laminaire stroom over de verpakkingen 204 aan de open zijde. In Fig. 3 is verder op te merken dat de uitblaasmonden 302 dwars of transversaal staan ten opzichte van de uitblaasmonden

206, waardoor ook de laminaire stromen eveneens transversaal zijn ten opzichte van elkaar.

[63] Fig. 4 illustreert dan een laatste stap 400 in het proces, waarbij via een afsluitapparaat 301 de verpakkingen 204 kunnen worden samengedrukt of geduwd om in een volgende, niet-geïllustreerde stap, de verpakkingen 204 af te sluiten via de bovenzijde hiervan. Deze afgesloten verpakkingen zijn dan geschikt voor verder transport.

[64] Zoals geïllustreerd in Fig. 3 en Fig. 4 kan de tweede laminaire stroom via uitblaasmond 302 over de verpakking 204 stromen simultaan met het samenduwen door apparaat 301.

Claims (14)

CONCLUSIES

1.- Werkwijze voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking (103, 204) met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten, de voedingsmiddelenverpakking (103, 204) omvattende een buidelvormig en overwegend balkvormig materiaal met een open zijde, de werkwijze omvattende de stappen van: - het volumetrisch gedoseerd (102) vullen van de voedingsmiddelenverpakking met een gedeelte van de voedingsmiddelen via de open zijde; - het doen stromen van een eerste laminaire stroom (104, 206) langs een vlak omvattende de breedte van de open zijde; - het doen stromen van een tweede laminaire stroom (105, 302) langs een vlak omvattende het midden van de open zijde, waarbij een richting van de eerste laminaire stroom (104, 206) transversaal is aan een richting van de tweede laminaire stroom (105, 302).

2.- Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de eerste laminaire stroom (104, 206) stroomt in een vlak onder een hoek tussen 40° tot 50°, bij voorkeur 45°, ten opzichte vaneen vlak volgens de lengterichting van het balkvormig materiaal.

3.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede laminaire stroom (105, 302) stroomt in een vlak loodrecht op een vlak volgens de lengterichting van het balkvormig materiaal. 4- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende de stappen van: - het samenduwen (301) van de open zijde;

- het afsluiten (106) van de open zijde.

5.- Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het doen stromen van de tweede laminaire stroom simultaan gebeurt met het samenduwen van de open zijde.

6.- Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het afsluiten gebeurt door te voorzien in een sealnaad.

7.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste (104, 206) en de tweede (105, 302) laminaire stroom voedselveilige perslucht omvat.

8.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het volume van het gedeelte van de ingrediënten 5-85%, bij voorkeur 65-75%, van het volume van de voedingsmiddelenverpakking omvat.

9.- Voedingsmiddelenverpakking (103, 204) omvattende droge of gedroogde ingrediënten verkregen volgens de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 8.

10.- Inrichting voor het vullen van een voedingsmiddelenverpakking (103, 204) met voedingsmiddelen bestaande uit droge of gedroogde ingrediënten, de voedingsmiddelenverpakking (103, 204) omvattende een buidelvormig en overwegend balkvormig materiaal met een open zijde, de inrichting omvattende: - een doseermachine (102, 202) geconfigureerd voor het volumetrisch gedoseerd vullen van de voedingsmiddelenverpakking (103, 204) met een gedeelte van de voedingsmiddelen via de open zijde; - een eerste trechtervormige uitblaasmond (104, 206) aansluitbaar op een persluchtleiding en geconfigureerd voor het doen stromen van een eerste laminaire stroom langs een vlak omvattende de breedte van de open zijde;

- een tweede trechtervormige uitblaasmond (105, 302) aansluitbaar op de persluchtleiding en geconfigureerd voor het doen stromen van een tweede laminaire stroom langs een vlak omvattende het midden van de open zijde, waarbij een richting van de eerste laminaire stroom transversaal is aan een richting van de tweede laminaire stroom.

11.- Inrichting volgens conclusie 10, de inrichting verder omvattende: - een afsluitapparaat (106, 301) geconfigureerd om de open zijde samen te duwen en te voorzien van een sealnaad.

12.- Inrichting volgens conclusie 11, de inrichting verder geconfigureerd om de tweede laminaire stroom te laten stromen langs het vlak omvattende het midden van de open zijde simultaan met het samenduwen van de open zijde.

13.- Inrichting volgens één van de conclusies 11 tot 12, de inrichting verder omvattende een transportbaan geconfigureerd voor het transporteren van de voedingsmiddelverpakking (103, 204) langs achtereenvolgens de doseermachine (102, 202), de eerste trechtervormige uitblaasmond (104, 202), de tweede trechtervormige uitblaasmond (105, 206), en het afsluitapparaat (106).

14.- Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de transportbaan verder is geconfigureerd om twee of meerdere voedingsmiddelverpakkingen (103, 204) simultaan te transporteren. — 15.- Inrichting volgens één van de conclusie 13 tot 14, waarbij de transportbaan een cirkelvormige baan omvat.