BE1029556B1 - MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION - Google Patents

MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION Download PDF

Info

Publication number
BE1029556B1
BE1029556B1 BE20216057A BE202106057A BE1029556B1 BE 1029556 B1 BE1029556 B1 BE 1029556B1 BE 20216057 A BE20216057 A BE 20216057A BE 202106057 A BE202106057 A BE 202106057A BE 1029556 B1 BE1029556 B1 BE 1029556B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profile
profiles
fence
perforation
perforations
Prior art date
Application number
BE20216057A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Mark Vossen
Original Assignee
Financial Office Consulting & Services
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Financial Office Consulting & Services filed Critical Financial Office Consulting & Services
Priority to BE20216057A priority Critical patent/BE1029556B1/en
Priority to EP22216459.2A priority patent/EP4202157A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1029556B1 publication Critical patent/BE1029556B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H17/00Fencing, e.g. fences, enclosures, corrals
    • E04H17/14Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts
    • E04H17/1413Post-and-rail fences, e.g. without vertical cross-members
    • E04H17/1417Post-and-rail fences, e.g. without vertical cross-members with vertical cross-members
    • E04H17/1426Picket fences
    • E04H17/1439Picket fences with separate pickets going through the horizontal members

Abstract

Volgens een aspect van de uitvinding wordt een afrasteringskader openbaar gemaakt, ingericht om insertieprofielen te ontvangen en omvattende: - een onderprofiel; - een eerste zijprofiel; - een tweede zijprofiel; en - een verdelingsprofiel; waarbij het onderprofiel en het verdelingsprofiel elk voorzien zijn van meerdere perforaties; waarbij de meerdere perforaties op tenminste één van het onderprofiel en het verdelingsprofiel zijn aangebracht in twee of meer afzonderlijke rijen; waarbij de afzonderlijke rijen in de profielen zodanig zijn gepositioneerd dat individuele insertieprofielen op één of meerdere manieren kunnen worden ingebracht doorheen een eerste perforatie in het verdelingsprofiel en een tweede perforatie in het onderprofiel. Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een afrasteringspaneel openbaar gemaakt, omvattende een afrasteringskader en insertieprofielen, waarbij het afrasteringskader geplaatst is op een terrein, waarbij de insertieprofielen ingebracht zijn in twee tegenover elkaar liggende perforaties, waarbij een eerste uiteinde van de insertieprofielen in het terrein gedreven is.According to an aspect of the invention, a fence frame is disclosed, arranged to receive insertion profiles and comprising: - a bottom profile; - a first side profile; - a second side profile; and - a distribution profile; wherein the bottom profile and the distribution profile are each provided with several perforations; the multiple perforations on at least one of the bottom profile and the distribution profile being arranged in two or more separate rows; wherein the individual rows in the profiles are positioned such that individual insertion profiles can be inserted in one or more ways through a first perforation in the distribution profile and a second perforation in the bottom profile. According to another aspect of the invention, a fence panel is disclosed, comprising a fence frame and insertion profiles, the fence frame being placed on a site, the insertion profiles being inserted in two opposing perforations, a first end of the insertion profiles in the terrain. is driven.

Description

Modulaire afrastering met ondergravingsbescherming Domein van de uitvinding Deze uitvinding bevindt zich in het domein van het omheinen van percelen.Modular fencing with undercut protection Field of the invention This invention is in the field of fencing properties.

Stand der techniek De omheining van een perceel waar vee of pluimvee op graast dient in het algemeen twee doelen; zij moet zowel voorkomen dat het vee uitbreekt als dat roofdieren inbreken. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat dieren zich niet enkel doorheen een omheining kunnen wurmen, maar ook over de omheining kunnen klimmen of springen, onder de omheining kunnen graven of de omheining kunnen omduwen.State of the art The fence of a parcel on which cattle or poultry graze generally serves two purposes; she must prevent the break-out of cattle as well as the intrusion of predators. It is important to realize that animals can not only squeeze through a fence, but can also climb or jump over the fence, dig under the fence or push the fence over.

Een traditionele omheining bestaat uit palen die op regelmatige afstanden van elkaar in de grond worden geplaatst.A traditional fence consists of posts that are placed in the ground at regular intervals.

Tussen deze palen wordt dan een draad of een draadraster gespannen. Om ondergraven te voorkomen kan de onderzijde van het draadraster ingegraven worden onder het maaiveld. Het over de omheining klimmen of springen kan verhinderd worden door het plaatsen van schrikdraad of door het voldoende hoog maken van de omheining. Een dergelijke traditionele omheining kan uiterst effectief zijn. Echter, het plaatsen en onderhouden van deze omheining is uiterst tijds- en arbeidsintensief. Ook stelt de duurzaamheid van traditionele oplossingen een probleem: houtrot, spanningsverlies, verwering van plastic isolatoren en beperkte herbruikbaarheid bij het verplaatsen van de omheining. Dit is met name een groot nadeel voor de flexibiliteit van de veehouder wanneer deze geconfronteerd wordt met een wisselende grootte of samenstelling van zijn veestapel of wanneer deze een kudde wilt verplaatsen naar een ander perceel.A wire or a wire grid is then stretched between these posts. To prevent undercutting, the underside of the wire mesh can be buried below ground level. Climbing or jumping over the fence can be prevented by placing electric fencing or by making the fence sufficiently high. Such a traditional fence can be extremely effective. However, installing and maintaining this fence is extremely time and labour-intensive. The durability of traditional solutions also poses a problem: wood rot, loss of tension, weathering of plastic insulators and limited reusability when moving the fence. This is particularly a major disadvantage for the flexibility of the farmer when he is confronted with a changing size or composition of his herd or when he wants to move a herd to another field.

Documenten US20110240939A1, US20120187359A1, US20130105754A1 en US20150021532A1 tonen allen een systeem om aan de onderzijde van het draadraster van een omheining een reeks pinnen te bevestigen op regelmatige tussenafstanden. Deze pinnen kunnen vervolgens verticaal in de grond geklopt worden om het draadraster in de grond te verankeren en om ondergraven van de omheining tegen te gaan. Het is een voordeel van deze systemen dat er geen sleuf moet worden gegraven om het draadraster in te graven. Echter, de palen van de omheining moeten nog steeds op de traditionele wijze geplaatst worden. Bovendien moeten de pinnen ook elk afzonderlijk met het draadraster verbonden worden.Documents US20110240939A1, US20120187359A1, US20130105754A1 and US20150021532A1 all show a system for attaching a series of pegs at regular intervals to the underside of the wire mesh of a fence. These pegs can then be hammered vertically into the ground to anchor the wire mesh in the ground and to prevent undercutting of the fence. It is an advantage of these systems that no trench has to be dug to bury the wire mesh. However, the fence posts still need to be placed in the traditional way. In addition, the pins must also be individually connected to the wire mesh.

Het octrooi US7216854B2 toont een modulair afrasteringspaneel dat aan de onderzijde voorzien is van een reeks verticale pinnen. Het afrasteringspaneel wordt geplaatst door het in de grond duwen van de pinnen. Deze pinnen zorgen dus gelijktijdig voor de fixatie van het paneel in het terrein en voor bescherming tegen ondergraving. Echter, het gelijktijdig in de grond duwen van een groot aantal pinnen over een aanzienlijke diepte zorgt voor eenThe patent US7216854B2 shows a modular fence panel provided with a series of vertical pins on the underside. The fence panel is placed by pushing the pins into the ground. These pins therefore simultaneously fix the panel in the terrain and protect it against being buried. However, pushing a large number of pegs into the ground simultaneously over a considerable depth creates a

“spijkerbed effect” waardoor het paneel van US7216854B2 zeer moeilijk met de blote hand of eenvoudig gereedschap te plaatsen is. Het octrooi US3484081A toont een modulair afrasteringspaneel dat bestaat uit een afzonderlijk afrasteringskader en pinnen. Het paneel wordt geplaatst door het kader door middel van de pinnen verticaal in het terrein te verankeren. De vakman begrijpt dat, indien de afzonderlijke pinnen kort genoeg bij elkaar geplaatst worden, deze montagetechniek ook bescherming tegen ondergraven kan bieden. Al de bovengenoemde systemen houden geen rekening met het feit dat vele dieren de dwarsdoorsnede van hun lichaam zeer klein kunnen maken in één richting. Zodoende kunnen zij zich tussen de evenwijdig geplaatste verticale pinnen wringen. Een oplossing hiervoor is om de pinnen zeer kort bij elkaar te plaatsen, maar dit doet het beoogde doel van de systemen — een kostenefficiënte en snel te plaatsen omheining voorzien — teniet. De systemen voor snelle opbouw van een omheining bieden dus niet hetzelfde niveau van ondergravingsbescherming als een traditioneel ingegraven draadraster.“bed of nails effect” which makes the US7216854B2 panel very difficult to install with bare hands or simple tools. The patent US3484081A shows a modular fence panel consisting of a separate fence frame and pegs. The panel is placed by anchoring the frame vertically in the terrain using the pins. The skilled person understands that, if the individual pins are placed close enough together, this mounting technique can also provide protection against undercutting. All of the above systems do not take into account the fact that many animals can make the cross-section of their body very small in one direction. This allows them to squeeze between the parallel vertical pins. One solution to this is to place the pins very close together, but this defeats the intended purpose of the systems — to provide a cost-effective and quick-to-install fence. Thus, rapid fence erection systems do not provide the same level of undercut protection as a traditional buried wire mesh.

Bovendien plaatsen de bovengenoemde modulaire afrasteringspanelen de pinnen op één rij. Dit zorgt ervoor dat de pinnen diep in de grond moeten worden gedreven om te verhinderen dat een groter dier de omheining omduwt. Er is dus nood aan een alternatieve en verbeterde afrastering die snel, met eenvoudige middelen en met beperkte kost geplaatst kan worden en die toch de bescherming biedt die een traditionele ingegraven omheining kan bieden. Samenvatting De huidige uitvinding heeft tot doel aan de genoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.In addition, the modular fence panels mentioned above place the pegs in a single row. This means that the pegs have to be driven deep into the ground to prevent a larger animal from knocking the fence down. There is therefore a need for an alternative and improved fence that can be installed quickly, with simple means and at a limited cost, and that still offers the protection that a traditional buried fence can offer. Summary The present invention aims to provide a solution to the mentioned and other disadvantages.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een afrasteringskader openbaar gemaakt, ingericht om één of meer insertieprofielen te ontvangen en omvattende: - een onderprofiel; - een eerste zijprofiel, gesitueerd aan een eerste lateraal uiteinde; - een tweede zijprofiel gesitueerd aan een tweede lateraal uiteinde; en - een verdelingsprofiel; waarbij het onderprofiel bevestigd is aan of tussen het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel; waarbij het verdelingsprofiel bevestigd is tussen het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel op een afstand van en substantieel evenwijdig aan het onderprofiel; waarbij het onderprofiel en het verdelingsprofiel elk voorzien zijn van meerdere perforaties; waarbij de meerdere perforaties op tenminste één van het onderprofiel en het verdelingsprofiel zijn aangebracht in twee of meer afzonderlijke rijen; waarbij de afzonderlijke rijen in het onderprofiel en het verdelingsprofiel zodanig zijn gepositioneerd dat individuele insertieprofielen op één of meerdere manieren kunnen worden ingebracht doorheen een eerste perforatie in het verdelingsprofiel en een tweede perforatie in het onderprofiel.According to a first aspect of the invention, a fencing frame is disclosed, arranged to receive one or more insertion profiles and comprising: - a bottom profile; - a first side profile, situated at a first lateral end; - a second side profile situated at a second lateral end; and - a distribution profile; wherein the bottom profile is attached to or between the first side profile and the second side profile; wherein the dividing profile is mounted between the first side profile and the second side profile at a distance from and substantially parallel to the bottom profile; wherein the bottom profile and the distribution profile are each provided with several perforations; the multiple perforations on at least one of the bottom profile and the distribution profile being arranged in two or more separate rows; wherein the separate rows in the bottom profile and the distribution profile are positioned such that individual insertion profiles can be inserted in one or more ways through a first perforation in the distribution profile and a second perforation in the bottom profile.

Het afrasteringskader is bij voorkeur grotendeels vervaardigd uit metaal.The fencing frame is preferably largely made of metal.

De beide zijprofielen zijn de verticale profielen van het kader, het onderprofiel en verdelingsprofiel zijn de horizontale profielen van het kader.The two side profiles are the vertical profiles of the frame, the bottom profile and distribution profile are the horizontal profiles of the frame.

De profielen kunnen bijvoorbeeld standaard metalen profielen, zoals U- of L-profielen, zijn die aan elkaar gelast worden om het kader te realiseren.For example, the profiles can be standard metal profiles, such as U or L profiles, that are welded together to create the frame.

Het onderprofiel, het verdelingsprofiel en de beide zijprofielen zijn niet noodzakelijk vervaardigd uit profielen met een identieke doorsnede.The bottom profile, the distribution profile and the two side profiles are not necessarily made of profiles with an identical cross-section.

Het kan bijvoorbeeld voordelig zijn om het verdelingsprofiel breder uit te voeren dan het onderprofiel zodat individuele insertieprofielen ingebracht kunnen worden onder een grotere hoek uit het vlak van het afrasteringskader.For example, it can be advantageous to make the distribution profile wider than the bottom profile, so that individual insertion profiles can be inserted at a greater angle from the plane of the fencing frame.

Bij voorkeur is het afrasteringskader behandeld om zijn corrosieweerstand te verhogen.Preferably, the fence frame is treated to increase its resistance to corrosion.

Zo kunnen de profielen verzinkt of gegalvaniseerd zijn of voorzien van een coating.For example, the profiles can be galvanized or galvanized or provided with a coating.

Een alternatief is het gebruik van roestvast stalen profielen.An alternative is the use of stainless steel profiles.

Het afrasteringskader is bedoeld om gebruikt te worden als bovengronds deel van een afrastering.The fence frame is intended to be used as an above-ground part of a fence.

De dimensionering van het afrasteringskader is bij voorkeur aangepast aan het beoogde doel van de afrastering; zo zal een afrasteringskader dat bedoeld is om wolven tegen te houden hoger en zwaarder moeten zijn dan een afrasteringskader dat bedoeld is om bevers tegen te houden.The dimensioning of the fencing frame is preferably adapted to the intended purpose of the fencing; for example, a fencing frame intended to deter wolves will have to be higher and heavier than a fencing frame intended to deter beavers.

Bij voorkeur is het afrasteringskader minstens één meter hoog.The fencing frame is preferably at least one meter high.

Meer bij voorkeur is het afrasteringskader minstens anderhalve meter hoog.More preferably, the fence frame is at least one and a half meters high.

De breedte van het afrasteringskader wordt bepaald door een compromis.The width of the fence frame is determined by a compromise.

Met bredere afrasteringskaders kan men sneller een afrastering realiseren, maar zij zijn zwaarder en moeilijker te hanteren dan smallere afrasteringskaders.Wider fence frames can be used to create a fence more quickly, but they are heavier and more difficult to handle than narrower fence frames.

Bij voorkeur is het afrasteringskader minstens één meter breed.The fencing frame is preferably at least one meter wide.

Bij voorkeur is het afrasteringskader hoogstens drie en een half meter breed.Preferably, the fence frame is a maximum of three and a half meters wide.

De meerdere perforaties op het onderprofiel en het verdelingsprofiel zijn zodanig aangebracht dat zij verticale openingen vormen in de profielen van het afrasteringskader.The multiple perforations on the bottom profile and the distribution profile are arranged in such a way that they form vertical openings in the profiles of the fence frame.

Bij voorkeur hebben alle perforaties dezelfde dimensies.Preferably, all perforations have the same dimensions.

Bij voorkeur zijn de perforaties cirkelvormig of ovaalvormig.Preferably, the perforations are circular or oval.

Op minstens één van deze beide profielen zijn de perforaties aangebracht in twee of meer afzonderlijke rijen.The perforations are arranged in two or more separate rows on at least one of these two profiles.

Deze rijen lopen evenwijdig aan de lengterichting van het betreffende profiel.These rows run parallel to the longitudinal direction of the relevant profile.

Bij voorkeur is minstens het verdelingsprofiel voorzien van twee rijen perforaties.Preferably, at least the distribution profile is provided with two rows of perforations.

Bij voorkeur is de afstand tussen de rijen verschillend voor de verschillende profielen.Preferably, the distance between the rows is different for the different profiles.

Meer bij voorkeur is de afstand tussen de rijen van het verdelingsprofiel groter dan de afstand tussen de rijen van het onderprofiel.More preferably, the distance between the rows of the distribution profile is greater than the distance between the rows of the bottom profile.

Bij voorkeur zijn de perforaties reeds aangebracht vooraleer de profielen tot een kader geassembleerd worden.Preferably, the perforations have already been made before the profiles are assembled into a frame.

In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader zijn het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel elk voorzien van meerdere perforaties, waarbij de meerdere perforaties op elk van het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel zijn aangebracht in één of meer afzonderlijke rijen en waarbij de meerdere perforaties op elk van het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht over de afstand tussen het onderprofiel en het verdelingsprofiel.In some embodiments of the fence frame, the first side profile and the second side profile are each provided with a plurality of perforations, the plurality of perforations on each of the first side profile and the second side profile being arranged in one or more separate rows, and the plurality of perforations on each of the first side profile and the second side profile are arranged at least partly over the distance between the bottom profile and the distribution profile.

De meerdere perforaties op beide zijprofielen zijn zodanig aangebracht dat zij horizontale openingen vormen in de profielen van het afrasteringskader. Bij voorkeur hebben de perforaties op de zijprofielen dezelfde vorm en dezelfde dimensies als de perforaties op het onderprofiel en het verdelingsprofiel. Bij voorkeur zijn beide Zijprofielen elk voorzien van twee rijen perforaties. Bij voorkeur zijn de rijen op beide zijprofielen, het onderprofiel en het verdelingsprofiel aangebracht op zulke wijze dat de middellijnen van deze rijen in eenzelfde driedimensionaal vlak liggen. In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader zijn de perforaties in een periodiek patroon geschikt.The multiple perforations on both side profiles are arranged in such a way that they form horizontal openings in the profiles of the fence frame. Preferably, the perforations on the side profiles have the same shape and the same dimensions as the perforations on the bottom profile and the distribution profile. Preferably, both side profiles are each provided with two rows of perforations. The rows are preferably arranged on both side profiles, the lower profile and the distribution profile in such a way that the center lines of these rows lie in the same three-dimensional plane. In some embodiments of the fence frame, the perforations are arranged in a periodic pattern.

Bij voorkeur is het periodieke patroon regelmatig, dit wil zeggen dat de tussenafstand tussen elke opeenvolgende perforatie van hetzelfde profiel en dezelfde rij identiek is. Bij voorkeur is deze tussenafstand kleiner dan twintig centimeter. Bij voorkeur is het periodieke patroon identiek voor elke rij perforaties en voor elk profiel van het afrasteringskader.Preferably, the periodic pattern is regular, i.e. the spacing between each successive perforation of the same profile and the same row is identical. This intermediate distance is preferably less than twenty centimetres. Preferably, the periodic pattern is identical for each row of perforations and for each profile of the fence frame.

In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader bestrijkt het periodieke patroon van de perforaties een perimeter gedefinieerd door het onderprofiel, het eerste zijprofiel, het tweede zijprofiel en het verdelingsprofiel, volledig.In some embodiments of the fence frame, the periodic pattern of the perforations completely covers a perimeter defined by the lower profile, the first side profile, the second side profile and the division profile.

In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader is ten minste één eerste perforatie in het verdelingsprofiel geassocieerd met een tweede perforatie in het onderprofiel door middel van een geleidingsprofiel, waarbij een insertieprofiel ingebracht kan worden in het geleidingsprofiel.In some embodiments of the fence frame, at least one first perforation in the distribution profile is associated with a second perforation in the lower profile by means of a guide profile, whereby an insertion profile can be inserted into the guide profile.

Het geleidingsprofiel kan een continu doorlopend profiel zijn dat de eerste perforatie in het verdelingsprofiel verbindt met de tweede perforatie in het onderprofiel, maar dit is niet noodzakelijkerwijze het geval. Het geleidingsprofiel kan ook bestaan uit twee niet onderling verbonden subprofielen, waarbij het eerste van beide subprofielen verbonden is met een perforatie in het verdelingsprofiel en een tweede subprofiel verbonden is met een overeenstemmende perforatie in het onderprofiel, waarbij beide subprofielen in elkaars verlengde liggen, waarbij de subprofielen niet de volledige afstand tussen het verdelingsprofiel en het onderprofiel overbruggen.The guide profile can be a continuous profile connecting the first perforation in the distribution profile with the second perforation in the bottom profile, but this is not necessarily the case. The guide profile can also consist of two non-interconnected sub-profiles, the first of the two sub-profiles being connected with a perforation in the distribution profile and a second sub-profile being connected with a corresponding perforation in the bottom profile, with both sub-profiles lying in line with each other, with the sub-profiles do not bridge the full distance between the distribution profile and the sub-profile.

Het geleidingsprofiel kan bijvoorbeeld een holle buis zijn. De functie van het geleidingsprofiel is tweeledig. Enerzijds faciliteert het geleidingsprofiel het inbrengen van een insertieprofiel doorheen de eerste en tweede perforatie. Na het inbrengen van een insertieprofiel in de eerste perforatie zal het geleidingsprofiel het insertieprofiel automatisch doorheen de tweede perforatie leiden, hetgeen het gebruiksgemak en de precisie vergroot voor de gebruiker. Anderzijds zorgt het geleidingsprofiel voor zijdelingse steun van het insertieprofiel waardoor dit niet kan knikken over de afstand tussen het onderprofiel en het verdelingsprofiel. Dit laat toe om slankere insertieprofielen te gebruiken, welke op hun beurt dan weer makkelijker in te brengen zijn.The guide profile can for instance be a hollow tube. The function of the guiding profile is twofold. On the one hand, the guide profile facilitates the insertion of an insertion profile through the first and second perforations. After inserting an insertion profile in the first perforation, the guide profile will automatically guide the insertion profile through the second perforation, which increases ease of use and precision for the user. On the other hand, the guide profile provides lateral support for the insert profile, so that it cannot buckle over the distance between the bottom profile and the distribution profile. This allows to use slimmer insertion profiles, which in turn are easier to insert.

In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader omvat dit eveneens een verstevigingsprofiel, waarbij het verstevigingsprofiel bevestigd is tussen het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel; waarbij het verstevigingsprofiel bevestigd is tussen het onderprofiel en het verdelingsprofiel, op een afstand van en substantieel evenwijdig aan 5 het onderprofiel en het verdelingsprofiel; waarbij het verstevigingsprofiel voorzien is van meerdere perforaties; waarbij de meerdere perforaties op het verstevigingsprofiel zijn aangebracht in één of meer afzonderlijke rijen; waarbij de afzonderlijke rijen in het verstevigingsprofiel zodanig zijn gepositioneerd dat individuele insertieprofielen op één of meerdere manieren kunnen worden ingebracht doorheen een eerste perforatie in het verdelingsprofiel, een tweede perforatie in het verstevigingsprofiel en een derde perforatie in het onderprofiel.In some embodiments of the fencing frame, this also comprises a reinforcement profile, the reinforcement profile being mounted between the first side profile and the second side profile; wherein the reinforcement profile is mounted between the bottom profile and the distribution profile, at a distance from and substantially parallel to the bottom profile and the distribution profile; wherein the reinforcement profile is provided with several perforations; the multiple perforations on the reinforcement profile being arranged in one or more separate rows; wherein the separate rows in the reinforcement profile are positioned such that individual insertion profiles can be inserted in one or more ways through a first perforation in the distribution profile, a second perforation in the reinforcement profile and a third perforation in the lower profile.

Bij voorkeur is het verstevigingsprofiel voorzien van twee rijen perforaties. Bij voorkeur zijn de rijen op het verstevigingsprofiel, het onderprofiel en het verdelingsprofiel aangebracht op in éénzelfde driedimensionaal vlak. De functie van het verstevigingsprofiel is gelijkaardig aan de tweede functie van het voornoemde geleidingsprofiel. Het verstevigingsprofiel zorgt voor zijdelingse steun van het insertieprofiel waardoor de kniklengte van het insertieprofiel halveert over de afstand tussen het onderprofiel en het verdelingsprofiel. Dit laat toe om slankere insertieprofielen te gebruiken, welke op hun beurt dan weer makkelijker in te brengen zijn. Het gezamenlijk gebruik van het verstevigingsprofiel en geleidingsprofielen is niet uitgesloten. In dit geval is een — geleidingsprofiel geassocieerd aan een eerste perforatie in het verdelingsprofiel, een tweede perforatie in het verstevigingsprofiel en een derde perforatie in het onderprofiel. Echter, om economische redenen geniet het de voorkeur om ofwel geleidingsprofielen, ofwel een verstevigingsprofiel te voorzien. In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader omvat dit eveneens een bovenprofiel en een bekleding, waarbij het bovenprofiel bevestigd is tussen het eerste zijprofiel en het tweede zijprofiel, op een afstand van en substantieel evenwijdig aan het verdelingsprofiel en aan de andere zijde van het verdelingsprofiel dan het onderprofiel en waarbij de bekleding een opening gedefinieerd door het bovenprofiel, het eerste zijprofiel, het tweede zijprofiel en het verdelingsprofiel bedekt. Indien gewenst kan de bekleding ook een opening gedefinieerd door het onderprofiel, het eerste zijprofiel, het tweede zijprofiel en het verdelingsprofiel geheel of gedeeltelijk bedekken. De aanwezigheid van het bovenprofiel is niet strikt noodzakelijk. Echter, het bovenprofiel verstevigt het afrasteringskader en biedt steun aan de bekleding.The reinforcement profile is preferably provided with two rows of perforations. The rows on the reinforcement profile, the lower profile and the distribution profile are preferably arranged in the same three-dimensional plane. The function of the reinforcement profile is similar to the second function of the aforementioned guide profile. The reinforcement profile provides lateral support for the insert profile, so that the buckling length of the insert profile is halved over the distance between the bottom profile and the distribution profile. This allows to use slimmer insertion profiles, which in turn are easier to insert. The joint use of the reinforcement profile and guide profiles is not excluded. In this case a guide profile is associated with a first perforation in the distribution profile, a second perforation in the reinforcement profile and a third perforation in the bottom profile. However, for economic reasons it is preferable to provide either guide profiles or a reinforcement profile. In some embodiments of the fence frame, this also comprises a top profile and a cladding, the top profile being mounted between the first side profile and the second side profile, at a distance from and substantially parallel to the distribution profile and on the opposite side of the distribution profile from the bottom profile and wherein the liner covers an opening defined by the top profile, the first side profile, the second side profile and the divider profile. If desired, the liner may also fully or partially cover an opening defined by the bottom profile, the first side profile, the second side profile and the divider profile. The presence of the top profile is not strictly necessary. However, the top profile reinforces the fence frame and provides support for the cladding.

De bekleding heeft als primaire functie het verhinderen dat dieren doorheen het afrasteringskader kunnen kruipen. Zij kan openingen omvatten. De vakman beseft dat de grootte van de openingen in de bekleding gekozen moet worden in functie van de dieren die men wenst tegen te houden. Zo zal een bekleding die een marter dient tegen te houden een kleinere grootte van de openingen moeten hebben dan een bekleding die een koe dient tegen te houden. De vakman beseft dat het materiaal van de bekleding eveneens gekozen moet worden in functie van de dieren die men wenst tegen te houden.The primary function of the cladding is to prevent animals from crawling through the fence frame. It may include openings. The skilled person realizes that the size of the openings in the covering must be chosen in function of the animals that one wishes to stop. For example, a covering intended to stop a marten will have to have a smaller size of the openings than a covering intended to stop a cow. The skilled person realizes that the material of the covering must also be chosen in function of the animals that one wishes to stop.

In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader is de bekleding een draadraster. Een dergelijk draadraster kan vervaardigd zijn uit metalen draad die eventueel verzinkt, gegalvaniseerd of geplastificeerd is. De grootte van de maas van het draadraster kan gekozen worden in functie van de diersoort die men wenst tegen te houden. De dikte van de draad kan eveneens gekozen worden in functie van de diersoort die men wenst tegen te houden. In sommige uitvoeringsvormen van het afrasteringskader steekt de bekleding boven het bovenprofiel uit en maakt ze een hoek uit het vlak van het afrasteringspaneel boven het bovenprofiel. Het plaatsen van de bekleding 10 onder een dergelijke hoek aan de bovenzijde van het afrasteringskader kan verhinderen dat dieren over het afrasteringkader klimmen. De vakman beseft dat de oriëntatie van de hoek aangepast moet worden aan het beoogde doel; de bekleding moet omgeplooid worden naar de zijde waarlangs het paneel niet beklommen mag worden. In plaats van de bekleding om te plooien boven het bovenprofiel, kunnen ook het eerste en tweede zijprofiel van een geschikte hoek worden voorzien. In sommige uitvoeringsvormen is het bovenste uiteinde van de bekleding een tweede maal omgeplooid om het overklimmen bijkomend te ontmoedigen. Er bestaan alternatieve maatregelen om te verhinderen dat dieren over het afrasteringskader klimmen: zo kunnen één of beide zijden en/of de bovenzijde van het afrasteringspaneel voorzien worden van schrikdraad of prikkeldraad. Het afrasteringskader kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden met draadbevestigingen, — afstandshouders, isolatoren of montagepunten voor deze voorzieningen. In sommige uitvoeringsvormen is het afrasteringskader ook voorzien van één of meer hijsogen. Deze hijsogen kunnen gebruikt worden voor transport of om het afrasteringskader uit de grond te trekken. Bij voorkeur omvat het afrasteringskader minstens twee hijsogen. Bij voorkeur zijn deze hijsogen bevestigd aan de zijprofielen of het bovenprofiel.In some embodiments of the fence frame, the cladding is a wire mesh. Such a wire mesh can be manufactured from metal wire which may be galvanized, galvanized or plasticized. The size of the mesh of the wire grid can be chosen according to the animal species that you want to stop. The thickness of the wire can also be chosen according to the animal species that you want to stop. In some embodiments of the fence frame, the cladding extends above the top profile and forms an angle out of the plane of the fence panel above the top profile. Placing the liner 10 at such an angle at the top of the fence frame can prevent animals from climbing over the fence frame. Those skilled in the art realize that the orientation of the angle must be adapted to the intended purpose; the covering must be folded over to the side on which the panel may not be climbed. Instead of folding the covering over the top profile, the first and second side profiles can also be provided with a suitable angle. In some embodiments, the top end of the liner is folded over a second time to additionally discourage overclimbing. There are alternative measures to prevent animals from climbing over the fencing frame: for example, one or both sides and/or the top of the fencing panel can be fitted with electric fencing or barbed wire. For example, the fence frame can be equipped with wire fasteners, spacers, insulators or mounting points for these facilities. In some embodiments, the fence frame is also provided with one or more lifting eyes. These lifting eyes can be used for transport or to pull the fence frame out of the ground. The fencing frame preferably comprises at least two lifting eyes. These lifting eyes are preferably attached to the side profiles or the top profile.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een samenstel openbaar gemaakt, waarbij het samenstel een afrasteringskader volgens het eerste aspect van de uitvinding en één of meer insertieprofielen omvat, waarbij de één of meer insertieprofielen langer zijn dan de afstand tussen het onderprofiel en het verdelingsprofiel van het afrasteringskader, waarbij een eerste uiteinde van de één of meer insertieprofielen zodanig is gevormd dat het ingebracht kan worden in de perforaties van het afrasteringskader.According to a second aspect of the invention, an assembly is disclosed, wherein the assembly comprises a fencing frame according to the first aspect of the invention and one or more insertion profiles, wherein the one or more insertion profiles are longer than the distance between the lower profile and the distribution profile of the fence frame, wherein a first end of the one or more insertion profiles is formed such that it can be inserted into the perforations of the fence frame.

De insertieprofielen zijn langwerpige profielen waarvan de doorsnede zodanig is dat deze ingebracht kunnen worden in de perforaties van het afrasteringskader. De insertieprofielen kunnen holle of massieve profielen zijn. Bij voorkeur zijn de insertieprofielen vervaardigd uit metaal. Betonijzer staven kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden als insertieprofielen.The insertion profiles are elongated profiles whose cross-section is such that they can be inserted into the perforations of the fencing frame. The insert profiles can be hollow or solid profiles. The insertion profiles are preferably made of metal. Reinforcing steel bars can be used, for example, as insertion profiles.

In sommige uitvoeringsvormen van het samenstel is een tweede uiteinde van de één of meer insertieprofielen zodanig gevormd dat het niet ingebracht kan worden in de perforaties. Bijkomend kan dit tweede uiteinde geperforeerd zijn om een eventuele latere extractie van het insertieprofiel te vergemakkelijken.In some embodiments of the assembly, a second end of the one or more insert profiles is shaped such that it cannot be inserted into the perforations. In addition, this second end can be perforated to facilitate any subsequent extraction of the insertion profile.

Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt een afrasteringspaneel openbaar gemaakt, waarbij het afrasteringspaneel een afrasteringskader en één of meer insertieprofielen volgens het tweede aspect van de uitvinding omvat, waarbij het afrasteringskader substantieel verticaal geplaatst is op een maaiveld van een terrein, waarbij de één of meer insertieprofielen ingebracht zijn in twee tegenover elkaar liggende perforaties, waarbij het eerste uiteinde van de één of meer insertieprofielen in het terrein gedreven is.According to a third aspect of the invention, a fence panel is disclosed, wherein the fence panel comprises a fence frame and one or more insert profiles according to the second aspect of the invention, wherein the fence frame is placed substantially vertically on a ground level of a site, wherein the one or more more insertion profiles are inserted in two opposing perforations, the first end of the one or more insertion profiles being driven into the terrain.

De combinatie van een afrasteringskader en één of meer insertieprofielen definieert een functioneel afrasteringspaneel. Het inbrengen van een insertieprofiel in twee perforaties van een afrasteringskader en het vervolgens in de grond drijven van dit insertieprofiel dient twee doelen. Ten eerste zorgt het insertieprofiel voor verankering van het afrasteringskader/afrasteringspaneel in het terrein. Ten tweede zorgt het insertieprofiel voor — ondergravingsbescherming van het afrasteringspaneel. De perforaties in het afrasteringskader dienen als geleiding zodat de één of meerdere insertieprofielen op een geordende manier in de grond kunnen worden ingebracht.The combination of a fence frame and one or more insertion profiles defines a functional fence panel. Inserting an insertion profile into two perforations of a fence frame and then driving this insertion profile into the ground serves two purposes. Firstly, the insertion profile ensures anchoring of the fence frame/fence panel in the terrain. Secondly, the insertion profile provides — undercut protection of the fence panel. The perforations in the fencing frame serve as guides so that the one or more insert profiles can be inserted into the ground in an orderly manner.

De insertieprofielen zijn voldoende lang om over aanzienlijke afstand in de grond te dringen. Langere insertieprofielen bieden een betere ondergravingsbescherming en een betere verankering van het afrasteringspaneel in het terrein. Anderzijds zijn zij ook moeilijker te hanteren en vraagt het meer kracht om een insertieprofiel over een grotere lengte in de grond te drijven. De vakman beseft dat de lengte waarover de insertieprofielen in de grond gedreven moeten worden afhankelijk is van de grootte en het gewicht van het gebruikte afrasteringskader, maar ook van de diersoort die men wenst tegen te houden met het afrasteringspaneel.The insertion profiles are long enough to penetrate the soil over a considerable distance. Longer insertion profiles provide better undercut protection and better anchoring of the fence panel in the terrain. On the other hand, they are also more difficult to handle and it requires more force to drive an insert profile into the ground over a greater length. The skilled person realizes that the length over which the insertion profiles must be driven into the ground depends on the size and weight of the fencing frame used, but also on the animal species that one wishes to stop with the fencing panel.

Bij voorkeur zijn de insertieprofielen zodanig lang dat zij minstens 30 centimeter diep in de grond gedreven kunnen worden wanneer zij ingebracht zijn in een afrasteringskader dat op het maaiveld van een terrein geplaatst is. Meer bij voorkeur zijn de insertieprofielen zodanig lang dat zij minstens 40 centimeter diep in de grond gedreven kunnen worden.Preferably, the insert profiles are such that they can be driven at least 30 centimeters deep into the ground when they are inserted in a fencing frame that is placed on the ground level of a site. More preferably, the insertion profiles are such that they can be driven into the ground at least 40 centimeters deep.

Het gebruik van een groter aantal insertieprofielen biedt een betere ondergravingsbescherming en een betere verankering van het afrasteringspaneel in het terrein. Bij toename van het aantal gebruikte insertieprofielen verkleint de afstand tussen individuele profielen, zodat gravende dieren zich moeilijker tussen de profielen kunnen wurmen. Bij voorkeur bevat het afrasteringskader voldoende perforaties zodat er minstens één insertieprofiel om de vijfentwintig centimeter tussenafstand geplaatst kan worden. Meer bij voorkeur kan er minstens één insertieprofiel om de vijftien centimeter tussenafstand geplaatst worden.The use of a larger number of insertion profiles offers better protection against excavation and better anchoring of the fence panel in the terrain. When the number of insertion profiles increases, the distance between individual profiles decreases, making it more difficult for burrowing animals to squeeze between the profiles. The fencing frame preferably contains sufficient perforations so that at least one insertion profile can be placed every twenty-five centimeters. More preferably, at least one insertion profile can be placed every fifteen centimeters.

In sommige uitvoeringsvormen zijn de perforaties in het afrasteringskader genummerd. Dit laat toe om de gebruiker gestandaardiseerde richtlijnen te geven over de plaatsing van de insertieprofielen. Zo moet de gebruiker niet zelf nadenken over welke perforaties gebruikt moeten worden. De richtlijnen kunnen ook afhankelijk zijn van het beoogde gebruiksdoel, met name de diersoorten die de gebruiker wenst tegen te houden en de ondergrond waarop het afrasteringspaneel geplaatst zal worden. Zo kan een gebruiker die wolven wenst tegen te houden geadviseerd worden om minder, maar langere, insertieprofielen te gebruiken terwijl een gebruiker die louter bevers wenst tegen te houden geadviseerd kan worden om meer, maar kortere, insertieprofielen te gebruiken. Een gebruiker die dieren wenst tegen te houden die zich door zeer smalle doorgangen kunnen wurmen kan geadviseerd worden om de insertieprofielen kruislings te plaatsen, zonder dat de gebruiker zich moet afvragen welke perforaties hiertoe gebruikt moeten worden. Het gebruik van nummering en geassocieerde richtlijnen laat ook toe om eventueel éénzelfde gestandaardiseerd afrasteringskader — afgezien van de beschikbaarheid van verschillende hoogtes — te leveren voor elke toepassing. Het verschil tussen de verschillende toepassingen zit hem dan in het aantal insertieprofielen en de lengte en oriëntatie van plaatsing van deze insertieprofielen. In sommige uitvoeringsvormen zijn de zijprofielen en/of het bovenprofiel van het afrasteringskader voorzien van trekogen. Deze trekogen kunnen gebruikt worden om de insertieprofielen door middel van een touw, takel of katrol uit de grond te trekken.In some embodiments, the perforations in the fence frame are numbered. This allows to provide the user with standardized guidelines on the placement of the insertion profiles. For example, the user does not have to think for himself about which perforations should be used. The guidelines may also depend on the intended purpose of use, in particular the animal species that the user wishes to stop and the surface on which the fence panel will be placed. For example, a user who wishes to stop wolves may be advised to use fewer, but longer, insertion profiles, while a user who only wishes to stop beavers may be advised to use more, but shorter, insertion profiles. A user who wishes to stop animals that can squeeze through very narrow passages can be advised to place the insertion profiles crosswise, without the user having to wonder which perforations should be used for this purpose. The use of numbering and associated guidelines also makes it possible to provide the same standardized fencing frame — apart from the availability of different heights — for any application. The difference between the different applications then lies in the number of insertion profiles and the length and orientation of placement of these insertion profiles. In some embodiments, the side profiles and/or the top profile of the fencing frame are provided with drawbar eyes. These pull eyes can be used to pull the insertion profiles out of the ground by means of a rope, hoist or pulley.

Volgens een vierde aspect van de uitvinding wordt een modulaire afrastering openbaar gemaakt, waarbij de modulaire afrastering één of meer afrasteringspanelen volgens het derde aspect van de uitvinding omvat. Volgens een vijfde aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het plaatsen van een afrasteringspaneel volgens het derde aspect van de uitvinding openbaar gemaakt, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het substantieel verticaal plaatsen van het afrasteringskader op een maaiveld van een terrein; het inbrengen van de één of meer insertieprofielen in twee tegenover elkaar geplaatste perforaties; het in het terrein drijven van het eerste uiteinde van de één of meer insertieprofielen die ingebracht zijn in twee tegenover elkaar liggende perforaties.According to a fourth aspect of the invention, a modular fence is disclosed, the modular fence comprising one or more fence panels according to the third aspect of the invention. According to a fifth aspect of the invention, a method of erecting a fence panel according to the third aspect of the invention is disclosed, the method comprising the steps of: placing the fence frame substantially vertically on a ground level of a property; inserting the one or more insert profiles into two perforations placed opposite each other; driving into the terrain the first end of the one or more insert profiles inserted in two opposing perforations.

In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze wordt tenminste een deel van de één of meer insertieprofielen substantieel verticaal ingebracht door een eerste perforatie in het verdelingsprofiel en een tweede tegenover liggende perforatie in het onderprofiel.In some embodiments of the method, at least part of the one or more insertion profiles is inserted substantially vertically through a first perforation in the distribution profile and a second opposing perforation in the bottom profile.

In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze wordt tenminste een deel van de één of meer insertieprofielen diagonaal ingebracht, hetzij door een eerste perforatie in het verdelingsprofiel en een tweede perforatie in het onderprofiel, hetzij door een eerste perforatie in het verdelingsprofiel en een tweede perforatie in het eerste of tweede zijprofiel, hetzij door een eerste perforatie in het eerste of tweede zijprofiel en een tweede perforatie in het onderprofiel.In some embodiments of the method, at least part of the one or more insertion profiles is inserted diagonally, either through a first perforation in the distribution profile and a second perforation in the lower profile, or through a first perforation in the distribution profile and a second perforation in the first or second side profile, either through a first perforation in the first or second side profile and a second perforation in the bottom profile.

Bij voorkeur worden meerdere insertieprofielen kruislings ingebracht ten opzichte van elkaar. Dit kan op eenvoudig wijze gerealiseerd worden door alle insertieprofielen die ingebracht worden in één rij van een profiel van het afrasteringskader in een bepaalde richting te oriënteren en de insertieprofielen die in een andere rij van datzelfde profiel ingebracht worden te spiegelen ten opzichte van de insertieprofielen die ingebracht zijn in de eerste rij. Bij voorkeur is de hoek tussen twee insertieprofielen die kruislings zijn ingebracht ten opzichte van elkaar minstens 45°, Meer bij voorkeur is de hoek tussen twee insertieprofielen die kruislings zijn ingebracht ten opzichte van elkaar minstens 60°. Beide insertieprofielen hoeven niet noodzakelijk in evenwijdige vlakken te liggen. Het is een voordeel van het kruislings aanbrengen van meerdere insertieprofielen dat deze insertieprofielen — — indien ze diep genoeg in het terrein gedreven worden — in de grond een rooster zullen vormen in plaats van een reeks van parallelle profielen. Dit biedt een superieure ondergravingsbescherming. Immers, veel dieren kunnen de dwarsdoorsnede van hun lichaam zeer klein maken in één richting waardoor zij zich gemakkelijk tussen twee profielen kunnen wurmen. Echter, de totale dwarsdoorsnede van hun lichaam kunnen de meeste dieren niet aanzienlijk reduceren. Een afrasteringspaneel met kruislings ingebrachte insertieprofielen is dus veel moeilijker te ondergraven voor deze dieren. In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze wordt tenminste een deel van de één of meer insertieprofielen ingebracht onder een hoek uit het vlak van het afrasteringskader, door een eerste perforatie in één van de profielen van het afrasteringskader en een tweede perforatie in een ander profiel van het afrasteringskaderkader; waarbij de richting tussen beide voornoemde perforaties niet evenwijdig is met de zijprofielen. . Volgens een zesde aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het plaatsen van een modulaire afrastering volgens het vierde aspect van de uitvinding openbaar gemaakt, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het plaatsen van één of meer afrasteringspanelen volgens het vijfde aspect van de uitvinding; het met elkaar verbinden vande aanliggende afrasteringspanelen.Preferably several insertion profiles are inserted crosswise with respect to each other. This can be achieved in a simple manner by orienting all insertion profiles that are inserted in one row of a profile of the fence frame in a certain direction and by mirroring the insertion profiles that are inserted in another row of the same profile with respect to the insertion profiles that are inserted. are in the first row. Preferably, the angle between two insert profiles that have been inserted crosswise with respect to each other is at least 45°. More preferably, the angle between two insert profiles that have been inserted crosswise with respect to each other is at least 60°. Both insertion profiles need not necessarily lie in parallel planes. It is an advantage of applying several insert profiles crosswise that these insert profiles — — if driven deep enough into the terrain — will form a grid in the ground instead of a series of parallel profiles. This provides superior undercut protection. After all, many animals can make the cross-section of their body very small in one direction, so that they can easily squeeze between two profiles. However, most animals cannot significantly reduce the total cross-sectional area of their bodies. A fence panel with insert profiles inserted crosswise is therefore much more difficult for these animals to undercut. In some embodiments of the method, at least part of the one or more insert profiles is inserted at an angle out of the plane of the fence frame through a first perforation in one of the profiles of the fence frame and a second perforation in another profile of the fence frame frame. ; wherein the direction between the two aforementioned perforations is not parallel to the side profiles. . According to a sixth aspect of the invention, a method of erecting a modular fence according to the fourth aspect of the invention is disclosed, the method comprising the steps of: erecting one or more fence panels according to the fifth aspect of the invention; connecting the adjacent fence panels to each other.

In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze worden twee aanliggende afrasteringspanelen met elkaar verbonden door het gelijktijdig inbrengen van tenminste één insertieprofiel in een verbindingsprofiel van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen en een verbindingsprofiel van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen.In some embodiments of the method, two adjacent fence panels are joined together by simultaneously inserting at least one insert profile into a connection profile of the first of the two adjacent fence panels and a connection profile of the second of the two adjacent fence panels.

In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze worden twee aanliggende afrasteringspanelen met elkaar verbonden door het gelijktijdig inbrengen van tenminste één insertieprofiel in een eerste perforatie van het verdelingsprofiel van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen, een tweede perforatie van een zijprofiel van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen, waarbij dit zijprofiel aanliggend is aan het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen, een derde perforatie van een zijprofiel van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen, waarbij dit zijprofiel aanliggend is aan het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen, een vierde perforatie van het onderprofiel van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen. Korte beschrijving van de figuren Figuur 1 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringskader volgens de huidige uitvinding. Figuur 2 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een afrasteringspaneel volgens de huidige uitvinding. Figuur 3 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringspaneel volgens de huidige uitvinding.In some embodiments of the method, two adjacent fence panels are joined together by simultaneously inserting at least one insertion profile in a first perforation of the distribution profile of the first of the two adjacent fence panels, a second perforation of a side profile of the first of the two adjacent fence panels, where this side profile is adjacent to the second of the two adjacent fence panels, a third perforation of a side profile of the second of the two adjacent fence panels, where this side profile is adjacent to the first of the two adjacent fence panels, a fourth perforation of the bottom profile of the second of the two adjacent fence panels. Brief Description of the Figures Figure 1 shows a schematic representation of an Embodiment of a fence frame according to the present invention. Figure 2 shows a schematic representation of an embodiment of a fence panel according to the present invention. Figure 3 shows a schematic representation of an Embodiment of a fence panel according to the present invention.

Figuur 4a toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringspaneel volgens de huidige uitvinding. Figuur 4b toont een schematische uitvergroting van detail A uit figuur 4a.Figure 4a shows a schematic representation of an Embodiment of a fence panel according to the present invention. Figure 4b shows a schematic enlargement of detail A from figure 4a.

Figuur 4c toont een schematische weergave van het afrasteringspaneel volgens figuur 4a dat geplaatst is op een terrein. Figuur 5a toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een modulaire afrastering volgens de huidige uitvinding. Figuur 5b toont een schematische uitvergroting van detail B uit figuur 5a.Figure 4c shows a schematic representation of the fencing panel according to figure 4a placed on a site. Figure 5a shows a schematic representation of an Embodiment of a modular fence according to the present invention. Figure 5b shows a schematic enlargement of detail B from figure 5a.

Figuur 6 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een modulaire afrastering volgens de huidige uitvinding. Figuur 7 toont een schematische weergave van de modulaire afrastering volgens figuur 6 die geplaatst is op een oneffen terrein. Gedetailleerde beschrijving De huidige uitvinding zal worden beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, welke illustratief zijn voor de uiteenzetting, maar niet als beperkend mogen worden beschouwd. De vakman zal appreciëren dat de uitvinding niet beperkt wordt door de getoonde en/of beschreven uitvoeringsvormen en dat alternatieven of gemodificeerde uitvoeringsvormen ontwikkeld kunnen worden volgens het algemene concept van deze uiteenzetting. De getoonde figuren zijn enkel schematisch en niet beperkend.Figure 6 shows a schematic representation of an Embodiment of a modular fence according to the present invention. Figure 7 shows a schematic representation of the modular fence according to figure 6 placed on an uneven terrain. Detailed Description The present invention will be described with reference to specific embodiments, which are illustrative of the disclosure, but are not to be construed as limiting. Those skilled in the art will appreciate that the invention is not limited by the embodiments shown and/or described and that alternatives or modified embodiments may be developed according to the general concept of this disclosure. The figures shown are only schematic and not limiting.

Referenties doorheen deze uiteenzetting naar “een uitvoeringsvorm” impliceren dat één of meer bepaalde kenmerken, eigenschapen of structuren die beschreven worden in verband met deze uitvoeringsvorm inbegrepen kunnen zijn in één of meerdere uitvoeringsvormen van de huidige uiteenzetting. Door het gebruik van zinsneden zoals “in een uitvoeringsvorm’ of “in sommige uitvoeringsvormen” doorheen deze tekst wordt niet noodzakelijk, maar wel mogelijks, naar dezelfde uitvoeringsvorm verwezen. Bovendien kunnen de kenmerken, eigenschapen of structuren die beschreven worden aan de hand van een bepaalde uitvoeringsvorm gecombineerd worden op elke geschikte manier in één of meerdere uitvoeringsvormen. Specifieke kenmerken, eigenschapen of structuren worden in de figuren aangeduid door middel van — referentienummers. Ten einde de figuren niet te overladen, is niet elk kenmerk aangeduid in elke figuur. Omgekeerd, ten einde de tekst niet te overladen, wordt niet elk kenmerk dat aangeduid is in een figuur ook besproken in de context van deze specifieke figuur. Tenslotte impliceert het gebruik van rangtelwoorden als “eerste”, “tweede” en dergelijke doorheen deze uiteenzetting op geen enkele manier een hiërarchisch verband — niet in termen van belangrijkheid, positie of tijd — tussen de kenmerken waarbij deze gebruikt worden, tenzij het tegendeel expliciet vermeld wordt. Deze rangtelwoorden dienen enkel om een onderscheid te maken tussen verschillende maar op elkaar lijkende kenmerken, eigenschapen of structuren.References throughout this disclosure to "an embodiment" imply that one or more particular features, properties or structures described in connection with this embodiment may be included in one or more embodiments of the present disclosure. The use of phrases such as "in one embodiment" or "in some embodiments" throughout this text does not necessarily, but may, refer to the same embodiment. In addition, the features, properties or structures described with reference to a particular embodiment may be combined in any suitable manner in one or more embodiments. Specific features, properties or structures are indicated in the figures by reference numbers. In order not to overload the figures, not every feature is indicated in every figure. Conversely, in order not to overload the text, not every feature indicated in a figure is also discussed in the context of this particular figure. Finally, the use of ordinal numbers such as “first”, “second” and the like throughout this discourse in no way implies a hierarchical relationship — not in terms of importance, position or time — between the features with which they are used, unless explicitly stated to the contrary. is becoming. These ordinal numbers serve only to differentiate between different but similar features, properties, or structures.

Figuur 1 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringskader 1 volgens de huidige uitvinding. Het afrasteringskader 1 omvat een onderprofiel 2, een eerste zijprofiel 3, een tweede zijprofiel 4, een verdelingsprofiel 5, een verstevigingsprofiel 6 en een bovenprofiel 7.Figure 1 shows a schematic representation of an Embodiment of a fence frame 1 according to the present invention. The fencing frame 1 comprises a lower profile 2, a first side profile 3, a second side profile 4, a division profile 5, a reinforcement profile 6 and an upper profile 7.

Het onderprofiel 2, het verstevigingsprofiel 6, het verdelingsprofiel 5 en het bovenprofiel 7 zijn elk bevestigd tussen het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4, substantieel evenwijdig aan elkaar en op een afstand van elkaar. Alternatief kan het onderprofiel 2 bevestigd worden aan de onderzijde van het eerste zijprofiel 3 en het tweede Zijprofiel 4. Alternatief kan het bovenprofiel 7 bevestigd worden aan de bovenzijde van het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4. Het onderprofiel 2, het verdelingsprofiel 5 en het verstevigingsprofiel 6 zijn elk voorzien van meerdere perforatiesThe bottom profile 2, the reinforcement profile 6, the distribution profile 5 and the top profile 7 are each mounted between the first side profile 3 and the second side profile 4, substantially parallel to each other and at a distance from each other. Alternatively, the bottom profile 2 can be attached to the underside of the first side profile 3 and the second Side profile 4. Alternatively, the top profile 7 can be attached to the top of the first side profile 3 and the second side profile 4. The bottom profile 2, the distribution profile 5 and the reinforcement profile 6 are each provided with several perforations

11. Het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4 zijn eveneens voorzien van meerdere perforaties 11 over de afstand tussen het onderprofiel 2 en het verdelingsprofiel 5. Op elk van de voorgenoemde profielen zijn de perforaties 11 aangebracht in twee afzonderlijke rijen, een voorliggende rij 12 en een achterliggende rij 13. Het aanbrengen van de perforaties in twee of meer achter elkaar liggende rijen heeft belangrijke voordelen voor het inbrengen van insertieprofielen, welke geïllustreerd worden in de context van een alternatieve uitvoeringsvorm.11. The first side profile 3 and the second side profile 4 are also provided with several perforations 11 over the distance between the bottom profile 2 and the distribution profile 5. On each of the aforementioned profiles, the perforations 11 are arranged in two separate rows, a row 12 at the front. and a back row 13. Arranging the perforations in two or more back rows has important advantages for insertion profiles, which are illustrated in the context of an alternative embodiment.

— Op elk van de voorgenoemde profielen zijn de perforaties 11 aangebracht in een periodiek patroon dat de volledige lengte van het onderprofiel 2, het verdelingsprofiel 5 en het verstevigingsprofiel 6 bestrijkt. De perforaties 11 bestrijken de volledige afstand tussen het onderprofiel 2 en het verdelingsprofiel 5 op het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4.The perforations 11 are arranged on each of the aforementioned profiles in a periodic pattern that covers the entire length of the bottom profile 2, the distribution profile 5 and the reinforcement profile 6. The perforations 11 cover the entire distance between the bottom profile 2 and the distribution profile 5 on the first side profile 3 and the second side profile 4.

— Devakman begrijpt dat de aanwezigheid van het verstevigingsprofiel 6 en het bovenprofiel 7 niet strikt noodzakelijk is voor de uitvinding. Het verstevigingsprofiel 6 verstevigt het afrasteringskader 1 en steunt de insertieprofielen, zoals geïllustreerd wordt in de context van een alternatieve uitvoeringsvorm. Het bovenprofiel 7 verstevigt het afrasteringskader 1 en ondersteunt een eventuele bekleding van het kader, zoals geïllustreerd wordt in de context van een alternatieve uitvoeringsvorm.— The skilled person understands that the presence of the reinforcing profile 6 and the top profile 7 is not strictly necessary for the invention. The reinforcement profile 6 reinforces the fence frame 1 and supports the insertion profiles, as illustrated in the context of an alternative embodiment. The top profile 7 stiffens the fence frame 1 and supports any cladding of the frame, as illustrated in the context of an alternative embodiment.

Figuur 2 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringspaneel 30 volgens de huidige uitvinding, dat geplaatst is op het maaiveld 50 van een terrein. Het afrasteringspaneel 30 omvat een afrasteringskader 1 en meerdere insertieprofielen 20.Figure 2 shows a schematic representation of an Embodiment of a fence panel 30 according to the present invention placed on the ground level 50 of a property. The fence panel 30 comprises a fence frame 1 and several insertion profiles 20.

Het afrasteringskader 1 omvat een onderprofiel 2, een eerste zijprofiel 3, een tweede zijprofiel 4, een verdelingsprofiel 5 en een bovenprofiel 7. Het onderprofiel 2 en het verdelingsprofiel 5 zijn elk voorzien van meerdere perforaties (niet te zien op figuur 2). Deze perforaties zijn op minstens één van beide profielen aangebracht in twee afzonderlijke, achterliggende rijen. Een perforatie van het verdelingsprofiel 5 is verbonden met een perforatie van het onderprofiel 2 door middel van een geleidingsprofiel 8. Deze geleidingsprofielen 8 kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van een holle buis. Een insertieprofiel 20 wordt door een eerste perforatie in het verdelingsprofiel 5 ingebracht in het geleidingsprofiel 8 en vervolgens in het terrein gedreven. Het is een voordeel van het gebruik van geleidingsprofielen 8 dat de insertieprofielen 20 niet kunnen uitknikken over de afstand tussen het onderprofiel 2 en het verdelingsprofiel 5 terwijl zij in de grond worden gedreven. Zodoende kan de doorsnede van de insertieprofielen 20 verkleind worden, hetgeen materiaal bespaart en toelaat om de insertieprofielen 20 eenvoudiger in het terrein te drijven. De aanwezigheid van geleidingsprofielen tussen meerdere perforaties impliceert niet noodzakelijk dat alle perforaties met elkaar verbonden zijn door middel van geleidingsprofielen 8. In de uitvoeringsvorm van figuur 2 zijn de perforaties in het verdelingsprofiel 5 en het onderprofiel 2 zodanig aangebracht tegenover elkaar dat de geleidingsprofielen 8 substantieel verticaal liggen in het X-Y vlak. In dit geval hoeven het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4 niet voorzien te zijn van perforaties. Bij voorkeur zijn elke van het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4 aan de buitenzijden van het kader voorzien van één of meer verbindingsprofielen 9. Het feit dat de geleidingsprofielen 8 substantieel verticaal liggen in het X-Y vlak, welk het vlak van het afrasteringskader 1 is, impliceert niet noodzakelijk dat deze ook verticaal liggen in het Y-Z vlak. Het plaatsen van de geleidingsprofielen 8 onder een hoek ten opzichte van de verticale in het Y-Z vlak brengt voordelen met zich mee. Ten eerste zorgt dit ervoor dat de insertieprofielen 20 makkelijk ingebracht kunnen worden, zelfs wanneer zij langer zijn dan de afstand tussen het verdelingsprofiel 5 en het bovenprofiel 7. Ten tweede laat dit toe om niet al de insertieprofielen in éénzelfde vlak in het terrein te plaatsen, waardoor het geplaatste afrasteringspaneel moeilijker om te duwen is.The fencing frame 1 comprises a bottom profile 2, a first side profile 3, a second side profile 4, a division profile 5 and an upper profile 7. The bottom profile 2 and the division profile 5 are each provided with several perforations (not shown in figure 2). These perforations are made on at least one of the two profiles in two separate, rear rows. A perforation of the distribution profile 5 is connected to a perforation of the bottom profile 2 by means of a guide profile 8. These guide profiles 8 can, for example, take the form of a hollow tube. An insertion profile 20 is inserted into the guide profile 8 through a first perforation in the distribution profile 5 and then driven into the terrain. It is an advantage of using guide profiles 8 that the insertion profiles 20 cannot buckle over the distance between the bottom profile 2 and the distribution profile 5 while they are being driven into the ground. The cross-section of the insertion profiles 20 can thus be reduced, which saves material and makes it easier to drive the insertion profiles 20 into the terrain. The presence of guide profiles between several perforations does not necessarily imply that all perforations are connected to each other by means of guide profiles 8. In the embodiment of figure 2, the perforations in the distribution profile 5 and the bottom profile 2 are arranged opposite each other in such a way that the guide profiles 8 are substantially vertical. lie in the X-Y plane. In this case, the first side profile 3 and the second side profile 4 need not be provided with perforations. Preferably, each of the first side profile 3 and the second side profile 4 are provided with one or more connecting profiles 9 on the outer sides of the frame. The fact that the guide profiles 8 lie substantially vertically in the X-Y plane, which is the plane of the fencing frame 1 , does not necessarily imply that they are also vertical in the Y-Z plane. Placing the guide profiles 8 at an angle to the vertical in the Y-Z plane brings advantages. Firstly, this ensures that the insertion profiles 20 can be inserted easily, even when they are longer than the distance between the distribution profile 5 and the top profile 7. Secondly, this makes it possible not to place all the insertion profiles in the same plane in the terrain, making the installed fence panel more difficult to push.

Figuur 3 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringspaneel 30 volgens de huidige uitvinding. Het afrasteringspaneel 30 omvat een afrasteringskader 1 en meerdere insertieprofielen 20. Het afrasteringskader 1 omvat een onderprofiel 2, een eerste zijprofiel 3, een tweede zijprofiel 4, een verdelingsprofiel 5 en een bovenprofiel 7. Het onderprofiel 2, het eerste zijprofiel 3, het tweede zijprofiel 4 en het verdelingsprofiel 5 zijn elk voorzien van meerdere perforaties 11. Deze perforaties 11 zijn op elk van de voorgenoemde profielen aangebracht in twee afzonderlijke, achter elkaar liggende rijen. Elke perforatie 11 van één van de voorgenoemde profielen is verbonden met een perforatie 11 van een ander profiel door middel van een geleidingsprofiel 8.Figure 3 shows a schematic representation of an Embodiment of a fence panel 30 according to the present invention. The fence panel 30 comprises a fence frame 1 and several insertion profiles 20. The fence frame 1 comprises a bottom profile 2, a first side profile 3, a second side profile 4, a distribution profile 5 and a top profile 7. The bottom profile 2, the first side profile 3, the second side profile 4 and the distribution profile 5 are each provided with a plurality of perforations 11. These perforations 11 are provided on each of the aforementioned profiles in two separate rows lying one behind the other. Each perforation 11 of one of the aforementioned profiles is connected to a perforation 11 of another profile by means of a guide profile 8.

In de uitvoeringsvorm van figuur 3 is elke perforatie verbonden met een tegenoverliggende perforatie die zich op de corresponderende rij bevindt. Zo is bijvoorbeeld een eerste perforatie 11 op de voorliggende rij van het verdelingsprofiel 5 verbonden met een tweede perforatie 11 op de voorliggende rij van het onderprofiel 2 of het eerste zijprofiel 3 of het tweede zijprofiel 4. Analoog is een eerste perforatie 11 op de achterliggende rij van het verdelingsprofiel 5 verbonden met een tweede perforatie 11 op de achterliggende rij van het onderprofiel 2 of het eerste zijprofiel 3 of het tweede zijprofiel 4. De vakman beseft dat dit niet noodzakelijk is; het is ook mogelijk om perforaties van niet corresponderende rijen met elkaar te verbinden. Echter, het verbinden van perforaties op corresponderende rijen leidt tot een eenvoudiger fabricage van het afrasteringskader 1. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 zijn de geleidingsprofielen 8 diagonaal en kruislings aangebracht in het vlak van het afrasteringskader 1. De geleidingsprofielen 8 van de achterliggende rij perforaties 11 zijn aangebracht onder een hoek in het vlak van het afrasteringskader ten opzichte van de geleidingsprofielen 8 van de voorliggende rij perforaties 11. Dit heeft als voordeel dat de insertieprofielen 20 elkaar kruisen, waardoor een rasterpatroon ontstaat, zowel bovengronds als ondergronds. Het is voor een dier veel moeilijker om zich doorheen een raster te wurmen dan om zich tussen twee evenwijdige barrières te wurmen.In the embodiment of Figure 3, each perforation is connected to an opposite perforation located on the corresponding row. For example, a first perforation 11 on the front row of the distribution profile 5 is connected to a second perforation 11 on the front row of the lower profile 2 or the first side profile 3 or the second side profile 4. Analogously, a first perforation 11 on the rear row of the distribution profile 5 connected to a second perforation 11 on the rear row of the bottom profile 2 or the first side profile 3 or the second side profile 4. The skilled person realizes that this is not necessary; it is also possible to connect perforations of non-corresponding rows. However, connecting perforations on corresponding rows leads to a simpler manufacture of the fencing frame 1. In the embodiment of figure 3 the guide profiles 8 are arranged diagonally and crosswise in the plane of the fencing frame 1. The guide profiles 8 of the rear row of perforations 11 are arranged at an angle in the plane of the fencing frame relative to the guide profiles 8 of the row of perforations 11 in front. This has the advantage that the insertion profiles 20 cross each other, creating a grid pattern, both above and below ground. It is much more difficult for an animal to squeeze through a fence than it is to squeeze between two parallel barriers.

De grootte van de maas 31 van het rasterpatroon wordt bepaald door het aantal insertieprofielen 20, hun onderlinge tussenafstand en de hoek tussen de geleidingsprofielen 8. De vakman begrijpt dat de maas 31 aangepast kan worden in functie van de diersoort die hij wil tegenhouden met het afrasteringspatroon. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om het afrasteringskader zelf aan te passen en meer perforaties te voorzien om een kleinere maas te bekomen, maar ook om niet in alle perforaties een insertieprofiel in te brengen om een grotere maas te bekomen. Figuur 4a toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een afrasteringspaneel 30 volgens de huidige uitvinding. Het afrasteringspaneel 30 omvat een afrasteringskader 1 en meerdere insertieprofielen 20.The size of the mesh 31 of the fencing pattern is determined by the number of insertion profiles 20, their mutual distance and the angle between the guide profiles 8. The skilled person understands that the mesh 31 can be adjusted in function of the animal species he wants to stop with the fencing pattern. . For example, it is possible to adjust the fence frame itself and provide more perforations to obtain a smaller mesh, but also not to insert an insertion profile in all perforations to obtain a larger mesh. Figure 4a shows a schematic representation of an Embodiment of a fence panel 30 according to the present invention. The fence panel 30 comprises a fence frame 1 and several insertion profiles 20.

Het afrasteringskader 1 omvat een onderprofiel 2, een eerste zijprofiel 3, een tweede zijprofiel 4, een verdelingsprofiel 5, een verstevigingsprofiel 6 en een bovenprofiel 7. Het onderprofiel 2, het verdelingsprofiel 5 en het verstevigingsprofiel 6 zijn elk voorzien van meerdere perforaties 11. Het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4 zijn eveneens voorzien van meerdere perforaties 11 over de afstand tussen het onderprofiel 2 en het verdelingsprofiel 5. Op elk van de voorgenoemde profielen zijn de perforaties 11 aangebracht in twee afzonderlijke rijen, een voorliggende rij en een achterliggende rij. In de uitvoeringsvorm van figuur 4a worden de insertieprofielen 20 diagonaal ingebracht doorheen een eerste perforatie in het verdelingsprofiel 5, een tweede perforatie in het verstevigingsprofiel 6 en een derde perforatie in het onderprofiel 2. De vakman begrijpt dat sommige insertieprofielen ook ingebracht kunnen worden doorheen een andere reeks van profielen, bijvoorbeeld doorheen een eerste perforatie in één van beide zijprofielen, een tweede perforatie in het verstevigingsprofiel 6 en een derde perforatie in het onderprofiel 2. In de uitvoeringsvorm van figuur 4a worden de insertieprofielen 20 ingebracht door perforaties 11 die allen behoren tot een overeenstemmende rij. De getekende insertieprofielen 20 worden ingebracht doorheen een eerste perforatie in de voorliggende rij van het verdelingsprofiel 5, een tweede perforatie in de voorliggende rij van het verstevigingsprofiel 6 en een derde perforatie in de voorliggende rij van het onderprofiel 2. Bij voorkeur zijn de rijen en perforaties van de verschillende profielen zodanig geschikt tegenover elkaar dat elk insertieprofiel ingebracht kan worden doorheen drie co-lineaire perforaties op drie verschillende profielen. Deze situatie kan bijvoorbeeld verwezenlijkt worden door elk profiel van evenveel rijen perforaties en eenzelfde regelmatig perforatiepatroon te voorzien. De vakman begrijpt dat de insertieprofielen indien gewenst ook ingebracht kunnen worden doorheen perforaties van niet-corresponderende rijen van verschillende profielen. Zo kan het ook gebeuren dat niet alle profielen eenzelfde aantal rijen perforaties hebben. Het is een voordeel van het gebruik van het verstevigingsprofiel 6 dat de effectieve kniklengte voor de insertieprofielen 20 gereduceerd wordt tijdens het in de grond drijven. Zodoende kan de doorsnede van de insertieprofielen 20 — die mede bepaald wordt door de noodzaak om knik van deze profielen te verhinderen — verkleind worden, hetgeen materiaal bespaart en toelaat om de insertieprofielen 20 eenvoudiger in het terrein te drijven. In vergelijking met het gebruik van geleidingsprofielen, zoals geïllustreerd in de context van een alternatieve uitvoeringsvorm, leidt het gebruik van het verstevigingsprofiel 6 tot een eenvoudiger fabricage van het afrasteringskader 1 en tot een grotere keuzevrijheid voor de gebruiker bij het inbrengen van de insertieprofielenThe fencing frame 1 comprises a bottom profile 2, a first side profile 3, a second side profile 4, a division profile 5, a reinforcement profile 6 and a top profile 7. The bottom profile 2, the division profile 5 and the reinforcement profile 6 are each provided with several perforations 11. The the first side profile 3 and the second side profile 4 are also provided with several perforations 11 over the distance between the bottom profile 2 and the distribution profile 5. On each of the aforementioned profiles, the perforations 11 are arranged in two separate rows, a front row and a rear row . In the embodiment of figure 4a, the insertion profiles 20 are inserted diagonally through a first perforation in the distribution profile 5, a second perforation in the reinforcement profile 6 and a third perforation in the lower profile 2. The skilled person understands that some insertion profiles can also be inserted through another series of profiles, for example through a first perforation in one of the two side profiles, a second perforation in the reinforcement profile 6 and a third perforation in the bottom profile 2. In the embodiment of figure 4a, the insertion profiles 20 are inserted through perforations 11, which all belong to a matching row. The drawn insertion profiles 20 are inserted through a first perforation in the front row of the distribution profile 5, a second perforation in the front row of the reinforcement profile 6 and a third perforation in the front row of the lower profile 2. The rows and perforations are preferably of the different profiles arranged so that each insertion profile can be inserted through three co-linear perforations on three different profiles. This situation can be achieved, for example, by providing each profile with the same number of rows of perforations and the same regular perforation pattern. The skilled person understands that the insertion profiles can also be inserted through perforations of non-corresponding rows of different profiles if desired. It can also happen that not all profiles have the same number of rows of perforations. It is an advantage of using the reinforcement profile 6 that the effective buckling length for the insertion profiles 20 is reduced during driving into the ground. The cross-section of the insertion profiles 20 - which is partly determined by the need to prevent buckling of these profiles - can thus be reduced, which saves material and makes it easier to drive the insertion profiles 20 into the terrain. Compared to the use of guide profiles, as illustrated in the context of an alternative embodiment, the use of the reinforcement profile 6 leads to a simpler manufacture of the fence frame 1 and to greater freedom of choice for the user when inserting the insertion profiles

20. Toch is het ook mogelijk om een verstevigingsprofiel met geleidingsprofielen te combineren.20. However, it is also possible to combine a reinforcement profile with guide profiles.

In de uitvoeringsvorm van figuur 4a omvat het afrasteringskader 1 een bekleding 10. Deze bekleding 10 bedekt de opening gevormd door het verdelingsprofiel 5, het eerste zijprofiel 3 en het tweede zijprofiel 4. De vakman is op de hoogte van geschikte materialen voor de bekleding, zoals bijvoorbeeld tuindraad of hekwerk. In de uitvoeringsvorm van figuur 4a steekt de bekleding 10 boven het bovenprofiel 7 uit. Het uitstekende deel is in een hoek geplooid ten opzichte van het vlak van het afrasteringskader 1. Het plaatsen van de bekleding 10 onder een dergelijke hoek aan de bovenzijde van het afrasteringskader 1 kan verhinderen dat dieren over het afrasteringspaneel 30 klimmen. De vakman beseft dat de oriëntatie van de hoek aangepast moet worden aan het beoogde doel; de bekleding moet omgeplooid worden naar de zijde waarlangs het paneel niet beklommen mag worden. In plaats van de bekleding 10 om te plooien boven het bovenprofiel 7, kunnen ook het eerste en tweede zijprofiel 3 en 4 van een geschikte hoek worden voorzien. In plaats van de bekleding 10 éénmaal te plooien, kan de bekleding tweemaal geplooid worden om beklimming maximaal tegen te gaan. Er bestaan alternatieve maatregelen om te verhinderen dat dieren over het afrasteringspaneel 30 klimmen: zo kunnen één of beide zijden en/of de bovenzijde van het afrasteringspaneel voorzien worden van schrikdraad of prikkeldraad. Figuur 4b toont een schematische uitvergroting van detail A uit figuur 4a. Op dit detail is te zien het tweede uiteinde 21 van een insertieprofiel verdikt is uitgevoerd zodat het niet in een perforatie 11 past. Het verdikt uitvoeren van het tweede uiteinde 21 brengt meerdere voordelen met zich mee. Ten eerste verhindert het verdikte uiteinde dat het insertieprofiel 20 te diep wordt ingebracht en niet meer toegankelijk is. Een tweede voordeel doet zich voor bij het — al dan niet machinaal — uit de grond tillen van een reeds geplaatst afrasteringspaneel. Dankzij het verdikte uiteinde wordt het insertieprofiel automatisch mee uit de grond getrokken en blijft het met het afrasteringspaneel verbonden. Tenslotte biedt het verdikte uiteinde ook een groter gemak om het insertieprofiel 20 in de grond te drijven door middel van bijvoorbeeld hameren. Het verdikte uiteinde kan ook uitgevoerd zijn met een perforatie om het insertieprofiel gemakkelijker te kunnen uittrekken. De verdikking kan bijvoorbeeld ook uitgevoerd worden door het lassen van een sluitring op het insertieprofiel of door het omplooien van het insertieprofiel.In the embodiment of figure 4a, the fencing frame 1 comprises a cladding 10. This cladding 10 covers the opening formed by the distribution profile 5, the first side profile 3 and the second side profile 4. The skilled person is aware of suitable materials for the cladding, such as for example garden wire or fencing. In the embodiment of figure 4a, the covering 10 protrudes above the top profile 7. The protruding part is bent at an angle to the plane of the fence frame 1. Placing the liner 10 at such an angle on the top of the fence frame 1 may prevent animals from climbing over the fence panel 30 . Those skilled in the art realize that the orientation of the angle must be adapted to the intended purpose; the covering must be folded over to the side on which the panel may not be climbed. Instead of folding the covering 10 over the top profile 7, the first and second side profiles 3 and 4 can also be provided with a suitable angle. Instead of pleating the liner 10 once, the liner can be pleated twice for maximum climbing resistance. There are alternative measures to prevent animals from climbing over the fencing panel 30: for example, one or both sides and/or the top of the fencing panel can be provided with electric fence wire or barbed wire. Figure 4b shows a schematic enlargement of detail A from figure 4a. This detail shows that the second end 21 of an insertion profile has been made thicker so that it does not fit into a perforation 11. Making the second end 21 thicker entails several advantages. Firstly, the thickened end prevents the insertion profile 20 from being inserted too deeply and no longer being accessible. A second advantage arises when lifting a fence panel that has already been placed out of the ground, whether or not mechanically. Thanks to the thickened end, the insertion profile is automatically pulled out of the ground and remains connected to the fence panel. Finally, the thickened end also offers greater convenience in driving the insertion profile 20 into the ground by means of, for example, hammering. The thickened end can also be provided with a perforation to make it easier to pull out the insertion profile. The thickening can also be carried out, for example, by welding a washer onto the insertion profile or by folding the insertion profile.

Figuur 4c toont een schematische weergave van het afrasteringspaneel volgens figuur 4a dat geplaatst is op het maaiveld 50 van een terrein. Door de kruislingse plaatsing van de insertieprofielen 20 vormen deze insertieprofielen 20 ondergronds een rooster. Een dergelijk rooster biedt een veel betere bescherming tegen ondergraven dan louter verticaal ingebrachte pinnen. De maas 31 van het rooster kan aangepast worden door het aantal ingebrachte insertieprofielen 20 te vergroten en/of door het patroon van de perforaties op de profielen van het afrasteringskader aan te passen. Zo zal een afrasteringspaneel 30 dat marters moet tegenhouden over een kleinere maas moeten beschikken dan een afrasteringspaneel dat wolven moet tegenhouden. Figuur 5a toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een modulaire afrastering 40 volgens de huidige uitvinding. De modulaire afrastering 40 bestaat uit twee afrasteringspanelen 30 en 30’ die met insertieprofielen in het terrein verankerd zijn en die onderling verbonden zijn. In de uitvoeringsvorm van figuur 5a worden de insertieprofielen 20 substantieel verticaal ingebracht in het terrein. Dit impliceert dat de insertieprofielen met een kleinere tussenafstand geplaatst moeten worden dan kruislings geplaatste insertieprofielen om eenzelfde niveau van ondergravingsbescherming te bekomen. Figuur 5b toont een schematische uitvergroting van detail B uit figuur 5a. Elk van beide aanliggende afrasteringspanelen 30 en 30’ is voorzien van één of meerdere geleidingsprofielen langs de buitenzijde van elk van de zijprofielen. Figuur 5b illustreert hoe de aanliggende afrasteringspanelen 30 en 30’ met elkaar verbonden worden door het gelijktijdig inbrengen van een insertieprofiel 20 in een eerste geleidingsprofiel 9, bevestigd aan de buitenzijde van zijprofiel 4 van afrasteringspaneel 30 en een tweede geleidingsprofiel 9’, bevestigd aan de buitenzijde van zijprofiel 3 van afrasteringspaneel 30’. Hierbij zijn 4 en 3’ de respectievelijke aanliggende zijprofielen. Bij voorkeur wordt het insertieprofiel ook ingebracht in een tweede paar geleidingsprofielen, zoals te zien is op figuur 5a, zodat beide aanliggende afrasteringspanelen op een vaste afstand van elkaar blijven. De geillustreerde manier van verankeren laat toe dat beide panelen op een verschillende hoogte worden geplaatst of dat zij een hoek maken ten opzichte van elkaar. De geleidingsprofielen 9 en 9’ kunnen ook uitgevoerd worden met een mechanisme dat toelaat om de afstand tussen zijprofielen 4 en 3' te regelen, waardoor de zijprofielen 4 en 3’ niet langer evenwijdig hoeven te lopen met elkaar, Hetzelfde effect kan bereikt worden door gebruik te maken van een verlengstuk tussen de geleidingsprofielen 9 en 9.Figure 4c shows a schematic representation of the fencing panel according to figure 4a placed on the ground level 50 of a site. Due to the crosswise placement of the insertion profiles 20, these insertion profiles 20 form a grid underground. Such a grid offers much better protection against undercutting than purely vertically inserted pins. The mesh 31 of the grid can be adjusted by increasing the number of inserted insert profiles 20 and/or by adjusting the pattern of the perforations on the profiles of the fence frame. For example, a fencing panel 30 intended to stop martens will have to have a smaller mesh than a fencing panel intended to stop wolves. Figure 5a shows a schematic representation of an Embodiment of a modular fence 40 according to the present invention. The modular fence 40 consists of two fence panels 30 and 30', which are anchored in the terrain with insert profiles and which are interconnected. In the embodiment of figure 5a the insert profiles 20 are inserted substantially vertically in the terrain. This implies that the insertion profiles must be placed with a smaller spacing than crosswise placed insertion profiles in order to obtain the same level of undercut protection. Figure 5b shows a schematic enlargement of detail B from figure 5a. Each of the two adjacent fence panels 30 and 30' is provided with one or more guide profiles along the outside of each of the side profiles. Figure 5b illustrates how the adjacent fence panels 30 and 30' are connected to each other by simultaneously inserting an insert profile 20 into a first guide profile 9, attached to the outside of side profile 4 of fence panel 30, and a second guide profile 9', attached to the outside. of side profile 3 of fence panel 30'. Here, 4 and 3' are the respective adjacent side profiles. Preferably, the insert profile is also inserted into a second pair of guide profiles, as can be seen in figure 5a, so that both adjacent fence panels remain at a fixed distance from each other. The illustrated way of anchoring allows both panels to be placed at a different height or to make an angle with respect to each other. The guide profiles 9 and 9' can also be equipped with a mechanism that allows to regulate the distance between side profiles 4 and 3', so that the side profiles 4 and 3' no longer have to run parallel to each other. The same effect can be achieved by using to make an extension between the guide profiles 9 and 9.

De vakman beseft dat de aanliggende afrasteringspanelen 30 en 30’ ook op een andere wijze aan elkaar bevestigd kunnen worden zonder afbreuk te doen aan de geest van de uitvinding. Zo kan er bijvoorbeeld een U-vormig verbindingsstuk geplaatst worden over de aanliggende zijprofielen 4 en 3. Dergelijke U-vormige verbindingsstukken kunnen de stabiliteit van de modulaire afrastering verbeteren, evenals haar visuele aspect.The skilled person realizes that the adjacent fence panels 30 and 30' can also be attached to each other in a different way without detracting from the spirit of the invention. For example, a U-shaped connecting piece can be placed over the adjacent side profiles 4 and 3. Such U-shaped connecting pieces can improve the stability of the modular fence, as well as its visual aspect.

Indien extra stabiliteit uit het vlak van de afsluiting gewenst is, bijvoorbeeld om het omduwen door grote dieren te voorkomen, kunnen er ook diagonale steunpalen dwars op de modulaire afrastering geplaatst worden. Figuur 6 toont een schematische weergave van een Uitvoeringsvorm van een modulaire afrastering 40 volgens de huidige uitvinding. De modulaire afrastering omvat drie afrasteringspanelen 30, 30° en 30”. Deze afrasteringspanelen zijn in de grond verankerd door middel van insertieprofielen 20 die diagonaal en kruislings geplaatst zijn. Twee aanliggende afrasteringspanelen zijn met elkaar verbonden door het gelijktijdig inbrengen van tenminste één insertieprofiel 20 in: - een eerste perforatie van het verdelingsprofiel van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen; - een tweede perforatie van een zijprofiel van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen, waarbij dit zijprofiel aanliggend is aan het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen; - een derde perforatie van een zijprofiel van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen, waarbij dit zijprofiel aanliggend is aan het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen; - een vierde perforatie van het onderprofiel van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen. Een dergelijke manier van het met elkaar verbinden van de aanliggende panelen creëert een doorlopend rooster van insertieprofielen 20 onder het maaiveld 50, waardoor de modulaire afrastering een uitstekende bescherming tegen ondergraving biedt. De mate van bescherming hangt hierbij af van de grootte van de maas 31 die gerealiseerd wordt en van hoe diep de insertieprofielen 20 in het terrein worden gedreven.If extra stability from the plane of the fence is desired, for example to prevent large animals from being pushed over, diagonal support posts can also be placed transversely on the modular fence. Figure 6 shows a schematic representation of an Embodiment of a modular fence 40 according to the present invention. The modular fence consists of three fence panels 30, 30° and 30”. These fencing panels are anchored in the ground by means of insertion profiles 20 placed diagonally and crosswise. Two adjacent fence panels are connected to each other by the simultaneous insertion of at least one insertion profile 20 in: - a first perforation of the distribution profile of the first of the two adjacent fence panels; - a second perforation of a side profile of the first of the two adjacent fencing panels, this side profile being adjacent to the second of the two adjacent fencing panels; - a third perforation of a side profile of the second of the two adjacent fencing panels, this side profile being adjacent to the first of the two adjacent fencing panels; - a fourth perforation of the lower profile of the second of the two adjacent fencing panels. Such a way of connecting the adjacent panels creates a continuous grid of insertion profiles 20 below ground level 50, as a result of which the modular fence offers excellent protection against undercutting. The degree of protection herein depends on the size of the mesh 31 that is realized and on how deep the insert profiles 20 are driven into the terrain.

Deze methode voor het verbinden van aanliggende panelen kan gebruikt worden in combinatie met de methode geïllustreerd in figuren 5a en 5b. Dit kan vooral handig zijn in hoeken van percelen, waar de methode van figuur ba en 5b toelaat om op eenvoudige wijze een willekeurige hoek te realiseren tussen twee aanliggende afrasteringspanelen.This method of connecting adjacent panels can be used in combination with the method illustrated in Figures 5a and 5b. This can be especially useful in corners of plots, where the method of figures ba and 5b allows to easily create an arbitrary angle between two adjacent fence panels.

De horizontale ruimte tussen twee aanliggende afrasteringspanelen is louter illustratief. Indien de perforaties in de aanliggende zijprofielen van twee aanliggende afrasteringspanelen uitgelijnd worden, kan het insertieprofiel 20 dat beide panelen met elkaar verbindt door de perforaties op gelijke hoogte van elk van beide aanliggende zijprofielen ingebracht worden. In dat geval kunnen aanliggende afrasteringspanelen quasi zonder tussenruimte tegen elkaar worden geplaatst.The horizontal space between two adjacent fence panels is purely illustrative. If the perforations in the adjacent side profiles of two adjacent fence panels are aligned, the insertion profile 20 connecting both panels can be inserted through the perforations at the same height of each of the two adjacent side profiles. In that case, adjacent fence panels can be placed against each other almost without any space in between.

Figuur 7 toont een schematische weergave van de modulaire afrastering 40 volgens figuur 6 die geplaatst is op een oneffen terrein. Ook in het geval van een oneffen terrein kunnen aanliggende afrasteringspanelen met elkaar verbonden worden volgens de beschreven methode.Figure 7 shows a schematic representation of the modular fence 40 of Figure 6 placed on an uneven terrain. Adjacent fencing panels can also be connected to each other in the case of uneven terrain according to the described method.

In de uitvoeringsvormen waarin de bekleding van de afrasteringspanelen omgeplooid is boven het bovenprofiel om het beklimmen van de afrastering te verhinderen, kan er een te grote opening ontstaan tussen de omgeplooide bekleding van twee aanliggende afrasteringspanelen wanneer deze niet in elkaars verlengde liggen. Deze openingen kunnen opgevuld worden door een op maat gesneden draadraster te bevestigen aan beide aanliggende afrasteringspanelen om de opening af te dekken. Alternatief kan een afrasteringspaneel volgens de uitvinding voorzien worden dat speciaal aangepast is om hoeken in de modulaire afrastering te overbruggen. Er kunnen bijvoorbeeld aangepaste panelen voorzien worden voor het vormen van een hoek van 45° of 90°. Er kan ook een afrasteringspaneel volgens de uitvinding voorzien worden dat speciaal aangepast is om hoogteverschillen in de modulaire afrastering te overbruggen.In the embodiments in which the covering of the fence panels is folded over above the top profile to prevent climbing the fence, too large a gap can arise between the folded covering of two adjacent fence panels when they are not in line with each other. These gaps can be filled by fitting a cut wire mesh to both adjacent fence panels to cover the gap. Alternatively, a fencing panel according to the invention can be provided which is specially adapted to bridge corners in the modular fencing. For example, custom panels can be provided to form an angle of 45° or 90°. A fencing panel according to the invention can also be provided, which is specially adapted to bridge height differences in the modular fencing.

De vakman beseft eveneens dat het wenselijk is dat de modulaire afrastering 40 een poort, deur of andere toegangsopening omvat. Deze toegangsopening heeft ook een ondergravingsbescherming nodig. Een dergelijke toegang met ondergravingsbescherming kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden met een afrasteringskader volgens de huidige uitvinding, indien het verdelingsprofiel voldoende kort bij het onderprofiel wordt geplaatst zodat mens en dier er makkelijk kunnen overheen stappen. De opening tussen het verdelingsprofiel, beide zijprofielen en het bovenprofiel kan dan voorzien worden van een poort of deur. Op deze wijze wordt de ondergravingsbescherming van de afrastering niet onderbroken ter hoogte van een toegangsopening. Aangezien noch het externe gabarit, noch de plaatsingswijze van het aangepaste afrasteringskader wijzigen ten opzichte van een standaard afrasteringskader kan een dergelijke toegangsopening op modulaire wijze in de afrastering geplaatst worden.Those skilled in the art also appreciate that it is desirable for the modular fence 40 to include a gate, door, or other access opening. This access opening also needs undercut protection. Such an access with undercut protection can for instance be realized with a fencing frame according to the present invention, if the dividing profile is placed sufficiently close to the bottom profile so that people and animals can easily step over it. The opening between the distribution profile, both side profiles and the top profile can then be fitted with a gate or door. In this way, the undercut protection of the fence is not interrupted at an access opening. Since neither the external gabarit nor the placement method of the adapted fencing frame change compared to a standard fencing frame, such an access opening can be placed in the fencing in a modular manner.

Referentienummers 1 afrasteringskader 2 onderprofiel 3,3 eerste zijprofiel 4 tweede zijprofiel 5,5 verdelingsprofiel 6 verstevigingsprofiel 7 bovenprofiel 8 geleidingsprofiel 9,9 verbindingsprofiel bekleding 11 perforaties 12 voorliggende rij perforaties 13 achterliggende rij perforaties insertieprofielen 21 tweede uiteinde van insertieprofiel 30, 30’, 30” afrasteringspaneel 31 maas 40 modulaire afrastering 50 maaiveldReference numbers 1 fencing frame 2 bottom profile 3,3 first side profile 4 second side profile 5,5 division profile 6 reinforcement profile 7 top profile 8 guide profile 9,9 connection profile cladding 11 perforations 12 front row of perforations 13 rear row of perforations insertion profiles 21 second end of insertion profile 30, 30', 30 ” fence panel 31 mesh 40 modular fence 50 ground level

Claims (15)

Conclusies BE2021/6057Conclusions BE2021/6057 1. Afrasteringskader (1), ingericht om één of meer insertieprofielen (20) te ontvangen, omvattende een onderprofiel (2); een eerste zijprofiel (3, 3’), gesitueerd aan een eerste lateraal uiteinde; een tweede zijprofiel (4) gesitueerd aan een tweede lateraal uiteinde; en een verdelingsprofiel (5, 5’); waarbij het onderprofiel (2) bevestigd is aan of tussen het eerste zijprofiel (3, 3’) en het tweede zijprofiel (4); waarbij het verdelingsprofiel (5, 5’) bevestigd is tussen het eerste zijprofiel (3, 3’) en het tweede zijprofiel (4) op een afstand van en substantieel evenwijdig aan het onderprofiel (2); waarbij het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’) elk voorzien zijn van meerdere perforaties (11); waarbij de meerdere perforaties (11) op tenminste één van het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’) zijn aangebracht in twee of meer afzonderlijke rijen (12, 13); waarbij de afzonderlijke rijen (12, 13) in het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’) zodanig zijn gepositioneerd dat individuele insertieprofielen (20) op één of meerdere manieren kunnen worden ingebracht doorheen een eerste perforatie (11) in het verdelingsprofiel (5, 5’) en een tweede perforatie (11) in het onderprofiel (2).Claims 1. Fence frame (1), arranged to receive one or more insertion profiles (20), comprising a lower profile (2); a first side profile (3, 3'), located at a first lateral end; a second side profile (4) located at a second lateral end; and a distribution profile (5, 5'); wherein the bottom profile (2) is attached to or between the first side profile (3, 3') and the second side profile (4); wherein the dividing profile (5, 5') is mounted between the first side profile (3, 3') and the second side profile (4) at a distance from and substantially parallel to the bottom profile (2); wherein the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5') are each provided with several perforations (11); wherein the plurality of perforations (11) on at least one of the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5') are arranged in two or more separate rows (12, 13); wherein the individual rows (12, 13) in the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5') are positioned such that individual insertion profiles (20) can be inserted in one or more ways through a first perforation (11) in the distribution profile (5, 5') and a second perforation (11) in the lower profile (2). 2. Afrasteringskader (1) volgens conclusie 1, waarbij het eerste zijprofiel (3, 3’) en het tweede zijprofiel (4) elk voorzien zijn van meerdere perforaties (11): waarbij de meerdere perforaties (11) op elk van het eerste zijprofiel (3, 3’) en het tweede zijprofiel (4) zijn aangebracht in één of meer afzonderlijke rijen (12, 13); waarbij de meerdere perforaties (11) op elk van het eerste zijprofiel (3, 3’) en het tweede zijprofiel (4) ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht over de afstand tussen het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’).A fencing frame (1) according to claim 1, wherein the first side profile (3, 3') and the second side profile (4) are each provided with a plurality of perforations (11): the plurality of perforations (11) on each of the first side profile (3, 3') and the second side profile (4) are arranged in one or more separate rows (12, 13); wherein the plurality of perforations (11) on each of the first side profile (3, 3') and the second side profile (4) are provided at least partially over the distance between the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5'). 3. Afrasteringskader (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de perforaties (11) in een periodiek patroon geschikt zijn.A fencing frame (1) according to claim 1 or 2, wherein the perforations (11) are arranged in a periodic pattern. 4. Afrasteringskader (1) volgens conclusie 3, waarbij het periodieke patroon een perimeter gedefinieerd door het onderprofiel (2), het eerste zijprofiel (3, 3’), het tweede zijprofiel (4) en het verdelingsprofiel (5, 5’), volledig bestrijkt.A fence frame (1) according to claim 3, wherein the periodic pattern defines a perimeter by the lower profile (2), the first side profile (3, 3'), the second side profile (4) and the dividing profile (5, 5'), fully covered. 5. Afrasteringskader (1) volgens één van voorgaande conclusies, waarbij ten minste één eerste perforatie (11) in het verdelingsprofiel (5, 5’) geassocieerd is met een tweede perforatie (11) in het onderprofiel (2)A fencing frame (1) according to any one of the preceding claims, wherein at least one first perforation (11) in the distribution profile (5, 5') is associated with a second perforation (11) in the bottom profile (2) door middel van een geleidingsprofiel (8), waarbij een insertieprofiel (20) ingebracht kan worden in hetBE2021/6057 geleidingsprofiel (8).by means of a guide profile (8), whereby an insertion profile (20) can be inserted into the BE2021/6057 guide profile (8). 6. Afrasteringskader (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het afrasteringskader (1) eveneens een verstevigingsprofiel (6) omvat; waarbij het verstevigingsprofiel (6) bevestigd is tussen het eerste zijprofiel (3, 3”) en het tweede zijprofiel (4); waarbij het verstevigingsprofiel (6) bevestigd is tussen het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’), op een afstand van en substantieel evenwijdig aan het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’); waarbij het verstevigingsprofiel (6) voorzien is van meerdere perforaties (11); waarbij de meerdere perforaties (11) op het verstevigingsprofiel (6) zijn aangebracht in één of meer afzonderlijke rijen (12, 13); waarbij de afzonderlijke rijen (12, 13) in het verstevigingsprofiel (6) zodanig zijn gepositioneerd dat individuele insertieprofielen (20) op één of meerdere manieren kunnen worden ingebracht doorheen een eerste perforatie (11) in het verdelingsprofiel (5, 5’), een tweede perforatie (11) in het verstevigingsprofiel (6) en een derde perforatie (11) in het onderprofiel (2).6. Fencing frame (1) according to one of the preceding claims, wherein the fencing frame (1) also comprises a reinforcement profile (6); wherein the reinforcement profile (6) is fixed between the first side profile (3, 3”) and the second side profile (4); wherein the reinforcement profile (6) is fixed between the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5'), at a distance from and substantially parallel to the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5'); wherein the reinforcement profile (6) is provided with several perforations (11); the multiple perforations (11) on the reinforcement profile (6) being arranged in one or more separate rows (12, 13); wherein the individual rows (12, 13) in the reinforcement profile (6) are positioned such that individual insertion profiles (20) can be inserted in one or more ways through a first perforation (11) in the distribution profile (5, 5'), a second perforation (11) in the reinforcement profile (6) and a third perforation (11) in the lower profile (2). 7. Samenstel omvattende een afrasteringskader (1) volgens één van de voorgaande conclusies en één of meer insertieprofielen (20); waarbij de één of meer insertieprofielen langer zijn dan de afstand tussen het onderprofiel (2) en het verdelingsprofiel (5, 5’); waarbij een eerste uiteinde van de één of meer insertieprofielen (20) zodanig is gevormd dat het ingebracht kan worden in de perforaties (11).Assembly comprising a fencing frame (1) according to one of the preceding claims and one or more insert profiles (20); wherein the one or more insert profiles are longer than the distance between the bottom profile (2) and the distribution profile (5, 5'); wherein a first end of the one or more insertion profiles (20) is formed such that it can be inserted into the perforations (11). 8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij een tweede uiteinde (21) van de één of meer insertieprofielen (20) zodanig is gevormd dat het niet ingebracht kan worden in de perforaties (11).An assembly according to claim 7, wherein a second end (21) of the one or more insert profiles (20) is formed such that it cannot be inserted into the perforations (11). 9. Afrasteringspaneel (30, 30’, 30”), omvattende een samenstel volgens conclusies 7 of 8; waarbij het afrasteringskader (1) substantieel verticaal geplaatst is op een maaiveld (50) van een terrein; waarbij de één of meer insertieprofielen (20) ingebracht zijn in twee tegenover elkaar liggende perforaties (11}; waarbij het eerste uiteinde van de één of meer insertieprofielen (20) in het terrein gedreven is.A fence panel (30, 30', 30"), comprising an assembly according to claims 7 or 8; wherein the fence frame (1) is placed substantially vertically on a ground level (50) of a property; wherein the one or more insert profiles (20) are inserted into two opposing perforations (11}, wherein the first end of the one or more insert profiles (20) is driven into the terrain. 10. Modulaire afrastering (40) die één of meer afrasteringspanelen (30, 30’, 30”) volgens conclusie 9 omvat.A modular fence (40) comprising one or more fence panels (30, 30', 30") according to claim 9. 11. Werkwijze voor het plaatsen van een afrasteringspaneel (30, 30°, 30”) volgens conclusie 9, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het substantieel verticaal plaatsen van het afrasteringskader (1) op een maaiveld (50) van een terrein; het inbrengen van de één of meer insertieprofielen (20) in twee tegenover elkaar geplaatste perforaties (11}; het in het terrein drijven van het eerste uiteinde van de één of meer insertieprofielen (20) die ingebracht zijn in twee tegenover elkaar liggende perforaties (11).A method of installing a fence panel (30, 30°, 30") according to claim 9, the method comprising the steps of: placing the fence frame (1) substantially vertically on a ground level (50) of a property; inserting the one or more insert profiles (20) into two opposing perforations (11}; driving into the terrain the first end of the one or more insert profiles (20) inserted into two opposing perforations (11 ). 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij tenminste een deel van de één of meer insertieprofielen (20) diagonaal ingebracht wordt, hetzij door een eerste perforatie (11) in het verdelingsprofiel (5, 5’) en een tweede perforatie (11) in het onderprofiel (2); hetzij door een eerste perforatie (11) in het verdelingsprofiel (5, 5’) en een tweede perforatie (11) in het eerste of tweede zijprofiel (3, 3, 4); hetzij door een eerste perforatie (11) in het eerste of tweede zijprofiel (3, 3’, 4) en een tweede perforatie (11) in het onderprofiel (2).A method according to claim 11, wherein at least part of the one or more insertion profiles (20) is inserted diagonally, either through a first perforation (11) in the distribution profile (5, 5') and a second perforation (11) in the lower profile (2); either through a first perforation (11) in the distribution profile (5, 5') and a second perforation (11) in the first or second side profile (3, 3, 4); either through a first perforation (11) in the first or second side profile (3, 3', 4) and a second perforation (11) in the bottom profile (2). 13. Werkwijze voor het plaatsen van een modulaire afrastering (40) volgens conclusie 10, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het plaatsen van één of meer afrasteringspanelen (30, 30’, 30”) volgens de werkwijze van conclusie 11; het met elkaar verbinden van de aanliggende afrasteringspanelen (30, 30°, 30”).A method of installing a modular fence (40) according to claim 10, the method comprising the steps of: installing one or more fence panels (30, 30', 30") according to the method of claim 11; connecting the adjacent fence panels (30, 30°, 30”) together. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”) met elkaar verbonden worden door het gelijktijdig inbrengen van tenminste één insertieprofiel (20) in een verbindingsprofiel (9, 9’) van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”) en een verbindingsprofiel (9, 9’) van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”).A method according to claim 13, wherein two adjacent fence panels (30, 30', 30") are joined together by simultaneously inserting at least one insert profile (20) into a connection profile (9, 9') of the first of the two adjacent fence panels (30, 30', 30”) and a connection profile (9, 9') of the second of the two adjacent fence panels (30, 30', 30”). 15. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”) met elkaar verbonden worden door het gelijktijdig inbrengen van tenminste één insertieprofiel (20) in een eerste perforatie (11) van het verdelingsprofiel (5, 5’) van het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”);A method according to claim 13, wherein two adjacent fence panels (30, 30', 30") are connected to each other by simultaneously inserting at least one insertion profile (20) into a first perforation (11) of the distribution profile (5, 5' ) of the first of the two adjacent fence panels (30, 30', 30”); een tweede perforatie (11) van een zijprofiel (3, 3’, 4) van het eerste van de twee aanliggende BE2021/6057 afrasteringspanelen (30, 30’, 30”), waarbij dit zijprofiel (3, 3’, 4) aanliggend is aan het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”); een derde perforatie (11) van een zijprofiel (3, 3’, 4) van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”), waarbij dit zijprofiel (3, 3’, 4) aanliggend is aan het eerste van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”); een vierde perforatie (11) van het onderprofiel (2) van het tweede van de twee aanliggende afrasteringspanelen (30, 30’, 30”).a second perforation (11) of a side profile (3, 3', 4) of the first of the two adjacent BE2021/6057 fencing panels (30, 30', 30”), whereby this side profile (3, 3', 4) is adjacent is at the second of the two adjacent fence panels (30, 30', 30”); a third perforation (11) of a side profile (3, 3', 4) of the second of the two adjacent fence panels (30, 30', 30”), this side profile (3, 3', 4) being adjacent to the first of two adjacent fence panels (30, 30', 30”); a fourth perforation (11) of the bottom profile (2) of the second of the two adjacent fence panels (30, 30', 30").
BE20216057A 2021-12-23 2021-12-23 MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION BE1029556B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20216057A BE1029556B1 (en) 2021-12-23 2021-12-23 MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION
EP22216459.2A EP4202157A1 (en) 2021-12-23 2022-12-23 Modular fence with dig protection

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20216057A BE1029556B1 (en) 2021-12-23 2021-12-23 MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1029556B1 true BE1029556B1 (en) 2023-01-30

Family

ID=79425318

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20216057A BE1029556B1 (en) 2021-12-23 2021-12-23 MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4202157A1 (en)
BE (1) BE1029556B1 (en)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1005422A (en) * 1947-07-17 1952-04-10 Fence especially for small livestock
US4723760A (en) * 1987-05-14 1988-02-09 Sullivan William O Picket fence assembly
US5613664A (en) * 1994-09-30 1997-03-25 Svalbe; John Plastic fences and method for prefabricating such fences
US7216854B2 (en) * 2004-02-20 2007-05-15 Bryan Thomas R Modular fence
US20130264532A1 (en) * 2012-04-05 2013-10-10 Robert Sherman Goodman Screwless Retaining Bar
US20170122001A1 (en) * 2015-10-28 2017-05-04 American Fence System, Inc. Method and apparatus for fixing and constructing fences

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3484081A (en) 1967-10-12 1969-12-16 Edward B Rowan Prefabricated fencing
US20110240939A1 (en) 2010-03-30 2011-10-06 Justice Deborah I Fence bottom security device
US20120187359A1 (en) 2011-01-20 2012-07-26 Carmichael George W Extendable Fence
US20130105754A1 (en) 2011-11-01 2013-05-02 Gerald San Filippo Animal barrier
US20150021532A1 (en) 2013-07-16 2015-01-22 Katrina Smith Barrier fence assembly

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1005422A (en) * 1947-07-17 1952-04-10 Fence especially for small livestock
US4723760A (en) * 1987-05-14 1988-02-09 Sullivan William O Picket fence assembly
US5613664A (en) * 1994-09-30 1997-03-25 Svalbe; John Plastic fences and method for prefabricating such fences
US7216854B2 (en) * 2004-02-20 2007-05-15 Bryan Thomas R Modular fence
US20130264532A1 (en) * 2012-04-05 2013-10-10 Robert Sherman Goodman Screwless Retaining Bar
US20170122001A1 (en) * 2015-10-28 2017-05-04 American Fence System, Inc. Method and apparatus for fixing and constructing fences

Also Published As

Publication number Publication date
EP4202157A1 (en) 2023-06-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3393897A (en) Barrier
US5215290A (en) Plastic fence
US6070859A (en) Gap blocker and vegetation barrier for the bottom of fences
GB2167786A (en) Fencing panel; gate
US20150021532A1 (en) Barrier fence assembly
BE1029556B1 (en) MODULAR FENCING WITH UNDERGROUND PROTECTION
CN106535631B (en) Device for withstanding terrestrial gastropods
DE3530049A1 (en) PRE-MADE CONCRETE HANGSTONE
JP2002078441A (en) Guard fence for wild animal
KR101677493B1 (en) Functional aid fence for guardrail
JPS6340069A (en) Fence system and manufacture thereof
EP0478563A4 (en) Retaining wall structure for a garden bed
JP3245939U (en) Anti-beast net support fence and anti-beast net system
US4206562A (en) Fish trap
GB2437598A (en) Animal escape device
JP5384390B2 (en) Beast harm prevention fence
US20120068135A1 (en) Grate wall
KR101258392B1 (en) The fence of guardrail to prevent roadkill
JP7172552B2 (en) Hoofing pest directional guidance device and method
JP7010497B2 (en) Small animal invasion prevention structure
JP3868442B2 (en) Fence body for fence
AU640574B2 (en) Improvements in or relating to fencing
JP4898872B2 (en) Fence assembly and fence-connecting network connector
JP5326082B2 (en) Pest structure for preventing pest invasion
DE4240229C2 (en) Amphibian guide wall

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230130