BE1028425B1 - Richtingsgeleiding en indelingsnaleving voor artikelverzameling - Google Patents

Richtingsgeleiding en indelingsnaleving voor artikelverzameling Download PDF

Info

Publication number
BE1028425B1
BE1028425B1 BE20215548A BE202105548A BE1028425B1 BE 1028425 B1 BE1028425 B1 BE 1028425B1 BE 20215548 A BE20215548 A BE 20215548A BE 202105548 A BE202105548 A BE 202105548A BE 1028425 B1 BE1028425 B1 BE 1028425B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
article
target
detected
item
image
Prior art date
Application number
BE20215548A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028425A1 (nl
Inventor
Yi-Hsuan Yeh
Chu Pang Alex Ng
Original Assignee
Zebra Technologies
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zebra Technologies filed Critical Zebra Technologies
Publication of BE1028425A1 publication Critical patent/BE1028425A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028425B1 publication Critical patent/BE1028425B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q10/00Administration; Management
    • G06Q10/08Logistics, e.g. warehousing, loading or distribution; Inventory or stock management
    • G06Q10/087Inventory or stock management, e.g. order filling, procurement or balancing against orders
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01CMEASURING DISTANCES, LEVELS OR BEARINGS; SURVEYING; NAVIGATION; GYROSCOPIC INSTRUMENTS; PHOTOGRAMMETRY OR VIDEOGRAMMETRY
    • G01C21/00Navigation; Navigational instruments not provided for in groups G01C1/00 - G01C19/00
    • G01C21/20Instruments for performing navigational calculations
    • G01C21/206Instruments for performing navigational calculations specially adapted for indoor navigation
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K19/00Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings
    • G06K19/06Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the kind of the digital marking, e.g. shape, nature, code
    • G06K19/06009Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the kind of the digital marking, e.g. shape, nature, code with optically detectable marking
    • G06K19/06018Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the kind of the digital marking, e.g. shape, nature, code with optically detectable marking one-dimensional coding
    • G06K19/06028Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the kind of the digital marking, e.g. shape, nature, code with optically detectable marking one-dimensional coding using bar codes
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06VIMAGE OR VIDEO RECOGNITION OR UNDERSTANDING
    • G06V20/00Scenes; Scene-specific elements
    • G06V20/20Scenes; Scene-specific elements in augmented reality scenes
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06VIMAGE OR VIDEO RECOGNITION OR UNDERSTANDING
    • G06V30/00Character recognition; Recognising digital ink; Document-oriented image-based pattern recognition
    • G06V30/10Character recognition
    • G06V30/22Character recognition characterised by the type of writing
    • G06V30/224Character recognition characterised by the type of writing of printed characters having additional code marks or containing code marks
    • G06V30/2247Characters composed of bars, e.g. CMC-7
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W4/00Services specially adapted for wireless communication networks; Facilities therefor
    • H04W4/02Services making use of location information
    • H04W4/024Guidance services

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Economics (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Human Resources & Organizations (AREA)
  • General Business, Economics & Management (AREA)
  • Entrepreneurship & Innovation (AREA)
  • Finance (AREA)
  • Marketing (AREA)
  • Operations Research (AREA)
  • Quality & Reliability (AREA)
  • Strategic Management (AREA)
  • Tourism & Hospitality (AREA)
  • Development Economics (AREA)
  • Accounting & Taxation (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Computer Vision & Pattern Recognition (AREA)
  • User Interface Of Digital Computer (AREA)
  • Image Analysis (AREA)

Abstract

Een werkwijze in een mobiele computerinrichting omvat: het verkrijgen van bestellingverzamelgegevens bevattende (i) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (iii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; het besturen van een beeldsensor van de mobiele computerinrichting om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; het, gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens, detecteren van een artikel vanuit het beeld; het, wanneer het detecteerde artikel een doelartikel is, besturen van een uitvoersamenstel van de mobiele computerinrichting om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en het, wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, besturen van het uitvoersamenstel om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling.

Description

RICHTINGSGELEIDING EN INDELINGSNALEVING VOOR ARTIKELVERZAMELING
ACHTERGROND Sommige detailhandelaars bieden diensten aan zoals bezorging van online bestellingen, of “koop online, haal op in winkel” (“buy online, pick up in store”, BOPIS), waarbij klanten in staat worden gesteld om bestellingen te plaatsen via een netwerk. De bestellingen kunnen dan worden klaargemaakt door winkelpersoneel, en worden opgehaald door klanten of worden bezorgd op een klantadres. Voor dergelijke diensten kunnen artikelen handmatig worden verzameld door personeel in de winkel. Een bepaalde winkel kan een grote verscheidenheid aan artikelen bevatten, wat het klaarmaken van bestellingen in de winkel voorafgaand aan ophalen of bezorging tijdrovend en foutgevoelig kan maken.
SAMENVATTING Volgens een aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft omvattende: het verkrijgen van bestellingverzamelgegevens bevattende (5) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (iii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; het besturen van een beeldsensor van een mobiele computerinrichting om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; het, gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens, detecteren van een artikel vanuit het beeld; het, wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, besturen van een uitvoersamenstel van de mobiele computerinrichting om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en het, wanneer het gedetecteerde artikel een niet-
doelartikel is, besturen van het uitvoersamenstel om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling.
De werkwijze kan verder omvatten: het besturen van een display om het verkregen beeld te presenteren; waarbij de prompt om het detecteerde artikel te verzamelen een overlay op het beeld bij de positie van het gedetecteerde artikel omvat.
Als alternatief, of in aanvulling, kan de werkwijze verder omvatten: het besturen van een gegevensvastlegmodule om het gedetecteerde artikel te scannen; en het updaten van een verzamelstatusindicator die is geassocieerd met het gedetecteerde artikel.
Als alternatief, of in aanvulling, kan de werkwijze verder het bepalen omvatten van of de verzamelstatusindicatoren van elk van de doelartikelen aangeven dat de doelartikelen zijn verzameld. Wanneer bepaling bevestigend is, kan voltooiing worden gerapporteerd aan een server.
Het besturen van het uitvoersamenstel om de richtingsprompt te genereren kan voordeligerwijze omvatten: het bepalen van een positie van het geselecteerde doelartikel ten opzichte van het gedetecteerde artikel vanuit de referentie-indeling; en het genereren van de richtingsprompt die een richting vanaf de positie van het gedetecteerde artikel in de richting van de positie van het geselecteerde doelartikel aangeeft.
Nog verder of als alternatief, kan de werkwijze voordeligerwijze het opslaan van een artikelidentificatie van het gedetecteerde artikel in een geobserveerde indeling; het herhalen van de beeldsensorbesturing en artikeldetectie om een verder gedetecteerd artikel te detecteren; en het updaten van de geobserveerde indeling met een artikelidentificatie van het verdere gedetecteerde artikel omvatten.
Het bepalen van de richtingsgeleiding kan voordeligerwijze worden gebaseerd op een vergelijking tussen de geobserveerde indeling en de referentie-indeling. Bij voorkeur omvat de werkwijze verder het verkrijgen van bewegingsdata vanuit een bewegingssensor, waarbij de bewegingsdata een richting van beweging van de mobiele computerinrichting aangeeft; en het bepalen van een positie van het verdere gedetecteerde artikel gebaseerd op de bewegingsdata. Voordeligerwijze kan de werkwijze het bepalen dat de geobserveerde indeling niet overeenstemt met de referentie-indeling; en het genereren van een niet-nalevingswaarschuwing omvatten.
Volgens een ander of verder aspect van de uitvinding wordt een computerinrichting verschaft, bij voorkeur een mobiele computerinrichting. De computerinrichting omvat een beeldsensor; een uitvoersamenstel; en een processor. De processor is ingericht om bestellingverzamelgegevens te verkrijgen bevattende (i) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (iii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen. De processor is verder ingericht om de beeldsensor te besturen om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen en een artikel te detecteren vanuit het beeld, gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens. Wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, bestuurt de processor het uitvoersamenstel om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen. Wanneer het gedetecteerde artikel een niet- doelartikel is, bestuurt de processor het uitvoersamenstel om een richtingsgeleiding (richtingsprompt) in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling.
Bij voorkeur is de processor verder ingericht om: een display van het uitvoersamenstel te besturen om het verkregen beeld te presenteren. Bij voorkeur, waarbij de prompt om het gedetecteerde artikel te verzamelen een overlay op het beeld bij de positie van het gedetecteerde artikel omvat.
Als alternatief, of in aanvulling, is de processor voordeligerwijze verder ingericht om een gegevensvastlegmodule te besturen om het gedetecteerde artikel te scannen; en om een met het gedetecteerde artikel geassocieerde verzamelstatusindicator te updaten.
Voordeligerwijze kan de processor nog verder zijn ingericht om te bepalen of de verzamelstatusindicatoren van elk van de doelartikelen aangeven dat de doelartikelen zijn verzameld. Wanneer bepaling bevestigend is, kan de processor voltooiing rapporteren aan een server.
Om het uitvoersamenstel te besturen om de richtingsprompt te genereren, kan de processor verder zijn ingericht om: een positie van het geselecteerde doelartikel ten opzichte van het gedetecteerde artikel te bepalen vanuit de referentie-indeling; en de richtingsprompt te genereren die een richting vanaf de positie van het gedetecteerde artikel in de richting van de positie van het selecteerde doelartikel aangeeft.
Bij voorkeur is de processor verder ingericht om: een artikelidentificatie van het gedetecteerde artikel in een geobserveerde indeling op te slaan; en om de beeldsensorbesturing en artikeldetectie te herhalen om een verder gedetecteerd artikel te detecteren. Voordeligerwijze kan de geobserveerde indeling worden geüpdatet met een artikelidentificatie van het verdere gedetecteerde artikel.
Voordeligerwijze kan de processor verder zijn ingericht om: de richtingsgeleiding te bepalen gebaseerd op een vergelijking tussen de geobserveerde indeling en de referentie-indeling.
Als alternatief, of in aanvulling, kan de computerinrichting bij voorkeur een bewegingssensor omvatten. De processor 1s bij voorkeur ingericht om: bewegingsdata te verkrijgen vanuit de bewegingssensor,
waarbij de bewegingsdata een richting van beweging van de computerinrichting aangeeft; en een positie van het verdere gedetecteerde artikel te bepalen gebaseerd op de bewegingsdata.
Voordeligerwijze kan de processor verder zijn ingericht om een 5 niet-nalevingswaarschuwing te genereren wanneer hij bepaalt dat de geobserveerde indeling niet overeenstemt met de referentie-indeling. Volgens een nog verder of aanvullend aspect wordt een niet- vergankelijk door een computer leesbaar medium verschaft. Het medium slaat door een computer leesbare instructies op die uitvoerbaar zijn door een processor, bijv. van een mobiele computerinrichting volgens de uitvinding, om wanneer uitgevoerd een werkwijze volgens de uitvinding te verrichten. Bij voorkeur slaat het niet-vergankelijke door een computer leesbare medium door een computer leesbare instructies op die door een processor uitvoerbaar zijn om: bestellingverzamelgegevens te verkrijgen bevattende (1) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet- doelartikelen aangeeft, en (ii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; een beeldsensor te besturen om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; een artikel te detecteren vanuit het beeld, gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens; een uitvoersamenstel te besturen om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen, wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is; en het uitvoersamenstel te besturen om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling, wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHEIDENE AANZICHTEN
VAN DE TEKENINGEN De bijgaande figuren, waar overeenkomstige referentiecijfers verwijzen naar identieke of functioneel gelijkende elementen doorheen de afzonderlijke aanzichten, samen met de gedetailleerde beschrijving hieronder, zijn inbegrepen in en maken deel uit van de specificatie, en dienen om uitvoeringsvormen van concepten die de geclaimde uitvinding omvatten verder te illustreren, en verscheidene principes en voordelen van die uitvoeringsvormen uit te leggen. FIG. 1 is een diagram van een systeem voor artikelverzamelgeleiding. FIG. 2 is een stroomschema van een werkwijze voor artikelverzamelgeleiding. FIG. 3 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blok 205 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 4 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blok 210 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 5 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blok 215 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 6 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blokken 220 en 225 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 7 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blok 225 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 8 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blok 245 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 9 is een diagram dat een andere voorbeeldverrichting van blokken 220 en 225 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert. FIG. 10 is een diagram dat een voorbeeldverrichting van blok 250 van de werkwijze van FIG. 2 illustreert.
De vakman zal begrijpen dat elementen in de figuren ten behoeve van eenvoud en helderheid zijn geïllustreerd en niet noodzakelijkerwijze op schaal zijn getekend. Bijvoorbeeld, de afmetingen van sommige van de elementen in de figuren kunnen overdreven zijn ten opzichte van andere elementen om te helpen om begrip van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding te verbeteren.
De inrichtings- en werkwijzecomponenten zijn waar passend vertegenwoordigd door gebruikelijke symbolen in de tekeningen, waarbij slechts die specifieke details worden getoond die van wezenlijk belang zijn voor het begrijpen van de uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding om zo de openbaring niet te verdoezelen met details die dadelijk duidelijk zullen zijn voor de gemiddelde vakman die het voordeel van de hierin gegeven beschrijving heeft.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Hierin geopenbaarde voorbeelden zijn gericht op een werkwijze in een mobiele computerinrichting omvattende: het verkrijgen van bestellingverzamelgegevens bevattende (1) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (u) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (iii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; het besturen van een beeldsensor van de mobiele computerinrichting om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; het, gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens, detecteren van een artikel vanuit het beeld; het, wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, besturen van een uitvoersamenstel van de mobiele computerinrichting om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en het, wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, besturen van het uitvoersamenstel om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling.
Aanvullende hierin geopenbaarde voorbeelden zijn gericht op een computerinrichting, omvattende: een beeldsensor; een uitvoersamenstel; en een processor die is ingericht om: bestellingverzamelgegevens te verkrijgen bevattende (5) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (iii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; de beeldsensor te besturen om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens een artikel te detecteren vanuit het beeld; wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, het uitvoersamenstel te besturen om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, het uitvoersamenstel te besturen om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie- indeling. Verdere hierin geopenbaarde voorbeelden zijn gericht op een niet- vergankelijk door een computer leesbaar medium dat door een computer leesbare instructies opslaat die door een processor uitvoerbaar zijn om: bestellingverzamelgegevens te verkrijgen bevattende () artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (ii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet- doelartikelen; een beeldsensor te besturen om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens een artikel te detecteren vanuit het beeld; wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, een uitvoersamenstel te besturen om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, het uitvoersamenstel te besturen om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling.
FIG. 1 toont een artikelverzamelgeleidingssysteem 100. Het systeem 100 kan worden ingezet voor gebruik in een grote verscheidenheid aan faciliteiten, waaronder detailhandelaars (bijv. kruideniers), warenhuizen of andere transport- en logistieke faciliteiten, en dergelijke. Het systeem 100 wordt ingezet om te assisteren bij het klaarmaken van bestellingen voor artikelen ontvangen van klanten of andere entiteiten. Bijvoorbeeld, in de context van een kruidenier of andere detailhandelaar, kan een bestelling worden ontvangen van een klantcomputerinrichting. In het bijzonder kan de bestelling worden ontvangen bij een server 104 via een netwerk 108 (bijv. enige geschikte combinatie van local- en wide-area netwerken, waaronder het internet). De bestelling kan ten minste één artikel identificeren, hierin ook aangeduid als een doelartikel. De bestelling kan ook een gewenste hoeveelheid van het artikel aangeven. Zoals duidelijk zal zijn, kan een gegeven bestelling een veelvoud aan doelartikelen identificeren, die zich op verscheidene locaties binnen de faciliteit kunnen bevinden.
Bestellingen ontvangen bij de server 104 worden uitgezet naar werkers in de faciliteit voor verzameling van de doelartikelen. Specifiek kunnen bestellingen worden toegewezen aan specifieke werkers, en verschaft aan de relevante werkers door verzending vanaf de server 104 naar mobiele computerinrichtingen die door de werkers worden bediend. Een voorbeeld-mobiele-computerinrichting 112, hierin ook eenvoudigweg aangeduid als de inrichting 112, wordt getoond in FIG. 1.
De informatie verschaft vanaf de server naar de inrichting 112 om de bediener van de inrichting 112 te assisteren bij het klaarmaken van een bestelling kan artikelidentificaties voor de doelartikelen omvatten, alsmede locatie-informatie die correspondeert met de doelartikelen. De faciliteit kan bijvoorbeeld een veelvoud aan schappengebieden of andere gebieden bevatten die elk een veelvoud aan schapmodules of andere steunstructuren omvatten waarop artikelen worden gedragen. Welke artikelen in welk schappengebied zijn geplaatst, en de specifieke locaties van dergelijke artikelen binnen het relevante schappengebied, kunnen worden gespecificeerd in een referentie-indeling, ook aangeduid als een planogram.
De bestellingverzamelinformatie ontvangen door de inrichting 112 vanaf de server 104 kan, bijvoorbeeld, aangeven in welk schappengebied elk doelartikel zich bevindt. Echter, elk schappengebied kan een aanzienlijk aantal artikelen bevatten buiten het/de doelartikel(en) in dat schappengebied. Wat verder de verzameling van artikelen om een bestelling klaar te maken compliceert, 1s dat bepaalde artikelen misplaatst kunnen zijn binnen een schappengebied, zodanig dat de locaties van dergelijke artikelen niet overeenstemt met de locatie die in het bovengenoemde planogram is gespecificeerd. Het ontdekken van misplaatste producten (ook aangeduid als pluggen), alsmede producten die niet op voorraad zijn en dergelijke, kan een tijdrovende taak zijn die handmatig wordt verricht door werkers.
Zoals hieronder in meer detail zal worden besproken, implementeren de server 104 en de inrichting 112 functionaliteit om een werker te assisteren of geleiden om artikelverzameling voor een bestelling te voltooien. Bijvoorbeeld, met gebruik van bestellinginformatie ontvangen vanaf de server 104, kan de inrichting 112 artikelen detecteren binnen een gezichtsveld (field of view, FOV) van een camera, en richtingsgeleiding verschaffen aan de bediener van de inrichting 112 in de richting van doelartikelen gebaseerd op de gedetecteerde artikelen. De inrichting 112 kan ook, tijdens verzameling van artikelen voor een bestelling, mismatches tussen de bovengenoemde referentie-indeling en de werkelijke plaatsing van artikelen in de faciliteit detecteren.
Bepaalde interne componenten van de server 104 en de inrichting 112 worden ook getoond in FIG. 1. In het bijzonder omvat de server 104 een regelaar met een speciaal doel, zoals een processor 120, onderling verbonden met een niet-vergankelijk door een computer leesbaar opslagmedium, zoals een geheugen 124. Het geheugen 124 omvat een geschikte combinatie van vergankelijk geheugen (bijv. Random Access Memory of RAM) en niet- vergankelijk geheugen (bijv. read only memory of ROM, Electrically Erasable Programmable Read Only Memory of EEPROM, flash-geheugen). De processor 120 en het geheugen 124 omvatten elk ten minste één geïntegreerde schakeling.
De server 104 omvat ook een communicatie-interface 128 die de server 104 in staat stelt om te communiceren met andere computerinrichtingen via het netwerk 108, waaronder de inrichting 112. Het geheugen 124 slaat door een computer leesbare instructies op voor utvoering door de processor 120. In het bijzonder slaat het geheugen 124 een bestellingvolgapplicatie 132 (ook aangeduid eenvoudigweg als de applicatie 132) op. Wanneer uitgevoerd door de processor 120, richt de applicatie de processor 120 in om bestellinggegevens (bijv. afkomstig van een klant) te ontvangen, en bestellingverzamelgegevens te genereren en de bestellingverzamelgegevens uit te zetten naar de inrichting 112 voor gebruik tijdens bestellingklaarmaking. De applicatie 132 kan in andere voorbeelden ook worden geïmplementeerd als een suite van onderscheidenlijke applicaties.
Het geheugen 124 slaat ook een opslagplaats 136 op die verscheidene referentiegegevens voor de faciliteit bevat. De opslagplaats 136 kan bijvoorbeeld een planogram, of referentie-indeling, bevatten, die artikelidentificaties en locaties voor elk artikel in de faciliteit specificeert. Met andere woorden, de referentie-indeling definieert een kaart van de schapruimte voor elk schappengebied in de faciliteit. De referentie-indeling kan ook verscheidene artikelattributen voor elk artikel omvatten of daarmee geassocieerd zijn, zoals een prijs, fysieke afmetingen (bijv. gewicht, volume en dergelijke), en barcodegegevens (bijv. een Universele Product Code (UPC) of dergelijke). De opslagplaats 136 kan ook artikelherkenningsgegevens bevatten, zoals classificatiemodelparameters die worden ingezet door een classificeerder om de artikelen te detecteren vanuit de beelden. Voorbeelden van dergelijke classificeerders omvatten neurale netwerken (bijv. You Only Look Once (YOLO)), en de artikelherkenningsgegevens kunnen daarom node-gewichten en andere parameters omvatten die een neuraal netwerk definiëren dat is getraind op een stel beelden die de producten in de faciliteit vertegenwoordigen. Een dergelijke classificeerder kan als invoer een beeld bevattende één of meer artikelen accepteren, en identificeren welke artikelen aanwezig zijn in het beeld (bijv. door begrenzingsvakken te genereren en artikelidentificaties te associëren met elk begrenzingsvak).
De inrichting 112, die kan worden geïmplementeerd als een tabletcomputer, aan de pols gemonteerde computer of in de hand gehouden inrichting, omvat een regelaar met een speciaal doel, zoals een processor 140, die onderling verbonden kan zijn met een niet-vergankelijk door een computer leesbaar opslagmedium zoals een geheugen 144, of een dergelijk medium kan omvatten. De processor 140 en het geheugen 144 kunnen worden geïmplementeerd als ten minste één geïntegreerde schakeling. In sommige voorbeelden kunnen de processor 140 en ten minste een gedeelte van de andere componenten van de inrichting 112 (waaronder het geheugen 144) worden geïmplementeerd op een enkele geïntegreerde schakeling, bijv.
alseen systeem op een chip (SoC).
De inrichting 112 omvat tevens een beeldsensor 148. De beeldsensor 148 kan om het even welke geschikte combinatie omvatten van een camera, een stereocamerasamenstel (bijv. een paar gesynchroniseerde camera’s), time-of-flight-(ToF)-camera, of dergelijke. De beeldsensor 148 is bestuurbaar door de processor 140 om beelddata (bijv. een reeks pixels met kleurinformatie) die een gezichtsveld (field of view, FOV) 152 beslaat vast te leggen.
De inrichting 112 omvat verder een communicatie-interface 156, die de inrichting 112 in staat stelt om te communiceren met andere computerinrichtingen via het netwerk 108, waaronder de server 104. De interface 156 kan bijvoorbeeld een geschikte combinatie van zendontvangers, regelaars en dergelijke omvatten om een koppeling met het netwerk 108 te realiseren. De inrichting 112 omvat tevens een display 160 dat bestuurbaar is door de processor 140 om gegevens te presenteren aan de bediener van de inrichting 112. De inrichting 112 kan andere uitvoerinrichtingen omvatten in aanvulling op het display 160, zoals een luidspreker, een indicatorlamp, een motor voor haptische terugkoppeling, en dergelijke. Dergelijke uitvoerinrichtingen kunnen collectief worden aangeduid als een uitvoersamenstel. De inrichting 112 kan ook een invoersamenstel omvatten, dat om het even welke van, of om het even welke combinatie van, een met het display 160 geïntegreerd aanraakscherm, een microfoon, een toetsenpaneel, een barcodescanner of andere gegevensvastlegmodule, of dergelijke kan omvatten.
De inrichting 112 kan tevens een bewegingssensor 164 omvatten, zoals een intertiemeeteenheid (intertial measurement unit, IMU) omvattende een combinatie van versnellingsmeters en gyroscopen. De bewegingssensor 164 stelt de inrichting 112 in staat om zijn oriëntatie en beweging over de tijd te volgen (d.w.z. om een houding van de inrichting 112 over de tijd te volgen). Bewegingsvolging kan in sommige voorbeelden worden aangevuld met data afkomstig van de beeldsensor 148, bijv. via bewegingsvolgingsraamwerken zoals ARCore.
Het geheugen 144 slaat door een computer leesbare instructies op omvattende een applicatie 164. Wanneer uitgevoerd door de processor 140, richt de applicatie 164 de processor 140 in om verscheidene functionaliteit te implementeren gerelateerd aan de ontvangst en het verwerken van bestellingverzamelgegevens ontvangen vanaf de server 104, en het genereren van richtingsgeleiding om de verzameling van artikelen te geleiden om een bestelling klaar te maken.
De vakman zal begrijpen dat de functionaliteit die wordt geïmplementeerd door eender welke of beide van de processor 120 en de processor 140 via de uitvoering van de applicaties 132 en 164 in andere uitvoeringsvormen ook kan worden geïmplementeerd door één of meer specifiek ontworpen hardware- of firmwarecomponenten, zoals FPGAa, ASICs en dergelijke.
Met verwijzing nu naar FIG. 2, wordt een werkwijze 200 voor artikelverzamelgeleiding geïllustreerd. De werkwijze 200 zal hieronder worden besproken in samenhang met zijn verrichting in het systeem 100, maar het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de werkwijze 200 ook kan worden uitgevoerd door andere systemen die equivalent zijn aan het in FIG. 1 getoonde. Bepaalde blokken van de werkwijze 200 worden geïllustreerd als te worden uitgevoerd door de server 104, terwijl andere blokken van de werkwijze 200 worden geïllustreerd als te worden uitgevoerd door de inrichting 112.
Bij blok 205 is de server 104 ingericht om bestellinggegevens te ontvangen, bijv. vanaf een klantcomputerinrichting via het netwerk 108. De bestellinggegevens omvatten ten minste één artikelidentificatie, en kunnen ook een hoeveelheid voor elk geïdentificeerd artikel (bijv. aantallen, gewichten, volumes, etc.) omvatten. De in de bestellinggegevens geïdentificeerde artikelen worden aangeduid als doelartikelen. Zoals voor de vakman duidelijk zal zijn, kunnen de bestellinggegevens ook andere parameters omvatten, zoals een klantidentificatie, betaalinformatie en dergelijke. Die andere parameters worden hierin niet getoond voor eenvoud van de illustratie.
De server 104 kan de bestellinggegevens opslaan in het geheugen 124, bijv. in associatie met een bestellingidentificatie.
Bij blok 210 is de server ingericht om bestellingverzamelgegevens te genereren en de bestellingverzamelgegevens naar een mobiele inrichting te zenden voor klaarmaking van de bij blok 205 ontvangen bestelling.
De server 104 kan bijvoorbeeld de mobiele inrichting 112 selecteren uit een pool van beschikbare mobiele inrichtingen, en de bestellingverzamelgegevens naar de geselecteerde inrichting (bijv. de inrichting 112) verzenden.
De server 104 haalt de bestellingverzamelgegevens uit de inhoud van de opslagplaats 136. In het algemeen identificeren de bestellingverzamelgegevens de doelartikelen, en omvatten zij ook gegevens geassocieerd met aanvullende artikelen (aangeduid als niet-doelartikelen). De niet-doelartikelgegevens, hoewel niet onmiddellijk vereist om de bestelling klaar te maken, stellen de inrichting 112 in staat om richtingsgeleiding te genereren voor de bediener van de inrichting 112 bij het verzamelen van de doelartikelen.
De niet-doelartikelgegevens kunnen de inrichting 112 ook in staat stellen om misplaatste artikelen te detecteren tijdens bestellingklaarmaking.
Met verwijzing naar FIG. 3 en 4 zal het genereren van de bestellingverzamelgegevens in meer detail worden beschreven.
FIG. 3 illustreert bestellingdata 300 ontvangen bij blok 205, omvattende drie artikelidentificaties 310-5, 310-16, en 330-10. De artikelidentificaties kunnen merk- en productnamen, UPCs, of een combinatie daarvan zijn.
FIG. 3 illustreert ook een referentie-indeling 304, of planogram, zoals opgeslagen in de opslagplaats 136. Het specifieke formaat waarin de referentie-indeling 304 hoeft niet een grafisch formaat te zijn, maar kan zijn geïmplementeerd als een serie tabellen, een knooppuntdatastructuur, of dergelijke.
De referentie-indeling definieert een veelvoud aan gebieden in de faciliteit, in het huidige voorbeeld aangeduid als schappengebieden.
Specifiek omvat de geïllustreerde voorbeeldfaciliteit vier schappengebieden
310, 320, 330, en 340. Zoals duidelijk zal zijn voor de vakman, worden de schappengebieden gescheiden door gangen waarin klanten en werkers kunnen reizen, en sommige schappengebieden (bijv. schappengebieden 320 en 330) zijn rug-aan-rug geplaatst, zonder een gang daartussen.
De referentie-indeling 304 definieert, voor elk van de schappengebieden 310-340, referentielocaties voor alle artikelen in het relevante schappengebied. De locaties kunnen worden gespecificeerd als coördinaten in een faciliteit-breed referentiekader, een schappengebied- specifiek referentiekader, of dergelijke. De referentie-indeling 304 kan andere gegevens, zoals een prijs, omvatten voor elk artikel in aanvulling op de artikelidentificatie en locatie. De locaties van de doelartikelen 310-5, 310- 16 en 330-10 worden geïllustreerd op de referentie-indeling 304. Zoals getoond in FIG. 3, bevinden de doelartikelen 310-5 en 310-16 zich in het eerste schappengebied 310, terwijl het doelartikel 330-10 zich in het derde schappengebied 330 bevindt.
De referentielocaties geven de verwachte locaties van de artikelen binnen een schappengebied aan. In sommige gevallen kan een artikel misplaatst, niet op voorraad, of dergelijke zijn. Dergelijke inventarisfouten worden niet weerspiegeld in de referentie-indeling 304 zelf, die in plaats daarvan een grondwaardetoestand van de faciliteit vertegenwoordigd. De inrichting 112 kan, zoals hieronder in meer detail zal worden besproken, mismatches tussen de eigenlijke opstelling van artikelen in de faciliteit en de referentie-indeling 304 detecteren, wat de server 104 in staat stelt om correctieacties te initiëren om de faciliteit terug te brengen naar een toestand die overeenstemt met de referentie-indeling 304.
De opslagplaats 136 bevat ook artikelherkenningsgegevens, zoals de bovengenoemde neuraalnetwerkgewichten of andere parameters die beeldherkenningsmechanismen definiëren. Specifiek bevat de opslagplaats 136 dergelijke parameters in associatie met elk artikel in de referentie- indeling 304. De artikelherkenningsgegevens kunnen worden opgeslagen als deel van de referentie-indeling 304 zelf, of in een afzonderlijk bestand of stel bestanden geassocieerd met de referentie-indeling 304.
De referentie-indeling 304 kan worden gegenereerd voorafgaand aan verrichting van de werkwijze 200, bijvoorbeeld via de ontvangst van invoergegevens bij de server 104 vanaf een bediener om de identificaties en locaties van artikelen in de faciliteit te specificeren. De referentie-indeling 304 kan ook worden gegenereerd bij de server 104 door het ontvangen van invoergegevens in de vorm van beelden van de schappengebieden 310-340, bijv. verzameld door menselijk werkers die camera’s dragen, of door een mobiele autonome of semiautonome inrichting ingericht om langs de schappengebieden te reizen en dergelijke beelden vast te leggen. Gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens kan de server 104 artikelen herkennen uit dergelijke beelden en artikellocaties bepalen gebaseerd op de locaties van de gedetecteerde artikelen in de beelden.
De artikelherkenningsgegevens kunnen worden gegenereerd via om het even welke van een verscheidenheid aan geschikte trainingsprocessen. De server 104 kan bijvoorbeeld worden voorzien van monsterbeelden van elk artikel in de faciliteit (bijv. een veelvoud aan beelden voor elk artikel, hetgeen beelden kan omvatten die het artikel onder verscheidene belichtingsomstandigheden tonen), alsmede de identificatie van het artikel. De server 104 kan zijn ingericht om dan de parameters (die bijv. neuraalnetwerknodes definiëren) te bepalen waarmee herkenning van het artikel uit latere beelden mogelijk wordt gemaakt.
Met verwijzing naar FIG. 4, om de bestellingverzamelgegevens te genereren die bij blok 210 naar de inrichting 112 worden verzonden, extraheert de server 104 bepaalde gedeeltes van de referentie-indeling 304 en geassocieerde artikelherkenningsgegevens. In het bijzonder is de server 104 ingericht om, gebaseerd op de referentie-indeling 304, te bepalen welk(e) schappengebied(en) elk van de doelartikelen bevat(ten). De server 104 is dan ingericht om gedeelten van de referentie-indeling 304 op te halen die corresponderen met elk geïdentificeerd schappengebied. Aldus haalt de server 104 in het huidige voorbeeld gedeelten van de referentie-indeling 304 op die corresponderen met de schappengebieden 310 en 330, zonder de rest van de referentie-indeling op te halen. De opgehaalde gedeeltes geven, zoals getoond in het onderste gebied van FIG. 4, de artikelidentificaties aan voor zowel de doelartikelen als de niet-doelartikelen in de relevante schappengebieden (doelartikelidentificaties zijn onderstreept). In het geïllustreerde voorbeeld wordt aangenomen dat de schappengebieden een bovenschap en een onderschap hebben, en artikellocaties worden daarom getoond zowel langs het schappengebied als volgens of het relevante artikel zich op het bovenschap of onderschap bevindt.
De gedeelten van de referentie-indeling 304 getoond in FIG. 4 worden verzonden naar de mobiele inrichting 112 bij blok 210, samen met de doelartikelidentificaties uit de bestelling 300. De server 104 is ook ingericht om een gedeelte van de artikelherkenningsgegevens te verzenden dat correspondeert met om eventuele artikelen binnen de verzonden gedeelten van de referentie-indeling 304. Dat wil zeggen, in het geïllustreerde voorbeeld worden beeldherkenningsparameters voor enig artikel in de schappengebieden 310 (bijv. 310-1 tot en met 310-18) en 330 (bijv. 330-1 tot en met 330-18) (niet slechts de doelartikelen 310-5, 310-16, en 330-10) verzonden naar de inrichting 112.
De gegevens verzonden naar de inrichting 112 kunnen voorafgaand aan verzending worden geherformatteerd. De server 104 kan bijvoorbeeld de gedeelten van de referentie-indeling verzenden in een knooppuntdatastructuur die artikellocaties ten opzichte van elkaar aangeeft, indien de gedeeltes niet in een dergelijke knooppuntstructuur in de opslagplaats 136 zijn opgeslagen. Als aanvulling kan de server 104 de artikelherkenningsdata converteren naar een formaat met verminderde rekenbelasting (bijv. TensorFlow Lite).
Terugkerend naar FIG. 2, bij blok 215 is de inrichting 112 ingericht om de bestellingverzamelgegevens te ontvangen vanaf de server
104. De inrichting 112 kan bijvoorbeeld zijn ingericht om de server 104 te informeren wanneer een bediener heeft ingelogd in de inrichting 112, en de server 104 kan de aan die bedieneraccount toegewezen bestellingverzamelgegevens naar de inrichting 112 verzenden.
Bij blok 215 presenteert de inrichting 112 ook ten minste één van de doelartikelen aan de bediener, bijv. via het display 160 of andere geschikte uitvoerinrichting. Met kortstondige verwijzing naar FIG. 5, wordt het display 160 getoond bij blok 215. Specifiek bestuurt de processor 140 het display 160 om de doelartikelidentificaties te presenteren, alsmede gebieden (bijv. schappengebieden) waarin de artikelen zich naar verwachting bevinden, en verzamelstatusindicatoren 500, die aangeven of elk artikel is verzameld. Het display 160 kan ook worden bestuurd bij blok 215 om een initiële richtingsprompt 504 te presenteren aan de bediener van de inrichting 112, die het schappengebied aangeeft waarin het eerst vermelde artikel (bijv. het artikel 310-5) zich bevindt.
Zoals ook getoond in FIG. 4, presenteert inrichting 112 een beeldvastlegcommando 508 op het display 160. Wanneer geselecteerd laat het commando 508 de inrichting 112 functionaliteit initiëren die is geassocieerd met blok 220 van de werkwijze 200, waaronder het vastleggen van ten minste één beeld (bijv. een stroom van beelden) met gebruik van de beeldsensor 148, zoals hieronder in meer detail zal worden besproken. Het commando 508 hoeft in andere voorbeelden niet op het display 160 te worden voorgesteld. Een beeldvastlegactiviteit kan bijvoorbeeld in plaats daarvan worden geïnitieerd via activering van een hardwareknop, een stemcommando, of dergelijke.
Terugkerend naar FIG. 2, bij blok 220 is de inrichting 112 ingericht om ten minste één beeld alsmede bewegingsdata vast te leggen. De inrichting 112 kan bijvoorbeeld een stroom van beelden en een stroom van bewegingsdata beginnen vast te leggen bij blok 220, in reactie op selectie van het commando 508 zoals hierboven genoemd. Elk bij blok 220 vastgelegd beeldframe wordt verwerkt om artikelen daarin te herkennen zoals hieronder beschreven, in hoofdzaak realtime. Dat wil zeggen, de verrichting van de werkwijze 200 kan talrijke verrichtingen van blok 220 omvatten, die elk worden gevolgd door verrichtingen van aanvullende blokken die hieronder worden besproken, voorafgaand aan de volgende verrichting van blok 220. Tijdens de verrichting van blok 220 kan de inrichting 112 ook omgevingslichtomstandigheden evalueren via de vastgelegde beelden zelf of via een andere lichtsensor, en een flits of andere verlichting inschakelen wanneer omgevingslichtniveaus onder een drempel vallen.
Met verwijzing naar FIG. 6, wordt een voorbeeldverrichting van blok 220 geïllustreerd. In het bijzonder wordt een bovenaanzicht van het schappengebied 310 getoond, met de inrichting 112 georiënteerd om de FOV 152 op de schappen van het schappengebied 310 te richten. Het rechtergedeelte van FIG. 6 illustreert een gedeelte 600 van het schappengebied 310 dat binnen de FOV 152 is omvat, waarbij duidelijk wordt dat vier artikelen (twee op elke van het onderschap en het bovenschap) zichtbaar zijn binnen de FOV 152.
Bij blok 220 legt de inrichting 112 een beeld 604 vast, alsmede bewegingsdata die een reisrichting 608 van de inrichting 112 aangeeft. Bij blok 225 gebruikt de inrichting 112 de bij blok 215 van de server ontvangen artikelherkenningsgegevens om artikelen uit het beeld 604 te herkennen.
De inrichting 112 kan bijvoorbeeld de artikelherkenningsgegevens die met het eerste schappengebied 310 zijn geassocieerd toepassen op het beeld 604 om te bepalen of enige door de artikelherkenningsgegevens identificeerbare artikelen aanwezig zijn in het beeld 604. In het huidige voorbeeld wordt aangenomen dat de artikelen 310-1, 310-2, en 310-3 aanwezig zijn in het beeld 604. Een vierde artikel 612 1s ook aanwezig in het beeld 604, maar wordt niet herkend. Dat wil zeggen, het artikel 612 is niet vertegenwoordigd in de artikelherkenningsgegevens, en kan daarom misplaatst zijn vanuit een ander schappengebied (bijv. het schappengebied 320, waarvoor de inrichting 112 geen artikelherkenningsgegevens ontving).
Bij blok 225 is de inrichting 112 ook ingericht om een geobserveerde indeling te updaten. Terwijl de bovengenoemde referentie- indeling de opstelling van artikelen binnen de faciliteit onder ideale omstandigheden definieert, definieert de geobserveerde indeling de opstelling van artikelen binnen de faciliteit (of althans een gedeelte daarvan) zoals werkelijk geobserveerd door de inrichting 112 tijdens artikelverzameling. In de eerste instantie van blok 225 geïllustreerd in FIG. 6 is de geobserveerde indeling geconstrueerd uit het beeld 604 en de daarin gedetecteerde artikelen. Met verwijzing naar FIG. 7 wordt een voorbeeld- geobserveerde-indeling 700 geïllustreerd, die relatieve posities van de uit het beeld 604 gedetecteerde artikelen aangeeft. Omdat het artikel 612 niet kon worden geïdentificeerd, is geen artikelidentificatie aanwezig in de geobserveerde indeling. In plaats daarvan kan de geobserveerde indeling een vlag bevatten die de aanwezigheid van een ongeïdentificeerd artikel aangeeft.
Terugkerend naar FIG. 2 is de inrichting 112 bij blok 230 ingericht om de bepalen of er een mismatch is tussen de geobserveerde indeling en de referentie-indeling. De verrichting van blok 230 brengt dus het vergelijken van de geobserveerde indeling 700 met de referentie-indeling voor het relevante schappengebied (het schappengebied 310, in het huidige voorbeeld) met zich mee. De inrichting 112 is daarom ingericht om een gedeelte van de referentie-indeling te identificeren dat correspondeert met de geobserveerde indeling. In het huidige voorbeeld stemmen de artikelidentificaties 310-1, 310-2, en 310-3 en hun onderlinge posities overeen met het meest linker gedeelte van de referentie-indeling voor het schappengebied 310. Dat gedeelte van de referentie-indeling wordt daarom vergeleken met de geobserveerde indeling 700 bij blok 230.
Zoals duidelijk zal zijn, is de bepaling bij blok 230 in dit voorbeeld bevestigend, omdat de geobserveerde indeling een ongeïdentificeerd artikel bevat waar de referentie-indeling het artikel 310-4 aangeeft. Volgend op een bevestigende bepaling bij blok 230 gaat de inrichting 112 verder naar blok
235.
Bij blok 235 is de inrichting 112 ingericht om een indeling-niet- naleving te rapporteren. De inrichting 112 kan bijvoorbeeld zijn ingericht om de locatie (bijv. ten opzichte van andere artikelen in de geobserveerde indeling 700, waarvan de locaties overeenstemmen met de referentie- indeling) van het gemismatchte artikel op te slaan voor verdere rapportage naar de server 104. De inrichting 112 kan ook een statusindicator opslaan in verband met het niet-nalevingsrapport. In het geval van het artikel 612 kan de inrichting 112 bijvoorbeeld een aanwijzing van een plug (d.w.z. een misplaatst artikel) bij de verwachte locatie van het artikel 310-4 rapporteren. In andere gevallen, bijv. indien geen artikel werd gedetecteerd op een gegeven positie, kan het niet-nalevingsrapport een aanwijzing omvatten dat het relevante artikel (zoals gespecificeerd in de referentie- indeling) niet op voorraad is.
Volgend op een negatieve bepaling bij blok 230, of een verrichting van blok 235, gaat de inrichting 112 verder naar blok 240. Bij blok 240 is de inrichting 112 ingericht om te bepalen of het bij blok 220 vastgelegde beeld een doelartikel bevat. De inrichting 112 is aldus ingericht om de uit het beeld 604 gedetecteerde artikelidentificaties te vergelijken met de in de bestellinggegevens 300 geïdentificeerde doelartikelen. In de huidige voorbeeldverrichting van blok 240 is de bepaling bij blok 240 negatief, en de inrichting 112 gaat daarom verder naar blok 245.
Bij blok 245 is de inrichting 112 ingericht om een richtingsgeleiding te presenteren aan de bediener van de inrichting 112. De richtingsgeleiding geeft een reisrichting aan vanaf de huidige positie van de inrichting 112 (zoals afgeleid uit de artikelen binnen de FOV 152) in de richting van het volgende te verzamelen doelartikel. De inrichting 112 bepaalt de reisrichting door het gedeelte van het schappengebied te lokaliseren dat zich momenteel binnen de FOV 152 bevindt (bijv. via de vergelijking bij blok 230), en de verwachte locatie van het doelartikel ten opzichte van dat gedeelte te bepalen uit de bij blok 215 ontvangen referentie-indeling.
Met verwijzing naar FIG. 8 wordt het display 160 getoond bij blok 245, waarbij het beeld 604 wordt gepresenteerd samen met een richtingsgeleiding 800 die een reisrichting in de richting van het artikel 310- 5 aangeeft. In sommige voorbeelden kan de richtingsgeleiding 800 een aanwijzing omvatten van de afstand (bijv. in termen van een aantal artikelen, en/of een afstand in meters, voet of dergelijke) vanaf de momenteel zichtbare artikelen (d.w.z. die in het FOV 152) naar het doelartikel. Andere mechanismen voor het presenteren van de richtingsgeleiding 800 worden ook overwogen, waaronder audio-uitvoer.
Volgend op de verrichting van blok 245 keert de inrichting 112 terug naar blok 220 om een verder beeld en verdere bewegingsdata vast te leggen terwijl de bediener langs het schappengebied reist. Met verwijzing naar FIG. 9 wordt een beeld 900 getoond dat een gedeelte 904 van het schappengebied 310 afbeeldt, terwijl de inrichting 112 langs het schappengebied is bewogen vanaf de in FIG. 6 getoonde positie. Bewegingsdata 904 geeft de reisrichting van de inrichting 112 aan.
Bij een verdere verrichting van blok 225 identificeert de inrichting 112 de artikelen 310-5, 310-6, 310-7, en 310-8 in het beeld 900, en genereert zij een geüpdatete geobserveerde indeling 700a. De geüpdatete geobserveerde indeling 7004 omvat de geobserveerde indeling 700 en de aanvullende gedetecteerde artikelen. De aanvullende artikelen worden in de geobserveerde indeling 7004 geplaatst (ten opzichte van de oorspronkelijke geobserveerde indeling 700) gebaseerd op de bewegingsdata 608 en 904. Dat wil zeggen, de reisrichting van de inrichting 112 tussen het vastleggen van het beeld 604 en het beeld 900 bepaalt de positie van de toevoegingen aan de geobserveerde indeling 700a. In sommige implementaties kan de inrichting 112 detecteren dat een bewegingssnelheid van de inrichting 112 tussen de beeldvastleggingen voldoende is om artikelen over te slaan, waarbij leemtes in de geobserveerde indeling 7004 achterblijven. Wanneer dergelijke beweging wordt gedetecteerd, kan inrichting 112 een waarschuwing op het display of andere uitvoerinrichting presenteren, die de bediener van de inrichting 112 instrueert om langzamer te reizen.
Bij blok 230 wordt geen aanvullende mismatch gedetecteerd (buiten de eerder besproken mismatch). De bepaling bij blok 230 is daarom negatief, en de inrichting 112 gaat verder naar blok 240. Bij de hudige verrichting van blok 240 is de bepaling bevestigend omdat het artikel 310-5 aanwezig is in de FOV 152. De inrichting 112 gaat daarom verder naar blok 250, bij welk blok de mrichting een prompt genereert om het doelartikel te verzamelen.
De prompt om het doelartikel te verzamelen kan een identificatie van het doelartikel omvatten, en kan ook een overlay op het beeld 900 omvatten, zoals getoond in FIG. 10. Specifiek illustreert FIG. 10 het display 160 bij blok 250, waarin het beeld 900 wordt gepresenteerd op het display 160 samen met een overlay 1000 die de positie van het artikel 310-5 in het beeld 900 (dat de huidige FOV 152 van de inrichting 112 voorstelt) highlight. De verzamelprompt kan ook andere uitvoerdata omvatten, zoals audio-uitvoer, trilling en dergelijke.
Volgend op het genereren van de verzamelprompt kan de inrichting 112 een barcodescan of andere gegevensvastlegactiviteit afwachten die aangeeft dat het doelartikel (bijv. het artikel 310-5, in dit voorbeeld) is verzameld. De inrichting 112 kan dan de verzamelstatusidentificatie 500 (bijv. zoals getoond in FIG. 5) geassocieerd met het artikel 310-5 updaten naar “ja” (of een andere geschikte aanwijzing dat het artikel is verzameld).
Volgend op voltooing van blok 250 gaat de inrichting 112 verder naar blok 255 en bepaalt zij of de bestelling compleet is. De bepaling bij blok 255 is gebaseerd op de verzamelstatusindicatoren 400, zoals geüpdatet via blok 250. In het huidige voorbeeld is de bepaling bij blok 255 negatief, en de inrichting 112 keert daarom terug naar blok 220 om het vastleggen van beeld- en bewegingsdata zoals hierboven beschreven voort te zetten. Wanneer de bepaling bij blok 255 bevestigend is, rapporteert de inrichting 112 voltooiing van de bestelling aan de server 104 bij blok 260, bijv. door de bestellingidentificatie en een voltooiingsvlag of dergelijke te verzenden. De server 104 kan bij blok 265 het bestellingvoltooiingsrapport opslaan en andere acties initiëren, zoals het informeren van een klant dat de bestelling klaar is om te worden opgehaald.
In de voorgaande specificatie zijn specifieke uitvoeringsvormen beschreven. Echter, de gemiddelde vakman begrijpt dat verscheidene wijzigingen en veranderingen kunnen worden aangebracht zonder het bereik van de uitvinding zoals uiteengezet in de onderstaande conclusies te verlaten. Dienovereenkomstig moeten de specificatie en de figuren in een illustratieve zin, in tegenstelling tot een beperkende zin, worden beschouwd, en alle dergelijke wijzigingen zijn bedoeld als dat zij zijn inbegrepen binnen het bereik van de huidige leringen.
De voordelen, baten, oplossingen voor problemen, en om het even welk(e) element(en) dat/die enig voordeel, baat, of oplossing kunnen laten optreden of meer uitgesproken kunnen maken moeten niet worden geconstrueerd als kritieke, vereiste, of essentiële maatregelen of elementen van om het even welke of alle conclusies. De uitvinding wordt enkel gedefinieerd door de aangehechte conclusies inclusief eventuele amendementen gedaan tijdens het hangend-zijn van deze aanvraag en alle equivalenten van die conclusies als verleend. Uit het oogpunt van duidelijkheid en een bondige beschrijving worden maatregelen hierin beschreven als deel van dezelfde of afzonderlijke uitvoeringsvormen, echter, het zal duidelijk zijn dat het bereik van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van alle of sommige van de beschreven maatregelen. Het moge duidelijk zijn dat de getoonde uitvoeringsvormen dezelfde of gelijkende componenten hebben, afgezien van waar zij worden beschreven als zijnde verschillend.
Bovendien kunnen in dit document relationele termen zoals eerste en tweede, boven en onder, en dergelijke worden gebruikt enkel om één entiteit of actie te onderscheiden van een andere entiteit of actie zonder noodzakelijkerwijze enige werkelijke zodanige relatie of volgorde tussen dergelijke entiteiten of acties te vereisen of te impliceren. De termen “omvat”, “omvattende”, “heeft, “met”, “bevat”, “bevattende”, “houdt”, “houdende” of enige andere variatie daarvan, zijn bedoeld om een niet- exclusieve inclusie af te dekken, zodanig dat een proces, werkwijze, artikel, of apparaat dat een lijst van elementen omvat, heeft, bevat, houdt, niet alleen die elementen omvat maar ook andere elementen kan omvatten die niet uitdrukkelijk zijn vermeld of inherent zijn aan een dergelijk proces, werkwijze, artikel, of inrichting. Een element voorafgegaan door “omvat … een”, “heeft … een”, “bevat … een”, “houdt … een” sluit, zonder verdere beperkingen, niet het bestaan uit van aanvullende identieke elementen in het proces, werkwijze, artikel, of inrichting dat het element omvat, heeft, bevat, houdt. De term “een” is gedefinieerd als één of meer tenzij hierin uitdrukkelijk anderszins wordt gesteld. De termen “in hoofdzaak”, “in essentie”, “bij benadering”, “circa” of enige andere versie daarvan, zijn gedefinieerd als zijnde dichtbij zoals begrepen door de gemiddelde vakman, en in een niet-beperkende uitvoeringsvorm is de term gedefinieerd als zijnde binnen 10%, in een andere uitvoeringsvorm binnen 5%, in een andere uitvoeringsvorm binnen 1% en in een andere uitvoeringsvorm binnen 0,5%.
De term “gekoppeld” zoals hierin gebruikt is gedefinieerd als verbonden,
hoewel niet noodzakelijkerwijze rechtstreeks en niet noodzakelijkerwijze mechanisch. Een inrichting of structuur die is “ingericht” op een bepaalde wijze is ten minste op die wijze ingericht, maar kan ook zijn ingericht op wijzen die niet zijn vermeld.
Het zal duidelijk zijn dat sommige uitvoeringsvormen kunnen bestaan uit één of meer gespecialiseerde processoren (of “verwerkende inrichtingen”) zoals microprocessoren, digitale signaalverwerkers, op bestelling gemaakte processoren en field programmable gate arrays (FPGAs) en unieke opgeslagen programm a-instructies (omvattende zowel software als firmware) die de één of meer processoren besturen om, in samenwerking met bepaalde niet-processor-schakelingen, sommige, de meeste, of alle van de functies van de hierin beschreven werkwijze en/of inrichting te implementeren. Als alternatief zouden sommige of alle functies kunnen worden geïmplementeerd door een toestandsautomaat die geen opgeslagen programma-instructies heeft, of in één of meer applicatie- specifieke geïntegreerde schakelingen (ASICS), waarin elke functie of sommige combinaties van bepaalde van de functies zijn geïmplementeerd als op bestelling gemaakte logica. Uiteraard zou een combinatie van de twee benaderingen kunnen worden gebruikt.
Bovendien kan een uitvoeringsvorm worden geïmplementeerd als een door een computer leesbaar opslagmedium met daarop opgeslagen door een computer leesbare code voor het programmeren van een computer (bijv. omvattende een processor) om een werkwijze als hierin beschreven en geclaimd te verrichten. Voorbeelden van dergelijke door een computer- leesbare opslagmedia omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een harde schijf, een CD-ROM, een optische opslaginrichting, een magnetische opslaginrichting, een ROM (Read Only Memory), een PROM (Programmable Read Only Memory), een EPROM (Erasable Programmable Read Only Memory), een EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read Only Memory) en een Flash-geheugen. Verder wordt verwacht dat de gemiddelde vakman, niettegenstaande mogelijk aanzienlijke moeite en vele ontwerpkeuzes gemotiveerd door, bijvoorbeeld, beschikbare tijd, huidige technologie, en economische overwegingen, wanneer geleid door de hierin geopenbaarde concepten en principes dadelijk in staat zal zijn om zodanige software-instructies en programma’s en IC's te genereren met minimale proefneming.
Het Uittreksel van de Openbaring wordt verschaft om de lezer in staat te stellen om snel de aard van de technische openbaring vast te stellen. Het wordt voorgelegd in de veronderstelling dat het niet zal worden gebruikt om het bereik of de betekenis van de conclusies te interpreteren of beperken. Verder kan in de voorgaande Gedetailleerde Beschrijving worden gezien dat verscheidene maatregelen samen zijn gegroepeerd in verscheidene uitvoeringsvormen met als doel om de openbaring te stroomlijnen. Deze werkwijze van openbaring moet niet worden geïnterpreteerd als zou deze een bedoeling weerspiegelen dat de geclaimde uitvoeringsvormen meer maatregelen vereisen dan die uitdrukkelijk worden vermeld in elke conclusie. Bovendien, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, is inventieve materie gelegen in minder dan alle maatregelen van een enkele geopenbaarde uitvoeringsvorm. Aldus zijn de volgende conclusies hierbij inbegrepen in de Gedetailleerde Beschrijving, met elke conclusie op zichzelf staand als een afzonderlijk geclaimde materie. Het enkele feit dat bepaalde maatregelen in onderling verschillende conclusies zijn vermeld geeft niet aan dat een combinatie van deze maatregelen niet ten voordele kan worden gebruikt. Vele varianten zullen duidelijk zijn voor de vakman. Alle varianten worden geacht inbegrepen te zijn binnen het bereik van de uitvinding die is gedefinieerd in de volgende conclusies.

Claims (19)

CONCLUSIES
1. Een werkwijze omvattende: het verkrijgen van bestellingverzamelgegevens bevattende (1) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet- doelartikelen aangeeft, en (iii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; het besturen van een beeldsensor van een mobiele computerinrichting om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; het, gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens, detecteren van een artikel vanuit het beeld; het, wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, besturen van een uitvoersamenstel van de mobiele computerinrichting om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en het, wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, besturen van het uitvoersamenstel om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie- indeling.
2. De werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende: het besturen van een display om het verkregen beeld te presenteren; waarbij de prompt om het gedetecteerde artikel te verzamelen een overlay op het beeld bij de positie van het gedetecteerde artikel omvat.
3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende: het besturen van een gegevensvastlegmodule om het gedetecteerde artikel te scannen; en het updaten van een verzamelstatusindicator die is geassocieerd met het gedetecteerde artikel.
4. De werkwijze volgens conclusie 3, verder omvattende: het bepalen van of de verzamelstatusindicatoren van elk van de doelartikelen aangeven dat de doelartikelen zijn verzameld; en het, wanneer bepaling bevestigend is, rapporteren van voltooiing aan een server.
5. De werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het besturen van het uitvoersamenstel om de richtingsprompt te genereren omvat: het bepalen van een positie van het geselecteerde doelartikel ten opzichte van het gedetecteerde artikel vanuit de referentie-indeling; en het genereren van de richtingsprompt die een richting vanaf de positie van het gedetecteerde artikel in de richting van de positie van het geselecteerde doelartikel aangeeft.
6. De werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: het opslaan van een artikelidentificatie van het gedetecteerde artikel in een geobserveerde indeling; het herhalen van de beeldsensorbesturing en artikeldetectie om een verder gedetecteerd artikel te detecteren; en het updaten van de geobserveerde indeling met een artikelidentificatie van het verdere gedetecteerde artikel.
7. De werkwijze volgens conclusie 6, verder omvattende: het bepalen van de richtingsgeleiding gebaseerd op een vergelijking tussen de geobserveerde indeling en de referentie-indeling.
8. De werkwijze volgens conclusie 6 of 7, verder omvattende: het verkrijgen van bewegingsdata vanuit een bewegingssensor, waarbij de bewegingsdata een richting van beweging van de mobiele computerinrichting aangeeft; en het bepalen van een positie van het verdere gedetecteerde artikel gebaseerd op de bewegingsdata.
9. De werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 6-8, verder omvattende: het bepalen dat de geobserveerde indeling niet overeenstemt met de referentie-indeling; en het genereren van een niet-nalevingswaarschuwing.
10. Een computerinrichting, omvattende: een beeldsensor; een uitvoersamenstel; en een processor die is ingericht om: bestellingverzamelgegevens te verkrijgen bevattende (1) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet-doelartikelen aangeeft, en (ii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; de beeldsensor te besturen om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens een artikel te detecteren vanuit het beeld; wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, het uitvoersamenstel te besturen om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, het uitvoersamenstel te besturen om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie-indeling.
11. De computerinrichting volgens conclusie 10, waarbij de processor verder is ingericht om: een display van het uitvoersamenstel te besturen om het verkregen beeld te presenteren;
waarbij de prompt om het gedetecteerde artikel te verzamelen een overlay op het beeld bij de positie van het gedetecteerde artikel omvat.
12. De computerinrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de processor verder is ingericht om: een gegevensvastlegmodule te besturen om het gedetecteerde artikel te scannen; en een met het gedetecteerde artikel geassocieerde verzamelstatusindicator te updaten.
13. De computerinrichting volgens conclusie 12, waarbij de processor verder is ingericht om: te bepalen of de verzamelstatusindicatoren van elk van de doelartikelen aangeven dat de doelartikelen zijn verzameld; en wanneer bepaling bevestigend is, voltooiing te rapporteren aan een server.
14. De computerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 10- 13, waarbij, om het uitvoersamenstel te besturen om de richtingsprompt te genereren, de processor verder is ingericht om: een positie van het geselecteerde doelartikel ten opzichte van het gedetecteerde artikel te bepalen vanuit een referentie-indeling; en de richtingsprompt te genereren die een richting vanaf de positie van het gedetecteerde artikel in de richting van de positie van het selecteerde doelartikel aangeeft.
15. De computerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 10- 14, waarbij de processor verder is ingericht om: een artikelidentificatie van het gedetecteerde artikel in een geobserveerde indeling op te slaan; de beeldsensorbesturing en artikeldetectie te herhalen om een verder gedetecteerd artikel te detecteren; en de geobserveerde indeling te updaten met een artikelidentificatie van het verdere gedetecteerde artikel.
16. De computerinrichting volgens conclusie 15, waarbij de processor verder is ingericht om: de richtingsgeleiding te bepalen gebaseerd op een vergelijking tussen de geobserveerde indeling en de referentie-indeling.
17. De computerinrichting volgens conclusie 15 of 16, verder omvattende: een bewegingssensor; waarbij de processor verder 1s ingericht om: bewegingsdata te verkrijgen vanuit de bewegingssensor, waarbij de bewegingsdata een richting van beweging van de computerinrichting aangeeft; en een positie van het verdere gedetecteerde artikel te bepalen gebaseerd op de bewegingsdata.
18. De computerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 15- 17, waarbij de processor verder is ingericht om: te bepalen dat de geobserveerde indeling niet overeenstemt met de referentie-indeling; en een niet-nalevingswaarschuwing te genereren.
19. Een niet-vergankelijk door een computer leesbaar medium dat door een computer leesbare instructies opslaat die door een processor uitvoerbaar zijn om: bestellingverzamelgegevens te verkrijgen bevattende (1) artikelidentificaties die corresponderen met een stel doelartikelen en een stel niet-doelartikelen, (ii) een referentie-indeling die binnen een gebied van een faciliteit respectieve posities van de doelartikelen en de niet- doelartikelen aangeeft, en (ii) artikelherkenningsgegevens voor de doelartikelen en de niet-doelartikelen; een beeldsensor te besturen om een beeld van een gedeelte van het gebied te verkrijgen; gebaseerd op de artikelherkenningsgegevens een artikel te detecteren vanuit het beeld;
wanneer het gedetecteerde artikel een doelartikel is, een uitvoersamenstel te besturen om een prompt te presenteren om het gedetecteerde artikel te verzamelen; en wanneer het gedetecteerde artikel een niet-doelartikel is, het uitvoersamenstel te besturen om een richtingsgeleiding in de richting van een geselecteerd doelartikel te presenteren gebaseerd op de referentie- indeling.
BE20215548A 2020-07-17 2021-07-14 Richtingsgeleiding en indelingsnaleving voor artikelverzameling BE1028425B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US16/932,198 US20220019800A1 (en) 2020-07-17 2020-07-17 Directional Guidance and Layout Compliance for Item Collection

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028425A1 BE1028425A1 (nl) 2022-01-25
BE1028425B1 true BE1028425B1 (nl) 2022-09-29

Family

ID=78080089

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215548A BE1028425B1 (nl) 2020-07-17 2021-07-14 Richtingsgeleiding en indelingsnaleving voor artikelverzameling

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20220019800A1 (nl)
BE (1) BE1028425B1 (nl)
WO (1) WO2022015480A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20170200117A1 (en) * 2016-01-07 2017-07-13 Wal-Mart Stores, Inc. Systems and methods of fulfilling product orders
US20190244436A1 (en) * 2018-02-06 2019-08-08 Walmart Apollo, Llc Customized augmented reality item filtering system
US20200019754A1 (en) * 2018-01-10 2020-01-16 Trax Technology Solutions Pte Ltd. Updating online store inventory based on physical store inventory

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7262685B2 (en) * 2000-12-11 2007-08-28 Asap Automation, Llc Inventory system with barcode display
US7797204B2 (en) * 2001-12-08 2010-09-14 Balent Bruce F Distributed personal automation and shopping method, apparatus, and process
CA2895765A1 (en) * 2012-12-21 2014-06-26 Sca Hygiene Products Ab System and method for assisting in locating and choosing a desired item in a storage location
US10453023B2 (en) * 2014-05-28 2019-10-22 Fedex Corporate Services, Inc. Methods and node apparatus for adaptive node communication within a wireless node network
US11448508B2 (en) * 2017-10-13 2022-09-20 Kohl's, Inc. Systems and methods for autonomous generation of maps
WO2020142744A1 (en) * 2019-01-06 2020-07-09 Matthew Talbot Networked system including a recognition engine for identifying products within an image captured using a terminal device
CN111428621A (zh) * 2020-03-20 2020-07-17 京东方科技集团股份有限公司 货架交互方法、装置和货架
CA3177901C (en) * 2020-06-01 2024-01-02 Ido Merkado Systems and methods for retail environments

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20170200117A1 (en) * 2016-01-07 2017-07-13 Wal-Mart Stores, Inc. Systems and methods of fulfilling product orders
US20200019754A1 (en) * 2018-01-10 2020-01-16 Trax Technology Solutions Pte Ltd. Updating online store inventory based on physical store inventory
US20190244436A1 (en) * 2018-02-06 2019-08-08 Walmart Apollo, Llc Customized augmented reality item filtering system

Also Published As

Publication number Publication date
US20220019800A1 (en) 2022-01-20
WO2022015480A1 (en) 2022-01-20
BE1028425A1 (nl) 2022-01-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6463804B2 (ja) 物品の相互作用及び移動検出方法
CN109414119B (zh) 用于在环境内计算机视觉驱动应用的系统和方法
US11475742B2 (en) Visual indicator of frictionless status of shoppers
US20200118063A1 (en) Method and Apparatus for Object Status Detection
WO2019165892A1 (zh) 自动售货方法、装置和计算机可读存储介质
US10410171B2 (en) System and method for inventory management
JP2020521199A (ja) 店舗内の在庫レベルを追跡する方法
KR102240997B1 (ko) 배송 서비스 시스템
US10332183B1 (en) Fulfilling items to users
US11488126B2 (en) Cashier fraud detecting system and method and product image selection generation for artificial neural network learning related applications
WO2016158438A1 (ja) 検品処理装置及び方法、及びプログラム
BE1028425B1 (nl) Richtingsgeleiding en indelingsnaleving voor artikelverzameling
KR20200112265A (ko) 배송 서비스 시스템
KR101355845B1 (ko) 알에프아이디 기반 입출고 자동 검수 장치 및 방법
KR102551921B1 (ko) 제품 타이틀로부터 속성을 지능적으로 추출하기 위한 시스템 및 방법
WO2022081518A2 (en) Methods and systems for retail environments
US11810362B1 (en) Image-based detection of planogram product spaces
KR20220115855A (ko) 제품 타이틀을 이용한 지능적 제품 분류를 위한 시스템 및 방법

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220929