BE1028410A1 - FIBER PLANT PROCESSING MACHINE - Google Patents

FIBER PLANT PROCESSING MACHINE Download PDF

Info

Publication number
BE1028410A1
BE1028410A1 BE20215478A BE202105478A BE1028410A1 BE 1028410 A1 BE1028410 A1 BE 1028410A1 BE 20215478 A BE20215478 A BE 20215478A BE 202105478 A BE202105478 A BE 202105478A BE 1028410 A1 BE1028410 A1 BE 1028410A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pick
fiber plants
processing
conveyor
installation
Prior art date
Application number
BE20215478A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1028410B1 (en
Inventor
Niels BAERT
Original Assignee
Hyler BV
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from BE20205455A external-priority patent/BE1028417B1/en
Application filed by Hyler BV filed Critical Hyler BV
Publication of BE1028410A1 publication Critical patent/BE1028410A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1028410B1 publication Critical patent/BE1028410B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D89/00Pick-ups for loaders, chaff-cutters, balers, field-threshers, or the like, i.e. attachments for picking-up hay or the like field crops
    • A01D89/004Mountings, e.g. height adjustment, wheels, lifting devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/06Harvesting of standing crops of flax or similar fibrous plants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D89/00Pick-ups for loaders, chaff-cutters, balers, field-threshers, or the like, i.e. attachments for picking-up hay or the like field crops
    • A01D89/006Accessories

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingsmachine voor het omkeren van geoogst en op een ondergrond geplaatst vlas, de verwerkingsmachine omvattende een voertuig en een verwerkingsinstallatie voor het verwerken van vlas. De installatie omvat een zwenkbare steuneenheid, een aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebracht roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogst en op de ondergrond geplaatst vlas, een transporteur voor het transporteren van het opgeraapte vlas en ten slotte een afgeefeenheid voor het op de ondergrond neerleggen van hete vlas. De zwenkbare steuneenheid omvat verder ten minste één roteerbaar steunwiel dat zich bevindt op een axiale positie achter het roteerbare opraapelement en op een laterale positie naast het roteerbare opraapelement.The invention relates to a processing machine for turning over harvested flax placed on a ground, the processing machine comprising a vehicle and a processing installation for processing flax. The installation comprises a pivotable support unit, a rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up flax harvested and placed on the ground, a conveyor for transporting the collected flax and finally a delivery unit for placing it on the ground. laying down hot flax. The pivotable support unit further comprises at least one rotatable support wheel located at an axial position behind the rotatable pick-up element and at a lateral position adjacent to the rotatable pick-up element.

Description

VEZELPLANTVERWERKINGSMACHINE De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, zoals hennep of vlas.FIBER PLANT PROCESSING MACHINE The invention relates to a processing machine for processing fiber plants, such as hemp or flax.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een vezelplantkeermachine voor het oprapen en omkeren van geoogste en op een ondergrond geplaatste vezelplanten en op een vezelplantoproller voor het oprapen en oprollen van op de ondergrond geplaatste vezelplanten.More particularly, the invention relates to a fiber plant turner for picking up and turning over harvested and planted fiber plants and to a fiber plant reel for picking and coiling fiber plants placed on the substrate.

Vlas, in het bijzonder vezelvlas, is een gewas dat verbouwd wordt voor het maken van onder meer linnen.Flax, in particular fiber flax, is a crop that is grown for making linen, among other things.

De vlasplant is meestal tussen de 80 en 120 cm lang en wordt geoogst door deze uit de grond te trekken.The flax plant is usually between 80 and 120 cm tall and is harvested by pulling it out of the ground.

De geoogste vlasplant wordt niet onmiddellijk van de ondergrond verwijderd.The harvested flax plant is not immediately removed from the substrate.

Het vlas wordt eerst in lange rijen, ook wel "zwaden" genoemd", plat op ondergrond gelegd, waarbij de stengels van de geoogste vlasplanten zich in hoofdzaak dwars op de langsrichting van de zwaden uitstrekken.The flax is first laid flat on the ground in long rows, also called "swaths", with the stems of the harvested flax plants extending substantially transversely to the longitudinal direction of the swaths.

Dit terug plat op de ondergrond neerleggen van het vlas zodat de genoemde zwaden ontstaan wordt ook wel "slijten" of "plukken" genoemd.This laying the flax back flat on the ground so that the said swaths are formed is also called "wearing out" or "plucking".

Bij het in rijen of zwaden leggen van de vlasplanten wordt er tussen naburige rijen een tussenruimte overgelaten.When laying the flax plants in rows or swaths, a gap is left between adjacent rows.

Deze ruimten worden voorzien om te voorkomen dat de zwaden in elkaar verstrengeld zouden geraken.These spaces are provided to prevent the swaths from becoming entangled.

De geoogste en in zwaden plat op de ondergrond gelegde vlasplanten worden vervolgens geroot onder invloed van een combinatie van dauw, regen en zonlicht.The flax plants harvested and swathed flat on the substrate are then rooted under the influence of a combination of dew, rain and sunlight.

De roting van het vlas door de vlasplanten gedurende enige tijd (ca. 2 weken, afhankelijk uiteraard van de weersomstandigheden (vochtigheid, hoeveelheid zonlicht, etc.) op de ondergrond (d.w.z. een veld of rootakker) te laten liggen, wordt in het vakgebied van het verwerken van vlas veldroten of dauwroten genoemd.The rotting of the flax by leaving the flax plants on the substrate (ie a field or root field) for some time (approx. 2 weeks, depending of course on the weather conditions (humidity, amount of sunlight, etc.) processing flax is called field rot or dew rot.

Om een egale roting te verkrijgen en om het rotten van het vlas te voorkomen, moet het plat in banen op de ondergrond gelegde vlas regelmatig worden omgedraaid.To obtain an even rotting and to prevent the flax from rotting, the flax laid flat in strips on the substrate must be turned over regularly.

Dit omdraaien van het plat op de ondergrond geplaatste vlas wordt ook wel "keren" genoemd.This turning over of the flax placed flat on the ground is also called "turning".

Het keren van het vlas wordt met een speciale machine voor het verwerken van vlas uitgevoerd.The turning of the flax is carried out with a special machine for processing flax.

Een dergelijke machine staat bekend onder de naam (vlas-) keerder of keermachine en omvat kenmerkend een zwenkbare steunboom aan het vrij uiteinde waarvan een roterende opraaptrommel met een daarvóór geplaatst steunwiel is aangebracht.Such a machine is known as a (flax) turner or turning machine and typically comprises a pivotable support beam at the free end of which is arranged a rotating pick-up drum with a support wheel placed in front of it.

De roterende opraaptrommel wordt langs het vlas geleid en raapt het liggende vlas op.The rotating pick-up drum is guided along the flax and picks up the lying flax.

Een dergelijke keermachine kan tevens een omkeertransporteur voor het transporteren en tegelijkertijd omkeren van het opgeraapte vlas en een afgeefeenheid waarmee het opgeraapte, getransporteerde en omgedraaide vlas weer plat op de onder grond wordt gelegd, omvatten.Such a turning machine may also comprise a reversing conveyor for transporting and simultaneously reversing the picked up flax and a delivery unit with which the picked up, transported and turned over flax is laid flat on the ground again.

Tijdens het keren kan het vlas eventueel ontzaad worden, hetgeen "keerrepelen" wordt genoemd.During turning, the flax can possibly be deseeded, which is called "turning strips".

Hierbij worden de zaadbollen van de stengels van het vlas verwijderd.The seed bulbs are removed from the stems of the flax.

Wanneer de roting eenmaal voldoende is, wordt het vlas van de ondergrond opgeraapt en eventueel opgerold en geperst om verder verwerkt te worden. Het oprapen en oprollen (en eventueel ontzaden) van het vlas vindt plaats met behulp van oprolmachines. Een oprolmachine heeft kenmerkend een soortgelijke zwenkbare steunboom en roterende opraaptrommel als de keermachine, maar heeft een transporteur die het opgeraapte vlas slechts naar de achterzijde van het voertuig transporteert zonder het vlas om te keren. Tevens is voorzien in een oprolmechanisme voor het oprollen van het vlas en het plaatsen van het (opgerolde) vlas op de ondergrond.Once the retting is sufficient, the flax is picked up from the substrate and, if necessary, rolled up and pressed for further processing. The flax is picked up and rolled up (and possibly deseeded) using winding machines. A winding machine typically has a similar pivoting support boom and rotating pick-up drum to the turning machine, but has a conveyor that transports the picked flax only to the rear of the vehicle without turning the flax over. A roll-up mechanism is also provided for rolling up the flax and placing the (rolled) flax on the surface.

De hierboven beschreven keermachines en/of oprolmachine voor respectievelijk het omkeren en oprollen van de in rijen of zwaden gelegde vezelplanten zijn er in vele verschillende uitvoeringen en typen. In een bepaald type keermachine of oprolmachine is er sprake van een voertuig dat speciaal ontwikkeld is om over de rijen of zwaden vlas te kunnen rijden en daarbij het vlas te kunnen oppakken, omdraaien/oprollen en neerleggen. Andere typen keermachines of oprolmachines is het voertuig voorzien van een eigen aandrijving om het voertuig voort te bewegen, maar wordt het voertuig door een ander voertuig, bijvoorbeeld een trekker of een soortgelijk landbouwvoertuig, voortgetrokken.The turning machines and/or winding machines described above for turning and winding up the fiber plants laid in rows or swaths respectively are available in many different designs and types. In a certain type of turning machine or winding machine there is a vehicle that has been specially developed to be able to drive over the rows or swaths of flax and thereby be able to pick up the flax, turn it over / roll it up and put it down. In other types of turning machines or winding machines, the vehicle is provided with its own drive to move the vehicle, but the vehicle is pulled by another vehicle, for instance a tractor or a similar agricultural vehicle.

In de bekende keer- of oprolmachines zijn sommige van de wielen van het voertuig op zodanige onderlinge afstanden geplaatst, dat de wielen in de tussenruimten tussen de rijen vlas rijden en zodoende niet over het vlas zelf rijden. In sommige typen keer- en oprolmachines zijn er echter ook één of meer wielen die over het vlas zelf rijden. Dit kan een (transport-) wiel van het voertuig zelf zijn, maar kan ook een steunwielen van de zwenkbare steunboom zijn. Een dergelijk steunwiel bevindt zich in axiale verplaatsingsrichting van het voertuig gezien vóór de opraaptrommel en in dwarsrichting gezien ter plaatse van de rij vlas. Met andere woorden, tijdens het rijden zal het steunwiel over de nog niet opgeraapte vezelplanten rijden. De vezelplanten kunnen hierdoor beschadigd raken door het steunwiel voordat de opraaptrommel de kans heeft gezien het vlas op te rapen. Het wiel drukt op de vezelplant met in wezen de belasting van de volledige steunboom. Gebleken is dat daardoor het risico bestaat dat de vezel losgemaakt wordt van de houtstructuur (bast) van de vezelplant en de kwaliteit van de vezelplant achteruit gaat. Dit is met name het geval bij vezelplanten die al één of meer keren eerder zijn omgedraaid.In the known turning or winding machines, some of the wheels of the vehicle are spaced apart such that the wheels drive in the spaces between the rows of flax and thus do not drive over the flax itself. In some types of turning and winding machines, however, there are also one or more wheels that drive over the flax itself. This may be a (transport) wheel of the vehicle itself, but may also be support wheels of the pivotable support beam. Such a support wheel is located in front of the pick-up drum in the axial direction of displacement of the vehicle and in transverse direction at the location of the row of flax. In other words, while driving, the support wheel will drive over the fibrous plants that have not yet been collected. This can damage the fiber plants by the support wheel before the pick-up drum has had a chance to pick up the flax. The wheel presses on the fiber plant with essentially the load of the entire support tree. It has been found that as a result there is a risk that the fiber is detached from the wood structure (bark) of the fiber plant and the quality of the fiber plant deteriorates. This is especially the case with fiber plants that have been turned over one or more times before.

Een verder bezwaar van de bekende keermachines en oprolmachines is dat het steunwiel zich op vrij grote afstand vóór de opraaptrommel bevindt. Deze grote afstand is nodig om te voorkomen dat de opraaptrommel vezelplanten probeert op te rapen waarvan een uiteinde zich nog onder het steunwiel bevindt. Gebleken is echter dat de grote afstand tot gevolg kan hebben dat de achter het steunwiel aangebrachte opraaptrommel niet altijd op nauwkeurige wijze de oneffenheden in de ondergrond volgt. Het gevolg daarvan is weer dat ofwel de vezelplanten dan minder goed door de opraaptrommel kunnen worden opgeraapt, bijvoorbeeld bij kuilen in de ondergrond, ofwel dat de opraaptrommel de neiging heeft om meer dan de vezelplanten, zoals aarde, op te rapen, zoals bij heuveltjes in de ondergrond. Dit laatste zou betekenen dat de door de transporteur getransporteerde vezelplanten met aarde en modder vervuild geraken. Om vervuiling te voorkomen stelt men bij een ondergrond met relatief grote oneffenheden vaak de ondersteuning van de steunboom door het steunwiel zodanig in, dat de opraaptrommel zich een stuk hoger boven de ondergrond bevindt. Dit betekent wel een verlies van vezelplanten aangezien een deel van de vezelplaten dan op de ondergrond achterblijft. De opbrengst van het veld neemt daardoor af.A further drawback of the known turning machines and winding machines is that the support wheel is located at a fairly large distance in front of the pick-up drum. This large distance is necessary to prevent the pick-up drum from trying to pick up fiber plants, one end of which is still under the support wheel. It has been found, however, that the great distance may mean that the pick-up drum arranged behind the support wheel does not always accurately follow the unevenness in the ground. The consequence of this is that either the fiber plants can then be picked up less well by the pick-up drum, for example in potholes in the subsoil, or that the pick-up drum has a tendency to pick up more than the fiber plants, such as soil, as with knolls in the surface. The latter would mean that the fiber plants transported by the conveyor would become contaminated with soil and mud. In order to prevent contamination, the support of the support beam by the support wheel is often adjusted in the case of a surface with relatively large unevennesses, such that the pick-up drum is located a lot higher above the surface. This does mean a loss of fiber plants, since part of the fiber plates then remains behind on the substrate. As a result, the yield of the field decreases.

Het is een doel van de uitvinding een verbeterde verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten te verschaffen, waarin één of meer van de bezwaren van de stand van de techniek ten minste gedeeltelijk zijn ondervangen.It is an object of the invention to provide an improved processing machine for processing fiber plants, in which one or more of the drawbacks of the prior art are at least partially obviated.

Het is tevens een doel van de uitvinding een verwerkingsmachine te verschaffen waarin het risico op beschadiging van de vezelplanten tijdens de verwerking wordt verminderd.It is also an object of the invention to provide a processing machine in which the risk of damage to the fiber plants during processing is reduced.

Het is voorts een doel een verwerkingsmachine met verbeterde rijeigenschappen te verschaffen.It is a further object to provide a processing machine with improved driving characteristics.

Ten slotte is het een doel een verwerkingsmachine te verschaffen waarmee op de grond liggende vezelplanten beter en op stabielere wijze opgeraapt kunnen worden.Finally, it is an object to provide a processing machine with which fiber plants lying on the ground can be picked up in a better and more stable manner.

Ten minste één van deze en/of andere doelen wordt ten minste gedeeltelijk bereikt in een verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, waarbij de verwerkingsinrichting omvat: - een zelfrijdend of getrokken voertuig; - een aan het voertuig bevestigde verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten, de verwerkingsinstallatie omvattende: - een aan de achterzijde van het voertuig bevestigd en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, in het bijzonder een zwenkbare steunboom; - een aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebracht roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten; - een rondom het roteerbare opraapelement geleide en daarop aangrijpende transporteur die is ingericht voor het roteren van het roteerbare opraapelement alsmede voor het vanaf het opraapelement naar de achterzijde van het voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten, waarbij de transporteur tevens is uitgevoerd om tijdens het transport de opgeraapte vezelplanten om te keren; waarbij de transporteur is ingericht om op het opraapelement aan te grijpen op een laterale positie buiten het midden van het roteerbare opraapelement.At least one of these and/or other objects is achieved at least in part in a processing machine for processing fiber plants, the processing device comprising: - a self-propelled or towed vehicle; - a processing installation attached to the vehicle for picking up and transporting the fiber plants, the processing installation comprising: - a pivotable support unit attached to the rear of the vehicle and extending forwardly, in particular a pivotable support boom; - a rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the substrate; - a conveyor guided around the rotatable pick-up element and which engages thereon and which is adapted for rotating the rotatable pick-up element and for transporting the picked fiber plants from the pick-up element to the rear of the vehicle, wherein the conveyor is also designed to transport the fiber plants during transport. turn picked up fiber plants; wherein the conveyor is adapted to engage the pick-up element at a lateral position outside the center of the rotatable pick-up element.

In cen uitvoeringsvorm omvat het opraapelement een in hoofdzaak cilindrische trommel die zich in hoofdzaak in laterale richting, dwars op de axiale transportrichting, uitstrekt. De cilindrische trommel kan daarbij twee eindvlakken hebben alsmede een omtrekoppervlak waarop de transporteur aangrijpt.In an embodiment, the pick-up element comprises a substantially cylindrical drum extending substantially in the lateral direction, transverse to the axial conveying direction. The cylindrical drum can herein have two end surfaces as well as a circumferential surface on which the conveyor engages.

In cen uitvoeringsvorm is het voertuig zodanig uitgevoerd dat de transporteur aangrijpt op cen zodanige aangrijppositie op het omtrekoppervlak van het opraapelement, dat de verhouding van de afstand tussen een denkbeeldige axiale middellijn van de cilindrische trommel en een denkbeeldige axiale middellijn van de transporteur ten opzichte van de totale laterale breedte van de cilindrische trommel bevindt zich in een bereik tussen 0,05 en 0,3, bij voorkeur in een bereik van 0,1 tot 0,2.In an embodiment, the vehicle is configured such that the conveyor engages an engagement position on the circumferential surface of the pick-up element such that the ratio of the distance between an imaginary axial diameter of the cylindrical drum and an imaginary axial diameter of the conveyor relative to the total lateral width of the cylindrical drum is in a range between 0.05 and 0.3, preferably in a range of 0.1 to 0.2.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding bedraagt de afwijking van de laterale aangrijppositie van de transporteur ten opzichte van het laterale midden van het opraapelement tussen 5% en 30%, bij voorkeur tussen 10% en 20%, van de totale breedte van het opraapelement.In embodiments of the invention, the deviation of the lateral engagement position of the conveyor from the lateral center of the pick-up element is between 5% and 30%, preferably between 10% and 20%, of the total width of the pick-up element.

In een uitvoeringsvorm is de afstand tussen een denkbeeldige axiale middellijn van het opraapelement en een denkbeeldige axiale middellijn van de transporteur tussen 2 cm en 8 cm, bij voorkeur tussen 4 cm en 6 cm, bijvoorbeeld 5 cm.In one embodiment, the distance between an imaginary axial diameter of the pick-up element and an imaginary axial diameter of the conveyor is between 2 cm and 8 cm, preferably between 4 cm and 6 cm, for example 5 cm.

De verwerkingsinrichting kan verder een aantal rijen langs het omtrekoppervlak van het opraapelement gerangschikte radiale opraappennen omvatten waarmee de vezelplanten vanaf de ondergrond opgeraapt kunnen worden. De aangrijppositie van de transporteur bevindt zich hierbij tussen de respectievelijke posities van een eerste rij opraappennen en cen tweede rij opraappennen.The processing device may further comprise a number of rows of radial pick-up pins arranged along the circumferential surface of the pick-up element, with which the fiber plants can be picked up from the substrate. The engagement position of the conveyor is herein situated between the respective positions of a first row of pick-up pins and a second row of pick-up pins.

In een verdere uitvoering omvat de verwerkingsinrichting aan de transporteur aangebrachte uitstekende meenemers voor het op de transporteur ondersteunen en meenemen van opgeraapte vezelplanten.In a further embodiment, the processing device comprises projecting drivers arranged on the conveyor for supporting and carrying picked up fiber plants on the conveyor.

In verdere uitvoeringsvormen is aan het chassis aangebracht: - een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, waarbij de laterale richting zich dwars op de axiale richting uitstrekt; - een voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, waarbij het voorwiel zwenkbaar is uitgevoerd; - een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten, de verwerkingsinstallatie: waarbij de transporteur is ingericht voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het zelfrijdende voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten; en waarbij de zwenkbare steuneenheid ten minste één roteerbaar steunwiel omvat voor het ondersteunen van de steuneenheid op de ondergrond, waarbij de rotatieas van het ten minste ene steunwiel zich bevindt op een axiale positie achter de rotatieas van het roteerbare opraapelement en het ten minste ene steunwiel zich bevindt op een laterale positie naast het roteerbare opraapelement.In further embodiments there is arranged on the chassis: - a first and second rear wheel positioned at substantially equal or different positions in the axial direction and at positions which are different from each other in the lateral direction, the lateral direction being transverse to the axial extending direction; - a front wheel positioned in a lateral direction substantially the same as the first rear wheel, wherein the front wheel is of pivotable design; - a processing installation for picking up and transporting the fiber plants, the processing installation: wherein the conveyor is adapted for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the self-propelled vehicle; and wherein the pivotable support unit comprises at least one rotatable support wheel for supporting the support unit on the ground, wherein the rotational axis of the at least one support wheel is located at an axial position behind the rotational axis of the rotatable pick-up element and the at least one support wheel is located is located in a lateral position next to the rotatable pick-up element.

Door het roteerbare steunwiel achter het roteerbare opraapelement te positioneren zal bij hetrijden van het voertuig over de ondergrond eerst het vlas door het opraapelement worden opgeraapt. Pas hierna zullen de een of meer roteerbare steunwielen (waarbij een roteerbaar steunwiel ook een steunrol kan zijn) de ondergrond raken. Het op te rapen vlas ondervindt dus geen enkele hinder van het roteerbare steunwiel, hetgeen het risico op beschadiging van het vlas, bijvoorbeeld het zaad in het vlas, verkleint. Bovendien bevindt het ten minste ene roteerbare steunwiel zich op cen laterale positie naast de zijkant van het roteerbare opraapelement. Dit heeft 5 een aantal voordelen, zoals later uiteengezet zal worden.By positioning the rotatable support wheel behind the rotatable pick-up element, when the vehicle is driving over the ground, the flax will first be picked up by the pick-up element. Only after this will the one or more rotatable support wheels (whereby a rotatable support wheel can also be a support roller) touch the ground. The flax to be picked up therefore does not experience any hindrance from the rotatable support wheel, which reduces the risk of damage to the flax, for instance the seed in the flax. In addition, the at least one rotatable support wheel is located at a lateral position adjacent to the side of the rotatable pick-up element. This has a number of advantages, as will be explained later.

De axiale afstand tussen de rotatieas van het ten minste ene steunwiel en de rotatieas van het opraapelement bedraagt bij voorkeur ten minste 5 cm. Met nog meer voorkeur is deze afstand tussen 5 cm en 50 cm. Bij te weinig tussenafstand is er het risico dat een steunwiel al een stengel van een vezelplant op de ondergrond vastdrukt voordat de trommel deze stengel heeft opgeraapt.The axial distance between the axis of rotation of the at least one support wheel and the axis of rotation of the pick-up element is preferably at least 5 cm. Even more preferably, this distance is between 5 cm and 50 cm. If there is too little distance between them, there is a risk that a support wheel will press a stem of a fiber plant onto the substrate before the drum has picked up this stem.

Bij teveel tussenafstand kan het opraapelement de ondergrond onvoldoende volgen, met name in het geval van een ondergrond met grote oneffenheden. Verder bedraagt de laterale afstand tussen naar elkaar toe gerichte zijkanten van enerzijds het opraapelement en anderzijds een steunwiel tussen de 1 cm en 50 cm.If there is too much intermediate distance, the pick-up element can insufficiently follow the ground, especially in the case of a ground with large unevennesses. Furthermore, the lateral distance between the sides of the pick-up element facing each other on the one hand and a support wheel on the other hand is between 1 cm and 50 cm.

De verwerkingsmachine kan een vezelplantkeermachine, zoals een vlaskeerder, of een vezelplantoprolmachine, zoals een vlasoproller zijn. In bepaalde uitvoeringen is de verwerkingsmachine zowel een keermachine als een oprolmachine, bijvoorbeeld wanneer er gebruik wordt gemaakt van een deels of geheel verwisselbare verwerkingsinstallatie.The processing machine may be a fiber plant turner, such as a flax turner, or a fiber plant roll up machine, such as a flax turner. In certain embodiments, the processing machine is both a turning machine and a winding machine, for example when a partly or wholly interchangeable processing installation is used.

In uitvoeringsvormen waarin de verwerkingsmachine een keermachine is voor het omkeren van geoogste en op een ondergrond geplaatste vezelplanten, omvat de verwerkingsinstallatie een opraap- en keerinstallatie voor het oprapen, omkeren en neerleggen van vezelplanten. De opraap- en keerinstallatie kan dan bijvoorbeeld de aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, het aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebrachte roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten alsmede de transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten omvatten. De transporteur is hierbij uitgevoerd om tijdens het transport de opgeraapte vezelplanten om te keren. Verder kan de opraap- en keerinstallatie een aan de achterzijde van het voertuig voorziene afgeefeenheid ingericht voor het op de ondergrond neerleggen van de omgekeerde vezelplanten omvatten.In embodiments where the processing machine is a turning machine for turning over harvested fiber plants placed on a substrate, the processing installation comprises a pick-up and turning installation for picking up, turning and laying fiber plants. The pick-up and turning installation can then, for example, include the pivotable support unit attached to the rear of the chassis and extending forwards, the rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the ground as well as the conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the vehicle. The conveyor is herein designed to turn the collected fiber plants during transport. The pick-up and turning installation may further comprise a delivery unit provided at the rear of the vehicle, which is adapted for depositing the inverted fiber plants on the ground.

In bepaalde uitvoeringsvormen waarin de verwerkingsinstallatie een oprolmachine is voor het in een rol oprollen van op een ondergrond geplaatste vezelplanten, omvat de verwerkingsinstallatie een opraap- en oprolinstallatie voor het oprapen, oprollen en neerleggen van de vezelplanten. De opraap- en oprolinstallatie kan dan de aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, het aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebrachte roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten, en de transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het zelfrijdende voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten omvatten. Verder kan zijn voorzien in een oproleenheid die is ingericht voor het in een rol oprollen van de getransporteerde vezelplanten en op de ondergrond neerleggen van de in een rol gerangschikte vezelplanten.In certain embodiments in which the processing installation is a roll-up machine for rolling up fiber plants placed on a substrate into a roll, the processing installation comprises a pick-up and roll-up installation for picking up, rolling up and laying down the fiber plants. The pick-up and roll-up installation can then accommodate the pivoting support unit mounted at the rear of the chassis and extending forwards, the rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the ground, and the conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the self-propelled vehicle. Furthermore, a winding unit can be provided which is designed for rolling up the transported fiber plants into a roll and depositing the fiber plants arranged in a roll on the substrate.

In verdere uitvoeringsvormen zijn het eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op een in axiale richting in hoofdzaak gelijke positie. Verder heeft het voertuig in bepaalde uitvoeringen slechts drie wielen en vormt dus een driewieler. Wanneer bijvoorbeeld in bepaalde uitvoeringen het voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, heeft het voertuig in feite een asymmetrisch onderstel en vormt daarmee een asymmetrische driewieler. Een dergelijke asymmetrie heeft gevolgen voor de gewichtsverdeling en voor de daarmee samenhangende rijeigenschappen van het voertuig. De asymmetrie biedt echter wel ruimte voor de steuneenheid naast het voorwiel. Het vrije uiteinde van de steuneenheid bevindt zich bij voorkeur aan de andere zijkant dan waar het voorwiel zich bevindt en met nog meer voorkeur ongeveer naast de bestuurderscabine. De bestuurder kan hierdoor een vrij uitzicht op de opraapeenheid en de steunwielen geboden worden. De steuneenheid bevindt zich dan bij voorkeur op een laterale positie tussen de laterale posities van het linker en rechter achterwiel, maar dit behoeft niet zo te zijn. Het is bijvoorbeeld in beginsel mogelijk de steuneenheid zich op één (axiale) lijn met de laterale positie van het tweede achterwiel bevindt.In further embodiments, the first and second rear wheels are positioned at a substantially equal position in the axial direction. Furthermore, in certain embodiments, the vehicle has only three wheels and thus forms a tricycle. For example, when in certain embodiments the front wheel is positioned in a lateral direction substantially the same as the first rear wheel, the vehicle in fact has an asymmetrical undercarriage and thereby forms an asymmetrical tricycle. Such asymmetry has consequences for the weight distribution and for the associated driving characteristics of the vehicle. However, the asymmetry does provide space for the support unit next to the front wheel. The free end of the support unit is preferably on the opposite side to where the front wheel is located and even more preferably approximately next to the driver's cab. This provides the driver with an unobstructed view of the pick-up unit and the support wheels. The support unit is then preferably located at a lateral position between the lateral positions of the left and right rear wheels, but this need not be the case. It is, for example, in principle possible for the support unit to be aligned (axially) with the lateral position of the second rear wheel.

In bijzonder voordelige uitvoeringen omvat de verwerkingsinstallatie van de verwerkingsmachine twee of meer naast elkaar aan de zwenkbare steuneenheid bevestigde roteerbare steunwielen. Door twee of meer roteerbare steunwielen naast elkaar toe te passen, kan de steuneenheid stabieler voortgeduwd worden waardoor er tijdens het rijden over het algemeen minder torsie in het steunwiel en eventueel in de steuneenheid ontstaan. Verder is met twee of meer steunwielen een gelijkmatigere gewichtsverdeling te realiseren dan met slechts één steunwiel.In particularly advantageous embodiments, the processing installation of the processing machine comprises two or more rotatable supporting wheels attached side by side to the pivotable support unit. By using two or more rotatable support wheels next to each other, the support unit can be pushed more stably, so that less torsion generally occurs in the support wheel and possibly in the support unit during driving. Furthermore, a more even weight distribution can be achieved with two or more support wheels than with only one support wheel.

Tevens zijn de rijeigenschappen over het algemeen beter dan wanneer men slechts één steunwiel of —rol gebruikt. Het is voorts ook eenvoudiger om een relatief breed (gezamenlijke) breedte van de wielen te creëren, hetgeen aan de rij- en/of keereigenschappen van het voertuig (keereigenschappen in de zin van het draaien van het voertuig wanneer dit het einde van een rij vlasplanten bereikt heeft) ten goede komt.Also, the driving characteristics are generally better than when only one support wheel or roller is used. It is also easier to create a relatively wide (joint) width of the wheels, which affects the driving and/or turning properties of the vehicle (turning properties in the sense of turning the vehicle when this is the end of a row of flax plants). achieved) will benefit.

Zoals hierboven reeds beschreven is, bevindt het roteerbare steunwiel zich op een laterale positie naast de zijkant van het roteerbare opraapelement. Bij het gebruik van twee of meer roteerbare steunwielen naast elkaar kan het evenzo de voorkeur hebben om ten minste één steunwiel aan elke laterale zijde van het roteerbare opraapelement te verschaffen. Naast een stabiele ondersteuning van de steuneenheid (bijv. de steunboom) biedt deze uitvoering nog de mogelijkheid om de steunwielen of steunrollen over de bovengenoemde, tussen naburige rijen vezelplanten aanwezige tussenruimten te laten rollen. Verder zorgen twee of meer naast elkaar geplaatste steunwielen in beginsel voor cen betere prestaties op het gebied van het volgen van de oneffenheden in de ondergrond, zodat er (nog) minder verlies van vezelplanten optreedt en/of minder sprake is van opname van aarde die in het zwad terecht zou kunnen komen.As already described above, the rotatable support wheel is located in a lateral position adjacent to the side of the rotatable pick-up element. Similarly, when using two or more rotatable support wheels side by side, it may be preferable to provide at least one support wheel on each lateral side of the rotatable pick-up element. In addition to a stable support for the support unit (e.g. the support beam), this embodiment also offers the option of having the support wheels or support rollers roll over the above-mentioned interspaces present between adjacent rows of fiber plants. Furthermore, in principle two or more support wheels placed next to each other provide a better performance in the field of following unevenness in the subsoil, so that there is (even) less loss of fiber plants and/or less absorption of soil that could end up in the swath.

De één of meer steunwielen worden door één of meer afzonderlijke wielophangingsmechanismen bevestigd aan de steuneenheid. Deze wielophanging kan zodanig zijn uitgevoerd, dat de steunwielen op passieve wijze kunnen meesturen wanneer het voertuig over de ondergrond rijdt. Dit verbetert de rijeigenschappen van het voertuig.The one or more support wheels are attached to the support unit by one or more separate wheel suspension mechanisms. This wheel suspension can be designed such that the support wheels can passively steer along when the vehicle drives over the ground. This improves the vehicle's handling characteristics.

In verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt voorzien in hoogteverstellingsmiddelen voor het in hoogte verstellen van het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid ten opzichte van het ten minste ene steunwiel. Dit betekent in de praktijk een aanpassing van de afstand of speling tussen het vrije uiteinde van de steuneenheid en de ondergrond en daarmee van het opraapelement ten opzicht van de ondergrond. Afhankelijk van de gesteldheid van de ondergrond kan aldus de speling tussen het opraapelement en de ondergrond naar believen worden versteld. Bij voorkeur omvatten de hoogteverstellingsmiddelen een op een hydraulisch systeem van het voertuig aangesloten of aansluitbare hydraulische actuator, zoals een rotatieve actuator of een hefcilinder. Een elektrische actuator behoort echter eveneens tot de mogelijkheden. In een bijzonder voordelige uitvoering kan het in hoogte verstellen aangestuurd worden vanuit de bestuurderscabine van het voertuig, bijvoorbeeld tijdens het rijden of wanneer het voertuig even gestopt is. Dit betekent dat de bestuurder niet uit hoeft te stappen om het opraapelement op de voor de betreffende ondergrond gewenste hoogte te brengen. Dit brengt een verbetering van de efficiency van de keerbewerking, met name in situaties waarin de ondergrond relatief grote oneffenheden vertoont, met zich mee.In further embodiments of the invention, height-adjusting means are provided for height-adjusting the free end of the pivotable support unit relative to the at least one support wheel. In practice this means an adjustment of the distance or clearance between the free end of the support unit and the ground and thus of the pick-up element with respect to the ground. Depending on the condition of the ground, the clearance between the pick-up element and the ground can thus be adjusted as desired. The height adjustment means preferably comprise a hydraulic actuator connected or connectable to a hydraulic system of the vehicle, such as a rotary actuator or a lifting cylinder. However, an electric actuator is also an option. In a particularly advantageous embodiment, the height adjustment can be controlled from the driver's cab of the vehicle, for instance while driving or when the vehicle has stopped for a while. This means that the driver does not have to get out to bring the pick-up element to the desired height for the relevant surface. This leads to an improvement in the efficiency of the turning operation, in particular in situations in which the subsoil shows relatively large irregularities.

In uitvoeringen van de uitvinding omvat de verwerkingsinstallatie een transporteur in de vorm van een van de opraap- en keerinstallatie een transportband, waarbij de stand van de transportband aan de achterzijde nabij de afgeefeenheid over circa 180 graden is gedraaid ten opzichte van de stand van de transportband aan de voorzijde nabij het roteerbare opraapelement. De transporteur wordt aangedreven door aan het chassis van het voertuig bevestigde aandrijving. Deze aandrijving kan bijvoorbeeld een hydraulische aandrijving zijn, maar andere typen aandrijvingen behoren eveneens tot de mogelijkheden.In embodiments of the invention, the processing installation comprises a conveyor in the form of one of the pick-up and turning installations and a conveyor belt, wherein the position of the conveyor belt at the rear near the delivery unit is rotated through approximately 180 degrees with respect to the position of the conveyor belt. at the front near the rotatable pick-up element. The conveyor is driven by a drive attached to the chassis of the vehicle. This drive can for instance be a hydraulic drive, but other types of drives are also possible.

De transporteur zelf kan gevormd worden door één of meer eindloze transportbanden. Deze transportbanden grijpen ook aan op het roteerbare opraapelement en drijven daarmee de rotatie van het opraapelement aan. Een aparte aandrijving van de rotatie van het opraapelement behoort echter eveneens tot de mogelijkheden Verder omvat de verwerkingsmachine een aantal geleidingselementen voor het geleiden van de opgeraapte vezelplanten gedurende het transporteren richting de afgeefeenheid.The conveyor itself may be formed by one or more endless conveyor belts. These conveyor belts also engage the rotatable pick-up element and thereby drive the rotation of the pick-up element. However, a separate drive for the rotation of the pick-up element is also possible. Furthermore, the processing machine comprises a number of guide elements for guiding the picked-up fiber plants during transport towards the delivery unit.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het verwerken van geoogste en op cen ondergrond geplaatste vezelplanten verschaft, waarin de werkwijze het rijden van de hierin gedefinieerde verwerkingsmachine over een ondergrond en het met de verwerkingsinstallatie van de ondergrond oprapen van de vezelplanten, het verwerken van de vezelplanten en het vervolgens weer op de ondergrond neerleggen van de verwerkte vezelplanten, omvat.According to another aspect of the invention, there is provided a method of processing harvested fiber plants placed on a substrate, the method comprising driving the processing machine defined herein over a substrate and using the processing installation to pick up the fiber plants from the substrate, processing the fiber plants and subsequently depositing the processed fiber plants again on the substrate.

De kan tevens het met een opraap- en keerinstallatie van de ondergrond oprapen van de vezelplanten, het vervolgens omkeren van de opgeraapte vezelplanten en het weer op de ondergrond neerleggen van de omgekeerde vezelplanten omvatten en/of het met een opraap- en oprolinstallatie van de ondergrond oprapen van de vezelplanten, het vervolgens tot in een rol oprollen van de opgeraapte vezelplanten en het weer op de ondergrond neerleggen van de in een rol opgerolde vezelplanten omvatten.The can also include picking up the fiber plants from the subsoil with a pick-up and turning installation, then turning the collected fiber plants over and placing the inverted fiber plants back on the subsoil and/or removing the inverted fiber plants with a picking and rolling up installation. picking up the fiber plants, subsequently rolling up the picked fiber plants into a roll and placing the fiber plants rolled up into a roll again on the substrate.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren.Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated from the following description of some embodiments thereof. In the description, reference is made to the attached figures.

Figuur 1 toont een linker zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een verwerkingsmachine, op een ondergrond; Figuur 2 toont een vooraanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 1; Figuur 2A toont een uitvergroting van het vooraanzicht figuur 2; Figuur 3 toont een rechter zijaanzicht van de uitvoering van figuren 1-4; Figuur 4 toont een onderaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 1; Figuren 5A en 5B tonen schuin van onderen genomen aanzichten van een steunboom volgens de uitvoeringsvorm van figuren 1-4; Figuur 5C toont een detailaanzicht van de aansluiting van de steunboom op het voertuig volgens de uitvoeringsvorm van de voorgaande figuren; en Figuren 6A en 6B tonen op schematische wijze de onderlinge rangschikking van het roteerbare opraapelement en de steunwielen, in respectievelijk een bovenaanzicht en een rechter zijaanzicht; Figuur 7 is een vooraanzicht van een voertuig volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, tijdens het oprapen en omdraaien van een vezelplanten; Figuur 8 toont op schematische wijze een bovenaanzicht van de onderlinge rangschikking van de transporteur, in het bijzonder de transportband daarvan, een roteerbaar cilindrisch opraapelement alsmede een aantal steunwielen; Figuur 9 toont een linker-zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een opraapelement, bevestigd aan een steunboom en aangedreven door een transportband van de transporteur;Figure 1 shows a left side view of an embodiment of a processing machine, on a substrate; Figure 2 shows a front view of the embodiment of Figure 1; Figure 2A shows an enlarged view of the front view Figure 2; Figure 3 shows a right side view of the embodiment of Figures 1-4; Figure 4 shows a bottom view of the embodiment of Figure 1; Figures 5A and 5B show oblique views from below of a support beam according to the embodiment of Figures 1-4; Figure 5C shows a detail view of the connection of the support beam to the vehicle according to the embodiment of the preceding figures; and Figures 6A and 6B schematically show the mutual arrangement of the rotatable pick-up element and the support wheels, in a top view and a right side view, respectively; Figure 7 is a front view of a vehicle according to an embodiment of the invention, during the picking up and turning over of a fiber plant; Figure 8 schematically shows a top view of the mutual arrangement of the conveyor, in particular its conveyor belt, a rotatable cylindrical pick-up element and a number of support wheels; Figure 9 shows a left side view of an embodiment of a pick-up element attached to a support boom and driven by a conveyor belt of the conveyor;

Figuur 10 toont een gedeeltelijk opengewerkt linker zijaanzicht van het opraapelement van figuur 9; Figuur 11 toont een vooraanzicht van het opraapelement van figuren 9 en 10, waarin de excentrische positionering van de transportband rondom het opraapelement duidelijk zichtbaar is; en Figuur 12 toont een gedeeltelijk opengewerkt van het opraapelement volgens figuren 9-11.Figure 10 shows a partially cut-away left side view of the pick-up element of Figure 9; Figure 11 shows a front view of the pick-up element of Figures 9 and 10, in which the eccentric positioning of the conveyor belt around the pick-up element is clearly visible; and Figure 12 shows a partially cut-away view of the pick-up element of Figures 9-11.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm weergegeven van een verwerkingsmachine 1. De verwerkingsmachine 1 omvat een driewielig voertuig 2 dat over een ondergrond (O) rijdt waarop zich een aantal parallelle vezelplantrijen (VR, slechts deels weergegeven) van geoogste vezelplanten (V) bevinden. Elke vezelplantrij (VR) omvat een doorlopende laag stengels van vezelplanten die op de bodem (ondergrond (O)) een langgerekte hoop vorm vormen. De stengels van de vezelplanten strekken zich min of meer parallel ten opzichte van elkaar en dwars op de longitudinale as van de vezelplantrij (VR) en dus dwars op de rijrichting van de verwerkingsmachine 1 uit. De verwerkingsmachine 1 is in de getoonde uitvoering een keermachine, hetgeen betekent dat het voertuig 2 is voorzien van een opraap- en omkeerinstallatieFigure 1 shows an embodiment of a processing machine 1. The processing machine 1 comprises a three-wheeled vehicle 2 that drives over a ground (O) on which a number of parallel fiber plant rows (VR, only partially shown) of harvested fiber plants (V) are located. Each fiber plant row (VR) comprises a continuous layer of fiber plant stems that form an elongated mound on the bottom (substrate (O)). The stems of the fiber plants extend more or less parallel to each other and transverse to the longitudinal axis of the fiber plant row (VR) and thus transverse to the direction of travel of the processing machine 1. In the embodiment shown, the processing machine 1 is a turning machine, which means that the vehicle 2 is provided with a pick-up and turning installation.

3. Deze opraap- en omkeerinstallatie is in staat om telkens de stengels uit de doorlopende laag vezelplanten aan de voorzijde van het voertuig op te pakken, deze vervolgens naar de achterzijde van het voertuig te transporteren en aan de achterzijde van de machine weer op de ondergrond te neer te leggen. De tijdens het transport naar achteren toe door de stengels van de vezelplanten afgelegde weg beschrijft in wezen cen halve spiraal zodat aan de achterzijde de stengels over ca. 180 graden gedraaid zijn.3. This pick-up and turn-over installation is able to pick up the stems from the continuous layer of fiber plants at the front of the vehicle, then transport them to the rear of the vehicle and back onto the ground at the rear of the machine. to put down. The path traveled backwards by the stems of the fiber plants during transport essentially describes a semi-spiral so that at the rear the stems are rotated about 180 degrees.

Na het oogsten laat men de hoop vezelplanten voldoende lang op de ondergrond liggen opdat micro-organismen die in de ondergrond aanwezig zijn, de vezelplant biologisch laten degraderen totdat de vezelplant voldoende gedegradeerd (d.w.z. geroot) is. De mate van biologische degradatie hangt of van de omstandigheden waarin de vezelplanten zich bevinden, zoals de vochtigheid en het aantal uren zonneschijn waaraan de vezelplanten worden blootgesteld. Deze omstandigheden variëren ook naar gelang het gedeelte van de stengel van de vezelplant naar de ondergrond of naar de buitenlucht gekeerd is. Afhankelijk van de omstandigheden moeten de vezelplanten dus vaker of minder vaak gekeerd of omgedraaid worden.After harvesting, the pile of fiber plants is left on the substrate for a sufficient period of time for microorganisms present in the substrate to biologically degrade the fiber plant until the fiber plant is sufficiently degraded (i.e., rooted). The degree of biological degradation depends on the conditions in which the fiber plants are located, such as the humidity and the number of hours of sunshine to which the fiber plants are exposed. These conditions also vary according to whether the portion of the stem of the fibrous plant faces the substrate or the outside. Depending on the circumstances, the fiber plants must therefore be turned or turned over more or less often.

Figuren 2-5 tonen de uitvoeringsvorm van figuur 1 in meer detail. De figuren tonen een verwerkingsmachine 1 omvattende een zelfrijdend voertuig 2 (dat wil zeggen een voertuig met een cigen aandrijving waarmee het zichzelf over een ondergrond kan voortbewegen, hierin ook wel een zelftrekkend voertuig genoemd) waaraan cen verwerkingsinstallatie is aangebracht voor het verwerken van plat op een ondergrond liggende vezelplanten, zoals vlasplanten, hennepplanten en dergelijke. De verwerkingsinstallatie 3 is in de getoonde uitvoeringsvorm een opraap- en omkeerinstallatie 3 van een keermachine die die specifiek is ingericht voor het van de ondergrond oprapen van geoogste en plat op de ondergrond (d.w.z. de bodem) liggende vlasplanten, het omkeren van de vlasplanten en het weer op de ondergrond neerleggen van de vlasplanten. Het is voor de vakman duidelijk dat het voertuig in plaats van zelfrijdend ook van een type kan zijn dat door een ander (niet-weergegeven) voertuig voortgetrokken of voortgeduwd kan worden. Verder is het voor de vakman duidelijk dat de verwerkingsinstallatie ook een opraap- en oprolinstallatie van cen oprolmachine kan zijn die is ingericht voor het oprapen van al dan niet reeds eerder omgedraaide vlasplanten, het tot een rol oprollen van de vlasplanten en het op de grond neerleggen van de in een rol gerangschikte vlasplanten. Dergelijke oprolmachines zijn in beginsel identiek aan de eerder genoemde keermachines, met uitzondering van een iets andere uitvoering van de transporteur (in de oprolmachine hoeft de transporteur de vezelplanten immers slechts te transporteren, zonder dat daarbij ook het omkeren van de vezelplanten nodig is). Bovendien zal de oprolmachine de opgeraapte vezelplanten eerste oprollen voordat deze weer op de ondergrond worden neergelegd. Voor de eenvoud van de beschrijving is daarom een aparte behandeling van de oprolmachine in de navolgende figuurbeschrijving achterwege gelaten.Figures 2-5 show the embodiment of Figure 1 in more detail. The figures show a processing machine 1 comprising a self-propelled vehicle 2 (i.e. a vehicle with a self-propelled drive with which it can propel itself over a ground, also referred to herein as a self-propelled vehicle) to which a processing installation is fitted for processing flat on a underground fiber plants, such as flax plants, hemp plants and the like. In the embodiment shown, the processing installation 3 is a pick-up and turning installation 3 of a turning machine which is specifically designed for picking up harvested flax plants lying flat on the ground (ie the ground) from the ground, turning the flax plants over and put the flax plants back on the substrate. It will be clear to a person skilled in the art that instead of being self-propelled, the vehicle can also be of a type that can be pulled or pushed by another vehicle (not shown). Furthermore, it is clear to the skilled person that the processing installation can also be a pick-up and roll-up installation of a roll-up machine that is designed for picking up flax plants that may or may not have already been turned over, rolling the flax plants into a roll and placing them on the ground. of the flax plants arranged in a roll. Such roll-up machines are in principle identical to the aforementioned turning machines, with the exception of a slightly different design of the conveyor (after all, in the roll-up machine the conveyor only has to transport the fiber plants, without also requiring the turning of the fiber plants). In addition, the winding machine will first roll up the collected fiber plants before they are placed back on the substrate. For the sake of simplicity of the description, a separate treatment of the winding machine is therefore omitted in the following description of the figures.

Het zelftrekkende voertuig 2 omvat een chassis 4 met een drietal wielen, dat wil zeggen een rechter achterwiel 10, een linker achterwiel 11 en een (techter) voorziel 12. Het chassis 4 is verder voorzien van een met beglazing 19 afgesloten bestuurderscabine 15. In de getoonde uitvoering is de bestuurderscabine 15 aan de rechter voorzijde van het chassis 3 geplaatst, zodat de bestuurder (niet weergegeven) een optimaal zicht heeft op de ondergrond vóór de cabine (d.w.z. in axiale richting (PA) of verplaatsingsrichting van het voertuig 2) alsmede op een aantal cruciale onderdelen van de opraap- en keerinstallatie 3 naast de cabine 15.The self-propelled vehicle 2 comprises a chassis 4 with three wheels, i.e. a right rear wheel 10, a left rear wheel 11 and a (but) front wheel 12. The chassis 4 is further provided with a driver's cabin 15 closed with glazing 19. In the embodiment shown, the driver's cab 15 is placed at the right-hand front of the chassis 3, so that the driver (not shown) has an optimal view of the ground in front of the cab (i.e. in axial direction (PA) or direction of movement of the vehicle 2) as well as on a number of crucial parts of the loading and turning installation 3 next to the cabin 15.

De bestuurder kan in de cabine 15 plaatsnemen op een al dan niet apart geveerde stoel 16 en met behulp van besturingsmiddelen het voertuig 2 en de opraap- en keerinstallatie 3 bedienen.The driver can take a seat in the cabin 15 on a seat 16, which may or may not be separately sprung, and operate the vehicle 2 and the pick-up and turning installation 3 with the aid of control means.

De besturingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een stuur 17 voor het zwenken van het voorwiel 12, een aantal pedalen18 voor bijvoorbeeld het regelen van de aandrijving van de achterwielen 10 en 11, een aanraakscherm 13 voor het instellen van opraap- en keerinstallatie 3 omvatten.The control means can for instance comprise a steering wheel 17 for pivoting the front wheel 12, a number of pedals 18 for for instance controlling the drive of the rear wheels 10 and 11, a touch screen 13 for setting the pick-up and turning installation 3.

De opraap- en keerinstallatie 3 omvat een aan de achterzijde van het chassis bevestigd 4 en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid 20. Verwijzend naar figuur 5B, is getoond dat de zwenkbare steuneenheid 20 een langgerekte, zich in wezen in axiale richting (Pa) naar voren toe uitstrekkende steunboom 23 heeft aan het vrije uiteinde 24 waarvan, meer in het bijzonder aan een tweetal bevestigingselementen 106 van de steunboom 23 (figuur 9), een roteerbaar opraapelement 60 is aangebracht. De steunboom 23 heeft aan het tegenover het vrije uiteinde 24 liggende uiteinde een liggend bevestigingsdeel 21. Het liggende bevestigingsdeel 21 van de langgerekte steunboom is via respectievelijke assen 51 en 53 van een linker scharnier 52 en een rechter scharnier 54 aan rechtopstaande wangen 48,49 van het chassis 4 van het voertuig 2 bevestigd.The pick-up and turning installation 3 comprises a pivotable support unit 20 secured to the rear of the chassis and a forwardly extending pivotal support unit 20. Referring to Fig. 5B, the pivotal support unit 20 is shown to have an elongate substantially axial direction (Pa). forwardly extending support beam 23 has on the free end 24 of which, more particularly on two fastening elements 106 of the support beam 23 (FIG. 9), a rotatable pick-up element 60 is arranged. The support beam 23 has a lying fixing part 21 at the end opposite the free end 24. The lying fixing part 21 of the elongated support beam is connected via respective axes 51 and 53 of a left hinge 52 and a right hinge 54 to upright cheeks 48,49 of the chassis 4 of the vehicle 2.

De scharnieren 52 en 54 maken het mogelijk het vrije uiteinde 24 van de steunboom 23 en het daaraan bevestigde roteerbare opraapelement 60 in opwaartse en neerwaartse te verplaatsen opdat de opraapelement 60 de ondergrond kan volgen waar het voertuig 2 overheen rijdt.The hinges 52 and 54 make it possible to move the free end 24 of the support beam 23 and the rotatable pick-up element 60 attached thereto in upward and downward movement so that the pick-up element 60 can follow the ground over which the vehicle 2 travels.

In de figuren, en met name in figuur 5B, is verder getoond dat de steunboom 23 aan de linker voorzijde voorzien is van een beschermingsbeugel 101 aan welke beugel nog een aantal vlasgeleidingselementen 65 zijn aangebracht waarmee het vlas beter door de opraaptrommel 60 opgepakt kan worden.In the figures, and in particular in figure 5B, it is further shown that the support beam 23 is provided on the left front side with a protective bracket 101, to which bracket a number of flax guide elements 65 are arranged, with which the flax can be picked up better by the pick-up drum 60.

In bepaalde uitvoeringen zijn er twee steunbomen naast elkaar voorzien voor het oprapen en keren van twee rijen vezelplanten.In certain embodiments, two support beams are provided side by side for picking up and turning two rows of fiber plants.

In dergelijke uitvoeringen kan het voordelen hebben om ten minste één van de steunbomen zodanig uit te voeren dat deze tevens in laterale richtingen (P,) te zwenken is zodat de onderlinge afstand van de opraapelementen aangepast kan worden aan de onderlinge afstand van de rijen vezelplanten.In such embodiments it may be advantageous to embody at least one of the support beams such that it can also be pivoted in lateral directions (P 1 ), so that the mutual distance of the pick-up elements can be adapted to the mutual distance of the rows of fiber plants.

Het opraapelement 60 is in de getoonde uitvoering een opraaptrommel (het opraapelement heeft met andere woorden in hoofdzaak een cilindervorm). Het opraapelement 60 is uitgevoerd om roteerbaar te zijn om een (imaginaire) rotatieas 95 (figuren 6A,6B). In de in figuur 6A,6B getoonde toestand is de rotatieas een horizontale as die zich dwars op de langsrichting van het voertuig 2 uitstrekt.In the embodiment shown, the pick-up element 60 is a pick-up drum (in other words, the pick-up element has substantially a cylindrical shape). The pick-up element 60 is designed to be rotatable about an (imaginary) rotation axis 95 (Figures 6A, 6B). In the situation shown in figures 6A, 6B, the axis of rotation is a horizontal axis extending transversely to the longitudinal direction of the vehicle 2 .

Rondom het radiale omtrekoppervlak 99 van de opraaptrommel, meer specifiek in of naast het midden daarvan, is een eindloze transportband 73 van de hierna nader te beschrijven transporteur 69 gewikkeld waarmee de opraaptrommel rondom de in hoofdzaak horizontale as 95 geroteerd wordt.Wrapped around the radial circumferential surface 99 of the pick-up drum, more specifically in or adjacent the center thereof, is an endless conveyor belt 73 of the conveyor 69 to be described in more detail below, with which the pick-up drum is rotated about the substantially horizontal axis 95 .

Zoals in figuur 5B met een pijl (Ro) is aangegeven, roteert de opraaptrommel 60 in tegengestelde richting van de wielen van het voertuig 2. De rotatiesnelheid kan variëren, maar is meestal groter (bijv. 20-30% groter) dan de rotatiesnelheid van de wielen van het voertuig.As indicated by an arrow (Ro) in Figure 5B, the pick-up drum 60 rotates in the opposite direction to the wheels of the vehicle 2. The rotational speed may vary, but is usually greater (e.g. 20-30% greater) than the rotational speed of the wheels of the vehicle.

Aan het radiale omtrekoppervlak 99 van de opraaptrommel 60, nabij de beide laterale zijvlakken 97 en 98 daarvan, zijn verder twee rijen van uitstekende pennen 61! en 61° aangebracht.Further, on the radial circumferential surface 99 of the pick-up drum 60, adjacent both of its lateral side surfaces 97 and 98, are two rows of projecting pins 61! and 61° applied.

De uitstekende pennen van elk van de rijen strekken zich in radiale richting uit vanaf een gemeenschappelijk punt (meer in het bijzonder een gemeenschappelijke excenteras 107, figuur 12), waarbij dit gemeenschappelijke punt non-centrisch (d.w.z. excentrisch gepositioneerd) is ten opzichte van een middelpunt van de opraaptrommel gevormd door de (imaginaire) rotatieas 95. Dit heeft tot gevolg dat de pennen 61! en 61° uitsteken ten opzichte van het radiale omtrekvlak 99 wanneer deze zich op rotatieposities aan de onderzijde en voorzijde van de opraaptrommel 60 bevinden en geheel of gedeeltelijk naar binnen toe zijn getrokken op andere rotatieposities van de opraaptrommel 60. De uitstekende pennen zijn daarmee bij uitstek geschikt voor het oppakken van de op de ondergrond (horizontaal) liggende stengels van de vezelplantede ondergrond tillen daarvan waarbij de vezelplanten in de liggende stand gehouden blijven.The protruding pins of each of the rows extend radially from a common point (more specifically, a common eccentric shaft 107, Fig. 12), said common point being non-centric (ie positioned eccentrically) with respect to a center point of the pick-up drum formed by the (imaginary) rotation axis 95. As a result, the pins 61! and 61° project from the radial circumferential surface 99 when they are at rotational positions on the underside and front of the pick-up drum 60 and are wholly or partially drawn in at other rotational positions of the pick-up drum 60. The projecting pins are therefore pre-eminent. suitable for picking up the (horizontally) lying stems of the fiber planted substrate on the subsoil and lifting them from the subsoil, while the fiber plants remain in the horizontal position.

In het hierna volgende zal aan de hand van figuren 8-12 een verder voorbeeld van een opraaptrommel volgens een uitvoering van de uitvinding worden besproken.In the following, a further example of a pick-up drum according to an embodiment of the invention will be discussed with reference to figures 8-12.

De figuren tonen verder dat de opraap- en keerinstallatie 3 een transporteur 69 omvat voor het transporteren van het vlas dat aan de voorzijde van het voertuig 2 door het roterende opraapelement 60 is opgeraapt, naar de achterzijde van het voertuig. De transporteur 69 omvat in de getoonde uitvoering een gekruiste eindloze transportband 73 die door een roterende aandrijfrol 81 aan de achterzijde van het voertuig wordt rondgedraaid. Het bovenste deel van de transportband 73 beweegt in axiale richting van voren naar achteren (Pr, figuur 5B). Zoals in de figuren getoond is, en met name in figuur 7, is de stand van de transportband 73 aan de achterzijde nabij de (later te beschrijven) afgeefeenheid 80 over circa 180 graden gedraaid ten opzichte van de stand van de transportband 73 aan de voorzijde nabij het roteerbare opraapelement 60. Dit heeft tot gevolg dat een pakket Vp van vezelplanten V die door het opraapelement 60 in liggende toestand van de ondergrond zijn opgeraapt, tijdens het transport van voren naar achteren in wezen een halve spiraalvorm doorlopen en dus geheel worden omgekeerd. Dit is schematisch in figuur 7 weergegeven. De figuur toont op schematische wijze hoe de vezelplanten V in liggende toestand worden opgeraapt door het via de transportband 73 in rotatie gebrachte opraapelement 60, meer specifiek door de meeroterende rij pennen 61! en 61° daarvan, en vervolgens op de transportband 73 naar de achterzijde van het voertuig worden getransporteerd, waarbij tijdens het transport op de transportband 73 de vezelplanten worden omgekeerd en aan de achterzijde van het voertuig in omgekeerde toestand worden neergelegd. De stengels van de vezelplanten kunnen nu met de tegenovergestelde zijde op de ondergrond worden neergelegd dan de zijde waarop de stengels aanvankelijk op de ondergrond lagen, ter bevordering van een egale roting van de vezelplanten.The figures further show that the pick-up and turning installation 3 comprises a conveyor 69 for transporting the flax picked up at the front of the vehicle 2 by the rotating pick-up element 60 to the rear of the vehicle. In the embodiment shown, the conveyor 69 comprises a crossed endless conveyor belt 73 which is rotated by a rotating drive roller 81 at the rear of the vehicle. The upper part of the conveyor belt 73 moves in an axial direction from front to back (Pr, Fig. 5B). As shown in the figures, and in particular in figure 7, the position of the rear conveyor belt 73 near the dispensing unit 80 (to be described later) has been rotated approximately 180 degrees with respect to the front position of the conveyor belt 73. close to the rotatable pick-up element 60. As a result, a package Vp of fiber plants V, which have been picked up from the ground by the pick-up element 60 in the lying position, essentially traverses a semi-helical shape during transport from the front to the rear and is thus completely reversed. This is shown schematically in figure 7. The figure schematically shows how the fiber plants V are picked up in the lying position by the pick-up element 60 which is rotated via the conveyor belt 73, more specifically by the co-rotating row of pins 61! and 61° thereof, and then transported on the conveyor belt 73 to the rear of the vehicle, during which the fiber plants are inverted on the conveyor belt 73 and laid down at the rear of the vehicle in an inverted condition. The stems of the fiber plants can now be placed on the substrate with the opposite side to the side on which the stems initially lay on the substrate, to promote an even rotation of the fiber plants.

De eindloze transportband 73 van de transporteur 69 wordt aangedreven door de eerder genoemde, aan de achterzijde op het chassis 4 aangebrachte roterende aandrijfrol 81. Op zijn beurt drijft de beweging van de eindloze transportband 73 de rotatie (Ro, figuur 5B) van het roteerbare opraapelement 60 aan. Verder is de eindloze transportband 73 van de transporteur 69 voorzien van een aantal op opvolgende posities gerangschikte uitsteekende meenemers 85, waarmee de vezelplanten op de transportband 73 kunnen worden meegenomen en op hun plaats worden gehouden.The endless conveyor belt 73 of the conveyor 69 is driven by the aforementioned rotating drive roller 81 mounted at the rear on the chassis 4. In turn, the movement of the endless conveyor belt 73 drives the rotation (Ro, Fig. 5B) of the rotatable pick-up element. 60 on. Furthermore, the endless conveyor belt 73 of the conveyor 69 is provided with a number of projecting drivers 85 arranged in successive positions, with which the fiber plants on the conveyor belt 73 can be taken along and held in place.

Zoals eerder aangegeven, omvat de opraap- en keerinstallatie 3 ten slotte een helemaal aan de achterzijde van het chassis 4 aangebracht afgeefeenheid 80. Deze afgeefeenheid 80 ontvangt het door het opraapelement 60 opgeraapte en het vervolgens door de transporteur 69 getransporteerde en omgekeerde vlas en leidt dit op gecontroleerde wijze naar beneden toe zodat het omgekeerde vlas netjes achter het voertuig 2 aan op de ondergrond gelegd wordt. De afgeefeenheid 80 omvat een eerste en tweede eindloze transportband 83, 84 die beide door dezelfde aandrijfrol 81 worden aangedreven. Beide transportbanden 83,84 zijn voorzien van uitstekende meenemers 85 die het vlas in liggende stand ondersteunen wanneer dit naar de ondergrond wordt geleid.Finally, as indicated earlier, the pick-up and turning installation 3 comprises a delivery unit 80 arranged at the very rear of the chassis 4. This delivery unit 80 receives the flax picked up by the pick-up element 60 and the turned over flax conveyed by the conveyor 69 and guides it downwards in a controlled manner so that the reversed flax is neatly placed on the ground behind the vehicle 2. The dispensing unit 80 comprises a first and second endless conveyor belt 83, 84 which are both driven by the same drive roller 81. Both conveyor belts 83,84 are provided with protruding flights 85 which support the flax in the horizontal position when it is guided to the ground.

In figuur SA is weergegeven dat de zwenkbare steuneenheid 20, in het bijzonder het vrije uiteinde 24 van de steunboom 23 daarvan, een tweetal roteerbare steunelementen in de vorm van een eerste steunwiel 70 en een tweede steunwiel 72 omvat. De steunwielen 70, 72 zijn via een geschikte wielophanging 71 aan de steunboom bevestigd. Bij voorkeur is wielophanging 71 7odanig uitgevoerd dat de wielen enigszins (passief) mee kunnen sturen, maar een vaste wielophanging behoort ook tot de mogelijkheden.Figure SA shows that the pivotable support unit 20, in particular the free end 24 of the support beam 23 thereof, comprises two rotatable support elements in the form of a first support wheel 70 and a second support wheel 72. The support wheels 70, 72 are attached to the support beam via a suitable wheel suspension 71. Preferably, wheel suspension 71 is designed in such a way that the wheels can steer along to some extent (passively), but a fixed wheel suspension is also an option.

Het is de uitvinders gebleken dat de posities van de beide wielen 70,72 ten opzichte van de opraaptrommel 60 een onverwacht grote invloed hebben op het opraap- en transportproces van de vezelplanten. In de getoonde uitvoering zijn bevinden de (denkbeeldige of fysieke) rotatieassen 96' en 96" van respectievelijk het linker roteerbare steunwiel 70 en het rechter roteerbare steunwiel 72 zich in axiale richting P1 gezien achter de (denkbeeldige of fysieke) rotatieas 95 van het roteerbare opraapelement 60. Verder is de straal (Ro, R7>) van elk van de steunwielen 70,72 van dezelfde orde van grootte of kleiner dan de diameter (Ro) van het roteerbare opraapelement 60. Van belang is dat de respectievelijke contactoppervlakken 103 van de steunwielen 70,72 met de ondergrond (O) zich op dezelfde axiale positie of, bij voorkeur, achter het contactoppervlak 102 van het roteerbare opraapelement 60 bevinden.The inventors have found that the positions of the two wheels 70,72 relative to the pick-up drum 60 have an unexpectedly great influence on the pick-up and transport process of the fiber plants. In the embodiment shown, the (imaginary or physical) rotation axes 96' and 96" of the left rotatable support wheel 70 and the right rotatable support wheel 72, respectively, are located in axial direction P1 behind the (imaginary or physical) rotation axis 95 of the rotatable pick-up element. 60. Furthermore, the radius (Ro, R7>) of each of the support wheels 70,72 is of the same order of magnitude or smaller than the diameter (Ro) of the rotatable pick-up element 60. It is important that the respective contact surfaces 103 of the support wheels 70,72 with the substrate (O) in the same axial position or, preferably, behind the contact surface 102 of the rotatable pick-up element 60 .

De positionering van de steunwielen 70,72 zorgt ervoor dat als het voertuig 2 zich in de axiale transportrichting Pa verplaatst, de liggende vezelplanten eerst worden opgepakt door het opraapelement 60 voordat deze in aanraking kunnen komen met één of meer van de steunwielen 70,72. Het is gebleken dat hierdoor beschadiging van het vlas vermeden kan worden en dat het oppakken van het vlas en horizontaal houden daarvan beter uitgevoerd kan worden. De afstand (d, zie figuur 6A,6B) waarover de rotatieas 96,96" van de steunwielen zich in axiale richting achter de rotatieas 95 van het opraapelement 60 bevinden, kan variëren. Bij een afstand van ten minste 5 cm (d> 5 cm) of bij voorkeur meer dan 20 cm kunnen al verbeterde resultaten worden behaald. Bij voorkeur is de afstand d niet te groot, bijvoorbeeld minder dan 50 cm, om ervoor te zorgen dat het roterende opraapelement 60 de variaties in de ondergrond goed kan blijven volgen. Verder heeft het de voorkeur dat de laterale afstand (ay) tussen naar elkaar toe gerichte zijkanten van enerzijds het opraapelement 60 (d.w.z. lateraal zijvlak 98) en anderzijds het linker steunwiel 70 en de laterale afstand (a) tussen naar elkaar toe gerichte zijkanten van enerzijds het opraapelement 60 (d.w.z. lateraal zijvlak 97) en anderzijds het rechter steunwiel 72 tussen de 1 cm en 50 cm. Door de onderlinge afstand in laterale richting P, van de steunwielen 70,72 groter te maken dan de lengte van de opraaptrommel 60, wordt een verbeterde stabiliteit van de steunboom 23 tijdens het rijden bereikt en kan tevens het opraapproces verbeterd worden.The positioning of the support wheels 70,72 ensures that when the vehicle 2 moves in the axial transport direction Pa, the lying fiber plants are first picked up by the pick-up element 60 before they can come into contact with one or more of the support wheels 70,72. It has been found that damage to the flax can hereby be avoided and that picking up the flax and keeping it horizontal can be carried out better. The distance (d, see figures 6A,6B) over which the rotation axis 96,96" of the support wheels are located in the axial direction behind the rotation axis 95 of the pick-up element 60 can vary. At a distance of at least 5 cm (d>5 cm) or preferably more than 20 cm, improved results can already be achieved Preferably the distance d is not too great, for example less than 50 cm, to ensure that the rotating pick-up element 60 can continue to follow the variations in the substrate well Furthermore, it is preferable that the lateral distance (ay) between facing sides of the pick-up element 60 (i.e. lateral side face 98) on the one hand and the left support wheel 70 on the other, and the lateral distance (a) between facing sides of on the one hand the pick-up element 60 (ie lateral side surface 97) and on the other hand the right support wheel 72 between 1 cm and 50 cm By making the mutual distance in lateral direction P1 of the support wheels 70.72 greater than the length of the o pick drum 60, an improved stability of the support boom 23 during driving is achieved and also the pick-up process can be improved.

In de getoonde uitvoering omvat de verwerkingsinrichting 1 hoogteverstellingsmiddelen 101 voor het in hoogte verstellen van het vrije uiteinde 24 van de zwenkbare steunboom 23 ten opzichte van het ten minste ene steunwiel 70,72 en daarmee de hoogte van het aan de steunboomIn the embodiment shown, the processing device 1 comprises height-adjusting means 101 for adjusting the height of the free end 24 of the pivotable support beam 23 relative to the at least one support wheel 70,72 and thus the height of the support beam attached to the support beam.

23 bevestigde roteerbare opraapelement 60 ten opzichte van de ondergrond (O). Deze actuator kan cen hydraulische actuator zijn, bijvoorbeeld een lineaire of rotatieve actuator, die met het hydraulische systeem gekoppeld is waarmee ook de hydraulische aandrijving van de achterwielen van het voertuig gekoppeld is. Verder is de wielophanging van elk van de steunwielen 70,72 uitgevoerd om op passieve wijze mee te kunnen sturen voor het verbeteren van de rijeigenschappen van de verwerkingsmachine.23 mounted rotatable pick-up element 60 relative to the ground (O). This actuator can be a hydraulic actuator, for example a linear or rotary actuator, which is coupled to the hydraulic system, to which the hydraulic drive of the rear wheels of the vehicle is also coupled. Furthermore, the wheel suspension of each of the support wheels 70,72 is designed to be able to steer in a passive manner for improving the driving characteristics of the processing machine.

Figuren 8-12 tonen meer details van een opraapelement 60 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het zijaanzicht van figuur 9 toont de twee zich aan weerszijden van het opraapelement 60 gepositioneerde bevestigingselementen 106 van de steunboom 23. Het opraapelement 60 is via respectievelijk excenterassen 107 aan elk van de bevestigingselementen 106 gekoppeld met het opraapelement 60. Meer in het bijzonder zijn de excenterassen 107 gekoppeld met respectievelijk een eerste rij tanden 61! en tweede rij tanden 61°. Aan hun tegenover de bevestigingselementen 106 gelegen uiteinden zijn de beide excenterassen 107 via een krukasverbinding 111 verbonden met zich een wel in het centrum van de trommel van het opraapelement 60 bevindend lagerhuis 112. Dit lagerhuis 112 is via schijfvormige elementen 113 gekoppeld aan het cilindervormige huis 114 of trommel van het opraapelement vormt daarmee de eerder genoemde (imaginaire) rotatieas 95 van het opraapelement 60, meer in het bijzonder met de binnenzijde van het radiale omtrekoppervlak 96 van het opraapelement 60.Figures 8-12 show more details of a pick-up element 60 according to an embodiment of the invention. The side view of Figure 9 shows the two fastening elements 106 of the support boom 23 positioned on either side of the pick-up element 60. The pick-up element 60 is coupled to the pick-up element 60 via eccentric shafts 107 on each of the fastening elements 106. More particularly, the eccentric shafts are 107 coupled to a first row of teeth 61, respectively! and second row of teeth 61°. At their ends opposite the fastening elements 106, the two eccentric shafts 107 are connected via a crankshaft connection 111 to a bearing housing 112 located in the center of the drum of the pick-up element 60. This bearing housing 112 is coupled to the cylindrical housing 114 via disc-shaped elements 113. or drum of the pick-up element thereby forms the aforementioned (imaginary) rotation axis 95 of the pick-up element 60, more particularly with the inner side of the radial circumferential surface 96 of the pick-up element 60.

Zoals eerder is beschreven is rondom het radiale omtrekoppervlak 96 van de trommel/het cilindrische huis 114 de eindloze transportband 73 van de transporteur 69 gewikkeld teneinde de rotatie van het cilindrische huis 114 aan te drijven. De laterale positie van de transportband 73 op het omtrekoppervlak 96 is bij voorkeur buiten het midden van het opraapelement 60, zoals in figuren 4, SA, 5B, 11, en, meer schematisch, in figuur 8 is weergegeven, Figuur 8 toont een schematisch bovenaanzicht van de trommel 114 van het opraapelementAs previously described, around the radial circumferential surface 96 of the drum/cylindrical housing 114, the endless conveyor belt 73 of the conveyor 69 is wound to drive the rotation of the cylindrical housing 114 . The lateral position of the conveyor belt 73 on the circumferential surface 96 is preferably off-center of the pick-up element 60, as shown in Figures 4, SA, 5B, 11 and, more schematically, in Figure 8, Figure 8 shows a schematic plan view of the drum 114 of the pick-up element

60. Duidelijk weergegeven zijn de beide zijvlakken 97 en 98 (d.w.z. de eindvlakken van de trommel 114), precies in het midden waarvan een denkbeeldige middellijn 105 in axiale transportrichting P, is weergegeven. Tevens is de positie van de imaginaire rotatieas 95 van de trommel 114 (overeenkomend met de positie van het lagerhuis 112) weergegeven. De denkbeeldige middellijn 106 van de transporteur 73 (bijvoorbeeld een transportband, transportriem of transportketting) is eveneens weergegeven. De laterale positie van deze middellijn 106 wordt hierin gedefinieerd als de aangrijppositie van de transporteur 73, alhoewel de transporteur 73 ook aan weerszijden van de deze aangrijppositie op het omtrekoppervlak van de trommel aangrijpt.60. Clearly shown are the two side faces 97 and 98 (i.e. the end faces of the drum 114), precisely in the center of which an imaginary diameter 105 in the axial transport direction P1 is shown. Also shown is the position of the imaginary rotation axis 95 of the drum 114 (corresponding to the position of the bearing housing 112). The imaginary diameter 106 of the conveyor 73 (e.g., a conveyor belt, conveyor belt, or conveyor chain) is also shown. The lateral position of this centerline 106 is defined herein as the engagement position of the conveyor 73, although the conveyor 73 also engages the circumferential surface of the drum on either side of this engagement position.

Verder is de laterale afstand az tussen de middellijn 106 van de transportband 73 en de middellijn 105 van de trommel 114 weergegeven. Op korte afstand van respectievelijk het eerste en tweede zijvlak 97, 98 zijn de rijen van in radiale richting buiten de trommel 114 uitstekende pennen 61! en 61° voorzien. De transportband 73 is gerangschikt op een excentrische positie ten opzichte van de middellijn 105, tussen de beide rijen pennen 61! en 61°. De verhouding van de afstand az ten opzichte van de totale laterale breedte b, van de trommel 114 bevindt zich bij voorkeur in een bereik tussen 0,05 en 0,3, met nog meer voorkeur in een bereik van 0,1 tot 0,2 (met andere woorden, de afwijking van het midden van de trommel 114 bedraagt bij voorkeur tussen 5% en 30%, met meer voorkeur tussen 10% en 20%). In bepaalde praktische uitvoeringen bedraagt bijvoorbeeld de totale breedte b, van de trommel 114 tussen 30 cm en 40 cm, bijvoorbeeld 35 cm, bedraagt de breedte a, van de transportband 73 tussen de 10 en 16 cm (bijv. 13 cm) en bedraagt de afstand a; tussen hartlijn 105 en hartlijn 106 tussen 3 cm en 8 cm, of tussen 4 cm en 6 cm, bijvoorbeeld 5 cm.Furthermore, the lateral distance az between the centerline 106 of the conveyor belt 73 and the centerline 105 of the drum 114 is shown. A short distance from the first and second side faces 97, 98, respectively, are the rows of pins 61 extending radially outside the drum 114! and 61° provided. The conveyor belt 73 is arranged at an eccentric position with respect to the centerline 105, between the two rows of pins 61! and 61°. The ratio of the distance az to the total lateral width b1 of the drum 114 is preferably in a range between 0.05 and 0.3, even more preferably in a range of 0.1 to 0.2 (in other words, the deviation from the center of the drum 114 is preferably between 5% and 30%, more preferably between 10% and 20%). In certain practical embodiments, for example, the total width b 1 of the drum 114 is between 30 cm and 40 cm, for example 35 cm, the width a 1 of the conveyor belt 73 is between 10 and 16 cm (e.g. 13 cm) and the distance a; between center line 105 and center line 106 between 3 cm and 8 cm, or between 4 cm and 6 cm, for example 5 cm.

Door deze excentrische positionering van de transportband 73 kunnen de op de grond liggende vezelplanten beter en op stabielere wijze opgeraapt worden. Er wordt hierdoor rekening gehouden met de kenmerkende positie van het zwaartepunt van de op de grond liggende vezelplanten V, althans van de positie van het zwaartepunt van het vezelplantpakket Ve. In het geval vezelplanten zoals vlasplanten, bevindt het zwaartepunt zich meer in de buurt van de top en niet precies in het midden. Afhankelijk van hoe de vezelplanten op de ondergrond liggen (dat wil zeggen met hun top ter linkerzijde van de middenlijn 105 van het opraapelement 60 of ter rechterzijde van de middenlijn 105, is de transportband 73 dus (van bovenaf gezien) aan de linkerzijde resp. rechterzijde van de middenlijn 105 gepositioneerd. In de in figuur 8 getoonde toestand is de transportband 73 ter linkerzijde van de middenlijn 105 voorzien. Verder kan de excentrische plaatsing van de transportband ten opzichte van het midden 105 (en daarmee ten opzichte van de beide rijen pennen 61! en 61°) ertoe leiden dat telkens de voet van de vezelplant beter uitgeraapt kan worden wanneer deze ingegroeid is. De vezelplanten worden dus weliswaar door de pennen 61! en 61° opgepakt op posities even ver vanaf het midden van de vezelplant, maar de transportband 73 grijpt hierbij aan op een positie verwijderd van het midden van de vezelplant, in het bijzonder op een positie op of nabij het zwaartepunt van de vezelplant.Due to this eccentric positioning of the conveyor belt 73, the fiber plants lying on the ground can be picked up in a better and more stable manner. As a result, the characteristic position of the center of gravity of the fiber plants V lying on the ground, or at least the position of the center of gravity of the fiber plant package Ve, is taken into account. In the case of fiber plants such as flax plants, the center of gravity is more near the top and not exactly in the middle. Depending on how the fiber plants lie on the substrate (i.e. with their top on the left side of the center line 105 of the pick-up element 60 or on the right side of the center line 105, the conveyor belt 73 is thus (seen from above) on the left side or right side, respectively. of the center line 105. In the situation shown in figure 8, the conveyor belt 73 is provided on the left side of the center line 105. Furthermore, the eccentric placement of the conveyor belt relative to the center 105 (and thus relative to the two rows of pins 61 and 61°) lead to better collection of the base of the fiber plant each time it has grown in. The fiber plants are therefore picked up by the pins 61 and 61° at positions equally far from the center of the fiber plant, but the conveyor belt 73 herein engages at a position remote from the center of the fiber plant, in particular at a position at or near the center of gravity of the fiber plant.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties denkbaar zijn.The invention is not limited to the embodiments thereof described herein. The rights claimed are defined by the following claims, within the scope of which numerous modifications are conceivable.

Claims (26)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Verwerkingsinrichting voor het verwerken van vezelplanten, in het bijzonder hennep of vlas, de verwerkingsinrichting omvattende: - een zelfrijdend of getrokken voertuig; - een aan het voertuig bevestigde verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten, de verwerkingsinstallatie omvattende: - een aan de achterzijde van het voertuig bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, in het bijzonder een zwenkbare steunboom; - een aan of nabij het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebracht roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten; - een rondom het roteerbare opraapelement geleide en daarop aangrijpende transporteur die is ingericht voor het roteren van het roteerbare opraapelement waarbij de transporteur is ingericht om op het opraapelement aan te grijpen op een laterale positie buiten het midden van het roteerbare opraapelement.Processing device for processing fiber plants, in particular hemp or flax, the processing device comprising: - a self-propelled or towed vehicle; - a processing installation attached to the vehicle for picking up and transporting the fiber plants, the processing installation comprising: - a pivotable support unit attached to the rear of the vehicle and extending forwardly, in particular a pivotable support boom; - a rotatable pick-up element arranged at or near the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the substrate; - a conveyor guided around the rotatable pick-up element and which engages thereon and which is adapted to rotate the rotatable pick-up element, the conveyor being adapted to engage the pick-up element at a lateral position outside the center of the rotatable pick-up element. 2. Verwerkingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij het opraapelement een in hoofdzaak cilindrische trommel omvat die zich in hoofdzaak in laterale richting, dwars op de axiale transportrichting, uitstrekt, waarbij de cilindrische trommel twee eindvlakken heeft alsmede een omtrekoppervlak waarop de transporteur aangrijpt.Processing device according to claim 1, wherein the pick-up element comprises a substantially cylindrical drum extending substantially in a lateral direction, transverse to the axial conveying direction, the cylindrical drum having two end faces and a circumferential surface on which the conveyor engages. 3. Verwerkingsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de transporteur aangrijpt op een zodanige aangrijppositie op het omtrekoppervlak dat verhouding van de afstand (as) tussen een denkbeeldige axiale middellijn van de cilindrische trommel en een denkbeeldige axiale middellijn van de transporteur ten opzichte van de totale laterale breedte (b van de cilindrische trommel bevindt zich in een bereik tussen 0,05 en 0,3, bij voorkeur in een bereik van 0,1 tot 0,2.The processing apparatus of claim 2, wherein the conveyor is engaged in an engagement position on the circumferential surface such that ratio of the distance (axis) between an imaginary axial diameter of the cylindrical drum and an imaginary axial diameter of the conveyor with respect to the total lateral width (b of the cylindrical drum is in a range between 0.05 and 0.3, preferably in a range of 0.1 to 0.2. 4. Verwerkingsinrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de afwijking van de laterale aangrijppositie van de transporteur ten opzichte van het laterale midden van het opraapelement tussen 5% en 30%, bij voorkeur tussen 10% en 20%, van de totale breedte van het opraapelement bedraagt.Processing device according to claim 2 or 3, wherein the deviation of the lateral engagement position of the conveyor with respect to the lateral center of the pick-up element is between 5% and 30%, preferably between 10% and 20%, of the total width of the pick-up element. 5. Verwerkingsinrichting volgens ten minste één van de conclusies 2-4, waarbij de afstand (as) tussen een denkbeeldige axiale middellijn van het opraapelement en een denkbeeldige axiale middellijn van de transporteur tussen 3 cm en 8 cm, bij voorkeur tussen 4 cm en 6 cm, bijvoorbeeld cm bedraagt.Processing device according to at least one of claims 2-4, wherein the distance (axis) between an imaginary axial diameter of the pick-up element and an imaginary axial diameter of the conveyor is between 3 cm and 8 cm, preferably between 4 cm and 6 cm, for example cm. 6. Verwerkingsinrichting volgens ten minste één van de conclusies 2-5, omvattende een 5 aantal rijen langs het omtrekoppervlak van het opraapelement gerangschikte radiale opraappennen, waarbij de aangrijppositie van de transporteur bevindt tussen de respectievelijke posities van een eerste Tij opraappennen en een tweede rij opraappennen.Processing device according to at least one of claims 2-5, comprising a plurality of rows of radial pick-up pins arranged along the circumferential surface of the pick-up element, wherein the engagement position of the conveyor is between the respective positions of a first Tij pick-up pins and a second row of pick-up pins . 7. Verwerkingsinrichting volgens ten minste één van de conclusies 2-6, omvattende aan de transporteur aangebrachte uitstekende meenemers voor het op de transporteur ondersteunen en meenemen van opgeraapte vezelplanten.Processing device as claimed in at least one of the claims 2-6, comprising projecting drivers arranged on the conveyor for supporting and carrying picked up fiber plants on the conveyor. 8. Verwerkingsinrichting volgens een van de conclusies 2-7, waarbij de transporteur tevens is ingericht voor het vanaf het opraapelement naar de achterzijde van het voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten en/of voor het tijdens het transport omkeren van de opgeraapte vezelplanten.Processing device as claimed in any of the claims 2-7, wherein the conveyor is also designed for transporting the picked-up fiber plants from the pick-up element to the rear of the vehicle and/or for turning the picked-up fiber plants during transport. 9 Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan het chassis zijn aangebracht: - een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, waarbij de laterale richting zich dwars op de axiale richting uitstrekt; - een voorwiel dat zwenkbaar is uitgevoerd; - een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten, de verwerkingsinstallatie: waarbij de transporteur is ingericht voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten; en waarbij de zwenkbare steuneenheid ten minste één roteerbaar steunwiel omvat voor het ondersteunen van de steuneenheid op de ondergrond, waarbij de rotatieas van het ten minste ene steunwiel zich bevindt op een axiale positie achter de rotatieas van het roteerbare opraapelement en het ten minste ene steunwiel zich bevindt op een laterale positie naast het roteerbare opraapelement.Processing machine according to one of the preceding claims, in which the following are arranged on the chassis: - a first and second rear wheel positioned at substantially equal or different positions in the axial direction and at different positions spaced apart in the lateral direction, wherein the lateral direction extending transversely to the axial direction; - a front wheel which is designed to be pivotable; - a processing installation for picking up and transporting the fiber plants, the processing installation: wherein the conveyor is adapted for transporting the picked up fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the vehicle; and wherein the pivotable support unit comprises at least one rotatable support wheel for supporting the support unit on the ground, wherein the rotational axis of the at least one support wheel is located at an axial position behind the rotational axis of the rotatable pick-up element and the at least one support wheel is located is located in a lateral position next to the rotatable pick-up element. 10. Verwerkingsmachine volgens conclusie 9, waarbij de verwerkingsmachine een keermachine is voor het omkeren van geoogste en op een ondergrond geplaatste vezelplanten,Processing machine according to claim 9, wherein the processing machine is a turning machine for turning over harvested fiber plants placed on a substrate, waarbij de verwerkingsinstallatie een opraap- en keerinstallatie voor het oprapen, omkeren en neerleggen van vezelplanten omvat, waarbij de transporteur is uitgevoerd om tijdens het transport de opgeraapte vezelplanten om te keren; en waarbij de opraap- en keerinstallatie verder een aan de achterzijde van het voertuig voorziene afgeefeenheid omvat die is ingericht voor het op de ondergrond neerleggen van de omgekeerde vezelplanten.the processing installation comprising a pick-up and turning installation for picking up, turning over and laying down fiber plants, the conveyor being configured to turn over the picked up fiber plants during transport; and wherein the pick-up and turning installation further comprises a delivery unit provided at the rear of the vehicle and adapted for depositing the inverted fiber plants on the ground. 11. Verwerkingsmachine volgens conclusie 9, waarbij de verwerkingsmachine een oprolmachine is voor het in een rol oprollen van op een ondergrond geplaatste vezelplanten, waarbij de verwerkingsinstallatie een opraap- en oprolinstallatie voor het oprapen, oprollen en neerleggen van vezelplanten omvat, de opraap- en oprolinstallatie omvattende een oproleenheid voor het in een rol oprollen van de getransporteerde vezelplanten en op de ondergrond neerleggen van de in een rol gerangschikte vezelplanten.Processing machine according to claim 9, wherein the processing machine is a winding machine for rolling up fiber plants placed on a substrate into a roll, the processing installation comprising a pick-up and roll-up installation for picking up, reeling and laying down fiber plants, the pick-up and winding installation comprising a winding unit for rolling up the transported fiber plants into a roll and depositing the fiber plants arranged in a roll on the substrate. 12. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op een in axiale richting in hoofdzaak gelijke positie en/of waarbij het voorwiel gepositioneerd is op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel.A processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the first and second rear wheels are positioned at an axially substantially equal position and/or wherein the front wheel is positioned at a laterally substantially equal position as the first rear wheel. 13. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voertuig cen driewieler, in het bijzonder een asymmetrische driewieler, is.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the vehicle is a tricycle, in particular an asymmetrical tricycle. 14. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende twee of meer naast elkaar aan de zwenkbare steuneenheid bevestigde roteerbare steunwielen, bij voorkeur omvattende ten minste één steunwiel aan elke laterale zijde van het roteerbare opraapelement.Processing machine according to one of the preceding claims, comprising two or more rotatable support wheels attached side by side to the pivotable support unit, preferably comprising at least one support wheel on each lateral side of the rotatable pick-up element. 15. Verwerkingsmachine volgens een van voorgaande conclusies, waarbij de axiale afstand tussen de rotatieas van het ten minste ene steunwiel en de rotatieas van het opraapelement ten minste 5 cm bedraagt, bij voorkeur tussen 5 cm en 50 cm bedraagt.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the axial distance between the axis of rotation of the at least one support wheel and the axis of rotation of the pick-up element is at least 5 cm, preferably between 5 cm and 50 cm. 16. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de laterale afstand tussen naar elkaar toe gerichte zijkanten van enerzijds het opraapelement en anderzijds een steunwiel tussen de 1 cm en 50 cm bedraagt.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the lateral distance between the sides facing each other of the pick-up element on the one hand and a support wheel on the other is between 1 cm and 50 cm. 17. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende hoogteverstellingsmiddelen voor het in hoogte verstellen van het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid ten opzichte van het ten minste ene steunwiel, waarbij de hoogteverstellingsmiddelen bij voorkeur een elektrische lineaire actuator of een op een hydraulisch systeem van het voertuig aangesloten of aansluitbare hydraulische actuator, bijvoorbeeld een lineaire of rotatieve actuator omvatten.Processing machine according to one of the preceding claims, comprising height-adjusting means for height-adjusting the free end of the pivotable support unit relative to the at least one support wheel, wherein the height-adjusting means are preferably an electric linear actuator or a hydraulic system of the vehicle connected or connectable hydraulic actuator, for example a linear or rotary actuator. 18. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een passief meesturende wielophanging voor het aan de steuneenheid bevestigen van het ten minste ene steunwiel.Processing machine as claimed in any of the foregoing claims, comprising a passively co-steering wheel suspension for fastening the at least one support wheel to the support unit. 19. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transporteur van de verwerkingsinstallatie een transportband omvat, waarbij wanneer de verwerkingsinstallatie een opraap- en keerinstallatie is, de stand van de transportband aan de achterzijde nabij de afgeefeenheid over circa 180 graden is gedraaid ten opzichte van de stand van de transportband aan de voorzijde nabij het roteerbare opraapelement.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the conveyor of the processing installation comprises a conveyor belt, wherein when the processing installation is a pick-up and turning installation, the position of the conveyor belt at the rear near the delivery unit is rotated through approximately 180 degrees with respect to of the position of the conveyor belt at the front near the rotatable pick-up element. 20. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een aandrijving voor het roteren van het roteerbare opraapelement, waarbij de aandrijving bij voorkeur gevormd wordt door de aandrijving van de transporteur.Processing machine according to one of the preceding claims, comprising a drive for rotating the rotatable pick-up element, wherein the drive is preferably formed by the drive of the conveyor. 21. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een aantal geleidingselementen voor het geleiden van het opgeraapte vlas gedurende het transporteren richting de afgeefeenheid.Processing machine according to one of the preceding claims, comprising a number of guide elements for guiding the collected flax during transport towards the delivery unit. 22. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het roteerbare opraapelement in hoofdzaak een cilindervorm heeft en een aantal uitstekende elementen omvat voor het oprapen van vlas, waarbij de uitstekende elementen zich uitstrekken vanaf een gemeenschappelijk punt, en waarbij het gemeenschappelijke punt non-centrisch is ten opzichte van cen middelpunt van de opraapdrum.A processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the rotatable pick-up element is substantially cylindrical in shape and comprises a plurality of protruding elements for picking flax, the protruding elements extending from a common point, and wherein the common point is non-centric is relative to a center of the pick-up drum. 23. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de straal van het ten minste ene steunwiel van dezelfde orde van grootte is als of kleiner is dan de straal van het roteerbare opraapelement.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the radius of the at least one support wheel is of the same order of magnitude as or smaller than the radius of the rotatable pick-up element. 24. Werkwijze voor het verwerken van geoogste en op cen ondergrond geplaatste vezelplanten, omvattende het rijden van een verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies over een ondergrond en het met de verwerkingsinstallatie van de ondergrond oprapen van de vezelplanten, het verwerken van de vezelplanten en het vervolgens weer op de ondergrond neerleggen van de verwerkte vezelplanten.24. Method for processing harvested fiber plants which have been placed on a substrate, comprising driving a processing machine according to any one of the preceding claims over a substrate and using the processing installation to pick up the fiber plants from the substrate, processing the fiber plants and then lay the processed fiber plants back on the substrate. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, omvattende het met een opraap- en keerinstallatie van de ondergrond oprapen van de vezelplanten, het vervolgens omkeren van de opgeraapte vezelplanten en het weer op de ondergrond neerleggen van de omgekeerde vezelplanten.A method according to claim 24, comprising picking up the fiber plants with a pick-up and turning installation from the subsoil, subsequently turning the collected fiber plants over and placing the inverted fiber plants back on the subsoil. 26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, omvattende het met een opraap- en oprolinstallatie van de ondergrond oprapen van de vezelplanten, het vervolgens tot in een rol oprollen van de opgeraapte vezelplanten en het weer op de ondergrond neerleggen van de in een rol opgerolde vezelplanten.A method according to claim 24 or 25, comprising picking up the fiber plants from the substrate using a pick-up and winding installation, subsequently rolling the collected fiber plants into a roll and placing the fiber plants rolled up in a roll on the substrate again. .
BE20215478A 2020-06-22 2021-06-18 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE BE1028410B1 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205455A BE1028417B1 (en) 2020-06-22 2020-06-22 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
BE202005781 2020-10-30

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028410A1 true BE1028410A1 (en) 2022-01-20
BE1028410B1 BE1028410B1 (en) 2022-05-09

Family

ID=79021750

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215478A BE1028410B1 (en) 2020-06-22 2021-06-18 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1028410B1 (en)
FR (1) FR3111515B1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3135186B1 (en) * 2022-05-03 2024-05-03 N V Depoortere Machine comprising a system for turning plant stems

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2425798A1 (en) * 1978-05-18 1979-12-14 Emery Flax swath gathering machine - has collectors at lower end of elevator chains mounted in vertical plane oblique to travel direction
WO1991003152A1 (en) * 1989-09-07 1991-03-21 Josef Nusser Straw collector
FR2916604B1 (en) * 2007-05-31 2009-09-04 Depoortere Nv CARRIER STRUCTURE FOR ANDAINS RETRACTOR

Also Published As

Publication number Publication date
FR3111515A1 (en) 2021-12-24
FR3111515B1 (en) 2024-03-15
BE1028410B1 (en) 2022-05-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6948300B1 (en) Wide pickup header for a round baler
RU2420946C2 (en) Picking device for harvesters
EP2901842B1 (en) Conveyor device which can be attached by drive connection at the front end of a manually guided work machine comprising a driven axle
US5379577A (en) Cane harvester and method
EP2789223B1 (en) Assembly for the movement and transport of agricultural products
US9807936B2 (en) Swath roller with controlled anchoring force
BE1028410B1 (en) FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
CN103079396A (en) Harvesting machine
DE4127155A1 (en) HOLDING DEVICE
US8109070B1 (en) Dual windrow crop inverting and combining apparatus and method
CA3203108A1 (en) Processing machine for fibre plants
FR2900310A1 (en) Fibrous plant`s e.g. flax, windrows picking, turning and spreading device for e.g. double wheel turner, has turning element that comprises turning belt and ground spreading element, where turning belt is continuous till spreading roller
US20220201937A1 (en) Device Which Is Movable In A Direction Of Travel Over The Land Which Can Be Worked By Means Of The Device As Well As Self-Propelled Agricultural Machine
BE1028417A1 (en) FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
DE102011053352A1 (en) Agricultural harvesting apparatus e.g. swather attached to tractor, has bottom conveyor attached with downstream belt conveyor, which is provided with downstream side conveyor
US3695014A (en) Tobacco harvesters
EP1722621B1 (en) Method and machine for harvesting fibrous plants, especially fibre flax
DE3528608A1 (en) METHOD AND DEVICE FOR TURNING A WATER OF A CUTTING MATERIAL
CA3223752A1 (en) Machine and method for processing fibre plants
DE102011053351A1 (en) Bandschwader
US20240008407A1 (en) Processing machine and method for processing fibre plants
NL1034852C2 (en) Hay collection machine.
DE202022103271U1 (en) Device for swathing crops
EP4298889A1 (en) Machine for treating at least one swath
WO2023116973A1 (en) Pick-up attachment for a harvesting machine

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220509