BE1028288B1

BE1028288B1 - Zelf-afreken kiosk

Info

Publication number: BE1028288B1
Application number: BE20215421A
Authority: BE
Inventors: Darran Michael Handshaw; Mark Drzymala; Edward Barkan
Original assignee: Zebra Technologies
Priority date: 2020-05-29
Filing date: 2021-05-26
Publication date: 2022-08-22
Also published as: GB202217878D0; US11216793B2; US20220084001A1; US11823152B2; WO2021242441A1; US20210374699A1; DE112021003012T5; GB2610523A; BE1028288A1

Abstract

Een kiosk omvat een barcodelezer-module, zichtcamera, en centrale verwerkingseenheid gepositioneerd in een behuizing. De behuizing definieert een voorvlak en heeft een bovenste deel dat zich naar buiten uitstrekt voorbij het voorvlak. De barcodelezer-module omvat een beeldvormingssamenstel met een eerste gezichtsveld dat een product scangebied definieert. De zichtcamera is gepositioneerd in het bovenste deel van de behuizing waarbij ten minste een deel van de zichtcamera zich voor het voorvlak van de behuizing bevindt en een tweede gezichtsveld heeft dat in het algemeen naar beneden gericht is en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module in het product scangebied kruist. De centrale verwerkingseenheid is operatief verbonden aan de barcodelezer-module en de zichtcamera en is geconfigureerd om barcodes die zijn vastgelegd door de barcodelezer-module te decoderen en geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de zichtcamera uit te voeren.

Description

ZELF-AFREKEN KIOSK

GEBIED VAN DE OPENBARING Het onderhavige octrooi heeft in het algemeen betrekking op zelf- afreken kiosken en, in het bijzonder, op zelf-afreken kiosken met barcodelezers en zichtcamera’s.

ACHTERGROND Zelf-afreken kiosken en andere kiosken die barcodelezers gebruiken worden steeds talrijker in detailhandel omgevingen. Het doel van deze kiosken is tweeledig: om de winkels te helpen hun werknemers te heroriënteren om andere belangrijke taken uit te voeren en om klanten te helpen sneller te krijgen wat ze nodig hebben, of dat is om een bestelling te plaatsen, of om af te rekenen in een winkel. Echter, doordat een werknemer niet altijd direct toezicht houdt op elke kiosk, kunnen er een aantal problemen met hun gebruik voorkomen, inclusief gebruikers die voorwerpen die zij uit de winkel meenemen niet scannen, gebruikers die de verkeerde voorwerpen scannen, of gebruikers die de kiosk gebruiken om voorwerpen met leeftijdsbeperking te kopen. Deze situaties kunnen resulteren in inventarisvermindering die elk geldelijk voordeel van het in eerste instantie hebben van de kiosk tenietdoet.

SAMENVATTING Volgens een aspect van de uitvinding, is er een kiosk voorzien, omvattend: een behuizing die een voorvlak definieert en een bovenste deel heeft dat zich voorbij het voorvlak naar buiten uitstrekt; een barcodelezer- module die gepositioneerd is in de behuizing, waarbij de barcodelezer- module een beeldvormingssamenstel omvat met een eerste gezichtsveld dat zich uitstrekt door een venster in de behuizing en een product scangebied definieert; een zichtcamera die is gepositioneerd in het bovenste deel van de behuizing waarbij ten minste een deel van de zichtcamera zich voor het voorvlak van de behuizing bevindt, waarbij de zichtcamera gepositioneerd is boven en in algemene verticale uitlijning met de barcodelezer-module en een tweede gezichtsveld heeft dat in het algemeen naar beneden is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module kruist in het product scangebied; en een centrale verwerkingseenheid die gepositioneerd is in de behuizing en operatief verbonden is met de barcodelezer-module en de zichtcamera, waarbij de centrale verwerkingseenheid geconfigureerd is om barcodes vastgelegd door de barcodelezer-module te decoderen en geavanceerde verwerking uit te voeren van beelden die zijn ontvangen van de zichtcamera.

In uitvoeringen kan het uitvoeren van geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de zichtcamera ten minste een van gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebarenherkenning omvatten.

De centrale verwerkingseenheid kan worden geconfigureerd om geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de barcodelezer-module uit te voeren, waarbij de geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de barcodelezer-module ten minste een van gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebarenherkenning kan omvatten.

De zichtcamera kan meer dan 12 inch boven een bodem van de behuizing worden gepositioneerd. De zichtcamera kan bijvoorbeeld 14 4 inch boven de onderkant van de behuizing worden gepositioneerd.

Het tweede gezichtsveld van de zichtcamera kan worden georiënteerd om objecten te omvatten die zich naast de kiosk bevinden.

De centrale verwerkingseenheid kan worden geconfigureerd om te herkennen dat een object zich naast de kiosk bevindt van beelden die ontvangen zijn van de zichtcamera, te bepalen of een gebruiker probeert om een transactie te voltooien, en een waarschuwing te verschaffen als het object is gedetecteerd, waarbij het object niet is gescand door de barcodelezer-module, en de gebruiker probeert om de transactie te voltooien.

In uitvoeringen kan een ondergrens van het tweede gezichtsveld van de zichtcamera minder zijn dan 2 inch van het voorvlak van de behuizing op een onderkant van de behuizing.

De ondergrens van het tweede gezichtsveld van de zichtcamera kan in hoofdzaak parallel zijn aan het voorvlak van de behuizing.

Een hoek tussen de ondergrens en een bovengrens van het tweede gezichtsveld van de zichtcamera kan 110 graden zijn.

In uitvoeringen kan de zichtcamera een 2 megapixel kleurcamera zijn.

De kiosk kan verder omvatten een printer die gepositioneerd is in de behuizing boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer- module en een weergavemodule die gepositioneerd is boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer-module.

De printer en de weergavemodule kunnen worden gepositioneerd onder het bovenste deel van de behuizing.

In uitvoeringen kan de weergavemodule worden gepositioneerd in de behuizing.

De weergavemodule kan worden gepositioneerd buiten de behuizing en gemonteerd aan het voorvlak van de behuizing.

In uitvoeringen kan de kiosk een betaalterminal omvatten, waarbij het tweede gezichtsveld van de zichtcamera breed genoeg is om een gebied direct voor de betaalterminal te omvatten.

Verder kan de kiosk in uitvoeringen een tweede zichtcamera omvatten die gepositioneerd is in de behuizing, waarbij de tweede zichtcamera gepositioneerd is onder en in algemeen verticale uitlijning met het beeldvormingssamenstel van de barcodelezer-module en een derde gezichtsveld heeft dat in het algemeen naar boven gericht is en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module en het tweede gezichtsveld van de zichtcamera kruist in het product scangebied.

De tweede zichtcamera kan deel zijn van de barcodelezer-module.

Volgens een ander aspect van de uitvinding is er een kiosk voorzien, omvattend: een behuizing die een voorvlak definieert; een barcodelezer- module die gepositioneerd is in de behuizing, waarbij de barcodelezer- module een beeldvormingssamenstel omvat met een eerste gezichtsveld dat zich uitstrekt door een venster in de behuizing en een product scangebied definieert; een eerste zichtcamera gepositioneerd in de behuizing boven en in algemene verticale uitlijning met de barcodelezer-module en met een tweede gezichtsveld dat in het algemeen naar beneden is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module kruist in het product scangebied; een tweede zichtcamera die gepositioneerd is in de behuizing onder en in algemeen verticale uitlijning met het beeldvormingssamenstel van de barcodelezer-module en met een derde gezichtsveld dat in het algemeen naar boven 1s gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module en het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera kruist in het product scangebied; en een centrale verwerkingseenheid die gepositioneerd is in de behuizing en operatief verbonden is met de barcodelezer-module, waarbij de eerste zichtcamera, en de tweede zichtcamera, waarbij de centrale verwerkingseenheid geconfigureerd is om barcodes te decoderen die vastgelegd worden door de barcodelezer-module en utvoeren geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de eerste zichtcamera en de tweede zichtcamera.

De tweede zichtcamera kan deel zijn van de barcodelezer-module.

In uitvoeringen kan het uitvoeren van geavanceerde verwerking van beelden die ontvangen zijn van de eerste en tweede zichtcamera’s ten minste een van gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebarenherkenning omvatten.

De eerste zichtcamera kan meer dan 12 inch boven een onderkant van de behuizing worden gepositioneerd.

In uitvoeringen kan een ondergrens van het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera minder zijn dan 2 inch van het voorvlak van de 5 behwzing op een onderkant van de behuizing.

De ondergrens van het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera kan in hoofdzaak parallel zijn aan het voorvlak van de behuizing.

De behuizing kan een bovenste deel hebben dat zich naar buiten uitstrekt voorbij het voorvlak van de behuizing en de eerste zichtcamera kan worden gepositioneerd in het bovenste deel van de behuizing met ten minste een deel van de eerste zichtcamera dat zich voor het voorvlak van de behuizing bevindt.

In uitvoeringen kan een hoek tussen de ondergrens en een bovengrens van het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera 110 graden zijn.

De eerste en tweede zichtcamera’s kunnen 2 megapixel kleurcamera’s zijn.

De kiosk kan een printer omvatten die gepositioneerd 1s in de behuizing boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer- module en een weergavemodule die gepositioneerd is boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer-module.

Verder kan de kiosk een betaalterminal omvatten, waarbij het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera breed genoeg is om een gebied direct voor de betaalterminal te omvatten.

In een uitvoering 1s de onderhavige uitvinding een kiosk omvattend een behuizing, een barcodelezer-module, een zichtcamera, en een centrale verwerkingseenheid. De behuizing definieert een voorvlak en heeft een bovenste deel dat zich naar buiten uitstrekt voorbij het voorvlak. De barcodelezer-module is gepositioneerd in de behuizing en omvat een beeldvormingssamenstel met een eerste gezichtsveld dat zich uitstrekt door een venster in de behuizing en een product scangebied definieert. De zichtcamera is gepositioneerd in het bovenste deel van de behuizing waarbij ten minste een deel van de zichtcamera zich voor het voorvlak van de behuizing bevindt, boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer-module. De zichtcamera heeft een tweede gezichtsveld dat in het algemeen naar beneden gericht is en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module in het product scangebied kruist. De centrale verwerkingseenheid is gepositioneerd in de behuizing, is operatief verbonden met de barcodelezer-module en de zichtcamera, en is geconfigureerd om barcodes die vastgelegd zijn door de barcodelezer-module te decoderen en geavanceerde verwerking uit te voeren van beelden die ontvangen zijn van de zichtcamera.

In een andere uitvoering is de onderhavige uitvinding een kiosk omvattend een behuizing die een voorvlak, een barcodelezer-module, een eerste zichtcamera, een tweede zichtcamera, en een centrale verwerkingseenheid definieert. De barcodelezer-module is gepositioneerd in de behuizing en omvat een beeldvormingssamenstel met een eerste gezichtsveld dat zich uitstrekt door een venster in de behuizing en een product scangebied definieert. De eerste zichtcamera is gepositioneerd in de behuizing boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer- module en heeft een tweede gezichtsveld dat in het algemeen naar beneden gericht is en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module kruist in het product scangebied. De tweede zichtcamera is gepositioneerd in de behuizing onder en in algemeen verticale uitlijning met het beeldvormingssamenstel van de barcodelezer-module en heeft een derde gezichtsveld dat in het algemeen naar boven is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module en het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera 1n het product scangebied kruist. De centrale verwerkingseenheid is gepositioneerd in de behuizing en is operatief verbonden met de barcodelezer-module, de eerste zichtcamera, en de tweede zichtcamera. De centrale verwerkingseenheid is geconfigureerd om barcodes die vastgelegd zijn door de barcodelezer-module te decoderen en om geavanceerde verwerking van beelden die ontvangen zijn van de eerste zichtcamera en de tweede zichtcamera uit te voeren.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De bijbehorende figuren, waar gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar identieke of functioneel vergelijkbare elementen in de afzonderlijke aanzichten, samen met de gedetailleerde beschrijving hieronder, zijn opgenomen in en maken deel uit van de specificatie, en dienen om verder uitvoeringen van concepten te illustreren die de geclaimde voorbeelden omvatten, en verschillende principes en voordelen van deze uitvoeringen uit te leggen.

FIG. 1 illustreert een perspectief aanzicht van een voorbeeld kiosk; FIG. 2 illustreert een vooraanzicht van de kiosk van Fig. 1; FIG. 3 illustreert een linker zijaanzicht van de kiosk van Fig. 1; FIG. 4 illustreert een rechter zijaanzicht van de kiosk van Fig. 1; FIG. 5 illustreert een achteraanzicht van de kiosk van Fig. 1; FIG. 6 illustreert een bovenaanzicht van de kiosk van Fig. 1; FIG. 7 illustreert een dwarsdoorsnede van de kiosk van Fig. 1, genomen langs lijn 7-7 in Fig. 2; FIG. 8 illustreert de dwarsdoorsnede van Fig. 7 met voorbeeld gezichtsvelden van het beeldvormingssamenstel, zichtcamera, en tweede zichtcamera; FIG. 9 illustreert een perspectief aanzicht van de kiosk van Fig. 1 met een alternatieve externe weergavemodule; FIG. 10 illustreert een vooraanzicht van de kiosk van Fig. 9; en FIG. 11 illustreert een linker zijaanzicht van de kiosk van Fig. 9.

De apparaat en werkwijze componenten zijn vertegenwoordigd waar passend door conventionele symbolen in de tekeningen, waarbij alleen die specifieke details getoond worden die relevant zijn voor het begrijpen van de geopenbaarde voorbeelden om de openbaring niet te vertroebelen met details die gemakkelijk te herkennen zullen zijn voor de gewone vakman die het voordeel heeft van de hierin gegeven beschrijving.

DETAILED DESCRIPTION Verwijzend naar Fig. 1-8, is een voorbeeld zelf-afreken kiosk 10 getoond met een behuizing 100 met een voorwand 105 die een voorvlak 130 van behuizing 100 definieert, achterwand 110, tegenoverliggende zijwanden 115, bovenwand 120, en onderwand 125. Behuizing 100 heeft bij voorkeur een bovenste deel 135 dat zich uitstrekt naar buiten voorbij voorvlak 130 en kan ook naar boven uitsteken van bovenwand 120.

Een barcodelezer-module 200 is gepositioneerd in behuizing 100 en omvat beeldvormingssamenstel 205 met een beeldvormer 210 en optische componenten 215, zoals spiegels, die een eerste gezichtsveld 220 van beeldvormingssamenstel 205 door een venster 140 in voorwand 105 van behuizing 100 leiden om een product scangebied 225 te definiëren, waar de barcodes van producten kunnen worden gelezen door barcodelezer-module

200.

Een zichtcamera 300, zoals een 2 megapixel kleurcamera, is gepositioneerd in bovenste deel 135 van behuizing 100 zodanig dat ten minste een deel van zichtcamera 300 zich voor voorvlak 130 bevindt en zichtcamera 300 boven en in algemeen verticale uitlijning is met barcodelezer-module 200. Zichtcamera 300 heeft een tweede gezichtsveld 305 dat over het algemeen naar beneden gericht is en eerste gezichtsveld 220 van beeldvormingssamenstel 205 kruist in product scangebied 225. Twee overlappende gezichtsvelden (eerste gezichtsveld 220 van beeldvormingssamenstel 205 en tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera 300) van verschillende hoeken helpen ook om voorwerpen nauwkeuriger te identificeren voor objectherkenning. Omdat verschillende kanten van een object kunnen worden gezien door beeldvormingssamenstel 205 en zichtcamera 300, kan de nauwkeurigheid van voorwerpidentificatie in een convolutioneel neuraal netwerk systeem sterk worden verbeterd. Om eerste gezichtsveld 220 te kruisen in product scangebied 225 en een toereikend aanzicht voor zichtcamera 300 te voorzien, is zichtcamera 300 meer dan 12 inch, bij voorkeur 14 % inch, boven een onderkant 145 van behuizing 100 en ondergrens 310 van tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera 300 is minder dan 2 inch van voorvlak 130 van behuizing 100 op onderkant 145 van behuizing 100 en, bij voorkeur, is in hoofdzaak parallel aan voorvlak 130 gepositioneerd. Tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera 300 kan ook worden georiënteerd om objecten te omvatten die zich aangrenzend aan kiosk 10 bevinden. Hierdoor kan kiosk 10 aangrenzende betaalterminals en voorwerpen die zijn achtergelaten in een kar of mand, voorwerpen die zijn achtergelaten in een ruimte voor het in zakken doen, geprinte bonnen die zijn achtergelaten in een printer, etc. monitoren. Daarnaast kan tweede gezichtsveld 305 ook verticale dekking hebben die groot genoeg is om product scangebied 225 te omvatten en ook om de gezichtskenmerken van een gebruiker van kiosk 10 te kunnen zien. De hoek 320 tussen ondergrens 310 en bovengrens 315 van tweede gezichtsveld 305 kan bijvoorbeeld ongeveer 110 graden zijn. Hierdoor kan kiosk 10 gezichtsherkenning gebruiken om verschillende functies uit te voeren, zoals beveiligingsmonitoring, zoals het vastleggen van het gezicht van een klant samen met vermoedelijke diefstal gebeurtenissen die worden gelogd, aankoop van aan leeftijd gebonden voorwerpen, gezichtsidentificatie betaalmethoden, etc.

Door gebruik van beeldvormingssamenstel 205 en zichtcamera 300, worden twee verschillende kanten van elk voorwerp dat wordt gescand bekeken en kan kiosk 10 meer betrouwbare controles uitvoeren tegen het omzeilen van scans en het wisselen van kaarten. Indien een gebruiker van kiosk 10 bijvoorbeeld probeert om het scannen van een voorwerp te omzeilen door het voorwerp boven, onder, of buiten bereik van eerste gezichtsveld 220 van barcodelezer-module 200 te passeren, zou zichtcamera 300 het voorwerp voorbij zien bewegen, wat een scan omzeiling gebeurtenis zou kunnen markeren. Daarnaast, als een gebruiker van kiosk 10 een voorwerp bedekt met een ander voorwerp aan de zijde die naar barcodelezer-module 200 gericht is, zou zichtcamera 300 zien dat de bovenkant van het voorwerp anders was dan de voorwijze van het voorwerp, wat een kaart wissel gebeurtenis zou kunnen markeren. In sommige uitvoeringen, indien gewenst, een tweede zichtcamera 400 kan ook worden gepositioneerd in behuizing 100 en gepositioneerd onder en in algemeen verticale uitlijning met beeldvormingssamenstel 205 van barcodelezer-module 200. Tweede zichtcamera 400 kan ook een 2 megapixel kleurcamera zijn en kan zijn eigen eenheid zijn of kan deel zijn van barcodelezer-module 200. In deze uitvoering heeft tweede zichtcamera 400 een derde gezichtsveld 405 dat over het algemeen naar boven is gericht en eerste gezichtsveld 220 van beeldvormingssamenstel 205 en tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera 300 kruist met product scangebied 225. Omdat derde gezichtsveld 405 van tweede zichtcamera 400 in het algemeen naar boven is gericht, kan derde gezichtsveld 405 ook de gezichtskenmerken van een gebruiker van kiosk 10 bekijken, wat ook zou helpen bij het gebruik van gezichtsherkenning om verschillende functies ut te voeren, zoals beveiliging, aankoop van aan leeftijd gebonden voorwerpen, gezichtsidentificatie betaalmethoden, etc.

Zichtcamera 300 en tweede zichtcamera 400 zouden ook kunnen worden gesynchroniseerd met elke verlichting verschaft door barcodelezer- module 200, zodanig dat zichtcamera 300 en tweede zichtcamera 400 ofwel beelden vastleggen tijdens verlichtingsuitbarstingen of tussen verlichtingsuitbarstingen in. Tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera 300 en derde gezichtsveld 405 van tweede zichtcamera 400 kunnen ook worden opgesplitst in twee regio’s, een gezichtsherkenningsregio boven een verlichting voorzien door barcodelezer-module 200 die beelden vastlegt wanneer de verlichting uit is en een productherkenningsregio in product scangebied 225 die beelden vastlegt wanneer de verlichting aan is.

Dit zou gezichtsbeelden kunnen verschaffen zonder de hinder van verlichting voor een gebruiker en objectherkenningsbeelden die een hoger contrast hebben door de aanvullende verlichting.

Centrale verwerkingseenheid 500 is ook bij voorkeur gepositioneerd in behuizing 100, is operatief verbonden met barcodelezer-module 200, zichtcamera 300, en tweede zichtcamera 400 (indien gebruikt), en is geconfigureerd om barcodes te decoderen die zijn vastgelegd door barcodelezer-module 200 en het uitvoeren van geavanceerde verwerking, zoals gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebaarherkenning, van beelden die ontvangen zijn van zichtcamera 300 en tweede zichtcamera 400 (indien gebruikt). Centrale verwerkingseenheid 500 kan ook geconfigureerd zijn om geavanceerde verwerking uit te voeren, zoals gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebaarherkenning, van beelden die ontvangen zijn van beeldvormingssamenstel 205 van barcodelezer-module 200. Met tweede gezichtsveld 305 georiënteerd om objecten te omvatten die zich aangrenzend aan kiosk 10 bevinden, kan centrale verwerkingseenheid 500 ook worden geconfigureerd om te herkennen dat een object zich naast kiosk 10 bevindt, bijvoorbeeld in een kar, mand, of een ruimte voor het in zakken doen, van de beelden die ontvangen zijn van zichtcamera 300, om te bepalen of het object is gescand door barcodelezer-module 200, om te bepalen of een gebruiker probeert om een transactie te voltooien, en om een waarschuwing te verschaffen als de gebruiker probeert om de transactie te voltooien met een object dat gedetecteerd 1s naast kiosk 10 dat niet is gescand door barcodelezer-module 200. Centrale verwerkingseenheid 500 kan ook worden geconfigureerd om een waarschuwing te verschaffen indien de gebruiker probeert om de transactie te voltooien en een object is gedetecteerd dat aangrenzend is aan kiosk 10 en niet is verwijderd van een kar, mand, of een ruimte voor het in zakken doen, of het object wel of niet is gescand, om de gebruiker te waarschuwen dat het object daar is en niet wordt vergeten.

Kiosk 10 heeft ook een weergavemodule 520 die gepositioneerd is in behuizing 100 en, bij voorkeur, boven en in algemeen verticale uitlijning met barcodelezer-module 200 en onder bovenste deel 135 van behuizing 100. Alternatief, als getoond in Figs. 9-11, kan weergavemodule 520A een afzonderlijke eenheid zijn die is gepositioneerd buiten de behuizing 100 en verwijderbaar gemonteerd is aan voorvlak 130 van behuizing 100, bijvoorbeeld door het monteren van haak 525. Hetzij gepositioneerd in behwzing 100 of extern gemonteerd aan behuizing 100, weergavemodule 520, 520A is ook operatief verbonden aan centrale verwerkingseenheid 500. Afhankelijk van de afzonderlijke toepassing en het gebruik, kan kiosk 10 ook een printer 510 omvatten die kan worden gebruikt om bonnen, kortingsbonnen, etc. te printen. Printer 510 is bij voorkeur gepositioneerd in behuizing 100, boven en in algemeen verticale uitlijning met barcodelezer- module 200 en onder bovenste deel 135 van behuizing 100. Alternatief kan printer 510 ook een afzonderlijke eenheid zijn die is gepositioneerd in de buurt van kiosk 10 of gemonteerd is aan behuizing 100 en is operatief verbonden met centrale verwerkingseenheid 500. Wanneer gemonteerd in behuizing 100, omvat tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera 300 het gebied voor printer 510 en kan centrale verwerkingseenheid worden geconfigureerd om een waarschuwing te verschaffen indien een bon niet is genomen van printer 510. Kiosk 10 kan ook een betaalterminal 530 omvatten die kan worden gebruikt om kaartbetaling voor transacties te ontvangen. Betaalterminal 530 is bij voorkeur gemonteerd aan behuizing 100, bijvoorbeeld door het monteren van haak 535, maar kan ook zijn afgescheiden van en gepositioneerd zijn in de buurt van kiosk 10. Of het is gemonteerd aan behuizing 100 of zich bevindt in de buurt van kiosk 10, betaalterminal 530 is bij voorkeur gepositioneerd en tweede gezichtsveld 305 van zichtcamera

300 is breed genoeg om het gebied direct voor betaalterminal 530 te omvatten. Hierdoor kan kiosk 10 betaalterminal 530 monitoren en centrale verwerkingseenheid 500 kan worden geconfigureerd om een waarschuwing te verschaffen als een kaart is achtergelaten in betaalterminal 530.

Alternatief kan betaalterminal 530 worden gepositioneerd in behuizing 100, bijvoorbeeld, in algemeen verticale uitlijning met barcodelezer-module 200, printer 510, en weergavemodule 520. Om ruimte te besparen kan betaalterminal 530 ook deels worden geïntegreerd met weergavemodule 520 zodanig dat een chiplezer en een magneetstrip lezer in behuizing zijn geïntegreerd en weergavemodule 520 is geconfigureerd om te worden gebruikt als het beeldscherm en invoerapparaat (aanraakscherm) voor betaalterminal 530.

In de voorgaande specificatie zijn specifieke uitvoeringsvormen beschreven. De vakman beseft echter dat verschillende aanpassingen en wijzigingen kunnen worden gedaan zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals uiteengezet in de onderstaande conclusies. Overeenkomstig zijn de specificatie en figuren in eerder een illustratieve dan beperkende zin te beschouwen, en al dergelijke wijzigingen zijn bedoeld om te worden omvat in de omvang van de huidige openbaarmaking.

Aanvullend zouden de beschreven uitvoeringen/voorbeelden/implementaties niet moeten worden geïnterpreteerd als wederzijds exclusief, en zouden ze in plaats daarvan moeten worden opgevat als potentieel combineerbaar als dergelijke combinaties op enige wijze tolerant zijn. Met andere woorden, elk kenmerk dat wordt geopenbaard in een van de bovengenoemde uitvoeringen/voorbeelden/implementaties kan worden omvat in elk van de andere bovengenoemde uitvoeringen/voorbeelden/implementaties. Bovendien mag geen van de stappen van een hierin beschreven werkwijze worden geacht een specifieke volgorde te hebben tenzij het uitdrukkelijk wordt gesteld dat geen andere volgorde mogelijk is of vereist wordt door de overige stappen van de respectieve werkwijze. Ook kunnen ten minste enkele van de figuren al dan niet op schaal zijn getekend.

De voordelen, oplossingen voor problemen en willekeurig welk der element(en) die een voordeel of oplossing kunnen veroorzaken of meer uitgesproken laten worden, dienen niet te worden uitgelegd als kritische, vereiste of essentiële kenmerken of elementen van een of alle conclusies. De uitvinding is uitsluitend gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies omvattend eventuele aangebrachte wijzigingen tijdens de verleningsprocedure van deze aanvraag en alle equivalenten van die conclusies zoals verleend. Voor de duidelijkheid en een beknopte beschrijving zijn kenmerken hierin beschreven als onderdeel van dezelfde of afzonderlijke uitvoeringen, echter, het zal duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding uitvoeringen met combinaties van alle of enkele van de beschreven kenmerken kan omvatten. Het moge duidelijk zijn dat de getoonde uitvoeringen dezelfde of soortgelijke componenten hebben, behalve waar ze worden beschreven als verschillend.

Bovendien kunnen in dit document relationele termen zoals eerste en tweede, boven en onder, en dergelijke alleen worden gebruikt om een entiteit of actie van een andere entiteit of actie te onderscheiden zonder noodzakelijk een daadwerkelijke dergelijke relatie of volgorde tussen dergelijke entiteiten of acties te vereisen of impliceren. De termen "omvat", "omvattende", "heeft", "hebben", "bevat", "bevattende", "met" of enige andere variant daarvan, zijn bedoeld om een niet-exclusieve opname te dekken, zodat een proces, werkwijze, artikel of apparaat dat een lijst van elementen omvat, heeft, bevat niet alleen die elementen, maar ook andere elementen kan omvatten die niet uitdrukkelijk worden vermeld of inherent zijn aan een dergelijk proces, werkwijze, artikel of apparaat. Een element gevolgd door “omvat... een”, “heeft… een”, “bevat… een”, “met... een” sluit niet, zonder meer beperkingen, het bestaan van aanvullende identieke elementen in het proces, de werkwijze, het artikel of het apparaat dat het element omvat, heeft, bevat, uit. De term "een" wordt gedefinieerd als een of meer, tenzij expliciet anders vermeld hierin. De termen "in wezen", "in hoofdzaak", "ongeveer" of elke andere versie daarvan, zijn gedefinieerd als zijnde in de buurt van zoals begrepen door de vakman, en in een niet-beperkende uitvoering is de term gedefinieerd als zijnde binnen 10%, in een andere uitvoering binnen 5%, in een andere uitvoering binnen 1% en in een andere uitvoering binnen 0,5%. De voorwaarde "gekoppeld" zoals hierin gebruikt, wordt gedefinieerd als verbonden, hoewel niet noodzakelijk direct en niet noodzakelijk mechanisch. Een apparaat of structuur die is "geconfigureerd" op een bepaalde manier is op zijn minst zo geconfigureerd, maar kan ook worden geconfigureerd op manieren die niet worden vermeld.

Het zal duidelijk zijn dat er enkele uitvoeringen een of meer gespecialiseerde processors (of "verwerkingsapparaten") kunnen omvatten zoals microprocessors, digitale signaalprocessors, aangepaste processors en veld programmeerbare gate arrays (FPGA 's) en uniek opgeslagen programma-instructies (inclusief zowel software als firmware) die de een of meer processors besturen om te implementeren, in combinatie met bepaalde niet-processor schakelingen, enkele, de meeste, of alle functies van de hierin beschreven werkwijze en/of het apparaat. Als alternatief kunnen sommige of alle functies worden geïmplementeerd door een toestandmachine die geen opgeslagen programm a-instructies heeft, of in een of meer toepassingsspecifieke geïntegreerde schakelingen (ASIC's), waarin elke functie of sommige combinaties van bepaalde functies geïmplementeerd worden als aangepaste logica. Natuurlijk zou een combinatie van de twee benaderingen kunnen worden gebruikt.

Bovendien kan een uitvoering worden geïmplementeerd als een computer-leesbaar opslagmedium waarop computer leesbare code is opgeslagen voor het programmeren van een computer (e.g. omvattende een processor) om een werkwijze uit te voeren zoals hierin beschreven en geclaimd. Voorbeelden van dergelijke computerleesbaar opslagmedia omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een harde schijf, een cd-rom, een optisch opslagapparaat, een magnetisch opslagapparaat, een ROM (alleen- lezen geheugen), een PROM (programmeerbaar alleen-lezen geheugen), een EPROM (uitwisbaar programmeerbaar alleen-lezen geheugen), een EEPROM (elektrisch uitwisbaar programmeerbaar alleen-lezen geheugen) en een flash-geheugen. Verder wordt verwacht dat de vakman niettegenstaande mogelijk significante inspanning en veel ontwerpkeuzes gemotiveerd door bijvoorbeeld beschikbare tijd, huidige technologie en economische overwegingen, indien geleid door de hierin geopenbaarde concepten en principes gemakkelijk in staat zal zijn dergelijke software- instructies en programma's en IC's met minimaal experimenteren te genereren.

De Samenvatting van de Openbaarmaking wordt verstrekt om het voor de lezer mogelijk te maken snel de aard van de technische openbaarmaking vast te stellen. Het is ingediend met het besef dat het niet zal worden gebruikt om de omvang of betekenis van de conclusies te interpreteren. Daarnaast kan in de voorgaande Gedetailleerde Beschrijving worden gezien dat verschillende functies in verschillende uitvoeringen gegroepeerd zijn met als doel de openbaarmaking te stroomlijnen. Deze manier van openbaarmaking dient niet te worden geïnterpreteerd als een weerspiegeling van een intentie dat de geclaimde uitvoeringen meer kenmerken vereisen dan uitdrukkelijk in elke conclusie worden genoemd. Zoals de volgende conclusies weergeven, ligt de inventieve materie van de uitvinding juist in minder dan alle kenmerken van een enkele geopenbaarde uitvoering. Aldus zijn de volgende conclusies hierbij opgenomen in de Gedetailleerde Beschrijving, met elke conclusie op zichzelf staand als een afzonderlijk geclaimd onderwerp. Het simpele feit dat bepaalde maatregelen worden gereciteerd in onderling verschillende conclusies geeft niet aan dat een combinatie van deze maatregelen niet bruikbaar is voor een voordeel.

Vele varianten zullen voor de vakman duidelijk zijn. Alle varianten worden geacht binnen de omvang van de uitvinding gedefinieerd in de volgende conclusies te vallen.

Claims

CONCLUSIES

1. Kiosk, omvattend: een behuizing die een voorvlak definieert en een bovenste deel heeft dat zich voorbij het voorvlak naar buiten uitstrekt; een barcodelezer-module die gepositioneerd is in de behuizing, waarbij de barcodelezer-module een beeldvormingssamenstel omvat met een eerste gezichtsveld dat zich uitstrekt door een venster in de behuizing en een product scangebied definieert; een zichtcamera die is gepositioneerd in het bovenste deel van de behuizing waarbij ten minste een deel van de zichtcamera zich voor het voorvlak van de behuizing bevindt, waarbij de zichtcamera gepositioneerd is boven en in algemene verticale uitlijning met de barcodelezer-module en een tweede gezichtsveld heeft dat in het algemeen naar beneden is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module kruist in het product scangebied; en een centrale verwerkingseenheid die gepositioneerd is in de behuizing en operatief verbonden is met de barcodelezer-module en de zichtcamera, waarbij de centrale verwerkingseenheid geconfigureerd is om barcodes vastgelegd door de barcodelezer- module te decoderen en geavanceerde verwerking uit te voeren van beelden die zijn ontvangen van de zichtcamera.

2. Kiosk volgens conclusie 1, waarbij het uitvoeren van geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de zichtcamera ten minste een van gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebarenherkenning omvat.

3. Kiosk volgens conclusie 1 of 2, waarbij de centrale verwerkingseenheid is geconfigureerd om geavanceerde verwerking uit te voeren van beelden die zijn ontvangen van de barcodelezer-module, waarbij de geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de barcodelezer-module ten minste een van gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebarenherkenning omvat.

4. Kiosk volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de zichtcamera meer dan 12 inch boven een bodem van de behuizing is gepositioneerd.

5. Kiosk volgens conclusie 4, waarbij de zichtcamera 14 % inch boven de bodem van de behuizing is gepositioneerd.

6. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede gezichtsveld van de zichtcamera is georiënteerd om objecten te omvatten die zich naast de kiosk bevinden.

7. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de centrale verwerkingseenheid is geconfigureerd om te herkennen dat een object zich naast de kiosk bevindt in beelden die zijn ontvangen van de zichtcamera, te bepalen of een gebruiker probeert om een transactie te voltooien, en een waarschuwing te verschaffen als het object is gedetecteerd, waarbij het object niet 1s gescand door de barcodelezer-module, en de gebruiker probeert om de transactie te voltooien.

8. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een ondergrens van het tweede gezichtsveld van de zichtcamera minder dan 2 inch van het voorvlak van de behuizing op een bodem van de behuizing is.

9. Kiosk volgens conclusie 8, waarbij de ondergrens van het tweede gezichtsveld van de zichtcamera in hoofdzaak parallel is aan het voorvlak van de behuizing.

10. Kiosk volgens conclusie 8 of 9, waarbij een hoek tussen de ondergrens en een bovengrens van het tweede gezichtsveld van de zichtcamera 110 graden is.

11. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zichtcamera een 2 megapixel kleurcamera is.

12. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een printer die gepositioneerd is in de behuizing boven en in algemene verticale uitlijning met de barcodelezer-module en een weergavemodule die gepositioneerd is boven en in algemene verticale uitlijning met de barcodelezer-module.

13. Kiosk volgens conclusie 12, waarbij de printer en de weergavemodule zijn gepositioneerd onder het bovenste deel van de behuizing.

14. Kiosk volgens conclusie 12, waarbij de weergavemodule is gepositioneerd in de behuizing.

15. Kiosk volgens conclusie 12, waarbij de weergavemodule is gepositioneerd buiten de behuizing en gemonteerd aan het voorvlak van de behuizing.

16. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een betaalterminal, waarbij het tweede gezichtsveld van de zichtcamera breed genoeg is om te omvatten een gebied direct voor de betaalterminal.

17. Kiosk volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een tweede zichtcamera die gepositioneerd is in de behuizing, waarbij de tweede zichtcamera gepositioneerd is onder en in algemeen verticale uitlijning met het beeldvormingssamenstel van de barcodelezer-module en een derde gezichtsveld heeft dat in het algemeen naar boven is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module en het tweede gezichtsveld van de zichtcamera kruist in het product scangebied.

18. Kiosk volgens conclusie 17, waarbij de tweede zichtcamera deel is van de barcodelezer-module.

19. Kiosk, omvattend: een behuizing die een voorvlak definieert; een barcodelezer-module die gepositioneerd is in de behuizing, waarbij de barcodelezer-module een beeldvormingssamenstel omvat met een eerste gezichtsveld dat zich uitstrekt door een venster in de behuizing en een product scangebied definieert; een eerste zichtcamera gepositioneerd in de behuizing boven en in algemene verticale uitlijning met de barcodelezer-module en met een tweede gezichtsveld dat in het algemeen naar beneden is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module kruist in het product scangebied; een tweede zichtcamera die gepositioneerd is in de behuizing onder en in algemeen verticale uitlijning met het beeldvormingssamenstel van de barcodelezer-module en met een derde gezichtsveld dat in het algemeen naar boven is gericht en het eerste gezichtsveld van de barcodelezer-module en het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera kruist in het product scangebied; en een centrale verwerkingseenheid die gepositioneerd is in de behuizing en operatief verbonden is met de barcodelezer-module, waarbij de eerste zichtcamera, en de tweede zichtcamera, waarbij de centrale verwerkingseenheid geconfigureerd is om barcodes te decoderen die vastgelegd worden door de barcodelezer-module en uitvoeren geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de eerste zichtcamera en de tweede zichtcamera.

20. Kiosk volgens conclusie 19, waarbij de tweede zichtcamera deel is van de barcodelezer-module.

21. Kiosk volgens conclusie 19 of 20, waarbij het uitvoeren van geavanceerde verwerking van beelden die zijn ontvangen van de eerste en tweede zichtcamera’s ten minste een van gezichtsherkenning, objectherkenning, en gebarenherkenning omvat.

22. Kiosk volgens conclusie 19, 20 of 21, waarbij de eerste zichtcamera meer dan 12 inch boven een onderkant van de behuizing is gepositioneerd.

23. Kiosk volgens een der conclusies 19-22, waarbij een ondergrens van het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera minder dan 2 inch van het voorvlak van de behuizing op een onderkant van de behuizing is.

24. Kiosk volgens conclusie 23, waarbij de ondergrens van het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera in hoofdzaak parallel is aan het voorvlak van de behuizing.

25. Kiosk volgens een der conclusies 19-24, waarbij de behuizing een bovenste deel heeft dat zich naar buiten uitstrekt voorbij het voorvlak van de behuizing en de eerste zichtcamera is gepositioneerd in het bovenste deel van de behuizing met ten minste een deel van de eerste zichtcamera dat zich voor het voorvlak van de behuizing bevindt.

26. Kiosk volgens een der conclusies 23-24, waarbij een hoek tussen de ondergrens en een bovengrens van het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera 110 graden is.

27. Kiosk volgens een der conclusies 19-26, waarbij de eerste en tweede zichtcamera’s 2 megapixel kleurcamera’s zijn.

28. Kiosk volgens een der conclusies 19-27, omvattend een printer die gepositioneerd is in de behuizing boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer-module en een weergavemodule die gepositioneerd is boven en in algemeen verticale uitlijning met de barcodelezer-module.

29. Kiosk volgens een der conclusies 19-28, omvattend een betaalterminal, waarbij het tweede gezichtsveld van de eerste zichtcamera breed genoeg is om een gebied direct voor de betaalterminal te omvatten.