BE1028045B1

BE1028045B1 - Dynamic light tile

Info

Publication number: BE1028045B1
Application number: BE20205080A
Authority: BE
Inventors: Dirk Urbain Deleu; Michiel Jacques Lesage
Original assignee: Aluvision N V
Priority date: 2020-02-10
Filing date: 2020-02-10
Publication date: 2021-09-07
Also published as: WO2021161166A1; BE1028045A1

Abstract

Set (1) van ten minste één tegelelement (2) en ten minste één doekprofiel (3) voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie waarvan een frontale zijde een lichtvlak omvat, waarbij elk tegelelement (2) een chassis (4) omvat dat een voorzijde heeft die voorzien is van een verlichtingsmodule (5), waarbij elke voorzijde voorzien is om een segment in het lichtvlak in de modulaire lichtconstructie te vormen en waarbij elk chassis (4) ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindingsvlakken (6) heeft, waarbij elk verbindingsvlak (6) verbindbaar is met een verbindingsvlak van een grenzend tegelelement, en waarbij het ten minste één doekprofiel (3) verbindbaar is ter plaatste van verbindingsvlakken (6) uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde begrenzen zodanig dat een doek (7) monteerbaar is voor het lichtvlak.Set (1) of at least one tile element (2) and at least one fabric profile (3) for building up a modular light construction, a frontal side of which comprises a light surface, wherein each tile element (2) comprises a chassis (4) that has a front side provided with a lighting module (5), each front being provided to form a segment in the light plane in the modular light construction and wherein each chassis (4) has a plurality of connection surfaces (6) at its peripheral edge, each connecting surface (6) is connectable to a connecting surface of an adjacent tile element, and wherein the at least one cloth profile (3) can be connected at the location of connecting surfaces (6) from the plurality of connecting surfaces bounding the frontal side such that a cloth (7) can be mounted is for the light plane.

Description

Dynamische lichttegel De uitvinding heeft betrekkmg op dynamische lichtconstructies.Dynamic light tile The invention relates to dynamic light constructions.

Lichtconstructies worden gebruikt voor tentoonstellingsstanden en zijn bekend uit BE1026256A1. Dit document beschrijft een bekende verlichtingsstructuur omvattende een frame met minstens twee draagstructuren en een printplaat voorzien van ledlampen.Light constructions are used for exhibition stands and are known from BE1026256A1. This document describes a known lighting structure comprising a frame with at least two support structures and a printed circuit board provided with LED lamps.

Het frame wordt gevormd door vier kaderelementen die samen een vierkant frame vormen.The frame is formed by four frame elements that together form a square frame.

De draagstructuren strekken zich uit tussen twee van de vier kaderelementen.The support structures extend between two of the four frame elements.

De verlichtngsstructuur omvat verder ten minste twee draagprofielen voor de printplaat.The lighting structure further comprises at least two support profiles for the printed circuit board.

De draagprofielen zijn via minstens één bevestigmgselement losmaakbaar bevestigbaar aan de draagstructuren.The support profiles can be releasably fastened to the support structures via at least one fastening element.

Een doek of doorzichtige plaat wordt voor de printplaat gespannen om met behulp van de ledlampen die voorzien zijn op een printplaat het doek te belichten.A cloth or transparent plate is stretched in front of the printed circuit board in order to illuminate the cloth using the LED lamps provided on a printed circuit board.

Een nadeel is dat de bekende verlichtinesstructuur steeds op maat vervaardigd dient te worden, dit is complex, arbeidsintensief en duur.A drawback is that the known lighting structure always has to be custom-made, which is complex, labour-intensive and expensive.

Bovendien is de verlichtingsstructuur na afloop van bijvoorbeeld een beurs niet of slechts gedeeltelijk herbruikbaar.Moreover, the lighting structure is not or only partially reusable after a trade fair, for example.

Een verder nadeel van de bekende verlichtingsstructuur is dat ook de opbouw van de verlichtingsstructuur arbeidsmtensief is.A further drawback of the known lighting structure is that the construction of the lighting structure is also labour-intensive.

Het is een doel van de uitvinding een dynamische lichtconstructie te voorzien waarvan de modulariteit en de uitwisselbaarheid van onderdelen in de constructie verbeterd is.It is an object of the invention to provide a dynamic light construction whose modularity and the interchangeability of parts in the construction is improved.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een set van ten minste één tegelelement en ten minste één doekprofiel voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie waarvan een frontale zijde een lichtvlak omvat, waarbij elk tegelelement een chassis omvat dat een voorzijde heeft die voorzien 1s van een verlichtingsmodule, waarbij elke voorzijde voorzien is om een segment in het lichtvlak in de modulaire lichtconstructie te vormen en waarbij elk chassis ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindmgsvlakken heeft, waarbij elk verbindmgsvlak verbindbaar is met een verbindmgsvlak van een grenzend tegelelement, en waarbij het ten minste één doekprofiel verbindbaar is ter plaatste van verbindingsvlakken uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde begrenzen zodanig dat een doek monteerbaar is voor het lichtvlak.To this end, the invention provides a set of at least one tile element and at least one cloth profile for building up a modular light construction, a frontal side of which comprises a light surface, wherein each tile element comprises a chassis that has a front side which is provided with a lighting module, wherein each front side is provided to form a segment in the light plane in the modular light construction and wherein each chassis has a plurality of bonding surfaces at its peripheral edge, each bonding surface being connectable to a bonding surface of an adjacent tile element, and wherein the at least one fabric profile is connectable at the location of connection surfaces from the plurality of connection surfaces bounding the frontal side such that a cloth can be mounted in front of the light surface.

Doordat het chassis van elk tegelelement voorzien is van meerdere verbindingsvlakken die zowel met een verbindingsvlak van een chassis van een verder tegelelement als met een doekprofiel verbindbaar zijn, worden meerdere voordelen bekomen.Because the chassis of each tile element is provided with a plurality of connecting surfaces which can be connected both with a connecting surface of a chassis of a further tile element and with a cloth profile, several advantages are obtained.

Het tegelelement kan aan een grenzend tegelelement verbonden worden.The tile element can be connected to an adjacent tile element.

Dit laat toe om lichtvlakken van de modulaire lichtconstructie in een uiteenlopend en groot aantal vormen en afmetingen te realiseren.This makes it possible to realize light surfaces of the modular light construction in a diverse and large number of shapes and sizes.

Hierdoor wordt de modulariteit van de modulaire lichtconstructie verbeterd.This improves the modularity of the modular light construction.

Het doekprofiel kan vervolgens aan een verbindingsvlak verbonden worden om de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie te begrenzen.The fabric profile can then be connected to a connecting surface in order to limit the frontal side of the modular light construction.

Een verder voordeel is dat de tegelelementen en het doekprofiel uitwisselbaar zijn doordat zowel een tegelelement als een doekprofiel ter plaatste van de perifere rand verbonden kunnen worden. Meer bepaald kan eender welk tegelelement op eender welke positie in de modulaire lichtconstructie geplaatst worden en kan bovendien een doekprofiel vervolgens de frontale zijde daarvan begrenzen.A further advantage is that the tile elements and the cloth profile are interchangeable in that both a tile element and a cloth profile can be connected at the location of the peripheral edge. More specifically, any tile element can be placed in any position in the modular light construction and, moreover, a fabric profile can subsequently delimit the frontal side thereof.

Hierdoor wordt het aantal verschillende onderdelen dat nodig is om een modulaire lichtconstructie op te bouwen noemenswaardig verminderd. Door het verminderde aantal onderdelen wordt niet alleen de montage van de modulaire lichtconstructie vereenvoudigd maar wordt ook de tijd die nodig 1s voor de montage daarvan verminderd. Doordat de tegelelementen alsook de doekprofielen uitwisselbaar zijn, zijn deze bovendien herbruikbaar. Meer bepaald kan de modulaire lichtconstructie na gebruik daarvan, op bijvoorbeeld een beurs, gedemonteerd worden en kunnen de tegelelementen en doekprofielen voor een andere modulaire lichtconstructie worden gebruikt. De verbindingsvlakken laten bij voorkeur additioneel ook toe om de tegelelementen te verbinden met conventionele standenbouwelementen zoals bijvoorbeeld frameprofielen. Hierdoor is het ten minste één tegelelement en doekprofiel compatibel met de bekende beursconstructies waardoor de modulaire inzetbaarheid van de tegelelementen en doekprofielen verder verbeterd wordt.This significantly reduces the number of different parts needed to build a modular light construction. The reduced number of parts not only simplifies the mounting of the modular light construction, but also reduces the time required for mounting it. Because the tile elements as well as the fabric profiles are interchangeable, they are also reusable. More specifically, the modular light construction can be disassembled after its use, for instance at a trade fair, and the tile elements and fabric profiles can be used for another modular light construction. The connecting surfaces preferably additionally also allow the tile elements to be connected to conventional stand building elements, such as for instance frame profiles. As a result, the at least one tile element and cloth profile is compatible with the known trade fair constructions, so that the modular usability of the tile elements and cloth profiles is further improved.

Bij voorkeur omvat het ten minste één doekprofiel een koppelvlak en een doekbevestigingsmiddel, waarbij het koppelvlak ingericht is om ter plaatste van een verbindingsvlak verbonden te worden en waarbij het doekbevestigimgsmiddel gekoppeld is aan het koppelvlak zodanig dat het doek monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarin het doek op een nagenoeg loodrechte afstand van de voorzijde monteerbaar is. Wanneer het doek op een nagenoeg loodrechte afstand van de voorzijde is gemonteerd zal de ten minste één verlichtingsmodule van een tegelelement het doek op uniforme wijze belichten. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie. Bij voorkeur is de loodrechte afstand nagenoeg gelijk over een nagenoeg geheel oppervlak van het lichtvlak.Preferably, the at least one cloth profile comprises a coupling surface and a cloth fastening means, wherein the coupling surface is adapted to be connected at the location of a connecting surface and wherein the cloth fastening means is coupled to the coupling surface such that the cloth can be mounted in a cloth fastening position in which the cloth is mounted on can be mounted an almost perpendicular distance from the front. When the cloth is mounted at a substantially perpendicular distance from the front side, the at least one lighting module of a tile element will illuminate the cloth in a uniform manner. This increases the visual uniformity of the frontal side of the modular light construction. Preferably, the perpendicular distance is substantially equal over a substantially entire surface of the luminous plane.

Bij voorkeur omvat het doekbevestigmgsmiddel, gezien in doorsnede, twee bevestigmgsbenen die zich nagenoeg evenwijdig en op een afstand van elkaar uitstrekken zodanig dat de twee bevestiginesbenen een groef begrenzen waarin een rand van het doek bevestigbaar is. Bij voorkeur ligt één van de twee bevestigingsbenen in het verlengde en wordt het integraal gevormd met het koppelvlak. Dit laat toe om het doek op eenvoudige wijze te bevestigen m het doekprofiel.Preferably, the fabric fastener, viewed in cross-section, comprises two fastener legs extending substantially parallel and spaced from each other such that the two fastener legs define a groove in which an edge of the fabric can be secured. Preferably one of the two mounting legs is in line and is integrally formed with the coupling surface. This makes it possible to attach the cloth to the cloth profile in a simple manner.

Hiermee wordt de montage van de modulaire lichtconstructie verder vereenvoudigd.This further simplifies the mounting of the modular light construction.

Bij voorkeur is een vlak van ten minste één bevestigingsbeen dat de groef begrenst voorzien van een antislipstructuur. Door een vlak van een bevestigmgsbeen te voorzien van een antislipstructuur vermindert de kans dat het doek uit de groef glijdt. Dit verbetert de robuustheid van de modulaire lichtconstructie zonder dat een monteur hierbij bijkomstige handelingen dient uit te voeren. Bij voorkeur omvat het doekbevestigingsmiddel een klem.Preferably, a face of at least one mounting leg defining the groove is provided with a non-slip structure. Providing a surface of a fixing leg with a non-slip structure reduces the chance that the cloth will slip out of the groove. This improves the robustness of the modular light construction without a technician having to perform additional actions. Preferably, the cloth fastening means comprises a clamp.

Bij voorkeur is het ten minste één doekprofiel verbindbaar ter plaatste van een verbindingsvlak via een bevestigingsmiddel. Dit laat toe om het ten minste één doekprofiel op robuuste wijze te bevestigen aan een verbindingsvlak waardoor de modulaire lichtconstructie steeds op solide wijze opgebouwd kan worden.Preferably, the at least one cloth profile can be connected at a connecting surface via a fastening means. This makes it possible to fix the at least one fabric profile in a robust manner to a connecting surface, so that the modular light construction can always be built up in a solid manner.

Bij voorkeur is het ten minste één doekprofiel voorzien om nagenoeg de gehele lengte van een perifere rand van de frontale zijde te bekleden wanneer het ten minste één doekprofiel bevestigd is. Dit laat toe om het doek op uniforme wijze voor het lichtvlak te monteren.Preferably, the at least one fabric profile is provided to cover substantially the entire length of a peripheral edge of the frontal side when the at least one fabric profile is attached. This makes it possible to mount the fabric in front of the light plane in a uniform manner.

Bij voorkeur is de afstand ten minste 10 mm, bij voorkeur ten minste 20 mm, verder bij voorkeur ten minste 30 mm. Hierdoor wordt het licht dat uitgestraald wordt door de verlichtmgsmodule ten minste deels gediffuseerd waardoor een toekijker een uitlijning van de verlichtingsmodule minder waameemt. Dit verhoogt verder de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie.Preferably the distance is at least 10 mm, preferably at least 20 mm, further preferably at least 30 mm. As a result, the light emitted by the lighting module is at least partly diffused, so that a spectator perceives an alignment of the lighting module less. This further increases the visual uniformity of the frontal side of the modular light structure.

Bij voorkeur heeft elk verbindingsvlak verbindingsmiddelen die complementair zijn met verbindingsmiddelen aan een grenzend tegelelement zodanig dat elk verbindingsvlak verbindbaar is met een overeenstemmend verbindingsvlak van een aanliggend tegelelement. Dit verhoogt het gebruiksgemak en laat de monteur toe om de modulaire lichtconstructie op eenvoudige wijze op te bouwen.Preferably, each connecting surface has connecting means which are complementary to connecting means on an adjacent tile element such that each connecting surface is connectable to a corresponding connecting surface of an adjacent tile element. This increases the ease of use and allows the fitter to build the modular light construction in a simple manner.

Bij voorkeur omvat de verlichtingsmodule ten minste één ledmodule. Bij voorkeur strekt de ten minste één ledmodule zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uit. Dit verhoogt verder de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie.Preferably, the lighting module comprises at least one LED module. Preferably, the at least one LED module extends substantially over an entire surface of the front. This further increases the visual uniformity of the frontal side of the modular light structure.

Bij voorkeur is een dot-pitch van de ledmodule bij voorkeur groter dan 5.00 mm, meer bij voorkeur groter is dan 8.00 mm, met de meeste voorkeur groter is dan 12.00 mm. Een voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht dat wanneer de leds zich op een afstand van het doek bevinden een toekijker, omwille van de diffusie van licht, de individuele leds niet langer door de toekijker worden gezien. Dit laat aldus toe om een visuele uniformiteit op optimale en kosten-efficiënte wijze te bereiken.Preferably, a dot pitch of the LED module is preferably greater than 5.00 mm, more preferably greater than 8.00 mm, most preferably greater than 12.00 mm. An advantage of this is based on the insight that when the LEDs are located at a distance from the canvas to a spectator, because of the diffusion of light, the individual LEDs are no longer seen by the spectator. This thus makes it possible to achieve a visual uniformity in an optimal and cost-efficient manner.

Bij voorkeur is een dot-pitch van de ledmodule bij voorkeur kleiner dan 50 mm, meer bij voorkeur kleiner dan 40 mm, met de meeste voorkeur kleiner dan 30 mm. Door de dot-pitch te groot te maken, kan een toekijker de individuedele leds van de ledmodule zien waardoor de mdruk van een ongewenst gefragmenteerd beeld gewekt wordt.Preferably, a dot pitch of the LED module is preferably less than 50 mm, more preferably less than 40 mm, most preferably less than 30 mm. Making the dot pitch too large allows a spectator to see the individual LEDs of the LED module, creating the impression of an unwanted fragmented image.

Bij voorkeur heeft elk tegelelement verder een stuurmodule voor het aansturen van de ledmodule. Verder bij voorkeur zijn de verschillende stuurmodules van de tegelelementen in de modulaire lichtconstructie gekoppeld met een centrale processor die elke stuurmodule voorziet van individuele stuursignalen om een vooraf bepaalde visuele voorstelling over verschillende ledschermen in de modulaire constructie weer te geven. Door elk tegelelement te voorzien van een stuurmodule, wordt de modulariteit verhoogd. De stuurmodules worden aangestuurd door een centrale processor om een visuele voorstelling op het doek te wijzigen. Dit laat toe om op relatief eenvoudige wijze de indruk te creëren dat een weergave op het doek beweegt. Meer bepaald kan een groep leds van ledmodule aangestuurd worden om slechts een deel van het doek te verlichten, bijvoorbeeld om een bliksemschicht dat geprint is op het doek sporadisch te verlichten waardoor de indruk gecreëerd wordt dat een storm woedt op het doek.Preferably, each tile element further has a control module for controlling the LED module. Further preferably, the various control modules of the tile elements in the modular light structure are coupled to a central processor which provides each control module with individual control signals to display a predetermined visual representation across different LED screens in the modular structure. By providing each tile element with a control module, modularity is increased. The control modules are controlled by a central processor to change a visual representation on the canvas. This makes it possible to create the impression in a relatively simple manner that a representation on the canvas is moving. More specifically, a group of LEDs of the LED module can be controlled to illuminate only part of the canvas, for example to sporadically illuminate a lightning bolt printed on the canvas, creating the impression that a storm is raging on the canvas.

Bij voorkeur omvat de modulaire lichtconstructie een doek dat bevestigbaar is aan het ten minste één doekprofiel, waarbij een afmeting en vorm van het doek gerelateerd is aan een afmeting en vorm van de frontale zijde. Het doek 1s bij voorkeur voorzien van een print. Hierdoor zal de modulaire lichtconstructie twee standen hebben. In een eerste stand zal de verlichtingsmodule niet aan staan. In deze eerste stand zal nog steeds het doek met de print zichtbaar zijn voor een toekijker zodat de toekijker alle informatie op het doek kan beschouwen. In de tweede stand zal de verlichtingsmodule werken en het doek al dan niet dynamisch verlichten. Hierdoor zal dezelfde informatie op het doek voor de toekijker zichtbaar zijn dan m de eerste stand, maar zal het doek dynamisch verlicht worden zodat de toekijker visueel geanimeerd wordt en/of zodat bepaalde informatie op het doek geaccentueerd wordt.Preferably, the modular light construction comprises a cloth that can be attached to the at least one cloth profile, wherein a size and shape of the cloth is related to a size and shape of the frontal side. The cloth is preferably provided with a print. As a result, the modular light construction will have two positions. In a first position, the lighting module will not be switched on. In this first position, the canvas with the print will still be visible to a viewer so that the viewer can view all the information on the canvas. In the second position, the lighting module will work and illuminate the canvas dynamically or not. As a result, the same information on the screen will be visible to the viewer than in the first position, but the screen will be dynamically illuminated so that the viewer is visually animated and/or so that certain information on the screen is accentuated.

Bijzonder voordelige uitvoeringsvormen van een set van ten minste één tegelelement en ten minste één doekprofiel voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie volgens de uitvinding zijn het onderwerp van bijgevoegde afhankelijke conclusies, en/of kunnen volgen uit de onderstaande figuurbeschrijving.Particularly advantageous embodiments of a set of at least one tile element and at least one cloth profile for building up a modular light construction according to the invention are the subject of the appended dependent claims, and/or may follow from the figure description below.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening laat: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een aan elkaar verbonden tegelelement en doekprofiel volgens een uitvoeringsvorm zien; figuren 2 een perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van aan elkaar verbonden tegelelementen en doekprofielen met een daaraan verbonden doek; figuur 3 een perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van een doekprofiel. figuur 4 een dwarsdoorsnede zien van een uitvoeringsvorm van een modulaire lichtconstructie die aan een beursstand verbonden is;The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing. In the drawing: figure 1 shows a cross-section of an interconnected tile element and cloth profile according to an embodiment; figures 2 show a perspective view of an embodiment of interconnected tile elements and cloth profiles with a cloth connected thereto; figure 3 shows a perspective view of an embodiment of a cloth profile. figure 4 shows a cross-section of an embodiment of a modular light construction connected to an exhibition stand;

figuur 5 cen perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van een modulaire lichtconstructie die opgebouwd is uit meerder tegelelementen en meerdere doekprofielen; figuren 6A, 6B, 6C een dwarsdoorsnede zien van aan elkaar verbonden tegelelementen en doekprofielen volgens alternatieve uitvoeringsvormen: 5 figuren 7A, 7B, 7C, 7D een dwarsdoorsnede zien van verdere alternatieve uitvoeringsvormen van een tegelelement, een doekprofiel en een doekbevestigingsmiddel; figuren 8A, 8B, 8C, 8D een dwarsdoorsnede zien van een uitvoerimgsvorm waarbij twee tegelelementen 2a, 2b, op alternatieve wijze, aan elkaar verbindbaar zijn.figure 5 shows a perspective view of an embodiment of a modular light construction which is built up from several tile elements and several cloth profiles; figures 6A, 6B, 6C show a cross section of interconnected tile elements and cloth profiles according to alternative embodiments: figures 7A, 7B, 7C, 7D show a cross section of further alternative embodiments of a tile element, a cloth profile and a cloth fastening means; figures 8A, 8B, 8C, 8D show a cross-section of an embodiment in which two tile elements 2a, 2b can be connected to each other in an alternative manner.

De volgende gedetailleerde beschrijving is gericht op bepaalde specifieke uitvoeringsvormen, de leer hierin kan echter op verschillende manieren worden toegepast. In de tekeningen is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.The following detailed description is directed to certain specific embodiments, however, the teachings herein may be applied in various ways. In the drawings, the same or analogous element is assigned the same reference numeral.

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen de uitvinding is echter niet daartoe beperkt, maar alleen door de conclusies.The present invention will be described with respect to specific embodiments, however, the invention is not limited thereto, but only by the claims.

Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvorm "een", “het” en "de" zowel de enkelvouds- als meervoudsreferenties tenzij de context duidelijk anders dicteert.As used herein, the singular forms "a", "the", and "the" include both singular and plural references unless the context clearly dictates otherwise.

De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met "inclusief", "omvat" of "bevattend", "bevat". De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" bij het verwijzen naar genoemde componenten, elementen of werkwijzestappen omvatten ook uitvoeringsvormen die "bestaan uit" de componenten, elementen of werkwijzestappen.The terms "comprising", "comprises" and "composed of" as used herein are synonymous with "including", "comprises" or "containing", "contains". The terms "comprising", "comprising" and "composed of" when referring to said components, elements or method steps also include embodiments "consisting of" the components, elements or method steps.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en verdere m de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij dit gespecificeerd is. Het 1s duidelijk dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgorde dan hierin beschreven of geïllustreerd.Furthermore, the terms first, second, third and further in the description and in the claims are used to distinguish between similar elements and not necessarily to describe a sequential or chronological order unless specified. It is understood that the terms so used are interchangeable under appropriate circumstances and that the embodiments of the invention described herein may operate in a different order than described or illustrated herein.

Verwijzing in deze specificatie naar "één uitvoering", "een uitvoering", "sommige aspecten", "een aspect" of "een aspect" betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of kenmerk dat beschreven 1s In verband met de uitvoering of aspect is opgenomen in ten minste een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De verschijningsvormen van de zinnen "in één uitvoering", "in een uitvoering", "sommige aspecten", "een aspect" of "één aspect" op verschillende plaatsen in deze specificatie verwijzen dus niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoering of aspecten. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze worden gecombineerd, zoals voor een vakman op dit gebied duidelijk zal zijn, in een of meer uitvoeringsvormen of aspecten. Verder zijn, hoewel sommige hierin beschreven uitvoermgsvormen of aspecten enkele maar geen andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen of aspecten zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen of aspecten bedoeld om binnen de context van de uitvinding te vallen en om verschillende uitvoeringsvormen of aspecten te vormen, zoals zou worden begrepen door de vakman. In de bijgevoegde conclusies kunnen bijvoorbeeld alle kenmerken van de geclaimde uitvoeringsvormen of aspecten in elke combinatie worden gebruikt.Reference in this specification to "one embodiment", "an embodiment", "some aspects", "an aspect" or "an aspect" means that a particular feature, structure or feature described is incorporated in connection with the embodiment or aspect in at least one embodiment of the present invention. Thus, the appearances of the phrases "in one embodiment", "in one embodiment", "some aspects", "an aspect" or "one aspect" at different places in this specification do not necessarily all refer to the same embodiment or aspects. Further, the specific features, structures or features may be combined in any suitable manner, as will be apparent to one skilled in the art, in one or more embodiments or aspects. Further, while some embodiments or aspects described herein include some but not other features incorporated into other embodiments or aspects, combinations of features of different embodiments or aspects are intended to be encompassed within the context of the invention and to include different embodiments or aspects. shapes, as would be understood by those skilled in the art. For example, in the appended claims, all features of the claimed embodiments or aspects may be used in any combination.

In de context van deze aanvrage is een dot-pitch gedefinieerd als een hartafstand tussen pixels op een weergavescherm. Wanneer deze hartafstand niet constant is, zal dot-pitch gedefinieerd zijn als de gemiddelde hartafstand tussen aangrenzende pixels. Met andere woorden, dot-pitch is een kenmerk om de nauwkeurigheid van een weergavescherm aan te tonen.In the context of this application, a dot pitch is defined as a center distance between pixels on a display screen. If this spacing is not constant, dot pitch will be defined as the average spacing between adjacent pixels. In other words, dot pitch is a characteristic to demonstrate the accuracy of a display screen.

Figuur 1 toont een doorsnede van een tegelelement 2 waaraan een doek 7 via een doekprofiel bevestigd is. Het tegelelement vormt zo een frontale zijde van een modulaire lichtconstructie Het tegelelement 2 omvat een chassis 4. Het chassis 4 vormt een frame waarmee het tegelelement 2 in de modulaire lichtconstructie geïntegreerd kan worden. Hiertoe heeft het chassis 4 ter plaatste van zijn perifere rand een verbindingsvlak 6. Het verbindingsvlak 6 is verbindbaar met een verbindingsvlak van een grenzend tegelelement, deze uitvoermgsvorm wordt hieronder diepgaander beschreven met betrekking tot figuren 2, 4 en 5. Het verbindmgsvlak 6 strekt zich uit onder een nagenoeg rechte hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van de voorzijde van het chassis 4.Figure 1 shows a cross-section of a tile element 2 to which a cloth 7 is attached via a cloth profile. The tile element thus forms a front side of a modular light construction. The tile element 2 comprises a chassis 4. The chassis 4 forms a frame with which the tile element 2 can be integrated into the modular light construction. To this end, the chassis 4 has a connecting face 6 at its peripheral edge. The connecting face 6 is connectable to a connecting face of an adjacent tile element, this embodiment is described in more detail below with reference to figures 2, 4 and 5. The connecting face 6 extends. at a substantially right angle of approximately 90° to the front of the chassis 4.

Het chassis 4 omvat verder cen voorzijde die voorzien is van een verlichtingsmodule 5. De voorzijde is voorzien om een segment in het lichtvlak van de modulaire lichtconstructie te vormen, deze uitvoeringsvorm wordt verder uitvoerig met betrekking tot figuren 2 en 5 besproken. In een voorkeursuitvoermgsvorm omvat de verlichtmodule 5 ten minste één ledmodule. De ten minste één ledmodule strekt zich bij voorkeur nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uit, zoals geillustreerd in figuren 2, 4 en 5. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van voorzijde van het tegelelement 2.The chassis 4 further comprises a front side which is provided with a lighting module 5. The front side is provided to form a segment in the light plane of the modular light construction, this embodiment is further discussed in detail with reference to figures 2 and 5. In a preferred embodiment, the lighting module 5 comprises at least one LED module. The at least one LED module preferably extends over substantially an entire surface of the front, as illustrated in Figures 2, 4 and 5. This increases the visual uniformity of the front of the tile element 2.

Figuur | illustreert verder dat een doekprofiel 3 verbindbaar is ter plaatste van het verbindmgsvlak 6. Het doekprofiel 3 1s verbindbaar ter plaatste van het verbindingsvlak 6 zodanig dat een doek 7 monteerbaar 1s voor het lichtvlak. Met andere woorden, een doek 7 kan door verbinding met de doekprofielen evenwijdig en op een afstand van het lichtvlak van de verlichtingsmodule bevestigd worden. Het doekprofiel 3 is voorzien om een doek 7 voor het zichtvlak te monteren. In de uitvoeringsvorm van figuur 1 is het doekprofiel 3 rechtstreeks verbonden aan het verbindingsvlak 6. Het zal echter duidelijk zijn dat volgens alternatieve uitvoeringsvormen geillustreerd in figuren 2 en 6, het doekprofiel 3 op verschillende manieren aan het chassis 4 verbonden kan worden, ter plaatse van het verbindingsvlak. Ter plaatse van het verbindingsvlak is gedefinieerd als tegen, rakend aan of in de nabijheid van het verbindingsvlak.Figure | further illustrates that a cloth profile 3 can be connected at the connection plane 6. The cloth profile 3 can be connected at the connection plane 6 such that a cloth 7 can be mounted in front of the light plane. In other words, a cloth 7 can be fixed parallel to and at a distance from the light surface of the lighting module by connecting to the cloth profiles. The cloth profile 3 is provided for mounting a cloth 7 in front of the visible surface. In the embodiment of figure 1, the cloth profile 3 is directly connected to the connecting surface 6. It will be clear, however, that according to alternative embodiments illustrated in figures 2 and 6, the cloth profile 3 can be connected to the chassis 4 in different ways, at the location of the connection plane. At the joint plane is defined as against, tangent to or in the vicinity of the joint plane.

Zo kan het doekprofiel aan de frontale zijde, een dorsale zijde en aan een verbindingsvlak 6 van het chassis 4 verbonden zijn.For instance, the cloth profile can be connected on the frontal side, a dorsal side and on a connecting surface 6 of the chassis 4.

De genoemde altematieve uitvoeringsvormen worden hieronder diepgaander beschreven.Said alternative embodiments are described in more detail below.

Figuur 2 illustreert een perspectief zicht van een frontale zijde van een modulaire lichtconstructie die gevormd wordt door vier tegelelementen en vier doekprofielen, waarbij een doek 7 deels weggesneden is geïllustreerd.Figure 2 illustrates a perspective view of a frontal side of a modular light construction formed by four tile elements and four cloth profiles, wherein a cloth 7 is illustrated partly cut away.

De frontale zijde is aangeduid met de pijl A en vormt een oppervlak van de modulaire lichtconstructie dat bij de opstelling van de modulaire lichtconstructie zichtbaar is voor het publiek.The frontal side is indicated by the arrow A and forms a surface of the modular light structure that is visible to the public when the modular light structure is set up.

Figuur 2 illustreert in het bijzonder een modulaire lichtconstructie waarbij meerdere tegelelementen 2a, 2b, 2c, 2d aan elkaar verbonden zijn, meer bepaald vier tegelelementen.Figure 2 illustrates in particular a modular light construction in which several tile elements 2a, 2b, 2c, 2d are connected to each other, in particular four tile elements.

Het zal duidelijk zijn dat ook meer dan vier tegelelementen kunnen voorzien zijn, zoals hieronder in de uitvoeringsvorm met betrekking tot figuur 5 is geïllustreerd.It will be clear that more than four tile elements can also be provided, as is illustrated below in the embodiment with respect to figure 5 .

Elk chassis van de respectievelijke tegelelementen 2a, 2b, 2c, 2d heeft ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindingsvlakken 6al, 6a2, 633, 6a4, 6ba, 6b2, … , 6d4. Bij voorkeur heeft elk tegelelement vier verbindingsvlakken.Each chassis of the respective tile elements 2a, 2b, 2c, 2d has several connecting surfaces 6al, 6a2, 633, 6a4, 6ba, 6b2, ..., 6d4 at its peripheral edge. Preferably, each tile element has four connecting surfaces.

Het is echter duidelijk voor de vakman dat uitvoeringsvormen met meer of minder dan vier eerste verbindingsvlakken ook mogelijk zijn.However, it is clear to those skilled in the art that embodiments with more or less than four first connection surfaces are also possible.

De verbindingsvlakken lopen bij voorkeur rondom de volledige perifere rand van een tegelelement.The connecting surfaces preferably run around the entire peripheral edge of a tile element.

Hierdoor is er in het geval dat een tegelelement verbonden is aan een grenzend tegelelement een maximaal contactoppervlak waardoor de structurele mtegriteit van de opgebouwde modulaire lichtconstructie verbeterd wordt.As a result, in the event that a tile element is connected to an adjacent tile element, there is a maximum contact surface, as a result of which the structural integrity of the built-up modular light construction is improved.

Optioneel kan een verbindingsvlak meerdere verbindingsvlakgedeeltes (miet geillustreerd) omvatten die bijvoorbeeld gescheiden zijn door een uitsparing.Optionally, a bonding pad may include multiple bonding pad portions (not illustrated) separated, for example, by a recess.

Een dergelijke optionele uitvoeringsvorm 1s lichter ten opzichte van de voorkeursuitvoeringsvorm.Such an optional embodiment is lighter than the preferred embodiment.

Elk verbindingsvlak is verbindbaar met een verbindingsvlak van een grenzend tegelelement.Each connection plane is connectable to a connection plane of an adjacent tile element.

Deze uitvoeringsvorm is verder geillustreerd in figuur 4. Meer bepaald 1s, in de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 2, tegelelement 2a via verbindingsvlak 6a2 verbonden met verbindingsvlak 6b4 van tegelelement 2b.This embodiment is further illustrated in Fig. 4. More specifically, 1s, in the illustrated embodiment of Fig. 2, tile element 2a is connected via connection face 6a2 to connection face 6b4 of tile element 2b.

Het is duidelijk dat de tegelelementen 2b, 2c, en 2d op hun beurt onderling verbonden zijn.It is clear that the tile elements 2b, 2c, and 2d are in turn interconnected.

Hierdoor is de modulaire lichtconstructie in een uiteenlopend en een groot aantal vormen en afmetingen te realiseren.As a result, the modular light construction can be realized in a wide variety of shapes and sizes.

Zoals getoond in figuur 2 kunnen de tegelelementen bijvoorbeeld gebruikt worden om een rechthoekige frontale zijde te vormen.For example, as shown in Figure 2, the tile elements can be used to form a rectangular frontal side.

Bij voorkeur is het doekprofiel zodanig verbonden met het verbindmgsvlak dat het geheel van chassis en doekprofiel binnen de modulaire afmetingen van een standenbouwconstructie valt.Preferably, the cloth profile is connected to the connecting surface in such a way that the whole of chassis and cloth profile falls within the modular dimensions of a stand construction.

Dit laat eenvoudige mtegratie toe van de modulaire lichtconstructie in een stand toe.This allows easy integration of the modular light construction into a stand.

Daarbij bevindt het doekprofiel zich bij voorkeur op de randen van de modulaire elementen zodat het doek mooi grenzend aan andere standelementen kan gemonteerd worden.The fabric profile is preferably located on the edges of the modular elements, so that the fabric can be mounted nicely adjacent to other stand elements.

Anders gezegd zijn de doekprofielen zo voorzien dat ze binnen de modulaire maat blijven en aldus geïntegreerd kunnen worden in een stand die volgens deze modulaire maat opgebouwd is.In other words, the fabric profiles are provided in such a way that they remain within the modular size and can thus be integrated in a position constructed according to this modular size.

Elke voorzijde van elk tegelelement 2a, 2b, 2c, 2d vormt een segment in het lichtvlak van de modulaire lichtconstructie. De voorzijde is bij voorkeur rechthoekig. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is elke voorzijde voorzien van een ledmodule die zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uitstrekt. Het zal echter duidelijk zijn, zoals geillustreerd in figuur 5, dat een voorzijde van een tegelelement meerdere ledmodules omvat, bijvoorbeeld vier ledmodules. Deze uitvoeringsvorm wordt hieronder uitvoerig besproken.Each front side of each tile element 2a, 2b, 2c, 2d forms a segment in the light plane of the modular light construction. The front side is preferably rectangular. In the illustrated embodiment, each front is provided with an LED module extending substantially over an entire surface of the front. It will be clear, however, as illustrated in Figure 5, that a front side of a tile element comprises several LED modules, for example four LED modules. This embodiment is discussed in detail below.

Figuur 2 illustreert verder dat ten minste één doekprofiel verbindbaar is ter plaatse van verbindingsvlakken uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde van de modulaire constructie begrenzen. Meer bepaald, zijn in de geïllustreerde uitvoeringsvorm vier doekprofielen 3a, 3b, 3c, 3d ter plaatste van de verbindingsvlakken 6al, 6b1, 6b2, 6c2, 6c3 etc. verbonden. Deze uitvoeringsvormen worden hieronder uitvoerig besproken en zijn geillustreerd in figuur 6. De doekprofielen 3a, 3b, 3c, 3d zijn met name ter plaatste van de vrije verbindingsvlakken 6al, 6b1, 6b2, 6c2, 6c3, … , 6a4 van de tegelelementen verbindbaar die het lichtvlak van de modulaire constructie vormen. Met andere woorden, de doekprofielen zijn verbindbaar ter plaatse van de verbindingsvlakken die niet verbonden zijn met een grenzend tegelelement. De doekprofielen begrenzen aldus het lichtvlak dat gevormd wordt door de voorzijdes van de tegelelementen 2a, 2b, 2c, 2d.Figure 2 further illustrates that at least one fabric profile is connectable at the connection surfaces of the plurality of connection surfaces which delimit the frontal side of the modular construction. More specifically, in the illustrated embodiment, four fabric profiles 3a, 3b, 3c, 3d are connected at the connection surfaces 6a1, 6b1, 6b2, 6c2, 6c3, etc. These embodiments are discussed in detail below and are illustrated in figure 6. The fabric profiles 3a, 3b, 3c, 3d can be connected in particular at the position of the free connecting surfaces 6al, 6b1, 6b2, 6c2, 6c3, ..., 6a4 of the tile elements which light plane of the modular construction. In other words, the cloth profiles are connectable at the connection surfaces that are not connected to an adjacent tile element. The cloth profiles thus limit the light surface formed by the front sides of the tile elements 2a, 2b, 2c, 2d.

Volgens een uitvoeringsvorm is één doekprofiel 3a verbindbaar met de verbindingsvlakken 6al en 6b2. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is een doekprofiel 3b verbindbaar met een dorsale zijde van een chassis van een tegelelement. In figuur 2 1s doekprofiel 3b met name verbonden met de dorsale zijde van tegelelementen 2b en 2c. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is een doekprofiel 3c verbindbaar met een frontale zijde van een tegelelement. In figuur 2 is doekprofiel 3c met name verbonden aan de frontale zijde van tegelelementen 2c en 2d. Bovengenoemde uitvoeringsvormen worden hieronder uitvoerig besproken met betrekking tot figuur 6. Doordat doekprofielen op verschillende wijzen aan een tegelelement verbindbaar zijn wordt de modulariteit alsook de uitwisselbaarheid daarvan verbeterd. Dit verhoogt het gebruiksgemak tijdens het opbouwen en het ontwerpen van de modulaire lichtconstructie.According to one embodiment, one cloth profile 3a can be connected to the connecting surfaces 6a1 and 6b2. According to an alternative embodiment, a cloth profile 3b can be connected to a dorsal side of a chassis of a tile element. In figure 21, cloth profile 3b is connected in particular to the dorsal side of tile elements 2b and 2c. According to a preferred embodiment, a cloth profile 3c can be connected to a frontal side of a tile element. In figure 2, cloth profile 3c is connected in particular to the frontal side of tile elements 2c and 2d. The above-mentioned embodiments are discussed in detail below with regard to figure 6. Because cloth profiles can be connected to a tile element in different ways, the modularity as well as the interchangeability thereof are improved. This increases the ease of use during construction and design of the modular light construction.

Een doekprofiel 3a, 3b, 3c, 3d bekleedt bij voorkeur een nagenoeg gehele lengte van een perifere rand van de frontale zijde wanneer het doekprofiel bevestigd is. Dit laat toe om het doek op uniforme wijze voor het lichtvlak te monteren. Een alternatieve uitvoermgsvorm waaruit duidelijk zal zijn dat de perifere rand in lengte kan verschillen afhankelijk van de vorm en/of afmeting van de modulaire lichtconstructie 1s geillustreerd in figuur 5. Optioneel kan het doekprofiel slechts een deel van de lengte van de perifere rand van de frontale zijde bekleden of kunnen meerdere doekprofielen ter plaatse van eenzelfde perifere rand verbonden zijn. Figuur 3 illustreert een perspectief zicht van een doekprofiel 3 volgens een uitvoeringsvorm. Het doekprofiel 3 omvat een koppelvlak 8 en een doekbevestigingsmiddel 9. Het koppelvlak 8 is ingericht om ter plaatste van een verbindingsvlak (niet getoond) verbonden te worden. Het koppelvlak 8 is hiertoe voorzien van een aanslagvlak 8a. Het aanslagvlak 8a zal bij het verbinden van het doekprofiel 8 grenzen aan een zijde van het tegelelement. Dit kan, zoals hierboven aangegeven een frontale of dorsale zijde zijn of kan het verbindingsvlak 6 van het tegelelement zijn. Meerdere uitvoermgsvormen van het koppelvlak 8 worden met betrekking tot figuur 6 uitvoerig beschreven. Het koppelvlak 8 kan voorzien zijn van een doorvoeropening 15 waarin een bevestigingsmiddel 22 aanbrengbaar is. Het bevestigingsmiddel 22 is voorzien om het koppelvlak ter plaatste van het verbindingsvlak aan het tegelelement te bevestigen. Hiertoe is een overeenkomstige bevestigmmgsopening in het chassis voorzien. Het bevestigingsmiddel 22 kan een schroef of een bout zijn en de bevestigingsopening kan een getapte binnendraad omvatten. Het is niet noodzakelijk dat het koppelvlak 8 een doorlopend vlak is. Het doekoppervlak kan bijvoorbeeld gevormd worden door meerdere koppelvlaksegmenten. Een koppelvlaksegment kan bijvoorbeeld vormgegeven zijn als een staaf of een vlak die door middel van een opening gescheiden zijn van elkaar. Hierdoor zijn de profielen lichter waardoor het opbouwen van de modulaire lichtconstructie vereenvoudigd wordt.A fabric profile 3a, 3b, 3c, 3d preferably covers a substantially entire length of a peripheral edge of the frontal side when the fabric profile is attached. This makes it possible to mount the fabric in front of the light plane in a uniform manner. An alternative embodiment from which it will be appreciated that the peripheral edge can differ in length depending on the shape and/or size of the modular light construction is illustrated in figure 5. Optionally, the fabric profile can only be a part of the length of the peripheral edge of the frontal side or several fabric profiles can be connected at the same peripheral edge. Figure 3 illustrates a perspective view of a fabric profile 3 according to an embodiment. The cloth profile 3 comprises a coupling surface 8 and a cloth fastening means 9. The coupling surface 8 is designed to be connected at the location of a connecting surface (not shown). To this end, the coupling surface 8 is provided with a stop surface 8a. When connecting the cloth profile 8, the stop surface 8a will adjoin one side of the tile element. As indicated above, this can be a frontal or dorsal side or can be the connecting face 6 of the tile element. Several embodiments of the interface 8 are described in detail with reference to FIG. The coupling surface 8 can be provided with a passage opening 15 in which a fastening means 22 can be arranged. The fastening means 22 is provided for fastening the coupling surface to the tile element at the location of the connecting surface. For this purpose, a corresponding mounting opening is provided in the chassis. The fastener 22 may be a screw or a bolt and the fastener opening may comprise a tapped female thread. It is not necessary for the coupling surface 8 to be a continuous surface. The cloth surface can for instance be formed by several interface segments. For example, an interface segment may be designed as a bar or a face separated from each other by an opening. This makes the profiles lighter, which simplifies the construction of the modular light construction.

Het doekbevestigingsmiddel 9 omvat, in de geïllustreerde uitvoeringsvorm, gezien in doorsnede, twee bevestigingsbenen 104, 10b die zich nagenoeg evenwijdig en op een afstand van elkaar uitstrekken. Hierdoor begrenzen de twee bevestigmesbenen 10a, 10b een groef waarin een rand van een doek klembaar is. De twee bevestigingsbenen 10a, 10b hebben elk een naar binnen gericht vlak dat, wanneer een rand van een doek in de groef wordt aangebracht, de rand van het doek aangrijpt. Met andere woorden de bevestigingsbenen 104, 10b klemmen de rand van het doek in de groef. Aldus is een doek op eenvoudige en robuuste wijze bevestigbaar aan een doekprofiel. Bovendien kan een monteur een doek op gereedschapsloze wijze aan het doekprofiel aanbrengen. Dit verhoogt het gebruiksgemak voor de monteur. Optioneel kan één of beide van de naar binnen gerichte vlakken van de twee bevestigingsbenen 10a, 10b voorzien zijn van een antislipstructuur. Door een vlak van een bevestigmesbeen10a, 10b te voorzien van een antislipstructuur vermindert de kans dat het doek uit de groef glijdt. Dit verbetert de robuustheid van de modulaire lichtconstructie zonder dat een monteur hierbij bijkomstige handelingen dient uit te voeren. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm ligt één van de twee bevestigingsbenen 10a in het verlengde van het koppelvlak 8. In een verdere uitvoeringsvorm 1s één of beide bevestigmgsbenen 10a, 10b integraal gevormd met het koppelvlak.The fabric fastener 9 comprises, in the illustrated embodiment, viewed in cross-section, two fastener legs 104, 10b extending substantially parallel and spaced from each other. As a result, the two fixing knife legs 10a, 10b delimit a groove in which an edge of a cloth can be clamped. The two fixing legs 10a, 10b each have an inwardly directed face which, when an edge of a cloth is fitted in the groove, engages the edge of the cloth. In other words, the attachment legs 104, 10b clamp the edge of the cloth in the groove. A cloth can thus be attached to a cloth profile in a simple and robust manner. In addition, a fitter can attach a cloth to the cloth profile in a tool-free manner. This increases the ease of use for the mechanic. Optionally, one or both of the inwardly facing surfaces of the two mounting legs 10a, 10b may be provided with an anti-slip structure. Providing a surface of a fixing knife leg 10a, 10b with a non-slip structure reduces the chance of the cloth sliding out of the groove. This improves the robustness of the modular light construction without a technician having to perform additional actions. In the illustrated embodiment, one of the two fastening legs 10a is in line with the coupling surface 8. In a further embodiment, one or both fastening legs 10a, 10b are integrally formed with the coupling surface.

Hierdoor is het doekprofiel robuster om de trekspanningen die ontstaan wanneer het doek zich in de bevestigingspositie voor het lichtvlak bevindt op te vangen.This makes the fabric profile more robust in order to absorb the tensile stresses that arise when the fabric is in the attachment position for the light surface.

Het doekbevestigingsmiddel 9 is bij voorkeur gekoppeld aan het koppelvlak zodanig dat het doek monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarm het doek op een afstand van de voorzijde monteerbaar is.The cloth fastening means 9 is preferably coupled to the coupling surface such that the cloth can be mounted in a cloth fastening position in which the cloth can be mounted at a distance from the front side.

In een uitvoeringsvorm is het doekbevestigingsmiddel een klem.In one embodiment, the cloth fastening means is a clamp.

Het is echter duidelijk voor de vakman dat meerdere verschillende uitvoeringsvormen van het doekbevestigimgsmiddel mogelijk zijn.However, it is clear to those skilled in the art that several different embodiments of the cloth fastener are possible.

Figuur 3 illustreert verder dat het doekprofiel 3 een brug 11 omvat die de bevestigingsbenen aan elkaar koppelt.Figure 3 further illustrates that the fabric profile 3 comprises a bridge 11 which couples the fastening legs together.

De brug 11 strekt zich van het eerste bevestigingsbeen 10a uit naar het tweede bevestigingsbeen 10b.The bridge 11 extends from the first fixing leg 10a to the second fixing leg 10b.

De brug 11 bepaalt hiermee een oriëntatie van het doekprofiel 3. Zoals geïllustreerd in figuur 2, kan het doekprofiel door de oriëntatie op twee verschillende oriëntaties ter plaatse van de perifere rand verbonden worden.The bridge 11 hereby determines an orientation of the cloth profile 3. As illustrated in figure 2, the cloth profile can be connected by the orientation at two different orientations at the location of the peripheral edge.

Een eerste oriëntatie is geïllustreerd door doekprofiel 3d waarbij het bevestigingsbeen 10b in het verlengde ligt van het verbindingsvlak 6a4 en het tweede bevestigmgsbeen 10a zich door de brug evenwijdig met het eerste bevestigingsbeen 10b buiten het zichtvlak bevindt.A first orientation is illustrated by fabric profile 3d in which the attachment leg 10b is in line with the connection plane 6a4 and the second attachment leg 10a is located outside the visible plane through the bridge parallel to the first attachment leg 10b.

Dit laat toe om het zichtvlak optimaal te gebruiken.This allows optimal use of the viewing area.

Een tweede oriëntatie 1s geïllustreerd in door doekprofiel 3b, waarbij het tweede bevestigingsbeen voor het zichtvlak van tegelelement 2b en 2c gesitueerd 1s.A second orientation 1s illustrated in by fabric profile 3b, wherein the second fixing leg for the visible face of tile element 2b and 2c is situated 1s.

Figuur 4 illustreert een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een modulaire lichtconstructie die aan een frameprofiel 17 verbonden is.Figure 4 illustrates a cross-section of an embodiment of a modular light construction connected to a frame profile 17 .

In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn twee chassis 4a, 4b van overeenstemmende tegelelementen aan hun respectievelijk grenzend verbindingsvlak 6al, 6b1 met elkaar verbonden.In the illustrated embodiment, two chassis 4a, 4b of corresponding tile elements are connected to each other at their respective adjacent connection planes 6a1, 6b1.

Hiertoe kan een verbindingsvlak 6al voorzien zijn van verbindingsmiddelen 16 die complementair zijn met verbindingsmiddelen aan een overeenstemmend verbindingsvlak 6b1van een grenzend tegelelement.To this end, a connecting surface 6a1 can be provided with connecting means 16 which are complementary to connecting means on a corresponding connecting surface 6b1 of an adjacent tile element.

De complementaire verbindingsmiddelen kunnen een mannelijk gedeelte en een vrouwelijk gedeelte van een blindpaneelverbindingsslot, ook wel een coffin lock genoemd, zijn.The complementary connecting means may be a male portion and a female portion of a blind panel connection lock, also referred to as a coffin lock.

Het mannelijke gedeelte wordt hierbij gevormd door bijvoorbeeld een haak16a.The male part is herein formed by, for example, a hook 16a.

De haak 16a is roteerbaar om een fulcrum 16c en grijpt een pen 16b in het vrouwelijke gedeelte aan.The hook 16a is rotatable about a fulcrum 16c and engages a pin 16b in the female portion.

De haak is roteerbaar door middel van bijvoorbeeld een inbussleutel.The hook is rotatable by means of, for example, an Allen key.

De complementaire verbindingsmiddelen laten een uiterst snelle en eenvoudige montage en demontage toe.The complementary connecting means allow an extremely fast and simple assembly and disassembly.

De vakman begrijpt dat andere uitvoeringen van de verbindingsmiddelen voorzien kunnen worden om de hierboven beschreven voordelen en effecten mee te behalen.Those skilled in the art understand that other embodiments of the connecting means can be envisioned to achieve the above-described advantages and effects.

Elk verbindingsvlak van een tegelelement is bij voorkeur voorzien van dergelijke complementaire verbindingsmiddelen om potentieel met een grenzend tegelelement verbonden te worden.Each connecting face of a tile element is preferably provided with such complementary connecting means to potentially be connected to an adjacent tile element.

Dit verhoogt de modulanteit en uitwisselbaarheid van de tegelelementen.This increases the modularity and interchangeability of the tile elements.

Volgens een alternatieve uitvoermgsvorm zijn slechts een deel van de verbindingsvlakken voorzien van de complementaire verbindingsvlakken. Een dergelijke alternatieve uitvoeringsvorm is commercieel aantrekkelijker doordat het tegelelement eenvoudiger te vervaardigen is.According to an alternative embodiment, only part of the connection surfaces are provided with the complementary connection surfaces. Such an alternative embodiment is commercially more attractive because the tile element is simpler to manufacture.

De voorzijde van de chassis 4a en 4b zijn voorzien van verlichtingsmodules 5a en 5b welke bij voorkeur elk ten minste één ledmodule omvatten. In een uitvoeringsvorm waarbij de ten minste één ledmodule zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uitstrekt sluiten grenzende perifere randen van de verlichtmesmodules zich bij voorkeur nauw met elkaar aan. Hierdoor wordt de visuele uniformiteit van het lichtvlak verbeterd.The front of the chassis 4a and 4b are provided with lighting modules 5a and 5b, which preferably each comprise at least one LED module. In an embodiment wherein the at least one LED module extends substantially over an entire surface of the front side, adjacent peripheral edges of the lighting knife modules preferably closely adjoin each other. This improves the visual uniformity of the light plane.

Ter plaatse van de verbindingsvlakken 642 en 6b2 van de respectievelijke chassis 4a en 4b zijn doekprofielen 3a en 3b verbonden.Cloth profiles 3a and 3b are connected at the location of the connecting surfaces 642 and 6b2 of the respective chassis 4a and 4b.

In de geïllustreerde uitvoermgsvorm is optioneel een uitsparing in de verbindmgszijde 6a2, 6b2 van het chassis 4a, 4b voorzien zodanig dat het koppelvlak van het doekprofiel 3a en de verbindmgszijde 6a2 gealigneerd kunnen zijn met elkaar. Met andere woorden, een nagenoeg volledig doorlopend verbindingsvlak wordt gevormd. Dit laat toe dat het verbindingsvlak 6a2 verbindbaar is met conventionele standenbouwelementen zoals een frameprofiel 17. Dit laat ook toe dat het doek tot heel dicht tegen het frameprofiel gemonteerd kan worden. Zo kunnen de modulaire lichtconstructies op visueel aantrekkelijke wijze geïntegreerd worden in beursstanden, welke een ontwerper een nagenoeg onemdig aantal ontwerpmogelijkheden biedt. In een dergelijke uitvoeringsvorm steekt de groef binnenwaarts naar het zichtvlak uit.In the illustrated embodiment, a recess is optionally provided in the connecting side 6a2, 6b2 of the chassis 4a, 4b such that the coupling face of the cloth profile 3a and the connecting side 6a2 can be aligned with each other. In other words, an almost completely continuous joint plane is formed. This allows the connecting surface 6a2 to be connected to conventional stand building elements such as a frame profile 17. This also allows the cloth to be mounted very close to the frame profile. For example, the modular light constructions can be integrated in a visually attractive manner in exhibition stands, which offers a designer an almost infinite number of design options. In such an embodiment, the groove projects inwardly towards the viewing plane.

Alternatief kan het doekprofiel 3b op gespiegelde wijze verbonden zijn. Zo kan de frontale zijde vergroot worden en wordt het doek 7 optimaal belicht.Alternatively, the cloth profile 3b can be connected in a mirrored manner. The frontal side can thus be enlarged and the canvas 7 is optimally exposed.

De bevestigingsbenen 10a, 10a’, 10b, 10b° zijn bij voorkeur gekoppeld aan hun respectievelijke koppelvlak zodanig dat het doek 7 monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarin het doek op een afstand X van de voorzijde monteerbaar is. De afstand X 1s bij voorkeur ten minste 10 mm, bij voorkeur ten minste 20 mm, verder bij voorkeur ten minste 30 mm. Wanneer het doek 7 op een nagenoeg loodrechte afstand van de voorzijde is gemonteerd zal de ten minste één verlichtingsmodule 5a, 5b van een tegelelement het doek 7 op uniforme wijze belichten. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie. Bij voorkeur is de loodrechte afstand nagenoeg gelijk over een nagenoeg geheel oppervlak van het lichtvlak.The attachment legs 10a, 10a', 10b, 10b° are preferably coupled to their respective coupling surface such that the fabric 7 can be mounted in a fabric attachment position in which the fabric can be mounted at a distance X from the front side. The distance X is preferably at least 10 mm, preferably at least 20 mm, further preferably at least 30 mm. When the cloth 7 is mounted at a substantially perpendicular distance from the front side, the at least one lighting module 5a, 5b of a tile element will illuminate the cloth 7 in a uniform manner. This increases the visual uniformity of the frontal side of the modular light construction. Preferably, the perpendicular distance is substantially equal over a substantially entire surface of the luminous plane.

Figuur 4 illustreert verder dat het doek dat bevestigbaar is aan de doekprofielen 3a, 3b voorzien is van een rand 13. De rand 13 kan gevormd zijn door een verdikking. De afmeting van de rand 13 komt nagenoeg overeen met de afstand tussen twee bevestigingsbenen van het doekbevestigingsprofiel.Figure 4 further illustrates that the cloth which can be attached to the cloth profiles 3a, 3b is provided with an edge 13. The edge 13 can be formed by a thickening. The dimension of the edge 13 substantially corresponds to the distance between two fastening legs of the cloth fastening profile.

Figuur 5 illustreert een perspectief zicht van een uitvoermgsvorm van een modulaire lichtconstructie die opgebouwd is uit meerder tegelelementen en meerdere doekprofielen. Figuur 5 toont een niet rechthoekige vorm van een modulaire lichtconstructie. De vakman begrijpt hieruit dat de modulaire lichtconstructie in een uiteenlopend en groot aantal vormen en afmetingen te realiseren is. Elk van de tegelelementen 2a, 2b, 2c, … heeft een chassis waarbij een voorzijde voorzien 1s van een verlichtingsmodule die vier ledmodules omvat. Voor de duidelijkheid zullen in figuur 5 de ledmodules met referentiecijfer 19 worden aangeduid. Een voordeel hiervan is dat bij een defect van een verlichtingsmodule slechts deel van de verlichtingsmodule vervangen of hersteld moet worden. Meer bepaald, die ledmodule die defect is dient vervangen of hersteld te worden.Figure 5 illustrates a perspective view of an embodiment of a modular light construction which is built up from several tile elements and several fabric profiles. Figure 5 shows a non-rectangular form of a modular light construction. The skilled person understands from this that the modular light construction can be realized in a diverse and large number of shapes and dimensions. Each of the tile elements 2a, 2b, 2c, ... has a chassis, a front 1s provided with a lighting module comprising four LED modules. For the sake of clarity, the LED modules will be designated with reference numeral 19 in figure 5 . An advantage of this is that in the event of a defect in a lighting module, only part of the lighting module has to be replaced or repaired. More specifically, that LED module that is defective must be replaced or repaired.

Figuur 5 illustreert verder dat de doekprofielen 3a, 3b … , 3h verschillende lengtes kunnen hebben. Zo bekleedt een doekprofiel 3a, 3c, 3f, 3g, 3h in een voorkeursuitvoeringsvorm nagenoeg een hele perifere randsegment van de modulaire lichtconstructie waaraan deze verbonden zijn. Dit laat toe om het doek op uniforme wijze voor het lichtvlak te monteren. Met andere woorden, doordat het doek over een gehele lengte van het perifere randsegment wordt geklemd in het doekprofiel is de kans dat een doek gaat kreuken en aldus een visuele verstoring veroorzaakt klemer. Optioneel kan een doekprofiel 3b, 3e slechts gedeeltelijk een perifere randsegment van de modulaire lichtconstructie bekleden of kunnen meerdere doekprofielen 3d’, 3d°’ eenzelfde perifere randsegment geheel of gedeeltelijk bekleden. Doekprofielen kunnen naargelang de lengte van de perifere rand op lengte gemaakt worden. Doordat de tegelelementen herbruikbaar zijn, kunnen de doekprofielen ook worden herbruikt, zelfs mdien deze op lengte gemaakt zijn geweest. Indien twee doekprofielen ter plaatste van een hoek van de modulaire lichtconstructie samenvallen, kunnen de overeenkomstige uiteindes in verstek gemaakt worden zodanig dat deze nagenoeg naadloos tegen elkaar geplaatst kunnen worden. In de uitvoeringsvorm zoals weergeven in de figuren kan een doekrand niet noodzakelijk doorlopen van cen eerste doekprofiel in een aangrenzend verder doekprofiel. De figuren illustreren echter slechts schematische locaties van doekprofielen aan perifere randen van één of meerdere tegelelementen. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat uitvoeringsvormen waarin een = doekrand van het ene doekprofiel doorloopt in een ander doekprofiel ook maakbaar zijn, bijvoorbeeld door de doekprofielen in verstek met elkaar te laten aansluiten.Figure 5 further illustrates that the cloth profiles 3a, 3b ... , 3h can have different lengths. Thus, in a preferred embodiment, a fabric profile 3a, 3c, 3f, 3g, 3h covers substantially an entire peripheral edge segment of the modular light construction to which they are connected. This makes it possible to mount the fabric in front of the light plane in a uniform manner. In other words, because the cloth is clamped in the cloth profile over an entire length of the peripheral edge segment, the chance that a cloth will wrinkle and thus cause a visual disturbance is clamped. Optionally, a fabric profile 3b, 3e can only partially cover a peripheral edge segment of the modular light construction or several fabric profiles 3d', 3d°' can cover the same peripheral edge segment wholly or partly. Fabric profiles can be cut to length depending on the length of the peripheral edge. Because the tile elements are reusable, the fabric profiles can also be reused, even if they have been cut to length. If two fabric profiles coincide at a corner of the modular light construction, the corresponding ends can be mitered such that they can be placed almost seamlessly against each other. In the embodiment as shown in the figures, a cloth edge cannot necessarily continue from a first cloth profile into an adjacent further cloth profile. However, the figures only illustrate schematic locations of fabric profiles on peripheral edges of one or more tile elements. However, it will be clear to the skilled person that embodiments in which a fabric edge from one fabric profile continues into another fabric profile can also be made, for instance by having the fabric profiles join each other in miter.

Volgens cen uitvoeringsvorm heeft elk tegelelement verder een stuurmodule (niet getoond) voor het aansturen van de ledmodule. De verschillende stuurmodules (control module) van de tegelelementen kunnen in de modulaire lichtconstructie gekoppeld zijn met een centrale processor die elke stuurmodule voorziet van individuele stuursignalen om een vooraf bepaalde visuele voorstelling over verschillende verlichtingsmodules in de modulaire constructie weer te geven. Door elk tegelelement te voorzien van een stuurmodule, wordt de modulariteit verhoogd. De stuurmodules worden aangestuurd door een centrale processor om een visuele voorstelling op het doek te wijzigen, in het voorbeeld van figuur 5 een bliksemschicht dynamisch te verlichten. Dit laat toe om op relatief eenvoudige wijze een statische weergave op het doek dynamisch te belichten. In het voorbeeld van figuur 5 kan meer bepaald een groep leds van een ledmodule van tegelelementen 2d, 2e aangestuurd worden om slechts een deel van het doek te verlichten, bijvoorbeeld om een bliksemschicht dat geprint is op het doek sporadisch te verlichten waardoor de indruk gecreëerd wordt dat een storm woedt op het doek.According to an embodiment, each tile element further has a control module (not shown) for controlling the LED module. The different control modules of the tile elements may be coupled in the modular light structure to a central processor which provides each control module with individual control signals to display a predetermined visual representation about different lighting modules in the modular structure. By providing each tile element with a control module, modularity is increased. The control modules are controlled by a central processor to modify a visual representation on the canvas, in the example of figure 5 to dynamically illuminate a lightning bolt. This makes it possible to dynamically illuminate a static representation on the canvas in a relatively simple manner. In the example of figure 5, in particular, a group of LEDs of a LED module of tile elements 2d, 2e can be controlled to illuminate only part of the canvas, for example to sporadically illuminate a lightning bolt printed on the canvas, creating the impression that a storm rages on the canvas.

Hoewel figuur 5 slechts gedeeltelijk het doek 7 illustreert zal het duidelijk zijn voor de vakman dat een afmeting en vorm van het doek gerelateerd is aan een afmeting en vorm van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie.Although figure 5 only partially illustrates the fabric 7, it will be apparent to those skilled in the art that a size and shape of the fabric is related to a size and shape of the frontal side of the modular light construction.

Figuren 6A, 6B, 6C illustreren een dwarsdoorsnede van doekprofielen volgens alternatieve uitvoermgsvormen. Een frontale zijde van de modulaire lichtconstructie, die gevormd wordt door een chassis van een tegelelement, wordt aangeduid door de pijl A. Het chassis heeft ter plaatse van zijn perifere rand een verbindingsvlak 6. Het verbindingsvlak 6 strekt zich onder een hoek van nagenoeg 90° uit ten opzicht van de voorzijde van het chassis. Het chassis heeft verder een frontale zijde 20 die evenwijdige 1s met de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie. Het chassis heeft verder ook een dorsale zijde 21 die tegenover de frontale zijde 20 ligt. Figuren 6A, 6B en 6C illustreren in het bijzonder dat volgens alternatieve uitvoeringsvormen het koppelvlak 8 van de doekprofielen op de frontale zijde, de dorsale zijde of het verbindingsvlak 6 of een combinatie daarvan verbindbaar is. Figuur 6A illustreert een doekprofiel dat ter plaatse van de perifere rand van een chassis 4 aan het verbindingsvlak 6 is verbonden. Hierbij is het koppelvlak 8 verbonden met het verbindmgsvlak 6 via een bevestigmgsmiddel 22. Een uitvoeringsvorm hiervan is uitvoerig besproken met betrekking tot figuur 1 waarbij het doekprofiel in de eerste oriëntatie is verbonden met het verbindingsvlak 6 zodanig dat tweede bevestigingsbeen voor het chassis 4 en/of de verlichtmgsmodule is gepositioneerd. Figuur 6A illustreert in het bijzonder dat het doekprofiel in de tweede oriëntatie via het koppelvlak 8 verbonden is met het verbindingsvlak 6. In de tweede oriëntatie steekt het tweede bevestigingsbeen 10a naar buiten uit. Dit laat toe om het grafische oppervlak van het zichtvlak te maximaliseren.Figures 6A, 6B, 6C illustrate a cross-section of fabric profiles according to alternative embodiments. A front side of the modular light construction, which is formed by a chassis of a tile element, is indicated by the arrow A. At the location of its peripheral edge, the chassis has a connecting surface 6. The connecting surface 6 extends at an angle of approximately 90°. from the front of the chassis. The chassis further has a frontal side 20 which is parallel to the frontal side of the modular light construction. The chassis further also has a dorsal side 21 which is opposite the frontal side 20 . Figures 6A, 6B and 6C illustrate in particular that according to alternative embodiments the coupling surface 8 of the cloth profiles can be connected on the frontal side, the dorsal side or the connecting surface 6 or a combination thereof. Figure 6A illustrates a cloth profile which is connected to the connecting surface 6 at the peripheral edge of a chassis 4 . The coupling surface 8 is herein connected to the connecting surface 6 via a fastening means 22. An embodiment thereof has been discussed in detail with regard to figure 1, wherein the cloth profile is connected in the first orientation to the connecting surface 6 such that the second fastening leg for the chassis 4 and/or the lighting module is positioned. Figure 6A illustrates in particular that in the second orientation the cloth profile is connected via the coupling surface 8 to the connecting surface 6. In the second orientation the second fastening leg 10a projects outwards. This allows to maximize the graphical surface of the viewing plane.

Zoals geillustreerd in figuur 4 kan het koppelvlak in een uitsparing geplaatst zijn om met het chassis 4 verbonden te worden. Hierdoor kan, wanneer het doekprofiel in de eerste oriëntatie m de uitsparing geplaatst is, het chassis 4 op eenvoudige wijze met een verder standprofiel verbonden worden. Een nadeel hiervan is echter dat wanneer een chassis aan een grenzend chassis verbonden is de uitsparmgen samenvallen en het zichtvlak onderbreken.As illustrated in figure 4, the coupling surface can be placed in a recess to be connected to the chassis 4. As a result, when the cloth profile is placed in the first orientation m the recess, the chassis 4 can be connected in a simple manner to a further stand profile. A drawback of this, however, is that when a chassis is connected to an adjacent chassis, the projections coincide and interrupt the viewing plane.

Dit probleem wordt opgelost door de uitvoeringsvormen geillustreerd in figuur 6B en 6C. Figuur 6B illustreert een voorkeursuitvoermgsvorm van een doekprofiel dat ter plaatse van de perifere rand van het chassis 4 aan de frontale zijde 20 1s verbonden. In dergelijke uitvoermgsvorm zijn de bevestigmgsbenen 104, 10b loodrecht op het koppelvlak 8 aangebracht. Hoewel de verlichtingsmodule niet getoond is op figuren 6A, 6B en 6B zal het duidelijk zijn voor de vakman dat om het koppelvlak aan de frontale zijde te verbinden, doorvoeropeningen in de verlichtingsmodule moeten worden voorzien die overeenkomen met de bevestigingsopeningen in het chassis. Deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft het voordeel dat een monteur op eenvoudige wijze steeds de doekprofielen kan aanbrengen. De monteur kan bijvoorbeeld eerst het lichtvlak van de modulaire lichtconstructie opbouwen en dat vervolgens integreren in een verdere beursstand om pas uiteindelijk de doekprofielen te monteren. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor de modulaire lichtconstructie op eenvoudige wijze integreerbaar is en efficiënter m opbouw is.This problem is solved by the embodiments illustrated in Figures 6B and 6C. Figure 6B illustrates a preferred embodiment of a cloth profile which is connected at the frontal side 20 1s at the peripheral edge of the chassis 4 . In such an embodiment, the fixing legs 104, 10b are arranged perpendicular to the coupling surface 8. Although the lighting module is not shown in figures 6A, 6B and 6B, it will be apparent to those skilled in the art that in order to connect the interface on the front side, passage openings must be provided in the lighting module that correspond to the mounting openings in the chassis. This preferred embodiment has the advantage that a fitter can always fit the cloth profiles in a simple manner. For example, the fitter can first build up the light surface of the modular light construction and then integrate it into a further exhibition stand in order to finally mount the fabric profiles. It will be clear that as a result the modular light construction can be integrated in a simple manner and that the structure is more efficient.

Figuur 6C illustreert nog een verdere uitvoeringsvorm van een doekprofiel. Figuur 6C illustreert in het bijzonder dat het doekprofiel aan een dorsale zijde van het chassis verbindbaar is. Hiertoe is het koppelvlak 8 als een U-beugel vormgegeven die het verbindmgsvlak 6 omgeeft. Het aanslagvlak van het koppelvlak 8 zal hierdoor grenzen aan de dorsale zijde 21 van het chassis. De bevestigingsbenen 10a, 10b zijn gelijkaardig aan de uitvoermgsvormen hierboven.Figure 6C illustrates yet a further embodiment of a cloth profile. Figure 6C illustrates in particular that the cloth profile is connectable to a dorsal side of the chassis. To this end, the coupling surface 8 is designed as a U-bracket which surrounds the connecting surface 6. The stop surface of the coupling surface 8 will hereby adjoin the dorsal side 21 of the chassis. The mounting legs 10a, 10b are similar to the above embodiments.

Figuur 7A illustreert een uitvoeringsvorm van een doekprofiel 3 welke aan de dorsale zijde 21 van het chassis 4 is verbonden. Het doekprofiel 3 1s optioneel, bijkomend met de verbmdingszijde verbonden via het verbindingsmiddel 22. Figuur 7A illustreert in het bijzonder dat een altematieve uitvoeringsvorm van het doekbevestigmmgsmiddel 9. In de geïllustreerde alternatieve uitvoeringsvorm strekt het doekprofiel zich nagenoeg evenwijdig met het verbindingsvlak 6 in de richting van de frontale zijde uit. Het doekbevestigingsmiddel 9 1s aan een uitemde van het doekprofiel voorzien. Het doekbevestigingsmiddel wordt in de geïllustreerde uitvoeringsvorm gevormd door twee bevestigingsbenen die zich nagenoeg loodrecht op het verbindingsvlak naar binnen toe uitstrekken. De bevestigingsbenen bevinden zich zoals hierboven uitvoerig besproken bij voorkeur op een afstand van elkaar zodanig dat deze een groef begrenzen. Met andere woorden, een opening van de groef is, mn plaats van naar een frontale zijde gericht te zijn, naar binnen toe gericht.Figure 7A illustrates an embodiment of a cloth profile 3 which is connected to the dorsal side 21 of the chassis 4. The fabric profile 31 is optional, additionally connected to the joining side via the connecting means 22. Figure 7A in particular illustrates that an alternative embodiment of the fabric fastening means 9. In the illustrated alternative embodiment, the fabric profile extends substantially parallel to the connecting plane 6 in the direction of the frontal side. The cloth fastening means 9 is provided at one end of the cloth profile. In the illustrated embodiment, the cloth fastening means is formed by two fastening legs which extend inwardly substantially perpendicular to the connection plane. As discussed in detail above, the mounting legs are preferably spaced from each other such that they define a groove. In other words, an opening of the groove, rather than facing a frontal side, is directed inward.

Figuur 7B illustreert een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van het doekbevestingsmiddelFigure 7B illustrates a further alternative embodiment of the fabric fastener

9. In het bijzonder is een klem geillustreerd waarvan de klemarmen roteerbaar zijn ten opzichte van elkaar om een rand 13 van het doek 7 aan te grijpen. De klem kan in meerdere richtingen georiënteerd worden.9. In particular, a clamp is illustrated, the clamping arms of which are rotatable relative to each other to engage an edge 13 of the cloth 7 . The clamp can be oriented in multiple directions.

Figuur 7C illustreert nog een verdere alternatieve uitvoeringsvorm waarbij het doekprofiel 3 een haaks profiel is waarbij het doek 7 via een verder bevestigingsmiddel 23 aan het haaks profiel is bevestigd. Het verdere bevestigmgsmiddelen 23 kan bijvoorbeeld een haak zijn die aan het haaks profiel is bevestigd, die een lus in het doek aangrijpt. Het doek 7 kan bijvoorbeeld ook voorzien zijn van een rekker die over de haak gespannen kan worden.Figure 7C illustrates yet a further alternative embodiment in which the cloth profile 3 is a right-angle profile, wherein the cloth 7 is attached to the right-angle profile via a further fastening means 23. The further fastening means 23 can for instance be a hook which is fastened to the right-angle profile and which engages a loop in the cloth. The cloth 7 can for instance also be provided with a stretcher which can be stretched over the hook.

Figuur 7D illustreert nog een verdere uitvoeringsvorm waarbij een doekbevestigingsgroef 24 in het chassis 4 is voorzien. De doekbevestigingsgroef kan in de dorsale zijde voorzien zijn. Alternatief kan de doekbevestigingsgroef ook in het verbindingsvlak voorzien zijn. Omdat het chassis van een doekbevestigingsgroef is voorzien kan het doekprofiel vereenvoudigd worden. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan het doekprofiel 3 mgericht zijn om het doek op een afstand voor het zichtvlak te houden. Het doek 7 moet in een dergelijke uitvoeringsvorm zich langs het doekprofiel uitstrekken om als afstandhouder te fungeren.Figure 7D illustrates yet a further embodiment in which a cloth fastening groove 24 is provided in the chassis 4 . The cloth attachment groove may be provided in the dorsal side. Alternatively, the cloth fastening groove can also be provided in the connecting surface. Because the chassis is provided with a cloth fastening groove, the cloth profile can be simplified. In such an embodiment, the cloth profile can be oriented to keep the cloth at a distance in front of the visible plane. In such an embodiment, the cloth 7 must extend along the cloth profile in order to function as a spacer.

Figuur 7E illustreert een uitvoeringsvorm waarbij het doek een doorschijnende plaat omvat. Om de plaat voor het zichtvlak te monteren is het doekprofiel voorzien van een aanslagvlak dat zich voor het zichtvlak en evenwijdig daarmee uitstrekt. De plaat kan dan aan het aanslagvlak gemonteerd worden via een bevestigmgsmiddel zoals een schroef.Figure 7E illustrates an embodiment wherein the cloth comprises a translucent sheet. In order to mount the plate in front of the visible surface, the cloth profile is provided with a stop surface which extends in front of the visible surface and parallel thereto. The plate can then be mounted to the stop face via a fastener such as a screw.

Figuren 8A, 8B, 8C, 8D illustreren een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm waarbij twee tegelelementen 2a, 2b, op alternatieve wijze, aan elkaar verbindbaar zijn. In de uitvoermgsvorm geillustreerd in figuren 8A, 8B, 8C en 8D is de perifere rand van de tegelelementen 2a, 2b afgeschuind, hierdoor wordt een tweede verbindingsvlak 26a, 26b gevormd waarmee de tegelelementen 2a, 2b onder een hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van elkaar worden verbonden.Figures 8A, 8B, 8C, 8D illustrate a cross-section of an embodiment in which two tile elements 2a, 2b can be connected to each other in an alternative manner. In the embodiment illustrated in Figures 8A, 8B, 8C and 8D, the peripheral edge of the tile elements 2a, 2b is chamfered, thereby forming a second connecting face 26a, 26b with which the tile elements 2a, 2b are at an angle of approximately 90° to be connected to each other.

In de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 8A omvatten de tegelelementen 2a, 2b respectievelijk randelementen 25a, 25b. De randelementen 25a, 25b zijn ter plaatste van de afgeschumde perifere randen van het chassis 4a, 4b van de tegelelementen 2a, 2b verbindbaar en vormen aldus elk een eerste verbindingsvlak 6a, 6b. Hierdoor zijn de tegelelementen 2a, 2b in elkaars verlengde verbindbaar, zoals in figuren 1, 2, 4 en 5 is geïllustreerd. Dit laat toe dat, wanneer de tegelelementen 2a, 2b met hun eerste verbindingsvlakken 64, 6b aan elkaar verbonden zijn, de tegelelementen 2a, 2b nauw met elkaar aansluiten.In the illustrated embodiment of Fig. 8A, the tile elements 2a, 2b comprise edge elements 25a, 25b, respectively. The edge elements 25a, 25b can be connected at the location of the chamfered peripheral edges of the chassis 4a, 4b of the tile elements 2a, 2b and thus each form a first connecting surface 6a, 6b. As a result, the tile elements 2a, 2b can be connected in line with each other, as illustrated in figures 1, 2, 4 and 5. This allows, when the tile elements 2a, 2b are connected to each other with their first connecting surfaces 64, 6b, that the tile elements 2a, 2b fit closely together.

Figuren 8B, 8C, 8D illustreren verder de uitvoeringsvorm van figuur 8A, waarbij de tegelelementen 2a, 2b ter plaatse van de tweede verbindingsvlakken 26a, 26b met elkaar verbonden zijn. Hiertoe zijn de randlichamen 12a, 12b van de respectievelijke tegelelementen 2a, 2b, geïllustreerd in figuur 8A, verwijderd en dus niet getoond.Figures 8B, 8C, 8D further illustrate the embodiment of figure 8A, wherein the tile elements 2a, 2b are connected to each other at the location of the second connecting surfaces 26a, 26b. To this end, the edge bodies 12a, 12b of the respective tile elements 2a, 2b, illustrated in Fig. 8A, have been removed and thus not shown.

In figuren 8B, 8C, 8D strekt een doekprofiel 3 zich gealigneerd met de tweede verbindingsvlakken 26a, 26b uitwaarts uit. In de uitvoeringsvormen van figuren 8B, 8C is een doek 7 monteerbaar in het doekbevestigingsmiddel 9.In figures 8B, 8C, 8D a cloth profile 3 extends outwardly aligned with the second connecting surfaces 26a, 26b. In the embodiments of figures 8B, 8C a cloth 7 can be mounted in the cloth fastening means 9.

Het doekbevestigingsmiddel 9 kan meerdere groeven omvatten die elke voorzien zijn om een rand van een doek te klemmen. Aldus kunnen doeken zich over een hoek van de modulaire lichtconstructie uitstrekken. Dit laat toe om een 2D modulaire lichtconstructies te vormen waarvan de twee frontale zijdes nagenoeg 90° ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn.The cloth fastening means 9 may comprise a plurality of grooves, each provided for clamping an edge of a cloth. Cloths can thus extend over a corner of the modular light construction. This makes it possible to form a 2D modular light construction of which the two frontal sides are oriented almost 90° with respect to each other.

Het doekbevestigmgsmiddel kan, zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 8C, voorzien zijn één groef die gevormd wordt door twee bevestigmgsbenen die een rand van het doek klemmen. In een dergelijke uitvoeringsvorm loopt een doek 7 integraal over de hoek van de modulaire lichtconstructie waardoor de visuele uniformiteit daarvan verbetert. Hierdoor wordt de indruk gewekt van één continu doorlopende frontale zijde die zich uitstrekt over de hoek van de 2D modulaire lichtconstructie. Door het doek ter plaatste van het doekbevestigingsmiddel te klemmen wordt de structurele mtegriteit van de modulaire lichtconstructie verder verbeterd.The fabric fastener may, as in the embodiment of Figure 8C, have one groove formed by two fastener legs clamping an edge of the fabric. In such an embodiment, a cloth 7 runs integrally over the corner of the modular light construction, improving its visual uniformity. This creates the impression of one continuous frontal side extending over the corner of the 2D modular light construction. By clamping the cloth at the location of the cloth fastener, the structural integrity of the modular light construction is further improved.

In nog een verdere uitvoeringsvorm geïllustreerd m figuur 8D fungeert het doekprofiel als afstandshouder. Hiertoe moet het doek 7 in een dergelijke uitvoeringsvorm zich over het doekprofiel uitstrekken. Een dergelijke uitvoeringsvorm is eenvoudiger op te bouwen.In yet a further embodiment illustrated in figure 8D, the cloth profile functions as a spacer. To this end, the cloth 7 must extend over the cloth profile in such an embodiment. Such an embodiment is simpler to build.

Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat op deze wijze niet alleen een 2D modulaire lichtconstructie gevormd kan worden maar dat ook cen 3D modulaire lichtconstructie gevormd kan worden met behulp van een derde tegelelement (niet getoond). Het derde tegelelement vormt zowel met het eerste tegelelement 2a als met het tweede tegelelement 2b een hoek van nagenoeg 90°. Het zal duidelijk zijn dat, in het geval dat een derde tegelelement (niet getoond) aangebracht wordt, dit tegelelement nauw aansluit aan respectievelijk beide aangrenzende tegelelementen. Aldus kan een 3D modulaire lichtconstructie gevormd worden. De vakman begrijpt dat in een dergelijke uitvoeringsvorm de mdruk gewekt wordt dat één continue doorlopende frontale zijde zich uitstrekt over de twee hoeken van de 3D modulaire lichtconstructie.It will be clear to those skilled in the art that not only can a 2D modular light construction be formed in this way, but also a 3D modular light construction can be formed using a third tile element (not shown). The third tile element forms an angle of substantially 90° with both the first tile element 2a and the second tile element 2b. It will be clear that, in the event that a third tile element (not shown) is fitted, this tile element closely adjoins both adjacent tile elements, respectively. Thus, a 3D modular light structure can be formed. Those skilled in the art understand that in such an embodiment the pressure is created that one continuous continuous frontal side extends over the two corners of the 3D modular light structure.

Elk chassis is ter plaatse van zijn dorsale zijde of achterzijde bij voorkeur voorzien van bevestigmgsgaten. Deze bevestigmesgaten kunnen gebruikt worden voor montage van een retourkader. Alternatief kunnen deze bevestigmgsgaten gebruikt worden voor montage van een afwerkingsplaat of afschermplaat. verder bij voorkeur is elk chassis ter plaatse van zijn dorsale zijde of achterzijde bij voorkeur voorzien van een groef voor montage van een doek ter afschermmg van de achterkant van het chassis. Dit laat toe om een doek of plaat te voorzien aan de achterkant van de modulaire lichtconstructie.Each chassis is preferably provided with mounting holes at its dorsal side or rear. These mounting knife holes can be used for mounting a return frame. Alternatively, these mounting holes can be used for mounting a finishing plate or shielding plate. further preferably, at the location of its dorsal side or rear, each chassis is preferably provided with a groove for mounting a cloth for shielding the rear of the chassis. This makes it possible to provide a cloth or plate at the back of the modular light construction.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.Based on the description above, those skilled in the art will appreciate that the invention can be practiced in different ways and on the basis of different principles. In addition, the invention is not limited to the embodiments described above. The embodiments described above, as well as the figures, are merely illustrative and serve only to enhance the understanding of the invention. The invention will therefore not be limited to the embodiments described herein, but is defined in the claims.

Claims

Conclusions

1. Set (1) of at least one tile element (2) and at least one fabric profile (3) for building up a modular light construction, a frontal side of which comprises a light surface, wherein each tile element (2) comprises a chassis (4) that has a front side provided with a lighting module (5), each front side being provided to form a segment in the light plane in the modular light construction and wherein each chassis (4) has a plurality of connection surfaces (6) at its peripheral edge, wherein each connecting surface (6) is connectable to a connecting surface of an adjacent tile element, and wherein the at least one cloth profile (3) is connectable at the location of connecting surfaces (6) from the plurality of connecting surfaces bounding the frontal side such that a cloth (7 ) can be mounted in front of the light surface.

Set (1) according to claim 1, wherein the at least one cloth profile comprises a coupling surface (8) and a cloth fastening means (9), wherein the coupling surface (8) is designed to be connected at the location of a connecting surface (6) and wherein the cloth fastening means (9) is coupled to the coupling surface such that the cloth can be mounted in a cloth fastening position in which the cloth can be mounted at a distance (X) from the front side.

Set (1) according to the preceding claim, wherein the fabric fastener (9), viewed in cross-section, comprises two fastening legs (10a, 10b) extending substantially parallel and spaced from each other such that the two fastening legs (104, 10b) ) delimit a groove in which an edge (13) of the cloth (7) can be fastened.

Set (1) according to the preceding claim, wherein one of the two fixing legs (10a, 10b) is in line and is integrally formed with the coupling surface (8).

Set (1) according to any one of claims 3-4, wherein a surface (12) of at least one fixing leg defining the groove is provided with an anti-slip structure.

Set (1) according to claim 2, wherein the cloth fastening blade means (9) comprises a clamp.

Set (1) according to any one of the preceding claims, wherein the at least one cloth profile is provided to cover substantially the entire length of a peripheral edge of the frontal side when the at least one cloth profile is attached.

Set (1) according to any one of the preceding claims and claim 2, wherein the distance (X) is at least 10 mm, preferably at least 20 mm, further preferably at least 30 mm.

Set (1) according to any one of the preceding claims, wherein each connecting face has connecting means (16) which are complementary to connecting means on an adjacent tile element such that each connecting face is connectable to a corresponding connecting face of an adjacent tile element.

A set according to any one of the preceding claims, wherein the lighting module comprises at least one LED module (19).

11. Set according to the preceding claim, wherein the at least one LED module extends substantially over an entire surface of the front side.

Set according to any one of claims 10-11, wherein a dot-pitch of the LED module is preferably greater than 5.00 mm, more preferably greater than 8.00 mm, most preferably greater than 12.00 mm.

13. Set according to any one of claims 10-12, wherein a dot-pitch of the LED module is preferably smaller than 50 mm, more preferably smaller than 40 mm, most preferably smaller than 30 mm.

14. Set according to any one of claims 10-13, wherein each tile element further comprises a control module for controlling the LED module.

15. Set as claimed in any of the foregoing claims, further comprising a cloth that can be attached to the at least one cloth profile, wherein a size and shape of the cloth is related to a size and shape of the frontal side.