BE1027703B1 - Wisselinrichting voor een hangtransporteur - Google Patents

Wisselinrichting voor een hangtransporteur Download PDF

Info

Publication number
BE1027703B1
BE1027703B1 BE20195731A BE201905731A BE1027703B1 BE 1027703 B1 BE1027703 B1 BE 1027703B1 BE 20195731 A BE20195731 A BE 20195731A BE 201905731 A BE201905731 A BE 201905731A BE 1027703 B1 BE1027703 B1 BE 1027703B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
rail
intermediate piece
switching device
elements
paths
Prior art date
Application number
BE20195731A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027703A1 (nl
Inventor
Geert Landuyt
Original Assignee
Giesla Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Giesla Bv filed Critical Giesla Bv
Priority to BE20195731A priority Critical patent/BE1027703B1/nl
Priority to EP20202944.3A priority patent/EP3812509A1/en
Publication of BE1027703A1 publication Critical patent/BE1027703A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027703B1 publication Critical patent/BE1027703B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B25/00Tracks for special kinds of railways
    • E01B25/22Tracks for railways with the vehicle suspended from rigid supporting rails
    • E01B25/26Switches; Crossings

Abstract

Wisselinrichting (1) voor een hangtransporteur, omvattende railsegmenten (2a, 2b), een tussenstuk (3) met een opening (5) en verbindingsgleuven (4), ophangelementen (6) voor het verbinden van de railsegmenten (2a, 2b) met het tussenstuk (3), waarbij de ophangelementen (6) bevestigingsmiddelen (7) omvatten die aanbrengbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven (4) ter verbinding van de ophangelementen (6) met het tussenstuk (3) en waarbij de ophangelementen (6) voorzien zijn zich uit te strekken doorheen de genoemde opening (5), waarbij de verbindingsgleuven (4) zich uitstrekken volgens een eerste richting die in gebruik opgericht is en waarbij deze verbindingsgleuven (4) uitmonden aan één kant zodat de bevestigingsmiddelen (7) volgens de eerste richting aanbrengbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven (4).

Description

WISSELINRICHTING VOOR EEN HANGTRANSPORTEUR Deze uitvinding betreft een wisselinrichting voor een hangtransporteur, waarbij deze hangtransporteur omvat meerdere railpaden waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is en houdelementen voor het ophangen van deze railpaden, waarbij elk railpad gevormd is door twee rails die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn, waarbij de wisselinrichting aansluitbaar is op drie of meerdere railpaden voor het vormen van een wissel tussen deze railpaden en waarbij de wisselinrichting omvat e drie of meerdere railsegmenten, e een tussenstuk omvattende een basis die een binnenruimte omhult en omvattende verbindingsgleuven die zijn opgesteld in de binnenruimte, waarbij de basis bovenaan een opening omvat zodat de binnenruimte minstens bereikbaar is via deze opening, e ophangelementen voor het zo verbinden van de drie of meerdere railsegmenten met het tussenstuk, dat de drie of meerdere railsegmenten het tussenstuk omhullen en zo samen met het tussenstuk drie of meerdere paden vormen waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is, waarbij de ophangelementen bevestigingsmiddelen omvatten die aanbrengbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven ter verbinding van de ophangelementen met het tussenstuk en waarbij de ophangelementen voorzien zijn zich uit te strekken doorheen de genoemde opening van de basis wanneer het tussenstuk verbonden is met de drie of meerdere railsegmenten.
Deze uitvinding betreft eveneens een hangtransporteur omvattende meerdere railpaden waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is en houdelementen voor het ophangen van deze railpaden, waarbij elk railpad twee rails omvat die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn en waarbij de hangtransporteur één of meerdere wisselinrichtingen omvat voor het vormen van wissels tussen deze railpaden.
Hangtransporteurs omvattende meerdere railpaden waarlangs lastdragende elementen verplaatsbaar zijn en omvattende houdelementen voor het ophangen van deze railpaden, waarbij elk railpad twee rails omvat die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn, worden veelvuldig gebruikt voor het verplaatsen van vlees, zoals runderkarkassen. Zo worden deze hangtransporteurs gebruikt in slachthuizen, beenhouwerijen, enz. Deze hangtransporteurs kunnen echter ook gebruikt worden in andere industrieën, zoals bijvoorbeeld spuiterijen, wasserijen, enz.
Dergelijke hangtransporteurs worden ook aangeduid met de termen birail transportinrichting of dubbele rail transportinrichting. Met behulp van de houdelementen worden de rails bevestigd aan een plafond of dergelijke, en dit in de gewenste positie. Om een lastdragend element te kunnen verplaatsen tussen verschillende railpaden, omvatten deze hangtransporteurs wisselinrichtingen waarmee men kan wisselen tussen de verschillende railpaden.
Een dergelijke bestaande wisselinrichting wordt weergegeven in GB 2147863. Deze wisselinrichting omvat een tussenstuk en railsegmenten, waarbij dit tussenstuk en de railsegmenten met behulp van ophangelementen met elkaar verbindbaar zijn, positioneerbaar zijn ten opzichte van elkaar en ophangbaar zijn aan bijvoorbeeld een plafond. Dit tussenstuk wordt vaak aangeduid met de term ‘stoel’. Wanneer het tussenstuk en de railsegmenten met elkaar verbonden zijn, omvat de wisselinrichting paden, die dan aansluitbaar zijn op railpaden, zodat men met behulp van deze wisselinrichting een lastdragend element kan verplaatsen van het ene railpad naar een ander gewenst railpad. Het probleem bij deze bestaande wisselinrichting, is dat de montage van de wisselinrichting ter plekke, omslachtig is. Zo omvatten bij de wisselinrichting omschreven in GB 2147863, de ophangelementen bouten die aangebracht worden doorheen opgerichte doorgangen van het tussenstuk. Het vraagt veel tijd en enige kundigheid om deze wisselinrichting te gaan monteren. Hier moet men ook gaan voorzien in aparte ophangelementen om het tussenstuk aan de railsegmenten te kunnen bevestigen. Er bestaan ook reeds wisselinrichtingen waarbij het tussenstuk en de railsegmenten aan elkaar bevestigbaar zijn met ophangelementen die identiek zijn aan de houdelementen van de railpaden.
Het tussenstuk wordt hier dan gevormd door stukken van rails aan elkaar te bevestigen en dit door deze stukken bijvoorbeeld aan elkaar te lassen.
Door te werken met rails om het tussenstuk te vormen, kan men ervoor zorgen dat men gebruik kan maken van ophangelementen die nagenoeg identiek zijn aan de houdelementen voor de railpaden.
De rails van het tussenstuk omvatten hier groeven die zich uitstrekken volgens de langsrichting, waarbij de ophangelementen dan voorzien zijn van bouten die aanbrengbaar zijn in deze groeven.
Het vraagt echter enige kundigheid om de ophangelementen te verbinden met dit tussenstuk, gezien meerdere ophangelementen moeten verbonden worden met het tussenstuk en het moeilijk is om alle bouten van de ophangelementen op een goede en sneller manier in hun respectievelijke groeven aan te brengen en te bevestigen.
Een bijkomend nadeel is dat door het aan elkaar lassen van de onderdelen van het tussenstuk, er hinderlijke lasnaden aanwezig zijn, die de verplaatsing van het lastdragend element ter hoogte van de wisselinrichting kunnen hinderen.
Het monteren van de wisselinrichtingen is vaak hetgeen wat het meest tijd in beslag neemt tijdens de montage van een hangtransporteur.
Wanneer een wisselinrichting of delen van een wisselinrichting dienen vervangen te worden, neemt dit ook veel tijd in beslag.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om een wisselinrichting te vervaardigen die eenvoudiger te installeren is.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in wisselinrichting zoals weergegeven in de eerste paragraaf van deze beschrijving waarbij de verbindingsgleuven zich uitstrekken volgens een eerste richting die in gebruik opgericht is en waarbij deze verbindingsgleuven uitmonden aan één kant zodat de bevestigingsmiddelen volgens de eerste richting aanbrengbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven.
De railpaden van een hangtransporteur strekken zich in gebruik bijvoorbeeld nagenoeg horizontaal uit of strekken zich alleszins uit in een vlak die een hoek van minder dan 60° maakt met een horizontaal vlak.
De eerste richting is een opgerichte richting in gebruik en strekt zich dus van onderaan naar bovenaan uit.
Zo is de eerste richting bijvoorbeeld nagenoeg de verticale richting of maakt deze eerste richting in gebruik een hoek van minder dan 60° maakt met een horizontaal vlak.
Dit betekent dat men hier eenvoudig het tussenstuk kan gaan verbinden met de ophangelementen en dit door de ophangelementen en/of het tussenstuk volgens de eerste richting te bewegen.
De genoemde opening die zich bovenaan uitstrekt, verzekert dat men de ophangelementen eenvoudig doorheen het tussenstuk kan gaan aanbrengen om zo eenvoudig het tussenstuk met een respectievelijk ophangelement te verbinden.
Hier kan men eenvoudig het tussenstuk aanbrengen tussen de railsegmenten en dit volgens nagenoeg de eerste richting en dan ook volgens deze eerste richting het tussenstuk met de ophangelementen verbinden.
Men kan hier dan met slechts één beweging het tussenstuk gewenst positioneren ten opzichte van de ophangelementen en railsegmenten en dit op een wijze dat alle bevestigingsmiddelen tezamen de gewenste positie innemen in de verbindingsgleuven.
Het installeren van de wisselinrichting kan hierdoor zeer snel plaatsvinden en is ook weinig omslachtig.
Zo kan deze wisselinrichting tweemaal zo snel of zelfs driemaal zo snel worden geïnstalleerd, dan de bestaande wisselinrichtingen Men kan hier bijvoorbeeld tegelijkertijd de bevestigingsmiddelen gaan inbrengen in de respectievelijke verbindingsgleuven van het tussenstuk en/of het tussenstuk schuiven op de bevestigingsmiddelen en dit volgens de eerste richting.
Bij voorkeur omvatten de bevestigingsmiddelen bouten en omvatten de ophangelementen corresponderende moeren.
Het is eenvoudig om met behulp van verbindingsgleuven, bouten en moeren, de ophangelementen te verbinden met het tussenstuk en de respectievelijke railsegmenten.
Wanneer er gebruik wordt gemaakt van bouten en moeren is de vormgeving van de verbindingsgleuven bij voorkeur zodanig dat de kop van een bout aanbrengbaar is in de genoemde verbindingsgleuf via de eerste richting, maar zich niet uit de verbindingsgleuf kan begeven volgens een vlak loodrecht op deze eerste richting.
Het ophangelement is dan bij voorkeur voorzien van een bouthoudend onderdeel met een respectievelijke opening of uitsparing waardoorheen de bout zich kan uitstrekken zodat men dan met behulp van een moer het ophangelement kan gaan verbinden met het tussenstuk.
De ophangelementen kunnen echter ook voorzien zijn van één of meerdere uitstekende delen die de bevestigingsmiddelen vormen, waarbij deze uitstekende delen dan schuifbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm maken, in gebruik, de paden van de 5 wisselinrichting een hoek van hoogstens 60°, bij voorkeur hoogstens 45°, met een horizontaal vlak. Nog meer bij voorkeur zijn de paden voorzien om zich in gebruik nagenoeg horizontaal uit te strekken. Bij voorkeur strekken de paden van de wisselinrichting in gebruik zich uit in éénzelfde vlak en strekt de eerste richting zich nagenoeg loodrecht uit op dit vlak. De verbindingsgleuven monden bij voorkeur onderaan uit in gebruik. Men kan dan eenvoudig het tussenstuk naar beneden verplaatsen om het tussenstuk te verbinden met de ophangelementen.
Verder bij voorkeur monden de verbindingsgleuven slechts onderaan uit en zijn de verbindingsgleuven bovenaan begrensd. Op deze manier kan het tussenstuk in gebruik steunen op de ophangelementen. Het tussenstuk wordt zo goed ter plekke gehouden, wat de stabiliteit van de wisselinrichting ten goede komt. Wanneer de bevestigingsmiddelen bijvoorbeeld bouten en moeren omvatten, is de vormgeving van de basis en de ophangelementen bij voorkeur zodanig dat het tussenstuk steunt op de bouten en/of steunt op andere onderdelen van de ophangelementen. Verder, nog meer bij voorkeur omvat de basis een bovendeel die de genoemde opening omvat en zijn de verbindingsgleuven bovenaan begrensd door het bovendeel. De wisselinrichting is hier enorm stabiel. Verder nog meer voorkeurdragend is het bovendeel een plaatvormige bovenwand die centraal de genoemde opening omvat en omvat de basis opgerichte zijwanden die aansluiten op de bovenwand, waarbij de zijwanden en de bovenwand samen de genoemde binnenruimte begrenzen en waarbij het tussenstuk ter hoogte van de naar binnen gerichte oppervlakken van de zijwanden uitstekende elementen omvat die samen met de zijwanden de genoemde verbindingsgleuven vormen. Nog meer bij voorkeur bevinden de verbindingsgleuven zich op een afstand van de opening gezien volgens een vlak loodrecht op de eerste richting. In deze uitvoeringsvorm kan het bovendeel dan goed gaan steunen op de ophangelementen in gebruik, waardoor een zeer stabiel geheel wordt verkregen en de wisselinrichting geen negatieve invloed heeft op de stabiliteit van de hangtransporteur. De uitstekende delen kunnen bijvoorbeeld een L-vormige en/of een T-vormige doorsnede hebben en dit ter vorming van verbindingsgleuven waarin een kop van een bout schuifbaar is volgens de eerste richting. Het aantal zijwanden komt bij voorkeur overeen met het aantal railsegmenten, waarbij de railsegmenten zich dan elk uitstrekken tegenover een respectievelijke zijwand, zodat elk pad van de wisselinrichting zich uitstrekt tussen een railsegment een zijwand. Wanneer het tussenstuk één of meerdere paren van genoemde verbindingsgleuven omvat, waarbij elk paar voorzien is om verbonden te worden met een ophangelement, dan omvatten de uitstekende elementen voor elk paar bijvoorbeeld een T-vormig uitsteeksel dat zich centraal uitstrekt en twee uiterste L-vormige uitsteeksels die gericht zijn naar het T-vormig uitsteeksel, zodanig dat dan twee T-vormige gleuven aanwezig zijn per genoemd paar van verbindingsgleuven.
Ook verder bij voorkeur omvat de basis onderaan een opening waardoorheen de verbindingsgleuven volgens de eerste richting bereikbaar zijn. De verbindingsgleuven zijn hier dan eenvoudig van langsonder bereikbaar, waardoor deze wisselinrichting zeer snel kan worden geïnstalleerd. De genoemde zijwanden kunnen deze opening vormen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat elk railsegment een groef die zich uitstrekt volgens de langsrichting van het railsegment, waarbij deze groef een verbindingsgleuf vormt van het railsegment waarin een genoemd ophangelement kan aangrijpen ter bevestiging van het ophangelement aan het railsegment.
Verbindingselementen zoals bouten kan men eenvoudig aanbrengen in een dergelijke groef. Gezien de rails van een hangtransporteur vaak ook dergelijke groeven omvatten,
kan men hier dan voorzien in ophangelementen die gelijkaardig zijn aan de houdelementen, waardoor de installatie en opbouw van een hangtransporteur zeer eenvoudig is. Zo moet men dan slechts voorzien in één type van dergelijk element voor de hangtransporteur dat dan zowel dienst kan doet als een genoemd houdelement of als een genoemd ophangelement. Bij voorkeur komt de doorsnede van een railsegment nagenoeg overeen met de doorsnede van een rail van de hangtransporteur. Hier kan men dan voorzien in ophangelementen die gelijkaardig zijn aan de houdelementen.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het tussenstuk één of meerdere paren van twee genoemde verbindingsgleuven, waarbij elk paar voorzien is om verbonden te worden met één ophangelement. Op deze manier kan men het tussenstuk stevig gaan verankeren met de ophangelementen om zo een extra stabiel geheel te verkrijgen. Zo kunnen de ophangelementen dan voorzien zijn van twee bouten die aanbrengbaar zijn in een genoemd paar van verbindingsgleuven. Verder bij voorkeur omvatten de ophangelementen een houddeel dat voorzien is zich uit te strekken doorheen de genoemde opening in gebruik, waarbij dit houddeel twee bevestigingsmiddelen omvat, zijnde twee bouten, en een bouthoudend onderdeel waardoorheen de bouten voorzien zijn zich uit te strekken volgens een richting die zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op de eerste richting. Hier kan men eenvoudig het tussenstuk en/of de ophangelementen volgens de eerste richting gaan bewegen om de bouten aan te brengen in de respectievelijke verbindingsgleuven. Het bouthoudend onderdeel kan bijvoorbeeld twee uitsparingen omvatten die in gebruik bereikbaar zijn volgens een richting die zich bevindt in een vlak loodrecht op de eerste richting en waarin genoemde bouten respectievelijke aanbrengbaar zijn volgens deze richting. Zo kan dit bouthoudend onderdeel een plaatvormig element zijn waarin de uitsparingen zijn aangebracht zodat de bevestigingsonderdelen zich dan doorheen dit bouthoudend onderdeel uitstrekken ter hoogte van de uitsparingen.
Een genoemd ophangelement omvat verder bij voorkeur twee genoemde houddelen waarbij het ene houddeel dan voorzien is om verbonden te worden met het tussenstuk en het andere houddeel dan voorzien is om verbonden te worden met een respectievelijk railsegment of vice versa. Nog verder bij voorkeur vormen de houddelen van de ophangelementen nagenoeg elkaars spiegelbeeld. De ophangelementen kunnen hier symmetrisch zijn, waardoor het zeer eenvoudig is om de ophangelementen te verbinden met de railsegmenten en het tussenstuk. In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het tussenstuk als één geheel gevormd en dit bij voorkeur via die-casting. Het tussenstuk heeft hier dan geen naden of dergelijke, waardoor een lastdragend element zich goed kan verplaatsen ter hoogte van de wisselinrichting. Het tussenstuk, gezien het als één geheel gevormd is, draagt hier ook bij tot de stabiliteit van de wisselinrichting.
De wisselinrichting is in een specifieke uitvoeringsvorm voorzien om dienst te doen als wissel voor drie railpaden en de wisselinrichting omvat hiervoor drie railsegmenten. Het tussenstuk, wanneer het tussenstuk genoemde bovenwand en zijwanden omvat, omvat hier dan drie zijwanden, waarbij elke zijwand in gebruik zich uitstrekt tegenover een railsegment.
Bij voorkeur omvat de wisselinrichting verbindingselementen voor het verbinden van de wisselinrichting met railpaden van een hangtransporteur. Nog meer bij voorkeur zijn de verbindingselementen en de ophangelementen nagenoeg identiek uitgevoerd. Dit is bijvoorbeeld mogelijk bij een uitvoeringsvorm waarbij de ophangelementen elk voorzien zijn van 2 paar van twee bouten, zijnde 2 bouten die verbindbaar zijn met de verbindingsgleuven van het tussenstuk en twee bouten die verbindbaar zijn met de groef van een genoemd railsegment. Dergelijke ophangelementen zijn dan ook bruikbaar om de wisselinrichting aan te sluiten op railpaden, gezien men hier bij elk paar van twee bouten, de ene bout kan bevestigen aan de rail van een railpad en de andere bout kan gaan bevestigen aan het railsegment.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de wisselinrichting één of meerdere flipelementen, die voorzien zijn om verplaatsbaar verbonden te zijn het tussenstuk voor het vastleggen van het te volgen pad van de wisselinrichting.
Het doel van de uitvinding wordt ook bereikt door te voorzien in een hangtransporteur omvattende meerdere railpaden waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is en houdelementen voor het ophangen van deze railpaden, waarbij elk railpad twee rails omvat die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn en waarbij de hangtransporteur één of meerdere wisselinrichtingen omvat voor het vormen van wissels tussen deze railpaden, waarbij de wisselinrichtingen, wisselinrichtingen zijn zoals hierboven weergegeven. Bij voorkeur zijn de houdelementen en de ophangelementen nagenoeg identiek uitgevoerd.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een wisselinrichting en een hangtransporteur volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij -figuur 1 een onderaanzicht is van een wisselinrichting volgens de uitvinding; -figuur 2 een perspectiefvoorstelling is van de wisselinrichting weergegeven in figuur 1, waarbij één verbindingselement niet is weergegeven; -figuur 3 een detailweergave is van figuur 1, ter hoogte van één ophangelement; -figuur 4 een bovenaanzicht is van het tussenstuk van de wisselinrichting weergegeven in figuur 1;
-figuur 5 een onderaanzicht is van het tussenstuk weergegeven in figuur 4. De wisselinrichting (1) weergegeven in de figuren is voorzien om dienst te doen als wissel in een hangtransporteur.
Deze hangtransporteur omvat meerdere railpaden waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is en houdelementen voor het ophangen van deze railpaden aan een plafond of dergelijke.
Elk railpad omvat twee rails die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn.
De wisselinrichting (1) wordt gebruikt als wissel voor drie railpaden en is hiervoor aansluitbaar op deze drie railpaden.
Met behulp van deze wisselinrichting (1) kan voor een lastdragend element dat zich op één railpad bevindt, gekozen worden naar welke van de twee andere railpaden het lastdragend element wordt voortbewogen.
De wisselinrichting (1) omvat drie railsegmenten (2a, 2b), zijnde twee gebogen railsegmenten (2a) en één recht railsegment (2b). De wisselinrichting (1) omvat ook een tussenstuk (3) dat apart is weergegeven in de figuren 4 en 5. Verder omvat de wisselinrichting (1) vier ophangelementen (6) voor het zo verbinden van de drie railsegmenten (24, 2b) met het tussenstuk (3), dat de drie railsegmenten (2a, 2b) het tussenstuk (3) omhullen en zo samen met het tussenstuk (3) drie paden (8a, 8b, 8c) vormen waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is.
Deze drie paden (8a, 8b, 8c) strekken zich uit in één vlak.
De wisselinrichting (1) omvat ook nog drie verbindingselementen (13) die identiek zijn aan de ophangelementen (6), waarbij deze verbindingselementen (13) gebruikt worden om de wisselinrichting (1) te bevestigen aan drie railpaden.
Als laatste omvat de wisselinrichting (1) nog drie flipelementen (14) die voorzien zijn om roteerbaar verbonden te zijn met het tussenstuk (3) volgens assen die zich loodrecht uitstrekken op het vlak waarin de paden (8a, 8b, 8c) zich uitstrekken, zodat door de keuze van de positie van de flipelementen (14), er gekozen kan worden naar welk railpad het lastdragend element wordt voortbewogen.
Het tussenstuk (3) omvat een basis die opgebouwd is uit een bovenwand (9), die een bovenoppervlak omvat dat zich uitstrekt volgens een vlak dat voorzien is om in gebruik zich nagenoeg horizontaal uit te strekken of alleszins een hoek kleiner dan 45° te vormen met een horizontaal vlak. Dit laatstgenoemde vlak strekt zich evenwijdig uit aan het vlak waarin de paden (8a, 8b, 8c) zich uitstrekken. De bovenwand (9) omvat centraal een opening (5) en verder omvat de basis drie zijwanden (10) die zo aansluiten op de bovenwand (9) dat de basis een binnenruimte omhult. In deze binnenruimte en dit ter hoogte van de naar binnengerichte oppervlakken van de zijwanden (10), zijn er groepen van uitstekende elementen (114, 11b) opgesteld, die elk samen twee verbindingsgleuven (4) vormen met de basis. Zo zijn er 4 paren (40) van twee verbindingsgleuven (4) aanwezig. Elke groep uitstekende elementen (114, 11b) omvat centraal een T-vormig uitstekend element (11a) en twee uiterste L-vormige uitstekende elementen (11b) zodat elk groep uitstekende elementen (114, 11b), samen met de zijwanden (10), twee T-vormige verbindingsgleuven (4) vormen. Deze verbindingsgleuven (4) strekken zich uit volgens een eerste richting die zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op het vlak waarin het bovenoppervlak van de bovenwand (9) zich uitstrekt. Onderaan monden deze verbindingsgleuven (4) uit en bovenaan zijn ze begrensd door de bovenwand (9). De verbindingsgleuven (4) bevinden zich verder op een afstand van de opening (5) gezien volgens het laatstgenoemde vlak en zijn via de onderzijde van het tussenstuk (3) bereikbaar, gezien de onderzijde een opening omvat die gevormd wordt door de zijwanden (10).
Elk ophangelement (6) omvat twee houddelen waarvan het ene voorzien is om verbonden te worden met een railsegment (2a, 2b) en het ander voorzien is om verbonden te worden met het tussenstuk (3) of vice versa. Elk houddeel omvat hiervoor een plaatvormig bouthoudend onderdeel (12) met twee uitsparingen, twee bouten (7), waarbij de bouten (7) aanbrengbaar zijn volgens een tweede richting, die in gebruik zich loodrecht uitstrekt op de eerste richting, in de respectievelijke uitsparingen en moeren (15). De bouten (7) strekken zich in gebruik uit doorheen het bouthoudend onderdeel (12) volgens de tweede richting. Dit is goed zichtbaar in figuur 3, waarbij er voor de duidelijkheid slechts één bout (7) per houddeel is weergegeven. In gebruik strekt het houddeel dat verbonden is met het tussenstuk (3) zich uit doorheen de opening (5) en ter verbinding zijn de bouten (7) volgens de eerste richting aangebracht in hun respectievelijke verbindingsgleuven (4). De vormgeving van de verbindingsgleuven (4) is zodanig dat de kop van een genoemde bout (7) aanbrengbaar is in de respectievelijke verbindingsgleuf (4) volgens de eerste richting, maar de bout (7) zich niet kan verwijderen uit de verbindingsgleuf (4) volgens een richting die zich uitstrekt in een vlak die zich loodrecht uitstrekt op de eerste richting, eens de kop is aangebracht in de respectievelijke verbindingsgleuf (4). Met behulp van moeren (15) en de genoemde bouten (7) worden de ophangelementen (6) dan op een vaste positie verbonden met het tussenstuk (3).
De railsegmenten (2a, 2b) omvatten groeven die zich uitstrekken volgens hun langsrichting, waarbij deze groeven dienst doen als verbindingsgleuven. De bouten (7) van de respectievelijke houddelen zijn hier dan volgens de genoemde langsrichtingen aanbrengbaar in deze groeven ter verbinding van de ophangelementen (6) met de railsegmenten (24, 2b).

Claims (17)

CONCLUSIES
1. Wisselinrichting (1) voor een hangtransporteur, waarbij deze hangtransporteur omvat meerdere railpaden waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar 1s en houdelementen voor het ophangen van deze railpaden, waarbij elk railpad gevormd is door twee rails die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn, waarbij de wisselinrichting (1) aansluitbaar is op drie of meerdere railpaden voor het vormen van een wissel tussen deze railpaden en waarbij de wisselinrichting (1) omvat e drie of meerdere railsegmenten (24, 2b), e een tussenstuk (3) omvattende een basis die een binnenruimte omhult en omvattende verbindingsgleuven (4) die zijn opgesteld in de binnenruimte, waarbij de basis bovenaan een opening (5) omvat zodat de binnenruimte minstens bereikbaar is via deze opening (5), e ophangelementen (6) voor het zo verbinden van de drie of meerdere railsegmenten (2a, 2b) met het tussenstuk (3), dat de drie of meerdere railsegmenten (24, 2b) het tussenstuk (3) omhullen en zo samen met het tussenstuk (3) drie of meerdere paden (8a, 8b, 8c) vormen waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is, waarbij de ophangelementen (6) bevestigingsmiddelen (7) omvatten die aanbrengbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven (4) ter verbinding van de ophangelementen (6) met het tussenstuk (3) en waarbij de ophangelementen (6) voorzien zijn zich uit te strekken doorheen de genoemde opening (5) van de basis wanneer het tussenstuk (3) verbonden is met de drie of meerdere railsegmenten (2a, 2b), met het kenmerk dat de verbindingsgleuven (4) zich uitstrekken volgens een eerste richting die in gebruik opgericht is en waarbij deze verbindingsgleuven (4) uitmonden aan één kant zodat de bevestigingsmiddelen (7) volgens de eerste richting aanbrengbaar zijn in de respectievelijke verbindingsgleuven (4).
2. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde paden (8a, 8b, 8c) van de wisselinrichting (1) in gebruik zich uitstrekken in éénzelfde vlak en de eerste richting zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op dit vlak.
3. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de verbindingsgleuven (4) in gebruik onderaan uitmonden.
4. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de basis een bovendeel (9) omvat die de genoemde opening (5) omvat en dat de verbindingsgleuven (4) van het tussenstuk (3) bovenaan begrensd zijn door het bovendeel (9).
5. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het bovendeel (9) een plaatvormig bovenwand (9) is die centraal de genoemde opening (5) omvat en dat de basis opgerichte zijwanden (10) omvat die aansluiten op de bovenwand (9), waarbij de zijwanden (10) en de bovenwand (9) samen de genoemde binnenruimte begrenzen en waarbij het tussenstuk (3) ter hoogte van de naar binnen gerichte oppervlakken van de zijwanden (10) uitstekende elementen (114, 11b) omvat die samen met de zijwanden (10) de genoemde verbindingsgleuven (4) vormen.
6. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de verbindingsgleuven (4) zich op een afstand van de opening (5) bevinden gezien volgens een vlak loodrecht op de eerste richting.
7. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de basis onderaan een opening omvat waardoorheen de verbindingsgleuven (4) volgens de eerste richting bereikbaar zijn.
8. Wisselinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tussenstuk (3) één of meerdere paren (40) van twee genoemde verbindingsgleuven (4) omvat, waarbij elk paar (40) voorzien is om verbonden te worden met één ophangelement (6).
9. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de ophangelementen (6) een houddeel omvatten dat voorzien is zich uit te strekken doorheen de genoemde opening (5) in gebruik, waarbij dit houddeel twee bevestigingsmiddelen (7) omvat, zijnde twee bouten (7), en een bouthoudend onderdeel (12) waardoorheen de bouten (7) voorzien zijn zich uit te strekken volgens een richting die zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op de eerste richting.
10. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat een genoemd ophangelement (6) twee genoemde houddelen omvat waarbij het ene houddeel dan voorzien is om verbonden te worden met het tussenstuk (3) en het andere houddeel dan voorzien is om verbonden te worden met een respectievelijk railsegment (2a, 2b) of vice versa.
11. Wisselinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tussenstuk (3) als één geheel gevormd is en bij voorkeur via die-casting gevormd is.
12. Wisselinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de wisselinrichting (1) voorzien is om dienst te doen als wissel voor drie railpaden en de wissel hiervoor slechts drie railsegmenten (2a, 2b) omvat.
13. Wisselinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de wisselinrichting (1) verbindingselementen (13) omvat voor het verbinden van de wisselinrichting (1) met railpaden van een hangtransporteur.
14. Wisselinrichting (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de verbindingselementen (13) en de ophangelementen (6) nagenoeg identiek zijn uitgevoerd.
15. Wisselinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de wisselinrichting (1) één of meerdere flipelementen (14) omvat, die voorzien zijn om verplaatsbaar verbonden te zijn het tussenstuk (3) voor het vastleggen van het te volgen pad (8a, 8b, 8c) van de wisselinrichting (1).
16. Hangtransporteur omvattende meerdere railpaden waarlangs een lastdragend element verplaatsbaar is en houdelementen voor het ophangen van deze railpaden, waarbij elk railpad twee rails omvat die met behulp van genoemde houdelementen op een afstand van elkaar gepositioneerd en opgehangen zijn en waarbij de hangtransporteur één of meerdere wisselinrichtingen (1) omvat voor het vormen van wissels tussen deze railpaden, met het kenmerk dat de wisselinrichtingen (1), wisselinrichtingen (1) zijn volgens één of meerdere van de conclusies 1 tot 15.
17. Hangtransporteur volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de houdelementen en de ophangelementen (6) nagenoeg identiek zijn uitgevoerd.
BE20195731A 2019-10-22 2019-10-22 Wisselinrichting voor een hangtransporteur BE1027703B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195731A BE1027703B1 (nl) 2019-10-22 2019-10-22 Wisselinrichting voor een hangtransporteur
EP20202944.3A EP3812509A1 (en) 2019-10-22 2020-10-21 Switch device for an overhead conveyor

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195731A BE1027703B1 (nl) 2019-10-22 2019-10-22 Wisselinrichting voor een hangtransporteur

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027703A1 BE1027703A1 (nl) 2021-05-18
BE1027703B1 true BE1027703B1 (nl) 2021-05-25

Family

ID=68502780

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195731A BE1027703B1 (nl) 2019-10-22 2019-10-22 Wisselinrichting voor een hangtransporteur

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3812509A1 (nl)
BE (1) BE1027703B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2126554A5 (en) * 1971-02-10 1972-10-06 Luchaire Sa Overhead rail transporting installation - with carrier trolleys for abattoirs
FR2144090A5 (nl) * 1971-06-30 1973-02-09 Sucmanu
GB2147863A (en) * 1983-10-06 1985-05-22 Couedic Madore Sarl Birail conveyor support arrangement

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2126554A5 (en) * 1971-02-10 1972-10-06 Luchaire Sa Overhead rail transporting installation - with carrier trolleys for abattoirs
FR2144090A5 (nl) * 1971-06-30 1973-02-09 Sucmanu
GB2147863A (en) * 1983-10-06 1985-05-22 Couedic Madore Sarl Birail conveyor support arrangement

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027703A1 (nl) 2021-05-18
EP3812509A1 (en) 2021-04-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20190053642A1 (en) Shelving system
US9655445B2 (en) Table benching apparatus and methods of using the same
US6089387A (en) Display equipment
US7568436B2 (en) Adjustable multi-component conical corner structure for shelving
US20070119805A1 (en) Overhead storage systems
EP3292800B1 (en) A bar section for a portable modular bar
US10083848B2 (en) Article storage rack and article storage facility including same
EP0576642A1 (en) GUIDE DEVICE FOR SIDE PANELS OF CONTROL CABINETS.
BE1027703B1 (nl) Wisselinrichting voor een hangtransporteur
US10327542B2 (en) Frame structure for a table
US6669037B1 (en) Modular display rack system
FI85095C (fi) Hylla.
US20140346130A1 (en) Storage rack divider kit and apparatus
US3997139A (en) Knockdown aquarium stand
US20130112685A1 (en) Crate
NL1019340C2 (nl) Geleider voor heen en weer beweegbare planken.
KR101747315B1 (ko) 조립식 다단 상품진열대
JP3644645B2 (ja) パンタグラフを多列に設けた伸縮カバー
RU162239U1 (ru) Металлический каркас для складирования продукции
BE1026764B1 (nl) Klemelement en montageset voor het bevestigen van een verwarmingselement aan een wand of dergelijke en verwarmingselement voorzien van zo een montageset
RU2224672C1 (ru) Подвесное монорельсовое транспортное устройство
JPH0613132Y2 (ja) 荷役用ラック
JP2017023520A (ja) 物品収納用構造およびこの構造を備えたキャビネット
NL1025592C2 (nl) Drager voor een plank in een modulair samenstelbaar bergmeubel.
NL2009965A (nl) Verbindingsmodule voor kantoormeubels.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210525

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221031