BE1027084B1 - Eenheid voor het regelen van datacommunicatie - Google Patents

Eenheid voor het regelen van datacommunicatie Download PDF

Info

Publication number
BE1027084B1
BE1027084B1 BE20195127A BE201905127A BE1027084B1 BE 1027084 B1 BE1027084 B1 BE 1027084B1 BE 20195127 A BE20195127 A BE 20195127A BE 201905127 A BE201905127 A BE 201905127A BE 1027084 B1 BE1027084 B1 BE 1027084B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
communication
data
communication unit
devices
communication port
Prior art date
Application number
BE20195127A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027084A1 (nl
Inventor
Roel Apers
Wouter Moors
Roel Velkeneers
Original Assignee
Constell8
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Constell8 filed Critical Constell8
Priority to BE20195127A priority Critical patent/BE1027084B1/nl
Priority to US17/432,837 priority patent/US20220141050A1/en
Priority to PCT/EP2020/054939 priority patent/WO2020173958A1/en
Priority to EP20705995.7A priority patent/EP3932018B1/en
Priority to CN202080023829.7A priority patent/CN113632423B/zh
Publication of BE1027084A1 publication Critical patent/BE1027084A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027084B1 publication Critical patent/BE1027084B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/28Data switching networks characterised by path configuration, e.g. LAN [Local Area Networks] or WAN [Wide Area Networks]
    • H04L12/40Bus networks
    • H04L12/40006Architecture of a communication node
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/28Data switching networks characterised by path configuration, e.g. LAN [Local Area Networks] or WAN [Wide Area Networks]
    • H04L12/46Interconnection of networks
    • H04L12/4604LAN interconnection over a backbone network, e.g. Internet, Frame Relay
    • H04L12/462LAN interconnection over a bridge based backbone
    • H04L12/4625Single bridge functionality, e.g. connection of two networks over a single bridge
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L5/00Arrangements affording multiple use of the transmission path
    • H04L5/14Two-way operation using the same type of signal, i.e. duplex

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Small-Scale Networks (AREA)

Abstract

Een communicatie-eenheid (700) voor het regelen van de datacommunicatie met een aansturingseenheid (300) van een toestel (100) in een entertainment installatie, omvattende: - een eerste communicatiepoort (704) en een tweede communicatiepoort (703), elk aangepast voor het connecteren van de communicatie- eenheid (700) met een dataverbinding (705) aangepast voor full duplex communicatie; - een switch component (701) aangepast om data uit te wisselen met de aansturingseenheid (300), via full duplex communicatie; - een bypass component (702) aangepast om de communicatie-eenheid (700) te schakelen tussen een eerste toestand en een tweede toestand, zodanig dat in de eerste toestand de eerste communicatiepoort (704) en de tweede communicatiepoort (703) aan genoemde switch component (701) zijn geconnecteerd, en in de tweede toestand de eerste communicatiepoort (704) aan de tweede communicatiepoort (703) is geconnecteerd.

Description

-1- EENHEID VOOR HET REGELEN VAN DATACOMMUNICATIE areas Technisch Gebied
[01] De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op het regelen van de datacommunicatie met toestellen in een entertainment installatie, die aangestuurd worden op basis van data die zij ontvangen. De uitvinding levert in het bijzonder een oplossing die een redundante aansturing voorziet, een eenvoudige setup en configuratie toelaat, en een eenvoudige monitoring tijdens de werking van de installatie mogelijk maakt. Achtergrond van de Uitvinding
[02] In entertanment toepassingen zoals festivals, concerten, en toneelvoorstellingen wordt gebruik gemaakt van professionele installaties om toestellen, zoals bijvoorbeeld spots en/of luidsprekers, te regelen. Hierbij wordt via een centrale licht- of geluidstafel ingesteld hoe de toestellen zich dienen te gedragen en wordt deze sturingsdata via een netwerk van communicatiekabels naar de verschillende lampen of luidsprekers verstuurd. Vaak gaat het om erg omvangrijke installaties, met honderden aangesloten toestellen. Gebruikers van dergelijke professionele installaties worden geconfronteerd met het probleem dat voor elk nieuw event of voorstelling er een andere installatie wordt opgesteld, waarbij telkens een nieuwe setup en configuratie van het communicatienetwerk vereist is. Dit vergt vele instellingen, gezien de omvang van de installatie. Eens de entertainment installatie in werking is worden gebruikers geconfronteerd met het optreden van problemen in het dataverkeer, veroorzaakt door onderbrekingen in de stroomtoevoer of defecte verbindingen, waardoor de aansturing van de toestellen wordt verstoord. Tenslotte is het, gezien het grote aantal aangesloten toestellen, niet eenvoudig om te detecteren of en waar er een fout is opgetreden. Bijgevolg is er een algemene nood aan oplossingen die een betrouwbaar dataverkeer toelaten, en door de gebruiker eenvoudig te configureren en te bedienen zijn.
-2-
[03] Gekend is de klassieke DMX-oplossing, waarbij voor het communicereh 99197 van data gebruik gemaakt wordt van het protocol DMX512 (Digital MultipleXed). Ondanks het feit dat dit protocol reeds 32 jaar oud is, wordt het vandaag nog steeds vaak toegepast in de professionele AV-markt. DMX gebruikt de RS485- standaard als interface, welke enkel half-duplex communicatie toelaat. Fig. 1 toont een opstelling van een dergelijke DMX-oplossing, waarbij lampen 100 worden aangestuurd vanuit een centrale tafel 102. Gezien DMX door de standaard beperkt is tot 512 kanalen volstaat dit niet om alle aangesloten toestellen met één DMX sturing aan te sluiten indien de som van de benodigde kanalen door die toestellen groter is dan 512. Daarom wordt er gebruik gemaakt van zogenaamde DMX-universums 101, zijnde parallelle lijnen DMX die gelijktijdig gebruikt worden, zie Fig. 1.
[04] Dergelijke klassieke DMX-oplossing brengt een aantal beperkingen met zich mee. Vooreerst dient de gebruiker tijdens het aansluiten van de toestellen reeds rekening te houden met de limitatie van 512 kanalen per universum en indien nodig een nieuw universum starten. Zo kunnen er in één setup meerdere toestellen hetzelfde startadres hebben omdat ze op een ander universum zijn aangesloten. Heel deze beperking van 512 kanalen en het gebruiken van verschillende universums om dit op te lossen zorgt voor een grote complexiteit tijdens het voorbereiden, aansluiten en instellen van de installatie. Omdat het complex en inefficiënt is om voor al deze universums fysieke draden te leggen tot aan de sturing, bestaan er tevens oplossingen zoals geïllustreerd in Fig. 2, waarbij het DMX-512 signaal over Ethernet wordt getransporteerd tussen de tafel 102 en een Ethernet-DMX convertor 200. Hierbij worden meerdere DMX- universums over één kabel getransporteerd. Alle universums worden sequentieel verzonden, zodat elk universum ‘om de beurt’ aan bod komt. Bij elke hop in het netwerk ontstaat er vertraging door het verwerken van het pakket in die hop. Dit heet residence time. Bij meerdere hops in het netwerk zal de residence time zich vermenigvuldigen met het aantal hops en ontstaat er geaccumuleerde residence time, wat een synchronisatieprobleem tussen de eerste en de laatste hop in het netwerk veroorzaakt.
-3- BE2019/5127
[05] Naast de complexe setup die gepaard gaat met een klassieke DMX- oplossing, veroorzaakt door de beperking tot 512 kanalen, is tevens de configuratie van dergelijke oplossing omslachtig. Hierbij moet de gebruiker of technicus eerst aan ‘patching’ doen vooraleer hij de aangesloten toestellen kan bedienen. ‘Patching’ is de term die gebruikt wordt om het proces te definiëren waarin de virtuele beschrijving van de set-up in de echte wereld gebeurt aan de hand van DMX-adressen en de zogeheten universums. De aangesloten toestellen laten zich bedienen door in het DMX-universum waarop ze fysiek aangesloten zijn te luisteren naar een ingesteld startadres. Dit startadres moet per toestel worden ingesteld en kenbaar gemaakt worden aan de controller. Afhankelijk van de ingestelde opties of instellingen kan het aantal gebruikte kanalen veranderlijk zijn per toestel, ook al zijn ze van hetzelfde type. Dit maakt dat er problemen kunnen optreden waarbij het ene toestel onbedoeld reageert op sturing die voor een ander toestel bedoeld is, omwille van de overlap in de range waarin ze luisteren naar het DMX-signaal. In de meeste lichtsturingen worden toestellen tijdens het patchen een uniek ID toebedeeld dat achterliggend verbonden is met een bepaald startadres op een bepaald universum. Meestal wordt hiervoor gebruik gemaakt van een zogeheten fixture file. Dit bestand representeert de mogelijkheden van het aan te sturen toestel. Deze fixture file, verschillend per type toestel, moet op voorhand worden ingeladen in de sturing. In een offline context waarin de meeste sturingen zich bevinden, bemoeilijkt dit het proces van patchen.
[06] Een andere beperking van de klassieke DMX-oplossing situeert zich op vlak van betrouwbaarheid of redundantie. Bij de klassieke DMX-oplossing worden alle aangesloten toestellen in een DMX-universum met elkaar verbonden door middel van daisy chaining. Met daisy chaining wordt bedoeld dat de aangesloten toestellen aan elkaar zijn doorgelinkt van het ene naar het andere. Binnenin het toestel zijn de ingang en uitgang van het signaal rechtstreeks met elkaar verbonden. Alle toestellen ontvangen dus dezelfde sturing maar luisteren enkel naar de kanalen vanaf het ingestelde startadres. Dit heeft als voordeel dat wanneer een of meerdere toestellen in het midden van de ketting te kampen hebben met een stroomonderbreking, de toestellen
-4- BE2019/5127 die verderop de ketting aangesloten zijn hun signaal correct blijven ontvangen. Hun correcte aansturing wordt met andere woorden niet beïnvloed door de eerder aangesloten toestellen, en voor het geval van een stroomonderbreking voorziet daisy chaining in een redundante aansturing van de toestellen. Echter, inhet geval van een defecte kabel of een ander probleem, andere dan de eerder vermelde stroomonderbreking, zullen de toestellen die zich ‘na’ het probleem op de lijn bevinden, geen of een foutief signaal ontvangen. Gezien alle toestellen achtereenvolgens op de DMX-lijn zijn aangesloten, bestaat er geen mogelijkheid om de aangesloten toestellen te bereiken langs een alternatieve route. Bijgevolg voorziet de klassieke DMX-oplossing geen volledig redundante aansturing, gezien bij problemen als een defecte kabel het dataverkeer niet kan gegarandeerd worden.
[07] Een laatste beperking bij de klassieke DMX-oplossing ontstaat ten gevolge van het gebruik van de RS-485 standaard als interface, welke half- duplex is. Dit betekent dat zenden en ontvangen gebeurt over dezelfde signaalliinen maar nooit tegelijkertijd. Deze beperking zorgt ervoor dat er een extra protocol nodig is om tweerichtingscommunicatie te voorzien. Daarom is er sinds enkele jaren het RDM Protocol dat als uitbreiding op DMX geïmplementeerd kan worden om de ontvangers de mogelijkheid te bieden om “terug” te communiceren. Dit gebeurt door middel van een vraag/antwoord systeem. De lichtsturing zal een vraag stellen aan één van de ontvangers (toestellen), waarop de sturing zich in ontvanger-modus zal zetten en de ontvanger zich als zender profileert. Het toestel beantwoordt de vraag waarna beide partijen zich weer omzetten naar hun originele staat. RDM brengt echter een aantal beperkingen met zich mee. Vooreerst is RDM is een zeer traag protocol, en heeft het weinig bandbreedte. Het is ook volledig op timing gebaseerd en bijgevolg moeilijk om te implementeren. Bovendien kan en mag er altijd maar één ’master’ op de lin aanwezig zijn. Hierdoor is de informatieverspreiding over wat er zich in de aangesloten toestellen afspeelt nog steeds zeer beperkt, zodat het voor de gebruiker moeilijk is om zicht te krijgen of en waar er zich problemen voordoen in het netwerk.
-5-
[08] Naast de klassieke DMX-oplossing, zijn in de stand der techniek tevens 90127 Ethernet-gebaseerde oplossingen gekend. Hierbij wordt Ethernet technologie gebruikt om data te transporteren tussen de centrale tafel en de aangesloten toestellen. Verschillende topologieën zijn hierbij in gebruik. Bijvoorbeeld worden de toestellen in serie geschakeld, met een switch in elk toestel die bepaalt of het datapakket voor het toestel zelf bestemd is dan wel dient te worden doorgegeven aan het volgende toestel. Een andere mogelijkheid is het gebruik van een ster-topologie, waarbij elk toestel verbonden is met een centrale switch die data vanuit de tafel ontvangt en doorstuurt naar het gepaste toestel.
[09] Ook deze Ethernet-gebaseerde oplossingen brengen een aantal beperkingen met zich mee. Vooreerst heeft het gebruik van Ethernet tot gevolg dat de kennis van de gebruiker uitgebreid moet worden met netwerktechnologie en bijbehorende protocollen. Dit blijkt in de praktijk een barrière te zijn.
[10] Daarnaast is het met deze Ethernet-gebaseerde oplossingen niet mogelijk om de aangesloten toestellen van een redundante aansturing te voorzien. Ethernet is full-duplex en daisy-chaining bij in serie aangesloten toestellen is hierbij niet mogelijk. In geval van een stroomonderbreking bij één van de in serie aangesloten toestellen, stopt de switch van dit toestel met functioneren, zodat er géén signaal meer is naar de toestellen verder in de ketting. Bij gebruik van een ster-topologie doet dit probleem zich niet voor, maar ster-topologie heeft als grootste nadeel dat dit extra bekabeling vergt tot aan de bron van de ster. Bovendien is er hier een extra component nodig, in casu de netwerkswitch. Deze netwerkswitch wordt hierdoor een zwak punt voor de redundantie.
[11] Tenslotte brengen de gekende Ethernet-gebaseerde oplossingen beperkingen mee op vlak van het gebruikte communicatieprotocol. Typisch wordt er hier gebruik gemaakt van een protocol dat verder bouwt op het DMX512 en RDM protocol, zoals bijvoorbeeld Art-Net en ArtRdm. Dit zijn eenvoudige Ethernet implementaties van het klassieke DMX512 en RDM
-6- BE2019/5127 protocol, waardoor de typische DMX-problemen zoals hierboven vermeld mee werden overgenomen in deze standaard.
[12] Bovenstaande toont aan dat er in de stand der techniek vandaag geen oplossing bestaat die een eenvoudige setup en een volledig redundante aansturing toelaat. Bovendien biedt geen van de bestaande oplossingen de mogelijkheid aan de gebruiker om eenvoudig informatie betreffende het netwerk te kunnen raadplegen, zoals hoe de toestellen fysiek met elkaar verbonden zijn, of waar in het netwerk zich problemen voordoen. Dit bemoeilijkt zowel de initiële configuratie van het netwerk als het oplossen van problemen tijden de werking van de installatie.
[13] Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een oplossing te beschrijven voor het aansturen van een professionele entertainment installatie die de hierboven beschreven nadelen van oplossingen uit de stand der techniek overwint. Meer specifiek is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een oplossing te beschrijven die een redundante aansturing voorziet, een eenvoudige setup en configuratie toelaat, en een eenvoudige monitoring tijdens de werking van de installatie mogelijk maakt.
Samenvatting van de Uitvinding
[14] Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een communicatie-eenheid voor het regelen van de datacommunicatie met een aansturingseenheid van een toestel in een entertainment installatie, omvattende: - een eerste communicatiepoort en een tweede communicatiepoort, elk aangepast voor het connecteren van de communicatie-eenheid met een dataverbinding aangepast voor full duplex communicatie; - een switch component aangepast om data uit te wisselen met de aansturingseenheid, via full duplex communicatie; - een bypass component aangepast om de communicatie-eenheid te schakelen tussen een eerste toestand en een tweede toestand, zodanig dat in
-7- BE2019/5127 de eerste toestand de eerste en de tweede communicatiepoort aan de switch component zijn geconnecteerd, en in de tweede toestand de eerste communicatiepoort aan de tweede communicatiepoort is geconnecteerd.
[15] Met andere woorden heeft de uitvinding betrekking op een communicatie-eenheid voor het regelen van de datacommunicatie met een aansturingseenheid van een toestel. Een toestel is een apparaat dat aangepast is om een bepaalde actie uit te voeren of functie te verrichten, en dat aangestuurd wordt door een aansturingseenheid die op basis van ontvangen sturingsdata bepaalt welke actie het toestel dient uit te voeren. Bijvoorbeeld is een toestel een lamp of een spot, aangepast voor het genereren van licht, of een luidspreker, aangepast voor het genereren van geluid. Typisch maakt dergelijk toestel deel uit van een volledige installatie met een groot aantal toestellen, bijvoorbeeld een professionele entertainment installatie. Een toestel kan tevens een AV toestel (audio/video) zijn. Nog andere voorbeelden van een toestel zijn: een projector, een camera, een beeldscherm, een takel, een bewegend decor element, een apparaat voor genereren van speciale effecten zoals vuur of mist, enz. Het toestel wordt aangestuurd door een aansturingseenheid, bijvoorbeeld een controller die data ontvangt, en op basis van deze data het toestel in de gewenste toestand brengt, bijvoorbeeld de lamp aan of uit, de gewenste lichtsterkte of kleur, de gewenste geluidssterkte, uitvoeren van de gewenste beweging, enz. Naar de aansturingseenheid van het toestel wordt data gecommuniceerd, bijvoorbeeld data die werd gegenereerd op een centrale licht- of geluidtafel of centrale sturingseenheid, en die typisch sturingscommando'’s bevat. Deze datacommunicatie kan rechtstreeks tussen de centrale eenheid en het toestel verlopen, of het toestel kan zijn data ontvangen via een in serie geschakeld toestel. De communicatie-eenheid is bijvoorbeeld een add-on bord, dat met het gastbord van de aansturingseenheid geconnecteerd wordt om data uit te wisselen.
[16] De communicatie-eenheid omvat een eerste communicatiepoort en een tweede communicatiepoort. Elk van deze communicatiepoorten is aangepast voor het connecteren van de communicatie-eenheid met een dataverbinding.
-8- Een dataverbinding is typisch een communicatiekabel. De dataverbindingen 991% laten toe om data, bijvoorbeeld sturingsdata, naar de communicatie-eenheid te verzenden of van de communicatie-eenheid te ontvangen.
[17] De dataverbindingen zijn aangepast voor full duplex communicatie. Dit betekent dat doorheen de dataverbindingen de data gelijktijdig in twee verschillende richtingen kan getransporteerd worden, zonder onderlinge hinder. Bijvoorbeeld kan aan de hand van Ethernet dergelijke full-duplex communicatie bekomen worden. Het gebruik van dergelijke dataverbindingen heeft als voordeel dat er geen beperking is op het aantal kanalen, waardoor er, in tegenstelling tot de klassieke DMX-oplossing, geen parallelle universums dienen gebruikt te worden. De uitvinding maakt het met andere woorden mogelijk om tijdens de installatie de kabels aan te sluiten naar wens zonder rekening te moeten houden met het maximaal aantal toestellen op een lijn. Dit draagt bij tot het vereenvoudigen van de setup van de installatie.
[18] De communicatie-eenheid omvat verder een switch component aangepast om data uit te wisselen met de aansturingseenheid. Bij normale werking van het toestel, i.e. wanneer het toestel onder spanning staat, ontvangt de switch component data via een communicatiepoort, beslist hij of deze data voor het toestel is bestemd, en geeft hij vervolgens de data door aan hetzij de aansturingseenheid (voor aansturen van het toestel zelf), hetzij een andere communicatiepoort (voor doorgave aan een ander toestel). Typisch is de switch component een gewone of een managed switch in combinatie met een microprocessor. De switch component is aangepast voor full duplex communicatie, wat betekent dat hij toelaat over één aansluiting gelijktijdig data te verzenden en te ontvangen. Dit heeft als voordeel dat een toestel gelijktijdig data kan ontvangen, bijvoorbeeld sturingsdata, en kan verzenden, bijvoorbeeld identificatiekenmerken, foutboodschappen, waarschuwingen over onderhoudsbehoeften, meldingen van sensoren enz. Op die manier wordt een toestel op een generieke manier in staat gesteld om zelf te communiceren wanneer het toestel dit nodig acht. In tegenstelling tot bestaande oplossingen, waar tweerichtingscommunicatie tot stand wordt gebracht via een half-duplex vraag/antwoord systeem, laat de uitvinding een snelle
-9- tweerichtingscommunicatie toe met onbeperkte mogelijkheden om informatie 99197 vanuit het netwerk te verspreiden.
[19] De communicatie-eenheid omvat verder een bypass component aangepast om de communicatie-eenheid te schakelen tussen een eerste toestand en een tweede toestand. De eerste toestand is bijvoorbeeld de normale toestand, waarbij het toestel functioneert zoals het hoort. In de eerste toestand worden de eerste en de tweede communicatiepoort elk verbonden met de switch component. De communicatie-eenheid ontvangt hierbij data via een communicatiepoort, en de switch component geeft de data door naar de aansturingseenheid of een andere communicatiepoort. Het schakelen naar de tweede toestand gebeurt bijvoorbeeld wanneer ten gevolge van een defect er geen stroomvoorziening is naar het toestel. In de tweede toestand worden beide communicatiepoorten rechtstreeks met elkaar verbonden, en wordt de data rechtstreeks van de ene poort naar de andere wordt doorgegeven zonder langs de switch component te gaan. De switch component wordt met andere woorden ‘gebypassed’.
[20] De bypass component omvat bijvoorbeeld schakelaars of relais, die zich tussen de switch component en elk van beide communicatiepoorten bevinden. Afhankelijk van het feit of er stroomvoorziening is naar het toestel of niet, schakelen hierbij de schakelaars of relais in een andere stand. Hierdoor wordt in de eerste toestand een dataconnectie gerealiseerd tussen de eerste communicatiepoort, de switch component en de tweede communicatiepoort. In de tweede toestand daarentegen, bijvoorbeeld bekomen via een andere stand van de schakelaars of relais, wordt er een dataconnectie gerealiseerd tussen de eerste communicatiepoort en de tweede communicatiepoort. De mogelijkheid om de switch component te bypassen heeft als voordeel dat in geval er een probleem is, zoals geen stroomtoevoer naar het toestel, de data toch wordt doorgegeven naar het volgende toestel, en het dataverkeer bij in serie geschakelde toestellen dus niet verstoord wordt. Op die manier vormt, in tegenstelling tot de gekende Ethernet-oplossingen, de switch in het toestel niet langer de kritische component die redundante aansturing verhindert, en wordt
-10- net als bij DMX-daisy chanining redundantie gegarandeerd bij een verstoorde 99197 stroomtoevoer naar het toestel.
[21] Optioneel, maakt de dataverbinding gebruik van full-duplex Ethernet technologie. Full duplex Ethernet maakt gebruik van twee lijnen voor het gelijktijdig verzenden en ontvangen van data. Op die manier wordt vermeden dat dataverkeer in de twee richtingen elkaar hindert, wat tot een optimale performantie leidt.
[22] Optioneel, is de switch component configureerbaar. Bijvoorbeeld is de switch component een combinatie van een managed switch’ en een microprocessor, waarbij de instellingen van de switch via een microprocessor kunnen worden aangepast. Op die manier kan, tijdens gebruik van de communicatie-eenheid de configuratie van de switch component worden aangepast, bijvoorbeeld om het dataverkeer niet langer via de eerste communicatiepoort maar via de tweede communicatiepoort te ontvangen. Dit heeft als voordeel dat extra redundantie wordt bekomen. Inderdaad, het gebruik van de configureerbare switch component laat de gebruiker toe om ring redundantie in te voeren, waarbij de toestellen in één of meerdere ringen bekabeld worden. Bij een defect in een kabel of toestel kan bijgevolg voor een alternatieve route gekozen worden om het toestel te bereiken, waardoor het dataverkeer niet stilvalt. Deze alternatieve route wordt gerealiseerd door de gepaste switches van configuratie te wijzigen, en door toepassing van een protocol zoals bijvoorbeeld RSTP (Rapid Spanning Tree Protocol). Optioneel kan het inschakelen van een alternatieve route volledig automatisch gebeuren, zelfs tijdens het live aansturen. Wanneer zich plots een defect in een kabel voordoet, worden alle instellingen in het netwerk automatisch aangepast en neemt de alternatieve route over.
[23] Optioneel, is de bypass component aangepast om bij actief zijn van het toestel de communicatie-eenheid te schakelen in de eerste toestand, en bij inactief zijn van het toestel de communicatie-eenheid te schakelen in de tweede toestand. Bijvoorbeeld is het toestel inactief wanneer er geen stroomvoorziening
-11- BE2019/5127 is naar het toestel of het toestel niet onder spanning staat. In dergelijke toestand schakelt de bypass component de communicatie-eenheid naar de tweede toestand, waarbij de twee communicatiepoorten rechtstreeks aan elkaar worden verbonden.
[24] Optioneel, maakt de bypass component gebruik van één of meerdere schakelaars of relais. Dergelijke schakelaars of relais bevinden zich tussen de switch component en de eerste communicatiepoort, en tussen de switch component en de tweede communicatiepoort. Bijvoorbeeld wordt er gebruik gemaakt van wisselrelais schakelaars, welke afhankelijk van de spanningstoestand van het toestel open dan wel gesloten worden. Dit heeft als voordeel dat een eenvoudige manier bekomen wordt om afhankelijk van de spanningstoestand of stroomvoorziening naar het toestel, automatisch de bypass component naar de gewenste toestand te schakelen.
[25] Optioneel, omvat de communicatie-eenheid verder één of meerdere communicatiepoorten aangepast voor het connecteren van de communicatie- eenheid met een dataverbinding aangepast voor full duplex communicatie. Deze communicatiepoorten zijn extra communicatiepoorten, naast de reeds aanwezige eerste en tweede communicatiepoort. Bijvoorbeeld betreft het een derde communicatiepoort, of een derde en vierde communicatiepoort. De aanwezigheid van extra communicatiepoorten laat de gebruiker toe om een netwerktopologie naar keuze te bereiken. Ook kunnen deze extra poort of poorten gebruikt worden om bijvoorbeeld datatransport vanuit een additionele bron te voorzien, bijvoorbeeld een geluidstafel die van het netwerk van lampen gebruik maakt om data tot bij een luidspreker te brengen.
[26] Optioneel, is één of meerdere van de extra communicatiepoorten aangepast voor het ontvangen van elektrische stroom. Dit betekent dat via de dataconnectie waarmee bijvoorbeeld de derde communicatiepoort is verbonden, tevens voeding wordt toegeleverd, met andere woorden de poort kan zich als PD (powered device) gedragen. Bijvoorbeeld wordt er gebruik gemaakt van PoE (Power over Ethernet). Dit heeft als voordeel dat de communicatie-eenheid zichzelf kan opstarten: communicatie met een ander
-12- toestel kan tot stand komen zonder dat het host device hiervoor moet opstarten ceol9/s1e7 of van voeding moet worden voorzien.
[27] Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een systeem voor het aansturen van een entertainment installatie omvattende één of meerdere toestellen, omvattende: - voor elk van de toestellen, een aansturingseenheid; - voor elk van de toestellen, een communicatie-eenheid; - een centrale sturingseenheid aangepast om data te genereren; - één of meerdere dataverbindingen aangepast om data te communiceren tussen de centrale sturingseenheid en de communicatie-eenheid van de toestellen, aangepast voor full-duplex communicatie.
[28] Met andere woorden heeft de uitvinding betrekking op een systeem voor het aansturen van een entertainment installatie. Een installatie omvat één of meerdere toestellen, elk aangestuurd door een aansturingseenheid, bijvoorbeeld een controller. Bijvoorbeeld betreft het een entertainment installatie omvattende één of meerdere lampen, spots, luidsprekers, camera's, bewegende elementen, enz. Verder is er per toestel een communicatie- eenheid, welke werd beschreven volgens het eerste aspect van de uitvinding. Het systeem omvat verder een centrale sturingseenheid. Bijvoorbeeld is dit een lichttafel of geluidstafel waarmee, manueel of via een computer, data wordt gegenereerd om de toestellen aan te sturen. Deze data wordt gecommuniceerd met de communicatie-eenheden via dataverbindingen, bijvoorbeeld communicatiekabels. De dataverbindingen lopen tussen de centrale sturingseenheid en een communicatie-eenheid, of tussen communicatie- eenheden onderling. De dataverbindingen zijn aangepast voor full-duplex communicatie, i.e. verzenden en ontvangen kan gelijktijdig gebeuren. De voordelen van de communicatie-eenheid, zoals hierboven beschreven volgens het eerste aspect van de uitvinding, dragen bij tot een systeem voor het aansturen van een entertainment installatie dat redundant is, eenvoudig is op te zetten en te configureren, en waaruit eenvoudig informatie betreffende het netwerk kan verzameld worden.
-13-
[29] Optioneel, omvat het systeem verder een discovery module aangepast 99127 om discovery boodschappen te ontvangen van en/of te verzenden naar de één of meerdere toestellen. De discovery module maakt bijvoorbeeld deel uit van de centrale sturingseenheid, of vormt een op zichzelf staande module die tevens via het netwerk communiceert. Een discovery boodschap omvat één of meerdere identificatiekenmerken van het toestel, bijvoorbeeld een ID of identificatienummer, of bepaalde metadata. De aanwezigheid van een discovery module heeft als voordeel dat de gebruiker eenvoudig een zicht kan krijgen op welke toestellen aanwezig zijn in het netwerk. Ook de centrale controller, bijvoorbeeld op de lichttafel, kan op die manier informatie ontvangen over welke toestellen zich in het netwerk bevinden en hoe hij het toestel moet bedienen. Dit draagt bij tot een eenvoudige setup en configuratie van het netwerk.
[30] Optioneel, omvat het systeem verder een monitoring module aangepast om monitoring boodschappen te ontvangen van de één of meerdere toestellen, omvattende één of meerdere kenmerken van genoemde toestel en/of van een toestel geconnecteerd met genoemd toestel. De monitoring module laat toe om monitoring boodschappen vanuit het netwerk te verzamelen en deze vervolgens gecentraliseerd te verwerken. Een monitoring boodschap bevat bijvoorbeeld informatie over welk buurtoestel geconnecteerd is met het toestel, met andere woorden het toestel geeft aan wie zijn buren zijn die op zijn eigen poorten zijn aangesloten. Dit heeft als voordeel dat de gebruiker eenvoudig een zicht kan krijgen op welke toestellen aanwezig zijn in het netwerk, en hun onderlinge verbindingen. Ook kan de monitoring boodschap een kenmerk omvatten betreffende de toestand van het toestel, of een kenmerk betreffende de toestand van het buurtoestel. Zo kan een foutboodschap worden uitgestuurd, of kan een toestel aangeven dat zijn buurman is weggevallen. Op die manier krijgt de gebruiker een duidelijk beeld van waar in het netwerk zich problemen voordoen, wat hem de kans geeft om gericht in te grijpen.
[31] Optioneel, omvat het systeem verder een mapping module aangepast om op basis van ontvangen monitoring boodschappen een connectiediagram te
„14 - maken, omvattende één of meerdere kenmerken van de één of meerdere 99197 toestellen en hun connecties. Een connectiediagram is bijvoorbeeld een voorstelling van welke toestellen in het netwerk aanwezig zijn, en hun bekabeling. Met ander woorden toont het connectiediagram de topologie van het netwerk, i.e. een volledige kaart van welke toestellen er aanwezig zijn en hoe de kabels zijn aangesloten. Dit heeft als voordeel dat de gebruiker bijvoorbeeld geholpen wordt om zelfgekozen ID's aan de toestellen toe te kennen. Ook kan het connectiediagram kenmerken betreffende het dataverkeer via de bekabeling voorstellen. Dit betekent dat het connectiediagram niet enkel de fysieke bekabeling toont, maar ook aangeeft via welke verbindingen dataverkeer verloopt. Bijvoorbeeld kunnen de gegevens van een RSTP- protocol, nodig voor het realiseren van ring redundantie, worden geïnterpreteerd, verwerkt en beschikbaar gesteld via een API. Dit draagt bij tot een actieve en real-time monitoring door de gebruiker, en het snel oplossen van problemen of fouten.
[32] Optioneel, omvat het systeem verder een configuratiemodule aangepast om een configuratieboodschap te versturen naar een communicatie-eenheid. Een configuratieboodschap omvat één of meerdere parameters om de communicatie-eenheid of de aansturingseenheid te configureren. Bijvoorbeeld is dergelijke parameter een configuratieparameter van de configureerbare switch component, waarmee zijn instelling kan gewijzigd worden voor het realiseren van een alternatieve route naar het toestel, i.e. het realiseren van ring redundantie. Een ander voorbeeld van dergelijke parameter is een initialisatieparameter, zoals een ID die door de gebruiker wordt gekozen en aan de communicatie-eenheid wordt doorgegeven. Bijvoorbeeld kan een gebruiker rechtstreeks fixture ID’s toekennen aan de hand van een connectiediagram dat de bekabelde topologie toont. Via de configuratiemodule ontvangt het toestel deze fixture ID, waardoor de configuratie decentraal wordt opgeslagen. Dit komt de redundantie ten goede. Bovendien kan een nieuwe gebruiker op een bestaande setup, de configuratie van de volledige setup uitlezen uit de decentraal opgeslagen informatie. Op die manier moet er geen overdracht meer gebeuren tussen controllers en hun operators, wat in de huidige staat van de technologie wel het geval is. Ook kan een configuratieboodschap bepaalde
-15- BE2019/5127 metadata van het toestel bevatten, of andere data om het toestel te configureren. Dit laat de gebruiker toe om de configuratie van het netwerk automatisch en vanop afstand te laten verlopen, wat bijdraagt tot een eenvoudige setup.
[33] Optioneel, omvat het systeem verder een synchronisatiemodule aangepast om tijdsinformatie betreffende de communicatie-eenheid te verzamelen en deze tijdsinformatie te verwerken in de data gebruikt voor aansturing. Bijvoorbeeld maakt de switch component gebruik van PTP (Precision Timing Protocol), waarmee door middel van timestamping de verwerkingsduur in één communicatie-eenheid wordt gemeten. Deze waarde wordt aan het datapakket toegevoegd, waarna dit proces bij elke hop kan herhaald worden. Op die manier is de synchronisatiemodule in staat om bij het online komen van het systeem of veranderingen in de topologie te meten hoelang het duurt om alle netwerkpakketten tot bij alle ontvangende toestellen te krijgen. Aan de hand van deze resultaten kan de maximale framerate en maximale vertraging bepaald worden. Bovendien kan deze informatie worden gebruikt om accurate synchronisatie over de diverse toestellen heen te bekomen. Hierbij worden in de data naar de toestellen toe commando's verwerkt betreffende het exacte moment dat een actie mag worden uitgevoerd. Het toestel mag de uit te voeren actie slechts uitvoeren op het exacte moment dat hiervoor commando gegeven wordt.
[34] Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een methode voor het regelen van datacommunicatie met een aansturingseenheid van een toestel in een entertainment installatie, omvattende: - het voorzien van een communicatie-eenheid omvattende een eerste communicatiepoort, een tweede communicatiepoort, een bypass component en een switch component; - het communiceren van data via één of meer dataverbindingen aangepast voor full-duplex communicatie, geconnecteerd met de eerste en/of tweede communicatiepoort;
- 16 - BE2019/5127 - het schakelen van de communicatie-eenheid tussen een eerste toestand en een tweede toestand, waarbij in de eerste toestand de eerste communicatiepoort en de tweede communicatiepoort aan de switch component zijn geconnecteerd, en in de tweede toestand de eerste communicatiepoort aan de tweede communicatiepoort is geconnecteerd; - het uitwisselen van data door de switch component, met de aansturingseenheid, de eerste communicatiepoort en de tweede communicatiepoort, via full-duplex communicatie.
[35] Met andere woorden heeft de uitvinding betrekking op een methode voor het regelen van datacommunicatie met een aansturingseenheid van een toestel. Een toestel is een apparaat dat aangepast is om een bepaalde actie uit te voeren of functie te verrichten, en dat aangestuurd wordt door een aansturingseenheid die op basis van ontvangen sturingsdata bepaalt welke actie het toestel dient uit te voeren. Bijvoorbeeld is een toestel een lamp of een spot, aangepast voor het genereren van licht, of een luidspreker, aangepast voor het genereren van geluid. Typisch maakt dergelijk toestel deel uit van een volledige installatie met een groot aantal toestellen, bijvoorbeeld een professionele entertainment installatie. Een toestel kan tevens een AV toestel (audio/video) zijn. Nog andere voorbeelden van een toestel zijn: een projector, een camera, een beeldscherm, een takel, een bewegend decor element, een apparaat voor genereren van speciale effecten zoals vuur of mist, enz. Het toestel wordt aangestuurd door een aansturingseenheid, bijvoorbeeld een controller die data ontvangt, en op basis van deze data het toestel in de gewenste toestand brengt, bijvoorbeeld de lamp aan of uit, de gewenste lichtsterkte of kleur, de gewenste geluidssterkte, uitvoeren van de gewenste beweging, enz. Naar de aansturingseenheid van het toestel wordt data gecommuniceerd, bijvoorbeeld data die werd gegenereerd op een centrale licht- of geluidtafel of centrale sturingseenheid, en die typisch sturingscommando'’s bevat. Deze datacommunicatie kan rechtstreeks tussen de centrale eenheid en het toestel verlopen, of het toestel kan zijn data ontvangen via een in serie geschakeld toestel. Binnen de methode volgens de uitvinding wordt voorzien in een communicatie-eenheid per toestel. De communicatie-eenheid is
-17- BE2019/5127 bijvoorbeeld een add-on bord, dat met het gastbord van de aansturingseenheid geconnecteerd wordt om data uit te wisselen.
[36] Binnen een stap van de methode volgens de uitvinding wordt data gecommuniceerd via één of meer dataverbindingen aangepast voor full-duplex communicatie. Deze dataverbindingen zijn geconnecteerd met de eerste en/of tweede communicatiepoort van de communicatie-eenheid. Een dataverbinding is typisch een communicatiekabel. Typisch wordt bijvoorbeeld sturingsdata naar de communicatie-eenheid verzonden.
[37] De dataverbindingen zijn aangepast voor full duplex communicatie. Dit betekent dat doorheen de dataverbindingen de data gelijktijdig in twee verschillende richtingen kan getransporteerd worden, zonder onderlinge hinder. Bijvoorbeeld kan aan de hand van Ethernet dergelijke full-duplex communicatie bekomen worden. Het gebruik van dergelijke dataverbindingen heeft als voordeel dat er geen beperking is op het aantal kanalen, waardoor er, in tegenstelling tot de klassieke DMX-oplossing, geen parallelle universums dienen gebruikt te worden. De uitvinding maakt het met andere woorden mogelijk om tijdens de installatie de kabels aan te sluiten naar wens zonder rekening te moeten houden met het maximaal aantal toestellen op een lijn. Dit draagt bij tot het vereenvoudigen van de setup van de installatie.
[38] De methode volgens de uitvinding omvat verder het uitwisselen van data door een switch component op de communicatie-eenheid. De switch component wisselt hierbij data uit met de aansturingseenheid, met de eerste communicatiepoort en met de tweede communicatiepoort, via full-duplex communicatie. Bij normale werking van het toestel, i.e. wanneer het toestel onder spanning staat, ontvangt de switch component data via een communicatiepoort, beslist hij of deze data voor het toestel is bestemd, en geeft hij vervolgens de data door aan hetzij de aansturingseenheid (voor aansturen van het toestel zelf), hetzij een andere communicatiepoort (voor doorgave aan een ander toestel). Typisch is de switch component een gewone of een managed switch in combinatie met een microprocessor. De switch component is aangepast voor full duplex communicatie, wat betekent dat hij toelaat over
-18- BE2019/5127 één aansluiting gelijktijdig data te verzenden en te ontvangen. Dit heeft als voordeel dat een toestel gelijktijdig data kan ontvangen, bijvoorbeeld sturingsdata, en kan verzenden, bijvoorbeeld identificatiekenmerken, foutboodschappen, waarschuwingen over onderhoudsbehoeften, meldingen van sensoren enz. Op die manier wordt een toestel op een generieke manier in staat gesteld om zelf te communiceren wanneer het toestel dit nodig acht. In tegenstelling tot bestaande oplossingen, waar tweerichtingscommunicatie tot stand wordt gebracht via een half-duplex vraag/antwoord systeem, laat de uitvinding een snelle tweerichtingscommunicatie toe met onbeperkte mogelijkheden om informatie vanuit het netwerk te verspreiden.
[39] De methode volgens de uitvinding omvat verder het schakelen van de communicatie-eenheid tussen een eerste toestand en een tweede toestand door een bypass component op de communicatie-eenheid. De eerste toestand is bijvoorbeeld de normale toestand, waarbij het toestel functioneert zoals het hoort. In de eerste toestand worden de eerste en de tweede communicatiepoort elk verbonden met de switch component. De communicatie-eenheid ontvangt hierbij data via een communicatiepoort, en de switch component geeft de data door naar de aansturingseenheid of een andere communicatiepoort. Het schakelen naar de tweede toestand gebeurt bijvoorbeeld wanneer ten gevolge van een defect er geen stroomvoorziening is naar het toestel. In de tweede toestand worden beide communicatiepoorten rechtstreeks met elkaar verbonden, en wordt de data rechtstreeks van de ene poort naar de andere wordt doorgegeven zonder langs de switch component te gaan. De switch component wordt met andere woorden ‘gebypassed'.
[40] De bypass component omvat bijvoorbeeld schakelaars of relais, die zich tussen de switch component en elk van beide communicatiepoorten bevinden. Afhankelijk van het feit of er stroomvoorziening is naar het toestel of niet, schakelen hierbij de schakelaars of relais in een andere stand. Hierdoor wordt in de eerste toestand een dataconnectie gerealiseerd tussen de eerste communicatiepoort, de switch component en de tweede communicatiepoort. In de tweede toestand daarentegen, bijvoorbeeld bekomen via een andere stand van de schakelaars of relais, wordt er een dataconnectie gerealiseerd tussen
-19- de eerste communicatiepoort en de tweede communicatiepoort. DS 9195127 mogelijkheid om de switch component te bypassen heeft als voordeel dat in geval er een probleem is, zoals geen stroomtoevoer naar het toestel, de data toch wordt doorgegeven naar het volgende toestel, en het dataverkeer bij in serie geschakelde toestellen dus niet verstoord wordt. Op die manier vormt, in tegenstelling tot de gekende Ethernet-oplossingen, de switch in het toestel niet langer de kritische component die redundante aansturing verhindert, en wordt net als bij DMX-daisy chanining redundantie gegarandeerd bij een verstoorde stroomtoevoer naar het toestel.
[41] Verder wordt er binnen de uitvinding voorzien in een methode voor het aansturen van een entertainment installatie omvattende één of meerdere toestellen, omvattende: - het voorzien van een centrale sturingseenheid, één of meerdere dataverbindingen aangepast voor ful-duplex communicatie, een aansturingseenheid voor elk van genoemde één of meerdere toestellen, en een communicatie-eenheid voor elk van de één of meerdere toestellen; - het genereren van data door de centrale sturingseenheid; - het communiceren van de data tussen de centrale sturingseenheid en een communicatie-eenheid, via de één of meerdere dataverbindingen; - het regelen van de datacommunicatie met de aansturingseenheid via de methode volgens het derde aspect van de uitvinding; - het aansturen van de één of meerdere toestellen door de aansturingseenheid.
Korte Beschrijving van de Tekeningen
[42] Fig. 1 toont een mogelijke topologie van een klassieke DMX-oplossing, gekend in de stand der techniek.
[43] Fig. 2 toont een topologie met combinatie van een klassieke DMX- oplossing, een Ethernet verbinding met de centrale tafel, en Ethernet-DMX convertor, gekend in de stand der techniek.
-20- BE2019/5127
[44] Fig. 3 is een schematische voorstelling van daisy chaining gebruikt in een klassieke DMX-oplossing volgens de stand der techniek, en illustreert wat er gebeurt bij het wegvallen van stroomvoorziening naar een toestel.
[45] Fig. 4 is een schematische voorstelling van daisy chaining gebruikt in een klassieke DMX-oplossing volgens de stand der techniek, en illustreert wat er gebeurt bij een probleem met de bekabeling.
[46] Fig. 5 is een schematische voorstelling van een Ethernet gebaseerde oplossing volgens de stand der techniek, en illustreert wat er gebeurt bij het wegvallen van stroomvoorziening naar een toestel.
[47] Fig. 6 is een schematische voorstelling van een Ethernet gebaseerde oplossing volgens de stand der techniek, en illustreert wat er gebeurt bij een probleem met de bekabeling.
[48] Fig. 7 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding, en illustreert wat er gebeurt bij het wegvallen van stroomvoorziening naar een toestel.
[49] Fig. 8 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding, en illustreert wat er gebeurt bij een probleem met de bekabeling.
[50] Fig. 9 toont een mogelijke topologie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
[51] Fig. 10 toont een uitvoeringsvorm van de communicatie-eenheid volgens de uitvinding, en de samenwerking met een gastbord.
[52] Fig. 11 toont een uitvoeringsvorm van de bypass component, volgens de uitvinding.
[53] Fig. 12 illustreert de informatie-uitwisseling tussen de toestellen en een centrale eenheid, in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.
-21- Gedetailleerde Beschrijving van de Uitvoeringsvormen areas
[54] Fig. 1 toont een mogelijke topologie van een klassieke DMX-oplossing, gekend in de stand der techniek. Op Fig. 1 worden lampen 100 aangestuurd vanuit een centrale tafel 102. Tevens worden een aantal DMX-universums 101 voorgesteld, zijnde parallelle lijnen DMX die gelijktijdig gebruikt worden. Het gebruik van dergelijke DMX-universums 101 is nodig omwille van de beperking tot 512 kanalen binnen de DMX-oplossing.
[55] Fig. 2 toont een topologie met combinatie van een klassieke DMX- oplossing, een Ethernet verbinding met de centrale tafel 102, en Ethernet-DMX convertor 200, gekend in de stand der techniek. Hierbij wordt het DMX-512 signaal over Ethernet getransporteerd tussen de tafel 102 en een Ethernet-DMX convertor 200, om te vermijden dat voor alle universums 101 fysieke draden dienen te worden gelegd tot aan de tafel 102.
[56] Fig. 3 en Fig. 4 geven een schematische voorstelling van daisy chaining, wat gebruikt wordt in een klassieke DMX-oplossing volgens de stand der techniek. Fig. 3 illustreert wat er in geval van daisy chaining gebeurt bij het wegvallen van de stroomvoorziening naar een toestel. De figuur toont een centrale sturingseenheid 301. Bijvoorbeeld is dit een lichttafel of geluidstafel, waar manueel of via een computerprogramma data wordt gegenereerd om de toestellen 100 aan te sturen. Een toestel 100 is een apparaat dat aangepast is om een actie te verrichten, bijvoorbeeld het genereren van licht, geluid, bewegingen, enz. Bijvoorbeeld is het een lamp, een spot, een luidspreker, een camera, een beeldscherm, een takel, enz. Elk toestel 100 heeft een aansturingseenheid 300, bijvoorbeeld een controller die ontvangen sturingsdata kan interpreteren en vertalen in een gewenste toestand van het toestel 100, bijvoorbeeld de lamp is aan of uit, een gewenste lichtsterkte, een gewenste kleur, enz. In de DMX-oplossing zoals voorgesteld op Fig. 3 zijn de toestellen 100 in serie geschakeld, ie. de data wordt doorgegeven van de centrale sturingseenheid 301 naar een toestel 100, en vervolgens naar een volgend toestel 100. Bij het gebruik van DMX-daisy chaining zijn de aangesloten toestellen 100 aan elkaar doorgelinkt van het ene naar het andere toestel 100,
-22- BE2019/5127 zoals aangeduid op Fig. 3 via een dataconnectie 303. In geval van een stroomonderbreking 302 naar een toestel 100, blijven de toestellen 100 verderop in de ketting hun signaal correct ontvangen. Echter, bij een defect in een defecte kabel of een ander probleem, andere dan de eerder vermelde stroomonderbreking, zullen de toestellen die zich ‘na’ het probleem op de lijn bevinden, geen of een foutief signaal ontvangen. Dit wordt geïllustreerd in Fig.
4. De onderbreking 400 zorgt ervoor dat het toestel 100 dat in de figuur zich als laatste in de ketting bevindt, geen datasignaal meer ontvangt. Met de klassieke DMX-oplossing die gebruik maakt van daisy chaining, zoals gekend in de stand der techniek, wordt bijgevolg geen volledig redundante aansturing bekomen.
[57] Fig. 5 en Fig. 6 geven een schematische voorstelling van een gekende Ethernet gebaseerde oplossing zoals gekend in de stand der techniek. Op Fig. 5 en Fig. 6 wordt een topologie getoond waarbij de toestellen 100 in serie zijn geschakeld. Per toestel 100 wordt er voorzien in een aansturingseenheid 300 en een switch 500. De switch 500 bepaalt of de data bestemd is voor dit toestel 100, of bestemd is voor een volgend toestel 100. In het eerste geval wordt de data doorgegeven aan de aansturingseenheid 300, in het andere geval wordt de data doorgegeven naar het volgende toestel 100. Fig. 5 illustreert wat er in geval van dergelijke gekende Ethernet gebaseerde oplossing gebeurt, in geval van een stroomonderbreking 302 naar een toestel 100. In geval van dergelijke stroomonderbreking 302 bij een toestel 100, op Fig. 5 bij het eerste toestel, zal er tevens een onderbreking 501 plaatsvinden van de switch 500 van het desbetreffende toestel 100. Hierdoor wordt de data die door het eerste toestel 100 wordt ontvangen, niet langer doorgegeven naar de andere toestellen 100. Bijgevolg valt het dataverkeer stil. Fig. 6 illustreert dat ook bij een defect 400 in een communicatiekabel het dataverkeer stilvalt: in Fig. 6 is er geen dataverkeer meer naar de laatste van de in serie geschakelde toestellen 100. De Ethernet gebaseerde oplossing zoals gekend in de stand der techniek laat bijgevolg niet toe een redundante aansturing te bekomen.
[58] Fig. 7 en Fig. 8 geven een schematische voorstelling van een systeem 706 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Een centrale
-23-
BE2019/5127 sturingseenheid 301 genereert data, bijvoorbeeld sturingscommando’s, welke via dataverbindingen 705 wordt gecommuniceerd naar toestellen 100. Elk toestel 100 wordt aangestuurd door een aansturingseenheid 300. Bovendien wordt er per toestel 100 voorzien in een communicatie-eenheid 700. Op deuitvoeringsvorm van Fig. 7 en Fig. 8 zijn de toestellen 100 in serie geschakeld, waarbij elk toestel 100 data ontvangt van een vorig toestel 100 of de centrale sturingseenheid 301, en data doorgeeft naar een volgend toestel 100. Andere topologieën zijn evenwel mogelijk binnen de uitvinding.
De communicatie- eenheid 700 omvat een eerste communicatiepoort 704 en een tweedecommunicatiepoort 703, welke de communicatie-eenheid 700 connecteren met de dataverbindingen 705. Verder omvat de communicatie-eenheid 700 een bypass component 702 en een switch component 701. De switch component beslist of data ontvangen via de eerste communicatiepoort 704 voor het toestel 100 is bestemd, dan wel via de tweede communicatiepoort 703 dient doorgegeven te worden aan een volgend toestel 100. Bijvoorbeeld wordt op Fig. 7 bij het tweede toestel 100 de ontvangen data doorgegeven aan het derde toestel 100, terwijl bij het derde toestel 100 de switch component 701 de data doorgeeft aan de aansturingseenheid 300. De switch component is bijvoorbeeld een configureerbare switch, i.e. een ‘managed switch’, in combinatie met een microprocessor.
Hierbij bevindt de microprocessor zich tussen de managed switch en de aansturingseenheid.
Fig. 7 illustreert tevens de werking van de bypass component 702, meer bepaald bij het optreden van een stroomonderbreking 302 naar het eerste toestel 100. Bij normale stroomtoevoer naar een toestel 100, zoals het geval is bij het tweede en derde toestel 100 op Fig. 7, bevindt de bypass component 702 zich in een eerste toestand.
Hierbij wordt een dataconnectie gerealiseerd tussen de eerste communicatiepoort 704, de switch component 701 en de tweede communicatiepoort 703, en voert de switch component 701 zijn normale werking uit.
Bij het eerste toestel 100 treedt een stroomonderbreking 302 op.
Hierdoor schakelt de bypass component 702 naar een tweede toestand, waarbij een rechtstreekse dataconnectie tussen genoemde de communicatiepoort 704 en de tweede communicatiepoort 703 wordt tot stand gebracht.
Op die manier ondervindt het dataverkeer geen hinder van het feit dat ten gevolge van de stroomonderbreking 302 ook de switch
„24 - BE2019/5127 component 701 een onderbreking 501 ondervindt; de switch component 701 wordt in dit geval immers ‘ge-bypassed’. In het geval van een stroomonderbreking 302 naar een toestel 100 wordt bijgevolg door de uitvinding een redundante aansturing bekomen.
[59] Fig. 8 illustreert tevens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De uitvinding laat toe om de toestellen 100 zodanig met elkaar verbinden dat er ringen ontstaan. Bijvoorbeeld is in de uitvoeringsvorm van Fig. 8 een extra dataverbinding 800 toegevoegd. De figuur illustreert hoe hiermee redundantie kan bekomen worden in geval van een defect 400 in een communicatiekabel. In het geval van het eerste en tweede toestel 100 op Fig. 8 ontvangt de switch component 701 data via de eerste communicatiepoort 704, en verzendt hij data via de tweede communicatiepoort 703. Ten gevolge van het defect 400 kan de communicatie-eenheid 700 van het derde toestel 100 niet langer data ontvangen via zijn eerste communicatiepoort 704. Echter, het blijft mogelijk om het derde toestel 100 te bereiken, namelijk via een alternatieve route langs de dataconnectie 800. Hierbij zal de switch component 701 zijn data nu via de tweede communicatiepoort 703 ontvangen. Dergelijke omkering van het dataverkeer is mogelijk door de switch component 701, welke in deze uitvoeringsvorm configureerbaar is, van een andere configuratie-instelling te voorzien. Hiertoe wordt een aangepast protocol ingezet, bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van RSTP (Rapid Spanning Tree Protocol) (IEEE 802.1w). Op die manier laat de uitvinding toe een redundante aansturing te bekomen.
[60] Fig. 9 toont een mogelijke topologie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm wordt een installatie van lampen 905 aangestuurd vanuit een centrale lichttafel 906, gebruik makende van dataverbindingen 705. De dataverbindingen zijn aangepast voor full-duplex communicatie. Bijvoorbeeld maken ze gebruik van full-duplex Ethernet technologie. Elke lamp 905 beschikt over een communicatie-eenheid 700, omvattende een eerste communicatiepoort 704 en een tweede communicatiepoort 703. Op de uitvoeringsvorm van Fig. 9 beschikt elke communicatie-eenheid 700 tevens over een derde communicatiepoort 900.
-25- BE2019/5127 Elke communicatiepoort is geschikt om te connecteren met een dataverbinding
705. In de uitvoeringsvorm van Fig. 9 is er bovendien een geluidstafel 901 aanwezig, welke data genereert om een luidspreker 902 aan te sturen. De dataverbinding 903 laat toe om de geluidstafel 901 met het netwerk te verbinden, terwijl een dataverbinding 904 de luidspreker 902 op het netwerk aansluit. Beide dataverbindingen 903 en 904 zijn aangepast voor audio over IP.
[61] De gebruiker kan de toestellen 905 met elkaar verbinden door middel van een topologie die het voor de gebruiker zo gemakkelijk mogelijk maakt; de gebruiker hoeft hierbij geen rekening te houden met een maximaal aantal toestellen 905 op één lijn. De gebruiker kan de toestellen 905 zodanig met elkaar verbinden dat er ringen ontstaan, zoals is geïllustreerd in de uitvoeringsvorm van Fig. 9. Hierdoor verhoogt de mate van redundantie. De gebruiker kan bovendien gebruik maken van de derde poort 900 om een netwerktopologie naar keuze te bereiken. Het gebruik van ethernet switchen die compatibel zijn met de specificaties van de uitvinding in het netwerk is toegestaan om het nog gemakkelijker te maken voor de gebruiker.
[62] De uitvinding biedt tevens de mogelijkheid om meerdere types gebruikersgroepen aan te sluiten op het netwerk dat reeds gevormd wordt, door de communicatiepoorten door te verbinden. Dit kan door middel van één of meerdere extra uitgaande poorten. Door het gebruik van verschillende VLAN's, bijvoorbeeld IEEE 802.1Q of varianten, kunnen datapakketten met andere doeleinden, bijvoorbeeld audio, ongestoord worden getransporteerd. De uitvinding zal automatisch herkennen wanneer er op een van deze poorten opnieuw een toestel met de uitvinding wordt aangesloten en deze poorten van de juiste configuratie voorzien.
[63] In een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de communicatie-eenheid 700 uitgevoerd als een add-on bord, die onafhankelijk van het host bord kan worden vervaardigd. Het host bord maakt bijvoorbeeld reeds deel uit van een bestaande installatie en omvat de technologie om de lamp aan te sturen. In deze uitvoeringsvorm is de communicatie-eenheid 700 bijvoorbeeld voorzien van een gold plated edge connector die overeenkomt met de daartoe voorziene
- 26 - BE2019/5127 connectievoet op het host bord. Het add-on bord ontvangt haar voeding van het host bord, en is voorzien van een spanningsregelaar die al de componenten van de juiste spanningswaarde voorziet. Behalve de reeds vernoemde communicatiepoorten 703, 704 is de communicatie-eenheid volgens deze uitvoeringsvorm voorzien van twee extra poorten: een poort die via een magnetic aansluiting biedt naar de connector, en een poort die tijdens werking is verbonden met de verwerkingseenheid van het gastbord. Bovendien kan bijvoorbeeld de derde communicatiepoort 900 dusdanig ontworpen zijn dat het zich als PD (powered device) poort kan gedragen. Hierdoor kan bij het aanleveren van POE (power over ethernet) de uitvinding zichzelf opstarten. Communicatie met een ander toestel kan tot stand komen zonder dat het host device hiervoor moet opstarten of van voeding moet worden voorzien.
[64] Fig. 10 toont een uitvoeringsvorm van de communicatie-eenheid 700 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, alsook de samenwerking met een gastbord. Volgende componenten worden schematisch weergegeven: bypass component 702, eerste communicatiepoort 704, tweede communicatiepoort 703, managed switch 1109, microprocessor/CPU 1101, geheugen 1100, klok 1103, magnetic 1108, connector 1102, derde communicatiepoort 900, host voeding 1105, PoE PD driver 1107, spanningsregelaar 1106, host CPU 1104.
[65] In de uitvoeringsvorm van Fig. 10 omvat de switch component 701 een managed switch 1109 en een microprocessor/CPU 1101. Bijvoorbeeld wordt in de uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een KSZ9477S managed switch van de fabrikant Microchip, zijnde een managed Ethernet switch met geavanceerde features. Bijvoorbeeld biedt de managed switch 1109 ondersteuning voor de volgende features: - Non-blocking wire-speed Ethernet switching fabric - Rapid spanning tree protocol (RSTP) ondersteuning voor topologie management en ring/lineair recovery - Jumbo packet ondersteuning - Fast Link-up option
„27 - BE2019/5127 - Auto-negotiation en Auto-MDI/MDI-X support - IEEE1588v2 Precision Time Protocol support - Time-stamping op alle poorten - Precision GPIO pin getimed met AVB/1588 klok - Full-featured forwarding en filtering control, inclusief Access Control List (ACL) filtering - IEEE802.1X support (Port-Based Network Access Control) - IEEE802.1Q VLAN support voor 128 actieve VLAN groepen en de volledige range van 4096 VLAN IDs - IEEE802.1p/Q tag insertion of removal op een per poort basis en support voor double-tagging - VLAN ID tag/untag options op een per poort basis - IGMPv1/v2/v3 snooping voor multicast packet filtering - IPv6 multicast listener discovery (MLD) snooping - QoS/CoS packets prioritization support: 802.1p, DiffServ-based en re- mapping van 802.1p priority field per-poort basis op vier prioriteitsniveaus - IPv4/IPv6 QoS support - Vier priority queues met dynamic packet mapping voor IEEE802.1p, IPv4 DIFFSERV, IPv6 TrafficClass
[66] Een managed switch 1109 volgens deze uitvoeringsvorm wordt op de communicatie-eenheid 700 verbonden met een microprocessor 1101 via RGMII en SPI. Deze communicatielijnen dienen voor de configuratie van het switch 1109 en evenzeer voor het ophalen en ontvangen van informatie die over het netwerk naar het toestel wordt gestuurd. De microprocessor 1101 is bijvoorbeeld een SAMASD36A van de fabrikant Microchip. Dit is een hoog- performant ARM Cortex-A5 MPU. Hij biedt ondersteuning voor Gigabit EMAC, USB connectiviteit, UART en LCD-controller. Deze heeft een hardware encryption engine en ondersteuning voor secure hash algorithm (SHA). De beschikbare interfaces zoals bijvoorbeeld USB, UART of Ethernet worden beschikbaar gesteld voor het gastbord. Dit dient om de inkomende communicatie voor het gastbord door te sturen.
-28-
[67] Ook is een uitvoeringsvorm van de communicatie-eenheid 700 verder 99127 voorzien van geheugen 1100. Dit omvat het werkgeheugen van vluchtige soort, bijvoorbeeld een DDR2 memory, en niet-vluchtig geheugen om onder meer software en gecapteerde data op te slaan.
[68] Fig. 11 illustreert een uitvoeringsvorm van de bypass component 702 volgens de uitvinding. Fig. 11 toont eveneens de eerste communicatiepoort 704, de tweede communicatiepoort 703 voorgesteld, en de switch component 701.
[69] In de uitvoeringsvorm van Fig. 11 bestaat de bypass component 702 uit een schakeling van 8 dubbelpolige monostabiele wisselrelais schakelaars 1002. Andere uitvoeringsvormen zijn evenwel mogelijk om tot een gelijkaardige functionaliteit van de bypass component 702 te komen. In de uitvoeringsvorm van Fig. 10 wordt de Ethernetverbinding die via de eerste communicatiepoort 704 binnen komt verbonden met vier relais. Analoog is ook de tweede communicatiepoort 703 verbonden aan vier relais. Wanneer de communicatie- eenheid 700 voeding krijgt, worden de communicatiepoorten 704, 703 verbonden met de switch component 701. Deze eerste toestand is getekend op Fig. 11. Wanneer de communicatie-eenheid 700 geen voeding krijgt, zullen de wisselrelais schakelaars 1002 zich in de passieve rusttoestand bevinden. Hierdoor schakelt de bypass component 702 naar een tweede toestand waarbij de relais 1002 van de eerste communicatiepoort 704 verbonden worden met de relais 1002 van de tweede communicatiepoort 703. Bijgevolg komen de ethernetparen van beide communicatiepoorten in verbinding met elkaar. Deze verbinding resulteert in een nieuwe communicatie tussen de toestellen 905 die respectievelijk op de eerste en tweede communicatiepoort 704, 703 aangesloten zijn, zonder dat het toestel 905 dat nu zonder spanning is gevallen, hiervoor een onderbreking veroorzaakt. Krijgt het toestel 905 terug spanning, dan zullen de wisselrelais schakelaars 1002 zich in de actieve toestand bevinden, en wordt elk van de communicatiepoorten 704, 703 verbonden met de switch component 701. Het volledige toestel zal zich hierdoor gedragen als een switch hop in het netwerk, zonder dat de wisselrelais schakelaars 1002 hiervoor een obstructie vormen.
-29-
[70] Fig. 12 illustreert hoe via het gebruik van de hierboven beschreven 99127 uitvoeringsvorm van de communicatie-eenheid 700 binnen een installatie, een geavanceerde informatie-uitwisseling 1203 met het netwerk tot stand kan komen. Voor de eenvoud van voorstelling is in Fig. 12 slechts één toestel 100 voorgesteld, maar uitvoeringsvormen met meerdere, zelfs grote aantallen toestellen 100 zijn eveneens mogelijk. Op de uitvoeringsvorm van Fig. 12 wordt er binnen een module 1201 van de centrale aansturingseenheid 301 sturingsdata gegenereerd, welke naar het toestel wordt gecommuniceerd via een verbinding 1202. Gelijktijdig kan er, dankzij het gebruik van full-duplex communicatie, andere informatie worden uitgewisseld tussen het toestel 100 en de aansturingseenheid 301, zie 1203 op de figuur. Bijvoorbeeld wordt er informatie uit het netwerk verzameld, en wordt deze verwerkt in een module 1200 binnen de aansturingseenheid 301. Anderzijds is het ook mogelijk dat vanuit een module 1200 informatie naar het toestel 100 wordt gestuurd, bijvoorbeeld bij setup en configuratie.
[71] Een voorbeeld van mogelijke informatie-uitwisseling 1203 met het netwerk doet zich voor bij het aansluiten van de toestellen 100, waar de uitvinding toelaat een veel eenvoudigere setup en configuratie te bekomen dan via het patching’ proces zoals dit gekend is in de stand der techniek. Wanneer een toestel 100 van voeding wordt voorzien, kan het een discovery boodschap op het netwerk uitsturen. Deze bevat eigen informatie zoals bijvoorbeeld de identificatie van het toestel. Een applicatie, bijvoorbeeld op de centrale aansturingseenheid 301 kan de discovery boodschappen ontvangen en deze bewaren. Tevens kan informatie zoals metadata en informatie betreffende de aangesloten poorten (de “buren”) vanuit het netwerk verzameld worden. Op basis van de ontvangen informatie is de applicatie in staat een real time connectiediagram van het netwerk op te bouwen dat de topologie van het netwerk, bijvoorbeeld welke toestellen 100 zijn er aanwezig en hoe zijn ze bekabeld, visueel weer te geven. De gebruiker wordt zo in staat gesteld om op een snelle en overzichtelijke manier alle aangesloten toestellen 100 te identificeren. Ook kan er een configuratiemodule aanwezig zijn waarin de gebruiker elk toestel 100 eenvoudig kan voorzien van een identificatienummer (‘fixture-id”). De gebruiker kan bovendien de voorgestelde topologie in de
- 30 - applicatie van relatieve positie wijzigen waardoor de fysieke opstelling beter kan 99107 gereflecteerd worden in de applicatie. Er kan gebruik worden gemaakt van “slimme syntax” om dit proces nog te vergemakkelijken. Een voorbeeld hiervan is het sequentieel voorzien van het identificatienummer (bijvoorbeeld 1, 2, 3, … te.m. 12) door middel van het aanduiden van het eerste (“1”) en laatste (“12”) toestel in de sequentie. In dit voorbeeld worden de identificatienummers 2 tot en met 11 automatisch toegekend.
[72] Informatie over de aangesloten naburige toestellen 100 op de desbetreffende poort(en) kan bijvoorbeeld worden opgevraagd bij het wijzigen van een poortstatus door middel van LLDP (Link Layer Discovery Protocol) (IEEE 802.1AB-2009 of varianten). De LLDP-gegevens kunnen worden beschikbaar gesteld via een API. Hierdoor wordt voor de applicaties de mogelijkheid gecreëerd een volledige bekabelingstopologie weer te geven.
[73] Elke applicatie die compatibel is met de uitvinding kan metadata van elk aangesloten toestel ophalen bij het desbetreffende toestel. Bij configuratie worden alle achterliggende protocollen en configuratieparameters automatisch ingesteld, wat tot een veel snellere en eenvoudigere configuratie leidt dan bij het gekende ‘patching’ het geval is. Voorbeelden van metadata zijn: - Fixture ID - Positie - Status - Realtime configuratie informatie zoals bijvoorbeeld het aantal aangesloten LED's - Gebruiksgeschiedenis - Netwerklocatie - Geolocatie - Gebruikersconfiguratie - Firmware - Visuele voorstelling van gebruiksattributen - De virtuele representatie van het toestel voor hergebruik in visualisatiesoftware.
-31- BE2019/5127
[74] Een ander voorbeeld van mogelijke informatie-uitwisseling 1203 met het netwerk, is het real time monitoren van het netwerk, via een mapping module. Hierbij worden ontvangen monitoring boodschappen, bevattende informatie over de toestellen en hun buren, gebruikt om een real time connectiediagram te maken, dat wordt gebruikt voor continue monitoring door de gebruiker. Hierbij wordt bijvoorbeeld niet enkel getoond welke toestellen aanwezig zijn en hoe de fysieke kabels lopen, maar tevens welke dataconnecties actief zijn. Bijvoorbeeld kunnen de gegevens van een RSTP-protocol, nodig voor het realiseren van ring redundantie, worden geïnterpreteerd, verwerkt en beschikbaar gesteld via een API.
[75] Een ander voorbeeld van mogelijke informatie-uitwisseling 1203 met het netwerk, is het gebruik van een synchronisatiemodule. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van PTP (Precision Timing Protocol, bijvoorbeeld PTPv2 (IEEE 1588v2)) of een variant, waarmee door middel van timestamping de verwerkingsduur in één communicatie-eenheid wordt gemeten. Deze waarde wordt aan het PTP pakket toegevoegd, waarna dit proces bij elke hop kan herhaald worden. Op die manier is de synchronisatiemodule in staat is om bij het online komen van het systeem of veranderingen in de topologie te meten hoelang het duurt om alle netwerkpakketten tot bij alle ontvangende toestellen te krijgen. Aan de hand van deze resultaten kan de maximale framerate en maximale vertraging bepaald worden. Bovendien kan deze informatie worden gebruikt om accurate synchronisatie over de diverse toestellen heen te bekomen. Hierbij worden in de data naar de toestellen toe commando's verwerkt betreffende het exacte moment dat een actie mag worden uitgevoerd. Het toestel mag de uit te voeren actie slechts uitvoeren op het exacte moment dat hiervoor commando gegeven wordt. Bijvoorbeeld wordt het gesynchroniseerde commando gegeven door de gesynchroniseerde precision GPIO pin hoog te plaatsen op het exacte tijdstip van uitvoering.
[76] Verder is een uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk waarbij meerdere ontvangers worden ingesteld, die dezelfde of andere informatie ontvangen uit het toestel. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat enerzijds
-32- BE2019/5127 ontvanger À foutinformatie ontvangt en anderzijds ontvanger B geabonneerd is op alle monitoring uit het toestel. Voorbeelden hiervan zijn waarschuwingen over defecten of onderhoudsbehoeften, opgetreden problemen of data voortkomend uit sensoren van eender welke aard.
[77] Verder is een uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk dat het netwerk zich laat controleren door meerdere controllers indien desgewenst ingesteld. Dit kan tegelijkertijd: de uitvoeringsvorm van de uitvinding kan met voorrangsregels tot combinatie van deze commando's worden ingesteld. De huidige staat van de technologie laat dit enkel toe in een externe unit, een zogeheten merging engine. Het probleem met de huidige staat van de technologie is dat het met beperkingen kampt met betrekking tot het synchroon uitvoeren van deze operaties voor vele ontvangers. De uitvinding maakt dit mogelijk op een decentrale manier, in elk toestel, waardoor de noodzaak voor een merging engine wegvalt. De uitvinding bereikt hierdoor de unieke mogelijkheid om met een hoge mate van accuraatheid en synchronisatie vele toestellen aan te sturen met meerdere controllers tegelijkertijd. Dit verhoogt bovendien de redundantie.
[78] Hoewel de onderhavige uitvinding werd geïllustreerd aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de details van de voorgaande illustratieve uitvoeringsvormen, en dat de onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd met verschillende wijzigingen en aanpassingen zonder daarbij het toepassingsgebied van de uitvinding te verlaten. De onderhavige uitvoeringsvormen moeten daarom op alle vlakken worden beschouwd als illustratief en niet restrictief, waarbij het toepassingsgebied van de uitvinding wordt beschreven door de bijgevoegde conclusies en niet door de voorgaande beschrijving, en alle wijzigingen die binnen de betekenis en de reikwijdte van de conclusies vallen, zijn hier derhalve mee opgenomen. Er wordt met andere woorden van uitgegaan dat hieronder alle wijzigingen, variaties of equivalenten vallen die binnen het toepassingsgebied van de onderliggende basisprincipes vallen en waarvan de essentiële attributen worden geclaimd in deze octrooiaanvraag. Bovendien zal de lezer van deze octrooiaanvraag begrijpen
-33-
BE2019/5127 dat de woorden "omvattende" of "omvatten" andere elementen of stappen niet uitsluiten, dat het woord "een" geen meervoud uitsluit, en dat een enkelvoudig element, zoals een computersysteem, een processor of een andere geïntegreerde eenheid de functies van verschillende hulpmiddelen kunnenvervullen die in de conclusies worden vermeld.
Eventuele verwijzingen in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de conclusies in kwestie.
De termen "eerste", "tweede", "derde", "a", "bp", "c" en dergelijke, wanneer gebruikt in de beschrijving of in de conclusies, worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen of stappen en beschrijvenniet noodzakelijk een opeenvolgende of chronologische volgorde.
Op dezelfde manier worden de termen "bovenkant", "onderkant", "over", onder" en dergelijke gebruikt ten behoeve van de beschrijving en verwijzen ze niet noodzakelijk naar relatieve posities.
Het moet worden begrepen dat die termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en datuitvoeringsvormen van de uitvinding in staat zijn om te functioneren volgens de onderhavige uitvinding in andere volgordes of oriëntaties dan hierboven beschreven of geïllustreerd.

Claims (13)

-34- CONCLUSIES BE2019/5127
1. Een communicatie-eenheid (700) voor het regelen van de datacommunicatie met een aansturingseenheid (300) van een toestel (100) in een entertainment installatie, omvattende: - een eerste communicatiepoort (704) en een tweede communicatiepoort (703), elk aangepast voor het connecteren van genoemde communicatie-eenheid (700) met een dataverbinding (705) aangepast voor full duplex communicatie; - een switch component (701) aangepast om data uit te wisselen met genoemde aansturingseenheid (300), via full duplex communicatie; - een bypass component (702) aangepast om genoemde communicatie- eenheid (700) te schakelen tussen een eerste toestand en een tweede toestand, zodanig dat in genoemde eerste toestand genoemde eerste communicatiepoort (704) en genoemde tweede communicatiepoort (703) aan genoemde switch component (701) zijn geconnecteerd, en in genoemde tweede toestand genoemde eerste communicatiepoort (704) aan genoemde tweede communicatiepoort (703) is geconnecteerd.
2. Een communicatie-eenheid (700) volgens conclusie 1, waarbij genoemde dataverbinding (705) gebruik maakt van full-duplex Ethernet technologie.
3. Een communicatie-eenheid (700) volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemde switch component (701) configureerbaar is.
4. Een communicatie-eenheid (700) volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemde bypass component (702) is aangepast om bij actief zijn van genoemd toestel (100) genoemde communicatie-eenheid (700) te schakelen in genoemde eerste toestand, en bij inactief zijn van genoemd toestel (100) genoemde communicatie-eenheid te schakelen in genoemde tweede toestand.
-35- BE2019/5127
5. Een communicatie-eenheid (700) volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemde bypass component (702) gebruik maakt van één of meerdere schakelaars of relais tussen genoemde switch component (701) en elk van genoemde eerste communicatiepoort (704) en genoemde tweede communicatiepoort (703).
6. Een communicatie-eenheid (700) volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemde communicatie-eenheid (700) verder omvat: één of meerdere extra communicatiepoorten aangepast voor het connecteren van genoemde communicatie-eenheid (700) met een dataverbinding aangepast voor full duplex communicatie.
7. Een communicatie-eenheid (700) volgens conclusie 6, waarbij één of meerdere van genoemde extra communicatiepoorten zijn aangepast voor het ontvangen van elektrische stroom.
8. Een systeem (706) voor het aansturen van een entertainment installatie omvattende één of meerdere toestellen (100), waarbij genoemd systeem (706) omvat: - voor elk van genoemde één of meerdere toestellen (100), een aansturingseenheid (300), - voor elk van genoemde één of meerdere toestellen (100), een communicatie-eenheid (700) volgens conclusie 1 tot 7; - een centrale sturingseenheid (301) aangepast om data te genereren; - één of meerdere dataverbindingen (705) aangepast om data te communiceren tussen genoemde centrale sturingseenheid (301) en genoemde communicatie-eenheid (700) van genoemde één of meerdere toestellen (100), aangepast voor full-duplex communicatie.
9. Een systeem (706) volgens conclusie 8, waarbij genoemde systeem (706) verder een discovery module omvat aangepast om discovery boodschappen te ontvangen van en/of te
- 36 - verzenden naar genoemde één of meerdere toestellen (100), omvattende 99197 één of meerdere identificatiekenmerken van genoemde toestel (100).
10. Een systeem (706) volgens conclusie 8 tot 9, waarbij genoemde systeem (706) verder een monitoring module omvat aangepast om monitoring boodschappen te ontvangen van genoemde één of meerdere toestellen (100), omvattende één of meerdere kenmerken van genoemde toestel (100) en/of van een toestel (100) geconnecteerd met genoemd toestel (100).
11.Een systeem (706) volgens conclusie 10, waarbij genoemde systeem (706) verder een mapping module omvat aangepast om op basis van genoemde monitoring boodschappen een connectiediagram te maken, omvattende één of meerdere kenmerken van genoemde één of meerdere toestellen (100) en hun connecties.
12. Een systeem (706) volgens conclusie 8 tot 11, waarbij genoemde systeem (706) verder een configuratiemodule omvat aangepast om een configuratieboodschap te versturen naar een genoemde communicatie-eenheid omvattende één of meerdere parameters om genoemde communicatie-eenheid (700) of genoemde aansturingseenheid (300) te configureren.
13. Een systeem (706) volgens conclusie 8 tot 11, waarbij genoemde systeem (706) verder een synchronisatiemodule omvat aangepast om tijdsinformatie betreffende genoemde communicatie-eenheid (700) te verzamelen en genoemde tijdsinformatie te verwerken in genoemde data. 14Een methode voor het regelen van datacommunicatie met een aansturingseenheid (300) van een toestel (100) in een entertainment installatie, omvattende:
237 - BE2019/5127
- het voorzien van een communicatie-eenheid (700) omvattende een eerste communicatiepoort (704), een tweede communicatiepoort (703), een bypass component (702) en een switch component (701);
- het communiceren van data via één of meer dataverbindingen (705)
aangepast voor full-duplex communicatie, geconnecteerd met genoemde eerste en/of tweede communicatiepoort (704, 703);
- het schakelen van genoemde communicatie-eenheid (700) tussen een eerste toestand en een tweede toestand, waarbij in genoemde eerste toestand genoemde eerste communicatiepoort (704) en genoemdetweede communicatiepoort (703) aan genoemde switch component (701) zijn geconnecteerd, en in genoemde tweede toestand genoemde eerste communicatiepoort (704) aan genoemde tweede communicatiepoort (703) is geconnecteerd;
- het uitwisselen van genoemde data tussen genoemde switch component
(701) en genoemde aansturingseenheid (300), via full-duplex communicatie.
BE20195127A 2019-02-28 2019-02-28 Eenheid voor het regelen van datacommunicatie BE1027084B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195127A BE1027084B1 (nl) 2019-02-28 2019-02-28 Eenheid voor het regelen van datacommunicatie
US17/432,837 US20220141050A1 (en) 2019-02-28 2020-02-25 Unit for controlling data communication
PCT/EP2020/054939 WO2020173958A1 (en) 2019-02-28 2020-02-25 Unit for controlling data communication
EP20705995.7A EP3932018B1 (en) 2019-02-28 2020-02-25 Unit for controlling data communication
CN202080023829.7A CN113632423B (zh) 2019-02-28 2020-02-25 用于控制数据通信的单元

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195127A BE1027084B1 (nl) 2019-02-28 2019-02-28 Eenheid voor het regelen van datacommunicatie

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027084A1 BE1027084A1 (nl) 2020-09-21
BE1027084B1 true BE1027084B1 (nl) 2020-09-28

Family

ID=65717682

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195127A BE1027084B1 (nl) 2019-02-28 2019-02-28 Eenheid voor het regelen van datacommunicatie

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20220141050A1 (nl)
EP (1) EP3932018B1 (nl)
CN (1) CN113632423B (nl)
BE (1) BE1027084B1 (nl)
WO (1) WO2020173958A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115695060B (zh) * 2022-12-28 2023-03-21 苏州浪潮智能科技有限公司 一种断电保护方法、装置、设备和存储介质

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20090235001A1 (en) * 2006-11-27 2009-09-17 Holger Buttner Communication System Having a Master/Slave Structure
US20130138996A1 (en) * 2010-05-26 2013-05-30 Siemens Aktiengesellschaft Network and expansion unit and method for operating a network

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10715342B2 (en) * 2009-01-28 2020-07-14 Headwater Research Llc Managing service user discovery and service launch object placement on a device
DE102012209108B4 (de) * 2012-05-30 2014-05-15 Siemens Aktiengesellschaft Netzwerkeinrichtung, Netzwerkanordnung und Verfahren zum Betreiben einer Netzwerkanordnung
US9800431B2 (en) * 2016-03-08 2017-10-24 Ephesus Lighting, Inc. Controllers for interconnected lighting devices
WO2018204330A1 (en) * 2017-05-01 2018-11-08 Realnetworks, Inc. Multi-layered video streaming systems and methods
US10411793B1 (en) * 2018-06-20 2019-09-10 Goodrich Corporation Data transport and time synchronization for ISR systems
US11005893B2 (en) * 2018-12-04 2021-05-11 Microsoft Technology Licensing, Llc Automatic generation of security rules for network micro and nano segmentation

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20090235001A1 (en) * 2006-11-27 2009-09-17 Holger Buttner Communication System Having a Master/Slave Structure
US20130138996A1 (en) * 2010-05-26 2013-05-30 Siemens Aktiengesellschaft Network and expansion unit and method for operating a network

Also Published As

Publication number Publication date
WO2020173958A1 (en) 2020-09-03
BE1027084A1 (nl) 2020-09-21
US20220141050A1 (en) 2022-05-05
CN113632423A (zh) 2021-11-09
EP3932018C0 (en) 2023-08-09
CN113632423B (zh) 2023-05-26
EP3932018A1 (en) 2022-01-05
EP3932018B1 (en) 2023-08-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN109076681B (zh) 用于互连照明装置的控制器
US9143444B2 (en) Virtual link aggregation extension (VLAG+) enabled in a TRILL-based fabric network
US8654680B2 (en) Packet forwarding using multiple stacked chassis
US8442045B2 (en) Multicast packet forwarding using multiple stacked chassis
US9072134B2 (en) Configurable lighting devices under broadcast control
US20190373706A1 (en) Out-of-the-box commissioning of a lighting control system
JP2009534786A (ja) 固体照明装置のための統合された電源及び制御ユニット
EP3175680B1 (en) Lighting control and status queries
US10631377B2 (en) Control system for lighting devices
CN102150399A (zh) 减少桥接网络中的泛洪
EP3065350B1 (en) Link discovery method, system and device
WO2018149338A1 (zh) 基于sdn的远端流镜像控制方法、实现方法及相关设备
WO2015110324A1 (en) Power distribution system with low complexity and low power consumption
Herlich et al. Proof-of-concept for a software-defined real-time Ethernet
BE1027084B1 (nl) Eenheid voor het regelen van datacommunicatie
CN103595639A (zh) 一种组播转发表项处理方法及装置
DK2719129T3 (da) Huskommunikationsnetværk
BE1028726B1 (nl) Uitbreidingselement voor een toestel in een bus netwerk
JP4543889B2 (ja) 調光制御端末装置及び調光制御システム
WO2024002795A1 (en) A cross-border communication method for wireless mesh networks
US11374822B2 (en) Virtual stack setup
WO2016177205A1 (zh) 软件定义网络设备与控制器连接状态的指示方法及装置
Newton Art-Net and wireless routers
SK7768Y1 (sk) Modulárny rozbočovač a smerovač audio-/video- a/alebo DMX signálov
KR20200101050A (ko) 링 네트워크 장치 및 링 네트워크 장치의 통신 포트 정보와 통신 상태 확인 방법

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200928