BE1027036B1 - Werkwijze, computersysteem en computerprogrammaproduct voor verplaatsingspatroon en demografische heat map creatie - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een computer geïmplementeerde werkwijze voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet. De werkwijze die de stappen omvat van: het verkrijgen, voor elk van een veelvoud aan gebruikersapparaten, een verzameling van tijdsvermeldingen omvattende een veelvoud aan tijdsvermeldingen; het bepalen van een route, gebaseerd op ruimtelijke wegennetwerkgegevens, voor elk van meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten; en aggregeren van de bepaalde routes in een ruimtelijke heat map. De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een computersysteem en een computerprogrammaproduct voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet.

Description

WERKWIJZE, COMPUTERSYSTEEM EN COMPUTERPROGRAMMAPRODUCT VOOR VERPLAATSINGSPATROON EN DEMOGRAFISCHE HEAT MAP CREATIE

TECHNISCH DOMEIN De huidige uitvinding heeft betrekking op een computer geïmplementeerde uitvinding voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet.

STAND DER TECHNIEK Met de voortdurende verstedelijking van de wereldbevolking en de snelle groei van steden, staan stedenbouwkundigen voor veel uitdagingen, waaronder zwaar overbelaste wegen, overijverige ontwikkeling en toenemende vervuiling. Om deze problemen efficiënt aan te pakken, moeten stedenbouwkundigen een beter begrip van de dynamiek van moderne steden ontwikkelen. Dit omvat het bestuderen van de stroom van mensen in- en uit steden, evenals het gebruik van de commerciële en residentiële delen van een bepaalde stad. Inzicht in deze kwesties is van cruciaal belang voor stedenbouwkundigen om de steden van morgen te bouwen en tegelijkertijd te beantwoorden aan de toegenomen beperkingen in grondstoffen en omgeving. Dergelijke onderzoeken zijn echter een tijdrovend en duur proces, met technieken als enquêtes en voertuigtelling. Grootschalige woon-werkstudies kunnen jaren duren om te voltooien, en veel gemeenten leren slechts zelden over nieuwe trends wanneer een gedetailleerde telling wordt vrijgegeven.

US 9 374 661 openbaart een werkwijze en een systeem voor het ontdekken van verplaatsingspatronen op basis van gegevens verzameld uit een veelvoud aan dynamische en/of mobiele sensorapparaten. Voorbeelden van mobiele sensorapparaten zijn mobiele telefoons, tablets en voertuignavigatiesystemen. De mobiele sensorapparaten merken of detecteren de aanwezigheid van apparaten in de buurt op en registreren informatie over elke detectie. Deze bekende methode vereist dat respondenten een applicatie downloaden en installeren die periodiek scant op draadloze communicatie vanaf andere apparaten en is dus niet geschikt voor wijdverspreid en eenvoudig gebruik.

Passieve meettechnieken hebben vooral de voorkeur van bedrijven voor marktonderzoek omdat het veel gemakkelijker is om respondenten te verkrijgen. Bovendien is het verzamelen van gegevens eenvoudiger, handiger en efficiënter. Deimpact van menselijke fouten op de metingen zelf wordt ook grotendeels vermeden.

Vanwege hun hoge prevalentie is zowel het gebruik van mobiele netwerkgegevens als het gebruik van gps-ontvangers voorgesteld voor het identificeren van verplaatsingspatronen en demografische stromen.

Beide systemen hebben echterhun eigen set van inherente beperkingen.

Om te beginnen zijn gps-ontvangers niet energiezuinig en verbruiken een aanzienlijke hoeveelheid stroom van batterijen van mobiele apparaten die een beperkte capaciteit hebben.

Afhankelijk van de frequentie van locatieschattingen die worden geleverd door een apparaat van een gebruiker, zou het leeglopen van de batterij mogelijk kunnen stijgen tot een niveau dat in het beste geval merkbaar is en in het slechtste geval onaanvaardbaar voor de gebruiker.

Het verhoogde stroomverbruik is niet de enigste reden waarom een gebruiker bezwaar kan maken tegen het idee dat zijn of haar mobiel apparaat uitgerust met gps is geconfigureerd om continu locatieschattingen te leveren.

Veel, zo niet de meeste gebruikers van mobiele apparaten hebben een diepgewortelde afkeer van het idee dat hun bewegingen worden geregistreerd, zelfs als dit op anonieme basis gebeurt.

Bewegingsregistratie op basis van gps-gegevens op specifieke tijdstippen, vereist dat respondenten een applicatie downloaden en installeren en is daarom niet geschikt voor wijdverspreid en eenvoudig gebruik.

Mobiele netwerkgegevens vereisen de opvraging van dergelijke gegevens uit een mobiel netwerk.

Zo’n opvraging brengt een grote belasting van de capaciteit van het netwerk met zich mee, wat de kwaliteit van de verschillende diensten van de netwerkaanbieder beïnvloedt.

Een bijkomend probleem houdt verband met de discrete en onvoorspelbare verdeling van passieve mobiele netwerkgegevens die geschikt zijn voor lokalisatieschattingen.

Bijvoorbeeld, de details van gespreksoproepinformatie kan worden gebruikt voor lokalisatieschattingen.

De verschillende gegevenspunten van dergelijke opnames zijn echter schaars in de tijd omdat ze alleen worden gegenereerd wanneer een transactie plaatsvindt, waardoor gebruikers van mobiele telefoons op alle andere momenten onzichtbaar worden.

Bovendien zijn dergelijke opnames grof in de ruimte omdat ze locaties vastleggen op de granulariteit van het gebied van een gsm-mast, wat onzekerheid geeft over de volgorde van enkele vierkante kilometer voor elke transactie.

Soortgelijke problemen worden waargenomen voor andere gegevensformaten van mobiele netwerken die geschikt zijn voor het passief bepalen van locatieschattingen.

WO 2015 044 030 onthult een passieve meettechniek, systeemprocessen en analyses voor onnauwkeurig gerapporteerde locatieschattingen verzameld van verscheidene mobiele apparaten. De beschreven methode is echter niet aangepast om een zeer gedetailleerde en nauwkeurige schatting van verschillende verplaatsingspatronen en demografische stromen mogelijk te maken. In het bijzonder is de beschreven werkwijze niet aangepast om een zeer gedetailleerde en nauwkeurige schatting van de verschillende verplaatsingspatronen of demografische stromen met behulp van mobiele netwerkgegevens mogelijk te maken, gedeeltelijk door ten minste enkele van de hierboven genoemde beperkingen die onlosmakelijk hiermee verbonden zijn.

Er blijft in de techniek behoefte bestaan aan methoden die mobiele netwerkgegevens gebruiken voor het schatten van verplaatsingspatronen of demografische stromen, in het bijzonder methoden die zeer gedetailleerde en nauwkeurige schattingen mogelijk maken.

De huidige uitvinding beoogt ten minste enkele van de hierboven genoemde technische problemen op te lossen. In het bijzonder beoogt de huidige uitvinding ten minste enkele van de bovengenoemde technische problemen met betrekking tot het gebruik van mobiele netwerkgegevens op te lossen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een computer geïmplementeerde methode voor het schatten van een demografische stroom door een wegennetwerk volgens conclusie 1. De voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de computer geïmplementeerde methode worden beschreven door conclusie 2 tot

13.

In een tweede aspect, heeft de uitvinding betrekking op een computersysteem voor het schatten van een demografische stroom door een wegennetwerk volgens conclusie 14.

In een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een computerprogrammaproduct voor het schatten van een demografische stroom door een wegennetwerk volgens conclusie 15. Het derde aspect kan verder betrekkinghebben op een tastbare niet-tijdelijke computerleesbare gegevensdrager die het computerprogrammaproduct omvat.

De huidige uitvinding is nuttig omdat deze het gebruik van mobiele netwerkgegevens mogelijk maakt. Gegevens van mobiele netwerken zijn overal beschikbaar. Mobiele netwerkgegevens maken het gebruik van passieve locatiemetingen mogelijk. Mobiele netwerkgegevens maken ook realtime registratie van demografische stroom mogelijk. De huidige uitvinding is nuttig omdat hiermee een ruimtelijke heat map kan worden gecreëerd die de verschillende demografische stromen nauwkeurig weergeeft en een zeer hoog detailniveau heeft.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuren 1, 2 en 3 verschaffen een schematisch overzicht van de stappen voor het creëren van een demografische heat map volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De huidige uitvinding heeft in een eerste aspect betrekking op een in de computer geïmplementeerde methode voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet. In een tweede en derde aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op een computersysteem en een computerprogrammaproduct voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet. Hierna zal de uitvinding in detail worden beschreven, de voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden besproken en de uitvinding zal worden geïllustreerd door middel van niet-limitatieve voorbeelden. Zoals hierin gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenissen: "Een", "een" en "de" zoals hierin gebruikt, verwijzen zowel naar enkelvoud als het meervoud, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. Bij wijze van voorbeeld verwijst "een gebruikersapparaat" naar één of meer dan één gebruikersapparaat. De term "ongeveer" zoals hierin gebruikt bij het verwijzen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdelijke duurtijd, en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/- 5% ofminder, meer bij voorkeur +/- 1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/- 0,1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zover zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" gebruikt wordt, zelf 5 specifiek en bij voorkeur wordt bekendgemaakt. “Omvatten”, “omvattende” en “omvat” en “bestaande uit” zoals hier gebruikt, zijn synoniem met “bevatten”, “bevattende” of “bevat” en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv. een component en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit. Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij anders gespecificeerd. Het zal duidelijk zijn dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin beschreven zijn, in andere opeenvolgingen kunnen worden gebruikt dan hier beschreven of geïllustreerd. De opsomming van numerieke reeksen door eindpunten omvat alle getallen en breuken die binnen dat bereik zijn ondergebracht, evenals de opgesomde eindpunten.

Terwijl de termen “één of meer" of "ten minste één", zoals één of meer of ten minste één lid (leden) van een groep leden, op zichzelf duidelijk is, door middel van verdere voorbeelden, omvat de term onder meer een verwijzing naar een van genoemde leden, of naar twee of meer van de genoemde leden, zoals bijvoorbeeld elk 23, 24, 25, 26 of 27 etc. van de genoemde leden, en tot alle genoemde leden. Alle verwijzingen die in de huidige beschrijving worden aangehaald, worden hierbij in hun geheel door verwijzing opgenomen. In het bijzonder, wordt de leer van alle verwijzingen waarnaar hier specifiek wordt verwezen door verwijzing opgenomen. Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt bij het openbaren van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een deskundige binnen hetvakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Door middel van verdere richtlijnen zijn definities van de gebruikte termen in de beschrijving opgenomen om de leer van de huidige uitvinding beter te beoordelen. De hierin gebruikte termen of definities worden uitsluitend verstrekt om het begrip van de uitvinding te helpen begrijpen.

Verwijzing in deze beschrijving naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of eigenschap beschreven met betrekking tot de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Aldus verwijzen verschijningen van de uitdrukkingen "in één uitvoering" of "in een uitvoering" op verschillende plaatsen in deze beschrijving niet noodzakelijkerwijs allemaal naar dezelfde uitvoering, maar kunnen dat wel. Daarnaast kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte wijze worden gecombineerd, zoals voor een deskundige binnen dit vakgebied duidelijk zou zijn, in één of meer uitvoeringsvormen. Verder, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen enkele maar niet andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld binnen het toepassingsgebied van de uitvinding te vallen en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals duidelijk zou zijn voor de deskundigen binnen het vakgebied. Bijvoorbeeld kunnen elk van de gestelde uitvoeringsvormen in de onderstaande conclusies in elke combinatie worden gebruikt. In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een computer geïmplementeerde werkwijze voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet. Het wegennet bestaande uit meerdere wegsegmenten. Bij voorkeur omvat de werkwijze de stap van het verkrijgen, voor elk van een veelvoud aan gebruikersapparaten, een verzameling van tijdsvermeldingen die een veelvoud aan tjdsvermeldingen omvat. Bij voorkeur omvat elk van de genoemde tijdsvermeldingen informatie over tijd en locatie. Meer bij voorkeur wordt genoemde informatie over tijd en locatie afgeleid van één of meerdere gegevensvormen van mobiele communicatie voor een gebruikersapparaat. Zelfs nog meer bij voorkeur, één of meer gegevensvormen van mobiele communicatie die zijn opgenomen in de volgende groep: opname gespreksinformatie, cell ID's en meetrapporten. Bij voorkeur wordt genoemde informatie van de locatie verkregen met behulp van triangulatie en/of multilateratie. Bij voorkeur omvat de werkwijze verder de stap voor het bepalen van een route voor elk van meerdere van genoemd veelvoud aangebruikersapparaten. Bij voorkeur is genoemde route gebaseerd op ruimtelijke wegennetwerkgegevens. Bij voorkeur is genoemde route ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de verzameling van tijdsvermeldingen van het desbetreffende gebruikersapparaat. Bij voorkeur omvat de werkwijze verder de stap van aggregeren van de bepaalde routes voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten in een ruimtelijke heat map.

In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een computersysteem voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet. Het computersysteem is geconfigureerd voor het uitvoeren van de computer geïmplementeerde methode volgens het eerste aspect van de uitvinding.

In een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een computerprogrammaproduct voor het schatten van een demografische stroom door een wegennet. Het computerprogrammaproduct omvattende instructies die, wanneer het computerprogrammaproduct wordt uitgevoerd door een computer, laat de computer de computer geïmplementeerde methode volgens het eerste aspect van de uitvinding uitvoeren.

De huidige toelichting verschaft een werkwijze, een systeem en een computerprogrammaproduct voor het gebruiken van locatieschattingen van een gebruikersapparaat voor de schatting van een demografische stroom door een wegennet. Een persoon met een gewone bekwaamheid in de techniek zal begrijpen dat de methode wordt geïmplementeerd in een computerprogrammaproduct en wordt uitgevoerd met behulp van het computersysteem. Hieronder worden de drie aspecten van de huidige uitvinding samen behandeld.

Het moet duidelijk zijn dat, ondanks de volgende beschrijving gericht is op het gebruik van tijd- en locatiegegevens afgeleid van mobiele communicatiegegevens, elke tijd- en locatiegegevens afgeleid met behulp van gelijk welke meettechniek op elk netwerksysteem kunnen worden gebruikt om een demografische stroom door een wegennet volgens de huidige toelichting te schatten.

"Netwerksysteem" zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als een systeem dat een aantal basisstations omvat die in staat zijn om draadloze communicatiesignalen uit te wisselen met desbetreffende mobiele apparaten. Een netwerksysteem kan worden geïnterpreteerd als een enkel netwerk of een combinatie van meerderenetwerken. Een netwerksysteem kan bijvoorbeeld internet, één of meer intranetten, vaste netwerken, draadloze netwerken (bijv. via Wi-Fi, Bluetooth, Near Field Communication (NFC) of andere draadloze communicatietechnologie) en/of geschikte soorten communicatienetwerken omvatten. In een ander voorbeeld kan een netwerksysteem een draadloos telecommunicatienetwerk (bijvoorbeeld 3G, 4G, 5G, HDSPA, LTE, WiMax of een ander mobiel telefoonnetwerk) aangepast om te communiceren met andere communicatienetwerken, zoals internet omvatten.

Bij voorkeur wordt een passieve meettechniek gebruikt om gegevens te verzamelen van een netwerksysteem. In tegenstelling tot een actieve meettechniek maakt een dergelijke passieve meettechniek het mogelijk netwerkgegevens te verzamelen zonder nieuw verkeer in het genoemde netwerk te injecteren en/of zonder het bestaande verkeer van het netwerk te beïnvloeden. Passieve meettechnieken verzamelen alleen tijd- en locatiegegevens op discrete en onvoorspelbare tijdstippen. Een passieve meettechniek is nuttig omdat de ontvangen verzameling van tijdsvermeldingen op een energie-efficiënte manier worden verzameld voor de verschillende gebruikersapparaten. Bovendien hebben passieve meettechnieken de voorkeur van de gebruikers van genoemde gebruikersapparaten, aangezien de locatie van de genoemde gebruikers niet continu wordt gemonitord.

"Basisstation" zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als elk knooppunt van een netwerksysteem dat communicatiesignalen kan uitwisselen met een mobiel apparaat. In de context van een mobiel telecommunicatienetwerk moet een basisstation worden begrepen als een synoniem van een antenne, een toren of een telecommunicatietoren. "Gebruikersapparaat" of "gebruikersapparatuur” zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als een niet-limiterende term die verwijst naar elk draadloos apparaat of knooppunt, bijv. persoonlijke digitale assistentie (PDA), laptop, mobiele telefoon, sensor, vast relais, mobiel relais of zelfs een klein basisstation dat wordt geplaatst wanneer tijdmetingen voor plaatsing worden overwogen. Bij voorkeur is een dergelijk gebruikersapparaat een mobiel apparaat. Bij voorkeur is een dergelijk mobiel apparaat een mobiele telefoon. Een mobiele telefoon wordt veel gebruikt. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt de informatie over tijd en locatie afgeleid van mobiele communicatiegegevens voor een gebruikersapparaat. Verschillende gegevensvormen van mobielecommunicatiegegevens kunnen worden gebruikt.

Voorbeelden hiervan zijn, maar zijn niet beperkt tot, opname van gespreksinformatie, cell ID's en meetrapporten.

Mobiele communicatiegegevens zijn wijdverspreid beschikbaar.

Mobiele communicatiegegevens kunnen via het mobiele netwerk worden verzameld.

Mobielecommunicatiegegevens maken het gebruik van passieve meettechnieken mogelijk.

Het gebruik van mobiele netwerkgegevens vereist geen upload van tijd- en locatiegegevens van een gebruikersapparaat.

Het gebruik van mobiele communicatiegegevens zorgt voor realtime registratie van verplaatsingspatronen en het realtime maken van demografische heat maps.

Realtime registratie van deverschillende demografische stromen maakt het mogelijk om een realtime gegevensstroom van verplaatsingspatronen of demografische stromen te genereren.

Genoemde informatie over tijd en locatie kan ten minste gedeeltelijk worden afgeleid van een opname van gespreksinformatie. “Opname van gespreksinformatie” zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als een gegevensrecord dat de details van een telecommunicatietransactie die worden ontwikkeld door een gebruikersapparaat opslaat.

Een voorbeeld van een telecommunicatietransactie is een telefooncentrale.

Een voorbeeld van een telecommunicatietransactie kan elke uitwisseling door telecommunicatieapparatuur zijn.

Het record kan verschillende eigenschappen van een telecommunicatietransactie, zoals tijd, duur, voltooiingsstatus, bronnummer, bestemmingsnummer, evenals de locatie van het gebruikersapparaat bevatten.

Een dergelijke toepassing heeft het voordeel dat een toename van het stroomverbruik van mobiele apparaten wordt vermeden.

Bovendien heeft een dergelijke toepassing het voordeel dat het niet nodig is om gebruikers van apparatuur te verwerven om een applicatieprogramma te downloaden en te activeren.

Bij voorkeur is genoemde informatie over tijd en locatie ten minste gedeeltelijk afgeleid van een volledig signaalspoor. “Volledig signaalspoor” zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als een gegevensrecord dat meerdere cell ID's over een tijdsperiode omvat. "Cell ID" zoals hierin gebruikt moet worden opgevat als een algemeen uniek nummer dat wordt gebruikt om elk basisstation of sector van een dergelijk basisstation te identificeren binnen een code van een locatiegebied en/of binnen een gsm-netwerk.

Cell ID plaatsing maakt gebruik van één of meer van de verschillende unieke ID's die worden verzonden door een basisstation, waardoor een schatting van de locatie mogelijk is met behulp van een conventioneel lokalisatieprotocol, zoals triangulatieprotocollen of multilateratieprotocollen.

De unieke ID's kunnen één of meer parameters zijn, geselecteerd uit de volgende groep:

mobiele landscode (MCC), mobiele netwerkcode (MNC), de locatieomgevingscode (LAC) en de Cell ID (CID). Een dergelijke toepassing heeft het voordeel dat een toename van het stroomverbruik van mobiele apparaten wordt vermeden en dat het niet nodig is om gebruikers van apparatuur te werven om een applicatieprogrammate downloaden en te activeren.

Bij voorkeur is genoemde informatie over tijd en locatie ten minste gedeeltelijk afgeleid van een meetrapport. “Meetrapport” zoals hierin gebruikt moet worden begrepen als een gegevensrecord dat informatie over de kwaliteit van het signaal van een gebruikersapparaat naar één of meer basisstations omvat.

Een meetrapport kan worden ontwikkeld wanneer een gebruikersapparaat de verbinding met een basisstation verliest.

Een meetrapport kan ook periodiek worden ontwikkeld.

Aangezien een meetrapport signaalinformatie van een gebruikersapparaat met het oog op een basisstation omvat, is een schatting van de afstand tussen het gebruikersapparaat en het basisstation mogelijk.

In het algemeen omvat een meetrapport signaalinformatie van een gebruikersapparaat met het oog op twee of meer basisstations, wat een schatting van de locatie mogelijk maakt met behulp van conventionele triangulatieprotocollen.

Een dergelijke toepassing heeft het voordeel dat een toename van het stroomverbruik van mobiele apparaten wordt vermeden en dat het niet nodig is om gebruikers van apparatuur te werven om een applicatieprogramma te downloaden en te activeren.

Bij voorkeur is een dergelijk conventioneel lokalisatieprotocol een op tijd gebaseerd lokalisatieprotocol, dat de tjd meet die een signaal nodig heeft om een basisstation te bereiken (vluchttijd, ToF). Meer bij voorkeur wordt de TOF geschat met behulp van een tweerichtingsbereik (TWR) algoritme en/of een tijdsverschil-van-aankomst (TDoA) - protocol.

Zelfs nog meer bij voorkeur is genoemde informatie over tijd en locatie ten minste gedeeltelijk afgeleid van een combinatie van één of meer meetrapporten en één of meer cell ID’s die omvat zijn door een volledig datasignaal gegevensregistratie.

De aanvrager heeft opgemerkt dat een combinatie van meetrapporten en cell ID's zorgt voor nauwkeurigere locatieschattingen.

Door meer nauwkeurige locatieschattingen te gebruiken, is een verbeterde registratie van het verplaatsingspatroon en het maken van demografische heat map mogelijk.

De aanvrager merkte ook op dat door een combinatie van één of meer meetrapporten en één of meer Cell ID's te gebruiken, nauwkeurige locatieschattingen kunnen worden verkregen zonder dekwaliteit van de verschillende diensten die door een netwerkoperator worden aangeboden te beïnvloeden.

Volgens een uitvoeringsvorm kan de genoemde informatie over tijd en locatie ook, ten minste gedeeltelijk, zijn afgeleid van een combinatie van één of meer meetrapporten, één of meer Cell ID's die zijn opgenomen in een gegevensrecord die volledige gegevens over de signalen en één of meer opnames van gespreksinformatie omvatten. De aanvrager heeft opgemerkt dat een combinatie van meetrapporten, cell ID's en één of meer opnames van gespreksinformatie nog nauwkeurigere locatieschattingen mogelijk maakt. Een dergelijke combinatie van mobiele communicatiegegevensformaten maakt een nog betere registratie van verplaatsingspatroon en het creëren van demografische heat map mogelijk. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvatten de locatiegegevens van een gebruikersapparaat een identificatiemiddel van een gebied met ruimtelijke omvang. Een dergelijk gegevensformaat zorgt voor een eenvoudige naverwerking. Genoemde geografische subeenheid kan ook een in hoofdzaak cirkelvormige vorm hebben. Volgens een uitvoeringsvorm kan genoemde gebied een geografische subeenheid zijn die wordt gevormd door een uniform net. Genoemde geografische subeenheid kan een veelhoekige vorm hebben. Dit uniforme net kan worden verkregen met behulp van loodrechte afbeelding op een geografische regio met ruimtelijke omvang. Dit uniforme net kan bijvoorbeeld worden verkregen met behulp van schattingen van de lengte- en breedtegraad om de verschillende geografische subeenheden te definiëren. Volgens een andere uitvoeringsvorm kan genoemd gebied met ruimtelijke omvang een foutschatting zijn op basis van ruimtelijke statistieken. Het moet duidelijk zijn dat elke bekende ruimtelijke statistische methode in de techniek kan worden gebruikt om een dergelijke foutschatting te verkrijgen. Bij voorkeur omvatten genoemde locatiegegevens verder een locatieschatting van het gebruikersapparaat. Meer bij voorkeur is genoemde locatieschatting een zwaartepunt van genoemd gebied met ruimtelijke omvang. Bij voorkeur is genoemd gebied een veelhoekig gebied. Bij voorkeur is genoemd gebied een in hoofdzaak cirkelvormig gebied. Het schatten van een zwaartepunt van een veelhoekig gebied is eenvoudig toe te passen. Het schatten van een zwaartepunt van een cirkelvormig gebied is eenvoudig toe te passen. De mobiele gegevens kunnen bijvoorbeeld worden verzameld en vervolgens worden verstrekt door een netwerkoperator. De geschatte verplaatsingspatronen en demografische stromen kunnen beschikbaar worden gesteld aan bedrijven voormarktonderzoek. Een schatting van de demografische stroom zorgt onder andere voor een verbeterde stadsplanning. Bijvoorbeeld kunnen nieuwe commerciële activiteiten worden gebouwd op plekken die als een interessante locatie kunnen worden beschouwd door de verzamelde demografische stromen. Voorbeelden van dergelijke commerciële activiteiten omvatten, maar zijn niet beperkt tot, zakelijke vestigingen (bijv. koffiebars, cafés, restaurants, winkels), toiletten, landschappelijke locaties en parken. Bijvoorbeeld nieuwe woongebieden kunnen ook worden gebouwd op plaatsen die als rustiger worden beschouwd door de verzamelde demografische stromen.

Bij voorkeur kunnen alle verschillende naverwerkingsstappen op een computersysteem worden uitgevoerd. "Naverwerking" zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als alle stappen voor gegevensmanipulatie en/of gegevenordening na het verzamelen van de gegevens in bijvoorbeeld een database. Bij voorkeur omvat genoemd computersysteem een server. Deze server kan een gecentraliseerde server zijn. Deze server kan een gecentraliseerde op de cloud gebaseerde server zijn. Bij voorkeur is genoemde server ingesteld om de verschillende naverwerkingsstappen uit te voeren. Bij voorkeur omvat genoemd computersysteem bijkomend een database werkzaam in communicatieve verbinding met genoemde server. De mobiele gegevens kunnen worden verzameld en/of verstrekt in de genoemde database. Bij voorkeur omvat genoemd computersysteem bijkomend een invoermodule werkzaam in communicatieve verbinding met genoemde server. Bij voorkeur omvat genoemd computersysteem bijkomend een uitvoermodule werkzaam in communicatieve verbinding met genoemde server. Bij voorkeur omvat genoemd computersysteem bijkomend één of meer computers die werkzaam zijn in communicatieve verbinding met genoemde server. Eén of meer genoemde computers kunnen de invoer van gegevens mogelijk maken met behulp van de invoermodule. Eén of meer computers kunnen de presentatie van de geschatte demografische stromen mogelijk maken met behulp van de gebruikersinterfaces van één of meer genoemde computers. Eén of meer genoemde computers kunnen ook de presentatie van een demografische heat map mogelijk maken met behulp van de gebruikersinterfaces van één of meer genoemde computers. Bij voorkeur kunnen de verzameling van tijdsvermeldingen worden ontvangen in of kunnen worden omgezet in een geanonimiseerd format om de identiteit van de respectieve eigenaars van gebruikersapparaten te beschermen. Verschillende veilige hash-functies, zoals ‘Message Digest version 5’ (MD5), ‘the Secure Hash Algorithm

1’ (SHA-1) of the ‘SHA-2 serie van hash-functies (bijv. SHA-224, SHA-256, SHA- 384, SHA-512, etc.) kunnen worden gebruikt voor het anonimiseren van het veelvoud aan gebruikersapparaten. Genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten kan worden geanonimiseerd door ten minste één van genoemde hash-functies toe te passen op de overeenkomstige verzameling van tijdsvermeldingen. Genoemde hash-functies zijn eenrichting dus de kans op een conflict is klein en de hash-waarde verandert drastisch voor zelfs kleine bestandswijzigingen. De eenrichtingsfunctie betekent dat het uitzonderlijk onwaarschijnlijk is dat de inhoud van een bestand opnieuw kan worden gemaakt met alleen de hash-waarde. De lage kans op een conflict betekent dat het onwaarschijnlijk is dat twee verschillende bestanden dezelfde waarde kunnen produceren. Drastische wijzigingen in de hash-waarde, zelfs voor kleine wijzigingen, maken elke wijziging, zelfs de kleinste, gemakkelijk opspoorbaar. De geanonimiseerde mobiele gegevens kunnen worden verzameld en/of ontwikkeld in een database. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, wordt elk van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten geanonimiseerd door een eenrichtingshashfunctie toe te passen op de overeenkomstige verzameling tijdsvermeldingen, waardoor een respectieve geanonimiseerde identificator voor elk overeenkomstig gebruikersapparaat wordt verkregen. Zelfs nog meer bij voorkeur wordt een eenrichtige SHA-256 hash-functie gebruikt.

Bij voorkeur biedt de huidige uitvinding een werkwijze omvattende, voor elk meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten, meerdere aggregatiestappen voor meerdere opeenvolgende tijdsvermeldingen, omvat door een verzameling van tijdsvermeldingen, in een discrete en daaropvolgende aggregatiebins. Als zodanig zijn de verkregen gegevens gestructureerd. Bij voorkeur omvat de werkwijze ten minste één hiërarchische aggregatiestap, meer bij voorkeur omvat de werkwijze ten minste twee hiërarchische aggregatiestappen. Bij het verhogen van het aantal hiërarchische aggregatiestappen, maakt een dergelijke werkwijze een vereenvoudiging van de naverwerking mogelijk. In het bijzonder bij het verhogen van het aantal hiërarchische aggregatiestappen, maakt een dergelijke werkwijze het mogelijk om een routebepaling uit de geaggregeerde gegevens te vereenvoudigen. Een vereenvoudiging van de naverwerking zorgt onder andere voor een verbeterde realtime tracking van de verschillende demografische stromen. Meer bij voorkeur biedt de huidige uitvinding ook een werkwijze die de iteratieve verbetering van de bepaalde routes omvat gebaseerd op de locatiegegevens omvat door genoemde aggregatiegegevens.

“Hiërarchische aggregatie” of “hiërarchische gegevensaggregatie” zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als omvattende elke gegevensordende stap van één of meer verzamelingen van tijdsvermeldingen, waarbij elke verzameling van tijdsvermeldingen informatie over de locatie en overeenkomstige informatie over de tijd voor een gebruikersapparaat omvat en waarbij één of meer van genoemde verzamelingen van tijdsvermeldingen zijn geordend in discrete en daaropvolgende gegevensaggregaties of aggregatiebins op basis van een eigenschap van één of meer genoemde verzamelingen van tijdsvermeldingen. Een dergelijke gegevensordening maakt een betere gegevensverwerking mogelijk.

Bij voorkeur omvat genoemde hiërarchische gegevensaggregatie een eerste gegevensordende stap, waarin elke verzameling van tijdsvermeldingen voor elk van genoemde gebruikersapparaten wordt verdeeld in discrete en daaropvolgende aggregatiebins. Bij voorkeur definiëren genoemde tijdbins een tijdsperiode. Meer bij voorkeur is genoemde tijdsperiode vooraf bepaald. Genoemde tijdsperiode kan ook gebaseerd zijn op één of meer eigenschappen van genoemde verzameling van tijdsvermeldingen.

Bij voorkeur omvat genoemde hiërarchische gegevensaggregatie een tweede gegevensordende stap. Meer bij voorkeur wordt genoemde tweede gegevensordende stap uitgevoerd na de verdeling van elke verzameling van tjdsvermeldingen voor elk van genoemde gebruikersapparaten in discrete en daaropvolgende aggregatiebins. Bij voorkeur omvat de tweede gegevensordende stap de aggregatie van één of meer aggreagatiebins in aggregatie-episodes. Bij voorkeur is genoemde aggregatie gebaseerd op één of meer eigenschappen van één of meer genoemde aggregatiebins. Genoemde aggregatie kan ook gebaseerd zijn op een vooraf bepaald criterium. Het genoemde criterium kan bijvoorbeeld een op tijd gebaseerd criterium zijn.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze, voor elk van meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten, de stap van de aggregatie van meerdere opeenvolgende verzamelingen van tijdsvermeldingen, omvat door een verzameling van tijdsvermeldingen, in discrete en opeenvolgende tijdbins. Bij voorkeur omvat de werkwijze verder de stap van het associëren van een label met elk van de opeenvolgende tijdbins. Meer bij voorkeur is de labelassociatie ten minste gedeeltelijk gebaseerd op een vooraf bepaald labelingscriterium. Dit label kan een stationair label, een bewegend label of een leeg label zijn. Door meerdereopeenvolgende verzamelingen van tijdsvermeldingen samen te voegen volgens de huidige voorkeurdragende uitvoeringsvorm, kunnen de effecten van kleine observationele uitbijtersfouten worden verminderd. Door de verschillende tijdbins te labelen, wordt de naverwerking vergemakkelijkt.

"Aansluitend gebied" zoals hierin gebruikt, moet worden begrepen als een gebied dat meerdere tijdsvermeldingen omvat met locatiegegevens met een bepaalde ruimtelijke omvang en waarin de ruimtelijke omvang van de locatiegegevens van genoemde verschillende tijdsvermeldingen ten minste gedeeltelijk overlapt of ten minste een aanrakingsrand heeft . Bij voorkeur omvat het vooraf bepaalde labelcriterium het associëren van een stationair label met een tijdbin indien de locatiegegevens die zijn omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen de tijdbin worden omvat door een vooraf bepaald stationair gebied. Bij voorkeur is het vooraf bepaalde stationair gebied een aaneengesloten gebied. Bij voorkeur is genoemde vooraf bepaalde stationair gebied ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de locatiegegevens die worden omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin. Bij voorkeur is het genoemde vooraf bepaalde stationaire gebied ten minste gedeeltelijk gebaseerd op een of meer ruimtelijke foutmarges van de locatiegegevens die worden omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin. Tijdbins die worden omvat door hetzelfde vooraf bepaalde stationaire gebied, kunnen dus een overlapping hebben in de locatiegegevens met de locatiegegevens van een of meer van genoemde geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen. Tijdbins bestaande uit hetzelfde vooraf bepaalde stationaire gebied, kunnen dus een overlap in ruimtelijke foutmarge hebben met een of meer van genoemde geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen. Door de verschillende tijdbins te labelen volgens elk hierin beschreven labelcriterium, wordt de naverwerking zelfs verder vergemakkelijkt. Bij voorkeur omvatten de locatiegegevens van een gebruikersapparaat een identificator van een vooraf bepaald gebied met een vooraf bepaalde ruimtelijke omvang. Volgens een dergelijke uitvoeringsvorm kan het vooraf bepaalde stationaire gebied dat wordt gebruikt in het vooraf bepaalde labelcriterium gedeeltelijk worden gebaseerd op genoemde gebieden met een ruimtelijke omvang. Een vooraf bepaaldlabelcriterium, volgens een dergelijke uitvoeringsvorm, kan het associëren van een stationair label met een tijdbin omvatten als de locatiegegevens bestaande uit de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen de tijdbin een enkel vooraf bepaald gebied met een ruimtelijke omvang vormen en/of als de locatiegegevens omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin een enkel aaneengesloten gebied vormt dat genoemde vooraf bepaalde gebieden met een ruimtelijke omvang omvat. Bovengenoemd vooraf bepaald labelingscriterium zorgt voor een nauwkeurige, maar toch gemakkelijk te verwerken weergave van de gedragseigenschappen van een enkel gebruikersapparaat.

Meer bij voorkeur vereist het vooraf bepaalde labelingscriterium, volgens een dergelijke uitvoeringsvorm, verder dat elke combinatie van genoemde geaggregeerde tijdsvermeldingen een enkel aaneengesloten gebied van genoemde vooraf bepaalde gebieden met ruimtelijke omvang vormt. Bovengenoemde toevoeging aan het labelingscriterium verbetert verder de nauwkeurigheid van de weergave van de gedragskenmerken van een enkel gebruikersapparaat. Het vooraf bepaalde stationaire gebied, volgens een van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, moet dus worden begrepen als een aaneengesloten gebied dat de vooraf bepaalde gebieden omvat met een ruimtelijke omvang binnen de locatiegegevens van genoemde tijdbin. Bij voorkeur omvat het vooraf bepaalde labelcriterium verder het associëren van een bewegend label met een tijdbin als de locatiegegevens die zijn omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen de tijdbin niet worden omvat door het vooraf bepaalde stationaire gebied. Bovengenoemd vooraf bepaald labelingscriterium zorgt voor een nauwkeurige, maar toch gemakkelijk te verwerken weergave van de gedragseigenschappen van een enkel gebruikersapparaat. Bij voorkeur omvat het vooraf bepaalde labelcriterium het associëren van een leeg label met een tijdbin als geen locatiegegevens worden omvat door een van de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen de tijdbin. Bovengenoemd vooraf bepaald labelingsscriterium is eenvoudig te implementeren. Door rekening te houden met de lege labels volgens de huidige uitvoeringsvorm, is een schatting van de nauwkeurigheid van de uiteindelijk bepaalde route voor het gebruikersapparaat mogelijk.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een episode één van: een stationaire episode of een bewegende episode. Bij voorkeur omvat elke stationaire episode een stationaire tijdbin met startgrens, een stationaire tijdbin volgend op stationaire tijdbin met startgrens en alle tijdbins chronologisch tussen genoemde stationaire tijdbins met start -en eindgrens. Bij voorkeur omvat elke bewegende episode een bewegend tijdbin met startgrens, een bewegend tijdbin met eindgrens die chronologisch volgt op het bewegende tijdbin met startgrens en alle tijdbins chronologisch tussen de start -en eindgrenzen van de bewegende tijdbins.

Volgens een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het vooraf bepaalde episodecriterium bij voorkeur, voor elke stationaire episode, de stap van het bepalen van een stationaire tijdbin met startgrens. Bij voorkeur is de stationaire tijdbin met startgrens gelabeld met een stationair label en vervangt chronologisch een tijdbin met een bewegend label of een tijdbin met een stationair label dat een ander vooraf bepaald stationair gebied vormt ten opzichte van genoemde stationaire tijdbin met startgrens. Het vooraf bepaalde episodecriterium omvat bij voorkeur verder aggregeren van meerdere opeenvolgende tijdbins die chronologisch volgen op de stationaire tijdbins met begingrens tot de stationaire tijdbins met eindgrens. Bij voorkeur is genoemde stationaire tijdbin met eindgrens gelabeld met een stationair label en gaat chronologisch vooraf aan een tijdbin met een bewegend label of een tijdbin met een stationair label dat een ander vooraf bepaald stationair gebied vormt ten opzichte van genoemde stationaire tijdbin met startgrens. Door de verschillende tijdbins te aggregeren volgens het huidig vooraf bepaalde episodecriterium, wordt de naverwerking nog verder vergemakkelijkt, maar toch is het vooraf bepaalde episodecriterium gemakkelijk toe te passen.

Volgens een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het vooraf bepaalde episodecriterium bij voorkeur, voor elke bewegende episode, het bepalen van een bewegend tijdbin met startgrens. Bij voorkeur is genoemde bewegende tijdbin met startgrens gelabeld met een bewegend label en vervangt chronologisch een tijdbin met een stiltaand label. Het vooraf bepaalde episodecriterium omvat bij voorkeur verder aggregeren van meerdere opeenvolgende tijdbins die chronologisch volgen op genoemde bewegende tijdbin met startgrens in elke bewegende episode tot een bewegende tijdbin met eindgrens. Bij voorkeur is genoemde bewegende tijdbin met eindgrens gelabeld met een bewegend label en gaat deze chronologisch vooraf aan een tijdbin met een stationair label. Door de verschillende tijdbins samen te voegen volgens het huidige vooraf bepaalde episodecriterium, wordt de naverwerking nogverder vergemakkelijkt, maar toch is het vooraf bepaalde episodecriterium gemakkelijk toe te passen.

De stationaire tijdbin met eindgrens wordt geïdentificeerd als een stationaire tijdbin die wordt gelabeld met een stationair label. Genoemde stationaire tijdbin met eindgrens kan voorafgaan aan een tijdbin met een bewegend label. Genoemde stationaire tijdbin met eindgrens kan voorafgaan aan een tijdbin met een stationair label dat een ander vooraf bepaald stationair gebied vormt ten opzichte van genoemde stationaire tijdbin met startgrens. Het vooraf bepaalde stationaire gebied of een stationaire tijdbin, volgens de hierboven beschreven voorkeurdragende uitvoeringsvormen, zou gedeeltelijk gebaseerd kunnen zijn op de locatiegegevens omvat door de tijdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin en/of één of meer ruimtelijke foutmarges van de locatiegegevens. Genoemde tijdbin met eindgrens kan dus worden geïdentificeerd door het ontbreken van overlapping met de locatiegegevens en/of een ruimtelijke foutmarge van genoemde locatiegegevens. Bij voorkeur zijn genoemde locatiegegevens een identificator van een vooraf bepaald gebied met een vooraf bepaalde ruimtelijke omvang. Genoemde tijdbin met eindgrens kan dus worden geïdentificeerd door het ontbreken van overlapping met genoemde identificator van genoemde vooraf bepaalde gebied. Genoemde stationaire tijdbin met eindgrens kan dus worden geïdentificeerd door het ontbreken van een deelgrens met de identificator, en vormt dus niet hetzelfde aaneengesloten gebied. Bij voorkeur worden de lege tijdbins volgens de hierboven beschreven huidige voorkeurdragende uitvoeringsvorm miskent tot een vooraf gedefinieerde hoeveelheid van chronologisch herhalende lege tijdbins. Genoemde stationaire tijdbin met eindgrens kan chronologisch worden voorafgaan aan een dergelijk vooraf gedefinieerde hoeveelheid van chronologisch herhalende lege tijdbins. Genoemde bewegende tijdbin met startgrens kan chronologisch een dergelijk vooraf gedefinieerde hoeveelheid van herhalende lege tijdbins vervangen. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de werkwijze een stap van het aggregeren, voor meerdere van genoemde aantal gebruikersapparaten, meerdere chronologische opeenvolgende tijdbins in een episode. Deze aggregatie is ten minste gedeeltelijk gebaseerd op een vooraf bepaald episodecriterium. Een episode kan een stationaire episode of een bewegende episode zijn. Door de verschillende tijdbins samen te voegen volgens het huidige vooraf bepaalde episodecriterium, wordt denaverwerking nog verder vergemakkelijkt. Bovengenoemd vooraf bepaald episodecriterium is eenvoudig toe te passen.

Bij voorkeur omvat genoemde vooraf bepaalde episodecriterium, volgens de hierboven besproken alternatieve uitvoeringsvorm, aggregeren van een aantal opeenvolgende tijdbins in een stationaire episode als een vooraf bepaalde verhouding van de tijdbins een stationair label omvat. Meer bij voorkeur omvat genoemde vooraf bepaalde episodecriterium verder aggregeren van een aantal opeenvolgende tijdbins in een bewegende episode als een vooraf bepaalde verhouding van de tijdbins een bewegend label omvat. Een dergelijk vooraf bepaald episodecriterium is eenvoudig toe te passen. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat elk van de bovengenoemde aggregatiecriteria een gebruikerstolerantie voor tijdbins omvattende een leeg label. Bij voorkeur is genoemde gebruikerstolerantie ten minste gedeeltelijk gebaseerd op een vooraf bepaalde verhouding van genoemde tijdbins omvattende een leeg label. Door gebruikerstolerantie voor tijdbins toe te voegen, worden de verschillende eigenschappen van een stationaire episode en/of een bewegende episode niet gemakkelijk overschat. In essentie ontwikkelt de stap van aggregeren van meerdere chronologische opeenvolgende tijdbins in een episode een reeks afwisselende stationaire episodes en bewegende episodes. Een dergelijke volgorde zorgt voor een eenvoudige naverwerking. Bij voorkeur wordt een stationaire locatieschatting bepaald voor elk van genoemde stationaire episodes. Meer bij voorkeur is genoemde stationaire locatieschatting ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de locatiegegevens van de tijdsvermeldingen omvat door de verschillende tijdbins binnen de overeenkomstige stationaire episode. Door een kwantisatie toe te passen op de locatieschatting, wordt de naverwerking verbeterd. Bij voorkeur omvatten de locatiegegevens, omvat door de tjdsvermeldingen, een identificator van een veelhoekig gebied met ruimtelijke omvang. Door een veelhoekig gebied met ruimtelijke omvang te gebruiken, kan een kwantisatie van de locatieschatting worden gebaseerd op een kruising van de verschillende veelhoekige gebieden die worden gevormd door de verschillende tijdbins. Bij voorkeur is genoemde schatting van de stationaire locatie ten minste gedeeltelijk gebaseerd op een kruising van de verschillende veelhoekige gebieden die worden gevormd door de verschillende tijdbins binnen genoemde stationaire episode. Meer bij voorkeur is genoemde schatting het zwaartepunt van de genoemdekruising. Het bepalen van een zwaartepunt van een kruising is eenvoudig toe te passen. Het moet ook duidelijk zijn voor de vakman dat de foutmarges van de verschillende schattingen van stationaire locaties kunnen verschillen.

Een route wordt bepaald voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten. Door genoemde bepaalde routes samen te voegen voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten, kan een ruimtelijke heat map worden gecreëerd. Door een ruimtelijke heat map te maken met behulp van de verschillende geaggregeerde routes, kan een heat map met een zeer hoog detailniveau worden gemaakt. Bovendien heeft een dergelijke heat map het voordeel dat een waarheidsgetrouwe weergave van de verschillende demografische stromen mogelijk is. Traditionele heat maps houden alleen rekening met geaggregeerde gebruikersactiviteit, waardoor geen zeer gedetailleerde schatting van de demografische stroom mogelijk is.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm begint een route in de schatting van de stationaire locatie van een stationaire episode en eindigt deze in de schatting van de stationaire locatie van een chronologisch volgende stationaire episode. Bij voorkeur is genoemde route, tussen de genoemde chronologisch opeenvolgende stationaire episodes, ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de informatie over de locatie omvat door de tijdsvermeldingen binnen de bewegende episode chronologisch omvat door genoemde stationaire episodes of is ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de informatie over de locatie omvat door genoemde chronologisch volgende stationaire episodes indien geen bewegende episode chronologisch wordt omvat door genoemde stationaire episodes. Door een route voor een gebruikersapparaat in verschillende opeenvolgende routes te fractioneren, beginnend en eindigend in twee opeenvolgende stationaire episodes, is het vereiste verwerkingsvermogen beperkt.

Bij voorkeur wordt de bepaalde route, tussen genoemde chronologisch opeenvolgende stationaire episodes, iteratief gecorrigeerd totdat aan een predikaat is voldaan. Door iteratief de route te corrigeren, is het vereiste verwerkingsvermogen tijdens de naverwerking beperkt. Bij voorkeur is de chronologisch eerste stationaire episode de startepisode en de chronologisch tweede stationaire episode de eindepisode.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de iteratieve correctie van genoemde route de stap van (a) het bepalen van een schatting van deinleidingsroute door het bepalen van de snelste route over het wegennetwerk van genoemde startepisode naar genoemde eindepisode. Bij voorkeur omvat de iteratieve correctie van de genoemde route daarnaast de stap van (b) het identificeren van een schatting van een uitbijterslocatie door het bepalen van de schatting van de locatie, bestaande uit de bewegende episode chronologisch omringd door genoemde startepisode en genoemde eindepisode, het verst verwijderd van de schatting van de route over het wegennet. Bij voorkeur omvat de iteratieve correctie van genoemde route daarnaast de stap van (c) het toevoegen van de schattting van de uitbijterslocatie aan een ankerbin. Bij voorkeur omvat de iteratieve correctie van genoemde route daarnaast de stap van (d) het bepalen van een schatting van de route door het bepalen van de snelste route tussen de startepisode en de eindepisode, waarbij genoemde route de schatting van de locatie omvat die wordt omvat door de ankerbin.

Bij voorkeur omvat de iteratieve correctie van genoemde route verder de stap (e) van het corrigeren van de schatting van de route door iteratief bovengenoemde stappen (b) tot (d) te herhalen totdat aan een predikaat is voldaan. Bij voorkeur wordt aan het predikaat voldaan wanneer genoemde schatting van de route alle locatieschattingen omvat die bestaan uit tijdsvermeldingen binnen de bewegende episode tussen genoemde startepisode en genoemde eindepisode. Volgens een uitvoeringsvorm wordt ook aan het predicaat voldaan wanneer twee of meer opeenvolgende iteratiestappen geen wijzigingen van de bepaalde route tot gevolg hebben. Bovengenoemde werkwijze zorgt voor een nauwkeurige schatting van de route en is eenvoudig toe te passen.

Volgens een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de iteratieve correctie van genoemde route daarnaast de stap van (f) schatten van een voorbijgaande tijd, gebaseerd op de schatting van de route en mogelijk een bestuurderssnelheidsbeperking geassocieerd met elk wegsegment, voor meerdere van genoemde locatieschattingen die zijn omvat door de bewegende episode chronologisch omvat door de startepisode en de eindepisode. Bij voorkeur omvat de iteratieve correctie van genoemde route daarnaast de stap van (g) bepalen, voor elk van genoemde locatieschattingen, het tijdsverschil tussen de voorbijgaande tijd en de respectieve informatie over de tijd van genoemde locatieschattingen. De genoemde informatie over de tijd en de genoemde informatie over de locatie wordt gevormd door de ontvangen tijdsvermeldingen. Bij voorkeur omvat de iteratieve correctie van genoemde route daarnaast de stap (h) van corrigeren van de schattingvan de route door het tijdsverschil tussen de voorbijgaande tijd en de ontvangen informatie over de tijd voor elk van genoemde locatieschattingen te minimaliseren. Bovenvermelde werkwijze is eenvoudig toe te passen. Bovendien maakt bovengenoemde werkwijze een nog nauwkeurigere schatting van de route mogelijk.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, voorafgaand aan de iteratieve correctie van de route, worden gebrekkige locatieschattingen, omvat door de tjdsvermeldingen binnen de bewegende episode chronologisch omvat door de stationaire episodes, verwijderd. Een gebrekkige schatting van de locatie kan worden begrepen als een locatie geschat die niet samenvalt met een weggedeelte omvat door het wegennet. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de iteratieve correctie van genoemde route daarnaast de stap van verwijderen van gebrekkige locatieschattingen, omvat door de tijdsvermeldingen binnen de bewegende episode chronologisch omvat door de stationaire episodes. Een gebrekkige schatting van de locatie kan worden begrepen als een geschatte locatie die niet samenvalt met een weggedeelte omvat door het wegennet. Een gebrekkige schatting van de locatie kan worden begrepen als een geschatte locatie die niet samenvalt met schattingen van de route die ten minste gedeeltelijk zijn gebaseerd op een snelheidslimiet van de bestuurder verbonden met elk wegsegment en de informatie over de tijd van de tijdsvermeldingen. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt aan elk van de bepaalde routes een wegingsfactor toegewezen. Vanwege verschillen in de penetratie van een technologie in de totale populatie van personen en/of vanwege de beperkte marktdekking van een technologieleverancier (bijv. het marktaandeel van een netwerkexploitant), moet rekening worden gehouden met een wegingsfactor voor elk gebruikersapparaat bij aggregeren van de verschillende bepaalde routes. Vervolgens is een schatting van het aantal mensen dat via een wegennet reist mogelijk, in plaats van alleen een schatting te maken van het aantal gebruikersapparaten dat via een weggennet reist. De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, verwijzend naar voorbeelden die niet beperkend zijn.

VOORBEELDEN

De huidige uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeeld(en). De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de gegeven voorbeelden of tot de uitvoeringsvormen gepresenteerd in de figuren. Voorbeeld 1: Schatting van de route Het huidige voorbeeld verschaft een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij een iteratieve correctie wordt toegepast om een nauwkeurige schatting van de route van een gebruikersapparaat te verkrijgen. Om het huidige voorbeeld beter te illustreren, wordt verwezen naar figuren 1, 2 en 3, die een schematisch overzicht tonen van de verschillende stappen bij het bepalen van een schatting van de route. Figuur 1 illustreert de locatiegegevens bestaande uit een tijdsvermelding. De locatiegegevens omvatten een identificator van een gebied met ruimtelijke omvang. Het gebied met ruimtelijke omvang wordt geïllustreerd als een gestippelde cirkel. De locatiegegevens omvatten een schatting van de locatie van het gebruikersapparaat. In dit illustratieve voorbeeld is genoemde schatting van de locatie een zwaartepunt van het gebied met ruimtelijke omvang. De computer geïmplementeerde werkwijze omvat verder een stap van aggregeren van meerdere opeenvolgende tijdsvermeldingen in discrete en opeenvolgende tijdbins (9) en aggregeren van een veelvoud aan opeenvolgende tijdbins in een stationaire episode. Elk van genoemde stationaire episodes omvat een schatting van de stationaire locatie (3). De schattingen van de locatie omvat door de stationaire episodes worden aangegeven als (1). De schattingen van de locatie omvat door een bewegende episode wordt aangegeven als (2).

Figuur 2 illustreert de iteratieve correctie van een schatting van de route. Genoemde schatting van de route, tussen genoemde chronologisch opeenvolgende stationaire episodes, isten minste gedeeltelijk gebaseerd op de informatie over de locatie omvat door de informatie over de locatie (2) binnen de bewegende episode chronologisch omvat door genoemde stationaire episodes. In een eerste stap, een schatting van de inleidingsroute (5) door de snelste route over het wegennet te bepalen van genoemde startepisode naar genoemde eindepisode. In een tweede stap wordt een schatting van een uitbijterslocatie (6) geïdentificeerd, door de schatting van de locatie te bepalen die het verst verwijderd is van de schatting van de route via het wegennet. Vervolgens wordt de schatting van de route gecorrigeerd door iteratief de vorige stap te herhalen totdat aan hetpredicaat is voldaan. De uiteindelijke schatting van de route wordt aangegeven als (7). Figuur 3 illustreert de aggregatie van de bepaalde routes (7) voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten in een ruimtelijke heat map (8). Voorbeeld 2: Wegingsfactor Het huidige voorbeeld biedt een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding aan, waarbij een wegingsfactor wordt toegekend aan elk van de bepaalde routes.

In dit voorbeeld worden twee apparaten (apparaat A en apparaat B) beschouwd. De schattingen van de locatie van apparaat A geven aan dat de eigenaar van dat apparaat in een zone woont met ongeveer 25% marktaandeel van een operator. De schattingen van locatie van een apparaat B geven aan dat de eigenaar van dat apparaat in een zone woont met ongeveer 50% marktaandeel. Als beide, apparaat A en apparaat B, een wegingsfactor 1 krijgen, wordt het feit geannuleerd dat er een twee keer grotere kans is om de aanwezigheid van apparaat Bte detecteren. Door een wegingsfactor op te nemen, is een schatting van het aantal mensen die zich via een wegennet verplaatst mogelijk, in plaats van alleen het aantal apparaten te schatten. Er wordt verondersteld dat de huidige uitvinding niet is beperkt tot enige vorm van realisatie die eerder is beschreven en dat sommige aanpassingen kunnen worden toegevoegd aan het gepresenteerde voorbeeld van vervaardiging zonder herwaardering van de bijgevoegde conclusies. De werkwijzen volgens de huidige uitvinding kunnen op veel verschillende manieren worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Bijvoorbeeld, de huidige uitvinding is beschreven met de verwijzing naar mobiele netwerkgegevens, maar het is duidelijk dat de uitvinding ook kan worden toegepast op elke meettechniek op elk netwerksysteem om een demografische stroom door een wegennetwerk volgens de huidige toelichting te schatten. De genummerde elementen op de figuur zijn:

1. schattingen van de locatie bestaande uit een stationaire episode

2. schattingen van de locatie bestaande uit een bewegende episode

3. schatting van een stationaire locatie

4. schatting van een bewegende locatie

5. schatting van de inleidingsroute

6. schatting van de uitbijter

7. schatting van de definitieve route

8. aggregatie van de bepaalde routes voor meerdere gebruikersapparaten

9. tijdbin

Claims (13)

CONCLUSIES

1. Computer geïmplementeerde werkwijze voor het schatten van een demografische stroom door een wegennetwerk, het wegennetwerk omvattende meerdere wegsegmenten, de werkwijze omvattende de stappen van: - verkrijgen, voor elk van een veelvoud aan gebruikersapparaten, een set van tijdsvermeldingen die een veelvoud aan tijdsvermeldingen omvat, elk van genoemde tijdsvermeldingen omvattende tijd en locatie informatie afgeleid van mobiele communicatiegegevens voor een gebruikersapparaat; - bepalen van een route, gebaseerd op ruimtelijke wegennetwerkgegevens, voor elk van meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten, waarbij genoemde route ten minste gedeeltelijk gebaseerd is op de set van tijdsvermeldingen van het respectieve gebruikersapparaat; en - aggregeren van de bepaalde routes voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten in een ruimtelijke heat map; met het kenmerk, dat de werkwijze voor elk van meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten de stappen omvat van: - aggregeren van meerdere opeenvolgende tijdsvermeldingen, omvat door een set van tijdsvermeldingen, in discrete en opeenvolgende tijdbins; en - associëren van een label met elk van genoemde opeenvolgende tijdbins waarbij de genoemde associatie ten minste gedeeltelijk is gebaseerd op een vooraf bepaald labelingscriterium en bij voorkeur waarbij genoemd label er een is van: een stationair label, een bewegend label of een leeg label; waarbij de werkwijze verder een stap van aggregatie omvat, voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten, meerdere chronologische opeenvolgende tijdbins in een episode waarbij genoemde aggregatie ten minste gedeeltelijk gebaseerd is op een vooraf bepaald episodecriterium en bij voorkeur waarbij een episode een is van: een stationaire episode of een bewegende episode.

2. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens conclusie 1, waarbij genoemde locatiegegevens een identificator van een gebied met ruimtelijke omvang en een schatting van de locatie van het gebruikersapparaat omvat, bij voorkeur waarbij genoemde schatting van de locatie een zwaartepunt van genoemd gebied is en bij voorkeur waarbij genoemde informatie over tijd en locatie is afgeleid van één of meerdere mobiele communicatiegegevensformaten die zijn geselecteerd uit de groep bestaande uit: details van gespreksoproepinformatie, cell- ID's en meetrapporten.

3. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij genoemd label er een is van: een stationair label, een bewegend label of een leeg label en waarbij genoemde vooraf bepaalde labelingscriterium omvat: - associëren van een stationair label met een tijdbin indien de locatiegegevens omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin door een vooraf bepaald stationair gebied zijn omvat; - associëren van een bewegend label met een tijdbin als de locatiegegevens omvat door de geaggregeerde opeenvolgende tjdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin niet door genoemde vooraf bepaalde stationair gebied zijn omvat; en - associëren van een leeg label met een tijdbin als er geen locatiegegevens worden omvat door een van de geaggregeerde opeenvolgende tijdsvermeldingen binnen genoemde tijdbin.

4. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 3, waarbij een episode een is van: een stationaire episode of een bewegende episode, waarbij elke stationaire episode een stationaire tjdbin met startgrens omvat, een stationaire tijdbin met eindgrens chronologisch volgend op genoemde stationaire tijdbin met startgrens en alle tijdbins chronologisch tussen genoemde tijdbins met start -en eindgrens, waarbij elke bewegende episode een bewegende tijdbin met startgrens omvat, een bewegende tijdbin met eindgrens chronologisch volgend op genoemde bewegende tijdbin met startgrens en alle tijdbins chronologisch tussen genoemde bewegende tijdbins met start -en eindgrens en waarbijgenoemde vooraf bepaalde episodecriterium voor elke stationaire episode omvat: - bepalen van een stationaire tijdbin met startgrens die wordt gelabeld met een stationair label en chronologisch volgend op een tijdbin met een bewegend label of een tijdbin met een stationair label dat een ander vooraf bepaald stationair gebied vormen ten opzichte van genoemde stationaire tijdbin met startgrens; en - aggregeren van meerdere opeenvolgende tijdbins chronologisch volgend op genoemde stationaire tijdbin met startgrens tot een stationaire tijdbin met eindgrens, genoemde stationaire tijdbin met eindgrens wordt gelabeld met een stationair label en chronologisch voorafgaand aan een tijdbin met een bewegend label of een tijdbin met een stationair label dat een ander vooraf bepaald stationair gebied vormt ten opzichte van genoemde stationaire tijdbin met startgrens; en waarbij genoemde vooraf bepaalde episodecriterium voor elke bewegende episode omvat: - bepalen van een bewegende tijdbin met startgrens die wordt gelabeld met een bewegend label en chronologisch volgt op een tijdbin met een stationair label; en - aggregeren van meerdere opeenvolgende tijdbins chronologisch volgend op genoemde bewegende tijdbin met startgrens in elke bewegende episode tot een bewegende tijdbin met eindgrens, genoemde bewegende tijdbin met eindgrens wordt gelabeld met een bewegend label en chronologisch voorafgaand aan een tijdbin met een stationair label.

5. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot 4, waarbij voor elk van genoemde stationaire episodes een schatting van een stationaire locatie wordt bepaald, waarbij genoemde schatting van de stationaire locatie ten minste gedeeltelijk is gebaseerd op de locatiegegevens van de tijdsvermeldingen die zijn omvat door de verschillende tijdbins binnen de overeenkomstige stationaire episode, bij voorkeur waarbij de locatiegegevens omvat door de tijdsvermeldingen een identificator van een veelhoekig gebied met ruimtelijke omvang volgens conclusie 2 omvatten en waarbij de schatting van de stationaire locatie ten minste gedeeltelijk is gebaseerd op een kruising van de verschillende veelhoekige gebieden omvat door de verschillende tijdbins binnen genoemdestationaire episode, meer bij voorkeur waarbij genoemde schatting het zwaartepunt van de genoemde kruising is.

6. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens de voorgaande conclusie 5, waarbij een route wordt bepaald voor meerdere van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten, waarbij genoemde route begint bij de schatting van de stationaire locatie van een stationaire episode en eindigt in de schatting van een stationaire locatie van een chronologisch opeenvolgende stationaire episode, en waarbij genoemde route, tussen genoemde chronologisch opeenvolgende stationaire episodes, ten minste gedeeltelijk is gebaseerd op de tijdversvermeldingen binnen de bewegende episode chronologisch omvat door genoemde stationaire episodes of is ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de informatie over de locatie omvat door genoemde chronologisch opeenvolgende stationaire episodes indien geen bewegende episode chronologisch wordt omvat door genoemde stationaire episodes.

7. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens de voorgaande conclusie 6, waarbij de bepaalde route, tussen genoemde chronologisch opeenvolgende stationaire episodes, iteratief wordt gecorrigeerd totdat een predikaat is bereikt.

8. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens de voorgaande conclusie 7, waarbij de chronologisch eerste stationaire episode de startepisode is en de chronologisch tweede stationaire episode de eindepisode is, waarbij de iteratieve correctie van de genoemde route de stappen omvat van: - (a) het bepalen van een schatting van een inleidingsroute door het bepalen van de snelste route over het wegennetwerk van genoemde startepisode naar genoemde eindepisode; - (b) het identificeren van een schatting van een uitbijterslocatie door het bepalen van de locatieschatting, omvat door de bewegende episode chronologisch omvat door genoemde startepisode en genoemde eindepisode, het verst verwijderd van de schatting van de route over het wegennet; - (c) het toevoegen van de schatting van de uitbijterslocatie aan een ankerbin.

- (d) het bepalen van een schatting van de route door het bepalen van de snelste route tussen de startepisode en de eindepisode, waarbijgenoemde route de locatieschattingen omvat die worden gevormd door de ankerbin, bij voorkeur waarbij de iteratieve correctie van genoemde route een tolerantie voor de gebrekkige locatieschattingen omvat samengesteld door de tijdsvermeldingen binnen de bewegende episode chronologisch omvat door de stationaire episodes; en - (e) het corrigeren van de schatting van de route door iteratief de stappen (b) tot (d) te herhalen totdat aan genoemde predikaat is voldaan, bij voorkeur waarbij aan dat genoemde predikaat is voldaan wanneer genoemde schatting van de route alle schattingen van de locaties omvat die bestaan uit de tijdsvermeldingen binnen de bewegende episode tussen genoemde startepisode en genoemde eindepisode.

9. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens de voorgaande conclusie 8, waarbij de iteratieve correctie van genoemde route verder de stappen omvat van: - (f) schatten van een voorbijgaande tijd, op basis van de schatting van de route en een bestuurdersnelheidsbeperking geassocieerd met elk wegsegement, voor meerdere van genoemde locatieschattingen omvat door de bewegende episode chronologisch omringd door genoemde startepisode en genoemde eindepisode; - (9) bepalen, voor elk van genoemde locatieschattingen, het tijdsverschil tussen de informatie over de voorbijgaande tijd en de respectieve tijd of genoemde locatieschattingen, waarbij genoemde informatie over de tijd en genoemde informatie over de locatie wordt gevormd door de ontvangen tijdsvermeldingen; en - (h) corrigeren van de schatting van de route door het tijdsverschil te minimaliseren tussen de voorbijgaande tijd en de ontvangen tijdsinformatie voor elk van genoemde locatieschattingen.

10. Computer-geïmplementeerde werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot 9, waarbij aan elk van de bepaalde routes een wegingsfactor wordt toegewezen.

11. Computer geïmplementeerde werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot 10, waarbij elk van genoemd veelvoud aan gebruikersapparaten geanonimiseerd wordt door een eenrichtingshashfunctietoe te passen op de overeenkomstige verzameling van tijdsvermeldingen, waarbij een respectieve geanonimiseerde identificator voor elk overeenkomstig gebruikersapparaat wordt verkregen, bij voorkeur waarbij de eenrichtingshashfunctie een SHA-256 hash-functie is.

12. Computersysteem voor het schatten van een demografische stroom door een wegennetwerk, waarbij het computersysteem is geconfigureerd voor het uitvoeren van de computer geïmplementeerde werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot 11.

13. Computerprogrammaproduct voor het schatten van een demografische stroom door een wegennetwerk, het computerprogrammaproduct omvattende instructies die, wanneer het computerprogrammaproduct wordt uitgevoerd door een computer, ervoor zorgen dat de computer de computer geïmplementeerde werkwijze uitvoert volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot 11.