BE1026702B1

BE1026702B1 - Subfloor

Info

Publication number: BE1026702B1
Application number: BE20185701A
Authority: BE
Inventors: Lepeleer Els De; Vlassenrode Kristof Van
Original assignee: Ivc Bvba
Priority date: 2018-10-12
Filing date: 2018-10-12
Publication date: 2020-05-14
Also published as: WO2020075111A1; EP3864235A1; BE1026702A1

Abstract

Een ondervloer wordt voorzien, omvattende een gelaagde structuur, waarbij één van de lagen een eerste, flexibele en geschuimde PVC laag is, en omvattende een eerste buitenlaag dewelke een laag adhesief is, al of niet voorzien van een schutfilm.A subfloor is provided, comprising a layered structure, one of the layers being a first, flexible and foamed PVC layer, and comprising a first outer layer, which is a layer of adhesive, optionally provided with a protective film.

Description

Technisch gebiedTechnical area

De uitvinding heeft betrekking op ondervloeren, zoals ondervloeren voor vinyl gebaseerd vloerelement zoals LVT, sheet vinyl, kamerbreed tapijt of tapijttegel, of laminaat, parket of keramische tegels.The invention relates to subfloors, such as subfloors for a vinyl based floor element such as LVT, sheet vinyl, broadloom carpet or carpet tile, or laminate, parquet or ceramic tiles.

Stand van de techniekState of the art

Ondervloeren zijn algemeen bekend.Subfloors are generally known.

Er is echter een nood aan volledig recycleerbare ondervloeren die dimensioneel voldoende stabiel zijn om, vooral in samenwerking met vinyl-gebaseerde vloerbekledingen, minder problemen met uitzetting en krimpen te vertonen. Vooral het verschillend uitzetten of krimpen dan de bovenliggende vloerbekleding onder invloed van temperatuur en/of warmte, in vergelijk met de ondervloer, kan tot onregelmatigheden en moeilijkheden veroorzaken.However, there is a need for fully recyclable subfloors that are dimensionally stable enough to exhibit less expansion and shrinkage problems, especially in conjunction with vinyl-based floor coverings. In particular, expanding or shrinking differently than the top floor covering under the influence of temperature and / or heat, compared to the subfloor, can lead to irregularities and difficulties.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Volgens een eerste, onafhankelijk aspect van de uitvinding wordt in een ondervloer voorzien, omvattende een gelaagde structuur, waarbij één van de lagen een eerste, flexibele en geschuimde PVC laag is, en waarbij de ondervloer een eerste buitenlaag omvat dewelke een laag adhesief is, al of niet voorzien van een schutfilm.According to a first, independent aspect of the invention, a subfloor is provided, comprising a layered structure, wherein one of the layers is a first, flexible and foamed PVC layer, and the subfloor comprises a first outer layer, which is a layer of adhesive. or not provided with a protective film.

Een ondervloer is ook wel gekend als een onderlagen voor vloerbekleding, zoals laminaat, vinyl en parketvloeren.An underlay is also known as an underlay for floor coverings, such as laminate, vinyl and parquet floors.

De laag adhesief, ook wel adhesielaag of adhesieflaag, dient voor het verkleven van de vloer op de ondervloer.The layer of adhesive, also called adhesion layer or adhesive layer, is used to bond the floor to the subfloor.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan op het adhesief een schutfilm voorzien zijn.In some embodiments, a protective film may be provided on the adhesive.

Een schutfilm is een film die op het adhesief is aangebracht en die verwijderd dient te worden teneinde het adhesief zijn adhesiekracht te kunnen laten uitvoeren. Dergelijke schutfilm wordt ook wel “release film” genoemd.A protective film is a film which is applied to the adhesive and which must be removed in order for the adhesive to exert its adhesive force. Such protective film is also known as a "release film".

BE2018/5701BE2018 / 5701

Bij voorkeur is deze PVC polymeerlaag uit PVC plastisol vervaardigd, nog meer bij voorkeur vervaardigd uit zacht PVC. Deze PVC laag in geschuimde vorm, kan bij voorkeur een dikte hebben van tussen de 0.3 en 1.6 mm, zoals tussen de 0.6 en 1,4mm.This PVC polymer layer is preferably made of PVC plastisol, even more preferably made of soft PVC. This foamed PVC layer can preferably have a thickness of between 0.3 and 1.6 mm, such as between 0.6 and 1.4 mm.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de laag adhesief zich aan een eerste zijde van de eerste PVC laag bevinden, waarbij aan de tweede zijde aan de eerste PVC laag een vezellaag is aangebracht.In some embodiments, the adhesive layer may be on a first side of the first PVC layer, with a fiber layer being applied to the second side of the first PVC layer.

Deze vezellaag kan een nonwoven zijn, bijvoorbeeld een spunbond of naaldvilt nonwoven. De vezellaag wordt bij voorkeur uitgevoerd uit polyester, polyamide of polyolefine vezels, of glasvezel. De vezellaag kan een dikte hebben die bij voorkeur varieert tussen de 0.1 en 1 mm, zoals bij voorbeeld 0.7mm. Bijvoorbeeld is dit een nonwoven, bijvoorbeeld genaaldvilte polyestervezellaag, met een oppervlaktegewicht tussen de 50 en 200 g/m², bijvoorbeeld tussen de 100 en 150 g/m², e.g. ongeveer 120 g/m². Bij voorkeur is dit een spunbond polyester, bijvoorbeeld een spunbond polyester met een dikte tussen de 0.1 en 0.3mm. deze spunbond polyester kan een oppervlaktegewicht hebben van tussen de 10 en 30 g/m², bijvoorbeeld 20 g/m².This fiber layer can be a nonwoven, for example a spun bond or needle felt nonwoven. The fiber layer is preferably made of polyester, polyamide or polyolefin fibers, or glass fiber. The fiber layer may have a thickness which preferably varies between 0.1 and 1 mm, such as, for example, 0.7 mm. For example, this is a non-woven, for example, genaaldvilte polyester fiber layer, with a surface weight of between 50 and 200 g / m ^2, for example between 100 and 150 g / m ^2, eg about 120 g / m ^2. Preferably this is a spun bond polyester, for example a spun bond polyester with a thickness between 0.1 and 0.3 mm. This spunbond polyester may have a weight per unit area of between 10 and 30 g / m ^2, for example, 20 g / m ^2.

De vezellaag kan aan de PVC laag gehecht zijn met behulp van adhesief, of kan in het PVC materiaal ingebed zijn tijdens de productie, zodat de PVC deels in het vezellaag is ingedrongen. Het PVC materiaal kan tot over halfweg de dikte van de vezellaag, bijvoorbeeld tot 0.5mm diep ingedrongen zijn.The fiber layer can be adhered to the PVC layer by means of adhesive, or it can be embedded in the PVC material during production, so that the PVC has partly penetrated into the fiber layer. The PVC material can have penetrated about halfway the thickness of the fiber layer, for example up to 0.5mm deep.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan tussen de eerste PVC laag en de laag adhesief, zich een textiele versterkingslaag bevinden.In some embodiments, between the first PVC layer and the adhesive layer, there may be a textile reinforcement layer.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de textiele versterkingslaag een textielproduct omvatten welk geheel of deels is ingebed in de eerste PVC laag.In some embodiments, the textile reinforcement layer may comprise a textile product which is wholly or partly embedded in the first PVC layer.

Geheel ingebed betekent dat het PVC materiaal van de eerste PVC laag volledig doorheen het textielproduct is doorgedrongen, dit is vanaf de eerste zijde van het textielproduct welke georiënteerd is naar de eerste PVC laag, tot aan en eventueel voorbij de tegenovergestelde zijde van het textielproduct, welke is afgekeerd van de eerste PVC laag. Deels ingebed betekent dat het PVC materiaal van de eerste PC laag slechts is doorgedrongen tot op een zekere diepte van het textielproduct, dit is vanaf de eerste zijde van het textielproduct welke georiënteerd is naar de eerste PVC laag, in deFully embedded means that the PVC material of the first PVC layer has completely penetrated through the textile product, this is from the first side of the textile product which is oriented towards the first PVC layer, up to and possibly beyond the opposite side of the textile product, which is turned away from the first PVC layer. Partly embedded means that the PVC material of the first PC layer has only penetrated to a certain depth of the textile product, this is from the first side of the textile product which is oriented towards the first PVC layer, in the

BE2018/5701 richting van maar niet tot aan de tegenovergestelde zijde van het textielproduct, welke is afgekeerd van de eerste PVC laag.BE2018 / 5701 direction from but not to the opposite side of the textile product, which faces away from the first PVC layer.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de textiele versterkingslaag een textielproduct omvatten welk met polymeer is geïmpregneerd. Tussen de eerste PVC laag en de laag adhesief kan zich dus een met polymeer geïmpregneerde textiele versterkingslaag bevinden. Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de polymeer geïmpregneerde textiele versterkingslaag in contact zijn met de eerste zijde van de eerste PVC laag.In some embodiments, the textile reinforcement layer may comprise a textile product impregnated with polymer. Thus, between the first PVC layer and the adhesive layer, there can be a polymer-impregnated textile reinforcement layer. In some embodiments, the polymer impregnated textile reinforcement layer may be in contact with the first side of the first PVC layer.

Bij voorkeur is de polymeer geïmpregneerde textiele versterkingslaag een met PVC geïmpregneerde textiele laag. Hierbij wordt bij voorkeur zacht PVC gebruikt, dit is PVC met minstens 15 phr weekmaker, bijvoorbeeld ftalaat.Preferably, the polymer-impregnated textile reinforcement layer is a PVC-impregnated textile layer. Preferably soft PVC is used, this is PVC with at least 15 phr plasticizer, for example phthalate.

De textiele laag omvat bij voorkeur een glasvezeltextiel, bijvoorbeeld een nonwoven glasvezeltextiel of een geweven glasvezeltextiel. Dit glasvezeltextiel heeft bij voorkeur een oppervlaktegewicht van 15 tot 80, zoals van 25 tot 40 g/m².The textile layer preferably comprises a glass fiber textile, for example a non-woven glass fiber textile or a woven glass fiber textile. This glass fiber textile preferably has a surface weight of 15 to 80, such as from 25 to 40 g / m ² .

De polymeer geïmpregneerde textiele versterkingslaag heeft bij voorkeur een dikte van tussen de 0.2 en 0.5 mm, meer bij voorkeur tussen de 0.3 en 0.4 mm.The polymer impregnated textile reinforcement layer preferably has a thickness of between 0.2 and 0.5 mm, more preferably between 0.3 and 0.4 mm.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan tussen de textiele versterkingslaag en de laag adhesief, zich een tweede polymeerlaag bevinden. Bij voorkeur is deze tweede polymeerlaag aan de laag adhesief en aan de textiele versterkingslaag, desgevallend aan de met polymeer geïmpregneerde textiele versterkingslaag, gehecht.In some embodiments, a second polymer layer may be located between the textile reinforcement layer and the adhesive layer. Preferably, this second polymer layer is adhered to the layer of adhesive and to the textile reinforcement layer, if necessary to the polymer-impregnated textile reinforcement layer.

In geval er een textiele versterkingslaag aanwezig is dewelke een textielproduct omvat welk geheel of deels is ingebed in de eerste PVC laag, zal deze tweede laag polymeer zich tussen de adhesieflaag en deze textiele versterkingslaag bevinden.If there is a textile reinforcement layer which comprises a textile product which is wholly or partly embedded in the first PVC layer, this second polymer layer will be located between the adhesive layer and this textile reinforcement layer.

In geval er een textiele versterkingslaag aanwezig is dewelke een textiele versterkingslaag een textielproduct omvat welk met polymeer is geïmpregneerd zal deze tweede laag polymeer zich bij voorkeur tussen de adhesieflaag en deze textiele versterkingslaag bevinden.If a textile reinforcement layer is present, which textile reinforcement layer comprises a textile product impregnated with polymer, this second polymer layer will preferably be located between the adhesive layer and this textile reinforcement layer.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de tweede polymeerlaag een tweede PVC laag zijn.In some embodiments, the second polymer layer can be a second PVC layer.

BE2018/5701BE2018 / 5701

Bij voorkeur is de tweede polymeerlaag uit PVC vervaardigd, meer bepaald uit PVC plastisol, nog meer bij voorkeur vervaardigd uit zacht PVC, nog bij voorkeur geschuimd PVC. Deze tweede polymeerlaag in geschuimde of niet geschuimde vorm, kan een dikte hebben van tussen de 0.1 en 1.3 mm, zoals tussen de 0.3 en 0.7 mm. In niet geschuimde vorm geniet een dikte van 0.15 tot 0.25 mm de voorkeur.The second polymer layer is preferably made of PVC, in particular of PVC plastisol, even more preferably made of soft PVC, still preferably foamed PVC. This second polymer layer, in foamed or non-foamed form, can have a thickness of between 0.1 and 1.3 mm, such as between 0.3 and 0.7 mm. In non-foamed form, a thickness of 0.15 to 0.25 mm is preferred.

Volgens nog verdere uitvoeringsvormen kan de ondervloer een tweede textiele versterkingslaag omvatten dewelke een textielproduct omvat. Deze tweede textiele versterkingslaag kan bijvoorbeeld ingebed zitten in de diepte van de eerste, geschuimde PVC laag, bijvoorbeeld doch niet noodzakelijk goed halfweg de dikte van deze eerste PVC laag. Dergelijke ingebedde tweede textiele versterkingslaag kan bekomen worden tijdens het proces voor het maken van de eerste, flexibele en geschuimde PVC laag, waarbij een eerste sublaag van al of niet geschuimd PVC wordt voorzien, waarop de textiele versterkingsmateriaal wordt gelegd en eventueel geheel of deels ingebed wordt, en waarna er een tweede sublaag van al of niet geschuimd PVC wordt voorzien. In geval dit in ongeschuimde vorm gebeurd, wordt er tijdens de verdere productiestappen nog opgeschuimd.According to still further embodiments, the subfloor can comprise a second textile reinforcement layer, which comprises a textile product. This second textile reinforcement layer can, for example, be embedded in the depth of the first foamed PVC layer, for example, but not necessarily well halfway through the thickness of this first PVC layer. Such an embedded second textile reinforcement layer can be obtained during the process for making the first, flexible and foamed PVC layer, wherein a first sublayer is provided with foamed or non-foamed PVC, on which the textile reinforcement material is laid and optionally wholly or partly embedded. , and after which a second sublayer of foamed or non-foamed PVC is applied. In the event that this is done in non-foamed form, foam is used during the further production steps.

In geval de ondervloer een tweede polymeerlaag omvat, bijvoorbeeld een tweede PVC laag, dan kan deze tweede textiele versterkingslaag gepositioneerd worden tussen de tweede polymere laag en de adhesieflaag.If the subfloor comprises a second polymer layer, for example a second PVC layer, this second textile reinforcement layer can be positioned between the second polymer layer and the adhesive layer.

Deze textiele laag omvat bij voorkeur een glasvezeltextiel, bijvoorbeeld een nonwoven glasvezeltextiel of een geweven glasvezeltextiel. Dit glasvezeltextiel heeft bij voorkeur een oppervlaktegewicht van 15 tot 80, zoals van 25 tot 55 g/m². Ze kan doch hoeft niet noodzakelijkerwijs gelijk te zijn aan de textiele laag van de eerste versterkingslaag.This textile layer preferably comprises a glass fiber textile, for example a non-woven glass fiber textile or a woven glass fiber textile. This glass fiber textile preferably has a surface weight of 15 to 80, such as from 25 to 55 g / m ² . It may, but need not necessarily, be the same as the textile layer of the first reinforcement layer.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de eerste PVC laag weekmakers omvatten in een hoeveelheid van 15 tot 120 phr. In geval van een tweede PVC laag, kan het PVC materiaal van deze tweede PVC laag weekmakers omvatten in een hoeveelheid van 15 tot 120 phr. Bij voorkeur omvat het PVC materiaal van de eerste en/of desgevallend de tweede PVC laag 20 tot 100 phr weekmakers.In some embodiments, the first PVC layer may comprise plasticizers in an amount of 15 to 120 phr. In the case of a second PVC layer, the PVC material of this second PVC layer may comprise plasticizers in an amount of 15 to 120 phr. Preferably the PVC material of the first and / or optionally the second PVC layer comprises 20 to 100 phr plasticizers.

De weekmakers kunnen onder andere zijn esters van carbonzuren (bijvoorbeeld esters van ftaalzuur, iso- of tereftaalzuur, trimelietzuur en adipinezuur) , bijvoorbeeld diisononylftalaat (DINP), dioctyl tereftalaat (DOTP), di-isononyl-1,2cyclohexaandicarboxylaat (DINCH), esters van fosforzuur, bijvoorbeeld triaryl- of trialkylarylfosfaten, bijvoorbeeld tricresylfosfaat, al of niet gechloreerdeThe plasticizers may include esters of carboxylic acids (e.g. esters of phthalic, iso- or terephthalic, trimelitic and adipic acid), for example diisononyl phthalate (DINP), dioctyl terephthalate (DOTP), di-isononyl-1,2cyclohexanedicarboxylate (DINCH), esters of phosphoric acid, for example triaryl or trialkylaryl phosphates, for example tricresyl phosphate, whether or not chlorinated

BE2018/5701 koolwaterstoffen, ethers, polyesters, polyglycolen, sulfonamides, of combinaties van deze.BE2018 / 5701 hydrocarbons, ethers, polyesters, polyglycols, sulfonamides, or combinations of these.

Deze tweede polymeerlaag, bij voorkeur PVC laag, kan waterdicht zijn.This second polymer layer, preferably PVC layer, can be waterproof.

De PVC van de eerste en/of desgevallend tweede PVC laag kan vulstoffen omvatten tussen 10 en 70 %w.The PVC of the first and / or optionally second PVC layer may comprise fillers between 10 and 70% w.

Vulstoffen kunnen onder andere glasvezels, calciumhydroxide (gebluste kalk), calciumcarbonaat en calciumwaterstofcarbonaat, en/of CaMg(COs)2 , talk, of ook lichtgewicht vulstoffen zoals holle microsfeertjes (Expancel) zijn. Het bovengemelde gewichtspercent (%w) wordt uitgedrukt als het gewicht van de vulstof ten opzichte van het gewicht van het polymeer, desgevallend PVC, in hetwelke de vulstof zich bevindt.Fillers can include glass fibers, calcium hydroxide (slaked lime), calcium carbonate and calcium hydrogen carbonate, and / or CaMg (COs) 2, talc, or also lightweight fillers such as hollow microspheres (Expancel). The above percent by weight (% w) is expressed as the weight of the filler relative to the weight of the polymer, if appropriate PVC, in which the filler is contained.

Verder kan in de PVC van de eerste en/of desgevallend tweede PVC laag additieven omvatten zoals pigmenten en kleurstoffen, bewaarmiddelen, anti-fungi, thermische stabilisatoren, UV-stabilisatoren, blaasmiddelen, viscositeitsregelaars, en dergelijk.Furthermore, in the PVC of the first and / or optionally second PVC layer may include additives such as pigments and dyes, preservatives, anti-fungi, thermal stabilizers, UV stabilizers, blowing agents, viscosity regulators, and the like.

De PVC van de eerste en/of tweede laag PVC kan een geëxtrudeerde PVC laag zijn, of een combinatie van verschillende al of niet geco-extrudeerde PVC lagen, of kan gevormd zijn uit één of meerdere lagen PVC plastisol via een coatingproces.The PVC of the first and / or second layer of PVC can be an extruded PVC layer, or a combination of different co-extruded or non-extruded PVC layers, or can be formed from one or more layers of PVC plastisol via a coating process.

PVC is typisch polyvinyl chloride of een copolymeer van vinyl chloride en vinyl acetaat.PVC is typically polyvinyl chloride or a copolymer of vinyl chloride and vinyl acetate.

Het PVC van de eerste flexibele laag PVC is geschuimd. Met een geschuimde laag wordt een laag bedoeld die holle ruimtes bevat, bij voorkeur in een hoeveelheid dat de densiteit van het materiaal met minstens 10%, en bij voorkeur zelfs minstens 25% is verminderd ten opzichte van het gewicht van een gelijk volume thermoplastisch materiaal zonder holle ruimtes. Bij voorkeur betreft het zogenaamde “closed cell” schuim. Met niet-geschuimde laag wordt een laag bedoeld zonder holle ruimtes, of, althans toch hoogstens met een aandeel holle ruimtes zodanig dat de densiteit van het materiaal niet, of niet meer dan 10%, verminderd, en bij voorkeur zelfs niet meer dan 2%.The PVC of the first flexible layer of PVC is foamed. By a foamed layer is meant a layer containing hollow spaces, preferably in an amount that the density of the material is reduced by at least 10%, and preferably even at least 25%, relative to the weight of an equal volume of thermoplastic material without hollow spaces. Preferably the so-called "closed cell" foam. By non-foamed layer is meant a layer without hollow spaces, or, at least at most with a proportion of hollow spaces, such that the density of the material is not reduced, or not more than 10%, and preferably not even more than 2%. .

Het PVC van de eerste flexibele geschuimde laag PVC heeft bij voorkeur een densiteit van 200 tot 1200, zoals van 300 tot 700 kg/m³.The PVC of the first flexible foamed layer of PVC preferably has a density of 200 to 1200, such as from 300 to 700 kg / m ³ .

BE2018/5701BE2018 / 5701

De PVC kan chemisch of mechanisch geschuimd zijn.The PVC can be chemically or mechanically foamed.

Volgens een eerste mogelijkheid is de geschuimde laag minstens door middel van een mechanisch schuimingsproces bekomen. Hiermee wordt bedoeld dat in de betreffende laag holtes worden gevormd door het thermoplastisch materiaal weg te duwen en te vervangen door een gas(bijvoorbeeld lucht), vaak onder invloed van een mechanische actie of door inblazen van een gas (bijvoorbeeld lucht) onder druk. Of het kan verkregen worden door het gebruik van expanderende korrels in een PVC gebaseerde laag.According to a first possibility, the foamed layer is obtained at least by means of a mechanical foaming process. This means that cavities are formed in the relevant layer by pushing the thermoplastic material away and replacing it with a gas (for example air), often under the influence of a mechanical action or by blowing in a gas (for example air) under pressure. Or it can be obtained by using expanding granules in a PVC based layer.

Volgens een tweede mogelijkheid is de geschuimde laag minstens door middel van een chemisch schuimingsproces bekomen. Hiermee wordt bedoeld dat in de betreffende laag holtes worden gevormd door middel van een gasvormig reactieproduct. Er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van azodicarbonamide. Deze stof heeft bij opwarming stikstofgas vrij dat in de vorm van bellen in de geschuimde laag aanwezig blijft.According to a second possibility, the foamed layer is obtained at least by a chemical foaming process. This means that cavities are formed in the relevant layer by means of a gaseous reaction product. For example, use can be made of azodicarbonamide. This material releases nitrogen gas when heated, which remains in the foamed layer in the form of bubbles.

Volgens een derde mogelijkheid is de geschuimde laag minstens door middel van vulmiddelen bekomen, waarbij deze vulmiddelen op zich één of meerdere holtes omvatten. Hierbij kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de geëxpandeerde toestand van de eerder al vermelde microsferen. Meer speciaal kan gebruik gemaakt worden van de microsferen bekend uit WO 2013/178561.According to a third possibility, the foamed layer is obtained at least by means of fillers, these fillers per se comprising one or more cavities. Here, for example, use can be made of the expanded state of the previously mentioned microspheres. More specifically, use can be made of the microspheres known from WO 2013/178561.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de ondervloer een dikte hebben tussen 1.25 en 2.5 mm. Bij voorkeur heeft de ondervloer een dikte tussen de 1.4 en 2.2 mm, bijvoorbeeld tussen de 1.7 en 1.9 mm.In some embodiments, the subfloor may have a thickness between 1.25 and 2.5 mm. The subfloor preferably has a thickness between 1.4 and 2.2 mm, for example between 1.7 and 1.9 mm.

Bij voorkeur heeft de ondervloer een densiteit tussen de 400 en 1800 g/m³, zoals tussen de 600 en 1200 kg/m³.Preferably, the subfloor has a density between 400 and 1800 g / m ³ , such as between 600 and 1200 kg / m ³ .

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de ondervloer een “punctual conformability” hebben die groter is dan 0.5. De “punctual conformability” ofte PC wordt bepaald door CEN/TS 16354:2013 en wordt berekend met de formuleIn some embodiments, the subfloor may have a punctual conformability greater than 0.5. The “punctual conformability” or PC is determined by CEN / TS 16354: 2013 and is calculated using the formula

PC = (100-shoreA)/thicknessPC = (100-shoreA) / thickness

BE2018/5701 waarbij “thickness” de dikte van het de ondervloer is en deze dikte wordt gesteld op 2.5mm in geval de effectieve dikte van de ondervloer kleiner is dan 2.5mm. conform de norm wordt de shoreA gemeten op de onderzijde van de ondervloerBE2018 / 5701 where “thickness” is the thickness of the subfloor and this thickness is set at 2.5mm if the effective thickness of the subfloor is less than 2.5mm. in accordance with the standard, the shoreA is measured on the underside of the subfloor

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het adhesief een adhesief zijn gekozen uit de groep die bestaat uit PSA adhesieven en acrylaat adhesieven. PSA adhesieven zijn “pressure sensitive adhesives”.In some embodiments, the adhesive may be an adhesive selected from the group consisting of PSA adhesives and acrylic adhesives. PSA adhesives are "pressure sensitive adhesives".

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het adhesief aanwezig zijn in een hoeveelheid van 5 to 90 g/m². Bij voorkeur is het adhesief aanwezig in een hoeveelheid van 25 tot 75 g/m².In some embodiments, the adhesive may be present in an amount of 5 to 90 g / m ² . Preferably, the adhesive is present in an amount of 25 to 75 g / m ² .

Volgens uitvoeringsvormen kan er onder de adhesief een waterdichte folie worden voorzien, bijvoorbeeld een polymeerfolie, zoals een PET folie. Deze folie bevindt zich bij voorkeur tussen de adhesieflaag en de eerstvolgende laag van de ondervloer. Deze polymeerfolie kan bijvoorbeeld aan de eerstvolgende laag van de ondervloer gelijmd zijn met een verdere adhesieflaag.According to embodiments, a waterproof foil can be provided under the adhesive, for example a polymer foil, such as a PET foil. This foil is preferably located between the adhesive layer and the next layer of the subfloor. This polymer foil can for instance be glued to the next layer of the subfloor with a further adhesive layer.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de onderlaag aan een eerste rand voorzien is van een uitsparing aan de zijde waar het adhesief aanwezig is, en waarbij de onderlaag aan een tweede rand, tegenovergesteld aan de eerste rand, voorzien is van een uitsparing aan de zijde tegenover de zijde waar het adhesief aanwezig is, zodanig dat in geval de uitsparing aan de eerste zijde van een eerste onderlaag voor vloerbekleding in contact wordt gebracht met de uitsparing aan de tweede zijde van een tweede onderlaag voor vloerbekleding, de twee onderlagen voor vloerbekleding substantieel coplanair zijn.According to some embodiments, the bottom layer on a first edge may be provided with a recess on the side where the adhesive is present, and the bottom layer on a second edge, opposite to the first edge, is provided with a side opening opposite the side where the adhesive is present, such that in case the recess on the first side of a first floor covering is contacted with the recess on the second side of a second floor covering, the two floorings are substantially coplanar.

Een ondervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, heeft als voordeel dat de ondervloeren substantieel volledig recycleerbaar zijn en/of bovengemiddeld stabiel zijn en/of goed bestand zijn tegen restindruk en/of een verbetering van de akoestische eigenschappen van de erop liggende vloerbekleding kan veroorzaken. De ondervloeren volgens de uitvinding kunne een grotere vlakheid vertonen dan de gekende ondervloeren. De ondervloeren kunnen bijdragen aan een betere akoestische performante van de vloer, dit is een grotere geluidsdemping. De ondervloeren volgensA subfloor according to the first aspect of the invention has the advantage that the subfloors are substantially fully recyclable and / or are above average stable and / or have good resistance to residual impression and / or can cause an improvement of the acoustic properties of the overlaying floor covering. . The subfloors according to the invention may have a greater flatness than the known subfloors. The subfloors can contribute to a better acoustic performance of the floor, this is a greater sound insulation. The subfloors according to

BE2018/5701 de uitvinding vertonen ook een betere waterbestendigheid ter hoogte van de voegen tussen twee op elkaar aansluitende ondervloeren.BE2018 / 5701 the invention also show better water resistance at the joints between two adjoining subfloors.

Volgens een tweede onafhankelijk aspect wordt in een vloerbekleding voorzien, omvattende minstens één ondervloer volgens het eerste aspect van de uitvinding, en minstens één vloerelement, hetwelk aan de adhesieflaag van de ondervloer gekleefd is, waarbij de minstens één ondervloer op een te bekleden vloer is gelegd.According to a second independent aspect, a floor covering is provided, comprising at least one subfloor according to the first aspect of the invention, and at least one floor element, which is adhered to the adhesive layer of the subfloor, the at least one subfloor being laid on a floor to be covered .

Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen verschillende ondervloeren naast elkaar op de te bekleden vloer worden gelegd.In some embodiments, different subfloors can be laid side by side on the floor to be coated.

Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het minstens ene vloerelement een PVC vloerelement zijn. Het PVC ofte vinyl vloerelement kan en LVT zijn. LVT betekent hier “luxuary vinyl tile”, zijnde een vloerelement met kleinere afmeting, bij voorkeur rechthoekig, hetwelk voornamelijk uit polyvinylchloride bestaat en al of niet flexibel of rigide is. Alternatief is het minstens ene vloerelement een vinyl gebaseerd vloerelement zoals LVT, of sheet vinyl. Eventueel kan het minstens ene vloerelement ook een kamerbreed tapijt of tapijttegel zijn, of laminaat, parket of keramische tegels.In some embodiments, the at least one floor element can be a PVC floor element. The PVC or vinyl floor element can be an LVT. LVT here means “luxuary vinyl tile”, which is a floor element with a smaller size, preferably rectangular, which mainly consists of polyvinyl chloride and which may or may not be flexible or rigid. Alternatively, the at least one floor element is a vinyl based floor element such as LVT, or sheet vinyl. Optionally, the at least one floor element can also be a wall-to-wall carpet or carpet tile, or laminate, parquet or ceramic tiles.

Een vloerbekleding volgens het tweede aspect van de uitvinding, heeft als voordeel dat, zeker in geval de vloerelementen uit PVC bestaan, de ondervloer en de vloerelementen een gelijkaardige uitzetting hebben onder stijgende of dalende temperatuur. Hierdoor is het loskomen van de vloerelementen van de ondervloer verminderd of beperkt.A floor covering according to the second aspect of the invention has the advantage that, certainly when the floor elements consist of PVC, the subfloor and the floor elements have a similar expansion under rising or falling temperature. As a result, the loosening of the floor elements from the subfloor is reduced or limited.

De onafhankelijke en afhankelijke conclusies geven specifieke en geprefereerde kenmerken van de uitvoeringsvormen van de uitvinding weer. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen gecombineerd worden met kenmerken van de onafhankelijke en afhankelijke conclusies, en dit op om het even welke geschikte manier zoals duidelijk zou zijn voor een vakman.The independent and dependent claims reflect specific and preferred features of the embodiments of the invention. Features of the dependent claims can be combined with features of the independent and dependent claims in any suitable manner as would be apparent to one skilled in the art.

De bovengemelde en andere kenmerken, eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt met behulp van volgende voorbeelden van uitvoeringsvormen, eventueel in combinatie met de tekeningen.The above-mentioned and other features, properties and advantages of the present invention will be elucidated by means of the following exemplary embodiments, optionally in combination with the drawings.

BE2018/5701BE2018 / 5701

De beschrijving van deze voorbeelden van uitvoeringsvormen is gegeven als verduidelijking, zonder de intentie de omvang van de uitvinding te beperken. De referentiecijfers in de hierna volgende beschrijving refereren naar de tekeningen. Zelfde referentiecijfers in eventueel verschillende figuren refereren naar identieke of gelijkaardige elementen.The description of these examples of embodiments is given as an illustration, without intending to limit the scope of the invention. The reference numbers in the following description refer to the drawings. Same reference numbers in possibly different figures refer to identical or similar elements.

Korte beschrijving van de figurenBrief description of the figures

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:

• Figuur 1 is een schematische voorstelling van een vloerbekleding volgens de uitvinding.Figure 1 is a schematic representation of a floor covering according to the invention.

• Figuren 2 is een schematische voorstelling van een onderlaag volgens de uitvinding.Figures 2 is a schematic representation of a substrate according to the invention.

• Figuur 3 is een schematische voorstelling van een verdere vloerbekleding volgens de uitvinding.Figure 3 is a schematic representation of a further floor covering according to the invention.

Beschrijving van voorbeelden van uitvoeringsvormenDescription of examples of embodiments

De onderhavige uitvinding wordt hierna beschreven gebruik makende van specifieke uitvoeringsvormen.The present invention is described below using specific embodiments.

Het moet opgemerkt dat de term omvattende, zoals bilvoorbeeld gebruikt in de conclusies, niet mag geïnterpreteerd worden in beperkende zin, beperkend tot de daarna volgende elementen, kenmerken en/of stappen. De term omvattende sluit niet de aanwezigheid van anders elementen, kenmerken of stappen uit.It is to be noted that the term including, as buttock example used in the claims, should not be interpreted in a limiting sense, limiting to the subsequent elements, features and / or steps. The term including does not exclude the presence of otherwise elements, features or steps.

Dus de omvang van een uitdrukking een voorwerp omvattende de elementen A en B, is niet gelimiteerd tot een voorwerp dat enkel de elementen A en B bevat. De omvang van een uitdrukking een methode omvattende de stappen A en 8, is niet gelimiteerd tot een methode die enkel de stappen A en B bevat.Thus, the size of an expression, an object comprising elements A and B, is not limited to an object containing only elements A and B. The scope of an expression, a method comprising steps A and 8, is not limited to a method containing only steps A and B.

In het licht van de onderhavige uitvinding betekenen deze uitdrukkingen enkel dat de relevante elementen respectievelijk stappen voor de uitvinding de elementen respectievelijk stappen A en B zijn.In the light of the present invention, these terms mean only that the elements and steps relevant to the invention are the elements A and B, respectively.

BE2018/5701BE2018 / 5701

In de hierna volgende specificatie wordt referentie gemaakt naar een uitvoeringsvorm” of de uitvoeringsvorm. Dergelijke referentie betekent dat een specifiek element of kenmerk, beschreven aan de hand van deze uitvoeringsvorm, is omvat in minstens deze ene uitvoeringsvorm.In the following specification, reference is made to an embodiment "or the embodiment. Such reference means that a specific element or feature described with reference to this embodiment is included in at least this one embodiment.

Het voorkomen van de termen in een uitvoeringsvorm“ of in de uitvoeringsvorm op verschillende plaatsen in deze beschrijving, refereert echter niet noodzakelijkerwijze naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel het echter wel kan refereren naar een zelfde uitvoeringsvorm.However, the occurrence of the terms in an embodiment, or in the embodiment, at different locations throughout this description does not necessarily refer to the same embodiment, although it may refer to the same embodiment.

Voorts kunnen de eigenschappen of de kenmerken op om het even welke geschikte manier in een of meerdere uitvoeringsvormen worden gecombineerd, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman.Furthermore, the properties or characteristics can be combined in any suitable manner in one or more embodiments, as would be apparent to those skilled in the art.

Een dwarsdoorsnede van een vloerbekleding 100 volgens de uitvinding is schematisch getoond in figuur 1.A cross section of a floor covering 100 according to the invention is schematically shown in figure 1.

De vloerbekleding 100 omvat een ondervloer 200 en enkele vinyl ofte PVC vloerelementen 300. In deze uitvoeringsvorm zijn twee naast elkaar gelegen vloerelementen 300 getoond. Als voorbeeld zijn deze vloerelementen dryback elementen.The floor covering 100 comprises a subfloor 200 and some vinyl or PVC floor elements 300. In this embodiment, two adjacent floor elements 300 are shown. These floor elements are dryback elements as an example.

De ondervloer 200 is voorzien van een eerste flexibel en geschuimde PVC laag 202, die aan een eerste zijde 212 voorzien is van de textiele versterkingslaag 230. De textiele versterkingslaag 230 omvat een textielproduct 232 welk volledig is ingebed in de eerste PVC laag 202. Aan een eerste buitenzijde van de ondervloer is een laag adhesief 204 voorzien.The subfloor 200 is provided with a first flexible and foamed PVC layer 202, which is provided on a first side 212 with the textile reinforcement layer 230. The textile reinforcement layer 230 comprises a textile product 232 which is fully embedded in the first PVC layer 202. on the first outside of the subfloor, a layer of adhesive 204 is provided.

Aan de tweede, tegenovergestelde zijde 214, is de ondervloer voorzien van een nonwoven structuur 206. Deze nonwoven structuur 206 is deels ingebed in de eerste PVC laag 202.On the second, opposite side 214, the subfloor is provided with a nonwoven structure 206. This nonwoven structure 206 is partly embedded in the first PVC layer 202.

De zijde 214 is in contact met de vloer 400 waarop de bekleding is aangebracht.The side 214 is in contact with the floor 400 on which the covering is applied.

Het adhesief 204 van de adhesieflaag is bijvoorbeeld een drukgevoelige lijm (pressure sensitive adhesive ofte PSA lijm) aangebracht in een hoeveelheid van 70 g/m². Als alternatief kan een acrylaat adhesief gebruikt worden, bijvoorbeeld in een hoeveelheidThe adhesive 204 of the adhesive layer is, for example, a pressure-sensitive adhesive (PSA glue) applied in an amount of 70 g / m ² . Alternatively, an acrylic adhesive can be used, for example in an amount

BE2018/5701 van 30 g/m². Als verder alternatief kan een lijm, bijvoorbeeld een acrylaat lijm, met oneindig lange open tijd gebruikt worden.BE2018 / 5701 of 30 g / m ^2. As a further alternative, a glue, for example an acrylic glue, can be used with an infinitely long open time.

In de textiele versterkingslaag 230 is een glasvezel nonwoven volledig ingebed in de eerste PVC laag 202. Dit glasvezelvlies heeft een dikte van 0.3mm en een oppervlaktegewicht van 35 g/m² In the textile reinforcement layer 230, a glass fiber nonwoven is fully embedded in the first PVC layer 202. This glass fiber fleece has a thickness of 0.3 mm and a surface weight of 35 g / m ^2.

De eerste PVC laag 202 heeft een dikte van T van liefst tussen de 0.6 en 1.4 mm.The first PVC layer 202 has a thickness of T, preferably between 0.6 and 1.4 mm.

De PVC is gemaakt uit een emulsie polymerisatie van PVC met een K-waarde van tussen de 57 en 86. De vullingsgraad (dit is het gewicht van de vulstof ten opzichte van het gewicht van de gehele formulatie van het polymeer, desgevallend PVC, in hetwelke de vulstof zich bevindt) is tussen de 10 en 70%W, waarbij calciumcarbonaat als vulstof is gebruikt.The PVC is made from an emulsion polymerization of PVC with a K-value between 57 and 86. The degree of filling (this is the weight of the filler relative to the weight of the entire formulation of the polymer, if applicable PVC, in which filler is between 10 and 70% W, using calcium carbonate as filler.

Er is 80 tot 120 phr weekmaker gebuikt, van het type DINP80 to 120 phr plasticizer has been used, of the type DINP

De densiteit van de eerste PC laag is om en bij de 650 kg/m³. het opschuimen gebeurde met azodicarbonamideThe density of the first PC is around 650 kg / m ³ . foaming was done with azodicarbonamide

Het textielproduct 206 hoeft niet, maar is bij voorkeur voorzien. Het textielproduct 206 is een spunbond of naald vilt nonwoven bij voorkeur uit polyester, polyamide polyolefine of glasvezel, waarbij de dikte kan variëren tussen de 0.1 mm en 1 mm, bijvoorbeeld 0.7 mm, en een oppervlaktegewicht tussen de 15 en 200 g/m² bij voorkeur wordt gekozen. Het textielproduct is deels ingebed in de eerste PVC laag. Als voorbeeld wordt gekozen voor een polyester naaldvilt met oppervlakte gewicht van 120 g/m². Als alternatief wordt een polyester spunbond vlies gebruikt, met een dikte tussen de 0.1 en 0.3mm en een oppervlaktegewicht van 20 g/m².The textile product 206 is not required, but is preferably provided. The textile product 206 is a spun bond or needle felt nonwoven preferably of polyester, polyamide polyolefin or glass fiber, the thickness of which can vary between 0.1 mm and 1 mm, for example 0.7 mm, and a surface weight between 15 and 200 g / m ² at preference is chosen. The textile product is partly embedded in the first PVC layer. A polyester needle felt with surface weight of 120 g / m ² is chosen as an example. Alternatively, a spunbond non-woven polyester is used, with a thickness between 0.1 and 0.3mm and a weight per unit area of 20 g / m ^2.

De afmeting van de onderlaag zijn bij voorkeur ongeveer één meter breedte en 6 tot 20 meter lengte. Typisch is deze onderlaag in opgerolde vorm beschikbaar gemaakt en dient deze uitgerold te worden op de te bekleden vloer 400, waarna de release film (niet getoond in figuur 1) dient te worden verwijderd en de vloerelementen te worden aangebracht.The dimensions of the bottom layer are preferably about one meter in width and 6 to 20 meters in length. Typically, this underlay has been made available in a rolled form and should be rolled out onto the floor 400 to be coated, then the release film (not shown in Figure 1) removed and the floor elements applied.

Twee naast elkaar gelegen onderlagen 200 uit figuur 1 zijn weergegeven in figuur 2. De vakman begrijpt dat meerdere dergelijke onderlagen verder naast elkaar kunnen gelegd worden. De onderlagen zijn hier nog voorzien van hun release film 3000.Two adjacent bottom layers 200 of Figure 1 are shown in Figure 2. Those skilled in the art understand that multiple such bottom layers can be further juxtaposed. The underlayers are still provided with their release film 3000.

BE2018/5701BE2018 / 5701

De onderlaag 2001 is aan een eerste rand 2011 voorzien is van een uitsparing aan de zijde 2021 waar het adhesief aanwezig is. De onderlaag 2001 is aan een tweede rand 2012, tegenovergesteld aan de eerste rand 2011, voorzien is van een uitsparing aan de zijde 2022 tegenover de zijde 2021 waar het adhesief aanwezig isThe bottom layer 2001 is provided on a first edge 2011 with a recess on the side 2021 where the adhesive is present. The bottom layer 2001 is on a second edge 2012, opposite to the first edge 2011, has a recess on the side 2022 opposite the side 2021 where the adhesive is present

De onderlaag 2002 is eveneens aan zijn corresponderende zijden van dergelijke uitsparingen voorzien.The bottom layer 2002 is also provided with such recesses on its corresponding sides.

Als de uitsparing aan de eerste zijde van een eerste onderlaag 2001 voor vloerbekleding in contact wordt gebracht met de uitsparing aan de tweede zijde van een tweede onderlaag 2002 voor vloerbekleding zijn de twee onderlagen voor vloerbekleding substantieel coplanair en in he vlak 2200 gelegen.When the recess on the first side of a first underlay 2001 for floor covering is brought into contact with the recess on the second side of a second underlay 2002 for floor covering, the two underlays for floor covering are substantially coplanar and located in plane 2200.

Het adhesief kan, maar hoeft niet noodzakelijk aanwezig te zijn op het oppervlak van de uitsparing 2012. De diktes aan de overblijvend deel van de PVC laag ter hoogte van de uitsparingen kan zoals getoond in figuur 2, maar hoeft niet even dik te zijn.The adhesive can, but does not necessarily have to be present on the surface of the recess 2012. The thicknesses on the remaining part of the PVC layer at the level of the recesses can be as shown in figure 2, but need not be the same thickness.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van de ondervloer 200 uit figuur 1 is woordgegeven in figuur 3.An alternative embodiment of the subfloor 200 of Figure 1 is given in Figure 3.

De ondervloer 250 is voorzien van een eerste flexibel en geschuimde PVC laag 252, die aan een eerste zijde 262 voorzien is van de textiele versterkingslaag 280.The subfloor 250 is provided with a first flexible and foamed PVC layer 252, which is provided on a first side 262 with the textile reinforcement layer 280.

De textiele versterkingslaag 280 omvat een textielproduct 282 welk volledig met polymeer, in dit geval PVC afkomstig van een PVC plastisol 284 is geïmpregneerd.The textile reinforcement layer 280 comprises a textile product 282 which is completely impregnated with polymer, in this case PVC from a PVC plastisol 284.

Tussen de eerste PVC laag en de laag adhesief bevindt zich dus een met polymeer geïmpregneerde textiele versterkingslaag.Thus, between the first PVC layer and the adhesive layer, there is a polymer-impregnated textile reinforcement layer.

Deze textiele versterkingslaag hecht aan de eerste PVC laag door het hechten van de twee PVC materialen aan elkaar, dus zonder gebruik van adhesief.This textile reinforcement layer adheres to the first PVC layer by bonding the two PVC materials together, so without the use of adhesive.

Aan een eerste buitenzijde van de ondervloer is een laag adhesief 254 voorzien.A layer of adhesive 254 is provided on a first outside of the subfloor.

Tussen de textiele versterkingslaag 280 en de laag adhesief 254, bevindt zich een tweede polymeerlaag 290, in dit geval een tweede PVC laag.Between the textile reinforcement layer 280 and the adhesive layer 254 there is a second polymer layer 290, in this case a second PVC layer.

BE2018/5701BE2018 / 5701

Aan de tweede, tegenovergestelde zijde 264, kan de ondervloer voorzien worden van een nonwoven structuur 256, bijvoorbeeld een polyester spunbond. Deze nonwoven structuur 256 is deels ingebed in de eerste PVC laag 252.On the second, opposite side 264, the underlay can be provided with a nonwoven structure 256, for example a polyester spun bond. This nonwoven structure 256 is partly embedded in the first PVC layer 252.

De zijde 264 is in contact met de vloer 400 waarop de bekleding is aangebracht.The side 264 is in contact with the floor 400 on which the coating is applied.

Het adhesief van de laag adhesief 254 is gelijk aan de deze van de laag adhesief 204 uit de uitvoeringsvorm in figuur 1.The adhesive of the adhesive layer 254 is the same as that of the adhesive layer 204 of the embodiment in Figure 1.

Deze PVC is gemaakt uit een emulsie polymerisatie van PVC met een K-waarde van tussen de 57 en 86. De vullingsgraad (dit is het gewicht van de vulstof ten opzichte van het gewicht van de gehele formulatie van het polymeer, desgevallend PVC, in hetwelke de vulstof zich bevindt) is tussen de 20 en 70%W, waarbij calciumcarbonaat als vulstof is gebruikt.This PVC is made from an emulsion polymerization of PVC with a K-value between 57 and 86. The degree of filling (this is the weight of the filler relative to the weight of the entire formulation of the polymer, if applicable PVC, in which the filler is) is between 20 and 70% W, using calcium carbonate as the filler.

Er is 25 tot 120 phr weekmaker gebuikt, van het type DINP25 to 120 phr plasticizer has been used, of the type DINP

De densiteit van de tweede PC laag is om en bij de 650 kg/m³. Het opschuimen gebeurde met azodicarbonamideThe density of the second PC layer is around 650 kg / m ³ . The foaming was done with azodicarbonamide

De tweede PVC laag 290 heeft een dikte van T2 tussen de 0.15 en 0.7mm, bijvoorbeeld 0.5mm.The second PVC layer 290 has a thickness of T2 between 0.15 and 0.7mm, for example 0.5mm.

In een alternatieve vorm is de PVC van deze tweede laag niet opgeschuimd, en is de dikte gekozen bij voorkeur tussen 0.15 en 0.25mm.In an alternative form, the PVC of this second layer is not foamed, and the thickness is preferably chosen between 0.15 and 0.25mm.

In de textiele versterkingslaag 280 is een glasvezel nonwoven 282 volledig geïmpregneerd met PVC 284. Dit glasvezelvlies 282 heeft een dikte van ongeveer 0.3 tot 0.4 mm en een oppervlaktegewicht van 35 g/m².In the textile reinforcement layer 280, a glass fiber nonwoven 282 is fully impregnated with PVC 284. This glass fiber fleece 282 has a thickness of about 0.3 to 0.4 mm and a surface weight of 35 g / m ² .

De gebruikte PVC 284 is gemaakt uit een emulsie polymerisatie van PVC met een Kwaarde van tussen de 57 en 86. De vullingsgraad (dit is het gewicht van de vulstof ten opzichte van het gewicht van de gehele formulatie van het polymeer, desgevallend PVC, in hetwelke de vulstof zich bevindt) is tussen de 20 en 70%W, waarbij calciumcarbonaat als vulstof is gebruikt. Er is 25 tot 120 phr weekmaker gebuikt, van het type DINP .The PVC 284 used is made from an emulsion polymerization of PVC with a K value of between 57 and 86. The degree of filling (this is the weight of the filler relative to the weight of the entire formulation of the polymer, if applicable PVC, in which the filler is) is between 20 and 70% W, using calcium carbonate as the filler. 25 to 120 phr plasticizer has been used, of the type DINP.

BE2018/5701BE2018 / 5701

De eerste PVC laag 252, die niet geschuimd is, heeft een dikte T1 tussen 0.6 en 1.0 mm, bijvoorbeeld 0.86 mm. In alternatieve uitvoeringsvormen heeft deze laag een dikte van 0.6 mm of 0.7mmThe first PVC layer 252, which is not foamed, has a thickness T1 between 0.6 and 1.0 mm, for example 0.86 mm. In alternative embodiments, this layer has a thickness of 0.6 mm or 0.7 mm

De PVC is gemaakt uit een emulsie polymerisatie van PVC met een K-waarde van tussen de 57 en 86. De vullingsgraad (die is het gewicht van de vulstof ten opzichte van het gewicht van de gehele formulatie van het polymeer, desgevallend PVC, in hetwelke de vulstof zich bevindt) is tussen de 10 en 70%W, waarbij calciumcarbonaat als vulstof is gebruikt.The PVC is made from an emulsion polymerization of PVC with a K-value of between 57 and 86. The degree of filling (which is the weight of the filler relative to the weight of the entire formulation of the polymer, if applicable PVC, in which filler is between 10 and 70% W, using calcium carbonate as filler.

Het textielproduct 256 is gelijk aan het textielproduct 206 van de uitvoeringsvorm in figuur 1. Het is op gelijkaardige wijze aangebracht en ingebed in de eerste PVC laag.The textile product 256 is similar to the textile product 206 of the embodiment in Figure 1. It is similarly applied and embedded in the first PVC layer.

De laag adhesief en/of de schutfilm, en liefst beiden, zijn bij voorkeur transparant of doorzichtig. Aldus worden eventuele opdrukken gemaakt of de eerste laag onder de laag adhesief zichtbaar op de ondervloer in ongebruikte staat. Dergelijke opdruk kan snij-instructies en/of een indicatie van afstand (bijvoorbeeld een snijrooster) omvatten teneinde de vakman toe te latent de ondervloer te helpen bij het op maat snijden van de ondervloer.The layer of adhesive and / or the protective film, and preferably both, are preferably transparent or transparent. Thus, any imprints are made or the first layer under the layer of adhesive is visible on the subfloor in unused condition. Such imprint may include cutting instructions and / or a distance indication (e.g., a cutting grid) to allow those skilled in the art to assist the subfloor in cutting the subfloor to size.

Het is duidelijk dat, hoewel de uitvoeringsvormen en/of de materialen voor het verstrekken van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding zijn besproken, diverse wijzigingen of veranderingen kunnen worden aangebracht onder af te wijken van net werkingsgebied en/of de geest van deze uitvinding. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch kan volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.It is understood that while the embodiments and / or the materials for providing embodiments of the present invention have been discussed, various changes or changes may be made to depart from the scope and / or spirit of this invention. The present invention is by no means limited to the above-described embodiments, but can be realized according to different variants without departing from the scope of the present invention.

Claims

Conclusions

A subfloor, comprising a layered structure, wherein one of the layers is a first, flexible and foamed PVC layer, and comprising a first outer layer, which is a layer of adhesive, whether or not provided with a protective film.

A subfloor according to claim 1, wherein a protective film is provided on the adhesive.

A subfloor according to any one of claims 1 to 2, wherein the layer of adhesive is on a first side of the first PVC layer, and wherein a fiber layer is applied to the second side of the first PVC layer.

A subfloor according to any one of claims 1 to 3, wherein between the first PVC layer and the adhesive layer, there is a textile reinforcement layer.

A subfloor according to claim 4, wherein the textile reinforcement layer comprises a textile product which is wholly or partly embedded in the first PVC layer.

A subfloor according to claim 4, wherein the textile reinforcement layer comprises a textile product impregnated with polymer.

A subfloor according to claim 6, wherein the polymer impregnated textile reinforcement layer is in contact with the first side of the first PVC layer.

A subfloor according to any one of claims 1 to 7, wherein a second polymer layer is present between the textile reinforcement layer and the adhesive layer.

A subfloor according to claim 8, wherein the second polymer layer is a second PVC layer.

A subfloor according to any of claims 1 to 9, wherein the first PVC layer comprises plasticizers in an amount of 15 to 120 phr.

BE2018 / 5701

A subfloor according to any one of claims 1 to 10, wherein the subfloor has a thickness between 1.25 and 2.5 mm.

A subfloor according to any of claims 1 to 11, wherein the subfloor has a punctual conformability greater than 0.5.

An underlayment according to any of claims 1 to 12, wherein the adhesive is an adhesive selected from the group consisting of PSA adhesives and acrylic adhesives.

A subfloor according to any one of claims 1 to 13, wherein the adhesive is present in an amount of 5 to 90 g / m ² .

A subfloor according to any one of claims 1 to 14, wherein the bottom layer on a first edge is provided with a recess on the side where the adhesive is present, and the bottom layer is provided on a second edge, opposite to the first edge. is of a recess on the side opposite the side where the adhesive is present, such that in case the recess on the first side of a first floor covering underlay is brought into contact with the recess on the second side of a second floor covering underlayment, the two underlays for floor coverings are substantially coplanar.

A floor covering comprising at least one subfloor according to any one of the preceding claims, and at least one floor element, which is adhered to the adhesive layer of the subfloor, wherein the at least one subfloor is laid on a floor to be covered.

A floor covering according to claim 16, wherein different subfloors are laid side by side on the floor to be covered.

A floor covering according to any of claims 16 to 17, wherein the at least one floor element is a PVC floor element.