BE1026698B1

BE1026698B1 - Packaging machine feeding, separating and folding mechanisms

Info

Publication number: BE1026698B1
Application number: BE20185697A
Authority: BE
Inventors: David Michel Provoost; Dycker Herman Germain De; Steenkiste Dimitri Daniël Raphaël Van; Stefaan Albert Marie-Louise Hamerlinck
Original assignee: Avercon BVBA
Priority date: 2018-10-10
Filing date: 2018-10-10
Publication date: 2020-05-15
Also published as: BE1026698A1

Abstract

Een machine voor het verpakken van één of meerdere artikelen omvattende een toevoersysteem dat meerdere toevoeren van velmateriaal in de machine kan toevoeren zonder het toevoersysteem te verplaatsen of rillen of bochten in het velmateriaal te vormen. De machine omvat tevens een scheidingssysteem met een snijtafel en meerdere onder een hoek staande messen die het velmateriaal in lengtes snijden die tot plano's gemaakt kunnen worden. De machine omvat tevens een rilsysteem met een rilrol die dwarsrillen in het velmateriaal vormt wanneer het velmateriaal door de machine beweegt.A machine for packaging one or more articles comprising a feeding system that can feed multiple feeds of sheet material into the machine without moving the feeding system or forming creases or bends in the sheet material. The machine also includes a separation system with a cutting table and multiple angled blades that cut the sheet material into lengths that can be made into blanks. The machine also includes a creasing system with a creasing roller that forms transverse grooves in the sheet material as the sheet material moves through the machine.

Description

Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismesPackaging machine feeding, separating and folding mechanisms

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

1. Het gebied van de uitvinding [0001] Voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding hebben betrekking op systemen, werkwijzen en inrichtingen voor het verpakken van artikelen in dozen. Meer bepaald, voorbeelduitvoeringsvormen hebben betrekking op verpakkingsmachinemechanismes die velmateriaal toevoeren naar de verpakkingsmachine, het velmateriaal scheiden in lengtes die gebruikt worden om plano's te vervaardigen, en rillen maakt in het velmateriaal om er plano's van te maken.1. Field of the Invention Exemplary embodiments of the invention relate to systems, methods, and devices for packaging articles in boxes. Specifically, exemplary embodiments relate to packaging machine mechanisms that supply sheet material to the packaging machine, separate the sheet material into lengths used to make blanks, and crease the sheet material to make blanks.

2. Stand van de techniek [0002] Transport- en verpakkingsindustrieën maken vaak gebruik van apparatuur voor het verwerken van karton en ander velmateriaal dat velmateriaal omvormt tot plano's. Een voordeel van zulke apparatuur is dat een verzender naar behoefte dozen kan maken met vereiste afmetingen in plaats van een voorraad van standaard, vooraf gemaakte dozen van verschillende afmetingen bij te houden. Bijgevolg kan de verzender de behoefte om zijn vereiste voor bepaalde doosafmetingen te voorspellen evenals de behoefte om vooraf gemaakte dozen met standaardafmetingen op te slaan, elimineren. In plaats daarvan kan de verzender één of meerdere balen kettingmateriaal opslaan, die gebruikt kunnen worden om een verscheidenheid aan doosafmetingen te genereren op basis van de specifiek vereiste doosafmetingen op het moment van elke verzending. Hierdoor kan de verzender de opslagruimte verminderen die normaal vereist is voor periodiek gebruikte verzendbenodigheden, evenals het verminderen van de afval en kosten die gekoppeld zijn aan het inherent onnauwkeurige proces van het voorspellen van de vereiste doosafmetingen, aangezien de verzonden artikelen en hun respectieve afmetingen van tijd tot tijd kunnen variëren.2. State of the Art Conveying and packaging industries often utilize equipment for processing cardboard and other sheet material that converts sheet material into blanks. An advantage of such equipment is that a shipper can make boxes of required dimensions as needed, rather than keeping a stock of standard pre-made boxes of different sizes. Accordingly, the shipper can eliminate the need to predict his requirement for certain box sizes as well as the need to store pre-made standard size boxes. Instead, the shipper can store one or more bales of warp material, which can be used to generate a variety of box sizes based on the specific box sizes required at the time of each shipment. This allows the shipper to reduce the storage space normally required for periodically used shipping supplies, as well as reducing the waste and costs associated with the inherently inaccurate process of predicting the required box dimensions, as the shipped items and their respective dimensions of time may vary from time to time.

[0003] Naast het verminderen van de inefficiënties die samenhangen met het opslaan van vooraf gemaakte dozen van verschillende afmetingen, vermindert het maken van dozen met een aangepast formaat ook de verpakkings- en verzendingskosten. In de verpakkingsindustrie wordt geschat dat verzonden artikelen meestal worden verpakt in dozen die ongeveer 65% groter zijn dan de verzonden artikelen. Dozen die te groot zijn voor een bepaald artikel zijn duurder dan een doos die op maat gemaakt is voor het artikel vanwege de kosten voor het overtollige materiaal dat gebruikt is om de grotere doos te maken. Wanneer een artikel in een te grote doos verpakt wordt, wordt vaak vulmateriaal (bijvoorbeeld piepschuim, schuimpinda's, papier, luchtkussen, enz.) in de doos geplaatst om te voorkomen dat het artikel in de doos beweegt en om te voorkomen dat de doos instort wanneer een druk uitgeoefend wordt (bijvoorbeeld wanneer dozen toegeplakt of gestapeldIn addition to reducing the inefficiencies associated with storing pre-made boxes of various sizes, making custom sized boxes also reduces packaging and shipping costs. In the packaging industry, it is estimated that shipped items are usually packaged in boxes that are about 65% larger than the items shipped. Boxes that are too large for a given item are more expensive than a box custom-made for the item because of the cost of the excess material used to make the larger box. When an item is packed in a box that is too big, filling material (e.g. styrofoam, foam peanuts, paper, air cushion, etc.) is often placed in the box to prevent the item from moving inside the box and to prevent the box from collapsing when a pressure is exerted (for example, when boxes are applied or stacked

BE2018/5697 worden). Deze vulmaterialen verhogen verder de kost gerelateerd aan het verpakken van een artikel in een te grote doos.BE2018 / 5697). These filler materials further increase the cost related to packing an item in an oversized box.

[0004] Dozen met een aangepast formaat verminderen ook de verzendingskosten die gerelateerd zijn aan het verzenden van artikelen in vergelijking met het verzenden van de artikelen in de te grote dozen. Een verzendingsvoertuig gevuld met dozen die 65% groter zijn dan de verpakte artikelen is veel minder kostenefficiënt om te bedienen dan een verzendingsvoertuig gevuld met dozen die aangepast zijn aan de verpakte artikelen. Met andere woorden kan een verzendingsvoertuig gevuld met pakketten van aangepast formaat een aanzienlijk groter aantal pakketten dragen, wat het aantal verzendingsvoertuigen dat nodig is om hetzelfde aantal artikelen te verzenden kan verminderen. Dienovereenkomstig, naast of als een alternatief voor het berekenen van verzendkosten op basis van het gewicht van een pakket, worden verzendingsprijzen vaak beïnvloed door de omvang van het verzonden pakket. Dus, het verkleinen van de afmetingen van het pakket van een artikel kan de prijs van het verzenden van het artikel reduceren. Zelfs wanneer de verzendkosten niet berekend worden op basis van de afmetingen van de pakketten (bijvoorbeeld alleen het gewicht van de pakketten), kan het gebruik van pakketten met aangepaste afmetingen de verzendkosten verlagen omdat de kleinere, op maat gemaakte pakketten minder zullen wegen dan de te grote pakketten vanwege het gebruik van minder verpakking en vulmateriaal.Custom-sized boxes also reduce shipping costs associated with shipping items compared to shipping the items in oversized boxes. A shipping vehicle filled with boxes 65% larger than the packaged items is much less cost efficient to operate than a shipping vehicle filled with boxes adapted to the packaged items. In other words, a shipping vehicle filled with custom-sized packages can carry a significantly larger number of packages, which can reduce the number of shipping vehicles required to ship the same number of items. Accordingly, in addition to or as an alternative to calculating shipping costs based on the weight of a package, shipping prices are often affected by the size of the package sent. Thus, reducing the size of an item's package can reduce the price of shipping the item. Even if shipping costs are not calculated based on the dimensions of the packages (for example, only the weight of the packages), the use of custom size packages can reduce shipping costs because the smaller, custom packages will weigh less than the large packages due to the use of less packaging and filling material.

[0005] Hoewel velmateriaalverwerkende machines en gerelateerde apparatuur mogelijk de ongemakken die gerelateerd zijn aan het bevoorraden van standaard verzendbenodigdheden kunnen verlichten en de hoeveelheid ruimte die nodig is voor het opslaan van dergelijke verzendbenodigdheden verminderen, hebben machines volgens de stand van de techniek en gerelateerde apparatuur verschillende nadelen. Systemen volgens de stand van de techniek hebben bijvoorbeeld in de eerste plaats aandacht voor het maken van dozen en het afdichten van dozen als ze eenmaal gevuld zijn. Dergelijke systemen vereisen het gebruik van meerdere afzonderlijke machines en aanzienlijke handmatige arbeid. Een typisch doosvormsysteem omvat bijvoorbeeld een omvormmachine die velmateriaal snijdt, inkerft, en/of rilt om een plano te vormen. Nadat de plano gevormd is, verwijdert een operator de plano uit de omvormmachine en wordt een fabriceerverbinding gemaakt in de plano. Een fabriceer-verbinding bevindt zich waar twee tegenoverliggende uiteinden van de plano aan elkaar bevestigd zijn. Dit kan handmatig en/of met extra machines gedaan worden. Een operator kan bijvoorbeeld lijm (bijvoorbeeld met een lijmpistool) op één uiteinde van de plano aanbrengen en kan de plano vouwen om de tegenoverliggende uiteinden samen met de lijm daartussen te verbinden. Alternatief kan de operator de plano ten minste gedeeltelijk vouwen en de plano in een lijmmachine aanbrengen die lijm aanbrengt op één uiteinde van de plano en de twee overliggende uiteinden met elkaar verbindt. In beide gevallen is een aanzienlijke betrokkenheid van de operator vereist. Bovendien maakt hetWhile sheet material processing machines and related equipment may alleviate the inconveniences associated with stocking standard shipping supplies and reduce the amount of space required to store such shipping supplies, prior art machines and related equipment have several cons. For example, prior art systems are primarily concerned with making boxes and sealing boxes once they are filled. Such systems require the use of multiple separate machines and considerable manual labor. For example, a typical box forming system includes a forming machine that cuts, notches, and / or creases sheet material to form a blank. After the blank is formed, an operator removes the blank from the forming machine and a fabrication connection is made in the blank. A fabrication joint is located where two opposite ends of the blank are secured together. This can be done manually and / or with additional machines. For example, an operator can apply glue (for example, with a glue gun) to one end of the blank and fold the blank to join the opposite ends together with the glue between them. Alternatively, the operator may at least partially fold the blank and apply the blank in a gluer that applies adhesive to one end of the blank and joins the two opposite ends. In both cases, significant operator involvement is required. Moreover, it makes

BE2018/5697 gebruik van een afzonderlijke lijmmachine het systeem ingewikkeld en kan het totale systeem aanzienlijk vergroot worden.BE2018 / 5697 using a separate gluing machine makes the system complicated and the overall system can be significantly enlarged.

[0006] Zodra de fabrikantsvoeg gemaakt is, kan de plano gedeeltelijk opgericht worden en kunnen bodemflappen van de plano gevouwen worden en vastgezet om een bodemoppervlak van een doos te vormen. Nogmaals, typisch moet een operator de doos oprichten. De bodemflappen kunnen door de operator of met behulp van nog meer machines handmatig gevouwen en beveiligd worden. Daarna plaatst een operator het te verpakken artikel(en) in de doos en worden de bovenste flappen gevouwen en vastgezet.Once the manufacturer's joint has been made, the blank can be partially erected and bottom flaps of the blank can be folded and secured to form a bottom surface of a box. Again, typically an operator must erect the box. The bottom flaps can be folded and secured manually by the operator or with the help of even more machines. An operator then places the item (s) to be packed in the box and the top flaps are folded and secured.

[0007] Hoewel enige inspanningen geleverd zijn om individuele verpakkingsmachines te vervaardigen die plano's vervaardigen en de plano oprichten en afdichten rond de verpakkingsartikel(en), blijft er ruimte voor verbetering op gebied van verpakkingsmachines en verwante werkwijzen.While some efforts have been made to manufacture individual packaging machines that manufacture blanks and erect and seal the blanks around the packaging item (s), there remains room for improvement in packaging machines and related processes.

KORTE SAMENVATTING [0008] Voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding hebben betrekking op systemen, werkwijzen en inrichtingen voor het verpakken van artikelen in dozen. Meer bepaald, voorbeelduitvoeringsvormen hebben betrekking op verpakkingsmachinemechanismes die velmateriaal toevoeren naar de verpakkingsmachine, het velmateriaal scheiden in lengtes die gebruikt worden om plano's te vervaardigen, en rillen en snedes maakt in het velmateriaal om er plano's van te maken.BRIEF SUMMARY Exemplary embodiments of the invention relate to systems, methods, and devices for packaging articles in boxes. Specifically, exemplary embodiments relate to packaging machine mechanisms that supply sheet material to the packaging machine, separate the sheet material into lengths used to make blanks, and make creases and cuts in the sheet material to make blanks.

[0009] Bijvoorbeeld omvat een uitvoeringsvorm van een verpakkingsmachine die gebruikt wordt voor het omvormen van hoofdzakelijk stijf velmateriaal tot plano's voor assemblage tot dozen of andere verpakkingen een toevoersysteem. Het toevoersysteem leidt een eerste toevoer van het velmateriaal en een tweede toevoer van het velmateriaal naar verpakkingsmachine. Het toevoersysteem omvat een eerste oppervlak met lage wrijving en een gerelateerd eerste voortbewegingsmechanisme. Het eerste voortbewegingsmechanisme is ingericht om de eerste toevoer van het velmateriaal langs het eerste oppervlak met lage wrijving aan te grijpen en voort te bewegen naar de verpakkingsmachine. Een tweede oppervlak met lage wrijving en een gerelateerd tweede voortbewegingsmechanisme is ook voorzien. Het tweede voortbewegingsmechanisme is ingericht om de tweede toevoer van het velmateriaal langs het tweede oppervlak met lage wrijving aan te grijpen en voort te bewegen naar de verpakkingsmachine. Het eerste oppervlak met lage wrijving en het tweede oppervlak met lage wrijving vormen een scherpe hoek die ingericht is om mogelijk te maken dat het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal te maken. De omvormmachine omvat ook één of meer omvormwerktuigen die ingericht zijn om één of meer omvormfuncties uit te voeren op het velmateriaal wanneer het velmateriaal door de verpakkingsmachine voortbeweegt, waarbij de éénFor example, an embodiment of a packaging machine used for converting substantially rigid sheet material into blanks for assembly into boxes or other packaging includes a feeding system. The feeding system directs a first supply of the sheet material and a second supply of the sheet material to the packaging machine. The delivery system includes a low friction first surface and a related first propulsion mechanism. The first advancing mechanism is arranged to engage the first feed of the sheet material along the first low friction surface and advance to the packaging machine. A second low friction surface and a related second propulsion mechanism are also provided. The second advancing mechanism is arranged to engage the second feed of the sheet material along the second low friction surface and advance to the packaging machine. The first low friction surface and the second low friction surface form an acute angle arranged to allow the sheet material to be advanced to the packaging machine without making any folds or creases in the sheet material. The forming machine also includes one or more forming tools adapted to perform one or more forming functions on the sheet material as the sheet material advances through the packaging machine, the one

BE2018/5697 of meer omvormfuncties geselecteerd worden uit de groep die bestaat uit rillen, buigen, vouwen, perforeren, snijden en inkerven, om de plano's te vervaardigen.BE2018 / 5697 or more converting functions are selected from the group consisting of creasing, bending, folding, perforating, cutting and notching to produce the blanks.

[00010] Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat een verpakkingsmachine die gebruikt wordt om hoofdzakelijk stijf velmateriaal om te vormen in plano's voor assemblage in dozen of andere verpakkingen een scheidingssysteem dat het velmateriaal in lengte scheidt voor gebruik bij het vervaardigen van de plano's. Het scheidingssysteem omvat een snijtafel met een snijrand, een eerste mes, en een tweede mes. Het eerste mes heeft een gemonteerd uiteinde, een vrij uiteinde en een eerste mesrand die zich daartussen ten minste gedeeltelijk uitstrekt. De eerste mesrand staat onder een hoek relatief ten opzichte van de snijrand van de snijtafel om een contactpunt te creëren tussen de eerste mesrand en de snijrand van de snijtafel wanneer het eerste mes wordt bewogen tussen een verhoogde positie naar een verlaagde positie. Het tweede mes heeft een gemonteerd uiteinde, een vrij uiteinde, en een tweede mesrand die zich daartussen ten minste gedeeltelijk uitstrekt. De tweede mesrand staat onder een hoek ten opzichte van de snijrand van de snijtafel om een contactpunt te creëren tussen de tweede mesrand en de snijrand van de snijtafel wanneer het tweede mes wordt bewogen tussen een verhoogde positie en een verlaagde positie. De vrije uiteinden van de eerste en tweede messen zijn naast elkaar geplaatst nabij een midden van het velmateriaal. De gemonteerde uiteinden van de eerste en tweede messen zijn naast de tegenover elkaar liggende zijden van het velmateriaal geplaatst.In another embodiment, a packaging machine used to convert substantially rigid sheet material into blanks for assembly into boxes or other packages includes a separation system that separates the sheet material in length for use in manufacturing the blanks. The separation system includes a cutting table with a cutting edge, a first knife, and a second knife. The first blade has a mounted end, a free end and a first blade edge extending at least partially therebetween. The first knife edge is angled relative to the cutting edge of the cutting table to create a point of contact between the first knife edge and the cutting edge of the cutting table when the first knife is moved from an elevated position to a lowered position. The second blade has a mounted end, a free end, and a second blade edge extending at least partially therebetween. The second knife edge is at an angle to the cutting edge of the cutting table to create a point of contact between the second knife edge and the cutting edge of the cutting table when the second knife is moved between an elevated position and a lowered position. The free ends of the first and second blades are juxtaposed near a center of the sheet material. The mounted ends of the first and second blades are placed adjacent to the opposite sides of the sheet material.

[00011] Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat een verpakkingsmachine die gebruikt wordt om hoofdzakelijk stijf velmateriaal om te vormen in plano's voor assemblage in dozen of andere verpakkingen een rilsysteem dat dwarsrillen in het velmateriaal vormt. De dwarsrillen zijn over het velmateriaal gericht en dwars op de lengte van het velmateriaal. Het rilsysteem omvat een steunplaat die het velmateriaal steunt, een eerste rilrol, en een tweede rilrol. De eerste rilrol is over het velmateriaal gericht en dwars op de lengte van het velmateriaal. De eerste rilrol heeft een eerste rilnok die zich radiaal uitstrekt van de eerste rilrol. De eerste rilrol is ingericht om te roteren, zodat de eerste rilnok aangrijpt op het velmateriaal om een ril in het velmateriaal te vormen. De tweede rilrol is gericht over het velmateriaal en dwars op de lengte van het velmateriaal. De tweede rilrol heeft een tweede rilnok die zich radiaal uitstrekt van de tweede rilrol. De tweede rilrol is ingericht om te roteren zodat de tweede rilnok op het velmateriaal aangrijpt om een ril in het velmateriaal te vormen. De eerste en tweede rilrol zijn naast elkaar geplaatst en zijn onafhankelijk bestuurbaar. [00012] Deze en andere doelen en kenmerken van de huidige openbaarmaking zullen volledig duidelijk worden uit de volgende beschrijving en bijgevoegde conclusies, of kunnen geleerd worden door de praktijk van de openbaring zoals hierna uiteengezet.In another embodiment, a packaging machine used to convert substantially rigid sheet material into blanks for assembly into boxes or other packaging includes a creasing system that forms transverse grooves in the sheet material. The transverse grooves are directed over the sheet material and transversely to the length of the sheet material. The creasing system includes a backing plate that supports the sheet material, a first creasing roll, and a second creasing roll. The first creasing roll is oriented over the sheet material and transversely to the length of the sheet material. The first crease roll has a first crease that extends radially from the first crease roll. The first creasing roller is arranged to rotate so that the first creasing cam engages the sheet material to form a crease in the sheet material. The second crease roller is oriented over the sheet material and transversely to the length of the sheet material. The second crease roller has a second crease that extends radially from the second crease roller. The second creasing roll is arranged to rotate so that the second creasing cam engages the sheet material to form a crease in the sheet material. The first and second creasing roll are placed side by side and are independently controllable. These and other objects and features of the present disclosure will become fully apparent from the following description and appended claims, or may be learned from the practice of disclosure as set forth below.

BE2018/5697BE2018 / 5697

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN [00013] Om de bovenstaande en andere voordelen en kenmerken van de huidige uitvinding verder te verduidelijken zal een meer specifieke beschrijving van de uitvinding gegeven worden door verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen daarvan welke geïllustreerd zijn in de bijgevoegde figuren. het zal duidelijk zijn deze tekeningen alleen geïllustreerde uitvoeringsvormen van de uitvinding weergeven en daarom niet als beperking van de omvang ervan moeten worden beschouwd. De uitvinding zal beschreven worden en toegelicht worden met aanvullende specificiteit en details door het gebruik van de bijgevoegde figuren, waarin:BRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES To further clarify the above and other advantages and features of the present invention, a more specific description of the invention will be given by reference to specific embodiments thereof which are illustrated in the accompanying figures. it will be understood that these drawings represent only illustrated embodiments of the invention and therefore should not be construed as limiting its scope. The invention will be described and illustrated with additional specificity and details using the attached figures, in which:

[00014] Figuur 1 een voorbeeld illustreert van een verpakkingsmachine die gebruikt wordt voor het verpakken van artikelen.Figure 1 illustrates an example of a packaging machine used for packaging articles.

[00015] Figuren 2-4 verschillende dwarsdoorsneden illustreren van een toevoersysteem van de verpakkingsmachine van figuur 1.Figures 2-4 illustrate different cross sections of a feeding system of the packaging machine of Figure 1.

[00016] Figuren 5 en 6 zijaanzichten en bovenaanzichten illustreren van een scheidingsmechanisme van de verpakkingsmachine van figuur 1.Figures 5 and 6 illustrate side and top views of a separating mechanism of the packaging machine of Figure 1.

[00017] Figuur 7 een plano illustreert gevormd met de verpakkingsmachine van figuur 1.Figure 7 illustrates a blank formed with the packaging machine of Figure 1.

[00018] Figuur 8 een dubbelrol rilmechanisme illustreert van de verpakkingsmachine van figuur 1.Figure 8 illustrates a double roll creasing mechanism of the packaging machine of Figure 1.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN [00019] De hierin beschreven uitvoeringsvormen hebben in het algemeen betrekking op systemen, werkwijzen en inrichtingen voor het verpakken van artikel(en) in dozen. Meer in het bijzonder hebben de beschreven uitvoeringsvormen betrekking op verpakkingsmachinemechanismen die velmateriaal in de verpakkingsmachine toevoeren, het velmateriaal scheiden in lengtes die gebruikt worden om plano's te vervaardigen, en rillen vormen in het velmateriaal om plano's daaruit te vervaardigen.DETAILED DESCRIPTION OF THE PREFERRED EMBODIMENTS The embodiments described herein generally relate to systems, methods and devices for packaging item (s) in boxes. More particularly, the disclosed embodiments relate to packaging machine mechanisms which feed sheet material into the packaging machine, separate the sheet material into lengths used to manufacture blanks, and form ridges in the sheet material to manufacture blanks therefrom.

[00020] Hoewel de huidige beschrijving in detail zal beschreven worden met verwijzing naar specifieke configuraties, zijn de beschrijvingen louter illustratief en dienen niet opgevat worden als beperkend voor de reikwijdte van de huidige beschrijving. Verschillende wijzigingen kunnen aangebracht worden aan de geïllustreerde configuraties zonder af te wijken van de geest en omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies. Voor een beter begrip zijn eenzelfde componenten aangeduid met eenzelfde referentienummer in de verschillende begeleidende figuren.Although the present description will be described in detail with reference to specific configurations, the descriptions are merely illustrative and should not be construed as limiting the scope of the present description. Various modifications can be made to the illustrated configurations without departing from the spirit and scope of the invention as defined by the claims. For better understanding, the same components are designated by the same reference number in the various accompanying figures.

[00021] Overal in de beschrijving en conclusies worden componenten beschreven als zijnde in specifieke oriëntaties of relatieve posities. Dergelijke beschrijvingen worden louter voor het gemakThroughout the description and claims, components are described as being in specific orientations or relative positions. Such descriptions are provided for convenience only

BE2018/5697 gebruikt en zijn niet bedoeld om de uitvinding te beperken. Bijvoorbeeld kan een component beschreven worden als zijnde boven of onder een ander component. Het zal echter duidelijk zijn dat de machines het systeem, en de mechanismen in sommige uitvoeringsvormen op andere manieren georiënteerd kunnen zijn. Dientengevolge kan een component die beschreven wordt als zijnde boven een ander component in sommige uitvoeringsvormen onder of aan de zijkant van het ander component geplaatst worden. In sommige gevallen kan een component dat beschreven is als zijnde geplaatst tussen “boven” of “onder” een ander component begrepen worden als geplaatst zijnde aan één of een andere zijde van velmateriaal dat omgevormd wordt in plano's.BE2018 / 5697 used and are not intended to limit the invention. For example, a component can be described as being above or below another component. It will be understood, however, that the machines, the system, and the mechanisms in some embodiments may be oriented in other ways. As a result, a component described as being above another component may in some embodiments be placed below or to the side of the other component. In some instances, a component described as being placed between "top" or "bottom" another component may be understood as being placed on one or another side of sheet material being converted into blanks.

[00022] Zoals hierin gebruikt, zal de term “plano” verwijzen naar een in hoofdzaak vlak materiaal dat gevouwen kan worden in een doosachtige vorm. Plano's kunnen gemaakt worden van een voorraad velmateriaal (bijvoorbeeld dik papier, golfkarton, karton, enz.). In sommige gevallen is het velmateriaal een kettingmateriaal dat heen en weer gevouwen is om een baal te vormen. Een plano kan inkepingen, uitsnijdingen, scheidingen en/of rillen hebben die de plano toelaten om gebogen en/of gevouwen te worden tot een doos. Bovendien kan een plano gemaakt worden van elk geschikt materiaal, welke voor de vakman algemeen bekend zijn. Bijvoorbeeld kan karton of golfkarton gebruikt worden als planomateriaal. Een geschikt materiaal kan ook elke dikte of gewicht hebben dat het buigen en/of rillen tot een doosachtige vorm toelaat.As used herein, the term "plano" will refer to a substantially flat material that can be folded into a box-like shape. Blanks can be made from a supply of sheet material (for example, thick paper, corrugated board, cardboard, etc.). In some cases, the sheet material is a chain material that is folded back and forth to form a bale. A blank can have notches, cutouts, partitions and / or ridges that allow the blank to be bent and / or folded into a box. In addition, a blank can be made from any suitable material well known to those skilled in the art. For example, cardboard or corrugated cardboard can be used as blank material. A suitable material may also have any thickness or weight that allows bending and / or creasing to a box-like shape.

[00023] Figuur 1 illustreert een voorbeeld van een verpakkingsmachine 100 die gebruikt wordt om plano's te vervaardigen en op te stellen rondom te verpakken artikelen. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm worden artikelen via transportband 102 aan de machine 100 voor verpakking afgeleverd. De afmetingen van de artikelen kunnen verkregen worden terwijl de artikel(en) op de transportband 102 geplaatst wordt/worden of daarvoor.Figure 1 illustrates an example of a packaging machine 100 used to manufacture and set up blanks around articles to be packaged. In the illustrated embodiment, articles are delivered via conveyor belt 102 to the packaging machine 100. The dimensions of the articles can be obtained while the article (s) is / are placed on the conveyor belt 102 or before.

[00024] In elk geval wordt/worden de artikel(en) in de verpakkingsmachine 100 op de transportband 102 voortbewogen. De verpakkingsmachine 100 maakt een plano dat op maat gemaakt is voor het artikel of de artikelen van het velmateriaal 104. De verpakkingsmachine 100 vouwt en beveiligt de plano rond het artikel of de artikelen. Het verpakte artikel of de verpakte artikelen worden vervolgens uit de verpakkingsmachine 100 op een andere transportband 106 voortbewogen.In any case, the article (s) is / are advanced in the packaging machine 100 on the conveyor belt 102. The packaging machine 100 makes a blank tailored for the article or articles of the sheet material 104. The packaging machine 100 folds and secures the blank around the article or articles. The packaged article or packaged articles are then advanced from the packaging machine 100 onto another conveyor belt 106.

TOEVOERMECHANISME [00025] Een veelvoorkomende uitdaging bij verpakkingsmachines is het toevoeren van het velmateriaal naar de machine. De toevoermechanismen van sommige verpakkingsmachines creëren bijvoorbeeld rillen of vouwen wanneer het velmateriaal naar de verpakkingsmachine toegevoerd wordt. De rillen of vouwen kunnen problemen geven naarmate het velmateriaal door de verpakkingsmachine heen gaat. Bij wijze van voorbeeld kunnen de rillen of vouwen ertoe leiden dat het verpakkingsmateriaal gevangen of vastgeklemd wordt in de verpakkingsmachine. De rillenFEED MECHANISM A common challenge in packaging machines is to feed the sheet material to the machine. For example, the feed mechanisms of some packaging machines create creases or folds when the sheet material is fed to the packaging machine. The creases or folds can cause problems as the sheet material passes through the packaging machine. For example, the grooves or folds can cause the packaging material to be caught or clamped in the packaging machine. The shivers

BE2018/5697 of vouwen kunnen er ook voor zorgen dat de verpakkingsmachine gewenste vouwen en/of insnijdingen vormt in het velmateriaal op ongewenste plaatsen in het velmateriaal.BE2018 / 5697 or folds can also cause the packaging machine to form desired folds and / or cuts in the sheet material at undesired locations in the sheet material.

[00026] In de geïllustreerds uitvoeringsvorm omvat de verpakkingsmachine een toevoermechanisme 108 dat ingericht is om meerdere stromen of toevoeren van velmateriaal naar de omvormmachine 100 toe te voeren zonder ongewenste rillen of vouwen in het velmateriaal te creëren. Bovendien vereist het toevoermechanisme 108 geen cassettewisselaar die omhoog of omlaag beweegt om velmateriaal van verschillende stromen velmateriaal in de verpakkingsmachine 100 te voeren.In the illustrated embodiment, the packaging machine includes a feed mechanism 108 adapted to feed multiple streams or feeds of sheet material to the forming machine 100 without creating unwanted creases or folds in the sheet material. In addition, the feed mechanism 108 does not require a cassette changer that moves up or down to feed sheet material of different flows of sheet material into the packaging machine 100.

[00027] Het toevoermechanisme 108 is geïllustreerd in de figuren 2-4. In sommige uitvoeringsvormen, zoals vertoond in figuur 2, omvat het toevoermechanisme 108 een eerste spoor 110 dat een eerste toevoer 112 van velmateriaal 104 naar een eerste uiteinde van de verpakkingsmachine 100 leidt en een tweede spoor 114 dat een tweede toevoer 116 van velmateriaal 114 naar een eerste uiteinde van de verpakkingsmachine 100 leidt. Het eerste spoor 110 en het tweede spoor 114 kunnen elk een hoofdzakelijk vlak oppervlak omvatten waarop de respectievelijke toevoer van velmateriaal voortbewogen kan worden. Bovendien kunnen het eerste spoor 110 en het tweede spoor 114 geleiders 118, 120 omvatten die de eerste en tweede toevoer 112, 116 helpen het velmateriaal 104 hoofdzakelijk plat op het vlak oppervlak van het respectievelijk spoor 110, 114 te leggen. In sommige uitvoeringsvormen kunnen de geleiders 118, 120 zwenken en één of meerdere wielen omvatten die aangrijpen op de eerste en tweede toevoer 112, 116 van velmateriaal 104.The feed mechanism 108 is illustrated in Figures 2-4. In some embodiments, as shown in Figure 2, the feed mechanism 108 includes a first track 110 leading a first feed 112 of sheet material 104 to a first end of the packaging machine 100 and a second track 114 passing a second feed 116 of sheet material 114 to a first end of the packaging machine 100. The first track 110 and the second track 114 may each have a substantially flat surface on which the respective sheet material feed can be advanced. In addition, the first track 110 and the second track 114 may include conductors 118, 120 that help the first and second feeds 112, 116 lay the sheet material 104 substantially flat on the flat surface of the track 110, 114, respectively. In some embodiments, the guides 118, 120 may pivot and include one or more wheels that engage the first and second feeds 112, 116 of sheet material 104.

[00028] Zoals best gezien kan worden in figuren 3 en 4 omvat het toevoersysteem 108 ook een eerste oppervlak met lage wrijving 122 en een bijbehorende eerste voortbewegingsmechanisme 124. Het eerste oppervlak met een lage wrijving 122 is hoofdzakelijk uitgelijnd met vlak oppervlak van spoor 110. Het eerste voortbewegingsmechanisme 124 is geplaatst en ingericht om de eerste toevoer 112 van velmateriaal 104 langs het eerste oppervlak met lage wrijving 122 aan te grijpen en voort te bewegen. Meer specifiek kan het eerste voortbewegingsmechanisme 124 één of meerdere rollen, riemschijven, en/of riemen omvatten die de eerste toevoer 112 kunnen roteren en aangrijpen. Het eerste voortbewegingsmechanisme 124 kan op een afstand die gelijk is aan of kleiner is dan de dikte van de eerste toevoer 112 van het eerste oppervlak met lage wrijving 122 geplaatst zijn. Het eerste oppervlak met lage wrijving 122 werkt als een steunplaats voor de eerste toevoer 112 en aangrijping van het eerste voortbewegingsmechanisme 124 met de eerste toevoer 112 zorgt ervoor dat de eerste toevoer 112 voortbeweegt langs het eerste oppervlak met lage wrijving 122 en naar de verpakkingsmachine 100.As best seen in Figures 3 and 4, the feed system 108 also includes a first low friction surface 122 and an associated first propulsion mechanism 124. The first low friction surface 122 is aligned primarily with planar surface of track 110. The first advancing mechanism 124 is positioned and arranged to engage and advance the first feed 112 of sheet material 104 along the first low friction surface 122. More specifically, the first advancing mechanism 124 may include one or more rollers, pulleys, and / or belts that can rotate and engage the first feed 112. The first advancing mechanism 124 may be spaced equal to or less than the thickness of the first feed 112 from the first low friction surface 122. The first low friction surface 122 acts as a support location for the first feed 112 and engagement of the first advancing mechanism 124 with the first feed 112 causes the first feed 112 to travel along the first low friction surface 122 and into the packaging machine 100.

[00029] Het toevoersysteem 108 omvat ook een tweede oppervlak met lage wrijving 126 en het gerelateerde voortbewegingsmechanisme 128. Het tweede oppervlak met lage wrijving 126 is in het algemeen uitgelijnd met het vlakke oppervlak van spoor 114. Het tweedeThe feed system 108 also includes a second low friction surface 126 and the related propulsion mechanism 128. The second low friction surface 126 is generally aligned with the flat surface of track 114. The second

BE2018/5697 voortbewegingsmechanisme 128 is geplaatst en ingericht om de tweede toevoer 116 van velmateriaal 104 langs het tweede oppervlak met lage wrijving 126 aan te grijpen en voort te bewegen. Meer specifiek kan het tweede voortbewegingsmechanisme 128 één of meerdere riemschijven en gerelateerde riemen omvatten die de tweede toevoer 116 kunnen roteren en aangrijpen. Het tweede voortbewegingsmechanisme 128 kan op een afstand die gelijk is of kleiner is dan de dikte van de tweede toevoer 116 van het tweede oppervlak met lage wrijving 126 geplaatst zijn. Het tweede oppervlak met lage wrijving 126 werkt als een steunplaat voor de tweede toevoer 116 en aangrijping van het tweede voortbewegingsmechanisme 128 met de tweede toevoer 116 zorgt ervoor dat de tweede toevoer 116 voortbeweegt langs een tweede oppervlak met lage wrijving 126 en naar de verpakkingsmachine 100.BE2018 / 5697 propulsion mechanism 128 is positioned and arranged to engage and advance the second feed 116 of sheet material 104 along the second low friction surface 126. More specifically, the second advancing mechanism 128 may include one or more pulleys and related belts that can rotate and engage the second feed 116. The second advancing mechanism 128 may be spaced equal to or less than the thickness of the second feed 116 from the second low friction surface 126. The second low friction surface 126 acts as a support plate for the second feed 116 and engagement of the second advancing mechanism 128 with the second feed 116 causes the second feed 116 to travel along a second low friction surface 126 and into the packaging machine 100.

[00030] In sommige uitvoeringsvormen worden de eerste en tweede voortbewegingsmechanismen 124, 128 onafhankelijk van elkaar geactiveerd. Bijvoorbeeld kan ofwel het eerste voortbewegingsmechanisme 124 geactiveerd worden om de eerste toevoer 112 voort te bewegen naar de omvormmachine 100, ofwel kan het tweede voortbewegingsmechanisme 128 geactiveerd worden om de tweede toevoer 114 naar de omvormmachine 100 voort te bewegen. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt op een tijdstip velmateriaal 104 van slechts één van de eerste toevoer 112 en de tweede toevoer 114 voortbewogen naar de omvormmachine 100. Dit maakt het mogelijk om een gewenst type velmateriaal 104 (bijvoorbeeld afmeting, dikte, sterkte, enz.) naar behoefte te selecteren en naar de verpakkingsmachine 100 voort te bewegen.In some embodiments, the first and second advancement mechanisms 124, 128 are activated independently. For example, either the first advancing mechanism 124 can be activated to advance the first feed 112 to the converting machine 100, or the second advancing mechanism 128 can be activated to propel the second feeding 114 to the converting machine 100. In such an embodiment, at a time, sheet material 104 from only one of the first feed 112 and the second feed 114 is advanced to the converting machine 100. This allows a desired type of sheet material 104 (e.g., size, thickness, strength, etc.). select as needed and advance to the packaging machine 100.

[00031] Zoals kan gezien worden op figuren 3 en 4, vormen het eerste oppervlak met lage wrijving 122 en het tweede oppervlak met lage wrijving 126 een scherpe hoek Θ met elkaar. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm wordt het hoekpunt van de hoek Θ gevormd door de tweede uiteinden van het eerste en tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126. De eerste uiteinden van het eerste en tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 zijn dichter bij een eerste uiteinde van de verpakkingsmachine 100 geplaatst waar het velmateriaal 104 de omvormmachine 100 binnengaat en de tweede uiteinden daarvan zijn dichter bij een tegenoverliggende tweede uiteinde van de omvormmachine 100 geplaatst. De hoek Θ is klein genoeg om mogelijk te maken dat het velmateriaal 104 in de omvormmachine 100 voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal te creëren. Bijvoorbeeld in sommige uitvoeringsvormen is de hoek Θ kleiner dan ongeveer 15°, 12,5°, 10°, 7,5°, 5°, 3°, of 2°. De relatief kleine hoek Θ richt het velmateriaal 104 zodanig dat wanneer het velmateriaal 104 voortbeweegt naar sporen 130 van de verpakkingsmachine 100 het velmateriaal 104 niet genoeg buigt om een ongewenste ril of vouw te creëren. Bovendien maakt de relatief kleine hoek Θ het mogelijk dat ofwel de toevoer 112, 114 van het velmateriaal 104 naar de verpakkingsmachine 100 voortbewogen wordt zonder aanpassing, herpositionering of heroriëntatie van het toevoermechanisme 108 te vereisen.[00031] As can be seen in Figures 3 and 4, the first low friction surface 122 and the second low friction surface 126 form an acute angle elkaar to each other. In the illustrated embodiment, the vertex of the angle Θ is formed by the second ends of the first and second low friction surfaces 122, 126. The first ends of the first and second low friction surfaces 122, 126 are closer to a first end from the packaging machine 100 where the sheet material 104 enters the forming machine 100 and the second ends thereof are placed closer to an opposite second end of the forming machine 100. The angle Θ is small enough to allow the sheet material 104 to be advanced in the converting machine 100 without creating any folds or creases in the sheet material. For example, in some embodiments, the angle Θ is less than about 15 °, 12.5 °, 10 °, 7.5 °, 5 °, 3 °, or 2 °. The relatively small angle Θ directs the sheet material 104 such that as the sheet material 104 advances toward tracks 130 of the packaging machine 100, the sheet material 104 does not bend enough to create an unwanted score or fold. In addition, the relatively small angle maakt allows either the feed 112, 114 of the sheet material 104 to be advanced to the packaging machine 100 without requiring adjustment, repositioning, or reorientation of the feed mechanism 108.

BE2018/5697 [00032] Terwijl de eerste en tweede oppervlakten met lage wrijving 122, 126 de hoek Θ vormen, kan de specifieke configuratie van hoe de hoek Θ gevormd is verschillen tussen uitvoeringsvormen. Bijvoorbeeld, in de geïllustreerde uitvoeringsvorm is het tweede oppervlak met lage wrijving 126 hoofdzakelijk parallel met de horizontale richting en/of een voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100, terwijl het eerste oppervlak met lage wrijving 122 omhoog gericht is ten opzichte van het tweede oppervlak met lage wrijving 126 (en de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100). Met andere woorden, het eerste uiteinde van het eerste oppervlak met lage wrijving 122 bevindt zich verder van het tweede oppervlak met lage wrijving 126 dan het tweede uiteinde van het eerste oppervlak met lage wrijving 122.BE2018 / 5697 [00032] While the first and second low friction surfaces 122, 126 form the angle Θ, the specific configuration of how the angle Θ is formed may differ between embodiments. For example, in the illustrated embodiment, the second low-friction surface 126 is substantially parallel to the horizontal direction and / or a feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100, while the first low-friction surface 122 faces up with respect to the second low friction surface 126 (and the horizontal direction and / or the feeding direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100). In other words, the first end of the first low friction surface 122 is farther from the second low friction surface 126 than the second end of the first low friction surface 122.

[00033] In andere uitvoeringsvormen, echter, kan het eerste oppervlak met lage wrijving 122 in hoofdzaak parallel zijn met de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 en het tweede oppervlak met lage wrijving 126 kan omlaag gericht zijn ten opzichte van het eerste oppervlak met lage wrijving 122 (en de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100). In nog andere uitvoeringsvormen kunnen zowel het eerste als het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 onder een hoek staan relatief ten opzichte van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100. Bijvoorbeeld kan het eerst oppervlak met lage wrijving 122 omhoog gericht zijn ten opzichte van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 en het tweede oppervlak met lage wrijving kan naar beneden gericht zijn ten opzichte van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100.In other embodiments, however, the first low friction surface 122 may be substantially parallel to the horizontal direction and / or the feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100, and the second low friction surface 126 may face downward. relative to the first low friction surface 122 (and the horizontal direction and / or the feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100). In still other embodiments, both the first and second low friction surfaces 122, 126 may be angled relative to the horizontal direction and / or the feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100. For example, the first low friction surface friction 122 are directed upward relative to the horizontal direction and / or the feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100, and the second low friction surface may face downward relative to the horizontal direction and / or the feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100.

[00034] In sommige gevallen kunnen het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 onder een hoek staan weg van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 met een gelijke en tegengestelde grootte (+2,5° en -2,5°). In andere gevallen kunnen de eerste en tweede oppervlakken met lage wrijving 122, 126 onder een hoek weg staan van de horizontale en/of voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 met verschillende groottes (+3,5° en -1,5°).In some instances, the first and second low friction surfaces 122, 126 may be angled away from the horizontal direction and / or the feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100 of equal and opposite size (+2 , 5 ° and -2.5 °). In other instances, the first and second low friction surfaces 122, 126 may be angled away from the horizontal and / or feed direction of the sheet material 104 by the packaging machine 100 of different sizes (+ 3.5 ° and -1.5 ° ).

[00035] In nog andere uitvoeringsvormen kunnen het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 hoofdzakelijk parallel naar elkaar gericht zijn. In een dergelijk geval kunnen het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 op een voldoende kleine afstand van elkaar geplaatst zijn om mogelijk te maken dat het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal en met beperkte of geen herpositionering van het toevoersysteem. In sommige gevallen zijn het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 op een afstand van ongeveer 4 inch of minder, ongeveer 3 inch of minder, ongeveer 2,5 inch of minder, ongeveer 2 inch of minder, ongeveer 1,5 inch ofIn still other embodiments, the first and second low friction surfaces 122, 126 may be directed substantially parallel to each other. In such a case, the first and second low friction surfaces 122, 126 may be spaced sufficiently apart to allow the sheet material to be advanced to the packaging machine without any folding or creasing in the sheet material and with limited or no repositioning of the supply system. In some instances, the first and second low friction surfaces 122, 126 are spaced about 4 inches or less, about 3 inches or less, about 2.5 inches or less, about 2 inches or less, about 1.5 inch or

BE2018/5697 minder, ongeveer 1 inch of minder, ongeveer 0,75 inch of minder, ongeveer 0,5 inch of minder, ongeveer 0,25 inch of minder, ongeveer 0,1 inch of minder van elkaar geplaatst.BE2018 / 5697 spaced less, about 1 inch or less, about 0.75 inch or less, about 0.5 inch or less, about 0.25 inch or less, about 0.1 inch or less.

[00036] Het zal duidelijk zijn dat andere aspecten van het eerste of tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 kunnen variëren van de ene uitvoeringsvorm tot de volgende. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn bijvoorbeeld het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 gevormd uit afzonderlijke componenten die met elkaar verbonden zijn. In andere uitvoeringsvormen kan echter een enkel component gevormd worden met het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 aangebracht aan tegenoverliggende zijden daarvan.It will be appreciated that other aspects of the first or second low friction surfaces 122, 126 may vary from one embodiment to the next. For example, in the illustrated embodiment, the first and second low friction surfaces 122, 126 are formed of separate components that are joined together. However, in other embodiments, a single component can be formed with the first and second low friction surfaces 122, 126 disposed on opposite sides thereof.

[00037] Ongeacht de specifieke oriëntaties van het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126, kunnen de eerste en tweede voortbewegingsmechanismes 124, 128 zodanig gericht zijn dat ze respectievelijk aangrijpen op de eerste en tweede toevoeren 112, 114, om de eerste en tweede toevoer 112, 114 langs het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 voort te bewegen. Bijvoorbeeld, zoals getoond in figuren 3 en 4, komt de oriëntatie van het voortbewegingsmechanisme 124 hoofdzakelijk overeen met de oriëntatie van het eerste oppervlak met lage wrijving 122, en de oriëntatie van het tweede voortbewegingsmechanisme 128 komt hoofdzakelijk overeen met de oriëntatie van het tweede oppervlak met lage wrijving 126.Regardless of the specific orientations of the first and second low friction surfaces 122, 126, the first and second advancing mechanisms 124, 128 may be oriented to engage the first and second feeds 112, 114, respectively, to the first and moving second feed 112, 114 along the first and second low friction surfaces 122, 126. For example, as shown in Figures 3 and 4, the orientation of the propulsion mechanism 124 mainly corresponds to the orientation of the first low friction surface 122, and the orientation of the second propulsion mechanism 128 mainly corresponds to the orientation of the second surface with low friction 126.

[00038] Verder, zoals kan worden gezien in de figuren, is het eerste voortbewegingsmechanisme 124 boven het eerste oppervlak met lage wrijving 122 gepositioneerd. Bovendien is het tweede oppervlak met lage wrijving 126 onder het eerste oppervlak met lage wrijving 122 gepositioneerd. Dit heeft als gevolg dat het tweede oppervlak met lage wrijving 126 en het eerste voortbewegingsmechanisme 124 gepositioneerd zijn aan weerszijden van het eerste oppervlak met lage wrijving 122. Op soortgelijke wijze is het tweede voortbewegingsmechanisme 128 gepositioneerd onder het tweede oppervlak met lage wrijving 126. Dit heeft als gevolg dat het tweede voortbewegingsmechanisme 128 en het eerste oppervlak met lage wrijving 122 gepositioneerd zijn aan weerszijden van het tweede oppervlak met lage wrijving 126.Furthermore, as can be seen in the figures, the first advancing mechanism 124 is positioned above the first low friction surface 122. In addition, the second low friction surface 126 is positioned below the first low friction surface 122. As a result, the second low friction surface 126 and the first propulsion mechanism 124 are positioned on either side of the first low friction surface 122. Similarly, the second propulsion mechanism 128 is positioned below the second low friction surface 126. This has as a result, the second advancing mechanism 128 and the first low friction surface 122 are positioned on either side of the second low friction surface 126.

SCHEIDINGSMECHANISME [00039] Zodra het velmateriaal 104 naar voren gebracht wordt in de verpakkingsmachine 100, moet het velmateriaal 104 gesneden of gescheiden worden in lengtes die gebruikt kunnen worden om individuele plano's te vormen. Rollende messen worden meestal gebruikt voor het snijden van het velmateriaal. Een voordeel van rollende messen is hun betrouwbaarheid. Een nadeel van rollende messen is echter dat de snijsnelheid relatief laag is omdat de rolmessen over het velmateriaal moeten bewegen om de sneden te maken. Vanwege de lage snijsnelheid van rolmessen is de verwerkingscapaciteit van verpakkingsmachines die deze bevatten lager dan gewenst.SEPARATION MECHANISM Once the sheet material 104 is brought forward in the packaging machine 100, the sheet material 104 must be cut or separated into lengths that can be used to form individual blanks. Rolling knives are usually used for cutting the sheet material. An advantage of rolling knives is their reliability. A disadvantage of rolling knives, however, is that the cutting speed is relatively low because the rotary knives have to move over the sheet material to make the cuts. Due to the low cutting speed of rotary cutters, the processing capacity of packaging machines containing them is lower than desired.

BE2018/5697 [00040] Figuren 5 en 6 illustreren zij - en bovenaanzichten van een scheidingsmechanisme 140 dat gebruikt kan worden om het velmateriaal 104 te scheiden in lengtes voor plano's. Het scheidingsmechanisme 140 omvat messen die het velmateriaal 104 snijden door een opwaartse en neerwaartse snijbeweging uit te voeren. Zoals hierin gebruikt, is “opwaartse en neerwaartse snijbeweging” niet beperkt tot bewegingen binnen een verticaal vlak. In plaats daarvan verwijzen “opwaartse en neerwaartse snijbeweging” in het algemeen naar de messen die in de richting naar en weg van het velmateriaal 104 bewegen om daarin een snede te maken. Aldus kan daarin de beweging van de messen door diagonale en/of horizontale vlakken worden beschouwd als opwaartse en neerwaartse snijbewegingen, zolang de messen naar en weg bewegen van het velmateriaal 104 dat gesneden wordt. De opwaartse en neerwaartse snijbeweging van de messen wordt hierin ook aangeduid als het verplaatsen van de messen tussen niet-geactiveerde en geactiveerde posities.BE2018 / 5697 Figures 5 and 6 illustrate side and top views of a separating mechanism 140 which can be used to separate the sheet material 104 into lengths for blanks. The separator mechanism 140 includes knives that cut the sheet material 104 by performing an upward and downward cutting motion. As used herein, "upward and downward cutting motion" is not limited to movements within a vertical plane. Instead, "upward and downward cutting motion" generally refers to the blades moving toward and away from the sheet material 104 to make a cut therein. Thus, the movement of the blades through diagonal and / or horizontal planes therein can be considered up and down cutting movements as long as the blades move towards and away from the sheet material 104 being cut. The upward and downward cutting movement of the blades is also referred to herein as moving the blades between non-activated and activated positions.

[00041] Een opwaartse en neerwaartse snijbeweging is voordelig omdat het gemakkelijk controleerbaar is. Een ander voordeel is dat een op- en neerwaartse beweging heel kort en minder tijdrovend kan zijn in vergelijking met rolmessen. Verder wordt de opwaartse en neerwaartse snijbeweging uitgevoerd relatief ten opzichte van een snijtafel. De snijtafel is een element dat ter ondersteuning dient van het velmateriaal, terwijl de messen de snijbeweging uitvoeren. Hierdoor zal het velmateriaal niet ongewenst bewegen tijdens de snijbeweging van de messen. De snijtafel dient ook als tegenmes van de messen. Dit betekent dat de snijtafel en tekenkracht kan uitvoeren op de kracht die de messen uitvoeren op het velmateriaal. Hierdoor zal het velmateriaal niet mee bewegen met de neerwaartse beweging van de messen.An up and down cutting movement is advantageous because it is easily controllable. Another advantage is that an up and down movement can be very short and less time consuming compared to rotary cutters. Furthermore, the upward and downward cutting movement is performed relative to a cutting table. The cutting table is an element that supports the sheet material, while the knives perform the cutting movement. As a result, the sheet material will not move undesirably during the cutting movement of the knives. The cutting table also serves as a counter knife to the knives. This means that the cutting table and drawing force can exert on the force that the knives exert on the sheet material. As a result, the sheet material will not move with the downward movement of the knives.

[00042] Met meer specifieke verwijzing naar figuur 5 is het scheidingsmechanisme 140 geïllustreerd in een aanzicht. Zoals te zien is, omvat het scheidingsmechanisme 140 een snijtafel 142. De snijtafel 142 heeft een bovenoppervlak dat het velmateriaal 104 ondersteunt nadat het velmateriaal voorbij het toevoermechanisme 108 voortbewogen is. De snijtafel 142 omvat ook een snijrand 144, hetgeen zoals hieronder in meer detail besproken wordt, helpt bij het snijden van het velmateriaal 104.With more specific reference to Figure 5, the separating mechanism 140 is illustrated in a view. As can be seen, the separating mechanism 140 includes a cutting table 142. The cutting table 142 has an upper surface that supports the sheet material 104 after the sheet material has advanced past the feed mechanism 108. The cutting table 142 also includes a cutting edge 144, which, as discussed in more detail below, aids in cutting the sheet material 104.

[00043] Het scheidingsmechanisme 140 omvat ook eerste en tweede messen 146, 148. Het eerste mes 146 heeft een gemonteerd uiteinde 150, een vrij uiteinde 152 en een eerste mesrand 154 die zich ten minste gedeeltelijk daartussen uitstrekt. Evenzo heeft het tweede mes 148 een gemonteerd uiteinde 156, een vrij uiteinde 158 en een tweede mesrand 160 die zich ten minste gedeeltelijk daartussen uitstrekt. De vrije uiteinden 152, 158 van de eerste en de tweede messen 146, 148 zijn aangrenzend aan elkaar gepositioneerd boven het velmateriaal 104. Bijvoorbeeld in sommige uitvoeringsvormen zijn de vrije uiteinden 152, 158 van de eerste en de tweede messen 146, 148 op een afstand van minder dan 1 inch, 0,75 inch, 0,5 inch, 0,25 inch, of 0,1 inch van elkaar geplaatst. Verder, in sommige uitvoeringsvormen zijn de vrije uiteinden 152, 158 in het algemeen boven hetThe separating mechanism 140 also includes first and second blades 146, 148. The first blade 146 has a mounted end 150, a free end 152 and a first blade edge 154 extending at least partially therebetween. Likewise, the second blade 148 has a mounted end 156, a free end 158, and a second blade edge 160 extending at least partially therebetween. The free ends 152, 158 of the first and second blades 146, 148 are positioned adjacent to each other above the sheet material 104. For example, in some embodiments, the free ends 152, 158 of the first and second blades 146, 148 are spaced apart less than 1 inch, 0.75 inch, 0.5 inch, 0.25 inch, or 0.1 inch apart. Furthermore, in some embodiments, the free ends 152, 158 are generally above it

BE2018/5697 midden van het velmateriaal 104 geplaatst. De gemonteerde uiteinden 150, 156 van de eerste en tweede messen 146, 148 zijn aangrenzend aan tegenoverliggende zijden van het velmateriaal 104 gepositioneerd.BE2018 / 5697 placed in the middle of the sheet material 104. The mounted ends 150, 156 of the first and second blades 146, 148 are positioned adjacent opposite sides of the sheet material 104.

[00044] De gemonteerde uiteinden 150, 156 van de eerste en tweede messen 146, 148 zijn respectievelijk verbonden met sporen 162, 164. De verbindingen tussen de gemonteerde uiteinden 150, 156 en de sporen 162, 164 zijn beweegbaar zodat de eerste en tweede messen 146, 148 omhoog en omlaag bewogen kunnen worden of naar en weg van het velmateriaal 104 bewogen kunnen worden. Bovendien zijn het eerste en tweede mes 146, 148 gerelateerd met één of meerdere actuatoren 166 (bijvoorbeeld motor, veer, cilinder, enz.) om de messen 146, 148 te bewegen tussen de verhoogde en neergelaten positie (hier ook beschouwd als de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities). In bepaalde uitvoeringsvormen bewegen de één of meer actuatoren 166 behorend bij de messen 146, 148 gelijktijdig de eerste en tweede messen 146, 148 tussen de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities. In andere uitvoeringsvormen kunnen de één of meer actuatoren 166 de eerste en tweede messen 146, 148 onafhankelijk van elkaar tussen de nietgeactiveerde en de geactiveerde posities bewogen worden.The mounted ends 150, 156 of the first and second blades 146, 148 are respectively connected to tracks 162, 164. The connections between the mounted ends 150, 156 and tracks 162, 164 are movable so that the first and second blades 146, 148 can be moved up and down or moved towards and away from the sheet material 104. In addition, the first and second blades 146, 148 are related to one or more actuators 166 (e.g. motor, spring, cylinder, etc.) to move the blades 146, 148 between the raised and lowered position (also considered here as the non- activated and activated positions). In certain embodiments, the one or more actuators 166 associated with the blades 146, 148 simultaneously move the first and second blades 146, 148 between the non-activated and the activated positions. In other embodiments, the one or more actuators 166 the first and second blades 146, 148 can be moved independently between the non-activated and the activated positions.

[00045] De snijrand 144 van de snijtafel 142 en de eerste en tweede messen 146, 148 kunnen ingericht zijn om samen te werken om het velmateriaal 104 te snijden. Bijvoorbeeld de eerste en tweede messen 146, 148 kunnen zo bemeten, gevormd, gepositioneerd en/of georiënteerd zijn ten opzichte van de snijrand om mogelijk te maken dat de snijrand 144 en de eerste en tweede mesranden 154, 160 het velmateriaal efficiënt snijden wanneer de eerste en tweede messen 146, 148 verplaatst worden van de niet-geactiveerde positie naar de geactiveerde positie.The cutting edge 144 of the cutting table 142 and the first and second blades 146, 148 may be arranged to cooperate to cut the sheet material 104. For example, the first and second blades 146, 148 may be sized, shaped, positioned, and / or oriented relative to the cutting edge to allow the cutting edge 144 and the first and second blade edges 154, 160 to efficiently cut the sheet material when the first and second blades 146, 148 are moved from the non-activated position to the activated position.

[00046] Bijvoorbeeld kunnen de eerste en tweede mesranden 154, 160 elk onder een hoek staan ten opzichte van de snijrand 144 van de snijtafel 142 om een contactpunt te maken tussen de eerste mesrand 154 en de snijrand 144 en tussen de tweede mesrand 160 en de snijrand 144. Meer bepaald ligt de snijrand 144 van de snijtafel 142 in een vlak en kunnen de eerste en tweede mesranden 154, 160 onder een hoek staan naar en/of over het vlak van de snijrand 144. In sommige uitvoeringsvormen staat de eerste mesrand 154 onder een hoek ten opzichte van snijrand 144 van de snijtafel 142, zodat het gemonteerde uiteinde 150 van het eerste mes 146 geplaatst is op een eerste zijde van het vlak en het vrije uiteinde 152 van het eerste mes 146 aangebracht is op een tweede zijde van het vlak. Evenzo kan de tweede mesrand 160 onder een hoek staan ten opzichte van de snijrand 144 van de snijtafel 142, zodat het gemonteerde uiteinde 156 van het tweede mes 148 aan de eerste zijde van het vlak geplaatst is en het vrije uiteinde 158 op de tweede zijde van het vlak geplaatst is.For example, the first and second knife edges 154, 160 may each be at an angle to the cutting edge 144 of the cutting table 142 to make a point of contact between the first knife edge 154 and the cutting edge 144 and between the second knife edge 160 and the cutting edge 144. More specifically, the cutting edge 144 of the cutting table 142 is in a plane and the first and second knife edges 154, 160 may be angled toward and / or over the plane of the cutting edge 144. In some embodiments, the first knife edge 154 at an angle to cutting edge 144 of the cutting table 142 so that the mounted end 150 of the first blade 146 is positioned on a first side of the plane and the free end 152 of the first blade 146 is disposed on a second side of the flat. Likewise, the second blade edge 160 may be at an angle to the cutting edge 144 of the cutting table 142, so that the mounted end 156 of the second blade 148 is positioned on the first side of the plane and the free end 158 on the second side of the plane is placed.

[00047] In sommige uitvoeringsvormen omvat het scheidingsmechanisme 140 een drukelement dat bij elk van de eerste en tweede messen 146, 148 behoort om de eerste en tweede messen 146, 148 tegen de snijrand 144 te drukken of te houden. Bijvoorbeeld, figuur 6 illustreert een bovenaanzichtIn some embodiments, the separating mechanism 140 includes a pressure member associated with each of the first and second blades 146, 148 to press or hold the first and second blades 146, 148 against the cutting edge 144. For example, Figure 6 illustrates a top view

BE2018/5697 van het eerste mes 146. Zoals te zien is, kan het gemonteerde uiteinde 150 van het eerste mes 146 (zwenkbaar of onder een hoek) gemonteerd worden, zodat het eerste mes 146 schuin staat in de richting van de snijrand 144. Bovendien oefent een drukelement 168 een kracht uit op het eerste mes 144 om te verzekeren dat het eerste mes 146 de snijrand 144 met voldoende kracht raakt zodat het eerste mes 146 en de snijrand 144 het velmateriaal 104 kan snijden. Verder verzekert het drukelement 168 dat het enkel bewegend contactpunt tussen het eerste mes 154 en de snijrand 144 consistent is, zelfs wanneer de randen niet allemaal perfect recht zijn. Dit heeft als gevolg dat het drukelement 168 de behoefte aan dure toleranties in de componenten vermindert. Het tweede mes 148 kan een gelijkaardig drukelement omvatten. De drukelementen kunnen veren, cilinders, motoren, enz. omvatten.BE2018 / 5697 of the first knife 146. As can be seen, the mounted end 150 of the first knife 146 can be mounted (pivotable or at an angle), so that the first knife 146 is inclined towards the cutting edge 144. In addition a pressure member 168 applies a force to the first blade 144 to ensure that the first blade 146 strikes the cutting edge 144 with sufficient force so that the first blade 146 and the cutting edge 144 can cut the sheet material 104. Furthermore, the pressing member 168 ensures that the single moving contact point between the first blade 154 and the cutting edge 144 is consistent even when the edges are not all perfectly straight. As a result, the pressure element 168 reduces the need for expensive tolerances in the components. The second blade 148 may include a similar pressure element. The pressure elements can include springs, cylinders, motors, etc.

[00048] Naast dat de eerste en tweede messen 146, 148 onder een hoek staan in de richting van de snijrand 144 (bijvoorbeeld de vrije uiteinden 152, 158 zijn dichter bij de snijrand 144 geplaatst dan de gemonteerde uiteinden 150, 156), kunnen de eerste en tweede messen ook vanaf de gemonteerde uiteinden 150, 156 naar de vrije uiteinden 152, 158 toelopen, zodat de eerste en tweede mesranden 154, 160 onder een hoek staan in twee richtingen ten opzichte van de snijrand 144 van de snijtafel 142. Bijvoorbeeld heeft de eerste mesrand 154 een eerste uiteinde grenzend aan het gemonteerde uiteinde 150 en een tweede uiteinde grenzend aan het vrije uiteinde 152, en is het tweede uiteinde verticaal hoger geplaatst dan het eerste uiteinde. Met andere woorden, het eerste mes 146 heeft een niet-snijdende rand tegenover de eerste mesrand 154 en het tweede uiteinde van de eerste mesrand is dichter bij de niet-snijdende rand gepositioneerd dan het eerste uiteinde van de eerste mesrand 154. Op soortgelijke wijze heeft de tweede mesrand 160 een eerste uiteinde grenzend aan het gemonteerde uiteinde 156 en een tweede uiteinde grenzend aan het vrije uiteinde 158, en is het tweede uiteinde verticaal hoger geplaatst (of dichter bij een niet-snijdende rand) dan het eerste uiteinde.In addition to the first and second blades 146, 148 being angled toward the cutting edge 144 (e.g., the free ends 152, 158 are positioned closer to the cutting edge 144 than the mounted ends 150, 156), the first and second blades also tapers from the mounted ends 150, 156 to the free ends 152, 158, so that the first and second blade edges 154, 160 are angled in two directions relative to the cutting edge 144 of the cutting table 142. For example, the first blade edge 154 has a first end adjacent the mounted end 150 and a second end adjacent the free end 152, and the second end is vertically positioned higher than the first end. In other words, the first blade 146 has a non-cutting edge opposite the first blade edge 154, and the second end of the first blade edge is positioned closer to the non-cutting edge than the first end of the first blade edge 154. Similarly, the second blade edge 160 has a first end adjacent the mounted end 156 and a second end adjacent the free end 158, and the second end is positioned vertically higher (or closer to a non-cutting edge) than the first end.

[00049] Als een gevolg van de gehoekte configuraties van de eerste en tweede messen 146, 148 bewegen de contactpunten tussen de eerste mesrand 154 en de snijrand 144 en tussen de tweede mesrand 160 en de snijrand 144 over de snijrand 144 wanneer de eerste en tweede messen bewogen worden tussen de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities. Omdat de eerste en tweede mesranden 154, 160 in hoofdzaak ingericht zijn als spiegelbeelden van elkaar, zal wanneer het contactpunt tussen de eerste mesrand 154 en de snijrand 144 in een eerste richting langs de snijrand 144 beweegt, het contactpunt tussen de tweede mesrand 160 en de snijrand 144 in een tweede richting die tegengesteld is aan een eerste richting langs de snijrand 144 bewegen. Niettemin zal het duidelijk zijn dat de eerste en tweede messen ook geen spiegelbeelden van elkaar kunnen zijn. In dergelijke gevallen kunnen de contactpunten bewegen in een zelfde richting dan wanneer de eerste en tweede messen bewogen worden tussen de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities.As a result of the angled configurations of the first and second knives 146, 148, the contact points between the first knife edge 154 and the cutting edge 144 and between the second knife edge 160 and the cutting edge 144 move over the cutting edge 144 when the first and second blades are moved between the non-activated and the activated positions. Since the first and second knife edges 154, 160 are arranged essentially as mirror images of each other, when the contact point between the first knife edge 154 and the cutting edge 144 moves in a first direction along the cutting edge 144, the contact point between the second knife edge 160 and the move cutting edge 144 in a second direction opposite to a first direction along cutting edge 144. Nevertheless, it will be clear that the first and second knives cannot be mirror images of each other either. In such cases, the contact points can move in the same direction as when the first and second blades are moved between the non-activated and the activated positions.

BE2018/5697BE2018 / 5697

RILMECHANISME [00050] Wanneer het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 voortbeweegt, worden verscheidene sneden en rillen gevormd in het velmateriaal 104 om het velmateriaal tot plano's om te vormen, zoals plano's 170 getoond in figuur 7. De plano 170 omvat sneden (getoond in volle lijnen) en rillen (getoond in stippellijnen). Zoals hierin gebruikt, kan een ril een indruk in het velmateriaal zijn die het vouwen van de plano 170 vereenvoudigt ter plaatse van de indruk. Alternatief kan een ril ook een gedeeltelijk insnijding of ril zijn, in welke het velmateriaal slechts gedeeltelijk gesneden is door zijn volle dikte, zodanig dat een verzwakking van het velmateriaal zich voordoet ter plaatse van de gedeeltelijke insnijding of ril.SCRATCH MECHANISM As the sheet material 104 advances through the packaging machine 100, several cuts and ridges are formed in the sheet material 104 to convert the sheet material into blanks, such as blanks 170 shown in Figure 7. The blanks 170 include cuts (shown in full lines) and creases (shown in dotted lines). As used herein, a score can be an indentation in the sheet material that simplifies folding of the blank 170 at the position of the indentation. Alternatively, a score may also be a partial cut or score, in which the sheet material is only partially cut by its full thickness, such that a weakening of the sheet material occurs at the partial cut or score.

[00051] De plano 170 omvat vier centrale vlakken A, B, C en D. Elk van de vier centrale vlakken is voorzien om de wand van de doos te vormen. In de configuratie van figuur 7, vormt het vlak B de onderwand van de doos, vormen vlakken A en C opstaande wanden van de doos, en vormt vlak D de bovenwand van de doos. In figuur 7 is ook aangeduid hoe de lengte l, breedte b, en hoogte h van de doos voortvloeit uit de afmetingen van de plano 170. Elk van de vlakken A, B, C en D heeft twee zijflappen, die respectievelijk aangeduid zijn met A', B', C' en D'. Deze zijflappen zijn voorzien om de twee zijwanden van de doos te vormen. In de huidige uitvoeringsvorm, strijkt een sluitflap A” zich uit van vlak A. De sluitflap A” dient om vlak A met vlak D te verbinden met het vormen van de doos.The blank 170 includes four central planes A, B, C and D. Each of the four central planes is provided to form the wall of the box. In the configuration of Figure 7, the plane B forms the bottom wall of the box, planes A and C form upright walls of the box, and plane D forms the top wall of the box. Figure 7 also shows how the length l, width b, and height h of the box result from the dimensions of the blank 170. Each of the faces A, B, C and D has two side flaps, which are respectively indicated by A ", B", C "and D". These side flaps are provided to form the two side walls of the box. In the present embodiment, a closure flap A ”extends from face A. The closure flap A” serves to join face A to face D to form the box.

[00052] Een uitdaging bij het maken van plano's, zoals plano 170, is het vormen van de dwarsrillen tussen de vlakken A, B, C en D. Typisch wordt een rilwerktuig dwars over het velmateriaal bewogen om de rillen te vormen. Analoog aan de rollende messen hierboven besproken, kan het dwars over het velmateriaal bewegen van een rilwerktuig relatief traag zijn, waardoor de doorvoer van de verpakkingsmachine verlaagd wordt. Bovendien vereist het dwars bewegen van rilwerktuigen dat het velmateriaal stationair is wanneer de rillen gevormd worden, anders zouden de rillen onder hoeken gevormd worden of zouden de rilwerktuigen in staat moeten zijn om zich zowel in dwarsrichting als een langsrichting te bewegen om dwarsrillen te rillen. [00053] Figuur 8 illustreert een rilsysteem 180 dat gebruikt kan worden om dwarsrillen te vormen in het velmateriaal 104 op een consistente en snelle manier. Het rilsysteem 180 omvat een steunplaat 182 die het velmateriaal steunt terwijl het velmateriaal door de verpakkingsmachine 100 beweegt. Het rilsysteem 180 omvat ook een eerste rilrol 184 die gericht is over het velmateriaal 104 en dwars ligt op de lengte van het velmateriaal 104. De eerste rilrol 184 heeft een cilindrisch lichaam 186 met een vooraf bepaalde diameter. Een eerste rilnok 188 strekt zich radiaal uit van het cilindrisch lichaam 186. De eerste rilnok 188 kan gevormd worden door het cilindrisch lichaam 186 of kan een inzetstuk omvatten dat ontvangen is in een gleuf in het cilindrisch lichaam 186 en zich daarvan uitstrekt.A challenge in making blanks, such as blank 170, is to form the transverse grooves between faces A, B, C, and D. Typically, a creasing tool is moved across the sheet material to form the creases. Analogous to the rolling knives discussed above, moving a creasing tool across the sheet material can be relatively slow, reducing the throughput of the packaging machine. In addition, transverse creasing requires the sheet material to be stationary when the creases are formed, otherwise the creases would be angled or the creases would be able to move both transversely and longitudinally to crease transverse creases. Figure 8 illustrates a creasing system 180 that can be used to form transverse creases in the sheet material 104 in a consistent and rapid manner. The creasing system 180 includes a support plate 182 that supports the sheet material as the sheet material moves through the packaging machine 100. The creasing system 180 also includes a first creasing roll 184 that is directed over the sheet material 104 and transverse to the length of the sheet material 104. The first creasing roll 184 has a cylindrical body 186 of a predetermined diameter. A first score cam 188 extends radially from the cylindrical body 186. The first score cam 188 may be formed by the cylindrical body 186 or may include an insert received in a slot in the cylindrical body 186 and extend therefrom.

BE2018/5697 [00054] De eerste rilrol 184 is ingericht om rond zijn as te roteren voor het aangrijpen van de rilnok 188 met het velmateriaal 104 om een ril in het velmateriaal 104 te vormen. De steunplaat 182 voorziet een tegendruk op de eerste rilrol 184 voor het in staat stellen van de rilnok 188 om een ril te vormen in het velmateriaal 104.BE2018 / 5697 The first crease roll 184 is adapted to rotate about its axis to engage the crease cam 188 with the sheet material 104 to form a crease in the sheet material 104. The support plate 182 provides a back pressure to the first creasing roll 184 to enable the creasing cam 188 to form a crease in the sheet material 104.

[00055] De afstand tussen de steunplaat 182 en het buitenoppervlak van het cilindrisch lichaam 186 is ongeveer hetzelfde als of groter dan de dikte van het velmateriaal 104. Dientengevolge, wanneer de eerste rilrol 184 geroteerd wordt zodanig dat de eerste rilnok 188 niet naar het velmateriaal 104 gericht is (zoals getoond in figuur 8), kan het velmateriaal 104 voortbewegen tussen de eerste rilrol 184 en de steunplaat 182 zonder dat enige rillen daartussen gevormd worden. [00056] Daarentegen, wanneer het buitenradiaaloppervlak van de eerste rilnok 188 naar de steunplaat 182 gericht is, is de afstand daartussen kleiner dan de dikte van het velmateriaal 104. Dientengevolge kan het velmateriaal 104 gepositioneerd worden tussen de eerste rilrol 184 en de steunplaat 182 zonder noemenswaardig beïnvloed te worden tot de eerste rilrol 184 geroteerd is zodanig dat de eerste rilrol 188 naar de steunplaat 182 gericht is. Wanneer de eerste rilrol 184 zodanig geroteerd is dat de eerste rilnok 188 naar de steunplaat 182 gericht is, zal de eerste rilnok 188 het velmateriaal 104 aangrijpen en zal het velmateriaal 104 samengeperst worden tussen de eerste rilnok 188 en de steunplaat 182.The distance between the support plate 182 and the outer surface of the cylindrical body 186 is approximately the same as or greater than the thickness of the sheet material 104. As a result, when the first crease roll 184 is rotated such that the first crease 188 does not face the sheet material 104 (as shown in Figure 8), the sheet material 104 can advance between the first crease roll 184 and the support plate 182 without any creases being formed therebetween. On the other hand, when the outer radial surface of the first crimp 188 faces the support plate 182, the distance therebetween is smaller than the thickness of the sheet material 104. Consequently, the sheet material 104 can be positioned between the first crease roll 184 and the support plate 182 without noticeably affected until the first crease roll 184 is rotated such that the first crease roll 188 faces the support plate 182. When the first crease roll 184 is rotated such that the first crease cam 188 faces the support plate 182, the first crease cam 188 will engage the sheet material 104 and the sheet material 104 will be compressed between the first crease 188 and the support plate 182.

[00057] In sommige uitvoeringsvormen omvat het rilsysteem 180 ook een tweede rilrol 190 die hoofdzakelijk gelijkaardig is aan de eerste rilrol 184. Bijvoorbeeld kan de tweede rilrol een cilindrisch lichaam 192 omvatten en een tweede rilnok 194 omvatten. De tweede rilnok 194 kan gevormd worden door het cilindrisch lichaam 192 of kan een inzetstuk omvatten dat ontvangen is in een gleuf in het cilindrisch lichaam 192 en zich daarvan uitstrekt. De tweede rilrol 190 kan ingericht zijn om te roteren voor het aangrijpen van de tweede rilnok 194 met het velmateriaal 104 om een ril in het velmateriaal 104 te vormen, zoals getoond in figuur 8. In nog andere uitvoeringsvormen, kan het rilsysteem 180 drie of meer rilrollen omvatten.In some embodiments, the creasing system 180 also includes a second creasing roll 190 which is substantially similar to the first creasing roll 184. For example, the second creasing roll may comprise a cylindrical body 192 and a second creasing cam 194. The second score cam 194 may be formed by the cylindrical body 192 or may include an insert received in a slot in the cylindrical body 192 and extending therefrom. The second crease roller 190 may be configured to rotate to engage the second crease cam 194 with the sheet material 104 to form a crease in the sheet material 104, as shown in Figure 8. In still other embodiments, the crease system 180 may be three or more rollers.

[00058] In uitvoeringsvormen die twee of meer rilrollen 184, 190 omvatten, kunnen ten minste de eerste en de tweede rilrollen 184, 190 naast elkaar gepositioneerd worden. Bijvoorbeeld kunnen de eerste en de tweede rilrollen 184, 190 op een afstand (in de voedingsrichting van het velmateriaal) geplaatst worden dat minder is 24 inch, minder is dan 18 inch, minder is dan 12 inch, minder is dan 6 inch, of gelijkaardig. De relatief korte afstand tussen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 kan de grootte van het rilsysteem 180 beperken evenals toelaten dat rillen dicht bij elkaar in het velmateriaal 104 gevormd kunnen worden.In embodiments comprising two or more creasing rollers 184, 190, at least the first and second creasing rollers 184, 190 may be positioned side by side. For example, the first and second creasing rollers 184, 190 may be spaced (in the feed direction of the sheet material) less than 24 inches, less than 18 inches, less than 12 inches, less than 6 inches, or the like . The relatively short distance between the first and second creasing rollers 184, 190 can limit the size of creasing system 180 as well as allow creases to be formed close together in sheet material 104.

[00059] De eerste en tweede rilrollen 184, 190 (of extra rilrollen) kunnen onafhankelijk van elkaar bestuurd worden. Bijvoorbeeld kan de eerste rilrol 184 geroteerd worden om een ril te vormen in het velmateriaal 104, terwijl de tweede rilrol 190 los blijft van het velmateriaal 104, of vice versa. Alternatief kunnen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 ingericht zijn om tegelijkertijd hetThe first and second creasing rollers 184, 190 (or additional creasing rollers) can be controlled independently of each other. For example, the first crease roll 184 can be rotated to form a crease in the sheet material 104, while the second crease roll 190 remains separate from the sheet material 104, or vice versa. Alternatively, the first and second creasing rollers 184, 190 may be arranged to simultaneously support the

BE2018/5697 velmateriaal 104 aan te grijpen om er tegelijkertijd meerdere rillen in te vormen. In nog andere uitvoeringsvormen kunnen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 ingericht zijn om het velmateriaal 104 alternerend aan te grijpen om rillen erin te vormen. Door het alterneren tussen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 kan de snelheid waarop de dwarsrillen in het velmateriaal 104 gevormd kunnen worden wezenlijk verhoogd worden.BE2018 / 5697 to grip sheet material 104 to simultaneously form multiple creases. In still other embodiments, the first and second creasing rollers 184, 190 may be arranged to alternately engage the sheet material 104 to form creases therein. By alternating between the first and second creasing rollers 184, 190, the speed at which the transverse creases can be formed in the sheet material 104 can be substantially increased.

[00060] In sommige uitvoeringsvormen omvat het rilsysteem 180 of de verpakkingsmachine 100 een toevoermechanisme 196 dat ingericht is om velmateriaal 104 toe te voeren door de verpakkingsmachine 100. Het rilsysteem 180 kan ingericht zijn om rillen in het velmateriaal 104 te vormen terwijl het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 aan het bewegen is. Met andere woorden hoeft het velmateriaal 104 niet te stoppen met bewegen door de verpakkingsmachine 100 om toe te laten dat de dwarsrillen gevormd worden. Eerder kunnen de rilrol(len) ter aangrijping met het velmateriaal 104 roteren om er rillen in te vormen terwijl het velmateriaal 104 blijft voortbewegen door de verpakkingsmachine 100 (via het voedingsmechanisme 196).In some embodiments, the creasing system 180 or the packaging machine 100 includes a feed mechanism 196 adapted to feed sheet material 104 through the packaging machine 100. The creasing system 180 may be configured to form creases in the sheet material 104 while the sheet material 104 is through the packaging machine 100 is moving. In other words, the sheet material 104 need not stop moving through the packaging machine 100 to allow the transverse grooves to be formed. Rather, the creasing roller (s) can rotate to engage the sheet material 104 to form creases therein while the sheet material 104 continues to advance through the packaging machine 100 (via the feed mechanism 196).

[00061] De huidige uitvinding kan worden belichaamd in andere specifieke vormen zonder af te wijken van zijn geest of essentiële kenmerken. De beschreven uitvoeringsvormen moeten in alle opzichten alleen als illustratief en niet beperkend beschouwd worden. Het kader van de uitvinding wordt daarom aangegeven door de bijgevoegde conclusies in plaats van door de voorgaande beschrijving. Alle veranderingen die binnen de betekenis en het bereik van equivalentie van de conclusies vallen, moeten binnen de reikwijdte ervan omvat worden.The present invention can be embodied in other specific forms without departing from its spirit or essential features. The described embodiments are to be considered in all respects only as illustrative and not restrictive. The scope of the invention is therefore indicated by the appended claims rather than by the foregoing description. Any changes that fall within the meaning and range of equivalence of the claims should be included within its scope.

Claims

Conclusions

A packaging machine for converting mainly rigid sheet material into blanks for assembly into boxes or other packaging, the packaging machine comprising:

a feeding system that directs a first sheet feed and a second sheet feed to the packaging machine, the feed system comprising:

a low friction first surface and an associated first propulsion machine, the first propulsion mechanism being adapted to engage and advance the first sheet feed material along the first low friction surface and into the packaging machine; and a second low friction surface and an associated second advancing mechanism, the second advancing mechanism adapted to engage and advance the second feed of the sheet material along the second low friction surface and into the packaging machine, the first surface having low friction and the second low friction surface are either parallel opposite sides of thin sheet or form an acute angle, the thin sheet or sharp angle being arranged to allow the sheet material to be advanced to the packaging machine without any folding or make creases in the sheet material and with limited or no repositioning of the feed system; and one or more forming tools arranged to perform one or more forming functions on the sheet material as the sheet material is advanced by the packaging machine, the one or more forming functions being selected from the group consisting of creasing, bending, folding, perforating, cutting and notching to make the blanks.

The packaging machine according to claim 1, wherein the first low friction surface and the second low friction surface are formed separately from each other.

The packaging machine according to claim 1, wherein the first low friction surface and the second low friction surface are formed on either side of one integral component.

The packaging machine according to claim 1, wherein the first advancing mechanism includes one or more feed rollers, belts or belts that advance the first supply of the sheet material to the packaging machine.

BE2018 / 5697

The packaging machine according to claim 1, wherein the second advancing machine includes one or more feed rolls, belts or belts that advance the second feed of the sheet material to the packaging machine.

The packaging machine according to claim 1, wherein the first advancing mechanism is positioned above or on one side of the first low friction surface.

The packaging machine according to claim 6, wherein the second low friction surface is positioned under or on a second side of the first low friction surface such that the second low friction surface and the first propulsion mechanism are positioned on either side of the first low friction surface.

The packaging machine according to claim 7, wherein the second advancing mechanism is positioned below or on one side of the second low friction surface such that the second advancing mechanism and the first low friction surface are positioned on either side of the second low friction surface. .

The packaging machine of claim 1, wherein the first low friction surface and the second low friction surface form an acute angle of about 5 degrees.

The packaging machine according to claim 1, wherein the second low friction surface is substantially parallel to the direction of feeding of the sheet material through the packaging machine and the first low friction surface is angled upward from the second low friction surface.

The packaging machine according to claim 1, wherein the first low friction surface is angled above or on one side of a direction of supply of the sheet material by the packaging machine to form an acute angle with the direction of supply of the sheet material to the packaging machine and wherein the second low friction surface angles above or on a second side of the feed direction of the sheet material to the packaging machine to make an acute angle with the feed direction of the sheet material to the packaging machine.