BE1025954B1

BE1025954B1 - Ventilation device

Info

Publication number: BE1025954B1
Application number: BE2018/5036A
Authority: BE
Inventors: Frank VANSPAUWEN
Original assignee: FENS bvba
Priority date: 2018-01-24
Filing date: 2018-01-24
Publication date: 2019-08-27
Also published as: BE1025954A1

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een verluchtingsinrichting voor het verluchten van een te verluchten ruimte die ten minste gedeeltelijk in een omringend maaiveld verzonken is opgesteld, waarbij de verluchtingsinrichting een reservoir (2) omvat en een met het reservoir verbindbare buis (1), waarbij de buis een eerste uiteinde (11) heeft dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een wandopening in een wand van de te verluchten ruimte, waarbij de buis een tweede uiteinde (12) bevat dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een opening (20) in een wand van het reservoir (2), waarbij het reservoir een bovenste vlak (23) bevat en een omtrekwand, waarbij ten minste één van het bovenste vlak en de omtrekwand ten minste gedeeltelijk open is voor het opvangen van buitenlucht in het reservoir, waarbij het reservoir verder een tegenover het bovenste vlak liggende bodem (24) heeft, en waarbij het tweede uiteinde van de buis (12) in hoogterichting verschoven is ten opzichte van de bodem (24) van het reservoir in de richting van het bovenste vlak (23) van het reservoir.This invention relates to a ventilation device for ventilating a space to be ventilated which is arranged at least partially sunk into a surrounding ground level, the ventilation device comprising a reservoir (2) and a tube (1) connectable to the reservoir, the tube has a first end (11) that is at least partially open and is provided to be connected to a wall opening in a wall of the space to be ventilated, the tube comprising a second end (12) that is at least partially open and provided is to be connected to an opening (20) in a wall of the reservoir (2), the reservoir including an upper surface (23) and a peripheral wall, wherein at least one of the upper surface and the peripheral wall is at least partially open is for collecting outside air in the reservoir, the reservoir further having a bottom (24) opposite the upper surface, and wherein the second end of the bu (12) is offset in height with respect to the bottom (24) of the reservoir in the direction of the upper surface (23) of the reservoir.

Description

Verluchtingsinrichting.Ventilation device.

Deze uitvinding heeft betrekking op verluchtingsinrichting voor het verluchten van een ruimte die ten minste gedeeltelijk in een omringend maaiveld verzonken is opgesteld, volgens de aanhef van de eerste conclusie.This invention relates to aeration device for ventilating a space which is arranged at least partially sunk into a surrounding ground level, according to the preamble of the first claim.

Vochtproblemen in kelders en andere ruimten die zich ten minste gedeeltelijk onder het niveau van het omliggend maaiveld bevinden, zijn schering en inslag door de hoge vochtigheidsgraad die vaak in deze ruimten heerst. In niet geventileerde of niet verluchte kelders kan de luchtvochtigheidsgraad zelfs tot honderd procent stijgen, waardoor ze een ideale voedingsbodem vormen voor schimmels, aanleiding kunnen geven tot vuile vochtplekken en zelfs structurele problemen in een gebouw kunnen veroorzaken. Dergelijke vochtproblemen liggen vaak ook aan de grondslag van de muffe geur die vaak in een kelder wordt aangetroffen.Moisture problems in basements and other rooms that are at least partially below the level of the surrounding ground level are warp and impact due to the high humidity that often prevails in these rooms. In non-ventilated or ventilated cellars, the humidity level can even rise to a hundred percent, making them an ideal breeding ground for molds, giving rise to dirty damp spots and even causing structural problems in a building. Such moisture problems are often also the cause of the musty smell that is often found in a cellar.

Gezien de situering van een kelder, meestal ten minste gedeeltelijk of geheel onder het omringend maaiveld, is het oplossen van het vochtprobleem door het voorzien van natuurlijke ventilatie, door bijvoorbeeld regelmatig ramen en deuren van de kelder te openen, niet vanzelfsprekend. Om dit probleem op te lossen werden diverse verluchtingssystemen ontwikkeld.Given the location of a cellar, usually at least partially or entirely below the ground level, solving the moisture problem by providing natural ventilation, for example by regularly opening windows and doors of the cellar, is not self-evident. Various ventilation systems have been developed to solve this problem.

Eén type oplossing voorziet in het aanbrengen van ventilatieroosters in de kelderwand. Een ander frequent gebruikte oplossing, maakt gebruik van een buisvormig T-stuk, waarvan één uiteinde ten minste tot het maaioppervlak reikt of erboven uitsteekt, en één uiteinde doorheen de kelderwand steekt. Een dergelijk T-stuk verbindt de kelderruimte met de buitenlucht, en maakt op die wijze verluchting van de kelderruimte mogelijk. Een derde deel van het T-stuk steekt meestal in de bodem, is naar beneden gericht en zorgt voor het afvoeren van water dat via het maaiveld in het T-stuk terecht komt, naar de omringende bodem. Om instromen van neerslagwater in de kelderruimte tot een minimum te beperken is het vaakOne type of solution provides for the installation of ventilation grilles in the basement wall. Another frequently used solution uses a tubular T-piece, one end of which extends at least to the mowing surface or protrudes above it, and one end extends through the basement wall. Such a T-piece connects the basement space with the outside air, and in this way allows ventilation of the basement space. A third part of the T-piece usually protrudes into the bottom, is directed downwards and ensures that water is drained into the T-piece via ground level, to the surrounding bottom. To limit the flow of precipitation water into the basement room to a minimum, it is often

BE2018/5036 noodzakelijk het tot het maaioppervlak reikende uiteinde van het T-stuk gedeeltelijk af te dekken. Er is echter het bijkomende probleem bij overvloedige neerslag, en zeker bij bodems die een slechte water afvoercapaciteit hebben en die zich sterk met water kunnen verzadigen. In dergelijke situaties is er een risico dat het water moeilijk in de grond trekt en als opstijdgend grondwater in het T-stuk opstijgt en zo in de kelder terecht komt, of dat water via het rooster boven het maaiveld in het T-stuk terecht komt en van daar in de kelderruimte.BE2018 / 5036 partially covers the end of the T-piece that reaches the cutting surface. There is, however, the additional problem with excessive precipitation, and certainly with soils that have poor water drainage capacity and can be highly saturated with water. In such situations, there is a risk that the water will hardly penetrate into the ground and will rise as rising groundwater in the T-piece and thus end up in the basement, or that water will enter the T-piece via the grid above ground level and from there in the basement room.

Uit DE29719484 is een wanddoos bekend voor het afvoeren van lucht uit en het toevoeren van lucht naar een luchtkanaal in een buitenwand. De wanddoos omvat een omhulsel met een buitenste uiteinde voorzien voor montage op de buitenzijde van de buitenwand en een binnenste uiteinde voorzien voor montage op de binnenzijde van de buitenwand. Tussen beide uiteinden bevindt zich een luchtafvoerkanaal. Een luchttoevoerkanaal strekt zich uit tussen de wand van het luchtafvoerkanaal en het omhulsel en mondt uit aan het buitenste uiteinde onder het luchtavoerkanaal. Het luchtafvoerkanaal raakt de omhulling ter hoogte van het binnenste uiteinde. Deze wanddoos vertoont echter het nadeel dat optstijgend grondwater zowel in het luchttoevoerkanaal als in het lucht afvoerkanaal kan binnendringen en van daaruit naar de te verluchten ruimte gevoerd wordt. De in DE29719484 beschreven wandddoos bevat geen reservoir voor het opvangen van neerslag of opstijgend grondwater, dit komt rechtstreeks terecht in het luchttoevoer-of luchtafvoerkanaal. De in DE29719484 beschreven wandddoos bevat geen openingen voor het afvoeren van opstijgend water dat in het luchttoevoer-of luchtafvoerkanaal terecht gekomen is.DE 29719484 discloses a wall box for discharging air from and supplying air to an air duct in an outer wall. The wall box comprises a casing with an outer end provided for mounting on the outside of the outer wall and an inner end provided for mounting on the inside of the outer wall. There is an air outlet between both ends. An air supply channel extends between the wall of the air discharge channel and the casing and opens out at the outer end below the air intake channel. The air outlet duct touches the enclosure at the level of the inner end. This wall box, however, has the disadvantage that rising groundwater can penetrate both the air supply channel and the air discharge channel and is fed from there to the space to be ventilated. The wall box described in DE 29719484 does not contain a reservoir for collecting precipitation or rising groundwater, this ends up directly in the air supply or exhaust channel. The wall box described in DE 29719484 does not contain any openings for the discharge of rising water which has ended up in the air supply or air discharge channel.

Er is dus een behoefte aan een verluchtingsinrichting voor het verluchten van kelders of andere, ten minste gedeeltelijk onder een maaioppervlak gelegen ruimten, die een verminderd risico vertoont op het binnenstromen van water via het maaioppervlak en via de omringendeThus, there is a need for an aeration device for ventilating basements or other spaces at least partially below a mowing surface, which exhibits a reduced risk of water inflowing through the mowing surface and through the surrounding

BE2018/5036 grond, zonder dat daardoor de verluchtingscapaciteit nadelig beïnvloed wordt.BE2018 / 5036 soil, without affecting the ventilation capacity.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een verluchtingsinrichting die de technische kenmerken vertoont van het kenmerkend deel van de eerste conclusie.This is achieved according to the invention with a ventilation device which has the technical characteristics of the characterizing part of the first claim.

Daartoe heeft deze uitvinding betrekking op een voor het verluchten van een te verluchten ruimte die ten minste gedeeltelijk in een omringend maaiveld verzonken is opgesteld, waarbij de verluchtingsinrichting een reservoir omvat en een met het reservoir verbindbare buis, waarbij de buis ten minste één eerste uiteinde heeft dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een wandopening in een wand van de te verluchten ruimte, waarbij de buis ten minste één tweede uiteinde bevat dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een opening in een wand van het reservoir, waarbij het reservoir een bovenste vlak bevat en een omtrekwand, waarbij ten minste één van het bovenste vlak en de omtrekwand ten minste gedeeltelijk open is voor het opvangen van buitenlucht in het reservoir, waarbij het reservoir verder een tegenover het bovenste vlak liggende bodem heeft, en waarbij het ten minste één tweede uiteinde van de buis in hoogterichting verschoven is ten opzichte van de bodem van het reservoir in de richting van het bovenste vlak van het reservoir.To this end, the present invention relates to a space for ventilating a space to be ventilated which is arranged at least partially sunk into a surrounding ground level, the ventilation device comprising a reservoir and a tube connectable to the reservoir, the tube having at least one first end which is at least partially open and is provided to be connected to a wall opening in a wall of the space to be ventilated, the tube comprising at least one second end which is at least partially open and is provided to be connected to an opening in a wall of the reservoir, wherein the reservoir comprises an upper surface and a circumferential wall, wherein at least one of the upper surface and the circumferential wall is at least partially open for receiving outside air in the reservoir, the reservoir furthermore opposite to the has an upper flat bottom, and wherein it has at least one second end of the tube in halo is displaced directionally with respect to the bottom of the reservoir toward the upper surface of the reservoir.

De verluchtingsinrichting van deze uitvinding omvat een buis die een verbinding verschaft tussen de omgeving buiten de te verluchten ruimte en de te verluchten ruimte op zich. De buis maakt het aldus mogelijk de in de te verluchten ruimte aanwezige lucht te verversen. Doordat de buis uitsluitend open is naar de te verluchten ruimte en naar de ruimte buiten de te verluchten ruimte van het reservoir, doordat de buis verder uitsluitend openingen bevat die toegang geven tot het reservoir, doordat de buis geen openingen bevat die zich in de richting van de bodem onder het maaiveldThe aeration device of this invention comprises a tube that provides a connection between the environment outside the space to be aired and the space to be aired per se. The tube thus makes it possible to refresh the air present in the space to be ventilated. Because the tube is only open to the space to be ventilated and to the space outside the space to be ventilated of the reservoir, because the tube further comprises only openings that give access to the reservoir, because the tube does not contain any openings that extend in the direction of the soil below ground level

BE2018/5036 uitstrekken, kan het risico op het binnendringen van grondwater in de buis, en dus in de te verluchten ruimte tot een minimum beperkt worden.BE2018 / 5036, the risk of groundwater penetrating into the pipe and therefore into the space to be ventilated can be reduced to a minimum.

De verluchtingsinrichting van deze uitvinding omvat een reservoir dat voorzien is om zodanig in ten opzichte van een omringend maaiveld te worden opgesteld, dat een bovenste vlak van het reservoir zich ter hoogte van het maaiveld bevindt of ten opzichte van het maaiveld uitsteekt. Eventueel kan het bovenste vlak licht verzonken ten opzichte van het maaiveld opgesteld zijn, maar dit geniet niet de voorkeur omwille van het verhoogde risico op het binnendringen van water. Het bovenste vlak van de verluchtingsinrichting is ten minste gedeeltelijk open, zodat lucht daarlangs in het reservoir kan worden opgevangen en verder geleid naar de buis en naar de te verluchten ruimte, en gelijktijdig het binnendringen van grondwater in het reservoir tot een minimum beperkt kan worden, of zelfs voorkomen.The aeration device of this invention comprises a reservoir which is arranged to be positioned in such a way relative to a surrounding ground level that an upper surface of the reservoir is located at ground level or protrudes relative to ground level. The upper surface may optionally be arranged slightly recessed relative to the ground level, but this is not preferred because of the increased risk of water penetration. The upper surface of the ventilation device is at least partially open, so that air along it can be collected in the reservoir and directed further to the tube and to the space to be ventilated, and at the same time the penetration of groundwater into the reservoir can be minimized, or even occur.

Doordat het ten minste één tweede uiteinde van de buis dat zich in het reservoir bevindt, in hoogterichting verschoven is ten opzichte van de bodem van het reservoir in de richting van het bovenste vlak van het reservoir, bevindt dit ten minste één tweede uiteinde zich dichter bij het maaiveld dan de bodem van het reservoir, en kan het reservoir dienen voor een tijdelijke stockage van neerslag. Aldus kan het risico op het binnendringen van grondwater in de buis, en bijgevolg ook in de te verluchten ruimte, tot een minimum beperkt worden. Het ten minste één tweede uiteinde van de buis kan bijvoorbeeld verbonden zijn met de bodem van het reservoir. Het ten minste één tweede uiteinde van de buis kan eveneens verbonden zijn met de opstaande zijwand van het reservoir. Het is verder mogelijk ten minste één uiteinde te verbinden met de bodem van het reservoir en ten minste één uiteinde te verbinden met de opstaande zijwand van het reservoir.Because the at least one second end of the tube located in the reservoir is offset in height relative to the bottom of the reservoir in the direction of the upper surface of the reservoir, this at least one second end is closer to ground level then the bottom of the reservoir, and the reservoir can serve for a temporary storage of precipitation. The risk of groundwater penetrating into the tube, and therefore also into the space to be ventilated, can thus be reduced to a minimum. The at least one second end of the tube can for instance be connected to the bottom of the reservoir. The at least one second end of the tube can also be connected to the upright side wall of the reservoir. It is further possible to connect at least one end to the bottom of the reservoir and to connect at least one end to the upright side wall of the reservoir.

De verluchtingsinrichting van deze uitvinding lost dus het probleem op dat een verluchting van een te verluchten ruimte mogelijk wordtThe ventilation device of the present invention thus solves the problem that a ventilation of a space to be ventilated becomes possible

BE2018/5036 gemaakt, en dat gelijktijdig het binnendringen in de te verluchten ruimte van vallende neerslag evenals het binnendringen van opstijgend grondwater tot een minimum beperkt wordt.BE2018 / 5036, and that at the same time the penetration into the space to be ventilated of falling precipitation as well as the penetration of rising groundwater is kept to a minimum.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn in de bodem van het reservoir één of meer afvoeropeningen voorzien, voor het afvoeren van water of een andere vloeistof die in het reservoir terecht gekomen is. In een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn in de omtrekwand van het reservoir één of meer dergelijke additionele afvoeropeningen voorzien. De openingen maken afvoer mogelijk naar de omgeving, van water dat of vloeistof die in het reservoir terecht gekomen zou zijn, en verminderen het risico op binnendringen ervan in de buis en dus in de te verluchten ruimte.In a preferred embodiment of the invention, one or more discharge openings are provided in the bottom of the reservoir, for draining water or another liquid that has ended up in the reservoir. In an alternative preferred embodiment of the invention, one or more such additional discharge openings are provided in the peripheral wall of the reservoir. The openings allow discharge to the environment, of water or liquid that would have entered the reservoir, and reduce the risk of its penetration into the tube and thus into the space to be vented.

Om een verbeterde afvoer mogelijk te maken van water of vloeistof vanuit het reservoir, helt de bodem bij voorkeur vanaf de opening in de richting van een omtrekwand van het reservoir.In order to enable an improved discharge of water or liquid from the reservoir, the bottom preferably slopes from the opening in the direction of a peripheral wall of the reservoir.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het monteren van een verluchtingsinrichting zoals hierboven beschreven, waarbij de verluchtingsinrichting zodanig in een maaiveld wordt geplaatst dat het bovenste vlak van het reservoir ten opzichte van het maaiveld uitsteekt of zich op een nagenoeg zelfde niveau bevindt, waarbij het ten minste één eerste uiteinde van de buis verbonden wordt met een wandopening in een wand van de te verluchten ruimte, waarbij het ten minste één tweede uiteinde van de buis verbonden wordt met een opening in een wand van het reservoir, waarbij ten minste één van het bovenste vlak en de omtrekwand ten minste gedeeltelijk open is voor het opvangen van buitenlucht in het reservoir en het via de buis toevoeren van lucht naar de te verluchten ruimte, en waarbij het tweede uiteinde van de buis in hoogterichting verschoven ten opzichte van de bodem van het reservoir in de richting van het bovenste vlak van het reservoir, wordt opgesteld.The invention also relates to a method for mounting an aeration device as described above, wherein the aeration device is placed in a ground level such that the upper surface of the reservoir protrudes from the ground level or is at a substantially same level, wherein the at least one first end of the tube is connected to a wall opening in a wall of the space to be ventilated, the at least one second end of the tube being connected to an opening in a wall of the reservoir, at least one of the upper surface and the peripheral wall are at least partially open for receiving outside air in the reservoir and supplying air via the tube to the space to be ventilated, and wherein the second end of the tube is displaced in height relative to the bottom of the reservoir in the direction of the upper surface of the reservoir.

BE2018/5036BE2018 / 5036

De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een verluchtingsinrichting zoals hierboven beschreven en een te verluchten ruimte voorzien van ten minste één wand, waarbij de verluchtingsinrichting een reservoir omvat en een met het reservoir verbindbare buis, waarbij de buis een eerste uiteinde heeft dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een wandopening in de wand van de te verluchten ruimte, waarbij de buis een tweede uiteinde bevat dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een opening in een wand van het reservoir, waarbij het reservoir een bovenste vlak bevat en een omtrekwand, waarbij ten minste één van het bovenste vlak en de omtrekwand ten minste gedeeltelijk open is voor het opvangen van buitenlucht in het reservoir, waarbij het reservoir verder een tegenover het bovenste vlak liggende bodem heeft, en waarbij het tweede uiteinde van de buis in hoogterichting verschoven is ten opzichte van de bodem van het reservoir in de richting van het bovenste vlak van het reservoir.The invention further relates to an assembly of an aeration device as described above and a space to be aeration provided with at least one wall, the aeration device comprising a reservoir and a tube connectable to the reservoir, the tube having a first end which has at least one is partially open and is provided to be connected to a wall opening in the wall of the space to be ventilated, the tube comprising a second end which is at least partially open and provided to be connected to an opening in a wall of the reservoir, wherein the reservoir comprises an upper surface and a circumferential wall, wherein at least one of the upper surface and the circumferential wall is at least partially open for receiving outside air in the reservoir, the reservoir further having a bottom opposite the upper surface and wherein the second end of the tube is offset in height relative to the bottom of the reservoir in the direction of the upper surface of the reservoir.

De verluchtingsinrichitng is bij voorkeur zodanig gepositioneerd, dat het bovenste vlak van het reservoir zich nagenoeg ter hoogte van een aan het bovenste valk aangrenzend maaiveld bevindt, of ten opzichte van het aangrenzend maaiveld uitsteekt.The aeration device is preferably positioned such that the upper surface of the reservoir is substantially at the level of a ground level adjacent to the upper falcon, or protrudes relative to the adjacent ground level.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren.The invention is further elucidated with reference to the accompanying figures.

Figuur 1 toont een doorsnede van de bekende verluchtingsinrichting.Figure 1 shows a section of the known ventilation device.

Figuur 2 toont een doorsnede van de verluchtingsinrichting volgens deze uitvinding, geplaatst in een wand van een te verluchten ruimte.Figure 2 shows a cross-section of the ventilation device according to the present invention, placed in a wall of a space to be ventilated.

Figuur 3a toont een doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van de verluchtingsinrichting volgens deze uitvinding.Figure 3a shows a cross-section of a preferred embodiment of the ventilation device according to the present invention.

Figuur 3b toont een doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van een alternatieve verluchtingsinrichting volgens deze uitvinding.Figure 3b shows a cross-section of a preferred embodiment of an alternative ventilation device according to the present invention.

Zoals getoond wordt in figuur 3a en 3b bevat de verluchtingsinrichting van deze uitvinding voor het verluchten van een teAs shown in Figs. 3a and 3b, the aeration device of the present invention comprises aeration device

BE2018/5036 verluchten ruimte 3, een reservoir 2 en een met het reservoir verbindbare buis 1. De buis verbindt de te verluchten ruimte met de omgeving buiten de ruimte en maakt het mogelijk uitwisseling van lucht tussen de omgeving en de te verluchten ruimte tot stand te brengen.BE2018 / 5036 ventilate room 3, a reservoir 2 and a tube 1 connectable to the reservoir 1. The tube connects the room to be ventilated with the environment outside the room and makes it possible to establish an exchange of air between the environment and the room to be ventilated bring.

Alhoewel de verluchtingsinrichting van deze uitvinding geschikt is voor het verschaffen van verluchting in uiteenlopende types van ruimten, zowel bovengrondse als geheel of gedeeltelijk ondergronds opgestelde ruimten, is deze uitvinding in hoofdzaak bedoeld voor het verluchten van geheel of gedeeltelijk ondergronds opgestelde ruimten, aangezien het probleem van accumulerend vocht zich voornamelijk in dit type ruimten stelt. Geheel of gedeeltelijk ondergronds opgestelde ruimten kunnen zich geheel of gedeeltelijk onder het maaiveld bevinden, en geheel of deels omringd zijn door het materiaal van de omringende bodem. De bodem kan wijd uiteenlopende materialen omvatten, en kan een betere of minder goede doorlaatbaarheid en dus afvoer van water verschaffen. Goed water doorlatende materialen zijn bijvoorbeeld zand, grind, kiezel en dergelijke. Een slecht water doorlatend materiaal is bijvoorbeeld leem. Bodems zijn vaak echter ook opgebouwd uit mengsels van twee of meer van deze materialen. Inhet kader van deze uitvinding kan het maaiveld een de verluchtingsinrichting omringend deel van het landschap zijn, een dak van een gebouw, een daktuin geplaatst op een dak van een gebouw, een ten opzichte van de omgeving verhoogd geplaatst platform, een ten opzichte van de omgeving verhoogd geplaatst platform ten minste gedeeltelijk voorzien van een tuin. De verluchtingsinrichting van deze uitvindig is geschikt voor gebruik met de voornoemde soorten maaivelden, en is in het bijzonder bedoeld voor gebruik met te verluchten kelderruimten.Although the aeration device of this invention is suitable for providing aeration in various types of spaces, both above-ground and wholly or partially underground spaces, this invention is primarily intended for ventilating spaces wholly or partially underground, since the problem of accumulating moisture mainly occurs in this type of room. All or part of the space set up underground can be completely or partially below ground level, and completely or partially surrounded by the material of the surrounding soil. The bottom can comprise a wide variety of materials, and can provide better or less good permeability and thus drainage of water. Well-permeable materials are, for example, sand, gravel, gravel and the like. A poorly permeable material is, for example, loam. However, soils are often also made up of mixtures of two or more of these materials. In the context of this invention, the ground level can be a part of the landscape surrounding the ventilation device, a roof of a building, a roof garden placed on a roof of a building, a platform placed with respect to the environment, a platform placed with respect to the environment raised platform at least partially provided with a garden. The ventilation device of this invention is suitable for use with the aforementioned types of ground level, and is intended in particular for use with cellar spaces to be ventilated.

De buis 1 heeft een ten minste één eerste uiteinde 11 dat ten minste gedeeltelijk open is. Het ten minste één eerst uiteinde11 is voorzien om verbonden te worden met een wandopening 30 in een wand 31 van de te verluchten ruimte 3, en bevat een eerste opening 41. Een ten minste éénThe tube 1 has an at least one first end 11 that is at least partially open. The at least one first end 11 is provided to be connected to a wall opening 30 in a wall 31 of the space 3 to be ventilated, and comprises a first opening 41. An at least one

BE2018/5036 tweede uiteinde van de buis 12 is voorzien om verbonden te worden met een opening 20 in een wand van het reservoir 2, en bevat een tweede opening 42. Zowel het ten minste één eerste 11 als het tweede 12 uiteinde van de buis 1 zijn bij voorkeur ten minste gedeeltelijk open. Hiermee wordt bedoeld dat één van beide uiteinden of beide uiteinden geheel open kunnen zijn, of dat één of beide uiteinden gedeeltelijk afgesloten kunnen zijn bijvoorbeeld door middel van een rooster, een klep of op iedere andere wijze.BE2018 / 5036 The second end of the tube 12 is provided to be connected to an opening 20 in a wall of the reservoir 2, and contains a second opening 42. Both the at least one first 11 and the second 12 end of the tube 1 are preferably at least partially open. This means that one or both ends can be completely open, or that one or both ends can be partially closed, for example by means of a grid, a valve or in any other way.

De vorm van de buis 1 is niet kritisch voor deze uitvinding en iedere door de vakman geschikt geachte vorm kan gebruikt worden. Bij voorkeur echter heeft de buis 1 een afgeronde doorsnede, bijvoorbeeld een elliptische doorsnede of een circulaire doorsnede, met meer voorkeur een in hoofdzaak circulaire doorsnede, omdat dit de laagst mogelijke stromingsweerstand biedt. Het is echter mogelijk een buis met een andere doorsnede te gebruiken.The shape of the tube 1 is not critical to this invention and any shape deemed suitable by those skilled in the art can be used. Preferably, however, the tube 1 has a rounded section, for example an elliptical section or a circular section, more preferably a substantially circular section, because this offers the lowest possible flow resistance. However, it is possible to use a tube with a different cross-section.

In een situatie waar het maaiveld zich uitstrekt in een richting die dwars loopt ten opzichte van de wand waarmee de buis verbonden wordt heeft de buis 1 bij voorkeur de vorm van een afgeronde bocht, om de stromingsweerstand voor lucht zo laag mogelijk te houden. Alhoewel deze vorm de voorkeur geniet, neemt dit niet weg dat de buis iedere andere vorm kan aannemen, rekening houdend met de positionering van het reservoir ten opzichte van de wand waarmee het reservoir verbonden moet worden. Alhoewel hun gebruik in principe mogelijk is, worden buizen met rechte hoeken bij voorkeur vermeden omwille van de hogere stromingsweerstand die zij veroorzaken. De buis kan verder ook de vorm hebben van een T-stuk, of een Y-stuk, daarbij wordt een opening van de buis die niet verbonden is met de wand of met het reservoir, bij voorkeur afgesloten om het risico op het ongewenst insijpelen van water zo gering mogelijk te houden.In a situation where the ground level extends in a direction that extends transversely to the wall to which the tube is connected, the tube 1 is preferably in the form of a rounded bend, in order to keep the air flow resistance as low as possible. Although this shape is preferred, it does not alter the fact that the tube can take any other shape, taking into account the positioning of the reservoir relative to the wall to which the reservoir is to be connected. Although their use is possible in principle, tubes with right angles are preferably avoided because of the higher flow resistance they cause. The tube may further be in the form of a T-piece or a Y-piece, whereby an opening of the tube that is not connected to the wall or to the reservoir is preferably closed off in order to reduce the risk of undesired seeping into keep water as low as possible.

In een situatie waar het maaiveld zich in dezelfde richting uitstrekt als de wand waarmee de buis verbonden wordt, zal meestal een in hoofdzaak cilindervormige buis 1 gebruikt worden, met name een buisIn a situation where the ground level extends in the same direction as the wall to which the tube is connected, a substantially cylindrical tube 1 will usually be used, in particular a tube

BE2018/5036 waarin zich geen bocht bevindt. Een buis waarin zich geen bocht bevindt kan bijvoorbeeld ook geschikt gebruikt worden indien de opening in het reservoir voor het verbinden met de buis zich in de opstaande zijwand van het reservoir bevindt. Het zal duidelijk zijn dat de buis iedere andere vorm kan aannemen en dat de vorm van de buis bij voorkeur afgestemd wordt op de positionering van het maaiveld die de positionering van de bovenkant van het reservoir bepaalt, en de wand waarmee de buis verbonden wordt.BE2018 / 5036 in which there is no bend. A tube in which there is no bend can, for example, also be suitably used if the opening in the reservoir for connecting to the tube is in the upright side wall of the reservoir. It will be clear that the tube can take any other shape and that the shape of the tube is preferably adapted to the positioning of the ground level that determines the positioning of the top of the reservoir and the wall to which the tube is connected.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van deze uitvinding wordt een buis 1 gebruikt die naast de eerste en tweede opening 41, 42 bij voorkeur geen verdere openingen heeft. Met meer voorkeur bevat de verluchtingsinrichting een buis 1 die gesloten is in een van het maaiveld weggerichte richting, of met andere woorden in een naar de de buis omringende bodem gerichte richting. Dit maakt het mogelijk het risico te minimaliseren dat bij zware neerslag of in situaties waar de omringende bodem verzadigd is met water, water vanuit de omringende bodem in de buis zo stromen en zo in de te verluchten ruimte terecht zou komen.In a preferred embodiment of this invention, a tube 1 is used which preferably has no further openings in addition to the first and second opening 41, 42. More preferably, the aeration device comprises a tube 1 which is closed in a direction away from the surface, or in other words in a direction directed towards the bottom surrounding the tube. This makes it possible to minimize the risk that with heavy precipitation or in situations where the surrounding soil is saturated with water, water would flow into the tube from the surrounding soil and end up in the space to be ventilated.

Het materiaal waaruit de buis vervaardigd is is niet kritisch voor deze uitvinding, en ieder door de vakman geschikt geacht materiaal kan gebruikt worden. Bij voorkeur echter wordt een buis gebruikt vervaardigd in kunststof, omwille van de eenvoudige vormgeving en de goede bestendigheid tegen corrosie en inwerking van in de omgeving aanwezige stoffen. Bijzonder geschikt is ABS omwille van zijn kostprijs, maar andere kunststoffen zoals polyester, polyethyleen, polypropeen, PET, polystyreen en dergelijke kunnen eveneens geschikt gebruikt worden.The material from which the tube is made is not critical to this invention, and any material deemed suitable by those skilled in the art can be used. Preferably, however, a tube is used made of plastic, because of the simple design and the good resistance to corrosion and the effect of substances present in the environment. ABS is particularly suitable because of its cost price, but other plastics such as polyester, polyethylene, polypropylene, PET, polystyrene and the like can also be suitably used.

De vorm van het reservoir 2 is niet kritisch voor deze uitvinding, en kan iedere door de vakman geschikt geachte vorm zijn. Het reservoir kan in hoofdzaak cilindervormig zijn met een in hoofdzaak ronde of in hoofdzaak ellipsvormige doorsnede, of balkvormig of kubusvormig, of de vorm hebben van een omgekeerde kegel of een omgekeerde afgeknotte kegel. De bodem en het bovenste vlak van het reservoir kunnen in hoofdzaak dezelfde vormThe shape of the reservoir 2 is not critical to this invention, and can be any shape that is suitable for those skilled in the art. The reservoir may be substantially cylindrical with a substantially round or substantially elliptical cross-section, or bar-shaped or cubic, or in the form of an inverted cone or an inverted truncated cone. The bottom and the upper surface of the reservoir can have substantially the same shape

BE2018/5036 hebben en eenzelfde oppervlak beslaan, het is echter ook mogelijk dat zij een verschillende vorm hebben en een verschillende oppervlakte.BE2018 / 5036 and cover the same surface area, but it is also possible that they have a different shape and surface area.

Het materiaal waaruit her reservoir vervaardigd wordt is niet kritisch voor deze uitvinding, en ieder door de vakman geschikt geacht materiaal kan gebruikt worden. Bij voorkeur echter wordt een reservoir gebruikt vervaardigd in kunststof, omwille van de eenvoudige vormgeving en de goede bestendigheid tegen corrosie en inwerking van in de omgeving aanwezige stoffen. Bijzonder geschikt is ABS omwille van zijn kostprijs, maar andere kunststoffen zoals polyester, polyethyleen, polypropeen, PET, polystyreen en dergelijke kunnen eveneens geschikt gebruikt worden. Het is echter ook mogelijk het reservoir in metaal uit te voeren, bijvoorbeeld staal, roestvrij staal, zink, aluminium en dergelijke. De rooster kan in hetzelfde materiaal als het reservoir zijn uitgevoerd, of in een verschillende materiaal. Het is bijvoorbeeld mogelijk in een typische toepassing om het reservoir uit te voeren in kunststof, en het rooster voor het afdekken van het reservoir uit te voeren in metaal, typisch aluminium.The material from which the reservoir is made is not critical to this invention, and any material deemed suitable by those skilled in the art can be used. Preferably, however, a reservoir is used made of plastic, because of the simple design and the good resistance to corrosion and the effect of substances present in the environment. ABS is particularly suitable because of its cost price, but other plastics such as polyester, polyethylene, polypropylene, PET, polystyrene and the like can also be suitably used. However, it is also possible to design the reservoir in metal, for example steel, stainless steel, zinc, aluminum and the like. The grid can be made of the same material as the reservoir or of a different material. For example, in a typical application, it is possible to design the reservoir in plastic, and to design the grid for covering the reservoir in metal, typically aluminum.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3a en b, bevat het reservoir een bodem 24, die omringd is door een opstaande wandIn a preferred embodiment as shown in Figs. 3a and b, the reservoir contains a bottom 24 surrounded by an upright wall

25. Het reservoir 2 bevat verder aan een tegenover de bodem 24 liggende zijde, een bovenste zijde of bovenste vlak 23. Zoals getoond wordt in figuur 3a en 3b, wordt het reservoir 2 bij voorkeur zodanig opgesteld dat een bovenste zijde of bovenste vlak 23 gelijkloopt met het omringend maaiveld 8 of zich daarboven bevindt. Dit houdt namelijk het risico gering dat water, bijvoorbeeld afkomstig van neerslag, in de buis terecht zou komen en verder zou stromen naar de te verluchten ruimte. Om dit risico verder te minimaliseren is een bovenste vlak 23 van het reservoir bij voorkeur ten miste gedeeltelijk afsluitbaar met een deksel 5. Het deksel 5 kan in hoofdzaak gesloten zijn om het binnenstromen van water tot een minimum te beperken. In dat geval zal het reservoir voorzien zijn van alternatieve openingen voor het toevoeren van lucht naar de buis. Het deksel 5 kan25. The reservoir 2 further comprises on a side opposite the bottom 24, an upper side or upper surface 23. As shown in Figs. 3a and 3b, the reservoir 2 is preferably arranged such that an upper side or upper surface 23 is flush. with the surrounding ground level 8 or above it. This minimizes the risk that water, for example from precipitation, would end up in the tube and continue to flow to the room to be ventilated. To further minimize this risk, an upper surface 23 of the reservoir is preferably at least partially sealable with a lid 5. The lid 5 can be substantially closed to minimize the inflow of water. In that case the reservoir will be provided with alternative openings for supplying air to the tube. The lid 5 can

BE2018/5036 gedeeltelijk open zijn om het binnenstromen van lucht mogelijk te maken. Het deksel kan daartoe bijvoorbeeld de vorm aannemen van een rooster of vergelijkbaar.BE2018 / 5036 partially open to allow air to enter. For this purpose, the lid can for instance take the form of a grid or similar.

Het reservoir 2 bevat een omtrekwand 25, die in hoofdzaak gesloten kan zijn of die ten minste gedeeltelijk open kan zijn, en bijvoorbeeld één of meer openingen kan bevatten voor het toevoeren van buitenlucht naar het reservoir en verder naar de buis. Eventueel in de omtrekwand 25 aanwezige openingen zijn bij voorkeur zodanig aangebracht dat ze bij gebruik van de verluchtingsinrichting zich op een positie boven het maaiveld bevinden.The reservoir 2 comprises a circumferential wall 25, which can be substantially closed or which can be at least partially open, and can for instance contain one or more openings for supplying outside air to the reservoir and further to the tube. Any openings present in the peripheral wall 25 are preferably arranged in such a way that when the ventilation device is used they are at a position above ground level.

Het reservoir bevat bij voorkeur ook een bodem 24, die voorzien is om bij montage van de verluchtingsinrichting van deze uitvinding onder het maaiveld te worden opgesteld. Het is echter ook mogelijk dat de bodem zich bovengronds bevindt, afhankelijke van de situatie waarin de verluchtingsinrichting gebruikt wordt.The reservoir preferably also comprises a bottom 24, which is provided for being positioned below ground level when mounting the ventilation device of this invention. However, it is also possible for the bottom to be above ground, depending on the situation in which the ventilation device is used.

De bodem 24 bevat ten minste één opening 20 voor het opnemen van het tweede uiteinde 42 van de buis 1. Het is echter ook mogelijk één of meer openingen 20 aan te brengen in de opstaande zijwand van het reservoir.The bottom 24 comprises at least one opening 20 for receiving the second end 42 of the tube 1. However, it is also possible to provide one or more openings 20 in the upright side wall of the reservoir.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is ten minste één opening 20 voor het verbinden van het reservoir met een buis aangebracht in de bodem van het reservoir, en zijn één of meer dergelijke openingen 20 voorzien in de opstaande zijwand. Dit biedt de mogelijkheid om één reservoir te verbinden met meerdere buizen, en op die wijze meerdere ruimten te verluchten via één reservoirIn an alternative embodiment, at least one opening 20 for connecting the reservoir to a tube is provided in the bottom of the reservoir, and one or more such openings 20 are provided in the upright side wall. This offers the possibility of connecting one reservoir with several tubes, and in this way ventilating several spaces via one reservoir

De verluchtingsinrichting van deze uitviding kan aldus uitgevoerd zijn voor het verluchten van één ruimte of van twee of meer ruimten.The ventilation device of this invention can thus be designed to ventilate one space or two or more spaces.

Om het risico tot instromen van neerslag en opstijgend of omringend water in de buis 1 tot een minimum te beperken is het tweede uiteinde van de ten minste één buis 12 in hoogterichting verschoven opgesteld ten opzichte van de bodem 24 van het reservoir in de richting van het bovenste vlak 23 van het reservoir. Dit maakt het mogelijk om, indien water zouIn order to minimize the risk of precipitation and rising or surrounding water flowing into the tube 1, the second end of the at least one tube 12 is arranged offset in height relative to the bottom 24 of the reservoir in the direction of the upper surface 23 of the reservoir. This makes it possible if water should

BE2018/5036 accumuleren in het reservoir, het risico beperkt kan worden dat het water in de buis 1 stroomt en vandaar naar de te verluchten ruimte. Meestal zal het voldoende zijn indien het uiteinde 12 van de buis zich enkele cm boven de bodem 24 bevindt, bijvoorbeeld 2 tot 4, 5, 6, 8 of 10 cm of iedere andere door de vakman geschikt geachte afstand rekening houdend met de omstandigheden waarin de verluchtingsinrichting gebruikt wordt.BE2018 / 5036 accumulate in the reservoir, the risk can be limited that the water flows into the tube 1 and from there to the space to be ventilated. It will usually be sufficient if the end 12 of the tube is a few cm above the bottom 24, for example 2 to 4, 5, 6, 8 or 10 cm or any other distance considered suitable by the skilled person taking into account the circumstances in which the ventilation device is used.

De ten minste één opening 20 kan zich op iedere willekeurige positie in de bodem 24 bevinden, en kan bijvoorbeeld in de nabijheid van de omtrekwand opgesteld zijn. Bij voorkeur echter is de ten minste één opening 20 in hoofdzaak centraal in de bodem 24 van het reservoir 2 aangebracht, om een uniforme mechanische sterkte te verschaffen. Indien meer dan één opening 20 voorzien is, kunnen deze willekeurig over de bodem verdeeld worden, maar bij voorkeur zijn de openingen 20 volgens een symmetrisch patroon opgesteld.The at least one opening 20 can be at any desired position in the bottom 24, and can for instance be arranged in the vicinity of the peripheral wall. Preferably, however, the at least one opening 20 is arranged substantially centrally in the bottom 24 of the reservoir 2, in order to provide a uniform mechanical strength. If more than one opening 20 is provided, these can be randomly distributed over the bottom, but the openings 20 are preferably arranged in a symmetrical pattern.

De bodem 24 van het reservoir 2 kan in hoofdzaak vlak zijn. Bij voorkeur echter helt de bodem 24 vanaf de ten minste één opening 20 in de richting van de omtrekwand 25 van het reservoir 2 zodat eventueel in het reservoir aanwezig water van de buis 1 wordt weggevoerd.The bottom 24 of the reservoir 2 can be substantially flat. Preferably, however, the bottom 24 is inclined from the at least one opening 20 in the direction of the peripheral wall 25 of the reservoir 2 so that any water present in the reservoir is drained away from the tube 1.

De bodem 24 van het reservoir 2 bevat verder bij voorkeur één of meer afvoeropeningen 26, 27 waarlangs water dat in het reservoir terecht komt, in de omgeving kan wegvloeien. Dit minimaliseert het risico op accumulatie van water in het reservoir. Indien gewenst kan waterafvoer vanuit het reservoir 2 verder bevorderd worden door één of meer afvoeropeningen 28 in de zijwand van het reservoir te voorzien Dergelijke openingen 28 worden bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de bodem geplaatst om optimale waterafvoer te verzekeren.The bottom 24 of the reservoir 2 further preferably comprises one or more discharge openings 26, 27 through which water which ends up in the reservoir can flow into the environment. This minimizes the risk of water accumulation in the reservoir. If desired, water discharge from the reservoir 2 can be further promoted by providing one or more discharge openings 28 in the side wall of the reservoir. Such openings 28 are preferably placed as close as possible to the bottom to ensure optimum water discharge.

In een werkwijze voor het monteren van een verluchtingsinrichting zoals hierboven beschreven wordt de verluchtingsinrichting bij voorkeur zodanig op een omringend 9 maaiveld geplaatst dat het bovenste vlak 23 van het reservoir 2 ten opzichte van het maaiveld uitsteekt of zich op eenIn a method for mounting an aeration device as described above, the aeration device is preferably placed on a surrounding ground level such that the upper surface 23 of the reservoir 2 protrudes relative to the ground level or on a ground surface.

BE2018/5036 nagenoeg zelfde niveau bevindt, zodat er een minimaal risico is dat uit de bodem opstijgend water of water dat op het maaiveld accumuleert in de buis 1 terecht komt. Het ten minste één eerste uiteinde van de buis 11 wordt verbonden met een wandopening 30 in een wand 31 van de te verluchten ruimte 3. Het ten minste één tweede uiteinde 12 van de buis wordt verbonden met een opening 20 in een wand van het reservoir 2, bijvoorbeeld de bodem 24 of de opstaande omtrekwand 25 van het reservoir, maar bij voorkeur de bodem 24. Daarbij is ten minste één van het bovenste vlak 23 en de omtrekwand 24 ten minste gedeeltelijk open voor het opvangen van buitenlucht in het reservoir 2. Daarbij is bij voorkeur eveneens het ten minste één tweede uiteinde van de buis 12 in hoogterichting verschoven ten opzichte van de bodem 24 van het reservoir in de richting van het bovenste vlak 23 van het reservoir, opgesteld.BE2018 / 5036 is virtually the same level, so that there is a minimal risk that water rising from the soil or water that accumulates at ground level will end up in the tube 1. The at least one first end of the tube 11 is connected to a wall opening 30 in a wall 31 of the space 3 to be ventilated. The at least one second end 12 of the tube is connected to an opening 20 in a wall of the reservoir 2. , for example the bottom 24 or the upright peripheral wall 25 of the reservoir, but preferably the bottom 24. Here, at least one of the upper surface 23 and the peripheral wall 24 is at least partially open for receiving outside air in the reservoir 2. Thereby the at least one second end of the tube 12 is also disposed in height direction with respect to the bottom 24 of the reservoir in the direction of the upper surface 23 of the reservoir.

Bij het opstellen van de verluchtingsinrichting zoals hierboven beschreven wordt ten minste een deel van het reservoir 2 in hoogterichting omringd door een goed water doorlatend materiaal, in het bijzonder zand, grind of kiezel. Echter ieder ander door de vakman geschikt geacht water doorlatend materiaal kan gebruikt worden om water afvoer vanaf de verluchtingsinrichting zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Concreet betekent dit dat ten minste een deel van de omtrekwand 25 van het reservoir in hoogterichting omringd wordt door een goed water doorlatend materiaal.When setting up the ventilation device as described above, at least a part of the reservoir 2 is surrounded in height direction by a material which is permeable to water, in particular sand, gravel or gravel. However, any other water-permeable material considered suitable by those skilled in the art can be used to ensure that water discharge from the ventilation device proceeds as optimally as possible. In concrete terms, this means that at least a part of the circumferential wall 25 of the reservoir is surrounded in height in the direction of a good water-permeable material.

Bij voorkeur wordt ook ten minste een deel van de buis dat zich niet in het reservoir bevindt, omringd door een goed water doorlatend materiaal, in het bijzonder zand, grind of kiezel.Preferably also at least a part of the tube that is not present in the reservoir is surrounded by a material that is permeable to water, in particular sand, gravel or pebble.

Zoals hierboven is toegelicht wordt de verluchtingsinrichting van deze uitvinding bij voorkeur gebruikt in samenwerking met een te verluchten ruimte 3 voorzien van ten minste één wand 31, waarbij de verluchtingsinrichting een reservoir 2 omvat en een met het reservoir verbindbare buis 1, waarbij de buis ten minste één eerste uiteinde 11 heeftAs explained above, the ventilating device of this invention is preferably used in conjunction with a space 3 to be ventilated provided with at least one wall 31, wherein the ventilating device comprises a reservoir 2 and a tube 1 connectable to the reservoir, the tube at least one first end 11

BE2018/5036 dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een wandopening in de wand van de te verluchten ruimte, waarbij de buis ten minste één tweede uiteinde 12 dat ten minste gedeeltelijk open is en voorzien is om verbonden te worden met een opening 20 in een wand van 5 het reservoir 2, waarbij het reservoir een bovenste vlak 23 bevat en een omtrekwand, waarbij ten minste één van het bovenste vlak en de omtrekwand ten minste gedeeltelijk open is voor het opvangen van buitenlucht in het reservoir, waarbij het reservoir verder een tegenover het bovenste vlak liggende bodem 24 heeft, en waarbij het ten minste één tweede uiteinde van de buis 12 in hoogterichting verschoven is ten opzichte van de bodem 24 van het reservoir in de richting van het bovenste vlak 23 van het reservoir. Daarbij zal de te verluchten ruimte meestal ten minste gedeeltelijk verzonken in een omringend maaiveld opgesteld zijn. In het kader van deze uitvinding is het echter ook mogelijk het reservoir te verbinden met één of meer buizen.BE2018 / 5036 which is at least partially open and is provided to be connected to a wall opening in the wall of the space to be ventilated, the tube comprising at least one second end 12 which is at least partially open and provided to be connected with an opening 20 in a wall of the reservoir 2, wherein the reservoir comprises an upper surface 23 and a peripheral wall, wherein at least one of the upper surface and the peripheral wall is at least partially open for receiving outside air in the reservoir, the reservoir further having a bottom 24 opposite the upper surface, and wherein the at least one second end of the tube 12 is offset in height relative to the bottom 24 of the reservoir toward the upper surface 23 of the reservoir . In addition, the space to be ventilated will usually be arranged at least partially submerged in a surrounding ground level. In the context of this invention, however, it is also possible to connect the reservoir to one or more tubes.

Claims

CONCLUSIONS.

A ventilating device for ventilating a space to be ventilated which is arranged at least partially submerged in a surrounding ground level, the ventilating device comprising a reservoir (2) and at least one tube (1) connectable to the reservoir, the at least one tube has at least one first end (11) that is at least partially open and is provided to be connected to a wall opening in a wall of the space to be vented, the at least one tube having at least one second end (12) which is at least partially open and provided to be connected to an opening (20) in a wall of the reservoir (2), the reservoir comprising an upper surface (23) and a peripheral wall, wherein at least one of the upper surface and the peripheral wall are at least partially open for receiving outside air in the reservoir, the reservoir further having a bottom (24) opposite the upper surface, and wherein the at least one second end of the tube (12) is offset in height relative to the bottom (24) of the reservoir in the direction of the upper surface (23) of the reservoir.

An aeration device according to claim 1, wherein one or more openings (28) are provided in the bottom (24) for connecting the reservoir (2) to the at least one second end (12) of the at least one tube ( 1).

An aeration device according to claim 1 or 2, wherein the one or more openings (20) in a wall of the reservoir are located substantially centrally in the bottom (24) of the reservoir (2).

An aeration device according to any one of the preceding claims, wherein the reservoir (2) has a peripheral wall (25) and one or more openings (28) are provided in the peripheral wall for connecting the reservoir (2) to the at least one second end (12) of the at least one tube (1).

BE2018 / 5036

An aeration device according to any one of the preceding claims, wherein one or more additional discharge openings (26, 27) are provided in the bottom (24) for draining water from the reservoir.

A ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein one or more additional discharge openings are provided in the peripheral wall of the reservoir, at a position corresponding to a position above ground level.

An aeration device according to any preceding claim, wherein the bottom (24) of the reservoir is inclined from the opening (20) in the wall of the reservoir for connection to the at least one tube (1), in the direction of the circumferential wall (25) of the reservoir (2).

An aeration device as claimed in any one of the preceding claims, wherein the reservoir (2) has substantially a shape selected from beam-shaped, cube-shaped, spherical, cylindrical with a substantially round or elliptical bottom and upper surface, an inverted cone or inverted truncated cone, the bottom of the cone is on the side of the reservoir facing ground level.

A ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein an upper surface (23) of the reservoir (2) is provided with a cover grid, which is at least partially open.

A ventilation device according to claim 9, wherein the cover grille is made of plastic or metal, or in a combination of plastic and metal.

An aeration device according to claim 9, wherein the cover grid is made in ABS or in a metal selected from the group of stainless steel, steel, aluminum, or in a combination of two or more of these materials.

A ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein the at least one tube (1) has a rounded section

BE2018 / 5036 preferably has a substantially elliptical cross-section, more preferably a substantially circular cross-section.

A ventilation device according to any one of the preceding claims, wherein the at least one tube (1) has the shape of a rounded bend.

An aeration device according to any one of claims 1 to 12, wherein the at least one tube is in the form of a T-piece, or a Y-piece and wherein an opening that is not connected to the wall or to the reservoir, is closed.

An aeration device according to any one of the preceding claims, wherein the at least one tube (1) is closed in a direction away from the ground level.

A ventilating device according to any one of the preceding claims, wherein a part of the wall (25) of the reservoir (2) is surrounded by a material that is permeable to water.

A ventilating device according to claim 16, wherein the well-permeable material is selected from pebble, gravel or sand or a mixture of two or more thereof.

An aeration device according to any one of the preceding claims, wherein the reservoir and the at least one tube are made of the same material or different materials, selected from the group of plastic and metal or a combination thereof.

A method for mounting an aeration device according to any one of the preceding claims, wherein the aeration device is placed on a ground level such that the upper surface of the reservoir (2) protrudes from the ground level or is at a substantially same level, the at least one first end of the at least one tube (11) being connected to a wall opening in a wall of the space to be ventilated, the at least one second end (12) being connected to an opening (20) in a wall of the reservoir

BE2018 / 5036 (2), wherein at least one of the upper surface and the peripheral wall is at least partially open for receiving outside air in the reservoir, and wherein the at least one second end of the tube (12) is displaced in height direction relative to the bottom (24) of the reservoir in the direction of the upper surface (23) of the reservoir.

A method as claimed in claim 19, wherein at least a part of the reservoir is surrounded in height direction by a material that is well-permeable, in particular sand, gravel or pebble.

A method according to claim 19 or 20, wherein at least a portion of the at least one tube that is not in the reservoir is surrounded by a water-permeable material, in particular sand, gravel or gravel.

An assembly of an aeration device as claimed in any one of claims 1 to 18 and a space to be aeration provided with at least one wall, the aeration device comprising a reservoir (2) and at least one tube (1) connectable to the reservoir, wherein the tube has at least one first end (11) that is at least partially open and is provided to be connected to a wall opening in the wall of the space to be ventilated, the tube having at least one second end (12) that is at least partially open and is provided to be connected to an opening (20) in a wall of the reservoir (2), the reservoir comprising an upper surface (23) and a peripheral wall, wherein at least one of the upper surface and the circumferential wall is at least partially open for receiving outside air in the reservoir, the reservoir further having a bottom (24) opposite the upper surface, and wherein the at least one second u The end of the tube (12) is displaced in height relative to the bottom (24) of the reservoir in the direction of the upper surface (23) of the reservoir.

An assembly as claimed in claim 22, wherein the space to be aired is at least partially submerged in a surrounding ground level.

₁₉ BE2018 / 5036

An assembly as claimed in claim 23, wherein the ground level is a surrounding part of the landscape, a roof of a building, a roof garden placed on a roof of a building, a platform that is raised relative to the environment, a platform that is raised relative to the environment. environment increased

5 placed platform at least partially provided with a garden.