BE1025695B1 - Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade Download PDFInfo
- Publication number
- BE1025695B1 BE1025695B1 BE2017/5823A BE201705823A BE1025695B1 BE 1025695 B1 BE1025695 B1 BE 1025695B1 BE 2017/5823 A BE2017/5823 A BE 2017/5823A BE 201705823 A BE201705823 A BE 201705823A BE 1025695 B1 BE1025695 B1 BE 1025695B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- air
- flow
- crops
- flow means
- orientation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G13/00—Protecting plants
- A01G13/08—Mechanical apparatus for circulating the air
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Toxicology (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
Abstract
Inrichting en werkwijze voor het beschermen van gewassen (3) tegen vorstschade, waarbij men boven de gewassen (3) een eerste luchtstroom (2) genereert vanuit een warme luchtlaag naar een bodemluchtlaag waarin zich genoemde gewassen (3) bevinden, waarbij de oriëntatie van deze luchtstroom (2) een inclinatie (α) vertoont die begrepen is tussen 1° en 25° ten opzichte van een horizontaal vlak. Volgens de uitvinding wordt een tweede luchtstroom (8) gegenereerd boven de gewassen (3) en onder genoemde eerste luchtstroom (2) met een oriëntatie die een kleinere inclinatie (ß) vertoont ten opzichte van het horizontaal vlak dan genoemde eerste luchtstroom (2), waarbij de oriëntaties van genoemde eerste en tweede luchtstroom (2,8) zodanig gekozen worden dat deze luchtstromen geleidelijk (2,8) samenvloeien.
Description
Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade
De uitvinding betreft een werkwijze voor het beschermen van gewassen, zoals landbouwgewassen en/of fruitteelten, tegen vorstschade, waarbij men boven de gewassen een eerste luchtstroom genereert vanuit een warme luchtlaag, die zich boven de gewassen uitstrekt, welke luchtstroom naar een bodemluchtlaag is gericht waarin zich genoemde gewassen bevinden, waarbij de warme luchtlaag lucht bevat met een hogere temperatuur dan deze van lucht uit de bodemlaag, waarbij de oriëntatie van deze luchtstroom een inclinatie vertoont die begrepen is tussen 1° en 25° ten opzichte van een horizontaal vlak.
Vorstschade bij gewassen ontstaat veelal door het optreden van nachtvorst wat zich meestal voordoet bij windstil weer. Hierbij wordt aan het aardoppervlak een koude stilstaande luchtlaag gevormd, waarbij warme lucht stijgt naar hogere luchtlagen. Een bekende techniek voor het vermijden van vorstschade bestaat erin om ventilatoren te plaatsen die warme lucht uit een hogere luchtlaag aanzuigen en verdelen over de gewassen. De luchtcirculatie die door dergelijke ventilatoren wordt gegenereerd bestrijkt echter slechts een vrij kleine oppervlakte zodat relatief veel ventilatoren dienen voorzien te worden voor het beschermen van een bepaald gebied tegen vorstschade. Dergelijke ventilatoren worden bijvoorbeeld geplaatst op een onderlinge afstand van 50 meter. Daarenboven geven deze ventilatoren soms onvoldoende resultaat bij zware nachtvorst, wanneer de koude luchtlaag, die aansluit op het aardoppervlak, een relatief grote hoogte vertoont.
De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen door een werkwijze en een inrichting voor te stellen die toelaten om een grotere efficiëntie te bereiken met ventilatoren voor het vermijden van vorstschade teneinde toe te laten een groter oppervlak te beschermen dan met de bestaande werkwijzen en technieken, waarbij het daarenboven mogelijk is om gewassen te beschermen bij zeer strenge nachtvorst.
Tot dit doel, wordt een tweede luchtstroom gegenereerd boven genoemde gewassen en onder de eerste luchtstroom met een oriëntatie die een kleinere inclinatie vertoont ten opzichte van het horizontaal vlak dan de eerste
2017/5823
BE2017/5823 luchtstroom. De oriëntaties van beide luchtstromen worden hierbij zodanig gekozen dat deze luchtstromen elkaar snijden en geleidelijk samenvloeien.
Doelmatig, strekken de oriëntaties van genoemde eerste en tweede luchtstromen zich nagenoeg in eenzelfde verticaal vlak uit of strekken deze zich bij benadering in eenzelfde verticaal vlak uit.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, wordt genoemde tweede luchtstroom volgens een nagenoeg horizontale oriëntatie gegenereerd.
Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de werkwijze, roteert men de oriëntaties van genoemde eerste en tweede luchtstroom gelijktijdig en gesynchroniseerd rond een verticale as.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, wordt de tweede luchtstroom verwarmd met behulp van een warmtebron.
Bij voorkeur, wordt aan genoemde eerste luchtstroom een oriëntatie opgelegd met een inclinatie die is begrepen tussen 1° en 15° ten opzichte van een horizontaal vlak, meer bepaald een inclinatie die is begrepen tussen 1° en 6°. Deze oriëntatie vertoont, in het bijzonder, een inclinatie van de grootteorde van 3° ten opzichte van een horizontaal vlak.
Op een bijzondere wijze, vergroot men, in de werkwijze, volgens de uitvinding, de verspreiding van warme lucht uit genoemde warme luchtlaag over genoemde gewassen door een venturi-effect te creëren met genoemde tweede luchtstroom teneinde stroming van deze warme lucht te versterken.
De inrichting, volgens de uitvinding, bevat eerste stroommiddelen om lucht aan te zuigen en een eerste luchtstroom te genereren met een naar omlaag gerichte oriëntatie die een inclinatie vertoont ten opzichte van een horizontaal vlak begrepen tussen 1° en 25°. De inrichting heeft als kenmerk dat deze eveneens tweede stroommiddelen bevat die toelaten om een tweede luchtstroom te genereren, waarbij deze tweede stroommiddelen zich onder genoemde eerste stroommiddelen bevinden en toelaten om een tweede luchtstroom te genereren met een oriëntatie die een kleinere inclinatie vertoont ten opzichte van het horizontaal vlak dan deze van
2017/5823
BE2017/5823 genoemde eerste luchtstroom zodanig dat genoemde eerste en tweede luchtstroom elkaar snijden en geleidelijk samenvloeien.
Bij voorkeur zijn genoemde eerste stroommiddelen en genoemde tweede stroommiddelen op een gemeenschappelijke nagenoeg verticale paal gemonteerd, waarbij de tweede stroommiddelen zijn voorzien tussen de eerste stroommiddelen en een voet van de paal welke aan de bodem verankerd kan worden.
Andere bijzonderheden en voordelen van uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van de inrichting en de werkwijze, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematische perspectiefvoorstelling van een aardoppervlak waarop gewassen zijn geplant en waar een inrichting, volgens de uitvinding, voor het voorkomen van vorstschade is geplaatst.
In deze figuur hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.
De uitvinding biedt een oplossing voor het beschermen van gewassen zoals bloesemende fruitbomen of andere landbouwgewassen tegen schade veroorzaakt door nachtvorst.
Het is algemeen bekend dat bij het optreden van nachtvorst een stilstaande luchtlaag met een lage temperatuur gevormd wordt bij het aardoppervlak rond de gewassen. Hoger liggende luchtlagen hebben dan dikwijls een hogere temperatuur die boven het vriespunt ligt. Maar door de afwezigheid van wind, worden deze luchtlagen niet gemengd en zorgt de koude luchtlaag die aansluit op het aardoppervlak voor vorstschade bij de aanwezige teelten.
In figuur 1 wordt een werkwijze en een inrichting voorgesteld welke toelaten om de vorstschade te verminderen of om deze volledig te voorkomen.
Zoals reeds bekend volgens de stand van de techniek, wordt door middel van stroommiddelen 1 een luchtstroom 2 gegenereerd die warme lucht vanuit een hoger gelegen warme luchtlaag naar een bodemluchtlaag doet stromen. De te beschermen gewassen 3 bevinden zich in deze bodemluchtlaag die aansluit op het
2017/5823
BE2017/5823 aardoppervlak 4. Genoemde warme luchtlaag strekt zich uit boven de gewassen 3 en heeft een temperatuur die boven het vriespunt ligt, terwijl genoemde bodemluchtlaag een temperatuur heeft die onder het vriespunt is wanneer zich nachtvorst manifesteert.
Genoemde eerste stroommiddelen 1 bevinden zich boven de gewassen 3 en worden, bij voorkeur, gevormd door een ventilator 5. In de in de figuur voorgestelde uitvoeringsvorm, bevat deze ventilator 5 een propeller met twee propellerbladen.
Aldus, wordt volgens de uitvinding een eerste luchtstroom 2 gegenereerd vanuit de warme luchtlaag naar de bodemluchtlaag toe, waarbij deze luchtstroom een oriëntatie, voorgesteld door pijl 6, vertoont met een inclinatie α die begrepen is tussen 1° en 25° ten opzichte van een horizontaal vlak.
De uitvinding is verder voorzien van tweede stroommiddelen 7 die toelaten om een tweede luchtstroom 8 te genereren boven genoemde gewassen 3 en onder genoemde eerste luchtstroom 2 met een oriëntatie, aangeduid door pijl 9, die een kleinere inclinatie ß vertoont ten opzichte van het horizontaal vlak dan deze van genoemde eerste luchtstroom 2. De oriëntaties van de eerste luchtstroom 2 en van de tweede luchtstroom 8 zijn zodanig gekozen dat deze luchtstromen 2 en 8 elkaar snijden en geleidelijk samenvloeien naargelang de afstand tot de stroommiddelen 1 en 7 toeneemt.
Eventueel wordt de tweede luchtstroom 8 volgens een nagenoeg horizontale oriëntatie gegenereerd, waarbij de inclinatiehoek ß uit figuur 1 gelijk is aan 0° of 0° benadert. Over het algemeen kan gesteld worden dat de inclinatiehoek α groter is dan de inclinatiehoek ß, zoals voorgesteld in figuur 1.
Deze tweede stroommiddelen 7 bevinden zich onder de eerste stroommiddelen 1 en boven de gewassen 3. Aldus strekken deze tweede stroommiddelen 7 zich mogelijk uit in genoemde bodemluchtlaag wanneer zich nachtvorst zou manifesteren.
De aanwezigheid van de tweede luchtstroom 8 zorgt ervoor dat een venturi-effect wordt gecreëerd, waarbij warme lucht vanuit de eerste luchtstroom 2 wordt aangezogen door de tweede luchtstroom 8. Dit zorgt ervoor dat het bereik van de luchtstroom 2 die wordt gegenereerd door de eerste stroommiddelen 1 wordt
2017/5823
BE2017/5823 vergroot zodat warme lucht over een grotere afstand tussen de gewassen 3 wordt verspreid. De inrichting, volgens de uitvinding, laat aldus toe dat warme lucht afkomstig van genoemde eerste luchtstroom 2 over een afstand van ongeveer 150 m tussen de gewassen 3 wordt verspreid.
Doordat deze tweede luchtstroom 8 een versterkend effect heeft op de eerste luchtstroom 2, is het mogelijk om deze eerste luchtstroom 2 te genereren met een oriëntatie 6 die een relatief kleine inclinatie α vertoont ten opzichte van een horizontaal vlak.
Deze inclinatie α is aldus bij voorkeur begrepen tussen 1° en 15°, ligt bijvoorbeeld tussen 1° en 10°. Meestal is deze inclinatie α tussen 1° en 6° en is deze, in het bijzonder, van de grootteorde van 3°.
De oriëntaties van beide luchtstromen 2 en 8, zoals aangegeven door de door de pijlen 6 en 9, strekken zich bij voorkeur nagenoeg in eenzelfde verticaal vlak uit. Aldus, strekken de oriëntaties van genoemde eerste en tweede luchtstromen 2 en 8 zich uit volgens snijdende rechten.
In het algemeen betreft de uitvinding dus een werkwijze en een inrichting waarbij, naast de eerste luchtstroom 2, een tweede luchtstroom 8 wordt gegenereerd boven de gewassen 3 die ervoor zorgt dat een venturi-effect ontstaat dat, enerzijds, lucht uit genoemde hoger gelegen eerste luchtstroom 2 aanzuigt en, anderzijds, koude lucht uit de bodemlaag aanzuigt en deze bodemlaag in beweging brengt. Op deze manier zorgt de tweede luchtstroom 8 er bijgevolg voor dat koude lucht uit de bodemlaag wordt gemengd met warmere lucht uit de eerste luchtstroom 2 en met eventueel verwarmde lucht uit de tweede luchtstroom 8. Deze gemengde lucht verspreidt zich tussen de gewassen zodat de temperatuur van de lucht in de bodemlaag stijgt en zodat vorstschade aan de gewassen 3 wordt vermeden.
Teneinde een zo groot mogelijk oppervlak te bestrijken met warme lucht afkomstig uit genoemde warme luchtlaag, laat men de oriëntaties van genoemde eerste en tweede luchtstroom 2 en 8 roteren rond een verticale as. Dit gebeurt bij voorkeur gelijktijdig en gesynchroniseerd, waarbij genoemde eerste en tweede stroommiddelen 1 en 7 gelijktijdig over een hoek van 360° volgens een horizontaal vlak roteren.
2017/5823
BE2017/5823
Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de uitvinding, wordt minstens genoemde tweede luchtstroom 8 verwarmd met behulp van een warmtebron. Hiertoe bevatten genoemde tweede stroommiddelen 7 bijvoorbeeld een brander die toelaat om een vloeibare of gasvormige brandstof tot ontbranding te brengen teneinde de tweede luchtstroom 8 te verwarmen.
De tweede stroommiddelen 7 bevatten minstens een ventilator en worden bijvoorbeeld gevormd door een axiale ventilator 10.
Wanneer deze stroommiddelen 7 een verwarmingselement onder vorm van een brander bevatten, zoals hoger reeds beschreven, vormen deze bijvoorbeeld een heteluchtkanon of een warmtekanon 10 waar gasvormige of vloeibare brandstof afkomstig uit een vat 11 wordt verbrand teneinde warmte te genereren die wordt afgegeven aan de tweede luchtstroom 8.
Het verwarmingselement kan eventueel ook gevormd worden door een elektrische weerstand.
Het verwarmen van de lucht in de tweede luchtstroom 8 biedt bijkomend als voordeel dat de luchtvochtigheid wordt verlaagd zodat de ontwikkeling van schimmels op de gewassen wordt afgeremd. Daarenboven zorgt dit ervoor dat de kwaliteit van stuifmeel van de gewassen wordt behouden en dat deze kwaliteit niet verminderd door een teveel aan vocht.
De eerste stroommiddelen 1 en de tweede stroommiddelen 7 zijn roteerbaar zijn gemonteerd rond een verticale as 12. Hierbij zijn, niet in de figuur voorgestelde, aandrijfmiddelen voorzien die toelaten om de stroommiddelen 1 en 7 gelijktijdig en synchroon rond deze as te roteren.
De stroommiddelen 1 en 7 zijn hiertoe, bijvoorbeeld, gemonteerd op een gemeenschappelijke verticale paal 13 die aan de bodem 4 is verankerd en waarvan de as samenvalt met genoemde verticale as 12. De tweede stroommiddelen 7 zijn hierbij voorzien tussen de eerste stroommiddelen 1 en het aardoppervlak 4 of de voet van de paal 13. Meer bepaald, zijn de tweede stroommiddelen 7 gepositioneerd tussen de eerste stroommiddelen 1 en de bovenzijde van de gewassen 3.
Aldus kan in een uitvoeringsvorm van de inrichting, volgens de uitvinding, de paal 13 zelf, tezamen met de stroommiddelen 1 en 7, een rotatie rond
2017/5823
BE2017/5823 de as 12 ondergaan, terwijl, in een andere uitvoeringsvorm, elk van de stroommiddelen 1 en 7 bij de rotatie ervan rond de paal 13 draait.
Doordat de stroommiddelen 1 en 7 aan een synchrone rotatie rond de as 12 kunnen worden onderworpen, is het mogelijk om gewassen 3 in een gebied over 360° rondom de paal 13 te bestrijken met een warme luchtstroom en aldus te beschermen tegen nachtvorst. Mede door het versterkend effect van de tweede luchtstroom 8 op de eerste luchtstroom 1, is het dus mogelijk om met een enkele inrichting een veel groter gebied te bestrijken dan dit het geval is bij systemen volgens de stand van de techniek, en dit op een goedkopere manier.
In een concrete uitvoeringsvorm van de uitvinding, heeft de paal 13 een hoogte van 10 à 11 meter en is de ventilator 5 die genoemde eerste stroommiddelen 1 vormt aan het bovenste uiteinde van de paal 13 bevestigd. Hierbij heeft de propeller van de ventilator 5 bijvoorbeeld een totale lengte van 6 meter zodat deze een cirkel met een diameter van 6 meter kan bestrijken. De totale hoogte van de inrichting, volgens deze concrete uitvoeringsvorm van de inrichting, is dan van de grootteorde van 13 à 14 meter.
De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven en in de bijgaande figuur voorgestelde uitvoeringsvormen van de werkwijze en de inrichting voor het beschermen van gewassen tegen nachtvorst. Zo kan er bijvoorbeeld niet alleen bij de tweede stroommiddelen 7 een verwarmingselement voorzien worden, maar kan daarnaast eventueel ook een verwarmingselement samenwerken met de eerste stroommiddelen 1.
Verder kunnen de stroommiddelen 1 en 7 op een mobiele installatie geplaatst zijn of kunnen deze voorzien zijn op een paal die permanent is verankerd in het aardoppervlak.
De stroommiddelen 1 en 7 kunnen uiteraard samenwerken met temperatuurmeetinstrumenten die toelaten om de luchttemperatuur aan het aardoppervlak 4, de temperatuur tussen de gewassen, ter hoogte van de eerste stroommiddelen 1 en/of de tweede stroommiddelen 7 te meten. De stroommiddelen 1 en 7 kunnen dan bijvoorbeeld in werking treden wanneer de gemeten temperaturen hiertoe aanleiding geven.
Claims (18)
- Conclusies1. Werkwijze voor het beschermen van gewassen (3) zoals landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade, waarbij men boven de gewassen (3) een eerste luchtstroom (2) genereert vanuit een warme luchtlaag, die zich boven de gewassen (3) uitstrekt, naar een bodemluchtlaag waarin zich genoemde gewassen (3) bevinden, waarbij de warme luchtlaag lucht bevat met een hogere temperatuur dan deze van lucht uit de bodemlaag, waarbij de oriëntatie van deze luchtstroom (2) een inclinatie (a) vertoont die begrepen is tussen 1° en 25° ten opzichte van een horizontaal vlak, daardoor gekenmerkt dat een tweede luchtstroom (8) wordt gegenereerd boven genoemde gewassen (3) en onder genoemde eerste luchtstroom (2) met een oriëntatie die een kleinere inclinatie (ß) vertoont ten opzichte van het horizontaal vlak dan genoemde eerste luchtstroom (2), waarbij de oriëntaties van genoemde eerste en tweede luchtstroom (2,8) zodanig gekozen worden dat deze luchtstromen geleidelijk (2,8) samenvloeien, waarbij genoemde tweede luchtstroom (8) wordt verwarmd met behulp van een warmtebron.
- 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de oriëntaties (6,9) van genoemde eerste en tweede luchtstromen (2,8) zich nagenoeg in eenzelfde verticaal vlak uitstrekken.
- 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de oriëntaties (6,9) van genoemde eerste en tweede luchtstromen (2,8) zich uitstrekken volgens snijdende rechten.
- 4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij genoemde tweede luchtstroom (8) volgens een nagenoeg horizontale oriëntatie wordt gegenereerd.
- 5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 4, waarbij men de oriëntaties (6,9) van genoemde eerste en tweede luchtstroom gelijktijdig en gesynchroniseerd roteert ten opzichte van een verticale as (12).
- 6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij aan genoemde eerste luchtstroom (2) een oriëntatie (6) wordt opgelegd met een inclinatie (a) begrepen tussen 1° en 15° ten opzichte van een horizontaal vlak.BE2017/5823
- 7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij aan genoemde eerste luchtstroom (2) een oriëntatie (6) wordt opgelegd met een inclinatie (α) begrepen tussen 1° en 10° ten opzichte van een horizontaal vlak.
- 8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij aan genoemde eerste luchtstroom (2) een oriëntatie (6) wordt opgelegd met een inclinatie (α) begrepen tussen 1° en 6°, in het bijzonder van de grootteorde van 3°, ten opzichte van een horizontaal vlak.
- 9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 8, waarbij men verspreiding van warme lucht over genoemde gewassen (3) uit genoemde warme luchtlaag vergroot door een venturi-effect te creëren met genoemde tweede luchtstroom (8) teneinde stroming van deze warme lucht te versterken.
- 10. Inrichting voor het beschermen van gewassen (3) zoals landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade, waarbij deze eerste stroommiddelen (1) bevat om lucht aan te zuigen en een eerste luchtstroom (2) te genereren met een naar omlaag gerichte oriëntatie (6) die een inclinatie (α) vertoont ten opzichte van een horizontaal vlak begrepen tussen 1° en 25°, daardoor gekenmerkt dat deze inrichting tweede stroommiddelen (7) bevat die toelaten om een tweede luchtstroom (8) te genereren, waarbij deze tweede stroommiddelen (7) zich onder genoemde eerste stroommiddelen (1) bevinden en toelaten om een tweede luchtstroom (8) te genereren met een oriëntatie (9) die een kleinere inclinatie (ß) vertoont ten opzichte van het horizontaal vlak dan deze van genoemde eerste luchtstroom (2) zodanig dat genoemde eerste en tweede luchtstroom (2,8) elkaar snijden en geleidelijk samenvloeien, waarbij genoemde tweede stroommiddelen (1,7) samen werken met een verwarmingselement teneinde door de stroommiddelen (1,7) aangevoerde lucht te verwarmen en aldus een verwarmde luchtstroom te genereren.
- 11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de oriëntaties (6,9) van genoemde eerste en tweede luchtstromen (2,8) zich nagenoeg in eenzelfde verticaal vlak uitstrekken.
- 12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij genoemde eerste stroommiddelen (1) minstens een ventilator (5) bevatten.
- 13. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 12, waarbij genoemde tweede stroommiddelen (7) minstens een ventilator bevatten.BE2017/5823
- 14. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 13, waarbij genoemde eerste en/of tweede stroommiddelen (1,7) samenwerken met een verwarmingselement teneinde door de stroommiddelen (1,7) aangevoerde lucht te verwarmen en aldus een verwarmde luchtstroom te genereren.
- 15. Inrichting volgen een van de conclusies 10 tot 14, waarbij genoemde eerste stroommiddelen (1) en genoemde tweede stroommiddelen (7) roteerbaar zijn gemonteerd rond een verticale as (12), waarbij aandrijfmiddelen voorzien zijn om de stroommiddelen (1,7) gelijktijdig en synchroon rond deze as (12) te verplaatsten.
- 16. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 15, waarbij genoemde eerste stroommiddelen (1) en genoemde tweede stroommiddelen (7) op een gemeenschappelijke nagenoeg verticale paal (13) zijn gemonteerd, waarbij genoemde tweede stroommiddelen (7) voorzien zijn tussen genoemde eerste stroommiddelen (1) en een voet van de paal (13) welke aan de bodem (4) verankerd kan worden.
- 17. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 16, waarbij genoemde tweede stroommiddelen (7) toelaten om een luchtstroom te genereren met een nagenoeg horizontale oriëntatie.
- 18. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 17 waarbij genoemde eerste stroommiddelen (1) en genoemde tweede stroommiddelen (7) toelaten om een eerste luchtstroom (2) en, respectievelijk, een tweede luchtstroom (8) te genereren waarvan de oriëntaties (6,9) elkaar snijden.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20175823A BE1025695B9 (nl) | 2017-11-13 | 2017-11-13 | Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20175823A BE1025695B9 (nl) | 2017-11-13 | 2017-11-13 | Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade |
Publications (4)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1025695A1 BE1025695A1 (nl) | 2019-06-06 |
BE1025695B1 true BE1025695B1 (nl) | 2019-06-11 |
BE1025695A9 BE1025695A9 (nl) | 2019-06-26 |
BE1025695B9 BE1025695B9 (nl) | 2019-07-01 |
Family
ID=60627344
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20175823A BE1025695B9 (nl) | 2017-11-13 | 2017-11-13 | Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1025695B9 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2846816A (en) * | 1954-10-01 | 1958-08-12 | Ralph P Maloof | Air handling and heating apparatus |
US5305548A (en) * | 1992-11-12 | 1994-04-26 | Siebol James R | Orchard heat exchanger |
US20150024674A1 (en) * | 2013-07-18 | 2015-01-22 | Michael McGregor | Agricultural frost protection using induction fans |
CN105475058A (zh) * | 2015-11-28 | 2016-04-13 | 江苏吟春碧芽股份有限公司 | 植物辅助防霜冻装置 |
-
2017
- 2017-11-13 BE BE20175823A patent/BE1025695B9/nl active IP Right Grant
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2846816A (en) * | 1954-10-01 | 1958-08-12 | Ralph P Maloof | Air handling and heating apparatus |
US5305548A (en) * | 1992-11-12 | 1994-04-26 | Siebol James R | Orchard heat exchanger |
US20150024674A1 (en) * | 2013-07-18 | 2015-01-22 | Michael McGregor | Agricultural frost protection using induction fans |
CN105475058A (zh) * | 2015-11-28 | 2016-04-13 | 江苏吟春碧芽股份有限公司 | 植物辅助防霜冻装置 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1025695B9 (nl) | 2019-07-01 |
BE1025695A9 (nl) | 2019-06-26 |
BE1025695A1 (nl) | 2019-06-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10368496B2 (en) | Systems and methods for pruning plants | |
US3788542A (en) | Environmental control method and apparatus | |
US4039144A (en) | Environmental control method and apparatus | |
US20150024674A1 (en) | Agricultural frost protection using induction fans | |
BE1025695B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het beschermen van landbouwgewassen en/of fruitteelten tegen vorstschade | |
NZ203159A (en) | Fog generator: multi-nozzle spray downstream of air outlet | |
US1905502A (en) | Frost control machine | |
JPWO2019171777A1 (ja) | プラント監視システムのシミュレーション装置 | |
US2041969A (en) | Temperature modifier for protecting growing crops | |
US3561157A (en) | Frost prevention method and apparatus | |
Small | The use of wind machines and helicopter flights for frost protection | |
Evans | Frost protection in orchards and vineyards | |
US10143146B2 (en) | Heat distribution apparatus and method | |
Qiao et al. | Effects of airflow disturbance from a multi-rotor unmanned aerial vehicle on fruit tree frost protection | |
EP3653044A1 (en) | Environment-controlled multi span structured greenhouse | |
JP6675105B2 (ja) | 農業用ハウス | |
US20200037512A1 (en) | Environment-controlled multi-span structured greenhouses | |
JP2684324B2 (ja) | 凍霜害防除方法とその装置 | |
Jafari Hombari et al. | Evaluation of the Relationship between Blocking Patterns and Duration of Spring Frost Waves: The Case of Iran | |
TWI782365B (zh) | 防止種植作物結霜之方法 | |
US20050194121A1 (en) | Device for the creation of containment barriers for cold air in atmospheric conditions corresponding to radiation frosts | |
TWI663909B (zh) | 農業用屋舍 | |
KR102585089B1 (ko) | 노지 과수원용 온풍 공급 장치 | |
Le Cap | Numerical simulations and field measurements of frost events in a vineyard equipped with wind machines: application to the Quincy vineyard | |
WO2000033638A1 (en) | Artificially prepared surface for inducing rainfall |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20190611 |