BE1025690B1 - Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components - Google Patents

Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components Download PDF

Info

Publication number
BE1025690B1
BE1025690B1 BE2017/5802A BE201705802A BE1025690B1 BE 1025690 B1 BE1025690 B1 BE 1025690B1 BE 2017/5802 A BE2017/5802 A BE 2017/5802A BE 201705802 A BE201705802 A BE 201705802A BE 1025690 B1 BE1025690 B1 BE 1025690B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
waste
zone
stream
nox
concentration
Prior art date
Application number
BE2017/5802A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1025690A1 (en
Inventor
Marcel Gerardus Edmond Goemans
Wojciech Krzysztof Liksza
Original Assignee
Europem Technologies Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Europem Technologies Nv filed Critical Europem Technologies Nv
Priority to BE2017/5802A priority Critical patent/BE1025690B1/en
Publication of BE1025690A1 publication Critical patent/BE1025690A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1025690B1 publication Critical patent/BE1025690B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G5/00Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor
    • F23G5/006General arrangement of incineration plant, e.g. flow sheets
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G7/00Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals
    • F23G7/06Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals of waste gases or noxious gases, e.g. exhaust gases
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G2202/00Combustion
    • F23G2202/10Combustion in two or more stages
    • F23G2202/105Combustion in two or more stages with waste supply in stages
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G2207/00Control
    • F23G2207/10Arrangement of sensing devices
    • F23G2207/105Arrangement of sensing devices for NOx

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Treating Waste Gases (AREA)

Abstract

Een werkwijze voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat, de werkwijze omvattende de stappen: het verschaffen van een eerste stroom van afval en een tweede stroom van afval; het in een branderzone invoeren van de eerste stroom van afval; het oxideren van de eerste stroom van afval bij een eerste temperatuurbereik in de branderzone zodat NOx wordt gevormd; het in een verbrandingszone invoeren van net NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval; en het mengen van het NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone bij een tweede temperatuurbereik zodanig dat NOx- concentratie in de verbrandingszone wordt verlaagd.A method of incinerating waste comprising nitrogen-bound components, the method comprising the steps of: providing a first stream of waste and a second stream of waste; introducing the first stream of waste into a burner zone; oxidizing the first stream of waste at a first temperature range in the burner zone to form NO x; introducing oxidised waste containing NOx and the second stream of waste into a combustion zone; and mixing the NOx-containing oxidized waste and the second stream of waste in the combustion zone at a second temperature range such that NOx concentration in the combustion zone is lowered.

Description

EUROPEM TECHNOLOGIES NV, Duwijckstraat 17, 2500 LIER België;EUROPEM TECHNOLOGIES NV, Duwijckstraat 17, 2500 LIER Belgium;

vertegenwoordigd doorrepresented by

D'HALLEWEYN Nele Veerle Trees Gertrudis, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;D'HALLEWEYN Nele Veerle Trees Gertrudis, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERP;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Werkwijze en systeem voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat.a Belgian invention patent with a duration of 20 years granted, subject to payment of the annual fees as referred to in Article XI.48, § 1 of the Economic Law Code, for: Method and system for the incineration of waste containing nitrogen-bound components.

UITVINDER(S):INVENTOR (S):

GOEMANS Marcel Gerardus Edmond, Kortrijksestraat 361, 3010 , KESSEL-LO;GOEMANS Marcel Gerardus Edmond, Kortrijksestraat 361, 3010, KESSEL-LO;

LIKSZA Wojciech Krzysztof, Patrijsweg 9, 2500, LIER;LIKSZA Wojciech Krzysztof, Patrijsweg 9, 2500, LIER;

VOORRANG :PRIORITY :

AFSPLITSING :DIVISION:

Afgesplitst van basisaanvraag :Split from basic application:

Indieningsdatum van de basisaanvraag :Submission date of the basic application:

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).Article 2. - This patent is granted without prior research into the patentability of the invention, without guarantee of the merit of the invention or of the accuracy of its description and at the risk of the applicant (s).

Brussel, 11/06/2019,Brussels, 11/06/2019,

Bij bijzondere machtiging:With special authorization:

BE2017/5802BE2017 / 5802

Werkwijze en systeem voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvatMethod and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components

VAKGEBIED VAN DE UITVINDINGFIELD OF THE INVENTION

Het vakgebied van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en systeem voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat.The field of the invention relates to a method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components.

ACHTERGRONDBACKGROUND

Oplossingen uit de stand der techniek voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat zoals ammoniak hebben typisch betrekking op het verbranden van afval in een brander die in een verbrandingskamer geplaatst is. Gedurende dit proces worden hoge hoeveelheden van potentieel vervuilende stikstofoxides (NOx) gevormd. Om het gevormde NOx te reduceren ofte elimineren, maken oplossingen uit de stand der techniek gebruik van ofwel selectieve niet-katalytische reductie (SNCR) of selectieve katalytische reductie (SCR). In het geval van SNCR, worden de gevormde NOx-niveaus gereduceerd door het injecteren van ammoniak of ureum in de rookgassen in de verbrandingskamer, waarbij de rookgassen een temperatuur van ongeveer 900 tot 1100 °C hebben. In het geval van SCR, worden de gevormde NOx-niveaus gereduceerd door het injecteren, in toevoeging op mogelijk ammoniak of ureum, van een katalysator in de rookgassen, waarbij de rookgassen een temperatuur van ongeveer 200 tot 450 °C hebben.Prior art solutions for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components such as ammonia typically relate to the incineration of waste in a burner placed in a combustion chamber. High amounts of potentially contaminating nitrogen oxides (NOx) are formed during this process. To reduce or eliminate the NOx formed, prior art solutions use either selective non-catalytic reduction (SNCR) or selective catalytic reduction (SCR). In the case of SNCR, the NOx levels formed are reduced by injecting ammonia or urea into the flue gases in the combustion chamber, the flue gases having a temperature of about 900 to 1100 ° C. In the case of SCR, the NOx levels formed are reduced by injecting, in addition to possible ammonia or urea, a catalyst into the flue gases, the flue gases having a temperature of about 200 to 450 ° C.

Deze oplossingen uit de stand der techniek worden beschouwd als zijnde traditionele end-of-pipe oplossingen welke het verbruik van een reagens, zoals ammoniak of ureum, he t gebruik van bijkomende uitrusting voor het injecteren van het reagens, en hoog stroomverbruik vereisen.These prior art solutions are considered to be traditional end-of-pipe solutions that require the consumption of a reagent such as ammonia or urea, the use of additional equipment for injecting the reagent, and high power consumption.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Het doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding is om de verbranding van stikstofgebonden bestanddelen bevattend afval te verbeteren zodanig dat lagere niveaus van NOx worden bereikt op een meer efficiënte manier. Meer in het bijzonder is het een doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding om een hogere energie-efficiëntie te bekomen door het reduceren van reagens en/of katalysatorinj ectie.The purpose of embodiments of the invention is to improve the incineration of waste containing nitrogen-bound components such that lower levels of NOx are achieved in a more efficient manner. More specifically, it is an object of embodiments of the invention to achieve higher energy efficiency by reducing reagent and / or catalyst injection.

Volgens een eerste aspect wordt een werkwijze verschaft voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat, de werkwijze omvat de stappen:According to a first aspect, a method is provided for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components, the method comprising the steps of:

- het verschaffen van een eerste stroom van afval en een tweede stroom van afval;- providing a first stream of waste and a second stream of waste;

- het in een branderzone invoeren van de eerste stroom van afval;- introducing the first stream of waste into a burner zone;

BE2017/5802 · het oxideren van de eerste stroom van afval bij een eerste temperatuurbereik in de branderzone zodat NOx wordt gevormd;BE2017 / 5802 · oxidizing the first stream of waste at a first temperature range in the burner zone to form NOx;

· het in een verbrandingszone invoeren van liet NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval; en· Entering the NOx-containing oxidised waste and the second stream of waste into a combustion zone; and

- het mengen van liet NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone bij een tweede temperatuurbereik zodanig dal NOx-concentratie in de verbrandingszone wordt verlaagd. Het is duidelijk voor de vakman dat om NOx te genereren door middel van het oxideren van de eerste stroom van afval, deze eerste stroom van afval stikstofgebonden bestanddelen omvat zodanig dat de eerste stroom van afval een potentieel heeft om NOx te vormen. De tweede stroom van afval omvat bij voorkeur stikstofgebonden bestanddelen zodanig dat de tweede stroom van afval ammoniak bevat en/of potentieel heeft om ammoniak te vormen.- mixing the NOx-containing oxidized waste and the second stream of waste in the incineration zone at a second temperature range such that NOx concentration in the incineration zone is lowered. It is apparent to those skilled in the art that to generate NOx by oxidizing the first stream of waste, this first stream of waste comprises nitrogen-bound components such that the first stream of waste has a potential to form NOx. The second waste stream preferably comprises nitrogen-bound components such that the second waste stream contains ammonia and / or has potential to form ammonia.

Uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn onder andere gebaseerd op het inventieve inzicht dat door liet verschaffen van twee afvalstromen, een eerste stroom niet potentieel om NOx te vormen die initieel wordt verbrand bij een eerste temperatuurbereik, en een tweede afvalstroom die ammoniak omvat en/of potentieel heeft om ammoniak te vormen die slechts wordt toegevoegd nadat de eerste afvalstroom initieel is verbrand en geoxideerd, waarbij de tweede afvalstroom wordt gebruikt om NOx te reduceren en/of te elimineren dat is gevormd door het verbranden van de eerste afvalstroom. Met andere woorden, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding worden afvalstromen, meer bepaald stikstofgebonden bestanddelen in de afvalstromen, gebruikt om een deNOx-reactie te bevorderen. Ammoniak (NH3) dat aanwezig is in de tweede afvalstroom zal reageren met het eerder gevormde NOx in de geoxideerde eerste afvalstroom bij een tweede temperatuurbereik om stikstofgas (N2) en water (H2O) te vormen. Op deze manier wordt minder energie verbruikt in vergelijking met oplossingen uit de stand der techniek aangezien er geen of minder deNOx-agens wordt gebruikt en aangezien brandstofverbruik, en daarbij de uitstoot van koolstofdioxide, wordt verlaagd.Embodiments of the method according to the invention are based, inter alia, on the inventive insight that by providing two waste streams, a first stream of non-potential to form NOx initially burned at a first temperature range, and a second waste stream comprising ammonia and / or has potential to form ammonia that is added only after the first waste stream has been initially burned and oxidized, the second waste stream being used to reduce and / or eliminate NOx formed by burning the first waste stream. In other words, according to embodiments of the invention, waste streams, in particular nitrogen-bound components in the waste streams, are used to promote a deNOx reaction. Ammonia (NH3) present in the second waste stream will react with the previously formed NOx in the oxidized first waste stream at a second temperature range to form nitrogen gas (N2) and water (H2O). In this way less energy is used in comparison with prior art solutions since no or fewer deNOx agents are used and since fuel consumption, and thereby the emission of carbon dioxide, is reduced.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 'werkwijze de stappen:In a preferred embodiment, the method comprises the steps of:

- het in een conditioneringszone invoeren van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval; en- introducing the mixture of oxidized waste and the second stream of waste into a conditioning zone; and

- het koelen van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval in de conditioneringzone bij een derde temperatuurbereik.- cooling the mixture of oxidized waste and the second stream of waste in the conditioning zone at a third temperature range.

Op deze manier kunnen rookgassen uit het mengsel van geoxideerd afval en de tweede afvalstroom worden voorbereid om uitgestoten te worden op een efficiënte manier. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het koelen uitgevoerd door middel van een injectie van koellucht.In this way, flue gases from the mixture of oxidized waste and the second waste stream can be prepared for ejection in an efficient manner. In a preferred embodiment, cooling is carried out by means of an injection of cooling air.

BE2017/5802BE2017 / 5802

De koellucht kan bij voorbeeld worden aan gevoerd door middel van elektro -pneumatische luchtdempers. In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt het koelen uitgevoerd door middel van het onttrekken van warmte door middel van wmmte-uitwdsselingsoppervlakken in de conditioneringszone, bijvoorbeeld door boilerspoel(en) en/of membraanwand(en). In nog een alternatieve uitvoeringsvorm wordt het koelen uitgevoerd door middel van injectie van water, of laag calorische effluenten of eender welk koelgas.The cooling air can, for example, be supplied by means of electro-pneumatic air dampers. In an alternative embodiment, cooling is carried out by extracting heat by means of heat-exchanging surfaces in the conditioning zone, for example by boiler coil (s) and / or membrane wall (s). In yet another alternative embodiment, cooling is carried out by means of injection of water, or low calorific effluents or any cooling gas.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen:In a preferred embodiment, the method comprises the steps of:

- het in een katalysatorzone invoeren van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval; en- introducing the mixture of oxidized waste and the second waste stream into a catalyst zone; and

- het in de katalysatorzone invoeren van een katalysator bij een vierde temperatuurbereik zodanig datNOx-concentratie in de katalysatorzone wordt verlaagd.- introducing a catalyst into the catalyst zone at a fourth temperature range such that NO x concentration in the catalyst zone is lowered.

Op deze manier reageer! resterend NOx in de rookgassen van het mengsel, indien er nog resterend NOx is, met de katalysator, bijvoorbeeld ammoniak, om stikstofgas en water te vormen.Respond in this way! residual NOx in the flue gases of the mixture, if there is any remaining NOx, with the catalyst, for example ammonia, to form nitrogen gas and water.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste temperatuurbereik tussen 850 en 2000 °C, bij voorkeur tussen 1000 en 1500 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C.In a preferred embodiment, the first temperature range is between 850 and 2000 ° C, preferably between 1000 and 1500 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C.

Op deze manier is de oxidatiereactie van stikstof gebonden bestanddelen, zoals ammoniak, het meest efficiënt. Bovendien maakt dit eerste temperatuurbereik mogelijk dat geurende componenten in het afval in hoofdzaak volledige worden geëlimineerd of vernietigd.In this way, the oxidation reaction of nitrogen-bound components, such as ammonia, is the most efficient. In addition, this first temperature range allows fragrant components in the waste to be substantially completely eliminated or destroyed.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede temperatuurbereik tussen 800 en 1000 °C, bij voorkeur' tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur' tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur tussen 900 en 935 °C.In a preferred embodiment, the second temperature range is between 800 and 1000 ° C, preferably "between 850 and 950 ° C, more preferably" between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C.

Op deze manier wordt een geschikte omgeving verschaft om een stabiele en effectieve reactie van stikstofoxide en/of stikstofdioxide met ammoniak tot water en stikstofgas te bevorderen.In this way a suitable environment is provided to promote a stable and effective reaction of nitrogen oxide and / or nitrogen dioxide with ammonia to water and nitrogen gas.

In een voorkeursuitvoerin^vorm is het derde temperatuurbereik tussen 350 en 950 °C, bij voorkeur tussen 400 en 935 °C, meer bij voorkeur tussen 450 en 850 °C.In a preferred embodiment, the third temperature range is between 350 and 950 ° C, preferably between 400 and 935 ° C, more preferably between 450 and 850 ° C.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het vierde temperatuurbereik tussen 150 en 650 °C, bij voorkeur tussen 200 en 500 °C, meer bij voorkeur tussen 230 en 450 °C, en meest bij voorkeur tussen 320 en 380 °C.In a preferred embodiment, the fourth temperature range is between 150 and 650 ° C, preferably between 200 and 500 ° C, more preferably between 230 and 450 ° C, and most preferably between 320 and 380 ° C.

BE2017/5802BE2017 / 5802

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het in de branderzone invoeren van de eerste stroom van afval liet controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval. Bij voorkeur worden stikstofgebonden bestanddelen in-lijn gemonitord voor de eerst stroom van afval, terwijl ammoniak en/of ureum in-lijn worden gemonitord voor de tweede stroom van afval.In a preferred embodiment, introducing the first stream of waste into the burner zone includes checking the amount of waste in the first stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste. Preferably, nitrogen-bound components are monitored in-line for the first stream of waste, while ammonia and / or urea are monitored in-line for the second stream of waste.

Op deze manier is het mogelijk om, door het controleren van de hoeveelheid afval, meer bepaald de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen, in de eerste afvalstroom, door middel van een voorwaartskoppeling, de hoeveelheid NOx te controleren die wordt gevormd door het verbranden van de eerste afvalstroom op basis van het beschikbare ammoniak en/of ureum dat aanwezig is in de tweede afvalstroom, zodanig dat de verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen in de verbrandingszone optimaal geschikt is voor het reageren tot stikstofgas en water. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de eerste afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5 is. Meer bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de eerste afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.1 is.In this way it is possible, by controlling the amount of waste, in particular the amount of nitrogen-bound components, in the first waste stream, by means of a forward link, to check the amount of NOx formed by burning the first waste stream on based on the available ammonia and / or urea present in the second waste stream, such that the ratio of NOx to nitrogen-bound components in the combustion zone is optimally suited for reacting to nitrogen gas and water. Preferably the amount of waste in the first waste stream is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.5. More preferably, the amount of waste in the first waste stream is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.1.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het in de branderzone invoeren van de eerste stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en kata ly satorzone.In a preferred embodiment, introducing the first stream of waste into the burner zone comprises controlling the amount of waste in the first stream on the basis of a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone.

Op deze manier is het mogelijk om, door het controleren van de hoeveelheid afval, meer bepaald de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen, in de eerste afvalstroom, door middel van een terugkoppeling, de hoeveelheid NOx te controleren die wordt gevormd door het verbranden van de eerste afvalstroom op basis NOx metingen, zodanig dat de verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen in de verbrandingszone optimaal geschikt is voor liet reageren tot stikstofgas en water. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de eerste afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5 is. Meer bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de eerste afvalstroom op zodanige wij ze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.1 is.In this way, by checking the amount of waste, more specifically the amount of nitrogen-bound components, in the first waste stream, by means of a feedback, it is possible to check the amount of NOx formed by burning the first waste stream on basic NOx measurements, such that the ratio of NOx to nitrogen-bound components in the combustion zone is optimally suited for reacting to nitrogen gas and water. Preferably the amount of waste in the first waste stream is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.5. More preferably, the amount of waste in the first waste stream is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.1.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een concentratie van NOx en/of ureum en/of ammoniak gemeten bij het einde van het verbrandingsproces. Op basis van deze meting(en), kan de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen in de eerste afvalstroom en/of de hoeveelheid ureum en/of ammoniak in de tweede afvalstroom worden gecontroleerd.In a preferred embodiment, a concentration of NOx and / or urea and / or ammonia is measured at the end of the combustion process. Based on these measurement (s), the amount of nitrogen-bound components in the first waste stream and / or the amount of urea and / or ammonia in the second waste stream can be checked.

BE2017/5802BE2017 / 5802

Een concentratie van NOx kan worden genieten door het aan de betreffende zone onttrekken van een hoeveelheid rookgas en het analyseren van de onttrokken hoeveelheid om de hoeveelheid NOx te berekenen. Bij het berekenen van de hoeveelheid NOx kan rekening worden gehouden met een stroomsnelheid bij het onttrekken. De onttrokken hoeveelheid gas kan worden verwerkt voordat een eigenlijke analyse wordt uitgevoerd. De onttrokken hoeveelheid gas kan bijvoorbeeld worden gekoeld en/of gedroogd voordat het naar een analysator wordt gestuurd om de NOx concentratie te berekenen. Een gelijkaardige onttrekking kan worden uitgevoerd voor het meten van een concentratie van ureum en/of ammoniak en/of andere stikstofgebonden bestanddelen.A concentration of NOx can be enjoyed by extracting a quantity of flue gas from the relevant zone and analyzing the extracted quantity to calculate the quantity of NOx. When calculating the amount of NOx, a flow rate during extraction can be taken into account. The amount of gas extracted can be processed before an actual analysis is carried out. The amount of gas extracted can, for example, be cooled and / or dried before it is sent to an analyzer to calculate the NOx concentration. A similar extraction can be carried out for measuring a concentration of urea and / or ammonia and / or other nitrogen-bound components.

Het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom kan omvatten: het monitoren van de samenstelling van de eerste afvalstroom, en meer in het bijzonder de concentratie van stikstofgebonden bestanddelen, en het controleren van de stooms netheid van de eerste stroom op basis van NOx niveaus in de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en/of katalysatorzone.Checking the amount of waste in the first stream can include: monitoring the composition of the first waste stream, and more particularly the concentration of nitrogen-bound components, and checking the steam cleanliness of the first stream based on NOx levels in the burner zone, combustion zone, conditioning zone and / or catalyst zone.

In een voorkeursuitvoeringsvorrn omvat het in de verbrandingszone invoeren van de tweede stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval. Bij voorkeur worden stikstofgebonden bestanddelen in-lijn gemonitord voor de eerst stroom van afval, terwijl ammoniak en/of ureum in-lijn worden gemonitord voor de tweede stroom van afval.In a preferred embodiment, introducing the second stream of waste into the combustion zone comprises controlling the amount of waste in the second stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste. Preferably, nitrogen-bound components are monitored in-line for the first stream of waste, while ammonia and / or urea are monitored in-line for the second stream of waste.

Op deze manier is het mogelijk om, door het controleren van de hoeveelheid afval, meer bepaald de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen, in de tweede afvalstroom, door middel van een voorwaartskoppeling de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen te controleren die beschikbaar zullen zijn om te reageren met NOx dat wordt gevormd door het verbranden van de eerste afvalstroom, zodanig dat de verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen in de verbrandingszone optimaal geschikt is voor het reageren tot stikstofgas en water. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de tweede afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5 is. Meer bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de tweede afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.1 is. In een voorkeuruitvoeringsvorm omvat het in de verbrandingszone invoeren van de tweede stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone.In this way it is possible, by controlling the amount of waste, in particular the amount of nitrogen-bound components, in the second waste stream, to check by means of a forward link the amount of nitrogen-bound components that will be available to react with NOx that is formed by burning the first waste stream, such that the ratio of NOx to nitrogen-bound components in the combustion zone is optimally suited for reacting to nitrogen gas and water. The amount of waste in the second waste stream is preferably controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.5. More preferably, the amount of waste in the second waste stream is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.1. In a preferred embodiment, introducing the second stream of waste into the combustion zone comprises controlling the amount of waste in the second stream based on a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone.

Op deze manier is het mogelijk om, door het controleren van de hoeveelheid afval, meer bepaald de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen, in de tweede afvalstroom, door middel van eenIn this way it is possible, by controlling the amount of waste, in particular the amount of nitrogen-bound components, in the second waste stream, by means of a

BE2017/5802 terugkoppeling, de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen te controleren die beschikbaar zal zijn om te reageren met NOx dat wordt gevormd door het verbranden van de eerste afvalstroom in de branderzone en dat de verbrandingszone bereikt, zodanig dat de verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen in de verbrandingszone optimaal geschikt is voor het reageren tot stikstofgas en water. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de tweede afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5 is. Meer bij voorkeur wordt de hoeveelheid afval in de tweede afvalstroom op zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.1 is.BE2017 / 5802 feedback, control the amount of nitrogen-bound components that will be available to react with NOx that is formed by burning the first waste stream in the burner zone and that reaches the combustion zone, such that the ratio of NOx to nitrogen-bound components in the combustion zone is optimally suited for reacting to nitrogen gas and water. The amount of waste in the second waste stream is preferably controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.5. More preferably, the amount of waste in the second waste stream is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone is between 1.0 and 1.1.

Een concentratie van NOx kan worden gemeten door liet aan de betreffende zone onttrekken van een hoeveelheid rookgas en het analyseren van de onttrokken hoeveelheid om de hoeveelheid NOx te berekenen. Bij het berekenen van de hoeveelheid NOx kan rekening worden gehouden met een stroomsnelheid bij het onttrekken. De onttrokken hoeveelheid gas kan worden verwerkt voordat een eigenlijke analyse wordt uitgevoerd. De onttrokken hoeveelheid gas kan bijvoorbeeld worden gekoeld en/of gedroogd voordat liet naar een analysator wordt gestuurd om de NOx concentratie te berekenen. Een gelijkaardige onttrekking kan worden uitgevoerd voor het meten van een concentratie van ureum en/of ammoniak en/of andere stikstofgebonden bestanddelen.A concentration of NOx can be measured by withdrawing an amount of flue gas from the relevant zone and analyzing the extracted amount to calculate the amount of NOx. When calculating the amount of NOx, a flow rate during extraction can be taken into account. The amount of gas extracted can be processed before an actual analysis is carried out. The amount of gas withdrawn can, for example, be cooled and / or dried before it is sent to an analyzer to calculate the NOx concentration. A similar extraction can be carried out for measuring a concentration of urea and / or ammonia and / or other nitrogen-bound components.

Het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom kan het monitoren van de samenstelling van de tweede afvalstroom omvatten, en meer in het bijzonder de concentratie van stikstofgebonden bestanddelen, en het controleren van de stoomsnelheid van de tweede stroom op basis van NOx niveaus in de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en/of kata ly satorzone.Checking the amount of waste in the second stream can include monitoring the composition of the second waste stream, and more particularly the concentration of nitrogen-bound components, and controlling the steam rate of the second stream based on NOx levels in the burner zone, combustion zone, conditioning zone and / or catalyst zone.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvat het in de verbrandingszone invoeren van het NOxbevattende geoxideerde afval het doorsturen van het NOx-bevattende geoxideerde afval vanaf de branderzone doorheen ten minste één mengwand in de richting van de verbrandingszone omvat.In a preferred embodiment, introducing the NOx-containing oxidized waste into the combustion zone comprises forwarding the NOx-containing oxidized waste from the burner zone through at least one mixing wall in the direction of the combustion zone.

In een voorkeursuitvoeringsvOrm omvat de werkwijze de stap van liet in de verbrandingszone invoeren van een bijkomende hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen.In a preferred embodiment, the method comprises the step of introducing an additional amount of nitrogen-bound components into the combustion zone.

Op deze manier kan, wanneer niet alle NOx heeft gereageerd met stikstofgebonden bestanddelen in de tweede afvalstroom, het overtollige NOx reageren met de bijkomend ingevoerde stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak en/of ureum. Bij voorkeur wordt een bijkomende hoeveelheid van stikstofgebonden bestanddelen zodanig bepaald dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen, bv. ammoniak en/of ureum, in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5 is. Meer bij voorkeur wordt de bijkomende hoeveelheid vanIn this way, when not all NOx has reacted with nitrogen-bound components in the second waste stream, the surplus NOx can react with the additionally introduced nitrogen-bound components such as ammonia and / or urea. Preferably, an additional amount of nitrogen-bound components is determined such that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components, e.g., ammonia and / or urea, in the combustion zone is between 1.0 and 1.5. More preferably, the additional amount of

BE2017/5802 stikstofgebonden bestanddelen zodanig bepaald dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen, bv. ammoniak en/of ureum, in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.1 is.BE2017 / 5802 nitrogen-bound components determined in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components, eg ammonia and / or urea, in the combustion zone is between 1.0 and 1.1.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een concentratie van NOx en/of ureum en/of ammoniak gemeten bij het einde van het verbrandingsproces. Op basis van deze meting(en), kan de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen in de eerste afvalstroom en/of de hoeveelheid ureum en/of ammoniak in de tweede afvalstroom en/of de bijkomende hoeveelheid ureum/ammoniak die dient te worden ingevoerd in de verbrandingszone worden gecontroleerd.In a preferred embodiment, a concentration of NOx and / or urea and / or ammonia is measured at the end of the combustion process. Based on these measurement (s), the amount of nitrogen-bound components in the first waste stream and / or the amount of urea and / or ammonia in the second waste stream and / or the additional amount of urea / ammonia that must be introduced into the incineration zone. checked.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het controleren van het eerste temperatuurbereik in de branderzone op basis van ten minste één van:In a preferred embodiment, the method further comprises the step of checking the first temperature range in the burner zone based on at least one of:

- een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone;

- een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone;

- een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone;

- een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone;

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste.

Het eerste temperatuurbereik kan worden gecontroleerd door het controleren van een hoeveelheid zuurstof en/of verbrandingslucht in de branderzone. Meer in het bijzonder kan een hoeveelheid overtollige lucht dienen als koellucht in de branderzone. Door het controleren van deze hoeveelheid overtollige lucht kan in een voorbeelduitvoeringsvorm het eerste temperatuurbereik zodanig worden gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouden van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen, bijvoorbeeld ammoniak en/or ureum, in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5, en bij voorkeur tussen 1.0 en 1.1 is. In toevoeging op het controleren van de temperatuur, kan de concentratie van stikstof gebonden bestanddelen in de eerste en/of tweede stroom van afval worden gecontroleerd op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone. Met andere woorden kunnen verschillende parameters individueel of in combinatie worden aangepast door middel van het monitoren van een concentratie NOx gedurende ten minste één stap van het verbrandingsproces om een verbeterde reductie van NOx te verkrijgen tijdens liet verbrandingsproces. Voorbeelden van zulke parameters, zonder hiertoe te beperken, zijn; een concentratie van stikstof gebonden bestanddelen in de eerste en/of tweede stroom van afval, en toegevoegde stroom van ureum en/of ammoniak, een temperatuur in eender welke van de branderzone, verbrandingszonde, conditioneringszone, en katalysatorzone. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de hierboven beschreven parameters aangepast op basis van een op het einde van het verbrandingsproces gemeten concentratie van NOx en/of ureum en/of ammoniak.The first temperature range can be controlled by checking an amount of oxygen and / or combustion air in the burner zone. More in particular, an amount of excess air can serve as cooling air in the burner zone. By controlling this amount of excess air, in an exemplary embodiment, the first temperature range can be controlled such that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components, e.g., ammonia and / or urea, in the combustion zone between 1.0 and 1.5, and preferably between 1.0 and 1.1 is. In addition to controlling the temperature, the concentration of nitrogen-bound components in the first and / or second stream of waste can be controlled based on a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone. In other words, different parameters can be adjusted individually or in combination by monitoring a concentration of NOx during at least one step of the combustion process to achieve an improved reduction of NOx during the combustion process. Examples of such parameters without limitation are; a concentration of nitrogen-bound components in the first and / or second stream of waste, and added stream of urea and / or ammonia, a temperature in any of the burner zone, incineration zone, conditioning zone, and catalyst zone. In a preferred embodiment, the parameters described above are adjusted on the basis of a concentration of NOx and / or urea and / or ammonia measured at the end of the combustion process.

BE2017/5802BE2017 / 5802

In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de eerste temperatuur worden gecontroleerd door middel van warmte-uitwisselingsoppervlakken in de branderzone zoals één of meerdere boilerspoel(en) en/of membraanwand(en). In nog een andere uitvoeringsvorm wordt temperatuurcontrole bereikt door het injecteren van water, laagcalorische afvalstromen of eender welk koelgas.In an alternative embodiment, the first temperature can be controlled by means of heat exchange surfaces in the burner zone such as one or more boiler coil (s) and / or membrane wall (s). In yet another embodiment, temperature control is achieved by injecting water, low calorific waste streams or any cooling gas.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvat de werkwijze verder de stap van het controleren van het tweede temperatuurbereik in de verbrandingszone op basis van ten minste één van:In a preferred embodiment, the method further comprises the step of checking the second temperature range in the combustion zone based on at least one of:

- een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone;

- een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone;

- een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone;

- een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone;

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste.

Het tweede temperatuurbereik kan worden gecontroleerd door het controleren van een hoeveelheid zuurstof'en/of verbrandingslucht in de branderzone. Meer in het bijzonder kan een hoeveelheid overtollige lucht dienen als koellucht in de branderzone. Door het controleren van deze hoeveelheid overtollige lucht kan in een voorbeelduitvoeringsvorm het tweede temperatuurbereik zodanig worden gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouden van NOx tol stikstof gebonden bestanddelen, bijvoorbeeld ammoniak en/or ureum, in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5, en bij voorkeur tussen 1.0 en 1.1 is. In toevoeging op het controleren van de temperatuur, kan de concentratie van stikstof gebonden bestanddelen in de eerste en/of tweede stroom van afval worden gecontroleerd op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone. Met andere woorden kunnen verschillende parameters individueel of in combinatie worden aangepast door middel van het monitoren van een concentratie NOx gedurende ten minste één stap van liet verbrandingsproces om een verbeterde reductie van NOx te verkrijgen tijdens het verbrandingsproces. Voorbeelden van zulke parameters, zonder hiertoe te beperken, zijn; een concentratie van stikstof gebonden bestanddelen in de eerste en/of tweede stroom van afval, en toegevoegde stroom van ureum en/of ammoniak, een temperatuur in eender welke van de branderzone, verbrandingszonde, conditioneringszone, en katalysatorzone. In een voorkeursuitvoeringsvonn worden de hierboven beschreven parameters aangepast op basis van een op het einde van het verbrandingsproces gemeten concentratie van NOx en/of ureum en/of ammoniak.The second temperature range can be controlled by controlling an amount of oxygen and / or combustion air in the burner zone. More in particular, an amount of excess air can serve as cooling air in the burner zone. By controlling this amount of excess air, in an exemplary embodiment, the second temperature range can be controlled such that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components, for example ammonia and / or urea, in the combustion zone between 1.0 and 1.5, and preferably between 1.0 and 1.5 Is 1.1. In addition to controlling the temperature, the concentration of nitrogen-bound components in the first and / or second stream of waste can be controlled based on a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone. In other words, different parameters can be adjusted individually or in combination by monitoring a concentration of NOx during at least one step of the combustion process to achieve an improved reduction of NOx during the combustion process. Examples of such parameters without limitation are; a concentration of nitrogen-bound components in the first and / or second stream of waste, and added stream of urea and / or ammonia, a temperature in any of the burner zone, incineration zone, conditioning zone, and catalyst zone. In a preferred embodiment, the parameters described above are adjusted on the basis of a concentration of NOx and / or urea and / or ammonia measured at the end of the combustion process.

In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de tweede temperatuur· worden gecontroleerd door middel van warmte-uitwisselingsoppervlakken in de branderzone zoals één of meerdere boilerspoeli en) en/of membraanwand(en). In nog een andere uitvoeringsvorm wordt temperatuurcontrole bereikt door het injecteren van water, laagcalorische afvalstromen of' eender welk koelgas.In an alternative embodiment, the second temperature can be controlled by means of heat exchange surfaces in the burner zone such as one or more boiler coils and / or membrane wall (s). In yet another embodiment, temperature control is achieved by injecting water, low calorific waste streams or any cooling gas.

BE2017/5802BE2017 / 5802

In een voorkeursuitvOeringsvonn omvatten de stikstofgebonden bestanddelen eender welke van ammoniak, ureum en stikstofgas. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat eender welke van de volgende: een afvalgas, een afvalvloeistof, afvalslib, vast afval, of elke combinatie daarvan. In een voorbeelduitvoeringsvorm is de eerste stroom van afval afkomstig van dezelfde afvalbron als de tweede stroom van afval waardoor de eerste stroom van afval een gelijkaardige samenstelling heeft in vergelijking met de tweede stroom van afval. In een andere uitvoeringsvorm is de eerste stroom van afval afkomstig van een verschillende afvalbron als de tweede stroom van afval waardoor de eerste stroom van afval een samenstelling heeft die verschillend is van de samenstelling van de tweede stroom van afval. In een voorbeelduitvoeringsvorm omvat de eerste stroom van afval stikstofgebonden bestanddelen die vast afval bevatten en omvat de tweede stroom van afval een vloeistof en/of een gas dat ammoniak bevat of ammoniakvormend potentieel heeft.In a preferred embodiment, the nitrogen-bound components comprise any of ammonia, urea, and nitrogen gas. In a preferred embodiment, the waste comprising nitrogen-bound components is any of the following: a waste gas, a waste liquid, waste sludge, solid waste, or any combination thereof. In an exemplary embodiment, the first stream of waste originates from the same waste source as the second stream of waste, whereby the first stream of waste has a similar composition compared to the second stream of waste. In another embodiment, the first stream of waste is from a different waste source as the second stream of waste, whereby the first stream of waste has a composition different from the composition of the second stream of waste. In an exemplary embodiment, the first stream of waste comprises nitrogen-bound components that contain solid waste and the second stream of waste comprises a liquid and / or a gas containing ammonia or having ammonia-forming potential.

De vakman zal begrijpen dat de hierboven beschreven technische maatregelen en voordelen voor werkwijze-uitvoeringsvormen ook van toepassing zijn op de hieronder beschreven overeenkomstige systeemuitvoeringsvormen, mutatis mutandis.Those skilled in the art will understand that the technical measures and advantages described above for method embodiments also apply to the corresponding system embodiments described below, mutatis mutandis.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een systeem verschaft voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat, het systeem omvat:According to a second aspect of the invention, a system is provided for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components, the system comprising:

- een branderzone omvattende een brander;- a burner zone comprising a burner;

- een verbrandingszone;- a combustion zone;

- eerste toevoermiddelen die geconfigureerd zijn voor het verschaffen van een eerste stroom van afval en tweede toevoermiddelen voor het verschaffen van een tweede stroom van afval, waarbij:- first feed means configured to provide a first stream of waste and second feed means for providing a second stream of waste, wherein:

- de eerste toevoermiddelen geconfigureerd zij n voor het in de branderzone invoeren van de eerste stroom van afval;- the first supply means are configured for introducing the first stream of waste into the burner zone;

- de brander geconfigureerd is voor het oxideren van de eerste stroom van afval bij een eerste temperatuurbereik in de branderzone zodanig dat NOx wordt gevormd;- the burner is configured to oxidize the first stream of waste at a first temperature range in the burner zone such that NO x is formed;

- de tweede toevoermiddelen geconfigureerd zijn voor het in de verbrandingszone invoeren van de tweede stroom van afval; en- the second supply means are configured for introducing the second stream of waste into the incineration zone; and

- mengmiddelen die geconfigureerd zijn voor het mengen van het NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone bij een tweede temperatuurbereik zodanig dat de NOx-concentratie in de verbrandingszone wordt verlaagd.mixing means configured to mix the NOx-containing oxidized waste and the second stream of waste in the combustion zone at a second temperature range such that the NOx concentration in the combustion zone is lowered.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvat het systeem verder:In a preferred embodiment, the system further comprises:

BE2017/5802 · een conditioneringszone geconfigureerd om het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval vanaf de verbrandingszone te ontvangen; en · koelmiddelen die geconfigureerd zijn voor het koelen van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval in de conditioneringzone bij een derde temperatuurbereik.BE2017 / 5802 · a conditioning zone configured to receive the mixture of oxidized waste and the second stream of waste from the combustion zone; and refrigerants configured to cool the mixture of oxidized waste and the second stream of waste in the conditioning zone at a third temperature range.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het systeem verder:In a preferred embodiment, the system further comprises:

- een katalysatorzone die geconfigureerd is voor het ontvangen van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval; en- a catalyst zone configured to receive the mixture of oxidized waste and the second stream of waste; and

- katalysatortoevoermiddelen die geconfigureerd zijn voor het in de katalysatorzone invoeren van een katalysator bij een vierde temperatuurbereik zodanig dat NOx-concentratie in de katalysatorzone wordt verlaagd.- catalyst feed means configured to introduce a catalyst into the catalyst zone at a fourth temperature range such that NO x concentration in the catalyst zone is lowered.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste temperatuurbereik tussen 850 en 2000 °C, bij voorkeur tussen 1000 en 1500 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C.In a preferred embodiment, the first temperature range is between 850 and 2000 ° C, preferably between 1000 and 1500 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede temperatuurbereik tussen 800 en 1000 °C, bij voorkeur tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur tussen 900 en 935 °C.In a preferred embodiment, the second temperature range is between 800 and 1000 ° C, preferably between 850 and 950 ° C, more preferably between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het derde temperatuurbereik tussen 350 en 950 °C, bij voorkeur tussen 400 en 935 °C, meer bij voorkeur tussen 450 en 850 °C.In a preferred embodiment, the third temperature range is between 350 and 950 ° C, preferably between 400 and 935 ° C, more preferably between 450 and 850 ° C.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het vierde temperatuurbereik tussen 150 en 650 °C, bij voorkeur tussen 200 en 500 °C, meer bij voorkeur tussen 230 en 450 °C, en meest bij voorkeur tussen 320 en 380 °C.In a preferred embodiment, the fourth temperature range is between 150 and 650 ° C, preferably between 200 and 500 ° C, more preferably between 230 and 450 ° C, and most preferably between 320 and 380 ° C.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het systeem een eerste controle-inrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.In a preferred embodiment, the system comprises a first checking device configured to check the amount of waste in the first stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het systeem een tweede controle-inrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom op basis van een concentratie van NOx in de branderzone.In a preferred embodiment, the system comprises a second checking device configured to check the amount of waste in the first stream based on a concentration of NOx in the burner zone.

BE2017/5802BE2017 / 5802

In een voorkeursuitvoerin^vonn omvat het systeem een derde controle-inrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval.In a preferred embodiment, the system comprises a third control device configured to control the amount of waste in the second stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvat het systeem een vierde controle-inrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid al'val in de tweede stroom op basis van een concentratie van NOx in de branderzone.In a preferred embodiment, the system comprises a fourth control device configured to control the amount of algae in the second stream based on a concentration of NOx in the burner zone.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvatten de mengmiddelen ten minste één mengwand die geconfigureerd is voor het daardoorheen doorsturen van het NOx-bevattende geoxideerde afval vanaf de branderzone in de richting van de verbrandingszone.In a preferred embodiment, the mixing means comprise at least one mixing wall which is configured to transmit therethrough the NOx-containing oxidized waste from the burner zone in the direction of the combustion zone.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvat liet systeem bijkomende toevoermiddelen die geconfigureerd zijn voor bet in de verbrandingszone invoeren van een bijkomende hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen.In a preferred embodiment, the system comprises additional feed means configured to introduce an additional amount of nitrogen-bound components into the combustion zone.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het systeem een eerste temperatuurcontrole-inrichting die geconfigureerd is voor het controleren van het eerste temperatuurbereik in de branderzone op basis van ten minste één van:In a preferred embodiment, the system comprises a first temperature control device configured to control the first temperature range in the burner zone based on at least one of:

- een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone;

- een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone;

- een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone;

- een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone;

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste.

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvat het systeem een tweede temperatuurcontrole-inrichting die geconfigureerd is voor liet controleren van het tweede temperatuurbereik in de verbrandingszone op basis van ten minste één van:In a preferred embodiment, the system comprises a second temperature control device that is configured to control the second temperature range in the combustion zone based on at least one of:

- een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone;

- een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone;

- een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone;

- een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone;

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and

- een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste.

BE2017/5802BE2017 / 5802

In een voorkeursuitvoeringsvonn omvatten de stikstofgebonden bestanddelen eender welke van ammoniak, ureum en stikstofgas.In a preferred embodiment, the nitrogen-bound components comprise any of ammonia, urea, and nitrogen gas.

In een voorkeursuitvoeringsvonn is het afvai dat stikstofgebonden bestanddelen omvat eender welke van de volgende: een afvalgas, een afvalvloeistof, afvalslib, vast afval, of elke combinatie daarvan.In a preferred embodiment, the waste comprising nitrogen-bound components is any of the following: a waste gas, a waste liquid, waste sludge, solid waste, or any combination thereof.

BEKNOPTE FIGUURBESCHRIJVINGSHORT FIGURE DESCRIPTION

De bij gevoegde figuren worden gebruikt ter illustratie van huidige niet-beperkende voorkeursuitvoeringsvormen van apparaten volgens de huidige uitvinding. De hierboven beschreven en andere voordelen van kenmerken en doelen van de uitvinding zullen duidelijk worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de gedetailleerde beschrijving, wanneer deze gelezen wordt samen met de bijgevoegde figuren waarin:The attached figures are used to illustrate current non-limiting preferred embodiments of devices according to the present invention. The above described and other advantages of features and objects of the invention will become apparent and the invention will be better understood with reference to the detailed description when read together with the accompanying figures in which:

FIG. 1 een schematische tekening is van een voorbeelduitvoeringsvorm van een werkwijze voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat;FIG. 1 is a schematic drawing of an exemplary embodiment of a waste incineration method comprising nitrogen-bound components;

FIG. 2 een schematische tekening is van een andere voorbeelduitvoeringsvorm van een werkwijze voor het verbranden van afvai dat stikstofgebonden bestanddelen omvat;FIG. 2 is a schematic drawing of another exemplary embodiment of a method for burning waste comprising nitrogen-bound components;

FIG. 3 een schematische tekening is van een alternatieve voorbeelduitvoeringsvorm van een systeem voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat; enFIG. 3 is a schematic drawing of an alternative exemplary embodiment of a waste incineration system comprising nitrogen-bound components; and

FIG. 4 een schematische tekening is van nog een andere voorbeelduitvoeringsvorm van een systeem voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat.FIG. 4 is a schematic drawing of yet another exemplary embodiment of a waste incineration system comprising nitrogen-bound components.

figuurbeschrijvingdescription of figures

De figuren zijn slechts schematisch en zijn niet-beperkend. In de figuren kan de grootte van sommige elementen worden overdreven en niet op schaal worden getekend voor illustratieve doeleinden. Referentienummers in de conclusies zullen niet worden beschouwd als beperkend voor de beschermingsomvang. In de figuren duiden dezelfde referentiecijfers op dezelfde of analoge elementen.The figures are only schematic and are non-limiting. In the figures, the size of some elements can be exaggerated and not drawn to scale for illustrative purposes. Reference numbers in the claims will not be considered as limiting the scope of protection. In the figures, the same reference numerals indicate the same or analogous elements.

FIG. 1 toont een voorbeelduitvoeringsvorm van een werkwijze voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat. De werkwijze omvat de stap S10 van het verschaffen van een eerste stroom afval 110 en een tweede stroom afvai 120. De eerste afvalstroom 110 en de tweede afvalstroom 120 worden getoond als voortkomend uit afzonderlijke stromen 110 en 120, echter in alternatieve uitvoeringsvormen zijn de eerste afvalstroom 110 en tweede afvalstroom 120 beide substromen van één gemeenschappelijke afvalbron. Daarom kan, afhankelijk van de eigenlijke afkomst van de eerste stroom afvai 110 en de tweede stroom afval 120 hunFIG. 1 shows an exemplary embodiment of a method for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components. The method includes the step S10 of providing a first stream of waste 110 and a second stream of waste 120. The first waste stream 110 and the second waste stream 120 are shown as coming from separate streams 110 and 120, however, in alternative embodiments, the first waste stream is 110 and second waste stream 120 both substroms from one common waste source. Therefore, depending on the actual origin of the first stream of waste 110 and the second stream of waste 120, they can

BE2017/5802 samenstelling in hoofdzaak identiek zijn of onderling verschillend. Echter, onafhankelijk van de exacte samenstelling van de eerste en tweede afvalstroom 110 en 120, omvatten beide afvalstromen stikstofgebonden bestanddelen. De verschafte afvalstromen kunnen elke vorm aannemen en kunnen eender welke van een afvalgas, een afvalvloeistof, een afvalslib, en vast alval omvatten. Overeenkomstige afvalgassen kunnen geladen zijn met koolwaterstoffen en kunnen ventilatiegas, zuurgas, en dergelijke omvatten. De werkwijze omvat verder stap S20 van het in een branderzone 130 invoeren van de eerste stroom van afval 110. Afhankelijk van de vorm van het afval, zijnde vast, vloeibaar of gas, kunnen verschillende manieren van het in de branderzone 130 invoeren van de eerste stroom van afval 110 worden toegepast die bekend zijn voor de vakman. Tijdens stap S30 wordt de eerste stroom van afval 110 geoxideerd in de branderzone 130 bij een eerste temperatuurbereik Tl dat voldoende hoog is zodat NOx wordt gevormd uit de stikstofgebonden bestanddelen die aanwezig zijn in de eerste stroom van afval 110. De eerste temperatuur Tl tijdens S30 zou tussen 850 en 2000 °C, bij voorkeur tussen 1000 en 1500 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C moeten zijn. Bij voorkeur wordt de eerste afvalstroom 110 geoxideerd onder stoichiometrische omstandigheden. Wanneer NOx is gevormd tijdens S30, komt het NOx-bevattend geoxideerd afval terecht in een verbrandingszone tijdens stap S40a. In stap S40b wordt de tweede stroom van afval 120 in de verbrandingszone 140 gevoerd zodanig dat het NOx-bevattende geoxideerde afval zal reageren met de stikstofgebonden bestanddelen, meer in het bijzonder met ammoniak en/of ureum in de tweede afvalstroom 120 tijdens stap S50 om stikstofgas en water te vormen. De tweede temperatuur T2 tijdens S50 zou tussen 800 en 1000 °C, bij voorkeur tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur' tussen 900 en 935 °C moeten zijn. Bij voorkeur' wordt de hoeveelheid alval in de eerste stroom afval 110 op een zodanige wijze gecontroleerd dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen, zoals ammoniak, in de verbrandingszone 140 tussen 1.0 en 1.5 is. De concentratie van NOx en/of ureum en/of ammoniak kan worden gemeten bij het einde van liet verbrandingsproces. Op basis van deze meting(en) kan de hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen in de eerste afvalstroom 110 en/of de hoeveelheid van ureum/ammoniak in de tweede afvalstroom 120 worden gecontroleerd. De concentratie van NOx kan worden gemeten door het onttrekken uit de overeenkomstige zone 130 of 140 van een hoeveelheid rookgas en liet analyseren van de onttrokken hoeveelheid om de hoeveelheid NOx te berekenen. Bij het berekenen van de hoeveelheid NOx kan een stroomsnelheid van de onttrekking in rekening worden gebracht. De onttrokken hoeveelheid gas kan worden verwerkt voordat het eigenlijke analyseren wordt uitgevoerd. De onttrokken hoeveelheid gas kan bijvoorbeeld worden gekoeld en/of gedroogd voordat het naar een analysator wordt gestuurd om de NOx-concentratie te berekenen. Een gelijkaardige onttrekking kan worden uitgevoerd voor het meten van een concentratie van ureum en/of ammoniak en/of andere stikstofgebonden bestanddelen.BE2017 / 5802 composition are substantially identical or mutually different. However, regardless of the exact composition of the first and second waste streams 110 and 120, both waste streams comprise nitrogen-bound components. The waste streams provided may take any form and may comprise any of a waste gas, a waste liquid, a waste sludge, and solid waste. Similar waste gases may be charged with hydrocarbons and may include vent gas, acid gas, and the like. The method further comprises step S20 of introducing the first stream of waste 110 into a burner zone 130. Depending on the shape of the waste, being solid, liquid or gas, different ways of introducing the first stream into the burner zone 130 of waste 110 which are known to the skilled person. During step S30, the first stream of waste 110 is oxidized in the burner zone 130 at a first temperature range T1 that is sufficiently high to form NOx from the nitrogen-bound components present in the first stream of waste 110. The first temperature T1 during S30 would between 850 and 2000 ° C, preferably between 1000 and 1500 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C. Preferably, the first waste stream 110 is oxidized under stoichiometric conditions. When NOx is formed during S30, the NOx-containing oxidized waste ends up in a combustion zone during step S40a. In step S40b, the second stream of waste 120 is fed into the combustion zone 140 such that the NOx-containing oxidized waste will react with the nitrogen-bound components, more particularly with ammonia and / or urea in the second waste stream 120 during step S50 to nitrogen gas and water. The second temperature T2 during S50 should be between 800 and 1000 ° C, preferably between 850 and 950 ° C, more preferably between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C. Preferably, the amount of alval in the first stream of waste 110 is controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NO x to nitrogen-bound components, such as ammonia, in the combustion zone 140 is between 1.0 and 1.5. The concentration of NOx and / or urea and / or ammonia can be measured at the end of the combustion process. Based on these measurement (s), the amount of nitrogen-bound components in the first waste stream 110 and / or the amount of urea / ammonia in the second waste stream 120 can be checked. The concentration of NOx can be measured by withdrawing an amount of flue gas from the corresponding zone 130 or 140 and having the amount withdrawn analyzed to calculate the amount of NOx. A flow rate of the extraction can be taken into account when calculating the amount of NOx. The amount of gas extracted can be processed before the actual analysis is carried out. The amount of gas extracted can, for example, be cooled and / or dried before it is sent to an analyzer to calculate the NOx concentration. A similar extraction can be carried out for measuring a concentration of urea and / or ammonia and / or other nitrogen-bound components.

BE2017/5802BE2017 / 5802

Het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom 1 i 0 kan het monitoren omvatten van de samenstelling van de eerste afvalstroom 110, en meer in het bijzonder de concentratie van stikstofgebonden bestanddelen, en het controleren van de stroomsnelheid van de eerste stroom op basis van NOx-niveaus in de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en/of katalysatorzone.Checking the amount of waste in the first stream 10 may include monitoring the composition of the first waste stream 110, and more particularly the concentration of nitrogen-bound components, and checking the flow rate of the first stream based on NOx levels in the burner zone, combustion zone, conditioning zone and / or catalyst zone.

Alternatief of in toevoeging op het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom van afval 110, kan ook de hoeveelheid afval in de tweede afvalstroom 120 worden gecontroleerd op zodanige wijze dat een stoichiometrische verhouding van NOx tot stikstofgebonden bestanddelen zoals ammoniak in de verbrandingszone tussen 1.0 en 1.5 is.Alternatively or in addition to controlling the amount of waste in the first stream of waste 110, the amount of waste in the second waste stream 120 can also be controlled in such a way that a stoichiometric ratio of NOx to nitrogen-bound components such as ammonia in the combustion zone between 1.0 and 1.5.

Het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom 120 kan het monitoren omvatten van de samenstelling van de tweede afvalstroom 120, en meer in het bijzonder de concentratie van ammoniak en/of ureum, en het controleren van de stroomsnelheid van de tweede stroom op basis van NOx-niveaus in de branderzone 120 of verbrandingszone 140, conditioneringszone 150 (zie figuur 2) en/of katalysatorzone 160 (zie figuur 2).Checking the amount of waste in the second stream 120 may include monitoring the composition of the second waste stream 120, and more particularly the concentration of ammonia and / or urea, and checking the flow rate of the second stream based on of NOx levels in the burner zone 120 or combustion zone 140, conditioning zone 150 (see figure 2) and / or catalyst zone 160 (see figure 2).

Wanneer de eerste stroom van afval 110 en tweede stroom van afval 120 afkomstig zijn van een gemeenschappelijke afvalbron, kan liet controleren van de hoeveelheid afval, en meer in het bijzonder de concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in beide stromen van afval 110, 120 het controleren van een splitsing tussen de eerste stroom 110 en de tweede stroom 120 omvatten zodanig dat een correcte hoeveelheid NOx en een correcte hoeveelheid ammoniak en/of ureum in de verbrandingszone 140 wordt gevoerd. De correcte hoeveelheden van NOx en ammoniak/ureum kunnen worden bepaald op basis van de concentratie van NOx op het einde van het verbrandingsproces. De concentratie van NOx op het einde van het verbrandingsproces zou zo laag mogelijk moeten zijn en de hoeveelheden van afval, dus stikstofgebonden bestanddelen, in de eerste en/of tweede stromen van afval 110, 120 kunnen worden gecontroleerd om een minimale concentratie van NOx op het einde van liet verbrandingsproces te bekomen.When the first stream of waste 110 and second stream of waste 120 originate from a common waste source, the amount of waste, and more particularly the concentration of nitrogen-bound components in both streams of waste 110, 120, can split between the first stream 110 and the second stream 120 such that a correct amount of NOx and a correct amount of ammonia and / or urea are introduced into the combustion zone 140. The correct amounts of NOx and ammonia / urea can be determined based on the concentration of NOx at the end of the combustion process. The concentration of NOx at the end of the incineration process should be as low as possible and the quantities of waste, thus nitrogen-bound components, in the first and / or second streams of waste 110, 120 can be checked to ensure a minimum concentration of NOx on the end of the combustion process.

Door de reactie van NOx in het geoxideerde afval met de stikstofgebonden bestanddelen in de tweede afvalstroom 120, zullen NOx-niveaus gevoelig worden verminderd. Met andere woorden, de werkwijze zoals getoond in figuur i laat toe dat organische afvalstromen die ammoniak bevatten worden verbrand zonder de productie van brandstof NOx. Er is dus geen behoefte voor het gebruiken van een afzonderlijk bij komende deNOx-reagens zoals ammoniak of een bijkomende katalysator, waardoor de werkwijze zoals beschreven minder energieverbruik vereist in vergelijking met oplossingen uit de stand der techniek. In stap S51 kan het resulterende van NOx ontdane gas worden uitgestoten via een uitlaat. In voorbeelduitvoeringsvormen kan in plaats van het uitstoten van het resulterende gas het resulterende gas verder worden verwerkt zoals getoond in figuur 2. Het resulterende van NOx ontdane gas kan in toevoeging een afvalwarmteterugwinningsketel binnengaan waar het gas wordt gekoeld tot temperaturen vanDue to the reaction of NOx in the oxidized waste with the nitrogen-bound components in the second waste stream 120, NOx levels will be significantly reduced. In other words, the method as shown in Figure 1 allows organic waste streams containing ammonia to be burned without the production of NOx fuel. Thus, there is no need for using a separately deNOx reagent such as ammonia or an additional catalyst, whereby the process as described requires less energy consumption compared to prior art solutions. In step S51, the resulting NOx-depleted gas can be emitted through an outlet. In exemplary embodiments, instead of ejecting the resulting gas, the resulting gas may be further processed as shown in Figure 2. The resulting NOx-depleted gas may additionally enter a waste heat recovery boiler where the gas is cooled to temperatures of

BE2017/5802 ongeveer 110-150 °C. Indien halogenen of zwavel of assen aanwezig zijn in liet afval kan een bijkomende stap worden uitgevoerd waarbij het rookgas wordt schoongemaakt, bijvoorbeeld door middel van een filter, schraper, of dergelijke.BE2017 / 5802 about 110-150 ° C. If halogens or sulfur or ash are present in the waste, an additional step can be performed in which the flue gas is cleaned, for example by means of a filter, scraper, or the like.

FIG. 2 toont een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van een werkwijze voor het verbranden van gas dat stikstofgebonden bestanddelen omvat. In toevoeging tot de stappen S10-S50 van de werkwijze zoals getoond in figuur 1, omvat de werkwijze volgens figuur 2 een verdere stap S60 waarbij het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval 120 in een conditioneringszone 150 wordt ingevoerd. In de conditioneringszone wordt het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval 120 gekoeld tijdens stap S70 om een temperatuur te bereiken binnen een derde temperatuurbereik T3. Het derde temperatuurbereik T3 zou tussen 350 en 950 °C, bij voorkeur tussen 400 en 935 °C, meer bij voorkeur tussen 450 en 850 °C moeten zijn. Na het koelen wordt het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van ai va! 120 in een katalysatorzone 160 ingevoerd tijdens stap S80. In de katalysatorzone 160 is een katalysator aanwezig of wordt die ingevoerd tijdens stap S90, en wordt de temperatuur teruggebracht tot binnen een vierde temperatuurbereik T4 zodanig dat SCR kan plaatsvinden om de NOxconcentratie in de katalysatorzone 160 verder te verlagen. In stap S51 kan het van NOx ontdane gas worden uitgestoten via een uitlaat.FIG. 2 shows a further exemplary embodiment of a method for burning gas comprising nitrogen-bound components. In addition to steps S10-S50 of the method as shown in Figure 1, the method according to Figure 2 comprises a further step S60 wherein the mixture of oxidized waste and the second stream of waste 120 is introduced into a conditioning zone 150. In the conditioning zone, the mixture of oxidized waste and the second stream of waste 120 is cooled during step S70 to reach a temperature within a third temperature range T3. The third temperature range T3 should be between 350 and 950 ° C, preferably between 400 and 935 ° C, more preferably between 450 and 850 ° C. After cooling, the mixture of oxidized waste and the second stream of ai 120 entered into a catalyst zone 160 during step S80. A catalyst is present in the catalyst zone 160 or is introduced during step S90, and the temperature is reduced to within a fourth temperature range T4 such that SCR can take place to further reduce the NO x concentration in the catalyst zone 160. In step S51, the NOx-depleted gas can be emitted through an outlet.

FIG. 3 toont een voorbeelduitvoeringsvorm van een systeem 200 voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat. Het systeem 200 omvat een branderzone 230 omvattende een brander 231. In de branderzone 230 zorgt de brander 231 dat de temperatuur Tl voldoende hoog is zodat oxidatie kan plaatsvinden. De temperatuur Tl zou tussen 850 en 2000 °C, bij voorkeur tussen 1000 en 1500 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C moeten zijn. De brander 231 kan eender welk type van brander zijn, zolang dat de temperatuur Tl in de branderzone 230 is gegarandeerd. Bij voorkeur is de brander 231 een multibrandstofbrander die ammoniakgas en/of brandstofgas verbrandt. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 is direct naast de branderzone 230 een verbrandingszone 240 geplaatst. Eerste toevoermiddelen 211 verschaffen een eerste stroom van afval 210 en tweede toevoermiddelen 221 verschaffen een tweede stroom van afval 220. Ondanks dat de eerste en tweede stromen van afval 210, 220 worden getoond als zijnde twee volledig afzonderlijke stromen, is het duidelijk voor de vakman dat beide stromen 210, 220 afkomstig kunnen zijn van één gemeenschappelijk afvalbron volgens een alternatieve uitvoeringsvorm. Samenstellingen van de afvalstromen 210, 220 kunnen daarom in hoofdzaak identiek zijn of kunnen verschillend zijn, afhankelijk van de eigenlijke configuratie van toevoermiddelen 211 en 221. Telkens zijn de eerste toevoermiddelen 211 geconfigureerd voor het in de branderzone 230 invoeren van de eerste stroomFIG. 3 shows an exemplary embodiment of a waste incineration system 200 comprising nitrogen-bound components. The system 200 comprises a burner zone 230 comprising a burner 231. In the burner zone 230, the burner 231 ensures that the temperature T1 is sufficiently high for oxidation to take place. The temperature T1 should be between 850 and 2000 ° C, preferably between 1000 and 1500 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C. The burner 231 can be any type of burner, as long as the temperature T1 in the burner zone 230 is guaranteed. The burner 231 is preferably a multi-fuel burner which burns ammonia gas and / or fuel gas. In the embodiment of Figure 3, a combustion zone 240 is placed directly next to the burner zone 230. First feed means 211 provide a first stream of refuse 210 and second feed means 221 provide a second stream of refuse 220. Although the first and second streams of refuse 210, 220 are shown as being two completely separate streams, it is obvious to those skilled in the art that both streams 210, 220 can come from one common waste source according to an alternative embodiment. Compositions of the waste streams 210, 220 can therefore be substantially identical or can be different, depending on the actual configuration of feed means 211 and 221. In each case, the first feed means 211 are configured to introduce the first stream into the burner zone 230

BE2017/5802 van afval 210, waarbij de brander 231 is geconfigureerd voor het oxideren van de eerste stroom van afval 210 bij een voldoende hoge temperatuur T1 zodanig dat NOx wordt gevormd. Het gevormde NOx verplaatst zich dan vanaf de branderzone 230 naar de verbrandingszone 240. De tweede toevoermiddelen 221 zijn geconfigureerd voor het in de verbrandingszone 240 invoeren van de tweede stroom van afval 220. Het NOx bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone 240 zullen reageren bij een tweede temperatuur T2 om stikstofgas en water te vormen. De tweede temperatuur T2 zou tussen 800 en 1000 °C, bij voorkeur tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur tussen 900 en 935 °C moeten zijn. Tussen de branderzone 230 en de verbrandingszone 240 worden mengmiddelen 290 getoond. Deze mengmiddelen 290 kunnen bijvoorbeeld een structureel element zoals een mengwand omvatten. Op alternatieve wijze kunnen de mengmiddelen 290 worden verschaft door middel van een luchtstroom binnenin de branderzone 230 en/of verbrandingszone 240. Hoe dan ook zorgen de mengmiddelen 290 voor het mengen van het NOx-bevattende geoxideerde afval met de tweede stroom van afval 220 in de verbrandingszone 240 zodanig dat NOx-concentratie in de verbrandingszone 240 wordt verlaagd. Vervolgens kunnen resulterende rookgassen verwijderd worden uit de verbrandingszone 240 via uitlaatmiddelen 251. In voorbeelduitvoeringsvormen kan in plaats van uitlaatmiddelen 251 die gepositioneerd zijn in de verbrandingszone 240 het resulterende gas in de verbrandingszone 240 verder worden verwerkt en bijkomende zones worden verschaft in toevoeging op de branderzone 230 en verbrandingszone 240 zoals getoond in het systeem van figuur 4.BE2017 / 5802 of waste 210, wherein the burner 231 is configured to oxidize the first stream of waste 210 at a sufficiently high temperature T1 such that NOx is formed. The NOx formed then travels from the burner zone 230 to the combustion zone 240. The second feed means 221 are configured to enter the second stream of waste 220 into the combustion zone 240. The oxidized waste containing NOx and the second waste waste stream into the combustion zone 240 will react at a second temperature T2 to form nitrogen gas and water. The second temperature T2 should be between 800 and 1000 ° C, preferably between 850 and 950 ° C, more preferably between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C. Mixing means 290 are shown between the burner zone 230 and the combustion zone 240. These mixing means 290 may, for example, comprise a structural element such as a mixing wall. Alternatively, the mixing means 290 may be provided by means of an air stream within the burner zone 230 and / or combustion zone 240. Anyway, the mixing means 290 ensures mixing the NOx-containing oxidized waste with the second stream of waste 220 in the incineration zone 240 such that NO x concentration in the incineration zone 240 is lowered. Subsequently, resulting flue gases can be removed from the combustion zone 240 via outlet means 251. In exemplary embodiments, instead of outlet means 251 positioned in the combustion zone 240, the resulting gas in the combustion zone 240 can be further processed and additional zones are provided in addition to the burner zone 230. and combustion zone 240 as shown in the system of Figure 4.

FIG. 4 toont een verdere voorbeelduitvoering van een systeem 200 voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat. Het systeem 200 omvat een branderzone 230 omvattende een brander 231 en een verbrandingszone 240 tussen twee mengwanden 291, 292. In de uitvoeringsvorm van figuur 4 omvatten de eerste toevoermiddelen 211a, 211b twee toevoermiddelen 211a en 21 lb voor het verschaffen van twee substromen 210a, 210b van de eerste stroom van afval 210, respectievelijk. Tweede toevoermiddelen 221 zijn aanwezig voor het verschaffen van een tweede stroom van afval 220. De eerste toe voermiddelen 211 a, 21 lb zijn geconfigureerd voor het in de branderzone 230 invoeren van de substromen van afval 210a, 210b bij posities boven en onder de brander 231. Het is duidelijk voor de vakman dat deze substromen van afval via andere configuraties kunnen worden verschaft zoals bijvoorbeeld een cirkelconfiguratie die rondom de brander 231 is gepositioneerd. Het is verder duidelijk voor de vakman dat bijkomende branders (niet getoond) kunnen worden verschaft in de branderzone 230 om te verzekeren dat de temperatuur T1 voldoende hoog en stabiel is, zodanig dat de eerste substromen van afval 210a, 210b worden geoxideerd in de branderzone 230 en NOx wordt gevormd. De eerste temperatuur Tl zou tussen 850 en 200 °C, bij voorkeur tussen 1000 en 1500FIG. 4 shows a further exemplary embodiment of a system 200 for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components. The system 200 comprises a burner zone 230 comprising a burner 231 and a combustion zone 240 between two mixing walls 291, 292. In the embodiment of Figure 4, the first feed means 211a, 211b comprise two feed means 211a and 21 lb for providing two substroms 210a, 210b of the first stream of waste 210, respectively. Second feed means 221 are provided for providing a second stream of refuse 220. The first feed means 211 a, 21 lb are configured to introduce the substrates of refuse 210a, 210b into the burner zone 230 at positions above and below the burner 231 It is obvious to those skilled in the art that these waste substrates can be provided via other configurations such as, for example, a circular configuration positioned around the burner 231. It is further apparent to those skilled in the art that additional burners (not shown) may be provided in the burner zone 230 to ensure that the temperature T1 is sufficiently high and stable, such that the first waste streams 210a, 210b are oxidized in the burner zone 230. and NOx is formed. The first temperature T1 would be between 850 and 200 ° C, preferably between 1000 and 1500

BE2017/5802 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C moeten zijn. De gekromde pijlen of wervelingen in de branderzone 230 geven een voorkeursuitvoeringsvorm van de brander 231 in de branderzone 230 aan waarbij luchtwervelstromen worden gevormd in de branderzone 230 zodanig dat de temperatuur Tl stabiel en homogeen wordt gehouden en zodanig dat de inkomende stromen van afval 210a, 210b goed gemengd en verbrand worden. In toevoeging is een luchttoevoer 232 verschaft om lucht in de branderzone te injecteren om zo de oxidatiereactie in de branderzone 230 te bevorderen. De tweede toevoermiddelen 221 zijn geconfigureerd voor het in de verbrandingszone 240 invoeren van de tweede stroom van afval 220. In toevoeging daarop zijn mengmiddelen 291, 292 voorzien voor het mengen van het NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone 240 bij een tweede temperatuur T2 zodanig dat NOx-conceritratie in de verbrandingszone 240 wordt verlaagd. De tweede temperatuur T2 zou tussen de 800 en 1000 °C, bij voorkeur tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur tussen 900 en 935 °C moeten zijn. In de uitvoeringsvorm van figuur 4 omvatten de mengmiddelen 291, 292 een eerste mengwand 291 en een tweede mengwand 292. De eerste mengwand 291 is geplaatst tussen de branderzone 230 en de verbrandingszone 240. De tweede mengwand 292, is geplaatst tussen de verbrandingszone 240 en de conditioneringszone 250. De conditioneringszone 250 is geconfigureerd om het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval vanuit de verbrandingszone 240 te ontvangen en omvat koelmiddelen (niet getoond) die zijn ingericht voor het koelen van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval in de conditioneringszone 250 bij een derde temperatuurbereik T3. De derde temperatuur T3 zou tussen 350 en 950 °C, bij voorkeur tussen 400 en 935 °C, meer bij voorkeur tussen 450 en 850 °C moeten zijn. Gekoelde rookgassen worden verwijderd uit de conditioneringszone 250 via uitlaatmiddelen 251.BE2017 / 5802 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C. The curved arrows or swirls in the burner zone 230 indicate a preferred embodiment of the burner 231 in the burner zone 230 where air eddy currents are formed in the burner zone 230 such that the temperature T1 is kept stable and homogeneous and such that the incoming streams of waste 210a, 210b well mixed and burned. In addition, an air supply 232 is provided to inject air into the burner zone so as to promote the oxidation reaction in the burner zone 230. The second feed means 221 are configured to introduce the second stream of waste 220 into the incineration zone 240. In addition, mixing means 291, 292 are provided for mixing the NOx-containing oxidized waste and the second stream of waste into the combustion zone 240. at a second temperature T 2 such that NO x concertitration in the combustion zone 240 is lowered. The second temperature T2 should be between 800 and 1000 ° C, preferably between 850 and 950 ° C, more preferably between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C. In the embodiment of Figure 4, the mixing means 291, 292 comprise a first mixing wall 291 and a second mixing wall 292. The first mixing wall 291 is placed between the burner zone 230 and the combustion zone 240. The second mixing wall 292 is placed between the combustion zone 240 and the combustion zone 240. conditioning zone 250. The conditioning zone 250 is configured to receive the mixture of oxidized waste and the second stream of waste from the combustion zone 240 and includes cooling means (not shown) adapted to cool the mixture of oxidized waste and the second stream of waste in the conditioning zone 250 at a third temperature range T3. The third temperature T3 should be between 350 and 950 ° C, preferably between 400 and 935 ° C, more preferably between 450 and 850 ° C. Cooled flue gases are removed from the conditioning zone 250 via exhaust means 251.

In de uitvoeringsvorm van figuur 4 worden bijkomende toevoermiddelen 220a getoond die zijn geconfigureerd om een bijkomende stroom 221a te injecteren in de verbrandingszone 240. In een uitvoeringsvorm omvat de bijkomende stroom 22,1a afval omvattende stikstofgebonden bestanddelen en is deze afkomstig uit de eerste afvalstroom 210 en/of tweede afvalstroom 22,0. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de bijkomende stroom 221a ammoniakgas en/of ureum dat afkomstig is uit een afzonderlijke toevoer 22,0a. Hoe dan ook kan de bijkomende stroom 221a worden gebruikt om stikstofgebonden bestanddelen te verschaffen die reageren met overtollig NOx dat aanwezig is in de verbrandingszone 240.In the embodiment of Figure 4, additional feed means 220a are shown that are configured to inject an additional stream 221a into the combustion zone 240. In an embodiment, the additional stream 22.1a comprises waste comprising nitrogen-bound components and is from the first waste stream 210 and / or second waste stream 22.0. In an alternative embodiment, the additional stream 221a comprises ammonia gas and / or urea from a separate feed 22.0a. Either way, the additional stream 221a can be used to provide nitrogen-bound components that react with excess NOx present in the combustion zone 240.

Samengevat zorgt het systeem 200 zoals getoond in figuur 4 ervoor dat een ammoniak bevattende afvalgasstroom wordt gesplitst in twee stromen van afval 210, 220. De eerste substroom van afval 210a, 210b wordt geoxideerd in de hogetemperatuurbranderzone 230. Deze branderzone 230 wordtIn summary, the system 200 as shown in Figure 4 causes an ammonia-containing waste gas stream to be split into two streams of waste 210, 220. The first sub-stream of waste 210a, 210b is oxidized in the high temperature burner zone 230. This burner zone 230 becomes

BE2017/5802 op de correcte temperatuur Tl gehouden door middel van bijvoorbeeld een multibrandstofbrander die ammoniakgas en/of brandstofgas verbrandt. Het resulterende NOx-bevattende gas passeert langs een mengwand 291 alvorens de verbrandingszone binnen te komen voor de deNOx-reactie. In de verbrandingszone 240 worden resulterende NOx-bevattende gassen gemengd met de resterende ammoniakgassen om een selectieve niet-katalytische reductie (SNCR) te bekomen van NOx dat is gevormd in de branderzone 230. In een voorbeelduitvoeringsvorm wordt een reductie van NOx van ongeveer 50% verkregen in deze verbrandingszone 240. De resulterende gecombineerde gassen worden dan gekoeld in de conditioneringszone 250, bijvoorbeeld door het injecteren van lucht. In een verdere uitvoeringsvorm treden de gekoelde gassen dan de selectieve katalytische reductie (SCR) een katalysatormodule (niet getoond) binnen via uitlaatmiddelen 251, waar de resterende ammoniak reageert met de resterende NOx om een verdere reductie van NOx te verkrijgen.BE2017 / 5802 kept at the correct temperature T1 by means of, for example, a multi-fuel burner which burns ammonia gas and / or fuel gas. The resulting NOx-containing gas passes along a mixing wall 291 before entering the combustion zone for the deNOx reaction. In the combustion zone 240, resulting NOx-containing gases are mixed with the remaining ammonia gases to obtain a selective non-catalytic reduction (SNCR) of NOx formed in the burner zone 230. In an exemplary embodiment, a reduction of NOx of about 50% is obtained in this combustion zone 240. The resulting combined gases are then cooled in the conditioning zone 250, for example, by injecting air. In a further embodiment, the cooled gases then enter the selective catalytic reduction (SCR) into a catalyst module (not shown) via outlet means 251, where the residual ammonia reacts with the residual NOx to obtain a further reduction of NOx.

Zoals hierboven beschreven beeft het verbrandingssysteem 200 drie zones 230, 240, 250.As described above, the combustion system 200 trembles three zones 230, 240, 250.

In de branderzone 230 zal ammoniak (NH3) worden geoxideerd, tezamen met alle aanwezige koolwaterstoffen, zuren, mercaptanen, en dergelijke. Onttrokken dampen en afvallucht worden in de branderzone 230 ingevoerd, bij voorkeur in nabijheid van de brander 231. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een hulpbrander (niet getoond) gebruikt om het systeem 200 en meer in het bijzonder de branderzone 230 tot de benodigde temperatuur Tl te brengen en zal de branderzone 230 op deze temperatuur Tl te houden. Bij voorkeur wordt een frequentiesnelheidsgecontroieerde ventilator gebruikt om de nodige hoeveelheid lucht te verschaffen aan de brander 231. Bij voorkeur wordt deze ventilator gecontroleerd door een temperatuurcontrole-inrichting van de branderzone 230 en/of verbrandingszone 240. De brander 231 kan bijvoorbeeld in werking zijn bij een lambdawaarde van 1.1, wat zou resulteren in hoogadiabatische temperatuur van ongeveer 1600 °C en meer. Er wordt dus meer lucht dan nodig in de branderzone 230 en/of verbrandingszone 240 geïnjecteerd. Dit kan worden bereikt door het meten van een temperatuur in de branderzone 230 en/of verbrandingszone 240 en het op gepaste wijze controleren van de snelheid van de ventilator. Op alternatieve wijze kan een ventilator die bij een constante snelheid werkt en daardoor een constante stroomsnelheid genereert, worden geopend en gesloten om de hoeveelheid lucht in de branderzone 230 en/of verbrandingszone 240 te controleren.In the burner zone 230, ammonia (NH 3) will be oxidized, along with all hydrocarbons, acids, mercaptans, and the like present. Vapors and waste air extracted are introduced into the burner zone 230, preferably in the vicinity of the burner 231. In a preferred embodiment, an auxiliary burner (not shown) is used to bring the system 200 and more particularly the burner zone 230 to the required temperature T1 and the burner zone 230 will be kept at this temperature T1. Preferably, a frequency speed controlled fan is used to provide the necessary amount of air to the burner 231. Preferably, this fan is controlled by a temperature control device of the burner zone 230 and / or combustion zone 240. The burner 231 may, for example, be operated at a lambda value of 1.1, which would result in a high diabetic temperature of around 1600 ° C and more. Thus, more air than necessary is injected into the burner zone 230 and / or combustion zone 240. This can be achieved by measuring a temperature in the burner zone 230 and / or combustion zone 240 and checking the speed of the fan in an appropriate manner. Alternatively, a fan operating at a constant speed and thereby generating a constant flow rate can be opened and closed to control the amount of air in the burner zone 230 and / or combustion zone 240.

In de verbrandingszone 240 zal het resterende deel van het ammoniak bevattende afvalgas 220 worden ingevoerd door tweede toevoermiddelen 221. HetNH3 van de afvaldampen zal reageren met het NOx dat is gevormd in de branderzone 230 om zo stikstofgas (N2) en water (H2O) te vormen. Bij voorkeur wordt de verhouding van ammoniakafvalgas dat de branderzone 230 en de verbrandingszone 240 binnentreedt gecontroleerd door middel van eenIn the combustion zone 240, the remaining part of the ammonia-containing waste gas 220 will be introduced by second feed means 221. The NH3 of the waste vapors will react with the NOx formed in the burner zone 230 to form nitrogen gas (N2) and water (H2O) . Preferably, the ratio of ammonia waste gas entering the burner zone 230 and the combustion zone 240 is controlled by means of a

BE2017/5802 stroomsnelheidscontroleklep die, op haar beurt, wordt gecontroleerd door de NOx--meting op het einde van het verbrandingsproces, bijvoorbeeld na de katalysatorblok. In toevoeging op of alternatief kunnen NOx-metingen worden uitgevoerd in de branderzone 230, in de verbrandingszone 240, op het einde van een koelstap, en/of in de conditioneringszone 250.BE2017 / 5802 flow rate control valve which, in turn, is controlled by the NOx measurement at the end of the combustion process, for example after the catalyst block. In addition to or alternatively, NO x measurements can be made in the burner zone 230, in the combustion zone 240, at the end of a cooling step, and / or in the conditioning zone 250.

In de conditioneringszone 250 worden rookgassen gemengd met koellucht om de temperatuur te doen dalen en de vereisten van de katalysatormodule te bereiken. Koellucht wordt bij voorkeur toegevoegd door middel van elektropneumatische luchtdempers, inaar de vakman kan alternatieve manieren om koellucht te verschaffen bedenken. In uitvoeringsvormen waarbij geen katalysatormodule wordt verschaft, worden rookgassen uitgestoten naar de atmosfeer. Wanneer zuren en/of assen aanwezig zijn in de rookgassen, kan een bijkomende rookgasschoonmaakstap worden toegevoegd door middel van een filterreactor, bijvoorbeeld HCl, SOx en Stoffilter, voordat het rookgas wordt uitgestoten in de atmosfeer.In the conditioning zone 250, flue gases are mixed with cooling air to lower the temperature and achieve the requirements of the catalyst module. Cooling air is preferably added by means of electropneumatic air dampers, while the person skilled in the art can devise alternative ways of providing cooling air. In embodiments where no catalyst module is provided, flue gases are emitted to the atmosphere. When acids and / or ashes are present in the flue gases, an additional flue gas cleaning step can be added by means of a filter reactor, for example HCl, SOx and Dust filter, before the flue gas is emitted into the atmosphere.

In een verdere uitvoerginsvorm wordt een katalysatorzone 160 verschaft. Bijvoorbeeld een katalysatormodule kan worden gepositioneerd in het pad van de gekoelde rookgasstroom. In deze zone reageert het resterende ammoniak met het resterende NOx om stikstof en water te vormen. De katalysator heeft ook een bufferwerking aangezien ammoniak wordt geabsorbeerd aan het oppervlak voordat het reageert met NOx.In a further output gin form, a catalyst zone 160 is provided. For example, a catalyst module can be positioned in the path of the cooled flue gas stream. In this zone, the remaining ammonia reacts with the remaining NOx to form nitrogen and water. The catalyst also has a buffering effect since ammonia is absorbed on the surface before it reacts with NOx.

De temperatuur Tl in de branderzone 230 is typisch veel hoger dan 1000 °C, omwille van het feit dat de oxidatiereactie van ammoniak het meest effectief is bij temperaturen boven 1000 °C. Deze hoge temperaturen kunnen ook veroorzaken dat op voordelige wijze alle geurcomponenten volledig worden vernietigd.The temperature T1 in the burner zone 230 is typically much higher than 1000 ° C, due to the fact that the oxidation reaction of ammonia is most effective at temperatures above 1000 ° C. These high temperatures can also cause all odor components to be completely destroyed in an advantageous manner.

De temperatuur T2 in de verbrandingszone 240 is bij voorkeur ongeveer 930 °C, omwille van het feit dat de reactie van NO en/of NO2 met ΝΉ3 om H2O en N2 te vormen het meest stabiel en effectief is bij deze temperatuur.The temperature T 2 in the combustion zone 240 is preferably about 930 ° C, because the reaction of NO and / or NO 2 with ΝΉ 3 to form H 2 O and N 2 is most stable and effective at this temperature.

In een voorkeursuitvOeringsvonn werkt het verbrandingssysteem 200 bij een lichte onderdruk.In a preferred embodiment, the combustion system 200 operates at a slight underpressure.

In een uitvoeringsvorm kunnen de rookgassen worden geëvacueerd naar een schoorsteen na de verbrandingszone 240 door middel van een rookgasonttrekkingsventilator. Deze ventilator wordt bij voorkeur op basis van frequentiesnelheid gecontroleerd en zorgt ervoor dat zones 230, 240, 250 in een toestand van lichte onderdruk verkeren.In one embodiment, the flue gases can be evacuated to a chimney after the combustion zone 240 by means of a flue gas extraction fan. This fan is preferably controlled on the basis of frequency velocity and ensures that zones 230, 240, 250 are in a state of slight underpressure.

BE2017/5802BE2017 / 5802

Terwijl de principes var· de uitvinding hierboven beschreven zijn aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal begrepen worden dat de beschrijvingstekst gemaakt is ter voorbeeld en nie als beperkend voor de beschermingsomvang die wordt bepaald door de aangehangen conclusies.While the principles of the invention have been described above with reference to specific embodiments, it will be understood that the description text is made by way of example and not as limiting the scope of protection defined by the appended claims.

Claims (10)

ConclusiesConclusions 1. Een werkwijze voor het verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat, de werkwijze omvattende de stappen:A method for incinerating waste comprising nitrogen-bound components, the method comprising the steps of: - het verschaffen van een eerste stroom van afval en een tweede stroom van al'val;- providing a first stream of waste and a second stream of waste; - het in een branderzone invoeren van de eerste stroom van afval;- introducing the first stream of waste into a burner zone; - het oxideren van de eerste stroom van afval bij een eerste temperatuurbereik in de branderzone zodat NOx wordt gevormd;- oxidizing the first stream of waste at a first temperature range in the burner zone so that NO x is formed; - het in een verbrandingszone invoeren van net NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval; en- introducing oxidised waste containing NOx and the second stream of waste into a combustion zone; and - het mengen van het NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone bij een tweede temperatuurbereik zodanig dat NOx-concentratie in de verbrandingszone wordt verlaagd.- mixing the NOx-containing oxidized waste and the second stream of waste in the combustion zone at a second temperature range such that NOx concentration in the combustion zone is reduced. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende de stappen:The method of claim 1, further comprising the steps of: - het in een conditioneringszone invoeren van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval; en- introducing the mixture of oxidized waste and the second stream of waste into a conditioning zone; and - het koeien van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval in de conditioneringzone bij een derde temperatuurbereik.- cows the mixture of oxidized waste and the second stream of waste in the conditioning zone at a third temperature range. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende de stappen:The method of claim 1 or 2, further comprising the steps of: - het in een katalysatorzone invoeren van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval; en- introducing the mixture of oxidized waste and the second waste stream into a catalyst zone; and - het in de katalysatorzone invoeren van een katalysator bij een vierde temperatuurbereik zodanig dat NOx-concentratie in de katalysatorzone wordt verlaagd.- introducing a catalyst into the catalyst zone at a fourth temperature range such that NO x concentration in the catalyst zone is lowered. 4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij liet eerste temperatuurbereik tussen 850 en 2000 °C, bij voorkeur tossen 1000 en 1500 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C is.A method according to any one of the preceding claims, wherein the first temperature range is between 850 and 2000 ° C, preferably between 1000 and 1500 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C . 5 - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.5 - a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste. 33. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-32, waarbij de stikstofgebonden bestanddelen eender welke van ammoniak, ureum en stikstofgas omvatten.The system of any one of the preceding claims 18-32, wherein the nitrogen-bound components comprise any of ammonia, urea, and nitrogen gas. 5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het tweede temperatuurbereik tussen 800 en 1000 °C, bij voorkeur tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur tussen 900 en 935 °C is.A method according to any one of the preceding claims, wherein the second temperature range is between 800 and 1000 ° C, preferably between 850 and 950 ° C, more preferably between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C . 6. Werkwijze volgens één der conclusies 2-5, waarbij het derde temperatuurbereik tussen 350 en 950 °C, bij voorkeur tussen 400 en 935 °C, meer bij voorkeur tussen 450 en 850 °C is.The method of any one of claims 2-5, wherein the third temperature range is between 350 and 950 ° C, preferably between 400 and 935 ° C, more preferably between 450 and 850 ° C. 7. Werkwijze volgens één der conclusies 3-6, waarbij het vierde temperatuurbereik tussen 150 en 650 °C, bij voorkeur tussen 200 en 500 °C, meer bij voorkeur tussen 230 en 450 °C, en meest bij voorkeur' tussen 320 en 380 °C is.7. Method according to any of claims 3-6, wherein the fourth temperature range is between 150 and 650 ° C, preferably between 200 and 500 ° C, more preferably between 230 and 450 ° C, and most preferably between 320 and 380 ° C. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het in de branderzone invoeren van de eerste stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom omvat op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.A method according to any one of the preceding claims, wherein introducing the first stream of waste into the burner zone comprises checking the amount of waste in the first stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste. 9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het in de branderzone invoeren van de eerste stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom omvat op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone.A method according to any one of the preceding claims, wherein introducing the first stream of waste into the burner zone comprises checking the amount of waste in the first stream on the basis of a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone. 10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het in de verbrandingszone invoeren van de tweede stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom omvat op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval.A method according to any one of the preceding claims, wherein introducing the second stream of waste into the incineration zone comprises checking the amount of waste in the second stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste. 11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het in de verbrandingszone invoeren van de tweede stroom van afval het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom omvat op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone.A method according to any one of the preceding claims, wherein introducing the second stream of waste into the combustion zone comprises checking the amount of waste in the second stream based on a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone. 12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het in de verbrandingszone invoeren van het NOx-bevattende geoxideerde afval het doorsturen van het NOx-bevattende geoxideerde afval vanaf de branderzone doorheen ten minste één mengwand in de richting van de verbrandingszone omvat.A method according to any one of the preceding claims, wherein introducing the NOx-containing oxidized waste into the combustion zone comprises forwarding the NOx-containing oxidized waste from the burner zone through at least one mixing wall in the direction of the combustion zone. 13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, omvattende de stap van het in de verbrandingszone invoeren van een bijkomende hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen.A method according to any one of the preceding claims, comprising the step of introducing an additional amount of nitrogen-bound components into the combustion zone. 14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende de stap van het controleren van het eerste temperatuurbereik in de branderzone op basis van ten minste één van:A method according to any one of the preceding claims, further comprising the step of checking the first temperature range in the burner zone based on at least one of: - een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone; BE2017/5802BE2017 / 5802 BE2017/5802BE2017 / 5802 - een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone; - een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone; - een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone; - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste. 15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende de stap van het controleren van het tweede temperatuurbereik in de verbrandingszone op basis van ten minste één van:The method of any one of the preceding claims, further comprising the step of checking the second temperature range in the combustion zone based on at least one of: - een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone; - een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone; - een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone; - een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone; - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afval.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste. 16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stikstofgebonden bestanddelen eender welke van ammoniak, ureum en stikstofgas omvatten.The method of any one of the preceding claims, wherein the nitrogen-bound components comprise any of ammonia, urea, and nitrogen gas. 17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat eender welke van de volgende is: een afvalgas, een afvalvloeistof, afvalslib, vast afval, of elke combinatie daarvan.A method according to any one of the preceding claims, wherein the waste comprising nitrogen-bound components is any of the following: a waste gas, a waste liquid, waste sludge, solid waste, or any combination thereof. 18. Een systeem voor hei verbranden van afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat, het systeem omvattende de stappen:18. A waste incineration system comprising nitrogen-bound components, the system comprising the steps of: - een branderzone omvattende een brander;- a burner zone comprising a burner; - een verbrandingszone;- a combustion zone; - eerste toevoenniddelen die geconfigureerd zijn voor het verschaften van een eerste stroom van afval en tweede toevoenniddelen voor het verschaffen van een tweede stroom van afval, waarbij :- first feed means configured to provide a first stream of waste and second feed means for providing a second stream of waste, wherein: - de eerste toevoenniddelen geconfigureerd zijn voor het in de branderzone invoeren van de eerste stroom van afval;- the first supply means are configured for introducing the first stream of waste into the burner zone; - de brander geconfigureerd is voor het oxideren van de eerste stroom van afval bij een eerste temperatuurbereik in de branderzone zodanig dat NOx wordt gevormd;- the burner is configured to oxidize the first stream of waste at a first temperature range in the burner zone such that NO x is formed; - de tweede toevoenniddelen geconfigureerd zijn voor het in de verbrandingszone invoeren van de tweede stroom van afval; en- the second supply means are configured for introducing the second stream of waste into the incineration zone; and BE2017/5802 mengmiddelen die geconfigureerd zijn voor het mengen van het NOx-bevattende geoxideerde afval en de tweede stroom van afval in de verbrandingszone bij een tweede temperatuurbereik zodanig dat de NOx-concentratie in de verbrandingszone wordt verlaagd.BE2017 / 5802 mixing means configured to mix the NOx-containing oxidized waste and the second stream of waste in the combustion zone at a second temperature range such that the NOx concentration in the combustion zone is lowered. 19. Systeem volgens conclusie 18, verder omvattende:The system of claim 18, further comprising: - een conditioneringszone geconfigureerd om het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval vanaf de verbrandingszone te ontvangen; en- a conditioning zone configured to receive the mixture of oxidized waste and the second stream of waste from the combustion zone; and - koelmiddelen die geconfigureerd zijn voor het koelen van het mengsel van geoxideerd afval en de tweede stroom van afval in de conditionermgzone bij een derde temperatuurbereik.- cooling means configured to cool the mixture of oxidized waste and the second stream of waste in the conditioner zone at a third temperature range. 20. Systeem volgens conclusie 18 of 19, verder omvattende:The system of claim 18 or 19, further comprising: - een katalysatorzone die geconfigureerd is voor het ontvangen van het mengsel van geoxideerd afvai en de tweede stroom van afval; en- a catalyst zone configured to receive the mixture of oxidized waste and the second stream of waste; and - katalysatortoevoermiddelen die geconfigureerd zijn voor het in de katalysatorzone invoeren van een katalysator bij een vierde temperatuurbereik zodanig dat NOx-concentratie in de katalysatorzone wordt verlaagd.- catalyst feed means configured to introduce a catalyst into the catalyst zone at a fourth temperature range such that NO x concentration in the catalyst zone is lowered. 21. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-20, waarbij het eerste temperatuurbereik tussen 850 en 2000 °C, bij voorkeur tussen 1000 en 1500 °C, meer bij voorkeur tussen 1000 en 1250 °C, en meest bij voorkeur tussen 1050 en 1150 °C is.A system according to any one of the preceding claims 18-20, wherein the first temperature range is between 850 and 2000 ° C, preferably between 1000 and 1500 ° C, more preferably between 1000 and 1250 ° C, and most preferably between 1050 and 1150 ° C. 22. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-21, waarbij het tweede temperatuurbereik tussen 800 en 1000 °C, bij voorkeur tussen 850 en 950 °C, meer bij voorkeur tussen 875 en 940 °C, en meest bij voorkeur tussen 900 en 935 °C is.A system according to any one of the preceding claims 18-21, wherein the second temperature range is between 800 and 1000 ° C, preferably between 850 and 950 ° C, more preferably between 875 and 940 ° C, and most preferably between 900 and 935 ° C. 23. Systeem volgens één der conclusies 18-23, waarbij het derde temperatuurbereik tussenThe system of any one of claims 18 to 23, wherein the third temperature range is between 350 en 950 °C, bij voorkeur tussen 400 en 935 °C, meer bij voorkeur tussen 450 en 850 °C is.350 and 950 ° C, preferably between 400 and 935 ° C, more preferably between 450 and 850 ° C. 24. Systeem volgens één der conclusies 18-23, waarbij het vierde temperatuurbereik tussenThe system of any one of claims 18 to 23, wherein the fourth temperature range is between 150 en 650 °C, bij voorkeur tussen 200 en 500 °C, meer bij voorkeur tussen 230 en 450 °C, en meest bij voorkeur tussen 320 en 380 °C is.150 and 650 ° C, preferably between 200 and 500 ° C, more preferably between 230 and 450 ° C, and most preferably between 320 and 380 ° C. 25. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-24, omvattende een eerste controleinrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van afvai.A system according to any one of the preceding claims 18-24, comprising a first checking device configured to check the amount of waste in the first stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the second waste stream. BE2017/5802BE2017 / 5802 26. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-25, omvattende een tweede controle-inrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid afval in de eerste stroom op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone.26. A system according to any one of the preceding claims 18-25, comprising a second control device configured to control the amount of waste in the first stream on the basis of a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone . 27. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-26, omvattende een derde controleinrichting geconfigureerd voor het controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom op basis van een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval.A system according to any one of the preceding claims 18-26, comprising a third checking device configured to check the amount of waste in the second stream based on a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste. 28. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-27, omvattende een vierde controle-inrichting geconfigureerd voor liet controleren van de hoeveelheid afval in de tweede stroom op basis van een concentratie van NOx in ten minste één van de branderzone, verbrandingszone, conditioneringszone en katalysatorzone.A system according to any one of the preceding claims 18-27, comprising a fourth checking device configured to check the amount of waste in the second stream based on a concentration of NOx in at least one of the burner zone, combustion zone, conditioning zone and catalyst zone . 29. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-28, waarbij de mengmiddelen ten minste één mengwand omvatten die geconfigureerd is voor het daardoorheen doorsturen van het NOx-bevattende geoxideerde afval vanaf de branderzone in de richting van de verbrandingszone.29. System as claimed in any of the foregoing claims 18-28, wherein the mixing means comprise at least one mixing wall which is configured for forwarding through it the NOx-containing oxidised waste from the burner zone in the direction of the combustion zone. 30. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-29, omvattende bijkomende toevoermiddelen die geconfigureerd zijn voor het in de verbrandingszone invoeren van een bijkomende hoeveelheid stikstofgebonden bestanddelen.30. System as claimed in any of the foregoing claims 18-29, comprising additional supply means which are configured for introducing an additional amount of nitrogen-bound components into the combustion zone. 31. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-30, verder omvattende een eerste temperatuurcontrole-inrichting geconfigureerd voor het controleren van het eerste temperatuurbereik in de branderzone op basis van ten minste één van:A system according to any one of the preceding claims 18-30, further comprising a first temperature control device configured to control the first temperature range in the burner zone based on at least one of: - een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone; - een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone; - een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone; - een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone; - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de tweede stroom van al'val.- a concentration of nitrogen-bound components in the second stream of waste. 32. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-31, verder omvattende een tweede temperatuurcontrole-inrichting geconfigureerd voor het controleren van het tweede temperatuurbereik in de verbrandingszone op basis van ten minste één van:A system according to any of the preceding claims 18-31, further comprising a second temperature control device configured to control the second temperature range in the combustion zone based on at least one of: - een concentratie van NOx in de branderzone;- a concentration of NOx in the burner zone; BE2017/5802BE2017 / 5802 - een concentratie van NOx in de verbrandingszone;- a concentration of NOx in the combustion zone; - een concentratie van NOx in de conditioneringszone;- a concentration of NOx in the conditioning zone; - een concentratie van NOx in de katalysatorzone;- a concentration of NOx in the catalyst zone; - een concentratie van stikstofgebonden bestanddelen in de eerste stroom van afval; en- a concentration of nitrogen-bound components in the first stream of waste; and 10 34. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 18-33, waarbij het afval dat stikstofgebonden bestanddelen omvat eender welke van de volgende is: eert afvalgas, een afvalvloeistof, afvalslib, vast afval, of elke combinatie daarvan.34. A system according to any one of the preceding claims 18-33, wherein the waste comprising nitrogen-bound components is any of the following: honors waste gas, a waste liquid, waste sludge, solid waste, or any combination thereof.
BE2017/5802A 2017-11-08 2017-11-08 Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components BE1025690B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5802A BE1025690B1 (en) 2017-11-08 2017-11-08 Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5802A BE1025690B1 (en) 2017-11-08 2017-11-08 Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025690A1 BE1025690A1 (en) 2019-06-04
BE1025690B1 true BE1025690B1 (en) 2019-06-11

Family

ID=61189186

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5802A BE1025690B1 (en) 2017-11-08 2017-11-08 Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025690B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1306617A2 (en) * 2001-10-26 2003-05-02 Mitsubishi Heavy Industries, Ltd. Gas combustion treatment method and apparatus therefor
EP1422476A2 (en) * 2002-11-19 2004-05-26 Rohm And Haas Company Method for reducing waste oxide gas emissions in industrial processes
WO2011048461A1 (en) * 2009-10-23 2011-04-28 Siirtec Nigi Spa Process for the recovery of sulphur from gaseous streams rich in ammonia, from acid gas and sulphur dioxide streams

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1306617A2 (en) * 2001-10-26 2003-05-02 Mitsubishi Heavy Industries, Ltd. Gas combustion treatment method and apparatus therefor
EP1422476A2 (en) * 2002-11-19 2004-05-26 Rohm And Haas Company Method for reducing waste oxide gas emissions in industrial processes
WO2011048461A1 (en) * 2009-10-23 2011-04-28 Siirtec Nigi Spa Process for the recovery of sulphur from gaseous streams rich in ammonia, from acid gas and sulphur dioxide streams

Also Published As

Publication number Publication date
BE1025690A1 (en) 2019-06-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Schäfer et al. Hydrolysis of HCN as an important step in nitrogen oxide formation in fluidised combustion. Part 1. Homogeneous reactions
AU2008352212C1 (en) Method and apparatus of controlling oxygen supply in oxyfuel combustion boiler
KR102324986B1 (en) Carbon capture
DK2151272T3 (en) A method and installation for purification of forbrændingsrøggasser containing the nitrogen oxides
DK1271053T3 (en) Process for combustion of high-halogenated waste with reduced emissions and corrosion
WO2018115499A1 (en) Process and plant for denitrification of combustion gases
CN104780996A (en) Exhaust-gas purification device and method for the reduction of nitrogen oxides from an exhaust gas of a fossil-fired power plant
CA3009250A1 (en) Carbon capture
BE1025690B1 (en) Method and system for the incineration of waste comprising nitrogen-bound components
JP5276460B2 (en) Exhaust gas purification device
BR9904427A (en) Sensor for detecting instantaneous concentrations of a plurality of gaseous constituents of a gas, catalytic system for reducing nitrogen oxides in combustion gases, and process for minimizing the discharge of nh3 and that of a catalytic system
US9919266B2 (en) Systems and methods for treatment of flue gas
CN204637957U (en) A kind of equipment for denitrifying flue gas
FI88363B (en) ROEKGASANLAEGGNING
CN110026082A (en) A kind of ozone injects the kiln gas denitrification apparatus and method of auxiliary SCR before ammonia
Zhou et al. Highly efficient and economical nitrogen oxides controlled by an in‐furnace urea solution pyrolysis coupled with SCR system for a coal‐fired utility boiler
CN204495802U (en) A kind of heating arrangement being applied to the escaping of ammonia Measurement and calibration equipment
Machač et al. A simplified simulation of the reaction mechanism of NO x formation and non-catalytic reduction
JP6413034B1 (en) Combustion control method for an incinerator with a biogas combustion engine
JP4459003B2 (en) Waste treatment system
CN108064188A (en) For selective non-catalytic NOXThe method and system of reduction
JP2012002463A (en) Combustion plant controller, and combustion plant control method
von der Heide Complying with New NOx Emission Standards–The Challenges of SNCR Technology and its Solutions
JP2012045465A (en) Apparatus for treating exhaust
JPH0658522A (en) Remover of nox in exhaust gas from municipal refuse incinerator

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190611

PD Change of ownership

Owner name: NUTARA ENVIRONMENT BV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CESSION; FORMER OWNER NAME: EUROPEM TECHNOLOGIES NV

Effective date: 20191009

PD Change of ownership

Owner name: TIALOC BELGIUM NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CESSION; FORMER OWNER NAME: NUTARA ENVIRONMENT BV

Effective date: 20200720