BE1024858B1

BE1024858B1 - Intumescent additief voor een coating

Info

Publication number: BE1024858B1
Application number: BE2016/5967A
Authority: BE
Inventors: Anthony Geerinckx
Original assignee: BUIJSSE INTERNATIONAL nv
Priority date: 2016-12-23
Filing date: 2016-12-23
Publication date: 2018-07-31
Also published as: BE1024858A1

Abstract

Een intumescent additief voor toevoeging aan een coating ter vorming van een intumescente coating, waarbij dit additief een katalysator, een koolstofbron, een blaasmiddel en een weekmaker omvat, een werkwijze ter vorming van dit additief, een intumescente coating omvattende het additief en een werkwijze om dergelijke intumescente coating aan te brengen op een oppervlak.

Description

Voorrangsdatum :

Internationale classificatie : C09D 5/18, C09D 7/12, C08K 5/00, C08K 5/101 Aanvraagnummer : BE2016/5967

Indieningsdatum : 23/12/2016

Houder :

BUIJSSE INTERNATIONAL nv

9160, LOKEREN

België

Uitvinder :

GEERINCKX Anthony

9070 HEUSDEN-DESTELBERGEN België

INTUMESCENT ADDITIEF VOOR EEN COATING

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024858 Nummer van indiening: BE2016/5967

Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: C09D 5/18 C09D 7/12 C08K 5/00 C08K 5/101

Datum van verlening: 31/07/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 23/12/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

BUIJSSE INTERNATIONAL nv, Spinnerslaan 3, 9160 LOKEREN België;

vertegenwoordigd door

CARDOEN Annelies, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: INTUMESCENT ADDITIEF VOOR EEN COATING.

UITVINDER(S):

GEERINCKX Anthony, Puntweg 14, 9070, HEUSDEN-DESTELBERGEN;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 31/07/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5967

INTUMESCENT ADDITIEF VOOR EEN COATING

Deze uitvinding betreft een intumescent additief voor toevoeging aan een coating ter vorming van een intumescente coating, waarbij dit additief een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel omvat.

Deze uitvinding betreft ook een werkwijze voor het vervaardigen van een intumescent additief waarbij vaste stoffen worden voorzien, waarbij deze vaste stoffen een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel omvatten.

Deze uitvinding betreft eveneens een intumescente coating en een werkwijze voor het aanbrengen van een intumescente coating op een oppervlak.

De term ‘intumescent’ kan ook worden aangeduid met de termen ‘intumescerend’ of ‘opzwellend’. Met een intumescent additief voor een coating wordt een additief aangeduid dat in staat is om intumescente eigenschappen te verschaffen aan coating. Met andere woorden, door dit intumescent additief te gaan toevoegen aan een coating, zal de coating gaan opzwellen bij een brand en/of bij een grote toename van de temperatuur.

Een intumescente coating of een opzwelbare coating wordt aangebracht op een substraat om dit substraat tijdens een eventuele brand te beschermen gedurende een welbepaalde tijd. Tijdens een brand en/of bij een grote toename van de temperatuur gaat een intumescente coating gaan opschuimen en vervolgens gaan verkolen waardoor deze coating het substraat gaat isoleren en de temperatuur stij ging van het substraat geremd wordt. De intumescente coating zorgt dus dat het substraat zijn kritische temperatuur, waarbij het substraat faalt, niet zal bereiken of slechts na een welbepaalde tijd zal bereiken. Het substraat dat men wenst te beschermen door een intumescente coating is vaak vervaardigd uit metaal. Zo gaat men bijvoorbeeld een intumescente coating aanbrengen op metalen draagbalken.

BE2016/5967

Intumescente coatings worden momenteel gevormd door bepaalde poeders te gaan toevoegen aan een vloeibare coating, waardoor de coating intumescente eigenschappen verkrijgt. Deze poeders omvatten een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel. Het vermengen/mixen van deze poeders met een coating is echter praktisch niet eenvoudig. De poeders die worden toegevoegd aan de vloeibare coating, hebben namelijk een directe werking op de viscositeit en zorgen voor een aanzienlijke stijging van de viscositeit. Bij een te hoge viscositeit is het moeilijk om de intumescente coating te gaan aanbrengen op een substraat. Om een goede intumescente werking te hebben, moet er echter een voldoende hoeveelheid van deze poeders worden toegevoegd. Dit leidt er toe dat de start viscositeit van de coating teveel stijgt. De hoeveelheid poeder die men kan toevoegen, wordt hier dus beperkt door de viscositeitstoename, waardoor men niet genoeg poeder kan toevoegen en de intumescente werking vaak onvoldoende is. Om een goede werking te verzekeren moeten deze poeders goed verspreid zijn in de coating en moet het vermengen van de poeders in de coating dus voldoende zijn, wat vaak niet het geval is.

Daar de start viscositeit meestal te hoog is, zien de bestaande intumescente coatings er, na het aanbrengen op een substraat en het uitharden ervan, meestal niet esthetisch uit. Zo heeft de coating geen vlak oppervlak omdat het bijvoorbeeld bepaalde golvingen vertoont. Deze visuele imperfecties worden bijkomend benadrukt doordat er op de bestaande intumescente coatings een beschermende toplaag wordt aangebracht, die door zijn laagdikte reflectie zal geven van deze imperfecties. Het is mogelijk om deze intumescente coatings egaler aan te brengen. Echter hiervoor moet men gebruik maken van tijdrovende werkwijzen.

De intumescente coating beschermt zijn substraat gedurende een welbepaalde tijd. Er is een directe relatie tussen de dikte van de intumescente coating en de beschermtijd. Deze dikte wordt opgebouwd in verschillende lagen. Wanneer men een laag intumescente coating plaatst, moet deze eerst gedurende een welbepaalde tijd uitharden en drogen vooraleer er een andere laag kan worden aangebracht. Daar dit uitharden een zekere tijd in beslag neemt, duurt het vaak meerdere dagen vooraleer

BE2016/5967 men de volledige intumescente coating kan plaatsen. Wanneer men niet voldoende lang wacht tussen het aanbrengen van de verschillende lagen, zorgt dit voor een afname van de intumescente eigenschappen. Ook moet er nog een primerlaag worden aangebracht op het substraat en een beschermende toplaag die de intumescente coating beschermd, wat bijkomend zorgt voor extra droogtijden.

Bijkomend zijn bestaande intumescente coatings gevoelig aan beschadiging, wanneer deze zijn aangebracht op het substraat. Wanneer het substraat een bouwonderdeel is, zoals een metalen draagbalk, dat nog getransporteerd en/of geplaatst moet worden, kan de aangebrachte intumescente coating eenvoudig beschadigd raken. Bestaande intumescente coatings zijn ook gevoelig aan breuken die bijvoorbeeld veroorzaakt worden door afwisselende weersomstandigheden zoals koude/warmte, water, Uv-straling, enz.

Het is dan ook een doel van de uitvinding om in een intumescente coating te voorzien, die bovengenoemde nadelen niet heeft, en die dus op een eenvoudige manier gevormd kan worden en goed en snel aanbrengbaar is op een substraat.

Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een intumescent additief voor toevoeging aan een coating ter vorming van een intumescente coating, waarbij dit additief een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel omvat, en waarbij het additief een weekmaker omvat.

Doordat dit additief een weekmaker omvat, zal de toevoeging van dit additief aan een coating, geen of geen sterke viscositeitstoename veroorzaken van deze coating. Hierdoor zijn het additief en de coating goed vermengbaar, waardoor het additief ook goed wordt verspreid over de coating. Met behulp van dit additief is men ook in Staat om de coating te voorzien van voldoende intumescente eigenschappen omdat men in Staat is om meer van de katalysator, de koolstofbron en het blaasmiddel te gaan toevoegen aan de coating. Men kan tot 20 gewichtsprocent ten aanzien van de uitgeharde coating extra of zelfs nog meer van de katalysator, de koolstofbron en het

BE2016/5967 blaasmiddel gaan toevoegen in vergelijking met de bestaande intumescente additieven. Dit omdat er minder of geen problemen zijn met de viscositeit, waardoor men een grotere hoeveelheid van het intumescente additief kan toevoegen aan de coating.

Met behulp van dit intumescente additief wordt dus een intumescente coating bekomen met geen al te hoge start viscositeit, waardoor deze eenvoudig aanbrengbaar is op een substraat. Men kan hier de intumescente coating egaal en vlak aanbrengen waardoor deze intumescente coating een esthetisch uitzicht zal hebben nadat het is aangebracht op het substraat.

Ook het toevoegen van het additief aan de coating en het vermengen is eenvoudig en vergt dus geen spéciale kennis of vaardigheden. Het intumescente additief kan als ‘add-on’ mix worden verkocht, waarbij men dan zelf kan kiezen aan welke coating men het gaat toevoegen. Het additief kan worden toegevoegd aan bijvoorbeeld een component coating. Het additief wordt bij voorkeur toegevoegd aan een componenten coating. Twee componenten coatings omvatten twee componenten namelijk een A-deel en een B-deel. Het A-deel omvat (een mengsel van) onder andere polymeren, prepolymeren of monomeren en het B-deel omvat een verharder dat in Staat is om te reageren met het A-deel en het A-deel te verharden. Bijvoorbeeld wanneer de coating een polyurethaan en/of polyurea coating is, omvat het A-deel een urethaan polymeer, prepolymeer, monomeer en omvat het B-deel een verharder omvattende bijvoorbeeld isocyanaat. Men kan ervoor opteren om het additief dan toe te voegen aan het A-deel of het B-deel. Men kan ook het additief gaan toevoegen tijdens het samenvoegen van het A-deel en het B-deel.

Met behulp van de weekmaker, kan men na het aanbrengen van een laag intumescente coating, ook veel sneller een nieuwe laag intumescente coating aanbrengen waardoor het aanbrengen van verschillende lagen intumescente coating, om een goede werking te hebben, snel kan plaatsvinden. Men hoeft hier geen rekening te houden met droogtijden. Men kan namelijk direct een laag intumescente

BE2016/5967 coating plaatsen op een andere laag intumescente coating. Deze intumescente coating is ook veel minder gevoelig aan beschadiging en zal minder snel breuken vertonen. Hierdoor heeft men meer keuzevrijheid bij het aanbrengen van deze intumescente coating op een substraat. Men kan dit uitvoeren voorafgaand aan het transport van het substraat en men hoeft ook minder rekening te houden met de weersomstandigheden.

Hier is het in principe niet nodig om een beschermende toplaag bovenop de aangebrachte intumescente coating aan te brengen. Dit daar deze intumescente coating op zieh al goed beschermd is tegen externe factoren zoals water, Uv-straling. Echter kan men nog altijd een toplaag gaan aanbrengen op de intumescente coating. De intumescente coating zal nagenoeg altijd volledig uitharden na het aanbrengen ervan op een substraat, zodat het substraat altijd goed beschermd is.

Het additief is bij voorkeur een mengsel en nog meer bij voorkeur een oplossing. De weekmaker is bij voorkeur minstens vloeibaar bij temperaturen gelegen tussen 10° en 40°. De intumescente coating wordt normaal gezien aangebracht bij temperaturen gelegen tussen 10° en 40°. Wanneer de weekmaker vloeibaar is, is het zeer eenvoudig om het intumescente additief goed te gaan vermengen met de coating.

De katalysator is bij voorkeur een zure minerale katalysator zoals bijvoorbeeld ammoniumpolyfosfaat. De koolstofbron kan bijvoorbeeld pentaerythritol en/of dipentaerythritol zijn. Het blaasmiddel is bijvoorbeeld melamine. De katalysator, de koolstofbron en het blaasmiddel zorgen bij een temperatuurstijging voor een ketting van chemische reacties. De katalysator, wanneer het een zure katalysator is, gaat ontbinden tot een zuur. Dit zuur gaat de aanwezige koolstofbron dehydrateren en aldus carboniseren. Het blaasmiddel ontleedt en de hierdoor vrijgemaakte gassen gaan de gesmolten structuur opblazen en vormen zo een opgeschuimde verkoolde coating die werkt als warmte-isolator. De weekmaker verzekert hier dat de katalysator, de koolstofbron en het blaasmiddel eenvoudig vermengbaar zijn met de

BE2016/5967 coating, deze goed verspreid zitten over de intumescente coating en er voldoende van aanwezig zijn.

Het intumescente additief is bij voorkeur vloeibaar bij kamertemperatuur. Nog meer bij voorkeur is het intumescent additief bij temperaturen gelegen tussen -5° en 40° vloeibaar. Het is eenvoudig een vloeibaar additief te gaan toevoegen aan een coating, daar een coating voorafgaand aan het aanbrengen ervan op een substraat ook vloeibaar is. Het vermengen van twee vloeibare substanties is ook eenvoudig en goed uit te voeren. Gezien het aanbrengen van een intumescente coating vaak buiten gebeurt, is het goed dat het additief ook vloeibaar is rond het vriespunt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de weekmaker brandvertragende eigenschappen. Het additief zal hierdoor de intumescente werking van de andere componenten van het additief niet gaan hinderen. Bijkomend zal de weekmaker hier zelfs bijdragen tot de brand beschermende eigenschappen van het additief waardoor een intumescente coating verworven door dit additief toe te voegen aan een coating, nog beter in staat is om Substraten te beschermen.

Verder bij voorkeur omvat de weekmaker één of meerdere stoffen uit de groep van fosfaatesters, dibenzoaten en cyclohexanaten. Dit kunnen bijvoorbeeld penta-, dioctyl, octyl-, isodecyl-, nonyl-, aryl, enz. fosfaatesters, dibenzoaten of cyclohexanaten zijn.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm doet de weekmaker dienst als oplosmiddel en is de verhouding van het gewicht katalysator, koolstofbron en blaasmiddel op het volume van de weekmaker hoogstens 0,025 g/1. De weekmaker vormt hier dan een oplosmiddel waarin de vaste stoffen omvattende onder andere de katalysator, de koolstofbron en het blaasmiddel, zijn in opgelost. De katalysator, de koolstofbron en het blaasmiddel zijn bij kamertemperatuur vaak vaste stoffen die bijvoorbeeld in poedervorm aanwezig zijn. Door te werken met een weekmaker als oplosmiddel

BE2016/5967 waarin men deze vaste stoffen eerst gaat oplossen, kan men deze vaste stoffen eenvoudig gaan vermengen met een coating.

Bij voorkeur omvat het additief wonderboonolie en/of vloeibare ammoniumpolyfosfaat. Wonderboonolie of castor olie is olie afkomstig van de wonderboom ‘Ricinus communis’. Deze olie is vloeibaar bij kamertemperatuur en draagt dus bij tot een goede vemengbaarheid van het additief met een coating. De vloeibare ammoniumpolyfosfaat kan bijkomend dienst doen als katalysator. Doordat deze in vloeibare vorm aanwezig is, kan deze nog beter zijn functie als katalysator uitvoeren. De wonderboonolie is bij voorkeur ‘First Special Grade’ wonderboonolie met een laag watergehalte.

In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het additief een adhesiepromotor. Hierdoor is de door het intumescente additief bekomen intumescente coating, rechtstreeks op een oppervlak aanbrengbaar. Hier moet men dan geen primerlaag aanbrengen op het oppervlak om de intumescente coating te kunnen hechten aan het oppervlak. Hierdoor is er geen primer substantie nodig en kan ook veel sneller een beschermende laag worden aangebracht op een oppervlak, dit omdat men geen rekening moet houden met de droogtijd van de primer. Bij de bestaande intumescente coatings moet men altijd eerst een primer of dergelijke aanbrengen op het oppervlak, daar de bestaande intumescente coatings niet voldoende hechten op het oppervlak. Doordat deze adhesiepromotor deel uitmaakt van het intumescente additief dat goed vermengbaar is met een coating, wordt de adhesiepromotor ook goed verspreid in de coating, waardoor de bekomen intumescente coating overal goed zal hechten aan het substraat. Uiteraard kan men er nog steeds voor opteren om te werken met een primerlaag. De adhesiepromotor is bijvoorbeeld een adhesiepromotor voor adhesie op een metalen oppervlak.

De adhesiepromotor omvat bij voorkeur een silaan en/of een fluorverbinding. Het silaan kan gemodificeerd silaan zijn dat bijvoorbeeld de volgende formule omvat

BE2016/5967

XY-(CH2)n-Si(OR’OR”OR”’) met XY in functie van het substraat. De fluorverbinding kan een polyfluor zijn.

Ook bij voorkeur maakt de adhesiepromotor 0,01 tot 3 volumeprocent uit van het additief.

Het doel wordt ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een intumescent additief waarbij vaste stoffen worden voorzien, waarbij deze vaste stoffen een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel omvatten, waarbij één of meerdere vloeibare stoffen worden voorzien en de vaste stoffen en de vloeibare stoffen worden bijeengevoegd, waarna deze stoffen vermengd worden en waarbij deze één of meerdere vloeibare stoffen een weekmaker omvatten. Door ook vloeibare stoffen te voorzien die een weekmaker omvatten, zal men hierdoor een intumescent additief bekomen dat goed vermengbaar is met een coating, waardoor met behulp van het bekomen intumescente additief men een goede intumescente coating kan bekomen. Bij voorkeur worden de vloeibare stoffen toegevoegd aan de vaste stoffen. De term ‘vermengen’ kan ook worden aangeduid met de termen ‘mixen’ en ‘mêleren’.

De verhouding gewicht op volume, van vaste stoffen op vloeibare stoffen is hoogstens 0,025 g/1. Hier voorziet men in voldoende vloeibare stoffen waardoor de vaste stoffen gaan oplossen in de vloeibare stoffen. Het vervaardigde intumescente additief is hier vloeibaar. Ook zijn er hier nog voldoende vaste stoffen waardoor dit additief zeer goed in Staat zal zijn om een coating van voldoende intumescente eigenschappen te voorzien.

Bij voorkeur omvatten de vloeibare stoffen wonderboonolie. De volumeverhouding wonderboonolie op weekmaker is bij voorkeur gelegen is tussen 0,001 en 20, nog meer bij voorkeur tussen 0,1 en 20 en nog meer bij voorkeur tussen 0,1 en 10. De wonderboonolie is bij voorkeur ‘First Special Grade’ wonderboonolie met een laag watergehalte.

BE2016/5967

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een adhesiepromotor toegevoegd aan de stoffen. Dit gebeurt bij voorkeur nadat de bovengenoemde vaste en vloeibare stoffen met elkaar vermengd zijn.

Met behulp van bovengenoemde werkwijze wordt bij voorkeur een additief vervaardigd zoals hierboven weergegeven. Het additief vervaardigd met behulp van deze werkwijze omvat dan alle voordelen zoals hierboven reeds weergegeven.

Dit doel wordt ook bereikt door te voorzien in een intumescente coating, waarbij de intumescente coating een coating is waaraan een additief, zoals hierboven weergegeven, werd toegevoegd. De bovengenoemde beschreven voordelen die het additief levert aan een coating waaraan het wordt toegevoegd, gelden dus ook voor deze intumescente coating.

De coating is bij voorkeur een twee componenten coating, waaraan aan één van beide componenten het additief is toegevoegd. De coating is bijvoorbeeld een polyurethaan en/of een polyurea coating. Polyurethaan en/of een polyurea coatings zullen zeer snel drogen waardoor het aanbrengen van de intumescente coating snel kan plaatsvinden.

Twee componenten coatings omvatten twee componenten namelijk een A-deel en een B-deel. Het A-deel omvat (een mengsel van) onder andere polymeren, prepolymeren of monomeren en het B-deel omvat een verharder dat in Staat is om te reageren met het A-deel en het A-deel te verharden. Bijvoorbeeld wanneer de coating een polyurethaan en/of polyurea coating is, omvat het A-deel een urethaan polymeer, prepolymeer, monomeer en omvat het B-deel een verharder omvattende bijvoorbeeld isocyanaat. Men kan ervoor opteren om het additief dan toe te voegen aan het A-deel of het B-deel. Bij voorkeur voegt men het additief toe aan het B-deel. Dit omdat men aan het B-deel vaak meer van het intumescente additief kan gaan toevoegen. Ook is het intumescente additief beter vermengbaar met het B-deel waardoor de

BE2016/5967 componenten van het intumescente additief dan beter verspreid zijn over de intumescente coating.

Dit doel wordt eveneens bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanbrengen van een intumescente coating op een oppervlak, waarbij een coating wordt voorzien en een additief zoals hierboven weergegeven, waarbij het additief wordt toegevoegd aan de coating en het geheel wordt vermengd ter vorming van de intumescente coating, waarna de intumescente coating wordt aangebracht op het oppervlak. Met het toevoegen aan de coating wordt aangeduid dat het additief aan minstens een deel van de coating wordt toegevoegd. Bijvoorbeeld wanneer de coating een twee componenten coating is, kan men ervoor opteren om het additief aan één van de twee componenten toe te voegen.

De coating is bij voorkeur een twee componenten coating waarbij het additief wordt toegevoegd aan één van beide componenten ter vorming van de intumescente coating. Twee componenten coatings omvatten twee componenten namelijk een A-deel en een B-deel. Het A-deel omvat (een mengsel van) onder andere polymeren, prepolymeren, monomeren,... en het B-deel omvat een verharder dat in staat is om te reageren met het A-deel en het A-deel te verharden.

Bij voorkeur omvat het additief een adhesiepromotor en is het oppervlak, een metalen oppervlak en wordt de intumescente coating rechtstreeks aangebracht op dit oppervlak. Doordat het additief een adhesiepromotor omvat, is het niet nodig om een primerlaag aan te brengen op het oppervlak. De intumescente coating zal hier rechtstreeks hechten op het oppervlak. Eventueel kan men het metalen oppervlak eerst een oppervlakte behandeling geven om de ruwheid en de reinheid van het oppervlak te optimaliseren. Wanneer er bij het oppervlak corrosie is opgetreden kan men ervoor opteren om eerst een oppervlaktebehandeling te doen of men kan er ook voor opteren om direct de intumescente coating aan te brengen.

BE2016/5967

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een additief, een intumescente coating en werkwijzen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

Het intumescente additief voor toevoeging aan een coating ter vorming van een intumescente coating, wordt als volgt gevormd:

De volgende vloeibare stoffen worden voorzien: een weekmaker met brandwerende eigenschappen, wonderboon olie en vloeibare ammoniumpolyfosfaat. De volumeverhouding wonderboonolie op weekmaker is gelegen tussen 0,1 en 10.

De volgende poeders worden voorzien: poeders van ammoniumpolyfosfaat, melamine en (di)pentaerythritol. De verhouding van deze poeders is respectievelijk [2,5-3,5] delen, [0,5-2,5] delen en [0,5-2,5]delen.

De poeders worden aangebracht in een recipient. Daarna worden de vloeibare stoffen toegevoegd aan de recipient. De verhouding poeders op vloeibare stoffen is hoogstens 0,025 g/l.

Dit geheel wordt vermengd bij snelheden kleiner dan 25 m/s.

Daarna worden nog volgende componenten toegevoegd bij volumeconcentraties gelegen tussen 0,1 en 4,5%: een anti-flocculatie component, een anti-biocide component, een anti-neerslag component en een adhesiepromotor.

De adhesiepromotor is bijvoorbeeld gemodificeerd silaan of een polyfluor.

BE2016/5967

Hier wordt er dus een vloeibaar additief bekomen omvattende ammoniumpolyfosfaat, melamine, (di)pentaerythritol, wonderboon olie, een weekmaker, een anti-flocculatie component, een anti-biocide component, een antineerslag component en een adhesiepromotor.

Het aanbrengen van een intumescente coating op een metalen oppervlak gebeurt als volgt:

Men kan er allereerst voor opteren om het metalen oppervlak een oppervlakte behandeling te geven om de ruwheid en de reinheid van het metalen oppervlak te optimaliseren. Bij voorkeur is de oppervlakte ruwheid gelegen tussen [50-175]pm (met standaard deviatie van maximum 15%) en is de oppervlakte reinheid minstens Sa 2.5 volgens de ISO norm.

Na deze eventuele oppervlakte behandeling kan men al dan niet een primer aanbrengen op het metalen oppervlak.

Het vormen van de intumescente coating gebeurt als volgt: Men voorziet in een 2 componenten polyurethaan of een polyurea coating, waarbij het A-deel een urethaan polymeer, prepolymeer, monomeer omvat en het B-deel een isocyanaat omvat. Men voegt het genoemde additief toe aan het B-deel en vermengt het geheel. Daarna worden het A-deel en het B-deel samengevoegd en gespoten op het oppervlak. Het spuiten kan gebeuren met spuitapparatuur dat specifiek geschikt is om twee componenten coatings te spuiten. Dit gebeurt onder een bepaalde druk en temperatuur en met ongeveer een 1:1 volume verhouding tussen de twee delen.

Daar het additief een adhesiepromotor omvat, hoeft men geen primer aan te brengen en kan men ook rechtstreeks de intumescente coating op het metalen oppervlak aanbrengen.

2016/5967

BE2016/5967

Men brengt de intumescente coating aan rechtstreeks op het metalen oppervlak of op de primer (indien aanwezig). Men brengt verschillende lagen intumescente coating aan direct na elkaar. Men kan er bijkomend voor opteren om als laatste laag nog een ander type coating of product aan te brengen die de intumescente coating beschermd.

BE2016/5967

Claims

CONCLUSIES

1. Intumescent additief voor toevoeging aan een coating ter vorming van een intumescente coating, waarbij dit additief een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel omvat, met het kenmerk dat het additief een weekmaker omvat.
2. Intumescent additief volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het additief vloeibaar is bij kamertemperatuur.
3. Intumescent additief volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de weekmaker brandvertragende eigenschappen omvat.
4. Intumescent additief volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de weekmaker één of meerdere stoffen uit de groep van fosfaatesters, dibenzoaten en cyclohexanaten omvat.
5. Intumescent additief volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de weekmaker dienst doet als oplosmiddel en de verhouding van het gewicht katalysator, koolstofbron en blaasmiddel op het volume van de weekmaker hoogstens 0,025 g/1 is.
6. Intumescent additief volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het additief wonderboonolie en/of vloeibare ammoniumpolyfosfaat omvat.
7. Intumescent additief volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het additief een adhesiepromotor omvat.
8. Intumescent additief volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de adhesiepromotor een silaan en/of een fluorverbinding omvat.

BE2016/5967
9. Intumescent additief volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de adhesiepromotor 0,01 tot 3 volumeprocent uitmaakt van het additief.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een intumescent additief waarbij vaste stoffen worden voorzien, waarbij deze vaste stoffen een katalysator, een koolstofbron en een blaasmiddel omvatten, met het kenmerk dat één of meerdere vloeibare stoffen worden voorzien en de vaste stoffen en de vloeibare stoffen worden bijeengevoegd, waarna deze stoffen vermengd worden en waarbij deze één of meerdere vloeibare stoffen een weekmaker omvatten.
11. Werkwijze volgens 10, met het kenmerk dat de verhouding gewicht op volume, van vaste stoffen op vloeibare stoffen hoogstens 0,025 g/1 is.
12. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 of 11, met het kenmerk dat de vloeibare stoffen wonderboonolie omvatten.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de volumeverhouding wonderboonolie op weekmaker gelegen is tussen 0,001 en 20.
14. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot 13, met het kenmerk dat een adhesiepromotor wordt toegevoegd aan de stoffen.
15. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot 14, met het kenmerk dat een additief zoals weergegeven in één van de conclusies 1 tot 9 wordt vervaardigd.
16. Intumescente coating, met het kenmerk dat de intumescente coating een coating is waaraan een additief, zoals weergegeven in één of meerdere conclusies 1 tot 9, werd toegevoegd.

2016/5967

BE2016/5967
17. Intumescente coating volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de coating een twee componenten coating is, waaraan aan één van beide componenten het additief is toegevoegd.

5
18. Intumescente coating volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de coating een polyurethaan en/of een polyurea coating is.
19. Werkwijze voor het aanbrengen van een intumescente coating op een oppervlak, waarbij een coating wordt voorzien en een additief zoals

10 weergegeven in één of meerdere van de conclusie 1 tot 9, waarbij het additief wordt toegevoegd aan de coating en het geheel wordt vermengd ter vorming van de intumescente coating, waarna de intumescente coating wordt aangebracht op het oppervlak.

15 20. Werkwijze volgens conclusie 19, met kenmerk dat de coating een twee componenten coating is waarbij het additief wordt toegevoegd aan één van beide componenten ter vorming van de intumescente coating.

21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, waarbij het additief een additief is
20 zoals in één van de conclusies 7 tot 9, en waarbij het oppervlak, een metalen oppervlak is en de intumescente coating rechtstreeks wordt aangebracht op dit oppervlak.

2016/5967

BE2016/5967