BE1023662A1 - Verbeterde houtschroef - Google Patents

Verbeterde houtschroef Download PDF

Info

Publication number
BE1023662A1
BE1023662A1 BE20155802A BE201505802A BE1023662A1 BE 1023662 A1 BE1023662 A1 BE 1023662A1 BE 20155802 A BE20155802 A BE 20155802A BE 201505802 A BE201505802 A BE 201505802A BE 1023662 A1 BE1023662 A1 BE 1023662A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screw
thread
main
wood
wood screw
Prior art date
Application number
BE20155802A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023662B1 (nl
Inventor
Luc Fernand Emile Pennoit
Original Assignee
Pgb Asia Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pgb Asia Ltd filed Critical Pgb Asia Ltd
Priority to BE2015/5802A priority Critical patent/BE1023662B1/nl
Priority to PL16713066T priority patent/PL3387272T3/pl
Priority to PCT/IB2016/050652 priority patent/WO2017098337A1/en
Priority to DK16713066.5T priority patent/DK3387272T3/da
Priority to EP16713066.5A priority patent/EP3387272B1/en
Priority to ES16713066T priority patent/ES2770109T3/es
Priority to TW105140316A priority patent/TWI728013B/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1023662B1 publication Critical patent/BE1023662B1/nl
Publication of BE1023662A1 publication Critical patent/BE1023662A1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/10Screws performing an additional function to thread-forming, e.g. drill screws or self-piercing screws
    • F16B25/106Screws performing an additional function to thread-forming, e.g. drill screws or self-piercing screws by means of a self-piercing screw-point, i.e. without removing material
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/001Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by the material of the body into which the screw is screwed
    • F16B25/0031Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by the material of the body into which the screw is screwed the screw being designed to be screwed into different materials, e.g. a layered structure or through metallic and wooden parts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/0036Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw
    • F16B25/0042Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw
    • F16B25/0068Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw with multiple-threads, e.g. a double thread screws
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/0036Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw
    • F16B25/0084Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by geometric details of the tip

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Hand Tools For Fitting Together And Separating, Or Other Hand Tools (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een houtschroef (1) voorzien om te worden geschroefd in een object, waarbij de schroef (1) een schroefkop (2), een cilindervormige schacht (3) waaromheen een hoofdschroefdraad (6) zich spiraalvormig uitstrekt en een in een top (5) eindigend conisch einddeel (4) omvat. De hoofdschroefdraad (6) omvat een zich in de richting van de top (5) van de schroef (1) uitstrekkend aanvangsdeel (7) dat start in het conisch einddeel (4), en de schroef (1) omvat verder een eerste (8) en een tweede (9) neven schroefdraad, waarbij de eerste (8) en tweede (9) neven schroefdraad zich respectievelijk over minstens een eerste en tweede gedeeltelijke lengte van het conisch einddeel (4) uitstrekken, en waarbij het aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad (6) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt in de zone begrensd door het uiteinde (10) van de eerste neven schroefdraad (8) en het begin (11) van de tweede neven schroefdraad (9).

Description

verbeterde houtschroef
Deze uitvinding betreft een houtschroef voorzien om te worden geschroefd in een object, waarbij de schroef een schroefkop, een cilindervormige schacht waaromheen een hoofdschroefdraad zich spiraalvormig uitstrekt en een in een top eindigend conisch einddeel omvat.
Schroeven worden reeds lang gebruikt als losneembaar verbindingsmiddel. Conventionele schroeven bestaan uit een massieve cilinder, meestal uit metaal, waar een draad ofwel kloksgewijs, ofwel tegen de klok in, spiraalvormig omheen zit gewonden. De schroeven zijn aan één uiteinde voorzien van een verbreding, de kop, waarin een uitsparing is aangebracht. In deze uitsparing past een schroevendraaier.
Om schroeven rechtstreeks in een object te kunnen draaien is hun andere uiteinde puntig uitgevoerd. In de praktijk is echter gebleken dat dergelijke conventionele schroeven met een puntig uiteinde, heel moeilijk in hardere objecten (bijv. objecten vervaardigd uit hardhout) gedraaid kunnen worden. Om nu schroeven makkelijker in hardere objecten te draaien, werden reeds verschillende oplossingen beschreven. Zo is het uit de Britse octrooipublicatie GB 2 359 603 gekend om de onderste spiraaldraden te gaan voorzien van een vertanding. Deze vertanding zal ervoor zorgen dat de schroef makkelijker in het materiaal gedraaid kan worden doordat de vertanding materiaal van het object sneller zal wegnemen dan de conventionele schroeven.
Een andere oplossing wordt beschreven in de Europese octrooipublicatie EP 1 881 209, waar de schroef naast spiraaldraden met een vertanding, ook voorzien is van een zich longitudinaal in de schacht uitstrekkende groef die voorzien is van snijdranden. De groef zal zorgen voor een ruimte waarlangs o.a. het door de tanden losgemaakte materiaal makkelijker kan afgevoerd worden tijdens het schroeven. De in EP 1 881 209 beschreven schroef is verder voorzien van ribben die zich longitudinaal en spiraalsgewijs over de volledige lengte van schacht uitstrekken. Deze ribben zullen er, volgens de octrooihouder, voor zorgen dat de schacht makkelijker in het object gedraaid kan worden en dat het door de schroef losgemaakte materiaal, makkelijker uit het boorgat verwijderd zal kunnen worden.
De schroef beschreven in het Europees octrooi EP 2 326 848 heeft een hoofdschroefdraad en een nevenschroefdraad die beiden in de punt van de schroef beginnen. De schroefdraadflanken van de hoofdschroefdraad op de schacht zijn hoger dan de schroefdraadflanken van de nevenschroefdraad.
Deze uitvinding heeft tot doel een alternatieve schroef te verschaffen die eveneens makkelijk in een object gedraaid (geschroefd) kan worden en waarbij het door de schroef losgemaakt materiaal makkelijk uit het boorgat verwijderd zal worden.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een houtschroef voorzien om te worden geschroefd in een object, waarbij de schroef een schroefkop, een cilindervormige schacht waaromheen een hoofdschroefdraad zich spiraalvormig uitstrekt en een in een top eindigend conisch einddeel omvat, waarbij de hoofdschroefdraad een zich in de richting van de top van de schroef uitstrekkend aanvangsdeel omvat dat start in het conisch einddeel, en waarbij de schroef verder een eerste en een tweede neven schroefdraad omvat, waarbij de eerste en tweede neven schroefdraad zich respectievelijk over minstens een eerste en tweede gedeeltelijke lengte van het conisch einddeel uitstrekken, en waarbij het aanvangsdeel van de hoofdschroefdraad zich minstens gedeeltelijk uitstrekt in de zone begrensd door het uiteinde van de eerste neven schroefdraad en het begin van de tweede neven schroefdraad.
In het bijzonder zullen de eerste en tweede schroefdraad zich uitsluitend in het conische deel uitstrekken. Deze eerste en tweede schroefdraad zullen ervoor zorgen dat de schroef makkelijker in het object getrokken zal worden. In een eerste fase zal enkel het aanvangsdeel van de hoofdschroefdraad materiaal van het object wegkrassen waardoor het boorgat zal vergroten, en waardoor de schroef makkelijker in het object geschroefd zal worden. Hierdoor zal tevens de kans op splijten van het object sterk verminderd worden.
Doordat het aanvangsdeel zich minstens gedeeltelijk uitstrekt in de zone begrensd door het uiteinde van de eerste neven schroefdraad en het begin van de tweede neven schroefdraad, wordt er tussen het uiteinde van de eerste neven schroefdraad en het aanvangsdeel enerzijds, en tussen het aanvangsdeel en het begin van de tweede schroefdraad anderzijds, telkens een kanaal (ruimte) gevormd waarlangs het door het aanvangsdeel van de schroef weggeschraapte materiaal van het object, tijdens het schroeven, kan afgevoerd worden.
Bij voorkeur heeft de tweede neven schroefdraad een schroefdraadflank die groter is dan de schroefdraadflank van de eerste neven schroefdraad. In het conisch einddeel worden de schroefdraadflanken van de verschillende schroefdraden wel kleiner in de richting van de punt.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de schroef volgens deze uitvinding is de buitendiameter van de tweede neven schroefdraad dezelfde als de buitendiameter van de hoofdschroefdraad gelegen op de schacht van de schroef. In het bijzonder wordt de schroefdraadflank van het aanvangsdeel vanaf het startpunt langzaam groter, waarbij de buitendiameter van de schroefdraadflank van het aanvangsdeel in het conisch einddeel gelegen is tussen 0 % en 80 % van de buitendiameter van de hoofdschroefdraad gelegen op de schacht van de schroef.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de schroef volgens de uitvinding hebben de eerste, tweede neven schroefdraad en de hoofdschroefdraad een verschillend startpunt. Het startpunt van de hoofdschroefdraad, wat het starpunt is van het aanvangsdeel, is net zoals het startpunt van de eerste en tweede neven schroefdraad, gelegen in het conische einddeel van de schroef. Bij voorkeur begint de eerste neven schroefdraad nabij de top van de schroef.
Bij een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de schroef volgens de uitvinding strekt de eerste neven schroefdraad zich maximaal over één schroefdraadgang uit. Bij voorkeur strekt de tweede neven schroefdraad zich uit over minimaal 2/3 en maximaal 4/3 van een schroefdraadgang.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de schroef volgens de uitvinding is de inclinatie van de eerste, tweede neven schroefdraad en de hoofdschroefdraad met uitzondering van het aanvangsdeel, dezelfde. Bij voorkeur verschilt de inclinatie van het aanvangsdeel van de inclinatie van de rest van de hoofdschroefdraad. Door dit verschil in inclinatie en het kenmerk dat het aanvangsdeel zich uitstrekt in de richting van de top van de schroef, kan het aanvangsdeel beschouwd worden als een afkapping van de hoofdschroefdraad.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de schroef volgens de uitvinding omvat de hoofdschroefdraad een aantal opeenvolgende windingen waarbij minstens één winding voorzien is van een ringvormige snijdribbe die zich dwars op de schacht uitstrekt.
Onder de term winding dient binnen het kader van deze uitvinding begrepen te worden een volledige draai van 360° van de schroefdraad.
De snijdribbe heeft een schrapend (krassend) effect in het materiaal, bijv. hout, van het object waarin de schroef voorzien zal worden, doordat de inclinatie van de snijdribbe verschilt van de inclinatie van de hoofdschroefdraad. Hierdoor zal tevens de wrijving op de schacht verminderen tijdens het indraaien van de schroef. Om het effect van de snijdribbe te verhogen is deze in een voordelige uitvoeringsvorm voorzien van een getande structuur.
In een meer voorkeurdragende uitvoering van de schroef volgens de uitvinding omvat de schroef een eerste snijdribbe en een tweede snijdribbe, waarbij de genoemde snijdribben elk in een verschillende winding zijn voorzien. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de schroef is een derde snijdribbe voorzien in een verdere winding. In het bijzonder is de hoogte van de snijdribbe(n) gelegen tussen de 5% en 30% van de hoogte van de hoofdschroefdraad.
Volgens een meer bijzondere uitvoeringvorm van de schroef overeenkomstig de uitvinding is een deel van de schroefdraad voorzien van een getande structuur. De getande structuur op de schroefdraad is bij voorkeur voorzien op de schroefdraad die voorzien is op de schacht en bij voorkeur niet op het aanvangsdeel. De vertanding op de schroefdraad in combinatie met de snijdribbe(n) zorgen ervoor dat de schroef snel in het object zal dringen waarbij er minder kracht dient uitgeoefend te worden bij indraaien ervan.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de schroef volgens de uitvinding omvat de cilindervormige schacht verder freesribben. dergelijke ribben zijn bij voorkeur voorzien, na de hoofdschroefdraad, op een zekere afstand van de kop van de schroef. Freesribben worden aangewend bij langere schroeven met gedeeltelijke draad om de wrijving op dit laatste schachtgedeelte te verminderen en zodanig het vroegtijdig breken in het gedeelte zonder schroefdraad tegen te gaan.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een schroef overeenkomstig deze uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij : - figuur 1: een perspectiefvoorstelling is van een schroef overeenkomstig de uitvinding; - figuur 2: twee detailvoorstellingen (figuren 2.1 en 2.2) van de top van de schroef waarbij de top voorgesteld in figuur 2.2 ± 25° in wijzerzin verdraaid zit t.a.v. de top voorgesteld in figuur 2.1; - figuur 3: een aantal zichten toont van de in figuur 1 afgebeelde schroef waarbij figuur 3.1 een eerste vooraanzicht is en waarbij figuren 3.2 t/m 3.4 telkens zicht tonen waarbij de telken schroef 90° gedraaid werd in tegenwijzerzin ten aanzien van de voorgaande figuur.
De houtschroef (1) volgens deze uitvinding en zoals afgebeeld op bijgevoegde figuren heeft een cilindervormige schacht (3) voorzien van een zich hoofdzakelijk spiraalvormig uitstrekkende hoofdschroefdraad (6). De schacht (3) is vervaardigd uit metaal, bij voorkeur hard staal, en is aan zijn ene uiteinde voorzien van een schroefkop (2). De schroefkop (2) kan verschillinde uitvoeringsvormen hebben, bijv. een verzonken, zeshoekige of ovale kop. Het andere uiteinde van de schacht (3) is voorzien van een conisch uitgevoerd einddeel (4) met een in een punt uitlopende uiteinde (de top (5) van de schroef).
De schroef volgens deze uitvinding is voorzien om in een object geschroefd te worden. Dit object kan vervaardigd zijn uit hout, hardhout, geperste platen, houtvezelplaten, kunststofplaten, enz...
De schroef (1) is zoals eerder vermeld voorzien van een hoofdschroefdraad (6) die zich spiraalvormig uitstrekt over een deel van de schacht (3). Het begin van de hoofdschroefdraad (6) strekt zich uit in het conisch uitgevoerd einddeel (4) van de schroef (1). Het begin van de hoofdschroefdraad (6) is voorzien in een zich in de richting van de top (5) van de schroef (1) uitstrekkend aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad (6). Zoals blijkt uit de bijgevoegde figuren (zie met name fig. 2.1 en 2.2) verschilt de inclinatie van het aanvangsdeel (7) van de inclinatie van de rest van de hoofdschroefdraad (6). Hierdoor zal het aanvangsdeel (7) de spriraalvormige baan van de hoofdschroefdraad niet volgen, maar zich voordoen als een afkapping die zich uitstrekt in de richting van de top (5) van de schroef (1). Het aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad heeft een maximale lengte overeenkomstig de longitudinale afstand gemeten tussen twee windingen (13) van de hoofdschroefdraad, in het bijzonder start het genoemd aanvangsdeel (7) in het conisch einddeel (4) en eindigt het op het moment dat de hoofdschroefdraad (6) zich spiraalvormig omheen de schacht (3) begint uit te strekken.
De schroef (1) volgens deze uitvinding omvat verder een eerste (8) en een tweede (9) neven schroefdraad die voorzien zijn in het conisch einddeel (4) van de schroef (1). Hierbij strekt het aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad (6) zich minstens gedeeltelijk uit in de zone begrensd door het uiteinde (10) van de eerste neven schroefdraad (8) en het begin (11) van de tweede neven schroefdraad (9).
De verschillende schroefdraden (6, 8, 9) hebben een verschillend aanvangspunt. Zodanig dat zij de onderlinge werking niet verstoren. De eerste neven schroefdraad (8) zorgt voor onmiddellijke grip in het object (bijv. hout), zodat de schroef (1) onmiddellijk in het hout getrokken wordt. Als de eerste neven draad (8) grip heeft en zijn functie volbrengt gaat het aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad (6) beginnen met het uitkrassen (uitboren) van het schroefgat. De eerste neven schroefdraad (8) krijgt nu pas de hulp van de tweede neven schroefdraad (9) om de intrekkende kracht te vergroten en zodoende de grip in zijn totaliteit te verbeteren.
Doordat de schroefdraadflank van het aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad (6) vanaf zijn startpunt (12) langzaam groter wordt, vergroot ook de boorcapaciteit. Het boorgat wordt hierdoor groter dan de schacht (3) van de schroef (1) maar wezenlijk kleiner dan de buitendraaddiameter van de schroef (1). De wrijving van de schacht (3) bij indraaien wordt hierdoor gereduceerd zonder dat de uittrekwaarde verminderd wordt. De buitendiameter van de schroefdraadflank van het aanvangsdeel (7) in het conisch einddeel (4) is bij voorkeur gelegen tussen 0 % en 80 % van de buitendiameter van de hoofdschroefdraad (6) gelegen op de schacht (3) van de schroef (1)
De drie schroefdraden (6, 8, 9) zijn nergens met elkaar verbonden, er is steeds een aanzienlijke tussenruimte voorzien zodat de uitgefreesde pulp kan afgevoerd worden en zich niet opstapelt tegen de schroefdraden. Dit in tegenstelling tot de gekende schroeven waar vaak twee schroefdraden met verschillende inclinatie elkaar kruisen waardoor steeds ter hoogte van de kruising pulp wordt verzameld en zo dan ook de werking van de dubbele draden verminderd. Door opening (kanalen) te laten tussen de diverse draden wordt dit vermeden, wat een echte werking van het uitfrezen garandeert over de volledige inschroeflengte.
Zowel de hoofdschroefdraad (6) (met uitzondering van het aanvangsdeel (7)), als de eerste (8) en tweede (9) neven schroefdraad hebben dezelfde inclinatie. Het uitkrassen van de schachtdiameter gebeurt uitsluitend door het aanvangsdeel (7) (de afkapping) van de hoofdschroefdraad (6). De twee neven draden (8 en 9) hebben alleen de functie om zo snel mogelijk en met zo weinig mogelijk kracht de schroef (1) te monteren. Hiervoor moeten ze dezelfde richting en dezelfde pitch hebben. Trouwens de uittrekkracht zou negatief beïnvloed worden indien de drie draden verschillende inclinatie zouden hebben.
De hoofdschroefdraad (6) omvat een aantal opeenvolgende windingen (13) waarbij minstens één winding voorzien is van een ringvormige snijdribbe (14, 15) die zich dwars op de schacht uitstrekt. In de afgebeelde schroeven is er in twee opeenvolgende windingen (13) respectievelijk een eerste snijdribbe (14) en een tweede snijdribbe (15) voorzien. De snijdribben (14, 15) hebben een borend effect in het materiaal, bijv. hout, van het object waarin de schroef voorzien zal worden. Om het effect van de snijdribbe te verhogen kan deze voorzien worden van een getande structuur. Ook de hoofdschroefdraad (6) kan voorzien worden van een vertanding (16).
De schroef (1) zoals afgebeeld is verder voorzien van freesribben (17). Deze freesribben zijn voorzien na de hoofdschroefdraad (6). Freesribben worden aangewend bij langere schroeven met gedeeltelijke draad om de wrijving op dit laatste schachtgedeelte te verminderen en zodanig het vroegtijdig breken in het gedeelte zonder schroefdraad tegen te gaan.

Claims (14)

  1. C O N C L U S I E S
    1. Houtschroef (1) voorzien om te worden geschroefd in een object, waarbij de schroef (1) een schroefkop (2), een cilindervormige schacht (3) waaromheen een hoofdschroefdraad (6) zich spiraalvormig uitstrekt en een in een top (5) eindigend conisch einddeel (4) omvat, met het kenmerk dat de hoofdschroefdraad (6) een zich in de richting van de top (5) van de schroef (1) uitstrekkend aanvangsdeel (7) omvat dat start in het conisch einddeel (4), en dat de schroef (1) verder een eerste (8) en een tweede (9) neven schroefdraad omvat, waarbij de eerste (8) en tweede (9) neven schroefdraad zich respectievelijk over minstens een eerste en tweede gedeeltelijke lengte van het conisch einddeel (4) uitstrekken, en waarbij het aanvangsdeel (7) van de hoofdschroefdraad (6) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt in de zone begrensd door het uiteinde (10) van de eerste neven schroefdraad (8) en het begin (11) van de tweede neven schroefdraad (9).
  2. 2. Houtschroef (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tweede neven schroefdraad (9) een schroefdraadflank heeft die groter is dan de schroefdraadflank van de eerste neven schroefdraad (8).
  3. 3. Houtschroef (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de buitendiameter van de tweede neven schroefdraad (9) dezelfde is als de buitendiameter van de hoofdschroefdraad (6) gelegen op de schacht (3) van de schroef (1).
  4. 4. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schroefdraadflank van het aanvangsdeel (7) vanaf het startpunt (12) langzaam groter wordt, waarbij de buitendiameter van de schroefdraadflank van het aanvangsdeel (7) in het conisch einddeel (4), gelegen is tussen 0 % en 80 % van de buitendiameter van de hoofdschroefdraad (6) gelegen op de schacht (3) van de schroef (1).
  5. 5. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste (8), tweede (9) neven schroefdraad en de hoofdschroefdraad (6) een verschillend startpunt hebben.
  6. 6. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste neven schroefdraad (8) zich maximaal over één schroefdraadgang uitstrekt.
  7. 7. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tweede neven schroefdraad (9) zich uitstrekt over minimaal 2/3 en maximaal 4/3 van een schroefdraadgang.
  8. 8. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inclinatie van de eerste (8), tweede (9) neven schroefdraad en de hoofdschroefdraad (6) met uitzondering van het aanvangsdeel (7), dezelfde is.
  9. 9. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inclinatie van het aanvangsdeel (7) verschilt van de inclinatie van de rest van de hoofdschroefdraad (6).
  10. 10. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de hoofdschroefdraad (6) een aantal opeenvolgende windingen (13) omvat waarbij minstens één winding (13) voorzien is van een ringvormige snijdribbe (14, 15) die zich dwars op de schacht (3) uitstrekt.
  11. 11. Houtschroef (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de schroef (1) een eerste snijdribbe (14) en een tweede snijdribbe (15) omvat, waarbij de genoemde snijdribben (14, 15) elk in een verschillende winding (13) zijn voorzien.
  12. 12. Houtschroef (1) volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat snijdribbe (14, 15) voorzien is van een getande structuur (16).
  13. 13. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een deel van de hoofdschroefdraad (6) voorzien is van een getande structuur (16).
  14. 14. Houtschroef (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cilindervormige schacht (3) verder freesribben (17) omvat.
BE2015/5802A 2015-12-08 2015-12-08 Verbeterde houtschroef BE1023662B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5802A BE1023662B1 (nl) 2015-12-08 2015-12-08 Verbeterde houtschroef
PL16713066T PL3387272T3 (pl) 2015-12-08 2016-02-08 Ulepszony wkręt do drewna
PCT/IB2016/050652 WO2017098337A1 (en) 2015-12-08 2016-02-08 Improved wood screw
DK16713066.5T DK3387272T3 (da) 2015-12-08 2016-02-08 Forbedret træskrue
EP16713066.5A EP3387272B1 (en) 2015-12-08 2016-02-08 Improved wood screw
ES16713066T ES2770109T3 (es) 2015-12-08 2016-02-08 Tornillo de madera mejorado
TW105140316A TWI728013B (zh) 2015-12-08 2016-12-02 改良木螺釘

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5802A BE1023662B1 (nl) 2015-12-08 2015-12-08 Verbeterde houtschroef

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023662B1 BE1023662B1 (nl) 2017-06-09
BE1023662A1 true BE1023662A1 (nl) 2017-06-09

Family

ID=55352963

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5802A BE1023662B1 (nl) 2015-12-08 2015-12-08 Verbeterde houtschroef

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP3387272B1 (nl)
BE (1) BE1023662B1 (nl)
DK (1) DK3387272T3 (nl)
ES (1) ES2770109T3 (nl)
PL (1) PL3387272T3 (nl)
TW (1) TWI728013B (nl)
WO (1) WO2017098337A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108626231A (zh) * 2018-06-26 2018-10-09 海盐县奕涵标准件厂 一种圆头螺栓

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4027573A (en) * 1975-06-20 1977-06-07 Interior Fasteners, Inc. Self-tapping screw fastener with improved thread construction
JPS53104060A (en) * 1977-02-23 1978-09-09 Yamashina Seikoushiyo Kk Selffextruding fastener
TW331897U (en) * 1996-12-24 1998-05-11 He-Tian Chen Screw (2)
GB2359603B (en) 2000-02-24 2003-06-18 Kuo-Tai Hsu A screw having cutting teeth formed on threads thereof
US20030235483A1 (en) * 2002-06-25 2003-12-25 Ho-Tien Chen Screw with a pointed end
US20050069396A1 (en) * 2003-09-30 2005-03-31 Wu Keng Shui Screw
DE602006003091D1 (de) 2006-07-20 2008-11-20 Kuo-Tai Hsu Holzschraube mit Schneidzähnen auf dem Gewinde und mit einem Schaft mit Nuten
DE102008048703A1 (de) 2008-09-24 2010-03-25 Fischerwerke Gmbh & Co. Kg Schraube
CN102235410A (zh) * 2010-04-26 2011-11-09 宽仕工业股份有限公司 木螺丝
TWM401068U (en) * 2010-11-19 2011-04-01 Yao Cheng Co Ltd Screw

Also Published As

Publication number Publication date
PL3387272T3 (pl) 2020-06-15
DK3387272T3 (da) 2020-02-10
ES2770109T3 (es) 2020-06-30
WO2017098337A1 (en) 2017-06-15
TW201732164A (zh) 2017-09-16
EP3387272A1 (en) 2018-10-17
TWI728013B (zh) 2021-05-21
BE1023662B1 (nl) 2017-06-09
EP3387272B1 (en) 2020-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7037059B2 (en) Self-tapping screw for composite materials
TWI548818B (zh) 螺絲元件
TWI467097B (zh) 螺釘
US6328516B1 (en) Screw with cutting edge
AU2007278467B2 (en) Hole-forming and thread-forming screw
EP3244077A1 (en) Wood-screw with drill-point and use thereof
US2096937A (en) Thread-cutting fastener
US10954987B2 (en) Plug screw
US3045523A (en) Drill point screw having interrupted leading end threads formed by a flat chordal surface
BE1023662B1 (nl) Verbeterde houtschroef
TWM491743U (zh) 木螺絲
CN110300858B (zh) 螺钉
NO134126B (nl)
EP1850016A1 (en) Saw Tooth Screw
BE1026277B1 (nl) Vernieuwde platkopschroef
US9249822B2 (en) Screws
CA2452521C (en) Self-tapping screw for composite materials
EP1193407B1 (de) Distanzschraube
EP2735746A1 (en) Screw, assembly, and method of screwing a screw in an object
JP2020519821A (ja) ねじ要素
DK3029340T3 (en) Threaded
EP2395251A1 (en) Crack-proof screw
KR200373973Y1 (ko) 풀림억제구조를 갖는 나사 못
KR20110006908U (ko) 목공용 나사못
TWI550197B (zh) 緊固件