BE1023462B1

BE1023462B1 - Device and method for mounting an extension structure around a top portion of a basic structure

Info

Publication number: BE1023462B1
Application number: BE2016/5456A
Authority: BE
Inventors: Dieter Wim Jan Rabaut; BOCK Sven Andre Christiane DE
Original assignee: GeoSea N.V.
Priority date: 2016-06-22
Filing date: 2016-06-22
Publication date: 2017-03-28
Also published as: EP3260604A1

Abstract

Beschreven wordt een inrichting voor het aanbrengen van een opzetconstructie met inwendige holte rond een topgedeelte van een basisconstructie. De inrichting omvat een eerste en een tweede deel die ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn gekoppeld langs een zich in een lengterichting van beide delen uitstrekkende gemeenschappelijke as tussen twee posities waarin de delen op elkaar kunnen worden vastgezet. Het eerste deel kan met eerste koppelmiddelen worden verbonden met de opzetconstructie, terwijl het tweede deel met tweede koppelmiddelen kan worden verbonden met de basisconstructie. Het tweede deel is in de holte van de opzetconstructie op te nemen ter ondersteuning van de opzetconstructie. Tevens wordt een overeenkomstige werkwijze beschreven. De inrichting en werkwijze zijn in het bijzonder geschikt voor het nauwkeurig monteren van een opzetconstructie op een monopaalfundering van een offshore windturbine.Described is an apparatus for arranging an internal cavity overlay structure around a top portion of a base structure. The device comprises first and second parts slidably coupled with respect to each other along a common axis extending in a longitudinal direction of both parts between two positions in which the parts can be secured together. The first part can be connected to the top structure with first coupling means, while the second part can be connected to the base structure with second coupling means. The second part can be included in the cavity of the top construction to support the top construction. A corresponding method is also described. The device and method are particularly suitable for the accurate mounting of a superstructure on a monopile foundation of an offshore wind turbine.

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN OPZETCONSTRUCTIE ROND EEN TOPGEDEELTE VAN EEN BASISCONSTRUCTIEDEVICE AND METHOD FOR FITTING A SET-UP STRUCTURE AROUND A TOP PART OF A BASIC STRUCTURE

TECHNISCH GEBIED VAN DE UITVINDINGTECHNICAL FIELD OF THE INVENTION

De uitvinding betreft een inrichting voor het aanbrengen van een opzetconstructie met inwendige holte rond een topgedeelte van een basisconstructie. De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het met de inrichting nauwkeurig aanbrengen van de opzetconstructie op de basisconstructie. De werkwijze betreft in het bijzonder een inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een werkplatform op een monopaalfundering van een offshore windturbine.The invention relates to a device for mounting an add-on structure with internal cavity around a top portion of a basic structure. The invention also relates to a method for accurately applying the mounting structure to the basic construction with the device. The method relates in particular to a device and method for mounting a working platform on a monopile foundation of an offshore wind turbine.

De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van een offshore windturbine, waarvoor de uitvinding in het bijzonder geschikt is. De verwijzing naar een windturbine impliceert niet dat de uitvinding is beperkt tot het gebruik in het kader van een dergelijke windturbine, en de inrichting en overeenkomstige werkwijze kunnen eveneens worden toegepast voor elke andere combinatie van op een basisconstructie aan te brengen opzetconstructie.The invention will be explained below with reference to an offshore wind turbine, for which the invention is particularly suitable. The reference to a wind turbine does not imply that the invention is limited to use in the context of such a wind turbine, and the device and corresponding method can also be used for any other combination of mounting structure to be mounted on a basic structure.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

Een offshore windturbine wordt doorgaans op een met een zeebodem verankerde steunstructuur geplaatst. Voor offshore windturbines die in relatief ondiep water worden geplaatst kan de steunstructuur een in de zeebodem aangebrachte monopaal omvatten, die zich tot boven het wateroppervlak uitstrekt. Voor dieper water kan desgewenst een vakwerkstructuur of jacket worden toegepast. In het hiernavolgende zal worden gerefereerd aan een monopaal maar hier kan ook een jacket onder worden verstaan. Om de windturbinemast met een monopaal te verbinden wordt in de stand der techniek gebruik gemaakt van een overgangs- of transitiedeel (‘transition piece’). Het transitiedeel wordt aan een onderzijde ervan met de monopaal verbonden en aan een bovenzijde ervan met de windturbinemast. Het transitiedeel kan desgewenst zijn voorzien van opzetconstructies zoals een werkplatform, een aanlegsteiger, en andere nuttige toepassingen.An offshore wind turbine is usually placed on a support structure anchored with a seabed. For offshore wind turbines that are placed in relatively shallow water, the support structure can comprise a monopile arranged in the seabed, which extends above the water surface. For deeper water, a lattice structure or jacket can be used if desired. In the following, reference will be made to a monopile, but this may also be understood to mean a jacket. In order to connect the wind turbine mast to a monopole, a transition or transition part is used in the prior art. The transition part is connected on its underside to the monopole and on its upper side to the wind turbine mast. The transition part can, if desired, be provided with add-on constructions such as a work platform, a jetty, and other useful applications.

In een bekende werkwijze voor het monteren van een opzetconstructie op een monopaal wordt de hulpconstructie vanaf een jack-up platform of ander drijvend tuig met een kraan opgenomen en met de monopaal onderling uitgelijnd ten behoeve van het koppelen van de opzetconstructie met de monopaal. Bij het onderling uitlijnen wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van met lieren bediende hulpkabels of tuggerlijnen. Ter verbinding dient een inwendige holte van de opzetconstructie rond een topgedeelte van de monopaal te worden aangebracht. Met de bekende werkwijze is het risico op schade aan de opzetconstructie of de monopaal aanzienlijk, zeker wanneer in relatief zwaar weer moet worden gewerkt.In a known method for mounting a mounting structure on a monopile, the auxiliary structure is received from a jack-up platform or other floating rig with a crane and mutually aligned with the monopole for the purpose of coupling the mounting structure to the monopile. With mutual alignment, use is made, for example, of auxiliary cables or tugger lines operated with winches. For connection, an internal cavity of the mounting structure must be provided around a top portion of the monopile. With the known method, the risk of damage to the top construction or the monopile is considerable, certainly when work has to be carried out in relatively heavy weather.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding beoogt onder andere te voorzien in een inrichting en overeenkomstige werkwijze die bovengenoemde nadelen van de stand der techniek ten minste gedeeltelijk voorkomt.It is an object of the invention, inter alia, to provide an apparatus and corresponding method which at least partially obviate the above disadvantages of the prior art.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een inrichting te verschaffen volgens conclusie 1. De inrichting voor het aanbrengen van een opzetstructuur met inwendige holte rond een topgedeelte van een basisstructuur omvat volgens de uitvinding een eerste en een tweede deel die ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn gekoppeld langs een zich in een lengterichting van beide delen uitstrekkende gemeenschappelijke as tussen twee posities waarin de delen op elkaar kunnen worden vastgezet; waarbij het eerste deel met eerste koppelmiddelen kan worden verbonden met de opzetstructuur; waarbij het tweede deel met tweede koppelmiddelen kan worden verbonden met de basisstructuur en waarbij het tweede deel in de holte van de opzetstructuur is op te nemen ter ondersteuning van de opzetstructuur.According to the invention, this object is achieved by providing a device as claimed in claim 1. The device for applying a mounting structure with internal cavity around a top portion of a basic structure comprises, according to the invention, a first and a second part which are slidable relative to each other coupled along a common axis extending in a longitudinal direction of both parts between two positions in which the parts can be fixed to each other; wherein the first part with first coupling means can be connected to the mounting structure; wherein the second part can be connected to the basic structure with second coupling means and wherein the second part can be received in the cavity of the mounting structure to support the mounting structure.

Met de uitgevonden inrichting kan op nauwkeurige en veilige wijze een opzetstructuur met inwendige holte rond een topgedeelte van een basisstructuur worden uitgelijnd ten behoeve van het koppelen van deze structuren. In het bijzonder kan met de uitgevonden inrichting op nauwkeurige en veilige wijze een opzetstructuur, bijvoorbeeld een werkplatform, op een bovenzijde van een monopaal worden aangebracht.With the invented device, a mounting structure with internal cavity can be aligned accurately and safely around a top portion of a basic structure for the purpose of coupling these structures. In particular, with the device according to the invention, a mounting structure, for example a work platform, can be arranged on an upper side of a monopile in an accurate and safe manner.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze verschaft waarin de volgende stappen zijn opgenomen: het verschaffen van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies; het met de eerste koppelmiddelen verbinden van het eerste deel met de opzetstructuur; het ten opzichte van het eerste deel verschuiven van het tweede deel totdat het tweede deel in de holte van de opzetstructuur is opgenomen ter ondersteuning hiervan; het hijsen van de aldus gekoppelde eerste en tweede delen en de opzetstructuur tot op de basisstructuur; het met de tweede koppelmiddelen verbinden van het tweede deel met de basisstructuur; het ten opzichte van het tweede deel verschuiven van het eerste deel en de eraan gekoppelde opzetstructuur waarbij de inwendige holte van de opzetstructuur rond het topgedeelte van de basisstructuur wordt aangebracht.To this end, a method is provided according to the invention in which the following steps are included: providing a device according to any one of the preceding claims; connecting the first part to the mounting structure with the first coupling means; shifting the second part relative to the first part until the second part is received in the cavity of the mounting structure to support it; hoisting the first and second parts thus coupled and the set-up structure down to the basic structure; connecting the second part to the basic structure with the second coupling means; shifting the first part and the attachment structure coupled thereto with respect to the second part, wherein the internal cavity of the attachment structure is arranged around the top portion of the basic structure.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding is gericht op een inrichting, waarbij het tweede deel langwerpig is en ten minste over een gedeelte van zijn lengte in het eerste deel is opgenomen. In deze uitvoeringsvorm kan het eerste deel over ten minste een gedeelte van het tweede langwerpige deel worden verschoven tussen twee posities waarin beide delen onderling kunnen worden gekoppeld. Een met het eerste deel verbonden opzetstructuur zal dan mee kunnen verschuiven over ten minste een gedeelte van het tweede langwerpige deel.An embodiment of the invention is directed to a device in which the second part is elongated and is included in the first part at least over a part of its length. In this embodiment the first part can be shifted over at least a part of the second elongated part between two positions in which both parts can be mutually coupled. A mounting structure connected to the first part will then be able to shift along at least a part of the second elongate part.

Een geschikte uitvoeringsvorm volgens de uitvinding verschaft een inrichting, waarbij het tweede deel in de holte van de opzetstructuur is te verschuiven langs een zich in een lengterichting van het tweede deel en de opzetstructuur uitstrekkende gemeenschappelijke as. Bevindt het tweede deel zich in hoofdzaak in de holte van de opzetstructuur dan wordt de opzetstructuur door het tweede deel ondersteund. Bij het rond het topgedeelte van de basisstructuur neerlaten van de opzetstructuur kan het tweede deel geleidelijk door verschuiving uit de holte van de opzetstructuur worden verwijderd, waarbij de ondersteuning wordt overgenomen door het topgedeelte van de basisstructuur zelf.A suitable embodiment according to the invention provides a device in which the second part can be displaced in the cavity of the mounting structure along a common axis extending in a longitudinal direction of the second part and the mounting structure. If the second part is substantially in the cavity of the set-up structure, the set-up structure is supported by the second part. When lowering the mounting structure around the top portion of the basic structure, the second part can be gradually removed from the cavity of the mounting structure by shifting, the support being taken over by the top portion of the basic structure itself.

Volgens de uitvinding kan het eerste deel met eerste koppelmiddelen worden verbonden met de opzetstructuur. Omdat de opzetstructuur is ingericht om rond een topgedeelte van de basisstructuur te worden aangebracht heeft het voordelen een inrichting te verschaffen waarbij de eerste koppelmiddelen zijn ingericht voor verbinding met een bovenzijde van de opzetstructuur. In deze uitvoeringsvorm hangt de opzetstructuur in gebruik aan het eerste deel en is de inwendige holte toegankelijk voor het topgedeelte.According to the invention, the first part can be connected with first coupling means to the mounting structure. Because the mounting structure is arranged to be arranged around a top portion of the basic structure, it is advantageous to provide a device in which the first coupling means are arranged for connection to an upper side of the mounting structure. In this embodiment, the set-up structure in use depends on the first part and the internal cavity is accessible to the top part.

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting wordt gekenmerkt doordat de tweede koppelmiddelen zijn ingericht voor verbinding met een bovenzijde van de basisstructuur. In deze uitvoeringsvorm wordt het tweede deel met een bovenzijde van de basisstructuur verbonden wat toelaat een met het tweede deel verbonden opzetstructuur relatief vrij langs het eerste deel neer te laten tot over het topgedeelte van de basisstructuur.Another embodiment of the device is characterized in that the second coupling means are adapted for connection to an upper side of the basic structure. In this embodiment, the second part is connected to an upper side of the basic structure, which allows a mounting structure connected to the second part to drop relatively freely along the first part, over the top part of the basic structure.

De eerste en tweede koppelmiddelen kunnen op elke geschikte wijze worden uitgevoerd. Een uitvoeringsvorm waarbij de eerste en/of tweede koppelmiddelen een penverbinding omvatten, bij voorkeur een hydraulische penverbinding, is in het bijzonder geschikt. Ook de eerste en tweede delen kunnen in een uitvoeringsvorm met een penverbinding, bij voorkeur een hydraulische penverbinding op elkaar worden vastgezet in de twee posities waarin ze vast met elkaar zijn verbonden. In deze posities is in beginsel geen verschuiving van beide delen onderling mogelijk.The first and second coupling means can be designed in any suitable manner. An embodiment in which the first and / or second coupling means comprise a pin connection, preferably a hydraulic pin connection, is particularly suitable. The first and second parts can also be secured to each other in an embodiment with a pin connection, preferably a hydraulic pin connection, in the two positions in which they are fixedly connected to each other. In these positions, in principle, no shift of the two parts between them is possible.

Volgens een uitvoeringsvorm van de inrichting omvat deze een hydraulisch circuit dat op afstand kan worden aangestuurd en dat ten minste de hierboven beschreven koppelmiddelen omvat. In deze uitvoeringsvorm kan de inrichting vanaf een positie boven water, bijvoorbeeld vanaf een jack-up platform of ander drijvend tuig worden bediend.According to an embodiment of the device, it comprises a hydraulic circuit which can be controlled remotely and which comprises at least the coupling means described above. In this embodiment the device can be operated from a position above water, for example from a jack-up platform or other floating rig.

Volgens een uitvoeringsvorm van de inrichting vormen het eerste en/of tweede deel een vakwerk van onderling verbonden verstijvingselementen zoals staven. Een dergelijke uitvoeringsvorm geeft de delen voldoende stijfheid en sterkte bij een relatief laag gewicht.According to an embodiment of the device, the first and / or second part form a framework of mutually connected stiffening elements such as bars. Such an embodiment gives the parts sufficient rigidity and strength with a relatively low weight.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de inrichting omvat een onderranddeel van ten minste het tweede deel een in de lengterichting conisch verlopend binnenoppervlak. Dit maakt het uitlijnen van het tweede deel met de basisstructuur eenvoudiger, bijvoorbeeld bij het verbinden van het tweede deel met de basisstructuur.According to another embodiment of the device, a lower edge part of at least the second part comprises an inner surface that runs in the longitudinal direction conically. This makes it easier to align the second part with the basic structure, for example when connecting the second part with the basic structure.

Volgens de uitvinding zijn het eerste en het tweede deel ten opzichte van elkaar verschuifbaar gekoppeld langs een zich in een lengterichting van beide delen uitstrekkende gemeenschappelijke as. Om het verschuiven te vergemakkelijken is in een uitvoeringsvorm het eerste en/of tweede deel voorzien van glij vlakken ten behoeve van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de delen. De glij vlakken kunnen bijvoorbeeld een wrijvingsarme kunststof omvatten, zoals een polyolefine.According to the invention, the first and the second part are slidably coupled relative to each other along a common axis extending in a longitudinal direction of both parts. To facilitate shifting, in one embodiment the first and / or second part is provided with sliding surfaces for the purpose of sliding the parts relative to each other. The sliding surfaces can for instance comprise a low-friction plastic, such as a polyolefin.

Bijzonder geschikte uitvoeringsvormen omvatten inrichtingen waarbij de basisconstructie stationair is en de opzetconstructie op of gedeeltelijk over de basisconstructie wordt geplaatst, meer in het bijzonder waarbij de basisconstructie een monopaal of jacket omvat, in het bijzonder van een offshore windturbine, en de opzetconstructie een werkplatform, een kooiconstructie, een aanmeerconstructie en/of een J-tube constructie omvat, in het bijzonder van een offshore windturbine.Particularly suitable embodiments include devices in which the base structure is stationary and the extension structure is placed on or partially over the base structure, more particularly wherein the base structure comprises a monopole or jacket, in particular of an offshore wind turbine, and the extension structure a working platform, a cage construction, a mooring construction and / or a J-tube construction, in particular of an offshore wind turbine.

Een ander aspect van de uitvinding is gericht op een werkwijze voor het aanbrengen van een opzetconstructie met inwendige holte rond een topgedeelte van een basisconstructie, waarbij gebruik wordt gemaakt van de beschreven inrichting. Voorkeurswerkwijzen werden hierboven reeds beschreven in het licht van voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting.Another aspect of the invention is directed to a method for mounting a mounting structure with internal cavity around a top portion of a basic structure, wherein use is made of the described device. Preferred methods have already been described above in the light of preferred embodiments of the device.

Geschikte uitvoeringsvormen van de werkwijze omvatten onder andere werkwijzen waarin het tweede deel langwerpig is en ten minste over een gedeelte van zijn lengte in het eerste deel wordt opgenomen; waarbij het tweede deel in de holte van de opzetconstructie wordt verschoven langs een zich in een lengterichting van het tweede deel en de opzetconstructie uitstrekkende gemeenschappelijke as; waarbij een bovenzijde van de opzetconstructie met de eerste koppelmiddelen wordt verbonden met het eerste deel; waarbij een bovenzijde van de basisconstructie met de tweede koppelmiddelen wordt verbonden met het tweede deel; waarbij de eerste en/of tweede koppelmiddelen een penverbinding omvatten, bij voorkeur een hydraulische penverbinding; waarbij de eerste en tweede delen op elkaar worden vastgezet met een penverbinding, bij voorkeur een hydraulische penverbinding; waarbij het eerste en/of tweede deel een vakwerk vormen; waarbij een onderranddeel van het tweede deel een in de lengterichting conisch verlopend binnenoppervlak omvat; waarbij het eerste en/of tweede deel is voorzien van glijvlakken ten behoeve van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de delen; waarbij onder andere de koppelmiddelen op afstand worden aangestuurd door een hydraulisch circuit; waarbij de basisconstructie een funderingspaal of transitiedeel van een offshore windturbine omvat; en waarbij de opzetconstructie een werkplatform, een kooiconstructie, een aanmeerconstructie en/of een J-tube constructie omvat.Suitable embodiments of the method include methods in which the second part is elongated and is included in the first part at least over a portion of its length; wherein the second part is shifted in the cavity of the mounting structure along a common axis extending in a longitudinal direction of the second section and the mounting structure; wherein an upper side of the mounting structure with the first coupling means is connected to the first part; wherein an upper side of the basic structure with the second coupling means is connected to the second part; wherein the first and / or second coupling means comprise a pin connection, preferably a hydraulic pin connection; wherein the first and second parts are secured to each other with a pin connection, preferably a hydraulic pin connection; wherein the first and / or second part form a framework; wherein a lower edge part of the second part comprises an inner surface running in the longitudinal direction conically; wherein the first and / or second part is provided with sliding surfaces for the purpose of sliding the parts relative to each other; wherein inter alia the coupling means are controlled remotely by a hydraulic circuit; wherein the basic structure comprises a foundation pile or transition part of an offshore wind turbine; and wherein the mounting structure comprises a working platform, a cage construction, a mooring construction and / or a J-tube construction.

Tenslotte wordt aangegeven dat de in deze octrooiaanvraag beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding gecombineerd kunnen worden in elke mogelijke combinatie van deze uitvoeringsvormen, en dat elke uitvoeringsvorm afzonderlijk het voorwerp uit kan maken van een afgesplitste octrooiaanvrage.Finally, it is indicated that the embodiments of the invention described in this patent application can be combined into any possible combination of these embodiments, and that each embodiment can separately be the subject of a split-off patent application.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGURENBRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren en beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm, zonder dat de uitvinding daar overigens toe is beperkt. In de figuren toont:The invention will now be further elucidated with reference to the following figures and description of a preferred embodiment, without the invention otherwise being limited thereto. In the figures:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een op een monopaal gefundeerde offshore windturbine met een detail van een transitiedeel;FIG. 1 is a schematic perspective view of a offshore wind turbine based on a monopally-based project with a detail of a transition part;

Fig. 2 schematisch een uitvoeringsvorm van een met het transitiedeel van de monopaal verbonden werkplatform van de windturbine;FIG. 2 schematically an embodiment of a working platform of the wind turbine connected to the transition part of the monopally;

Fig. 3 schematisch een perspectivisch aanzicht van een zonder tussenkomst van een transitiedeel met een monopaal verbonden werkplatform van de windturbine;FIG. 3 shows diagrammatically a perspective view of a work platform of the wind turbine without the intervention of a transition part with a monopically connected working platform;

Fig. 4A en 4B schematische aanzichten van een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in gekoppelde toestand en verbonden met een aan te brengen werkplatform;FIG. 4A and 4B show schematic views of a device according to an embodiment of the invention in coupled condition and connected to a work platform to be mounted;

Fig. 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede deel van de inrichting volgens de in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding;FIG. 5 is a schematic perspective view of a second part of the device according to the embodiment of the invention shown in FIG. 4;

Fig. 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste deel van de inrichting volgens de in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding; enFIG. 6 is a schematic perspective view of a first part of the device according to the embodiment of the invention shown in FIG. 4; and

Fig. 7A-7N op schematische wijze verschillende stappen van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.FIG. 7A-7N schematically show different steps of an embodiment of the method according to the invention.

BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVOORBEELDENDESCRIPTION OF EMBODIMENTS

Onder verwijzing naar figuur 1 wordt een offshore windturbine 2 getoond. De turbine 2 omvat een turbinemast 20 die aan een bovenzijde is voorzien van een gondel 21 en een aantal rotorbladen 22. Zoals ook getoond in figuur 2 wordt een dergelijke windturbine 2 op een met een zeebodem 3 verankerde steunstructuur in de vorm van een monopaal 4 geplaatst. De monopaal 4 vormt een buisvormig element en kan zich vanaf de zeebodem 3 tot boven het wateroppervlak 5 uitstrekken, maar kan zich ook met een bovenrand 40 onder water bevinden, zoals getoond in figuur 2. Om de windturbinemast 20 met een monopaal 4 te verbinden kan gebruik worden gemaakt van een overgangs- of transitiedeel 6. Het transitiedeel 6 vormt eveneens een buisvormig element en strekt zich uit van een bodemgedeelte 60 tot een topgedeelte 61. Volgens de detailtekening van figuur 1 kan het transitiedeel 6 zijn voorzien van een rokgedeelte 64 dat over een topdeel van de monopaal 4 wordt geschoven waarbij een tussenruimte 65 ontstaat tussen een binnenoppervlak van het transitiedeel (6, 64) en een buitenoppervlak van de monopaal 4. De hoogte van de tussenruimte 65 kan desgewenst worden bepaald door een binnenoppervlak van het transitiedeel (6, 64) te voorzien van nokken 66 die steun vinden op een bovenrand 40 van de monopaal 4. De ruimte 65 kan vervolgens worden opgevuld met een uithardende substantie zoals voegmortel of grout. Na uitharding wordt op deze wijze een verbinding tussen het transitiedeel 6 en de monopaal 4 verkregen.With reference to Figure 1, an offshore wind turbine 2 is shown. The turbine 2 comprises a turbine mast 20 which is provided on top with a gondola 21 and a number of rotor blades 22. As also shown in Figure 2, such a wind turbine 2 is placed on a support structure anchored to a sea bottom 3 in the form of a monopole 4 . The monopile 4 forms a tubular element and can extend from the seabed 3 to above the water surface 5, but can also be submerged with an upper edge 40, as shown in figure 2. To connect the wind turbine mast 20 to a monopole 4 use can be made of a transition or transition part 6. The transition part 6 also forms a tubular element and extends from a bottom part 60 to a top part 61. According to the detailed drawing of Figure 1, the transition part 6 can be provided with a skirt part 64 which has a top part of the monopile 4 is slid, whereby an interspace 65 is created between an inner surface of the transition part (6, 64) and an outer surface of the monopile 4. The height of the interspace 65 can, if desired, be determined by an inner surface of the transition part (6 64) provided with cams 66 which are supported on an upper edge 40 of the monopile 4. The space 65 can then be filled with a u curing substance such as grout or grout. After curing, a connection between the transition part 6 and the monopile 4 is obtained in this way.

Het transitiedeel 6 (of de monopaal 4) kan desgewenst worden voorzien van een werkplatform 7 met bootladder 70 bijvoorbeeld. Een over een monopaal 4 te plaatsen opzetstructuur dat is voorzien van een werkplatform 7 wordt in detail getoond in figuur 3 en omvat een door een reling 71 omgeven werkdek 72. Het werkplatform 7 omvat verder een kooiconstructie 73 die is opgebouwd uit een aantal met in een lengterichting 75 verlopende langsstaven 76 verbonden omtreksringen 74. De omtreksringen 74 en langsstaven 76 omspannen samen een inwendige holte 79 die rond een topgedeelte 41 van de monopaal 4 wordt aangebracht. Om het werkplatform 7 met het topgedeelte 41 van de monopaal 4 te verbinden is het werkplatform 7 aan een onderzijde van het werkdek 72 voorzien van een aantal zwaluwstaartplaten 78 die samenwerken met aan het topgedeelte 41 van de monopaal 4 voorziene jukken 62. De bovenzijde van de monopaal 4 kan tevens zijn voorzien van een interne afdekplaat 63, die een interne ruimte tussen het wateroppervlak en de afdekplaat 63 afsluit ter voorkoming van corrosie.The transition part 6 (or the monopile 4) can, if desired, be provided with a working platform 7 with boat ladder 70, for example. A mounting structure to be placed over a monopile 4, which is provided with a working platform 7 is shown in detail in Figure 3 and comprises a working deck 72 surrounded by a railing 71. The working platform 7 further comprises a cage construction 73 which is composed of a number of longitudinal bars 76 extending along the longitudinal direction 75. The circumferential rings 74 and the longitudinal bars 76 together enclose an internal cavity 79 which is arranged around a top portion 41 of the monopole 4. To connect the working platform 7 to the top portion 41 of the monopile 4, the work platform 7 is provided on a bottom side of the working deck 72 with a number of dovetail plates 78 which cooperate with yokes 62 provided on the top portion 41 of the monopile 4. Monopile 4 can also be provided with an internal cover plate 63, which closes off an internal space between the water surface and the cover plate 63 to prevent corrosion.

Omdat de tussenruimte tussen het uitwendige omtreksoppervlak van de monopaal 4 en het inwendige omtreksoppervlak van de kooiconstructie 73 van het werkplatform 7 relatief gering is kan er tijdens het plaatsen van het werkplatform 7 op de monopaal 4 schade ontstaan aan het werkplatform 7 en/of aan de monopaal 4, bijvoorbeeld schade aan de roestwerende beschermlagen. De inrichting 1 volgens de uitvinding maakt het mogelijk het werkplatform 7 nauwkeurig, snel en veilig over het topgedeelte 41 van de monopaal 4 aan te brengen en hierop vast te zetten.Because the spacing between the outer peripheral surface of the monopile 4 and the inner peripheral surface of the cage construction 73 of the working platform 7 is relatively small, damage to the working platform 7 and / or the monopaal 4, for example damage to the rust-resistant protective layers. The device 1 according to the invention makes it possible to mount the work platform 7 accurately, quickly and safely over the top portion 41 of the monopile 4 and to fix it thereon.

De in figuren 4A en 4B in samengestelde toestand getoonde uitvoeringsvorm van de uitgevonden inrichting 1 omvat een eerste deel 10 en een tweede deel 30 dat ten opzichte van het eerste deel 10 verschuifbaar met het eerste deel 10 is gekoppeld. Beide delen (10, 30) zijn uitgevoerd als een vakwerk van langs- en dwarsstaven. De verschuiving is mogelijk langs een zich in een lengterichting (11,31) van beide delen (10, 30) uitstrekkende gemeenschappelijke as 13 tussen twee posities (A, B) waarin de delen (10, 30) op elkaar kunnen worden vastgezet. Het tweede deel 30 is langwerpig en ten minste over een gedeelte van zijn lengte in het eerste deel 10 opgenomen. In de in figuur 4A getoonde positie A van het eerste deel 10 bevindt het eerste deel 10 zich ter hoogte van een bovenzijde van het tweede deel, en strekt het tweede deel 30 zich grotendeels ter onderzijde van het eerste deel 10 uit. In de in figuur 4B getoonde positie B van het eerste deel 10 bevindt het eerste deel 10 zich ter hoogte van een onderzijde van het tweede deel 30, en strekt het tweede deel 30 zich grotendeels ter bovenzijde van het eerste deel 10 uit.The embodiment of the invented device 1 shown in figures 4A and 4B in the assembled state comprises a first part 10 and a second part 30 which is slidably coupled to the first part 10 relative to the first part 10. Both parts (10, 30) are designed as a framework of longitudinal and transverse bars. The displacement is possible along a common axis 13 extending in a longitudinal direction (11, 31) of both parts (10, 30) between two positions (A, B) in which the parts (10, 30) can be fixed to each other. The second part 30 is elongated and included in the first part 10 at least over a part of its length. In the position A of the first part 10 shown in Fig. 4A, the first part 10 is at the height of an upper side of the second part, and the second part 30 extends largely to the underside of the first part 10. In the position B of the first part 10 shown in Fig. 4B, the first part 10 is at the level of a bottom side of the second part 30, and the second part 30 extends largely over the top side of the first part 10.

Het eerste deel 10 wordt in gebruik met eerste koppelmiddelen 19 verbonden met een bovenzijde van de opzetconstructie, in het bijzonder het werkplatform 7. Hiertoe is het werkplatform 7 voorzien van een aantal verbindingsplaten 77, die samenwerken met de eerste koppelmiddelen 19. Het werkplatform 7 verschuift dus mee met het eerste deel 10 wanneer het eerste deel 10 ten opzichte van het tweede deel 30 tussen positie A en positie B verschuift. In positie A waarin het tweede deel 30 ter onderzijde van het eerste deel 10 uitsteekt is het tweede deel 30 ten minste gedeeltelijk in de holte 79 van het werkplatform 7 opgenomen ter ondersteuning van het werkplatform 7. Het tweede deel 30 is hierbij in de holte 79 van het werkplatform 7 te verschuiven langs een zich in de lengterichting 31 van het tweede deel 30 en een lengterichting 80 van het werkplatform 7 uitstrekkende as die samenvalt met de gemeenschappelijke as 13. De positie A wordt onder andere ingenomen wanneer het samenstel (10, 20) van eerste en tweede deel, en het aan het eerste deel 10 gekoppelde werkplatform 7 wordt gehesen.In use, the first part 10 is connected with first coupling means 19 to an upper side of the mounting structure, in particular the working platform 7. For this purpose, the working platform 7 is provided with a number of connecting plates 77, which cooperate with the first coupling means 19. The working platform 7 shifts so along with the first part 10 when the first part 10 shifts between position A and position B relative to the second part 30. In position A in which the second part 30 projects below the first part 10, the second part 30 is at least partially received in the cavity 79 of the working platform 7 to support the working platform 7. The second part 30 is herein in the cavity 79 of the working platform 7 along an axis extending in the longitudinal direction 31 of the second part 30 and a longitudinal direction 80 of the working platform 7 which coincides with the common axis 13. The position A is occupied among other things when the assembly (10, 20 ) of first and second part, and the working platform 7 coupled to the first part 10 is hoisted.

Het tweede deel 30 wordt in gebruik met tweede koppelmiddelen 38 verbonden met de basisconstructie, in het bijzonder de monopaal 4, zoals getoond in figuur 4A. In de met de monopaal 4 verbonden toestand van het tweede deel 30, zal bij een verschuiving van het eerste deel 10 van de positie A naar de positie B het werkplatform 7 mee verschuiven waarbij de holte 79 van het werkplatform over het topgedeelte 41 van de monopaal 4 wordt geschoven en het tweede deel 30 tegelijkertijd uit de holte 79 wordt verwijderd totdat de toestand van figuur 4B wordt bereikt. In deze toestand wordt het werkplatform 7 vastgezet op de monopaal 4, het tweede deel 30 losgemaakt van de monopaal 4 en het samenstel (10, 20) van eerste en tweede deel verwijderd.The second part 30, in use with second coupling means 38, is connected to the basic construction, in particular the monopile 4, as shown in Figure 4A. In the condition of the second part 30 connected to the monopile 4, when the first part 10 is shifted from the position A to the position B, the working platform 7 will also move with the cavity 79 of the working platform over the top portion 41 of the monopile 4 is slid and the second portion 30 is simultaneously removed from the cavity 79 until the state of FIG. 4B is reached. In this state, the working platform 7 is fixed on the monopile 4, the second part 30 detached from the monopile 4 and the assembly (10, 20) removed from the first and second parts.

In de hierboven beschreven werkwijze wordt de opzetstructuur 7 vanaf een (niet getoond) jack-up werkplatform met een (niet getoonde) kraan opgenomen en worden de opzetstructuur 7 en de monopaal 4 onderling in zekere mate uitgelijnd langs een zich in een lengterichting van beide elementen uitstrekkende gemeenschappelijke as 45 ten behoeve van het koppelen van de opzetstructuur 7 en de monopaal 4. Het uitlijnen van de opzetstructuur 7 ten opzichte van de monopaal 4 wordt bijvoorbeeld door met lieren bediende hulpkabels of tuggerlijnen uitgevoerd. Hiermee wordt de opzetstructuur 7 in bedwang gehouden en in zekere mate uitgelijnd met de monopaal 4.In the method described above, the mounting structure 7 is lifted from a jack-up working platform (not shown) with a crane (not shown) and the mounting structure 7 and the monopile 4 are mutually aligned to a certain extent along a longitudinal direction of both elements extending common shaft 45 for connecting the mounting structure 7 and the monopile 4. The alignment of the mounting structure 7 with respect to the monopile 4 is carried out, for example, by winch-operated auxiliary cables or tugger lines. Hereby the mounting structure 7 is kept under control and to a certain extent aligned with the monopile 4.

Onder verwijzing naar figuur 5 wordt het tweede deel 30 in meer detail getoond. Het tweede deel 30 omvat een in de lengterichting 31 langwerpig vakwerk van onderling verbonden langsstaven 32 en dwarsstaven 33, versterkt met kruiselingse torsiestaven 34. De dwarsstaven 33 vormen een aantal verdiepingen die onderling zijn verbonden door middel van ladders 35.With reference to Figure 5, the second part 30 is shown in more detail. The second part 30 comprises a longitudinal frame of longitudinal bars 32 and transverse bars 33 elongated in the longitudinal direction 31, reinforced with crosswise torsion bars 34. The transverse bars 33 form a number of recesses which are mutually connected by means of ladders 35.

Een bovenvlak van het tweede deel 30 is in hoekpunten voorzien van hijsogen 36 waarmee het deel 30 aan een (niet getoonde) hijskraan kan worden bevestigd en opgenomen, en van twee hydraulische verbindingspennen 37. Een ondervlak van het tweede deel is voorzien van tweede koppelmiddelen in de vorm van hydraulische klemmen 38 die zijn ingericht voor verbinding met een bovenzijde van de monopaal 4, en van vier hijsgeleiders 39. Een onderranddeel van het tweede deel 30 is verder voorzien van geleidingsplaten 42 met een in de lengterichting 31 conisch verlopend binnenoppervlak. Stoppers 40 zorgen er voor dat het eerste deel 10 in de positie B wordt gehouden bij het langs het tweede deel 30 naar beneden verschuiven van het eerste deel 10. Een interne monopaal afdekplaat 63 kan eveneens deel uitmaken van het ondervlak van het tweede deel 30. Indien gewenst kan het tweede deel 30 ook zijn voorzien van een vanaf het ondervlak neerlaatbare ladder 41.An upper surface of the second part 30 is provided in corner points with lifting eyes 36 with which the part 30 can be attached and received to a crane (not shown), and with two hydraulic connecting pins 37. A lower surface of the second part is provided with second coupling means in in the form of hydraulic clamps 38 adapted for connection to a top side of the monopile 4, and of four hoisting guides 39. A lower edge part of the second part 30 is further provided with guide plates 42 with an inner surface extending in the longitudinal direction 31. Stoppers 40 ensure that the first part 10 is held in position B when the first part 10 is moved downwards along the second part 10. An internal monopal cover plate 63 can also form part of the bottom surface of the second part 30. If desired, the second part 30 can also be provided with a ladder 41 that can be lowered from the bottom surface.

Onder verwijzing naar figuur 6 wordt het eerste deel 10 in meer detail getoond. Het eerste deel 10 omvat tevens een vakwerk van onderling verbonden langsstaven 12 en dwarsstaven 13, versterkt met kruiselingse torsiestaven 14. Een lengterichting 11 van het eerste deel 10 loopt in met het tweede deel 30 gekoppelde toestand evenwijdig aan de lengterichting 31 van het tweede deel 30. De dwarsstaven 13 vormen een open bovenvlak 15a en een open ondervlak 15b. Desgewenst is het ondervlak 15b voorzien van een ladder 16. Ook kunnen de verbindingsplaten tussen de dwarsstaven 13 desgewenst zijn voorzien van glijvlakken 13a ten behoeve van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de delen (10, 30).With reference to Figure 6, the first part 10 is shown in more detail. The first part 10 also comprises a framework of mutually connected longitudinal bars 12 and transverse bars 13, reinforced with crosswise torsion bars 14. A longitudinal direction 11 of the first part 10 runs in the condition coupled to the second part 30 parallel to the longitudinal direction 31 of the second part 30 The transverse bars 13 form an open upper surface 15a and an open lower surface 15b. If desired, the bottom surface 15b is provided with a ladder 16. The connecting plates between the transverse bars 13 can also be provided with sliding surfaces 13a for the purpose of sliding the parts (10, 30) relative to each other.

Ter hoogte van het bovenvlak 15a is het eerste deel 10 langs dwarsstaven 13 voorzien van hijsplaten 17 waarmee het deel 10 aan een (niet getoonde) hijskraan kan worden bevestigd en opgenomen, en van in de getoonde uitvoeringsvorm manueel bedienbare verbindingspennen 18. De verbindingspennen 18 zijn voorzien van een veiligheidspen 18a. De verbindingspennen 18 zijn met dwarsplaten 18b op een dwarsstaaf 13 van het ondervlak 15b bevestigd. De verbindingspennen 18 van het eerste deel 10 en de hydraulische verbindingspennen 37 van het tweede deel 30 fungeren als tijdelijke koppelmiddelen ingericht voor verbinding van het eerste deel 10 met het tweede deel 30. Op enige afstand van de dwarsstaven 13 van het ondervlak 15b gehouden geleidingen 19 voor het werkplatform 7 zijn tevens voorzien van verbindingspennen 19a voor het werkplatform 7.At the level of the upper surface 15a, the first part 10 is provided along cross bars 13 with lifting plates 17 with which the part 10 can be attached and received to a crane (not shown), and of connecting pins 18 manually operable in the shown embodiment. The connecting pins 18 are provided with a safety pin 18a. The connecting pins 18 are fixed with transverse plates 18b on a transverse bar 13 of the lower surface 15b. The connecting pins 18 of the first part 10 and the hydraulic connecting pins 37 of the second part 30 function as temporary coupling means adapted for connecting the first part 10 to the second part 30. Guides 19 held at some distance from the transverse bars 13 of the lower surface 15b for the work platform 7 are also provided with connecting pins 19a for the work platform 7.

De hydraulische penverbindingen worden op afstand aangestuurd door een (niet getoond) hydraulisch circuit.The hydraulic pin connections are remotely controlled by a hydraulic circuit (not shown).

Met de beschreven inrichting 1 kan een opzetconstructie met inwendige holte, bijvoorbeeld het werkplatform 7, rond een topgedeelte 4 van de monopaal 4 worden aangebracht. Een geschikte werkwijze wordt aan de hand van figuur 7 toegelicht.With the described device 1, a mounting structure with internal cavity, for example the working platform 7, can be arranged around a top portion 4 of the monopile 4. A suitable method is explained with reference to Figure 7.

Vooreerst wordt in stap A een hijsjuk 50 met hijskabels 51 aan de hijsogen 36 van het tweede deel 30 bevestigd. Het eerste deel 10 wordt met het tweede deel 30 gekoppeld door de verbindingspennen 18 te laten aangrijpen op het tweede deel 30.First, in step A, a hoisting yoke 50 with hoisting cables 51 is attached to the hoisting eyes 36 of the second part 30. The first part 10 is coupled to the second part 30 by engaging the connecting pins 18 on the second part 30.

In stap B wordt het aan het hijsjuk 50 opgehangen samenstel (10, 30) van het gekoppelde eerste en tweede deel 50 met een (niet getoonde) hijskraan opgenomen en naar een bovenzijde van het werkplatform 7 gebracht.In step B, the assembly (10, 30) of the coupled first and second part 50 suspended from the hoisting yoke 50 is received with a hoisting crane (not shown) and brought to a top side of the working platform 7.

Vervolgens wordt in stap C een verbinding gemaakt tussen het eerste deel 10 en een bovenvlak van het werkplatform 7 door aangrijping van de verbindingspennen 19,19a op verbindingsplaten van het werkplatform 7. Daarna wordt de koppeling tussen het eerste deel 10 en het tweede deel 30 verbroken door het vrijmaken van de verbindingspennen 18.Subsequently, in step C, a connection is made between the first part 10 and an upper surface of the working platform 7 by engaging the connecting pins 19, 19a on connecting plates of the working platform 7. The coupling between the first part 10 and the second part 30 is then broken. by releasing the connecting pins 18.

In stap D wordt het tweede deel 30 vervolgens naar beneden bewogen zodat dit deel 30 in de holte 79 van het werkplatform 7 wordt opgenomen en de stoppers 40 van het tweede deel 30 in aanraking komen met het eerste deel 10.In step D, the second part 30 is then moved downwards so that this part 30 is received in the cavity 79 of the working platform 7 and the stoppers 40 of the second part 30 come into contact with the first part 10.

In een volgende stap E wordt het tweede deel 30 opnieuw gekoppeld met het eerste deel 10 door activeren van de hydraulische verbindingspennen 37.In a next step E, the second part 30 is again coupled to the first part 10 by activating the hydraulic connecting pins 37.

Het hijsjuk 50 wordt vervolgens losgekoppeld van het tweede deel 30 en de hijskabels 51 aan de hijsplaten 17 van het eerste deel bevestigd (stap F).The hoisting yoke 50 is then disconnected from the second part 30 and the hoisting cables 51 attached to the hoisting plates 17 of the first part (step F).

Vervolgens wordt de interne werkplatformplaat 63 in stap G aangebracht in de geleidingen 42 van het tweede deel en met het tweede deel 30 verbonden.Subsequently, the internal working platform plate 63 is arranged in step G in the guides 42 of the second part and connected to the second part 30.

In een daaropvolgende stap H wordt het aan het hijsjuk 50 opgehangen samenstel (30, 10, 7, 63) van eerste en tweede deel, werkplatform 7 en plaat 63 gezamenlijk met een (niet getoonde) hijskraan opgenomen en naar een bovenzijde van de monopaal 4 gebracht.In a subsequent step H, the assembly (30, 10, 7, 63) of first and second part, working platform 7 and plate 63, suspended from the hoisting yoke 50, is received together with a crane (not shown) and lifted to an upper side of the monopile 4 brought.

Stap I behelst het verbinden van het tweede deel 30 met een bovenzijde van de monopaal 4 door het activeren van de hydraulische klemmen 38. Tegelijkertijd wordt de verbinding tussen het eerste en tweede deel verbroken door het intrekken van de hydraulische verbindingspennen 37.Step I involves connecting the second part 30 to an upper side of the monopile 4 by activating the hydraulic clamps 38. At the same time, the connection between the first and second part is broken by retracting the hydraulic connecting pins 37.

In stap J wordt het eerste deel 10 met daaraan gekoppeld het werkplatform 7 over het topgedeelte van de monopaal 4 neergelaten waarbij het eerste deel 10 langs het op de monopaal 4 bevestigde tweede deel 30 verschuift van positie A naar positie B.In step J, the first part 10 with the working platform 7 coupled thereto is lowered over the top part of the monopile 4, the first part 10 shifting from position A to position B along the second part 30 mounted on the monopole 4.

Vervolgens wordt in stap K de interne werkplatformplaat 63 met een in het tweede deel 30 opgehangen hijsinstallatie tot in het bovenvlak van de monopaal 4 neergelaten en aldaar bevestigd aan de monopaal 4 .Subsequently, in step K, the internal working platform plate 63 with a hoisting device suspended in the second part 30 is lowered into the upper surface of the monopile 4 and fixed there to the monopile 4.

In stap L wordt het hijsjuk 50 losgemaakt van het eerste deel 10 en met de kabels 51 aan de hijsogen 36 van het tweede deel 30 vastgemaakt. Het eerste deel 10 wordt dan opnieuw met het tweede deel 30 gekoppeld door de verbindingspennen 18 te laten aangrijpen op het tweede deel 30. Het werkplatform 7 wordt vervolgens losgekoppeld van het eerste deel 10 door het verwijderen van verbindingspennen 19a.In step L, the lifting yoke 50 is detached from the first part 10 and fixed with the cables 51 to the lifting eyes 36 of the second part 30. The first part 10 is then coupled to the second part 30 again by engaging the connecting pins 18 on the second part 30. The working platform 7 is then disconnected from the first part 10 by removing connecting pins 19a.

In een stap M worden vervolgens de hydraulische klemmen 38 geopend waardoor de verbinding van het tweede deel 30 met de monopaal 4 wordt verbroken.In a step M, the hydraulic clamps 38 are then opened, whereby the connection of the second part 30 to the monopile 4 is broken.

In een laatste stap N wordt het aan het hijsjuk 50 opgehangen samenstel (10, 30) van het eerste en tweede deel gezamenlijk met een (niet getoonde) hijskraan opgenomen en afgevoerd naar een opslagplaats of eventueel naar een bovenzijde van een tweede te plaatsen werkplatform 7 gebracht, waarna de werkwijze zich vanaf stap C herhaald.In a final step N, the assembly (10, 30) of the first and second part suspended from the hoisting yoke 50 is received together with a crane (not shown) and discharged to a storage location or possibly to a top side of a second working platform 7 to be placed. after which the process is repeated from step C.

Claims

CONCLUSIONS

CLAIMS 1. A device for mounting an interior construction with an internal cavity around a top portion of a basic construction, comprising: a first and a second part slidably coupled relative to each other along a common axis extending in the longitudinal direction of both parts between two positions in which the parts can be secured to each other; wherein the first part with first coupling means can be connected to the mounting structure; wherein the second part can be connected to the basic construction with second coupling means and wherein the second part can be received in the cavity of the mounting construction to support the mounting construction.

Device as claimed in claim 1, wherein the second part is elongated and is included in the first part at least over a part of its length.

Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the second part can be displaced in the cavity of the mounting structure along a common axis extending in a longitudinal direction of the second part and the mounting structure.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first coupling means are adapted for connection to a top side of the top construction.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the second coupling means are adapted for connection to an upper side of the basic construction.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second coupling means comprise a pin connection, preferably a hydraulic pin connection.

Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising a pin connection, preferably a hydraulic pin connection for fixing the parts to each other in the two positions.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second part form a framework.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein a lower edge part of the second part comprises an inner surface running in the longitudinal direction conically.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second part is provided with sliding surfaces for the purpose of sliding the parts relative to each other.

Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising a hydraulic circuit which can be controlled remotely.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the basic construction comprises a foundation pile or transition part of an offshore wind turbine.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the mounting construction comprises a cage construction, a mooring construction and / or a J-tube construction.

A method for mounting a mounting structure with an internal cavity around a top portion of a basic structure, comprising: providing a device according to any one of the preceding claims; connecting the first part to the mounting structure with the first coupling means; shifting the second part relative to the first part until the second part is received in the cavity of the mounting structure to support it; hoisting the first and second parts thus coupled and the mounting construction to the basic construction; connecting the second part to the basic construction with the second coupling means; shifting the first part and the mounting structure coupled thereto with respect to the second part, wherein the internal cavity of the mounting structure is arranged around the top portion of the basic construction.