BE1023030B1 - Modular green roof - Google Patents

Modular green roof Download PDF

Info

Publication number
BE1023030B1
BE1023030B1 BE2015/5625A BE201505625A BE1023030B1 BE 1023030 B1 BE1023030 B1 BE 1023030B1 BE 2015/5625 A BE2015/5625 A BE 2015/5625A BE 201505625 A BE201505625 A BE 201505625A BE 1023030 B1 BE1023030 B1 BE 1023030B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
green roof
module
modules
cells
roof module
Prior art date
Application number
BE2015/5625A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
HOORDE Christophe VAN
Chris SLABBINCK
Original Assignee
Ecco Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ecco Bvba filed Critical Ecco Bvba
Priority to BE2015/5625A priority Critical patent/BE1023030B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023030B1 publication Critical patent/BE1023030B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D11/00Roof covering, as far as not restricted to features covered by only one of groups E04D1/00 - E04D9/00; Roof covering in ways not provided for by groups E04D1/00 - E04D9/00, e.g. built-up roofs, elevated load-supporting roof coverings
    • E04D11/002Roof covering, as far as not restricted to features covered by only one of groups E04D1/00 - E04D9/00; Roof covering in ways not provided for by groups E04D1/00 - E04D9/00, e.g. built-up roofs, elevated load-supporting roof coverings consisting of two or more layers, at least one of the layers permitting turfing of the roof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/033Flat containers for turf, lawn or the like, e.g. for covering roofs
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A30/00Adapting or protecting infrastructure or their operation
    • Y02A30/24Structural elements or technologies for improving thermal insulation
    • Y02A30/254Roof garden systems; Roof coverings with high solar reflectance
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B80/00Architectural or constructional elements improving the thermal performance of buildings
    • Y02B80/32Roof garden systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een verbeterd modulair groendak voor het houden van substraat en vegetatie, waarbij de module verschillende cellen in een rasterstructuur met afwateringsopening omvat. Verder betreft de uitvinding een systeem van meerdere groendak modules die aan elkaar gekoppeld kunnen worden, en het gebruik van modules of het systeem om een dak te bedekken en te beschermen. Ten slotte betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van de modules van de uitvinding.The present invention relates to an improved modular green roof for holding substrate and vegetation, wherein the module comprises several cells in a grid structure with drainage opening. The invention further relates to a system of several green roof modules that can be coupled together, and the use of modules or the system to cover and protect a roof. Finally, the invention relates to a method for manufacturing the modules of the invention.

Description

MODULAIR GROENDAKMODULAR GREEN ROOF

TECHNISCH DOMEINTECHNICAL DOMAIN

De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde module voor een modulair groendak, waarbij deze groendak modules panelen zijn die aan elkaar kunnen worden gehecht om zo een gewenste oppervlakte volledig te bedekken, en te voorzien in een vorm voor het houden van een substraat, zoals teelaarde, waarin vegetatie kan gezaaid worden of geplant worden, of van een substraat waarbij de vegetatie voorgekweekt aanwezig is. Optioneel kan de groendak module ook een substraat omvatten in de module, eventueel voorzien van voorgekweekte of voorgezaaide vegetatie, zoals vetplanten. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een systeem van aaneengeschakelde groendak modules om op die manier een groendak te vormen. Ten slotte heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van de groendak modules.The invention relates to an improved module for a modular green roof, wherein these green roof are modules that can be adhered to each other in order to completely cover a desired surface, and to provide a form for holding a substrate, such as soil, in which vegetation can be sown or planted, or from a substrate in which the vegetation is pre-grown. Optionally, the green roof module can also comprise a substrate in the module, optionally provided with pre-grown or pre-seeded vegetation, such as succulents. In addition, the invention relates to a system of connected green roof modules to form a green roof in this way. Finally, the invention relates to a method for manufacturing the green roof modules.

STAND DER TECHNIEKBACKGROUND ART

De gekende modulaire dakbedekkingssystemen geschikt om vegetatie te bevatten, hebben vele problemen. Een eerste probleem is dat de individuele modules niet voldoende plaats bieden voor substraat om oppervlakte bedekkende vegetatie genoeg voedingsbodem te bieden. Een tweede probleem is dat de gekende modules niet sterk genoeg zijn om reeds met substraat gevuld geplaatst te worden, wat praktischer is, maar meer belastend is dan deze na plaatsing te vullen. Een derde probleem is dat de gekende modules onvoldoende waterafvoermogelijkheden bieden en zo voor overbewatering en daarop volgende afsterving van de daarin geplante vegetatie kunnen zorgen. De gekende modules worden via het stollen van vloeibare kunststoffen geproduceerd en waarbij de modules bij opslag nog afkoelen en hierbij expanderen. Dit zorgt voor een vierde probleem aangezien de modules vaak ontworpen worpen om in elkaar passend gestapeld te kunnen worden. Indien de modules in of op elkaar gestapeld worden bij het afkoelen, expanderen deze klemmend, wat kan leiden tot schade bij de buitenste modules (barsten en scheuren), of tot schade bij het verwijderen van de modules uit elkaar. Een vijfde probleem is dat de modules vaak een basis hebben met een lage oppervlakte waarop de module steunt. Dit kan leiden tot grote druk op het dak of de ondergrond waarop de module steunt. Dit probleem wordt gecombineerd met het derde probleem, aangezien, door meer steunoppervlakte te voorzien, de modules vaak waterafvoermogelijkheden verliezen. Deze problemen en andere worden geïllustreerd in volgende gekende concepten voor groendak modules.The known modular roofing systems suitable for containing vegetation have many problems. A first problem is that the individual modules do not provide enough space for substrate to provide surface covering vegetation with enough breeding ground. A second problem is that the known modules are not strong enough to be placed already filled with substrate, which is more practical, but more burdensome than filling them after placement. A third problem is that the known modules offer insufficient water drainage options and can thus cause overwatering and subsequent dying off of the vegetation planted therein. The known modules are produced via the solidification of liquid plastics and the modules cool down during storage and thereby expand. This creates a fourth problem since the modules are often designed to be stacked into each other. If the modules are stacked in or on top of each other during cooling, they expand clamping, which can lead to damage to the outer modules (cracks and cracks), or to damage when removing the modules from each other. A fifth problem is that the modules often have a base with a low surface on which the module rests. This can lead to great pressure on the roof or the substrate on which the module rests. This problem is combined with the third problem, since, by providing more support surface, the modules often lose water drainage options. These problems and others are illustrated in the following known concepts for green roof modules.

In de Amerikaanse aanvrage US 2011/0030291 wordt een groendak module beschreven die bestaat uit een aantal cellen van elkaar gescheiden door een lage wand met daarin openingen naar de onderzijde van de module toe voor het afvoeren van water. Daarnaast lopen de zijwanden van de module door van de onderzijde naar de bovenzijde toe over de volledige omtrek van de module. Er wordt echter niet aangegeven hoe en waarom de openingen voor het afvoeren van water geplaatst moeten worden voor voldoende afvoer die echter het substraat voldoende waterreserves biedt om de vegetatie te voeden. Daarnaast is de plaat centraal onvoldoende verstevigd en kan deze heel gemakkelijk destructief doorbuigen en zodoende breken, barsten of scheuren indien de plaat gevuld gemanipuleerd wordt.US application US 2011/0030291 describes a green roof module consisting of a number of cells separated from each other by a low wall with openings to the bottom of the module for draining water. In addition, the side walls of the module extend from the bottom to the top over the entire circumference of the module. However, it is not indicated how and why the openings for draining water must be placed for sufficient drainage, which, however, provides the substrate with sufficient water reserves to feed the vegetation. In addition, the plate is insufficiently reinforced centrally and can very easily destructively bend and thus break, crack or tear if the plate is manipulated while being filled.

In het Europese patent EP 1,566483 wordt een legplaat beschreven die bestaat uit een vlakke plastic plaat met opstaande wanden, en koppelingen aan de wanden om deze te laten aansluiten op andere platen. Daarnaast omvat de plaat ook vouwzones, minstens volgens een transversale en een longitudinale richting van de plaat. Er zijn echter onvoldoende maatregelen getroffen om goede waterdoorlatende eigenschappen te creëren, waardoor bij het aanleggen van groenelementen deze op niet afdoende wijze gevoed kunnen worden. Bovendien zijn de vouwzones niet sterk genoeg om in geladen toestand de belasting van hun lading (groenelementen, aarde en dergelijke) te dragen, en is een hoog breukgevaar (scheuren, barsten en dergelijke) hiervan het gevolg.The European patent EP 1,566483 describes a shelf that consists of a flat plastic plate with upright walls, and couplings on the walls to allow them to connect to other plates. In addition, the plate also comprises folding zones, at least according to a transverse and a longitudinal direction of the plate. However, insufficient measures have been taken to create good water-permeable properties, as a result of which they cannot be adequately fed when green elements are installed. Moreover, the folding zones are not strong enough to bear the load of their load (green elements, soil and the like) in a loaded state, and a high risk of breakage (cracks, cracks and the like) is the result thereof.

In de Europese aanvrage EP 2,681,989 wordt een groendak module beschreven met gedeeltelijk verwijderbare wanden. De modules zijn echter gericht op een eenvoudigere plaatsing, waarbij achteraf de wanden deels kunnen verwijderd worden om zo de inhoud (aarde en dergelijke) van aanpalende modules te kunnen laten aansluiten. Weinig tot niets wordt echter gezegd over de afwateringswijze, de draagbaarheid en de stevigheid van de modules.European application EP 2,681,989 describes a green roof module with partially removable walls. The modules, however, are aimed at a simpler placement, whereby the walls can be partially removed afterwards in order to allow the content (earth and the like) of adjacent modules to be connected. Little or nothing is said about the drainage method, the portability and the robustness of the modules.

In het Amerikaanse patent US 8,272,163 wordt een modulaire eenheid met een grondplaat en daarin een veelheid aan reservoirs die afwatering toelaten, echter niet langs de onderzijde van de reservoirs, aangezien deze in contact kunnen staan met een bodem waarop de eenheid rust en zo mogelijk geen afwatering kunnen toelaten. De reservoirs zijn onderling rechtstreeks verbonden via een kanaal, wat wel het voordeel biedt van een evenwichtige waterverdeling, maar een probleem met zich mee kan brengen voor de flexibiliteit van de eenheden, zeker in een belaste toestand. De kanalen hebben een opening om een surplus aan water af te laten, wat echter kan leiden tot een overmaat aan water in de reservoirs zelf.In U.S. Pat. No. 8,272,163, a modular unit with a base plate and a plurality of reservoirs that allow drainage therein is not, however, along the underside of the reservoirs, since these may be in contact with a bottom on which the unit rests and, if possible, no drainage. can allow. The reservoirs are directly connected to each other via a channel, which offers the advantage of a balanced water distribution, but can present a problem for the flexibility of the units, certainly in a loaded state. The channels have an opening to release a surplus of water, which can however lead to an excess of water in the reservoirs themselves.

In de Amerikaanse aanvrage US 2014/0000161 wordt een groendak module beschreven met een plaat met longitudinale en transversale plooizones tussen rijen en kolommen reservoirs in de plaat. Verder zijn openingen voorzien langs de zijwanden en onderzijden van de afzonderlijke reservoirs om water af te laten uit de reservoirs. Hierdoor is het moeilijk voor een substraat dat ingebracht is in de module om een watervoorraad te behouden, en is eventuele beplanting sterker onderhevig aan periodes van droogte. Bovendien is het mogelijk dat substraat beetje bij beetje weglekt uit de modules, bijvoorbeeld bij hevige regenval kan een aanzienlijke hoeveelheid substraat meespoelen door de openingen.US application US 2014/0000161 describes a green roof module with a plate with longitudinal and transverse bending zones between rows and columns of reservoirs in the plate. Further, openings are provided along the side walls and undersides of the individual reservoirs to drain water from the reservoirs. This makes it difficult for a substrate that has been introduced into the module to maintain a water supply, and any planting is more subject to periods of drought. Moreover, it is possible that substrate leaks away bit by bit from the modules, for instance in the case of heavy rainfall, a considerable amount of substrate can flush through the openings.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.It is an object of the present invention to find a solution to at least some of the aforementioned problems.

Er is nood aan een verbeterde module voor groendaken, wat de uitvinding beoogt te verstrekken.There is a need for an improved module for green roofs, which the invention aims to provide.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding betreft in een eerste aspect een verbeterde groendak module, geschikt voor het houden van een substraat met vegetatie. De module omvat: een vlakke onderkant, een bovenkant en meerdere opstaande zijkanten. Daarnaast omvat de module een veelheid aan halfopen cellen in een rasterstructuur. De cellen zijn elk gedefinieerd door een substantieel vlakke bodem, één of meerdere opstaande wanden op de bodem en een opening aan de bovenkant van de module. Minstens één opstaande wand, bij voorkeur twee opstaande wanden, van elke cel is voorzien van een vloeistofdoorlatende opening voor het afvloeien van niet-capillair water. De opstaande wanden hebben een bovenzijde en een onderzijde, en zijn met de onderzijde vastgehecht aan de bodem van de cellen, en aangrenzende cellen zijn aan elkaar vastgehecht langs de bovenzijde van één of meerdere opstaande wanden van de aangrenzende cellen. Ten slotte is minstens één opstaande wand van elke cel minstens één steunribbe, bij voorkeur twee steunribben, aan de onderkant van de module verbonden met een opstaande wand van een aangrenzende cel (van de eerder genoemde elke cel).The invention relates in a first aspect to an improved green roof module, suitable for keeping a substrate with vegetation. The module includes: a flat bottom, a top and multiple raised sides. In addition, the module comprises a plurality of semi-open cells in a grid structure. The cells are each defined by a substantially flat bottom, one or more raised walls on the bottom and an opening at the top of the module. At least one upright wall, preferably two upright walls, of each cell is provided with a liquid-permeable opening for draining non-capillary water. The upright walls have a top side and a bottom side, and are bottom-bonded to the bottom of the cells, and adjacent cells are attached to each other along the top of one or more upstanding walls of the adjacent cells. Finally, at least one upright wall of each cell, at least one support rib, preferably two support ribs, is connected at the bottom of the module to an upright wall of an adjacent cell (of the aforementioned each cell).

In een uitvoeringsvorm zijn de cellen die zich niet aan de zijkanten van de module bevinden, allen met twee steunribben verbonden met elke aangrenzende cel, en bevinden de steunribben zich in de nabijheid van de bovenzijde van de vastgehechte opstaande wanden.In one embodiment, the cells that are not on the sides of the module are all connected to each adjacent cell with two support ribs, and the support ribs are in the vicinity of the top of the bonded upright walls.

In een uitvoeringsvorm heeft elke cel een doorsnede met een toenemende oppervlakte weg van de bodem van de elke cel. Bij voorkeur zijn de opstaande wanden aan de zijkanten van de module hoger dan overige opstaande wanden.In one embodiment, each cell has a cross-section with an increasing area away from the bottom of the each cell. Preferably, the upright walls on the sides of the module are higher than other upright walls.

In een uitvoeringsvorm zijn opstaande wanden die vastgehecht zijn aan een opstaande wand van een aangrenzende cel, voorzien van een vloeistofdoorlatende opening, en waarbij een vloeistofdoorlatende perforatie voorzien is waar zijwanden van meer dan twee verschillende cellen samenkomen.In one embodiment, upright walls that are attached to an upright wall of an adjacent cell are provided with a liquid-permeable opening, and wherein a liquid-permeable perforation is provided where side walls of more than two different cells come together.

In een uitvoeringsvorm zijn de zijkanten van de module voorzien van een koppelelement geschikt voor het aangaan van een koppeling met een koppelelement van een andere module, om longitudinale verschuiving van de modules tegen te gaan ten opzichte van de koppeling.In one embodiment, the sides of the module are provided with a coupling element suitable for entering into a coupling with a coupling element of another module, in order to prevent longitudinal displacement of the modules relative to the coupling.

In een uitvoeringsvorm zijn de zijkanten van de module voorzien van uitsparingen en/of uitstulpingen geschikt voor het tegengaan van transversale verschuivingen van gekoppelde modules ten opzichte van de koppeling.In one embodiment, the sides of the module are provided with recesses and / or protrusions suitable for counteracting transversal displacements of coupled modules relative to the coupling.

In een uitvoeringsvorm zijn de opstaande wanden van aangrenzende cellen vastgehecht via een zadelvormige verbinding.In one embodiment, the upright walls of adjacent cells are attached via a saddle-shaped connection.

In een uitvoeringsvorm zijn de opstaande wanden aan de zijkanten van de module buigzaam voor het aangaan van de koppeling.In one embodiment, the upstanding walls on the sides of the module are flexible for engaging the coupling.

In een uitvoeringsvorm omvatten de cellen hoekcellen, randcellen en interne cellen, en zijn de opstaande wanden van aangrenzende randcellen verbonden in één vlak.In one embodiment, the cells include corner cells, peripheral cells, and internal cells, and the upright walls of adjacent peripheral cells are connected in one plane.

In een uitvoeringsvorm omvat de module polypropyleen. Bij voorkeur omvat de module polypropyleen met een hoge moleculaire massa.In one embodiment, the module comprises polypropylene. The module preferably comprises polypropylene with a high molecular mass.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de module een hoogte tussen 5 en 15 cm, bij voorkeur ongeveer 8.5 cm. Verder omvat de module een breedte omvat tussen 35 cm en 55 cm, bij voorkeur ongeveer 45 cm. Ten slotte omvat de module een lengte omvat tussen 40 en 60 cm, bij voorkeur ongeveer 50 cm.In a preferred embodiment the module comprises a height between 5 and 15 cm, preferably about 8.5 cm. Furthermore, the module comprises a width between 35 cm and 55 cm, preferably approximately 45 cm. Finally, the module comprises a length comprised between 40 and 60 cm, preferably about 50 cm.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de groendak module langs de bovenkant minstens gedeeltelijk gevuld met één of meerdere lagen substraat. Het substraat is daarbij optioneel voorzien van voorgezaaide en/of voorgekweekte vegetatie, waarbij deze vegetatie bij voorkeur één soort, en bij voorkeur verschillende soorten vetplanten omvat. Bij nog verdere voorkeur omvat de vegetatie één of verschillende soorten vetkruid.In a preferred embodiment, the green roof module is at least partially filled with one or more layers of substrate along the top. The substrate is optionally provided with pre-seeded and / or pre-grown vegetation, wherein this vegetation preferably comprises one species, and preferably different species, of succulent plants. Even more preferably, the vegetation comprises one or more types of succulent herb.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een systeem omvattende een veelheid van groendak modules zoals beschreven in dit document, voor het aaneengesloten bedekken van een oppervlakte, waarbij optioneel één of meerdere beschermdoeken worden voorzien voor het plaatsen onder de groendak modules.In a second aspect, the invention relates to a system comprising a plurality of green roof modules as described in this document, for the continuous covering of a surface, wherein optionally one or more protective cloths are provided for placing under the green roof modules.

In een derde aspect betreft de uitvinding het gebruik van één of meerdere groendak modules zoals beschreven in dit document, of een groendak systeem volgens dit document, voor het bedekken en het beschermen van een dak.In a third aspect the invention relates to the use of one or more green roof modules as described in this document, or a green roof system according to this document, for covering and protecting a roof.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een groendak module zoals beschreven in dit document.In a final aspect, the invention relates to a method for manufacturing a green roof module as described in this document.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN FIG. 1 toont een zijaanzicht van buiten af op de zijkant van een groendak module. FIG. 2 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van een groendak module. FIG. 3 toont een onderaanzicht van een groendak module. FIG. 4 toont een zijdelingse dwarsdoorsnede van een groendak module, langs de A-A richting.DESCRIPTION OF THE FIGURES FIG. 1 shows a side view from the outside on the side of a green roof module. FIG. 2 shows a partial top view of a green roof module. FIG. 3 shows a bottom view of a green roof module. FIG. 4 shows a lateral cross-section of a green roof module, along the A-A direction.

FIG. 5 toont een zijaanzicht van twee in elkaar gestapelde groendak modules. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGFIG. 5 shows a side view of two green roof modules stacked together. DETAILED DESCRIPTION

De uitvinding betreft een verbeterde groendak module, een systeem van groendak modules, het gebruik ervan en een werkwijze om de groendak modules te vervaardigen.The invention relates to an improved green roof module, a system of green roof modules, their use and a method for manufacturing the green roof modules.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.Unless defined otherwise, all terms used in the description of the invention, including technical and scientific terms, have the meaning as generally understood by those skilled in the art of the invention.

Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.For a better assessment of the description of the invention, the following terms are explicitly explained. "A", "de" and "het" in this document refer to both the singular and the plural unless the context clearly assumes otherwise. For example, "a segment" means one or more than one segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.When "about" or "round" is used in this document for a measurable quantity, a parameter, a duration or moment, and the like, variations are meant of +/- 20% or less, preferably +/- 10% or less, more preferably +/- 5% or less, even more preferably +/- 1% or less, and even more preferably +/- 0.1% or less than and of the quoted value, insofar as such variations of are applicable in the described invention. However, it must be understood here that the value of the quantity at which the term "about" or "round" is used is itself specifically disclosed.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.The terms "include", "comprising", "consist of", "consisting of", "provided with", "contain", "containing", "include", "including", "contents", "contents" are synonyms and are inclusive or open terms indicating the presence of what follows, and which do not preclude or preclude the presence of other components, features, elements, members, steps, known from or described in the prior art.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.The citation of numerical intervals by the end points includes all integers, fractions and / or real numbers between the end points, including these end points.

De term "onderkant" wanneer verwijzende naar een groendak module, slaat op de onderzijde daarvan, zijnde de zijde die bij normaal gebruik naar de grond gericht is. Bij normaal gebruik rust de boden van de cellen op de grond. Let op dat de onderkant niet noodzakelijk een vlak is, maar de vorm, verloop en/of golvingen van de module volgt.The term "bottom" when referring to a green roof module refers to the bottom thereof, being the side facing the ground in normal use. With normal use, the soil of the cells rests on the ground. Note that the bottom is not necessarily flat, but the shape, course and / or undulations of the module follow.

De term "bovenkant" wanneer verwijzende naar een groendak module, slaat op de bovenzijde daarvan, zijnde de zijde die bij normaal gebruik naar boven gericht is. Bij normaal gebruik zijn de cellen (half)open met de opening naar de bovenkant van de module gericht. Let op dat de bovenkant niet noodzakelijk een vlak is, maar de vorm, verloop en/of golvingen van de module volgt.The term "top" when referring to a green roof module refers to the top thereof, being the side that is directed upwards in normal use. In normal use, the cells are (half) open with the opening facing the top of the module. Note that the top is not necessarily a plane, but the shape, course and / or undulations of the module follow.

De term "zijkant" wanneer verwijzende naar een groendak module, slaat op de buitenste zijden daarvan die de onderkant en de bovenkant verbinden. Opnieuw zijn deze geenszins als vlakte beschouwen, hoewel ze vlak kunnen zijn, maar kunnen ook (deels) golvend en/of van scherpe ribben voorzien zijn.The term "side" when referring to a green roof module, refers to the outer sides thereof that connect the bottom and the top. Again, these are by no means regarded as flat, although they may be flat, but may also be (partially) wavy and / or provided with sharp ribs.

De termen "(naar) boven", "opwaarts", "(naar) beneden", "neerwaarts", "bovenzijde", "bovenkant", "onderkant", "onderzijde" en soortgelijken worden gebruikt uitgaande van een vlakke positionering van de groendak module.The terms "(up)", "up", "(down)", "down", "top", "top", "bottom", "bottom" and similar are used assuming a flat positioning of the green roof module.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een groendak module geschikt voor het houden van een substraat met vegetatie. De module omvat een onderkant, een bovenkant en meerdere opstaande zijkanten, en heeft algemeen een balkvormige omhullend veelvlak (of afgeknot piramidaal). De module omvat een veelheid aan halfopen cellen in een rasterstructuur. De cellen zijn gedefinieerd door een substantieel vlakke bodem, één of meerdere opstaande wanden op de bodem en een opening aan de bovenkant van de module. Bij voorkeur zijn de cellen aan de bovenkant van de module volledig onbedekt. Bij voorkeur liggen de bodems van de cellen in eenzelfde vlak indien de module onbelast is. Minstens één opstaande wand van elke cel is voorzien van een vloeistofdoorlatende opening voor het afvloeien van niet-capillair water. Bij voorkeur zijn minstens twee opstaande wanden van elke cel voorzien van een dergelijke opening, en bij verdere voorkeur is iedere opstaande wand van elke cel voorzien van een dergelijke opening, behalve opstaande wanden aan de zijkanten van de module. De opstaande wanden hebben een bovenzijde en een onderzijde, en zijn met de onderzijde vastgehecht aan de bodem van de cellen. Aangrenzende cellen zijn aan elkaar vastgehecht langs de bovenzijde van één of meerdere opstaande wanden van de aangrenzende cellen. De vloeistofdoorlatende opening is bij voorkeur een fijne spleet die zich naar boven toe uitstrekt op de opstaande wand van enkele millimeters boven de bodem van een cel tot enkele millimeters onder de bovenzijde van de opstaande wand. Minstens één opstaande wand van elke cel is verbonden met een opstaande wand van een aangrenzende cel van de elke cel met minstens één steunribbe, bij voorkeur met twee steunribben, aan de onderkant van de module. Bij voorkeur hebben de cellen een substantieel vierkante doorsnede, eventueel met afgeronde hoeken. Dit laat een eenvoudige schikking in de rasterstructuur toe, en zorgt ervoor dat de verbindingen tussen de cellen langs twee richtingen kunnen liggen in het vlak van de module, waarbij de twee richtingen loodrecht op elkaar staan.In a first aspect the invention relates to a green roof module suitable for holding a substrate with vegetation. The module includes a bottom, a top, and a plurality of raised sides, and generally has a beam-shaped enveloping polyhedron (or truncated pyramidal). The module comprises a plurality of semi-open cells in a grid structure. The cells are defined by a substantially flat bottom, one or more raised walls on the bottom and an opening at the top of the module. Preferably the cells at the top of the module are completely uncovered. Preferably, the bottoms of the cells are in the same plane if the module is unloaded. At least one upright wall of each cell is provided with a liquid-permeable opening for draining non-capillary water. Preferably, at least two upright walls of each cell are provided with such an opening, and more preferably, each upright wall of each cell is provided with such an opening, except for upright walls on the sides of the module. The upright walls have a top side and a bottom side, and are attached to the bottom of the cells with the bottom side. Adjacent cells are attached to each other along the top of one or more upright walls of the adjacent cells. The liquid-permeable opening is preferably a fine slit extending upwardly on the upright wall from a few millimeters above the bottom of a cell to a few millimeters below the top of the upright wall. At least one upright wall of each cell is connected to an upright wall of an adjacent cell of the each cell with at least one support rib, preferably with two support ribs, at the bottom of the module. The cells preferably have a substantially square cross-section, optionally with rounded corners. This allows for a simple arrangement in the grid structure, and ensures that the connections between the cells can lie along two directions in the plane of the module, the two directions being perpendicular to each other.

Het gebruik van groendak modules voor het bedekken van oppervlaktes, meestal daken, met vegetatie ingeplant in een substraat (aarde en andere), is reeds gekend. Echter, gekende modules van deze aard bezitten talrijke gebreken, zoals eerder reeds aangehaald. Het is belangrijk dat de modules verschillende kwaliteiten combineren. Ten eerste moeten ze voldoende substraat kunnen bevatten om enerzijds een stevige positionering (denk aan stormweer en dergelijke) te garanderen op een dak of andere, en anderzijds om de ingeplante vegetatie voldoende water en voedingsstoffen te kunnen bieden. Ondiepe modules, of modules met cellen die een te klein volume van het omhullende veelvlak innemen kunnen hier onvoldoende voor instaan, en zijn op die manier niet alleen contraproductief voor het bekleden van een oppervlakte met vegetatie, maar zelfs gevaarlijk. Een loszittende module geladen met substraat kan bij stormweer een levensgevaarlijk projectiel vormen. De module volgens de uitvinding heeft cellen in een rasterstructuur die bij voorkeur weinig van elkaar gescheiden zijn, bij voorkeur maximale afscheiding tussen 2 cm en 4.5 cm tussen aangrenzende cellen. Lagere afscheidingen tussenin zijn ook mogelijk, terwijl gradueel veranderende afscheidingen zelfs geprefereerd worden, aangezien dit een vorm van de cellen toestaat waarop later teruggekomen zal worden. Doordat de cellen dicht gestapeld zijn, zijn er weinig 'verloren' ruimtes tussenin, en kan de module voldoende gevuld worden om voorgaande problemen op te lossen. Een tweede probleem met gekende systemen is dat deze geen goede verhouding vinden tussen flexibiliteit of buigbaarheid, en stevigheid. Om stevigheidsproblemen op te lossen worden vaak overdadig dikke wanden en bodems gebruikt bij modules, waardoor een overdaad aan materiaal gebruikt moet worden bij de product, maar wat ook de flexibiliteit in gevaar brengt. Dit kan dan weer de structurele stevigheid compromitteren doordat een geladen plaat niet langer ietwat kan doorbuigen om de krachten beter te verdelen, en zo kan breken of scheuren. De meeste gekende systemen voorzien een oplossing door zogenaamde corrugatiezones te voorzien, plooi- of buigzones die zich meestal langs twee loodrecht staande richtingen in het vlak van de plaat uitstrekken. Op deze manier heeft een geladen module een marge waarin de module kan doorbuigen om de krachten te verdelen, zonder dat de volledige module dikker gemaakt moet worden. Een probleem dat echter voortkomt uit deze praktijk van plooizones, is dat deze zones vaak met plastische vervormingen te maken krijgen door de herhaalde belastingen, aangezien het meestal om een plastic materiaal gaat dat hier enigszins kwetsbaar aan is. Een tweede gevolg is materiaalmoeheid door het herhaaldelijk buigen van de corrugatiezones bij belasting, wat dan weer kan leiden tot uiteindelijk falen van de module met breuk en/of scheuren als gevolg. De module volgens dit document omvat eveneens dergelijke buigzones, namelijk aan de bovenzijde van wanden waar deze verbonden zijn met de bovenzijde van wanden van aangrenzende cellen, die de module toestaan enigszins door te buigen bij belasting. De uitvinding van dit document zorgt voor een oplossing door steunribben te voorzien die aangrenzende opstaande wanden (zijnde opstaande wanden van aangrenzende cellen die verbonden zijn aan de bovenzijde) verbinden met elkaar aan de onderkant van de module. De steunribben vangen een deel van de belasting van de buigzones op, zodat deze minder snel lijden aan materiaalmoeheid, en beperken op deze wijze ook de mate van doorbuigen, zodat het gevaar op plastische vervorming door het overschrijden van de elasticiteitsgrens, ook gereduceerd wordt. Daarnaast zullen de steunribben bij elastische vervorming terugkeren naar de oorspronkelijke staat en op die manier ook de buigzones in dezelfde staat trachten te brengen. Door het deels verdelen van de belasting op de buigzones naar de steunribben, is de kans ook groter dat zowel buigzone als steunribben niet plastisch vervormen en/of blijvende beschadiging oplopen. De aanwezigheid van de steunribben brengt echter nog een bijkomend voordeel. Dergelijke modules hebben meestal een stapelbare vorm, zodanig dat deze gedeeltelijk in elkaar kunnen geschoven worden en zo compacter zijn voor transport, en er ook geen gevaar voor losse modules is. De modules kunnen in deze gevallen na vervaardigen niet onmiddellijk in elkaar geschoven worden en moeten eerst afkoelen. Immers, bij het afkoelen treedt er nog vervorming op, meestal een expansie, wat kan leiden tot een klemmende stapeling indien de modules niet eerst mogen afkoelen. Indien ze onmiddellijk in elkaar geschoven worden, sluiten ze reeds goed aan, wat ervoor zorgt dat ze na koeling en bijhorende vervorming vaak heel sterk klemmen, en eventueel zelf beschadigd worden (scheuren, breuken). Bij het uiteen halen van dergelijke klemmende modules kunnen de modules ook gemakkelijk scheuren of schade oplopen, waardoor het aangeraden is de modules eerst te laten afkoelen voor deze te stapelen. Dit neemt echter kostbare ruimte aangezien vaak heel grote hoeveelheden geproduceerd worden op korte tijd, en er nadien ook nog afzonderlijke installaties moeten aanwezig zijn om de afgekoelde modules te stapelen (of dit via dure handenarbeid te laten gebeuren). Door steunribben te voorzien die zich bij voorkeur niet uitstrekken tot de bodem van de cellen, kunnen de modules na productie reeds 'warm' gestapeld worden, zonder dat een klemmende stapeling ten gevolge van vervorming bij afkoeling een probleem vormt. Er is immers voldoende afstand tussen de gestapelde modules door de tussenliggende steunribben van de modules. Hiervoor wordt ook verwezen naar FIG. 5.The use of green roof modules for covering surfaces, usually roofs, with vegetation implanted in a substrate (soil and others), is already known. However, known modules of this nature have numerous defects, as mentioned earlier. It is important that the modules combine different qualities. Firstly, they must be able to contain enough substrate on the one hand to guarantee a firm positioning (such as stormy weather and the like) on a roof or other, and on the other hand to be able to provide the planted vegetation with sufficient water and nutrients. Shallow modules, or modules with cells that occupy too small a volume of the enveloping polyhedron, cannot sufficiently guarantee this, and are thus not only counterproductive for covering a surface with vegetation, but even dangerous. A loose module loaded with substrate can form a life-threatening projectile in stormy weather. The module according to the invention has cells in a grid structure that are preferably little separated from each other, preferably maximum separation between 2 cm and 4.5 cm between adjacent cells. Lower secretions in between are also possible, while gradually changing secretions are even preferred, since this allows a shape of the cells that will be discussed later. Because the cells are densely stacked, there are few 'lost' spaces in between, and the module can be filled sufficiently to solve previous problems. A second problem with known systems is that they do not find a good relationship between flexibility or flexibility, and sturdiness. To solve problems of firmness, excessively thick walls and bottoms are often used with modules, which means that an excess of material must be used with the product, but which also jeopardizes flexibility. This can, in turn, compromise the structural rigidity because a loaded plate can no longer bend slightly to distribute the forces better, breaking and tearing. Most known systems provide a solution by providing so-called corrugation zones, bending or bending zones that usually extend along the plane of the plate along two perpendicular directions. In this way, a loaded module has a margin in which the module can bend to distribute the forces, without having to make the entire module thicker. However, a problem that arises from this practice of pleat zones is that these zones are often faced with plastic deformations due to the repeated loads, since it is usually a plastic material that is somewhat vulnerable to this. A second consequence is material fatigue due to repeated bending of the corrugation zones under load, which in turn can lead to the module failing eventually, resulting in breakage and / or cracking. The module according to this document also comprises such bending zones, namely at the top of walls where they are connected to the top of walls of adjoining cells, which allow the module to bend somewhat under load. The invention of this document provides a solution by providing support ribs connecting adjacent upright walls (being upright walls of adjacent cells connected at the top) to each other at the bottom of the module. The supporting ribs absorb part of the load on the bending zones, so that they suffer less material fatigue, and in this way also limit the degree of bending, so that the risk of plastic deformation due to exceeding the elastic limit is also reduced. In addition, in the case of elastic deformation, the supporting ribs will return to the original state and in this way also try to bring the bending zones into the same state. By partly distributing the load on the bending zones to the supporting ribs, there is also a greater chance that both the bending zone and supporting ribs will not plastically deform and / or sustain permanent damage. The presence of the supporting ribs, however, brings an additional advantage. Such modules usually have a stackable shape, such that they can be partially slid into each other and are thus more compact for transport, and there is also no risk of loose modules. In these cases, the modules cannot be pushed together immediately after manufacture and must first cool down. After all, during cooling, distortion still occurs, usually an expansion, which can lead to a clamping stacking if the modules are not allowed to cool down first. If they are pushed together immediately, they already connect well, which ensures that after cooling and the associated deformation they often clamp very strongly, and possibly be damaged themselves (cracks, breaks). When dismantling such clamping modules, the modules can also easily tear or be damaged, so that it is advisable to first let the modules cool before stacking them. However, this takes up valuable space since very large quantities are often produced in a short period of time, and separate installations must then also be present to stack the cooled modules (or to do this through expensive manual labor). By providing support ribs that preferably do not extend to the bottom of the cells, the modules can already be stacked 'hot' after production, without a clamping stack due to deformation on cooling forming a problem. After all, there is sufficient distance between the stacked modules through the intermediate support ribs of the modules. For this, reference is also made to FIG. 5.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de opstaande wanden van de cellen die zich niet aan de zijkanten van de module bevinden, allen met twee steunribben verbonden met opstaande wanden van elke aangrenzende cel. De steunribben bevinden zich in de nabijheid van de bovenzijde van de vastgehechte opstaande wanden. Indien de cellen verdeeld zijn in een rechthoekig raster, waarbij elke cel vier (noemenswaardige) opstaande wanden heeft, is duidelijk dat elke opstaande wand die zich niet aan de zijkant van de module bevindt, niet alleen verbonden is aan de bovenzijde aan een opstaande wand van een andere cel, maar ook via steunribben. De steunribben strekken zich bij voorkeur uit vanaf de onderkant van waar de opstaande wanden verbonden zijn, naar beneden toe. Bij voorkeur strekken de steunribben zich uit naar beneden over een afstand, de hoogte van de steunribben, omvat tussen 0.4 cm en 1.0 cm, bij verdere voorkeur ongeveer 0.7 cm. Grotere steunribben zijn echter ook mogelijk, waarbij deze zelfs tot de bodem van de cellen doorlopen. Door de steunribben te plaatsen aan de verbinding tussen opstaande wanden van aangrenzende cellen, wordt enerzijds verzekerd dat deze een beperkte vervorming zullen moeten ondergaan, maar anderzijds ook dat de modules beter stapelbaar zijn aangezien de grens van de steunribben naar beneden toe, bij het stapelen ook de grens zal zijn voor het stapelen van modules. Door de hoogte van de steunribben een boven- en ondergrens te geven, wordt grotere stapelbaarheid gegarandeerd, zonder dat klemmende stapeling een gevaar is. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm lopen de twee steunribben van twee aangrenzende wanden evenwijdig met elkaar en staan deze loodrecht op de verbinding tussen de twee aangrenzende wanden.According to an embodiment, the upright walls of the cells that are not on the sides of the module are all connected with upright walls of each adjacent cell with two support ribs. The supporting ribs are located in the vicinity of the upper side of the fixed upright walls. If the cells are divided into a rectangular grid, where each cell has four (noteworthy) upright walls, it is clear that any upright wall that is not on the side of the module is not only connected at the top to an upright wall of another cell, but also via supporting ribs. The support ribs preferably extend downwards from the bottom from where the upright walls are connected. The support ribs preferably extend downwards over a distance, the height of the support ribs, comprised between 0.4 cm and 1.0 cm, more preferably approximately 0.7 cm. However, larger supporting ribs are also possible, even extending to the bottom of the cells. By placing the support ribs on the connection between upright walls of adjacent cells, it is ensured on the one hand that they will have to undergo a limited deformation, but on the other hand that the modules are more stackable as the boundary of the support ribs downwards, also when stacking the limit will be for stacking modules. By giving the height of the support ribs an upper and lower limit, greater stackability is guaranteed, without clamping stacking being a danger. In a preferred embodiment, the two supporting ribs of two adjacent walls run parallel to each other and are perpendicular to the connection between the two adjacent walls.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft elke cel een doorsnede met een oppervlakte, en neemt deze oppervlakte toe verder van de bodem. De cellen hebben de vorm van een getrunceerde piramide met een grondvlak en bovenvlak, weliswaar waarbij grondvlak en bovenvlak niet noodzakelijk veelhoeken moeten zijn, maar ook kromme randen kunnen hebben, of combinaties. De getrunceerde piramide heeft als kleiner bovenvlak de bodem van de cel, en als groter ondervlak de opening van de cellen tussen de bovenzijde van de wanden van de cel. Hiervoor wordt verwezen naar FIG. 5. Deze configuratie verhoogt de stapelbaarheid van de modules, aangezien getrunceerde piramides eenvoudig in elkaar te schuiven zijn, in tegenstelling tot opstellingen waarbij de cellen een constante doorsnede hebben. De verhouding van de oppervlakte van het bovenvlak en het grondvlak is bij voorkeur omvat tussen 1.1 en 1.7, en bij verdere voorkeur omvat tussen 1.2 en 1.5.According to an embodiment, each cell has a cross-section with an area, and this area increases further from the bottom. The cells are in the form of a truncated pyramid with a base and top surface, although the base and top surface may not necessarily be polygons, but may also have curved edges, or combinations. The truncated pyramid has the bottom of the cell as a smaller top surface, and the opening of the cells between the top of the walls of the cell as a larger bottom surface. For this, reference is made to FIG. 5. This configuration increases the stackability of the modules, since truncated pyramids are easy to slide into each other, in contrast to arrangements where the cells have a constant cross-section. The ratio of the surface area of the top surface and the base surface is preferably comprised between 1.1 and 1.7, and more preferably comprises between 1.2 and 1.5.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn alle opstaande wanden die vastgehecht zijn aan een opstaande wand van een aangrenzende cel, voorzien van een vloeistofdoorlatende opening. Daarnaast is een vloeistofdoorlatende perforatie voorzien waar zijwanden van meer dan twee verschillende cellen samenkomen. Op deze manier wordt een efficiënte afwater voorzien voor water dat zich opstapelt in de cellen. De vloeistofdoorlatende opening is, zoals gezegd, bij voorkeur een fijne spleet die zich naar boven toe uitstrekt op de opstaande wand van enkele millimeters boven de bodem van een cel tot enkele millimeters onder de bovenzijde van de opstaande wand. Door de fijne spleet enkele millimeters vanaf enkele millimeters boven de bodem te laten uitstrekken, wordt een onderste waterhoudende laag gecreëerd die als een noodreservoir kan dienen in geval van droogte. Bovenliggende lagen kunnen bij droogte het in de onderste laag opgeslagen water herverdelen en zo geplante vegetatie in stand houden bij droogte. Door de vloeistofdoorlatende opening in de wanden te plaatsen en niet in de bodem, wordt verhinderd dat deze verstopt kunnen raken door materiaal dat zich onderaan opstapelt, op de grond bijvoorbeeld. Bij voorkeur strekt de vloeistofdoorlatende opening zich uit vanaf ongeveer 2 mm tot 10 mm, bij verdere voorkeur tussen 3 mm en 7 mm, boven de bodem van de cel.According to an embodiment, all upright walls that are attached to an upright wall of an adjacent cell are provided with a liquid-permeable opening. In addition, a liquid-permeable perforation is provided where side walls of more than two different cells come together. In this way an efficient drainage is provided for water that accumulates in the cells. The fluid permeable opening is, as stated, preferably a fine slit extending upwardly on the upright wall from a few millimeters above the bottom of a cell to a few millimeters below the top of the upright wall. By allowing the fine slit to extend a few millimeters from a few millimeters above the bottom, a lower aqueous layer is created that can serve as an emergency reservoir in case of drought. Overlay layers can redistribute the water stored in the bottom layer in the event of drought and thus maintain planted vegetation in the event of drought. By placing the liquid-permeable opening in the walls and not in the bottom, it is prevented that they can become blocked by material that accumulates at the bottom, for example on the ground. Preferably, the liquid-permeable opening extends from about 2 mm to 10 mm, more preferably between 3 mm and 7 mm, above the bottom of the cell.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de zijkanten van de module voorzien van een koppelelement geschikt voor het aangaan van een koppeling met een koppelelement van een andere module, om longitudinale verschuivingen van de modules tegen te gaan ten opzichte van de koppeling. Hierbij wordt met longitudinale verschuivingen verwezen naar het van elkaar weg of naar elkaar toe bewegen van de modules. Op deze manier wordt vermeden dat de modules zich van elkaar weg kunnen bewegen zodat deze niet meer zouden aansluiten. Bij voorkeur omvatten de modules mannelijke en/of vrouwelijke koppelelementen, waarbij een mannelijk koppelelement geschikt is om aan te sluiten op een vrouwelijk koppelelement en omgekeerd. Zo kunnen modules ofwel van mannelijke ofwel van vrouwelijke koppelelementen zodat mannelijke modules alleen op vrouwelijke modules kunnen aangesloten worden. Bij verdere voorkeur omvatten de modules mannelijke en vrouwelijke koppelelementen, waarbij tegenoverliggende zijkanten hetzelfde geslacht van koppelelementen hebben, en aangrenzende zijkanten een verschillend geslacht van koppelelementen. In deze laatste configuratie is het eenvoudiger om de modules op elkaar aan te sluiten.According to an embodiment, the sides of the module are provided with a coupling element suitable for entering into a coupling with a coupling element of another module, in order to prevent longitudinal shifts of the modules relative to the coupling. With longitudinal shifts, reference is made here to moving the modules away from each other or towards each other. In this way it is prevented that the modules can move away from each other so that they no longer connect. The modules preferably comprise male and / or female coupling elements, wherein a male coupling element is suitable for connecting to a female coupling element and vice versa. For example, modules can be made either of male or female coupling elements, so that male modules can only be connected to female modules. The modules further preferably comprise male and female coupling elements, with opposite sides having the same gender of coupling elements, and adjacent sides having a different gender of coupling elements. In this last configuration, it is easier to connect the modules to each other.

De mannelijke koppelelementen zijn bijvoorbeeld gehoekte uitstulpingen of lippen aan de zijkanten van de module, die in of achter een vrouwelijk koppelelement kunnen haken. De vrouwelijke koppelelementen zijn bijvoorbeeld openingen, inkepingen en dergelijke waarin een mannelijk koppelelement past. Bij voorkeur zijn de mannelijke koppelelementen geplaatst aan de bovenkant van de zijkanten zodat deze bij plaatsing eenvoudig kunnen gehaakt worden in de vrouwelijke koppelelementen.The male coupling elements are, for example, angled protrusions or lips on the sides of the module, which can hook into or behind a female coupling element. The female coupling elements are, for example, openings, notches and the like into which a male coupling element fits. The male coupling elements are preferably placed at the top of the sides so that they can easily be hooked into the female coupling elements when placed.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de zijkanten van de module voorzien van uitsparingen en/of uitstulpingen geschikt voor het tegengaan van transversale verschuivingen van gekoppelde modules ten opzichte van de koppeling. Bij voorkeur zijn de zijkanten voorzien van zowel uitsparingen en uitstulpingen en zijn deze zodanig dat de uitstulpingen van een eerste gekoppelde module passen in de uitsparingen van een tweede gekoppelde module, en dat de uitstulpingen van de tweede gekoppelde module passen in de uitsparingen van de eerste gekoppelde module. De uitstulpingen strekken zich bij voorkeur uit weg van de zijkanten en loodrecht daarop. Met transversale verschuivingen wordt verwezen naar verschuivingen langs de zijkant van de twee modules die gekoppeld is. De as waarlangs deze verschuivingen gebeuren, ligt in het vlak van de module.According to a preferred embodiment, the sides of the module are provided with recesses and / or protrusions suitable for counteracting transversal shifts of coupled modules relative to the coupling. The sides are preferably provided with both recesses and protrusions and are such that the protrusions of a first coupled module fit into the recesses of a second coupled module, and that the protrusions of the second coupled module fit into the recesses of the first coupled module module. The protrusions preferably extend away from the sides and perpendicularly thereto. Transversal shifts refer to shifts along the side of the two modules that are coupled. The axis along which these shifts occur is in the plane of the module.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn opstaande wanden van aangrenzende cellen vastgehecht via een zadelvormige verbinding aan de bovenzijde van de opstaande wanden. Bij voorkeur is de verbinding hol langs de bovenzijde van de opstaande wanden. De verbindingen maken deel uit van de plooizones van de module, en om die reden zijn glooiingen hierin ook effectiever dan rechte en hoekige verbindingen, waar bij buigen en plooien, het leeuwendeel van de uitgeoefende krachten op een heel beperkte zone wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld de hoeken), die sneller zullen breken. Bij golvende verbindingen zoals bij de zadelvormige verbinding, worden de krachten verdeeld over een grotere oppervlakte en zal plastische vervorming of materiaalmoeheid een minder groot probleem vormen.According to an embodiment, upright walls of adjacent cells are attached via a saddle-shaped connection on the top of the upright walls. The connection is preferably hollow along the top of the upright walls. The connections form part of the folding zones of the module, and for this reason, the curves are more effective than straight and angular connections where, when bending and folding, the lion's share of the applied forces is exerted on a very limited zone (for example the corners ), which will break faster. With wavy connections such as with the saddle-shaped connection, the forces are distributed over a larger surface area and plastic deformation or material fatigue will pose a lesser problem.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de opstaande wanden aan de zijkanten van de module flexibel voor het aangaan van de koppeling tussen twee modules. Op deze manier wordt optimale aansluiting gegarandeerd van de aparte modules op elkaar. Immers, bij in massa geproduceerde artikelen kan een kleine afwijking leiden tot grote problemen. Door de opstaande wanden aan de zijkanten van de module licht flexibel te maken, wordt verzekerd dat de koppelelementen van de modules op elkaar kunnen aansluiten, zelfs bij afwijkingen op de modules die kunnen optreden bij productie. Bij voorkeur omvat de module hoekcellen, randcellen en interne cellen in de rasterstructuur, en zijn de opstaande wanden van aangrenzende randcellen verbonden in één vlak dat flexibel is voor het aangaan van de koppeling.According to an embodiment, the upright walls on the sides of the module are flexible for entering into the coupling between two modules. In this way, optimum connection of the individual modules to each other is guaranteed. After all, a small deviation can lead to major problems with mass-produced articles. By making the upright walls on the sides of the module slightly flexible, it is ensured that the coupling elements of the modules can connect to each other, even in the case of deviations on the modules that can occur during production. Preferably, the module comprises corner cells, peripheral cells and internal cells in the grid structure, and the upright walls of adjacent peripheral cells are connected in one plane that is flexible for engaging the coupling.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn opstaande wanden aan de zijkanten van de module hoger dan overige opstaande wanden. Op deze manier kan bij het vullen van een module, deze tot boven de cellen gevuld worden zodat de cellen op deze wijze ook verbonden zijn via het substraat waarmee de module gevuld is. Verder kan de module met meer substraat gevuld worden op deze manier, tot aan de hogere wanden aan de zijkanten, en is er ook minder gevaar dat de verdeling in cellen zichtbaar is door eventuele zwakkere vegetatie boven de scheidingen tussen cellen, waar geen of minder substraat zou zitten in reeds bekende systemen zonder verhoogde zijwanden.According to an embodiment, upright walls on the sides of the module are higher than other upright walls. In this way, when filling a module, it can be filled above the cells so that the cells are also connected in this way via the substrate with which the module is filled. Furthermore, the module can be filled with more substrate in this way, up to the higher walls on the sides, and there is also less danger that the division into cells is visible due to possible weaker vegetation above the separations between cells, where no or less substrate would be in already known systems without raised side walls.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het materiaal waaruit de module bestaat, polypropyleen. Bij voorkeur heeft het polypropyleen een hoge moleculaire massa. De keuze voor polypropyleen met een hoge moleculaire massa zorgt voor meer stevigheid van de geproduceerde modules. Door een evenwicht te zoeken bij het kiezen van het gebruikte polypropyleen kan de stevigheid geoptimaliseerd worden, zonder dat dit nefaste gevolgen heeft voor het productieproces. Alternatief kan ook polyethyleen of HDPE (hogedichtheidpolyethyleen) gebruikt worden. Bij voorkeur zijn de modules ook voorzien van een UV-stabilisator die de modules beschermt tegen beschadiging door UV-straling. De concentratie van UV-stabilisator in het materiaal varieert bij voorkeur tussen 0.025% en 6%. De aanwezige UV-stabilisatoren zijn zogenaamde absorbantia, UV-dempers (quenchers) of HALS-UV-stabilisatoren, of een mengeling van twee of drie van bovenvermelde soorten. Verder is het materiaal van de modules bij voorkeur beschermd tegen schade door chemische stoffen zoals zuren en basen.According to an embodiment, the material comprising the module comprises polypropylene. The polypropylene preferably has a high molecular mass. The choice for polypropylene with a high molecular mass ensures more rigidity for the modules produced. Striking a balance when choosing the polypropylene used, the firmness can be optimized, without this having adverse consequences for the production process. Alternatively, polyethylene or HDPE (high density polyethylene) can also be used. The modules are preferably also provided with a UV stabilizer that protects the modules against damage by UV radiation. The concentration of UV stabilizer in the material preferably ranges between 0.025% and 6%. The UV stabilizers present are so-called absorbents, UV-dampers (quenchers) or HALS-UV stabilizers, or a mixture of two or three of the above-mentioned types. Furthermore, the material of the modules is preferably protected against damage by chemical substances such as acids and bases.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de module een hoogte omvat tussen 5 cm en 15 cm. Bij voorkeur is de hoogte omvat tussen 7 cm en 10 cm. Bij verdere voorkeur is de hoogte omvat tussen 8 cm en 9 cm. Bij nog verdere voorkeur is de hoogte ongeveer 8.5 cm. De module heeft een lengte omvat tussen 40 cm en 60 cm. Bij voorkeur is de lengte omvat tussen 45 cm en 55 cm. Bij verdere voorkeur is de lengte omvat tussen 48 cm en 52 cm. Bij nog verdere voorkeur is de lengte ongeveer 49.5 cm of 50 cm. De module heeft een breedte omvat tussen 35 cm en 55 cm. Bij voorkeur is de breedte omvat tussen 40 cm en 50 cm. Bij verdere voorkeur is de breedte omvat tussen 43 cm en 47 cm. Bij nog verdere voorkeur is de breedte ongeveer 45 cm. Deze afmetingen zorgen ervoor dat de modules ook in beladen toestand draagbaar zijn voor een doorsnee persoon, en dat de modules in beladen toestand niet te ver doorbuigen. Door met nog grotere dimensies te werken, worden de modules moeilijker hanteerbaar en plaatsbaar, en kunnen de modules catastrofaal falen in beladen toestand. Daarnaast zijn de modules ook groot genoeg qua dekoppervlakte om het bedekken van een grote oppervlakte eenvoudig en efficiënt toe te staan.According to a preferred embodiment, the module has a height between 5 cm and 15 cm. Preferably the height is comprised between 7 cm and 10 cm. The height is further preferably comprised between 8 cm and 9 cm. Even more preferably, the height is approximately 8.5 cm. The module has a length between 40 cm and 60 cm. Preferably the length is comprised between 45 cm and 55 cm. The length is further preferably comprised between 48 cm and 52 cm. Still further preferably, the length is approximately 49.5 cm or 50 cm. The module has a width between 35 cm and 55 cm. Preferably the width is comprised between 40 cm and 50 cm. The width is preferably further comprised between 43 cm and 47 cm. Even more preferably, the width is approximately 45 cm. These dimensions ensure that the modules are also portable for an average person in the loaded state, and that the modules do not bend too far in the loaded state. By working with even larger dimensions, the modules become more difficult to handle and place, and the modules can fail catastrophically when loaded. In addition, the modules are also large enough in terms of deck surface area to allow covering large areas easily and efficiently.

Volgens een uitvoeringsvorm is de groendak module minstens gedeeltelijk gevuld met één of meerdere lagen substraat. Het substraat is optioneel voorzien van voorgezaaide vegetatie. Alternatief is het substraat optioneel voorzien van voorgekweekte vegetatie. Eventueel is het substraat voorzien van voorgezaaide en voorgekweekte vegetatie. Bij voorkeur omvat de vegetatie minstens één soort vetplant of sedum. Bij verdere voorkeur omvat de vegetatie verschillende soorten vetplanten, bij hogere voorkeur minstens 8, bijvoorbeeld 9, 10, 11, 12, 15, 20, al of niet in evenredige hoeveelheden beplant. Bij nog verdere voorkeur omvat de vegetatie verschillende soorten vetkruid. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de vetplanten volledig beworteld en is het oppervlak waarop deze geplant zijn voor minstens 60% dichtbegroeid, bij voorkeur minstens 70%, bij verdere voorkeur minstens 80%, bij nog verdere voorkeur minstens 90%, bij hoogste voorkeur ongeveer 100%. Door volwassen, bewortelde planten te voorzien, wordt een goed, volgroeid groendak gegarandeerd dat slechte omstandigheden bij plaatsing en de eerste weken na plaatsing kan weerstaan. De keuze voor vetplanten is logisch doordat deze een beperkte substraatlaag nodig hebben om te overleven, en zo het gewicht van de geladen groendak modules en de benodigde hoeveelheid substraat beperkt wordt, en de dakbelasting laag gehouden wordt.According to an embodiment the green roof module is at least partially filled with one or more layers of substrate. The substrate is optionally provided with pre-seeded vegetation. Alternatively, the substrate is optionally provided with pre-grown vegetation. Optionally, the substrate is provided with pre-seeded and pre-grown vegetation. Preferably, the vegetation comprises at least one type of succulent plant or sedum. The vegetation preferably comprises different types of succulent plants, more preferably at least 8, for example 9, 10, 11, 12, 15, 20, planted in proportional amounts or not. Even more preferably, the vegetation comprises different types of succulent herb. In a preferred embodiment, the succulent plants are fully rooted and the area on which they are planted is at least 60% densely grown, preferably at least 70%, more preferably at least 80%, still more preferably at least 90%, most preferably at least 100% . By providing mature, rooted plants, a good, fully grown green roof is guaranteed that can withstand poor conditions during installation and the first weeks after installation. The choice of succulent plants is logical because they require a limited substrate layer to survive, and thus the weight of the loaded green roof modules and the required amount of substrate is limited, and the roof load is kept low.

De substraatlaag kan uit verschillende soorten substraat bestaan, bij voorkeur in lagen aangebracht en optioneel gescheiden van elkaar door een filterdoek of op andere wijze. Op die manier kan voor elke lagen voor een optimaal substraat gekozen worden. Zo kan de onderste laag bijvoorbeeld een waterbufferingslaag zijn. Bij voorkeur wordt een waterbufferingslaag gebruikt die de aanwezigheid van stilstaand water vermijdt, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de vegetatie (rotten van wortels). Een voorbeeld hiervan is geëxpandeerde kleikorrels als substraat, wat de waterbuffering via capillaire opslag voorziet. Het overtollige water kan dan afvloeien langs de holtes tussen de afzonderlijke korrels. Hierboven kan bijvoorbeeld een filterlaag aanwezig zijn, zoals een non-woven polyesterdoek. Dit houdt fijne deeltjes uit bovenliggende lagen tegen zodat deze niet zomaar kunnen wegspoelen naar beneden toe. Hierbij is het echter belangrijk om het gewicht van het doek nauwkeurig te kiezen, hoog genoeg zodat wegspoelen van fijne deeltjes uit bovenliggende lagen wordt vermeden, maar laag genoeg zodat meststoffen zich niet kunnen accumuleren in het doek en zo voor verstoppingen of overbemesting kunnen zorgen. Bij voorkeur is het gewicht van het non-woven polyesterdoek ongeveer 150 g/m2. Boven de waterbufferingslaag (en optioneel de filterlaag) kan nog een substraatlaag aangebracht wordt die voorziet in de verankering, voeding en bewatering van de vegetatie, en voor zuurstof voor wortels van de vegetatie. De dikte hiervan wordt afgestemd op type vegetatie en klimaat waarin deze geplaatst worden. Bij voorkeur heeft deze substraatlaag volgende eigenschappen: laag soortelijk gewicht, groot waterbufferend vermogen, voedzaam (zonder overdaad) en met constante kwaliteit (aan de hand van keurmerken). In de bovenste substraatlaag wordt de vegetatie aangebracht, bijvoorbeeld door stekken te plaatsen.The substrate layer may consist of different types of substrate, preferably layered and optionally separated from each other by a filter cloth or in another manner. In this way, an optimum substrate can be chosen for each layer. For example, the bottom layer can be a water buffering layer. Preferably, a water buffering layer is used that avoids the presence of stagnant water, which can have adverse effects on vegetation (root rotting). An example of this is expanded clay granules as a substrate, which provides water buffering via capillary storage. The excess water can then run off along the cavities between the individual grains. Above, for example, a filter layer may be present, such as a non-woven polyester fabric. This blocks fine particles from the upper layers so that they cannot simply wash away downwards. In this case, however, it is important to choose the weight of the fabric carefully, high enough so that fine particles from upper layers are washed away, but low enough so that fertilizers cannot accumulate in the fabric and thus cause clogging or over-fertilization. Preferably, the weight of the non-woven polyester fabric is approximately 150 g / m2. Above the water buffering layer (and optionally the filter layer) a further substrate layer can be provided which provides for the anchoring, feeding and watering of the vegetation, and for oxygen for roots of the vegetation. The thickness of this is adjusted to the type of vegetation and climate in which they are placed. This substrate layer preferably has the following properties: low specific gravity, high water buffering capacity, nutritious (without excess) and with constant quality (on the basis of quality marks). The vegetation is applied to the upper substrate layer, for example by placing cuttings.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een systeem van een veelheid aan groendak modules zoals beschreven in dit document, om een oppervlakte aaneengesloten te bedekken daarmee. Optioneel kunnen één of meerdere beschermdoeken voorzien worden tussen de groendak modules en de oppervlakte, zoals een wortelwerende laag, die vermijdt dat wortels van planten de dakdichting kunnen beschadigen. Optioneel kan een beschermlaag voorzien worden, die een extra bescherm biedt tegen scherpe voorwerpen, en kan tevens een extra waterbufferingslaag bieden, bij met een opname van ongeveer 300 ml/m2. De keuze voor het al of niet gebruik van, en type van beschermdoeken kan afhankelijk zijn van het type materiaal waarmee de te bedekken oppervlakte bekleed is.In a second aspect, the invention relates to a system of a plurality of green roof modules as described in this document, to cover a surface contiguous therewith. Optionally, one or more protective sheets can be provided between the green roof modules and the surface, such as a root-resistant layer, which prevents the roots of plants from damaging the roof seal. Optionally, a protective layer can be provided, which offers extra protection against sharp objects, and can also offer an additional water buffering layer, with an uptake of approximately 300 ml / m2. The choice of whether or not to use and type of protective cloths can depend on the type of material with which the surface to be covered is coated.

In een derde aspect betreft de uitvinding het gebruik van de groendak modules of het groendak systeem volgens dit document voor het bedekken en beschermen van een dak.In a third aspect, the invention relates to the use of the green roof modules or the green roof system according to this document for covering and protecting a roof.

Een eerste voordeel hieraan gepaard is een verbeterde waterbeheersing, zeker in verstedelijkte gebieden. De beschikbare oppervlakte is voor een heel groot deel verhard, en laat geen of weinig wateropname toe in de bodem, zodat water onmiddellijk naar rioleringen moet afvloeien. Zo kunnen zelfs relatief kleine buien voor een tijdelijke overbelasting van het rioleringsstelsel zorgen met lokale wateroverlast als gevolg. Dit kan verholpen worden door de aanleg van grotere rioleringen zodat het water sneller en in grotere hoeveelheden afgevoerd kan worden. Dit is echter duur en verplaatst de problemen naar een ander gebied. Door het gebruik van groendaken wordt voor een grotere retentiemogelijkheid gezorgd, zodat piekafvoeren lager zijn en rioleringen niet of minder overbelast worden en er zo geen ernstige wateroverlast voordoet. De modules hierin beschreven kunnen instaan voor de tijdelijke opname van de helft van de jaarlijkse neerslag op de module. Een tweede voordeel hiervan zijn de lucht- en waterzuiverende kwaliteiten van groendak modules, wat van groot belang kan zijn in een stedelijk milieu. De vegetatie kan CO, benzol en stofdeeltjes opnemen en afbreken, en kunnen schadelijke stoffen uit neerslag gefilterd worden, en eventueel afgebroken worden, voor de neerslag in de waterlopen terechtkomt. Een derde voordeel zit in de habitatontwikkeling voor fauna en flora, eveneens van belang in een stedelijke omgeving, enerzijds als tijdelijke of permanente habitat voor planten en dieren, en anderzijds als doordat stuifmeelverspreidende dieren zoals bijen en vlinders deze kunnen gebruiken als rustpunt en zo voor meer biodiversiteit zorgen, zeker gezien de groeiende problematiek hierin. Een vierde voordeel is de verhoogde levensduur van de dakbedekking waarop de groendak modules geplaatst worden. Enerzijds wordt UV-straling tegengehouden die dakmateriaal kan afbreken via fotochemische reacties, anderzijds dienen de modules ook als buffer voor extreme temperatuur of temperatuurschommelingen. Dit kan normaal tot spanningen, breuken, blaasvorming (bij ongelijke opwarming) en scheuren leiden van de dakbedekking, wat vermeden wordt door de aanwezigheid van de modules als bufferlaag. Verder wordt ook mechanische beschadiging (hagel bijvoorbeeld) vermeden. Een vijfde voordeel is dat de modules leiden tot een extra isolatielaag voor de woning, wat voor gematigdere temperaturen kan zorgen en een lagere elektriciteitsverbruik en -rekening voor verwarming. Een zesde voordeel is geluidsisolatie door de geluiddempende eigenschappen van de groendak modules. Een zevende voordeel zijn de visuele voordelen, onderzoek heeft immers aangewezen dat uitzicht op een groene omgeving een positief effect hebben op de gemoedstoestand en dus ook op de lichamelijke gezondheid van mensen.The first advantage associated with this is improved water management, certainly in urban areas. The available surface area is hardened to a very large extent, and allows little or no water absorption into the soil, so that water must drain into drains immediately. For example, even relatively small showers can cause temporary overloading of the sewerage system, resulting in local flooding. This can be remedied by installing larger sewers so that the water can be drained faster and in larger quantities. However, this is expensive and moves the problems to another area. The use of green roofs provides a greater retention option, so that peak drains are lower and sewers are not or less overloaded, so that no serious flooding occurs. The modules described herein can guarantee the temporary inclusion of half the annual rainfall on the module. A second advantage of this is the air and water purifying qualities of green roof modules, which can be of great importance in an urban environment. The vegetation can absorb and break down CO, benzol and dust particles, and harmful substances can be filtered out of precipitation, and possibly be broken down, before the precipitation enters the watercourses. A third advantage lies in habitat development for fauna and flora, which is also important in an urban environment, on the one hand as a temporary or permanent habitat for plants and animals, and on the other hand because pollen-spreading animals such as bees and butterflies can use them as a resting point and thus for more biodiversity, especially in view of the growing problems therein. A fourth advantage is the increased service life of the roof covering on which the green roof modules are installed. On the one hand, UV radiation is blocked that can break down roof material via photochemical reactions, on the other hand the modules also serve as a buffer for extreme temperature or temperature fluctuations. This can normally lead to stresses, fractures, blistering (with uneven heating) and cracks of the roof covering, which is avoided by the presence of the modules as a buffer layer. Furthermore, mechanical damage (for example, hail) is avoided. A fifth advantage is that the modules lead to an additional insulation layer for the home, which can lead to more moderate temperatures and a lower electricity consumption and bill for heating. A sixth advantage is sound insulation due to the sound-damping properties of the green roof modules. The seventh advantage is the visual benefits, as research has indicated that a view of a green environment has a positive effect on the state of mind and therefore also on the physical health of people.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een groendak module zoals beschreven in dit document. De werkwijze omvat volgende stappen: a) het voorzien van een matrijs geschikt voor het via injectie vervaardigen van de groendak module; b) het injecteren van een vloeibare polymeer, bij voorkeur polypropyleen; c) het verwijderen van de gestolde groendak module uit de matrijs; d) het expansief afkoelen van de groendak module.In a final aspect, the invention relates to a method for manufacturing a green roof module as described in this document. The method comprises the following steps: a) providing a mold suitable for manufacturing the green roof module by injection; b) injecting a liquid polymer, preferably polypropylene; c) removing the solidified green roof module from the mold; d) the expansive cooling of the green roof module.

Daarbij verhinderen de steunribben van de modules dat gestapelde groendak modules expansief afkoelen en hierbij in elkaar klemmen, wat verschillende nadelen heeft zoals reeds besproken in dit document.In addition, the support ribs of the modules prevent stacked green roof modules from cooling expansively and thereby clamping into each other, which has various disadvantages as already discussed in this document.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.In the following, the invention is described a.d.h.v. non-limiting examples illustrating the invention, and which are not intended or may be interpreted to limit the scope of the invention.

VOORBEELDEXAMPLE

Een uitvoeringsvorm van de groendak module wordt beschreven in FIG. 1-5. De groendak module met bovenkant (1), onderkant (2) en zijkanten (3), omvat een vierkante rasterstructuur van 4 op 4 cellen (4). De termen onderkant (1), bovenkant (2) en zijkanten (3) zijn gericht op de praktische positionering van een groendak module in gebruik op een vlak dak, en in geen enkele zin beperkend. De module heeft een lengte van ongeveer 49.5 cm, een breedte van ongeveer 45 cm, en een hoogte van ongeveer 8.5 cm. De cellen (4) zijn open naar boven toe en naar onder toe voorzien van een bodem (8) met daarop opstaande wanden (5). De bodem (8) van de cellen (4) is algemeen vierkant met afwijkende hoeken zoals te zien op FIG. 2, 3, en 5. Aan de zijkanten (3) van de module wijken de cellen (4) meer af in vorm. De opstaande wanden (5) lopen naar boven toe weg van elkaar, zodat de cellen (4) een getrunceerde piramidale structuur hebben, waarbij de cellen (4) boven een doorsnede hebben met een grotere oppervlakte dan de bodem (8). Aangrenzende cellen hebben een verbinding (7) aan de bovenzijde van de opstaande wanden (5). Deze verbinding (7) is zadelvormig, waarbij het verloop langsheen de bovenzijde van de opstaande wanden (5) hol is. De opstaande wanden zijn allen voorzien van vloeistofdoorlatende openingen (6) behalve de opstaande wanden aan de zijkanten (3) van de module. De opstaande wanden aan de zijkanten van de module zijn ook hoger dan de overige opstaande wanden, en in deze uitvoeringsvorm ongeveer dubbel zo hoog, respectievelijk ongeveer 8.5 cm en ongeveer 4.2 cm. De vloeistofdoorlatende openingen (6) zijn spieetvormig en lopen centraal in de opstaande wanden (5) van onder naar boven in de opstaande wanden (5), vanaf ongeveer 4 mm boven de bodem (8) van de cel (4) over een lengte van ongeveer 2 cm, en met een breedte variërend tussen 0 mm en 4 mm, bijvoorbeeld 1 mm, 2 mm, 3 mm. De plaatsen waar de verbindingen (7) samenkomen, tussen vier verschillende cellen (4) zijn voorzien van perforaties (12) die het water kunnen aflaten. De perforaties (12) zijn cirkelvormig, hoewel deze ook andere vormen kunnen hebben) en hebben een diameter omvat tussen 0.5 cm en 0.8 cm, bij voorkeur tussen 0.6 cm en 0.7 cm. De dikte van de wanden (5), bodems (8) en andere delen van de module is voor het belangrijkste deel omvat tussen 1 mm en 2 mm, met enkele uitzonderingen voor verstevigde zones of zones waar meerdere onderdelen samenkomen. Elke zijkant (3) is voorzien van een koppelelement (10a, 10b), waarbij twee zijkanten die overstaand zijn mannelijke koppelelementen (10a) hebben en de overige twee zijkanten vrouwelijke koppelelementen (10b) hebben. De mannelijke koppelelementen (10a) zijn lipvormige stroken met een haak naar beneden toe gericht, zoals te zien in FIG. 4, en passen in de vrouwelijke koppelelementen (10b) die uitsparingen zijn aan de bovenzijde van de zijkanten. De mannelijke en vrouwelijke koppelelementen (10a, 10b) lopen langs de zijkanten over een lengte van ongeveer 18 cm tot 21 cm. De haak van de mannelijke koppelelementen (10a) waarvan sprake steekt ongeveer 4 mm, en zeker tussen ongeveer 2 mm en 8 mm, uit van de lipvormige strook. De zijkanten met mannelijke koppelelementen (10a) zijn verder voorzien van uitstulpingen (11a) aan weerszijden van het mannelijke koppelelement (10a), zoals te zien op FIG. 2. De zijkanten met vrouwelijke koppelelementen (10b) zijn verder voorzien van uitsparingen (11b) aan weerszijden van het vrouwelijke koppelelement (10b), zoals eveneens te zien op FIG. 2. De uitstulpingen (11a) zijn geschikt om ontvangen te worden in de uitsparingen (11b), en zorgen er zo voor dat, bij koppeling van twee modules, de modules niet kunnen schuiven langs elkaar. Aan de onderkant van de module, en meer bepaald onder de verbindingen (7) tussen de cellen (4) zijn ten slotte steunribben (9) voorzien, twee onder elke verbinding (7). Deze verstevigen de verbinding (7) en vangen een deel van de uitgeoefende krachten op de module op, zodat de verbindingen (7) waar een groot deel van de belastingen op rust, deels ontlast worden. De steunribben (9) steken tussen 2 mm en 8 mm uit naar onder toe vanaf de verbinding (7).An embodiment of the green roof module is described in FIG. 1-5. The green roof module with top (1), bottom (2) and sides (3), comprises a square grid structure of 4 out of 4 cells (4). The terms bottom (1), top (2) and sides (3) are aimed at the practical positioning of a green roof module in use on a flat roof, and in no way restrictive. The module has a length of approximately 49.5 cm, a width of approximately 45 cm, and a height of approximately 8.5 cm. The cells (4) are open upwards and downwards provided with a bottom (8) with upright walls (5) thereon. The bottom (8) of the cells (4) is generally square with different angles as seen in FIG. 2, 3, and 5. On the sides (3) of the module, the cells (4) deviate more in shape. The upright walls (5) extend away from each other upwards, so that the cells (4) have a truncated pyramidal structure, the cells (4) having a cross-section with a larger surface area than the bottom (8). Adjacent cells have a connection (7) on the top of the upright walls (5). This connection (7) is saddle-shaped, the course along the top of the upright walls (5) being hollow. The upright walls are all provided with liquid-permeable openings (6) except for the upright walls on the sides (3) of the module. The upright walls on the sides of the module are also higher than the other upright walls, and in this embodiment about twice as high, about 8.5 cm and about 4.2 cm, respectively. The liquid-permeable openings (6) are key-shaped and run centrally in the upright walls (5) from bottom to top in the upright walls (5), from about 4 mm above the bottom (8) of the cell (4) over a length of approximately 2 cm, and with a width ranging between 0 mm and 4 mm, for example 1 mm, 2 mm, 3 mm. The places where the connections (7) meet, between four different cells (4) are provided with perforations (12) that can drain the water. The perforations (12) are circular, although they may also have other shapes) and have a diameter comprised between 0.5 cm and 0.8 cm, preferably between 0.6 cm and 0.7 cm. For the most important part, the thickness of the walls (5), bottoms (8) and other parts of the module is between 1 mm and 2 mm, with some exceptions for reinforced zones or zones where several parts come together. Each side (3) is provided with a coupling element (10a, 10b), wherein two sides that are opposite have male coupling elements (10a) and the remaining two sides have female coupling elements (10b). The male coupling elements (10a) are lip-shaped strips with a hook directed downwards, as seen in FIG. 4, and fit into the female coupling elements (10b) which are recesses at the top of the sides. The male and female coupling elements (10a, 10b) run along the sides over a length of approximately 18 cm to 21 cm. The hook of the male coupling elements (10a) mentioned above protrudes approximately 4 mm, and certainly between approximately 2 mm and 8 mm, from the lip-shaped strip. The sides with male coupling elements (10a) are further provided with protrusions (11a) on either side of the male coupling element (10a), as seen in FIG. 2. The sides with female coupling elements (10b) are further provided with recesses (11b) on either side of the female coupling element (10b), as can also be seen in FIG. 2. The protrusions (11a) are adapted to be received in the recesses (11b), and thus ensure that, when two modules are coupled, the modules cannot slide past each other. Finally, at the bottom of the module, and more particularly under the connections (7) between the cells (4), support ribs (9) are provided, two under each connection (7). These reinforce the connection (7) and absorb part of the forces exerted on the module, so that the connections (7) on which a large part of the loads rest are relieved in part. The support ribs (9) protrude between 2 mm and 8 mm downwards from the connection (7).

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Bijvoorbeeld, de huidige uitvinding werd beschreven met verwijzing naar groendak modules, maar het mag duidelijk zijn dat de uitvinding kan toegepast worden op andere oppervlaktes dan daken, ook op de begane grond, in plantenperken en andere.It is believed that the present invention is not limited to the embodiments described above and that some modifications or changes can be added to the described examples without re-evaluating the appended claims. For example, the present invention has been described with reference to green roof modules, but it should be understood that the invention can be applied to surfaces other than roofs, also on the ground floor, in plant beds and others.

Claims (15)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Een groendak module geschikt voor het houden van een substraat met vegetatie, waarbij de module een onderkant, een bovenkant en meerdere opstaande zijkanten omvat; en een veelheid aan halfopen cellen in een rasterstructuur, waarbij de cellen elk gedefinieerd zijn door een substantieel vlakke bodem, één of meerdere opstaande wanden op de bodem en een opening aan de bovenkant van de module, waarbij minstens één opstaande wand, bij voorkeur twee, van elke cel voorzien is van een vloeistofdoorlatende opening voor het afvloeien van niet-capillair water, waarbij de opstaande wanden een onderzijde en een bovenzijde hebben en met de onderzijde vastgehecht zijn aan de bodem van de cellen, en waarbij aangrenzende cellen aan elkaar vastgehecht zijn langs de bovenzijde van één of meerdere opstaande wanden van de aangrenzende cellen; met als kenmerk dat minstens één opstaande wand van elke cel met minstens één steunribbe, bij voorkeur twee steunribben, aan de onderkant van de module verbonden is met een opstaande wand van een aangrenzende cel van de elke cel.A green roof module suitable for holding a substrate with vegetation, the module comprising a bottom, a top and a plurality of raised sides; and a plurality of semi-open cells in a grid structure, the cells each being defined by a substantially flat bottom, one or more upstanding walls on the bottom and an opening at the top of the module, wherein at least one upstanding wall, preferably two, of each cell is provided with a liquid-permeable opening for draining non-capillary water, wherein the upright walls have a bottom and a top and are attached with the bottom to the bottom of the cells, and wherein adjacent cells are attached to each other along the top of one or more upright walls of the adjacent cells; characterized in that at least one upright wall of each cell with at least one support rib, preferably two support ribs, is connected at the bottom of the module to an upright wall of an adjacent cell of the each cell. 2. Een groendak module volgens de voorgaande conclusie 1, waarbij de opstaande wanden van de cellen die zich niet aan de zijkanten van de module bevinden, allen met twee steunribben verbonden zijn met opstaande wanden van elke aangrenzende cel, en waarbij de steunribben zich in de nabijheid van de bovenzijde van de vastgehechte opstaande wanden bevinden.A green roof module according to the preceding claim 1, wherein the upright walls of the cells not located at the sides of the module are all connected with two support ribs to upright walls of each adjacent cell, and wherein the support ribs are in the close to the top of the fixed upright walls. 3. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij de elke cel een doorsnede met een oppervlakte heeft, waarbij de oppervlakte groter wordt verder van de bodem.A green roof module according to any of the preceding claims 1 or 2, wherein the each cell has a cross-section with an area, the area becoming larger further from the bottom. 4. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij elke opstaande wand die vastgehecht is aan een opstaande wand van een aangrenzende cel voorzien is van een vloeistofdoorlatende opening, en waarbij een vloeistofdoorlatende perforatie voorzien is waar zijwanden van meer dan twee verschillende cellen samenkomen.A green roof module according to any of the preceding claims 1 to 3, wherein each upright wall that is adhered to an upright wall of an adjacent cell is provided with a liquid-permeable opening, and wherein a liquid-permeable perforation is provided where side walls have more then two different cells come together. 5. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij de zijkanten van de module voorzien zijn van een koppelelement geschikt voor het aangaan van een koppeling met een koppelelement van een andere module om longitudinale verschuivingen van de modules tegen te gaan ten opzichte van de koppeling.A green roof module according to any of the preceding claims 1 to 4, wherein the sides of the module are provided with a coupling element suitable for entering into a coupling with a coupling element of another module to prevent longitudinal shifts of the modules compared to the coupling. 6. Een groendak module volgens de voorgaande conclusie 5, waarbij de zijkanten van de module voorzien zijn van uitsparingen en/of uitstulpingen geschikt voor het tegengaan van transversale verschuivingen van gekoppelde modules ten opzichte van de koppeling.A green roof module according to the preceding claim 5, wherein the sides of the module are provided with recesses and / or protrusions suitable for counteracting transversal shifts of coupled modules relative to the coupling. 7. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij opstaande wanden van aangrenzende cellen vastgehecht zijn via een zadelvormige verbinding.A green roof module according to any of the preceding claims 1 to 6, wherein upright walls of adjacent cells are attached via a saddle-shaped connection. 8. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 5 tot en met 7, waarbij de opstaande wanden aan de zijkanten van de module flexibel zijn voor het aangaan van de koppeling.A green roof module according to any of the preceding claims 5 to 7, wherein the upright walls on the sides of the module are flexible for engaging the coupling. 9. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij opstaande wanden aan de zijkant van de module hoger zijn dan overige opstaande wanden.A green roof module according to any of the preceding claims 1 to 8, wherein upright walls on the side of the module are higher than other upright walls. 10. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij het materiaal waaruit de module bestaat polypropyleen omvat, bij voorkeur met een hoge moleculaire massa.A green roof module according to any of the preceding claims 1 to 9, wherein the material comprising the module comprises polypropylene, preferably with a high molecular mass. 11. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, waarbij de module een hoogte heeft omvat tussen 5 cm en 15 cm, bij voorkeur ongeveer 8.5 cm, een breedte heeft omvat tussen 35 cm en 55 cm, bij voorkeur ongeveer 45 cm, en een lengte heeft omvat tussen 40 cm en 60 cm, bij voorkeur ongeveer 50 cm.A green roof module according to any one of the preceding claims 1 to 10, wherein the module has a height between 5 cm and 15 cm, preferably approximately 8.5 cm, a width between 35 cm and 55 cm, preferably approximately 45 cm, and has a length comprised between 40 cm and 60 cm, preferably approximately 50 cm. 12. Een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de groendak module minstens gedeeltelijk gevuld is met één of meerdere lagen substraat, optioneel voorzien van voorgezaaide en/of voorgekweekte vegetatie, waarbij deze vegetatie bij voorkeur minstens één soort vetplant, bij verdere voorkeur verschillende soorten, en bij nog verdere voorkeur verschillende soorten vetkruid omvat.A green roof module according to any of the preceding claims 1 to 11, wherein the green roof module is at least partially filled with one or more layers of substrate, optionally provided with pre-sown and / or pre-grown vegetation, said vegetation preferably having at least one species succulent, further preferably different species, and even more preferably different species of herb. 13. Een systeem omvattende een veelheid van groendak modules volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 12, voor het aaneengesloten bedekken van een oppervlakte met groendak modules, waarbij optioneel één of meerdere beschermdoeken voorzien worden voor het plaatsen onder de groendak modules.A system comprising a plurality of green roof modules according to any of the preceding claims 1 to 12, for the continuous covering of a surface with green roof modules, optionally one or more protective sheets being provided for placing under the green roof modules. 14. Gebruik van één of meerdere groendak modules volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 12, of een groendak systeem volgens conclusie 13, voor het bedekken en beschermen van een dak.Use of one or more green roof modules according to one of the preceding claims 1 to 12, or a green roof system according to claim 13, for covering and protecting a roof. 15. Werkwijze voor het vervaardigen van een groendak module volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 12, omvattende volgende stappen: a. het voorzien van een matrijs geschikt voor het via injectie vervaardigen van de groendak module; b. het injecteren van vloeibare polypropyleen; c. het verwijderen van de gestolde groendak module uit de matrijs; d. het inschuifbaar stapelen van de groendak module met andere groendak modules; e. het expansief afkoelen van de groendak module; met als kenmerk dat de steunribben verhinderen dat gestapelde groendak modules expansief afkoelen en hierbij in elkaar klemmen.A method for manufacturing a green roof module according to any of the preceding claims 1 to 12, comprising the following steps: a. Providing a mold suitable for manufacturing the green roof module by injection; b. injecting liquid polypropylene; c. removing the solidified green roof module from the mold; d. retractable stacking of the green roof module with other green roof modules; e. the expansive cooling of the green roof module; characterized in that the supporting ribs prevent stacked green roof modules from cooling off expansively and thereby clamping into each other.
BE2015/5625A 2015-10-05 2015-10-05 Modular green roof BE1023030B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5625A BE1023030B1 (en) 2015-10-05 2015-10-05 Modular green roof

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5625A BE1023030B1 (en) 2015-10-05 2015-10-05 Modular green roof

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023030B1 true BE1023030B1 (en) 2016-11-09

Family

ID=54601565

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5625A BE1023030B1 (en) 2015-10-05 2015-10-05 Modular green roof

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023030B1 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9203707U1 (en) * 1992-03-19 1993-07-22 Kienle, Alexander, 8900 Augsburg Water storage plate
JPH1175568A (en) * 1997-08-29 1999-03-23 Kyodo Ky Tec Kk Planting mat and method for laying same
EP1044599A1 (en) * 1999-04-14 2000-10-18 Raphael Lame Process for greening areas and container with a water reserve used in said process
US20140000161A1 (en) * 2012-06-29 2014-01-02 David S. MacKenzie Interlocking modular planting system for roof applications
EP2681989A1 (en) * 2012-07-04 2014-01-08 Larsen A/S A green roof module

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9203707U1 (en) * 1992-03-19 1993-07-22 Kienle, Alexander, 8900 Augsburg Water storage plate
JPH1175568A (en) * 1997-08-29 1999-03-23 Kyodo Ky Tec Kk Planting mat and method for laying same
EP1044599A1 (en) * 1999-04-14 2000-10-18 Raphael Lame Process for greening areas and container with a water reserve used in said process
US20140000161A1 (en) * 2012-06-29 2014-01-02 David S. MacKenzie Interlocking modular planting system for roof applications
EP2681989A1 (en) * 2012-07-04 2014-01-08 Larsen A/S A green roof module

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2247740C (en) Reinforced composite matting
CA2286336C (en) Subsurface fluid drainage and storage systems
US20170215344A1 (en) Vegetated roof system
KR101427380B1 (en) Vegetating mat having the structure of protecting and growth promotion for street tree
US20160081280A1 (en) Modular tray green roof system and method
US7815395B1 (en) Subsurface drainage system and drain structure therefor
CN103238476B (en) Cultivation frame
US20090169303A1 (en) Subsurface drainage system and drain structure therefor
US20120227319A1 (en) Modular Green Roof System
US10428510B1 (en) Leaching unit having overhanging and perforated canopy
CN109618719A (en) Growing surface structure and the module and method for being used to form this growing surface structure
US20130133258A1 (en) Multilayer assembly of fluid permeable geomatrix material for use in vegetated eco-system
US9057168B1 (en) Gabion erosion and sediment control device
CN110692394B (en) Pre-vegetated vegetation element
CN208105232U (en) Honeycomb geotechnical grid
US20020124463A1 (en) Landscape fabric with hydration dams
US20130000197A1 (en) Raised bed gardening apparatus
BE1023030B1 (en) Modular green roof
US20080155891A1 (en) Structure and method for enabling tree root growth beneath adjacent surfaces
AU2013371517B2 (en) Moisture control grid
AU2017222167B2 (en) Drainage element for plants, and use thereof
JP3270846B2 (en) Cultivation for wasabi cultivation and wasabi cultivation method using the same
JP2008208604A (en) Slope protection mat
NL2032170B1 (en) PLANT POT WITH CLOSE WATER COLLECTION POT
CN103669156A (en) Greening material and greening parking lot