BE1022880B1 - Schuifdeurinrichting - Google Patents
Schuifdeurinrichting Download PDFInfo
- Publication number
- BE1022880B1 BE1022880B1 BE2015/5252A BE201505252A BE1022880B1 BE 1022880 B1 BE1022880 B1 BE 1022880B1 BE 2015/5252 A BE2015/5252 A BE 2015/5252A BE 201505252 A BE201505252 A BE 201505252A BE 1022880 B1 BE1022880 B1 BE 1022880B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- wall panel
- sliding door
- notch
- door device
- movement
- Prior art date
Links
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims abstract description 23
- 239000004020 conductor Substances 0.000 claims description 17
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 claims description 5
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 5
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 5
- 238000012216 screening Methods 0.000 description 4
- 229910052782 aluminium Inorganic materials 0.000 description 3
- XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N aluminium Chemical compound [Al] XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 3
- 238000003801 milling Methods 0.000 description 3
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 2
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 1
- 230000001010 compromised effect Effects 0.000 description 1
- 239000000428 dust Substances 0.000 description 1
- -1 for example Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 description 1
- 239000000758 substrate Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05D—HINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
- E05D15/00—Suspension arrangements for wings
- E05D15/06—Suspension arrangements for wings for wings sliding horizontally more or less in their own plane
- E05D15/0621—Details, e.g. suspension or supporting guides
- E05D15/066—Details, e.g. suspension or supporting guides for wings supported at the bottom
- E05D15/0691—Top guides
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
- E05Y2900/00—Application of doors, windows, wings or fittings thereof
- E05Y2900/10—Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
- E05Y2900/13—Type of wing
- E05Y2900/142—Partition walls
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Wing Frames And Configurations (AREA)
Abstract
Schuifdeurinrichting omvattende een zijdelings verplaatsbaar wandpaneel (3), één of meerdere verplaatsingsmiddelen (5) om het wandpaneel (3) te verplaatsen en positioneringsmiddelen om het wandpaneel (3) in een opgerichte positie te houden, waarbij de bovenzijde (6) van het wandpaneel (3) een inkeping (7) als een genoemd positioneringsmiddel omvat en waarbij de positioneringsmiddelen verder een houdelement (8) omvatten met één of meerdere houddelen (9) die voorzien zijn om zich uit te strekken in een gedeelte van de inkeping (7) en waarbij de inkeping (7) voorzien is om verschuifbaar opgesteld te zijn ten opzichte van het houdelement (8).
Description
schuifdeurinrichting
Deze uitvinding betreft een schuifdeurinrichting omvattende een wandpaneel en positioneringsmiddelen, die voorzien zijn om het wandpaneel in een opgerichte positie te houden, waarbij het wandpaneel volgens een bewegingsrichting zijdelings verplaatsbaar is tussen een gesloten stand, waarbij het wandpaneel een opening afsluit, en een open stand, waarbij het wandpaneel zich zijdelings naast de opening uitstrekt zodat deze de opening vrij laat, en waarbij de schuifdeurinrichting verder één of meerdere verplaatsingsmiddelen omvat, die voorzien zijn om het wandpaneel te verplaatsen volgens de bewegingsrichting.
Schuifdeurinrichtingen worden meestal gebruikt om openingen zoals deur- of kastopeningen eenvoudig te kunnen afsluiten. Schuifdeursystemen worden vaak gebruikt in ruimtes waar scharnierende deursystemen een te groot gedeelte van de ruimte zouden innemen. De deuren van scharnierende deursystemen hebben namelijk een draaicirkel die een bepaalde ruimte vergt. Ook worden schuifdeurinrichtingen door velen als modern en esthetisch ervaren. Schuifdeurinrichtingen zijn bovendien eenvoudig bedienbaar.
Via een schuifdeurinrichting kan een opening vrij gemaakt worden en terug afgesloten worden, door het wandpaneel volgens een richting zijdelings te verplaatsen. Vaak is het zo dat in de open stand van het wandpaneel, wanneer het wandpaneel zich zijdelings naast de opening uitstrekt en de opening vrij laat, het wandpaneel zich hoofdzakelijk binnenin een wand of dergelijke uitstrekt, die zich zijdelings naast de opening uitstrekt. Het wandpaneel is dan geïntegreerd in de wand of dergelijke en dus nagenoeg niet zichtbaar in de open stand van het wandpaneel. Dit laatste is niet noodzakelijk. Zo kan het wandpaneel tijdens het verplaatsen van de gesloten stand naar de open stand, voor of achter de wand, die zich zijdelings naast de opening uitstrekt, worden geschoven, zodat in de open stand van het wandpaneel, het wandpaneel zich, gezien volgens de genoemde richting, ook zijdelings naast de opening uitstrekt.
Een nadeel bij de bestaande schuifdeurinrichtingen is dat, om het wandpaneel te kunnen verplaatsen tussen zijn open stand en zijn gesloten stand en om het wandpaneel steeds in een opgerichte positie te kunnen houden, er één of meerdere doorlopende rails moeten worden voorzien die zich bijvoorbeeld tegenover de onderzijde of de bovenzijde van het wandpaneel uitstrekken. Bijvoorbeeld wanneer zowel de opening als het wandpaneel zich uitstrekken tussen een plafond en een vloer, moeten er dan rails worden aangebracht in het plafond en/of de vloer. De verplaatsingsmiddelen en de positioneringsmiddelen zijn dan minstens gedeeltelijk opgesteld in deze rails. In de open stand en/of de gesloten stand van het wandpaneel zijn deze één of meerdere doorlopende rails zichtbaar. Ook zijn deze rails gevoelig voor stof en vuil en neemt het veel tijd in beslag om deze rails te installeren. Omwille van bovengenoemde nadelen wordt er dan ook vaak niet geopteerd voor een schuifdeurinrichting.
Er bestaan reeds schuifdeurinrichtingen waarbij de rails minder of praktisch niet zichtbaar zijn. Echter dit zijn vaak complexe en dure systemen, die soms nog moeilijker te installeren zijn.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een eenvoudige schuifdeurinrichting waarbij er geen of minder doorlopende rails moeten worden voorzien die zich uitstrekken rondom het wandpaneel.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een schuifdeurinrichting omvattende een wandpaneel en positioneringsmiddelen, die voorzien zijn om het wandpaneel in een opgerichte positie te houden, waarbij het wandpaneel volgens een bewegingsrichting zijdelings verplaatsbaar is tussen een gesloten stand, waarbij het wandpaneel een opening afsluit, en een open stand, waarbij het wandpaneel zich zijdelings naast de opening uitstrekt zodat deze de opening vrij laat, en waarbij de schuifdeurinrichting verder één of meerdere verplaatsingsmiddelen omvat, die voorzien zijn om het wandpaneel te verplaatsen volgens de bewegingsrichting, waarbij de bovenzijde van het wandpaneel een inkeping als een genoemd positioneringsmiddel omvat en dat deze inkeping voorzien is om zich volgens de bewegingsrichting uit te strekken, waarbij de positioneringsmiddelen verder een houdelement met één of meerdere houddelen omvatten, dat voorzien is om zich, gezien volgens de bewegingsrichting, hoofdzakelijk zijdelings naast de opening uit te strekken, en voorzien is om zich deels boven het wandpaneel uit te strekken en zich met zijn één of meerdere houddelen in een gedeelte van de inkeping uit te strekken, en waarbij de inkeping verder voorzien is om verschuifbaar opgesteld te zijn ten opzichte van het houdelement.
Met een opgerichte positie van het wandpaneel wordt een rechtopstaande positie aangeduid zodat de bovenzijde van het wandpaneel zich bovenaan uitstrekt en de onderzijde van het wandpaneel zich onderaan uitstrekt. Met zijdelings verplaatsbaar wordt hier aangeduid dat het wandpaneel zijwaarts naar rechts en links verplaatsbaar is, terwijl het nagenoeg in zijn opgerichte positie blijft.
Het wandpaneel kan uitgevoerd zijn als een deurpaneel dat een deuropening afsluit. De deuropening is dan gevormd in een muur of een wand die twee ruimtes van elkaar scheidt. Het wandpaneel kan echter ook een kastopening of dergelijke afsluiten.
Het wandpaneel kan een plafondhoog deurpaneel zijn, zodat de opening en het wandpaneel zich beide tussen de vloer en het plafond uitstrekken. Het houdelement wordt dan bijvoorbeeld bevestigd tegenaan het plafondvlak en/of gedeeltelijk geïntegreerd in het plafond. De opening kan echter ook niet tot het plafond reiken.
Het wandpaneel kan voorzien zijn om zich te verplaatsen in de muur of de wand, die zich naast de opening uitstrekt. Hier kan de bovenkant van de opening al dan niet het plafond zijn. Het houdelement wordt dan bevestigd in de muur of wand, al dan niet tegen het plafond, zodat deze zich deels boven het wandpaneel bevindt. Het wandpaneel kan echter ook zo opgesteld zijn dat deze zich voor de muur uitstrekt en zich dus verplaatst langs de muur.
Zo is bijvoorbeeld een bepaalde uitvoeringsvorm mogelijk waarbij de opening een opening in een muur is, waarbij de opening niet reikt tot het plafond en het wandpaneel zich voor de muur uitstrekt en voorzien is om langs de muur te worden verschoven. Het wandpaneel kan hier dan zo zijn uitgevoerd dat het wandpaneel wel reikt tot het plafond en het houdelement bevestigd is aan het plafond. Het wandpaneel is hier dan hoger uitgevoerd dan de opening. Het wandpaneel kan echter ook nagenoeg even hoog als de opening worden uitgevoerd waarbij het houdelement zo tegen de muur wordt bevestigd dat het zich deels boven het wandpaneel uitstrekt.
Het voordeel bij deze schuifdeurinrichting volgens de uitvinding is, dat om het wandpaneel in een opgerichte positie te houden, er geen rail nodig is, die zich boven of onder het wandpaneel uitstrekt. Hier wordt het wandpaneel namelijk in een opgerichte positie gehouden door de genoemde positioneringsmiddelen. Door gebruik te maken van een inkeping in het wandpaneel en onderdelen die zich in deze inkeping uitstrekken om het wandpaneel in een opgerichte positie te houden, moeten er geen extra rails worden aangebracht rondom het wandpaneel. In elke stand en zelfs tijdens het verplaatsen van het wandpaneel zullen de één of meerdere houddelen zich steeds in een gedeelte van de inkeping bevinden en er dus zo voor zorgen dat het wandpaneel niet of weinig kan omkippen. De zwaartekracht zorgt er verder voor dat het wandpaneel verticaal afhangt. Het wandpaneel kan hierdoor niet of weinig roteren om rotatieassen die zich loodrecht uitstrekken op het bovenvlak en/of rotatieassen die zich evenwijdig uitstrekken met het bovenvlak. Om het wandpaneel in een opgerichte positie te houden, komt er dus geen rail aan te pas die ingewerkt moet worden in bijvoorbeeld het plafond, de vloer, de muur, enz. Enkel het houdelement moet bevestigd worden aan bijvoorbeeld het plafond, aan de muur of in de muur, waardoor er geen schade aan de muur en/of het plafond moet berokkend worden om het wandpaneel in een opgerichte positie te kunnen houden. Deze schuifdeurinrichting is hierdoor ook eenvoudig installeerbaar en kan op ieder moment geïnstalleerd worden. Zo is deze schuifdeurinrichting ook installeerbaar bij reeds bestaande openingen tussen twee ruimtes.
De inkeping van het wandpaneel is verder niet zichtbaar wanneer de bovenzijde van het wandpaneel zich boven ooghoogte bevindt. Ook wanneer de bovenzijde zich op ooghoogte of onder ooghoogte bevindt, is dergelijke inkeping vaak weinig zichtbaar. Dit is bijvoorbeeld het geval wanner het wandpaneel bovenaan grenst aan bijvoorbeeld een plafond of aan een plank van een kast.
In een uitvoeringsvorm waarbij de opening zich, gezien volgens de bewegingsrichting naast een muur of wand bevindt, en waarbij het wandpaneel voorzien is om zich in deze muur of wand uit te strekken, wanneer deze zich in zijn open stand bevindt, kan het houdelement zo geplaatst worden dat het praktisch niet zichtbaar is. Men kan het houdelement namelijk zo plaatsen dat het zich hoofdzakelijk in de wand of de muur uitstrekt. In de open stand van het wandpaneel is er dan praktisch niets zichtbaar van de scherminrichting en is dus nagenoeg enkel de opening zichtbaar. In de gesloten stand zal nagenoeg enkel een deel van het wandpaneel zichtbaar zijn. Er is slechts een deel van het wandpaneel zichtbaar daar de houddelen zich steeds in een gedeelte van de inkeping bevinden en er dus steeds een deel van de inkeping, gezien volgens de bewegingsrichting, zich zijdelings naast de opening moet uitstrekken. Deze uitvoeringsvorm kan dus zeer strak worden uitgevoerd.
Indien het wandpaneel vervaardigd is uit hout, houtcomposiet of dergelijke kan de inkeping worden aangebracht in de bovenzijde van het wandpaneel door de inkeping erin te frezen. Uiteraard kan een wandpaneel met inkeping ook op een andere manier worden vervaardigd.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekken het wandpaneel en de opening zich uit tussen een bovenvlak en een ondervlak, waarbij de inkeping voorzien is om zich tegenover het bovenvlak uit te strekken. Verder bij voorkeur is het houdelement voorzien om bevestigd te worden aan het bovenvlak. De zichtbaarheid van de inkeping is hierdoor gering. Hier moet er geen rail worden ingewerkt in het bovenvlak om het wandpaneel in een opgerichte positie te houden waardoor het bovenvlak strak kan worden uitgevoerd en/of strak kan blijven. Het is eenvoudig om het houdelement tegen een bovenvlak, zoals een plafondvlak, te bevestigen. Zo kan men bijvoorbeeld het houdelement zelfs gedeeltelijk integreren in een plafond.
Bij voorkeur zijn de één of meerdere houddelen compatibel uitgevoerd met de inkeping zodat de inkeping geleidend verplaatsbaar is ten opzichte van de houddelen. De inkeping is hier dus geleidend verplaatsbaar ten opzichte van het houdelement. Daar de houddelen compatibel zijn uitgevoerd met de inkeping kan het wandpaneel praktisch niet omkippen en wordt het zeer goed in een opgerichte positie gehouden, zelfs tijdens het verplaatsen van het wandpaneel. Met compatibel uitgevoerd en geleidend verplaatsbaar, wordt aangeduid dat de maximale afmeting van de houddelen, gezien volgens een vlak loodrecht op het wandpaneel, nagenoeg overeenkomt met de corresponderende afmeting van de inkeping.
Het houdelement omvat bij voorkeur minstens twee genoemde houddelen die zich, gezien volgens de bewegingsrichting, op een afstand van elkaar uitstrekken. Door met minstens twee houddelen te werken op een bepaalde afstand van elkaar, is er minder kans op speling tussen de inkeping en de houddelen en wordt het omkippen van het wandpaneel op minstens twee, op een afstand van elkaar gelegen, plaatsen tegengegaan, waardoor het wandpaneel steeds goed in zijn opgerichte positie wordt gehouden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de positioneringsmiddelen één of meerdere geleiders, die zijn aangebracht in de inkeping om de verplaatsing van de inkeping ten opzichte van het houdelement mee te geleiden. Met behulp van deze geleiders zullen de houddelen minder weerstand bieden tegen de verplaatsing van de inkeping ten opzichte van de houddelen en dus tegen de verplaatsing van het wandpaneel, waardoor de verplaatsing van het wandpaneel zeer vlotjes en soepel kan verlopen. Ook zijn hier de afmetingen van de inkeping en de afwerking van de inkeping minder van belang. Als de inkeping bijvoorbeeld niet helemaal recht is, niet overval even breed is en/of er uitstulpingen of putjes aanwezig zijn in de inkeping, kunnen de geleiders deze onvolmaaktheden opvangen, zodat de goede geleiding van de inkeping ten opzichte van de houddelen niet in het gedrang komt. Het aanbrengen van de inkeping in het wandpaneel, dus bijvoorbeeld het frezen, moet dan niet precies worden uitgevoerd. Dit betekent ook dat houtsoorten, glas, metaal of dergelijke waarin het moeilijker is om inkepingen aan te brengen, ook in aanmerking komen als materiaal voor het wandpaneel.
Verder bij voorkeur zijn de één of meerdere houddelen compatibel uitgevoerd met de één of meerdere geleiders, zodat de inkeping, samen met de één of meerdere geleiders, geleidend verplaatsbaar is ten opzichte van de houddelen. Het wandpaneel kan hierdoor praktisch niet omkippen en wordt dus zeer goed in een opgerichte positie gehouden, zelfs tijdens het verplaatsen van het wandpaneel. Met compatibel uitgevoerd en geleidend verplaatsbaar, wordt aangeduid dat de maximale afmeting van de houddelen, gezien volgens een vlak loodrecht op het wandpaneel, nagenoeg overeenkomt met de corresponderende afmeting van de vrije ruimte aanwezig in de inkeping met de één of meerdere geleiders.
Nog verder bij voorkeur strekken één of meerdere van de genoemde één of meerdere geleiders zich nagenoeg uit volgens de bewegingsrichting. Door zich uit te strekken volgens de bewegingsrichting, zijn deze één of meerdere geleiders uiterst geschikt om ervoor te zorgen dat de inkeping geleidbaar is ten opzichte van de houddelen volgens de bewegingsrichting.
Nog meer bij voorkeur omvatten de genoemde één of meerdere geleiders een profiel, zoals bijvoorbeeld een nagenoeg U-vormig profiel. De inkeping mag hier onvolmaaktheden bevatten. Dit doordat er toch een profiel wordt aangebracht in de inkeping en hier het aangebrachte profiel ervoor zal zorgen dat het wandpaneel goed geleidbaar is ten opzichte van de houddelen. Uniforme profielen zijn eenvoudig te produceren met een grote nauwkeurigheid. Eén of meerdere van de genoemde één of meerdere geleiders zijn hoofdzakelijk vervaardigd uit metaal, zoals bijvoorbeeld aluminium. Door te werken met metaal, zoals glad metaal, wordt de wrijving tijdens de verplaatsing van het wandpaneel ten opzichte van de houddelen beperkt waardoor het wandpaneel vlotjes en soepel verplaatsbaar is. Zo kan men bijvoorbeeld een langwerpig U-vormig profiel uit aluminium inbrengen in de inkeping waarbij de houddelen dan contact maken met het profiel.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de één of meerdere houddelen één of meerdere geleidingswielen, die roteerbaar zijn opgesteld rond rotatieassen die zich nagenoeg loodrecht op de bewegingsrichting en evenwijdig met het wandpaneel uitstrekken. Indien de opening en het wandpaneel zich tussen een bovenvlak en ondervlak uitstrekken, strekken de genoemde rotatieassen zich dan nagenoeg loodrecht uit op het bovenvlak. Deze wielen zullen dan, tijdens het verplaatsen van het wandpaneel ten opzichte van de houddelen, roteren in de inkeping. In deze inkeping kunnen al dan niet één of meerdere genoemde geleiders zijn aangebracht. Bij voorkeur komt de diameter van deze geleidingswielen nagenoeg overeen met de afmeting van de vrije ruimte aanwezig in de inkeping met, indien aanwezig, de één of meerdere geleiders, gezien volgens een richting loodrecht op de bewegingsrichting en het wandpaneel, dus evenwijdig met het eventuele bovenvlak. De inkeping, al dan niet met de één of meerdere geleiders, is dan steeds in contact met de geleidingswielen, zodat het wandpaneel niet kan omkippen.
Bij voorkeur omvat het wandpaneel ter hoogte van zijn onderzijde één of meerdere holtes waarin de verplaatsingsmiddelen gedeeltelijk zijn aangebracht. De verplaatsingsmiddelen bevinden zich hier onderaan, waardoor de zichtbaarheid ervan gering is. Daar de holte zich ook onderaan bevindt, is deze ook weinig of niet zichtbaar. Bij voorkeur steunen deze verplaatsingsmiddelen op het ondervlak waarboven het wandpaneel zich uitstrekt en zijn ze verplaatsbaar, bijvoorbeeld verschuifbaar en/of verrolbaar, ten opzichte van het ondervlak. Daar de geleidingsmiddelen en de zwaartekracht het wandpaneel in een opgerichte positie houden, zullen de verplaatsingsmiddelen steeds hetzelfde traject volgen tijdens het zijdelings verplaatsen van het wandpaneel, zodat er dus ook geen rail moet worden voorzien in het ondervlak om de verplaatsingsmiddelen in hun traject te houden. Bij een nagenoeg effen ondervlak kunnen deze verplaatsingsmiddelen gewoon verplaatsen, zoals bijvoorbeeld verschuiven en/of verrollen, op het ondervlak zelf. Met andere woorden, er moeten hier geen rails boven of onder het wandpaneel voorzien worden. Het aantal nodige en/of zichtbare onderdelen is dus gering bij dergelijke schuifdeurinrichting. Men kan bijvoorbeeld ter hoogte van de beide uiteinden van het wandpaneel, gezien volgens de bewegingsrichting, dergelijke holte voorzien waarin er verplaatsingsmiddelen zijn aangebracht. Het wandpaneel wordt dan aan zijn twee genoemde uiteinden ondersteund. Indien het een zwaar wandpaneel betreft, kunnen er nog bijkomende holtes met verplaatsingsmiddelen worden voorzien voor extra ondersteuning van het wandpaneel en/of kan er één holte worden aangebracht die zich nagenoeg over de ganse lengte van de onderzijde uitstrekt, gezien volgens de bewegingsrichting. In deze één of meerdere holtes kunnen eventueel nog profielen worden aangebracht.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de verplaatsingsmiddelen één of meerdere wielen die roteerbaar opgesteld zijn rondom rotatieassen die zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het wandpaneel, zodat de één of meerdere wielen volgens de bewegingsrichting verrolbaar zijn. Met behulp van wielen die verrollen over bijvoorbeeld het ondervlak, is het zeer eenvoudig om een wandpaneel te verplaatsen. Bij een nagenoeg effen ondervlak zullen wielen zeer goed op het ondervlak kunnen verrollen en moet er dus geen rail voorzien worden in het ondervlak om de wielen te kunnen verrollen.
Verder bij voorkeur zijn de genoemde één of meerdere wielen gedeeltelijk aangebracht in de genoemde één of meerdere holtes. Doordat de wielen slechts gedeeltelijk voorbij het wandpaneel uitsteken, is de zichtbaarheid van de wielen gering.
Nog meer bij voorkeur zijn de genoemde één of meerdere rotatieassen van de wielen in de één of meerdere holtes opgesteld. Dan steekt minder dan de helft van elk wiel uit voorbij het wandpaneel waardoor de zichtbaarheid ervan, zeer klein is. Zo kan men er bijvoorbeeld voor zorgen dat de afstand tussen de ondergrond, waarop het wandpaneel steunt, en het wandpaneel kleiner dan 3 cm is, of zelfs kleiner dan 2 of 1 cm is. De rotatieassen kunnen hier volledig in de holtes worden aangebracht waardoor deze niet zichtbaar zijn.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm maakt de lengte die de één of meerdere houddelen, gezien volgens de bewegingsrichting, overspannen minstens 5 procent uit van de afmeting van het wandpaneel gezien volgens de bewegingsrichting. Dit wil zeggen dat de houddelen het wandpaneel, gezien volgens de bewegingsrichting, over minstens 5 procent van zijn afmeting vasthouden in een opgerichte positie. Het wandpaneel wordt hier over een voldoende afstand gesteund door de houddelen, waardoor de kans op omkippen klein is.
Verder bij voorkeur maakt de lengte die de één of meerdere houdelementen gezien volgens de bewegingsrichting overspannen, hoogstens 40 procent uit van de afmeting van het wandpaneel gezien volgens de bewegingsrichting, bij voorkeur nagenoeg 20 a 30 procent. Het wandpaneel moet over een voldoende afstand gesteund worden door de houddelen, om de kans op omkippen te verkleinen. Echter het wandpaneel mag ook niet over een te grote afstand ondersteund worden, zodat de afmeting van het wandpaneel, gezien volgens de bewegingsrichting, niet veel groter moet zijn dan de overeenkomstige afmeting van de opening. Het is namelijk zo dat het houdelement zich, gezien volgens de bewegingsrichting, hoofzakelijk zijdelings naast de opening uitstrekt en er dus ook steeds een gedeelte van het wandpaneel zich zijdelings naast de opening moet uitstrekken, zelfs in de gesloten stand van het wandpaneel. Dit omdat de houddelen zich steeds in een gedeelte van de inkeping uitstrekken. Indien de lengte die de één of meerdere houddelen, gezien volgens de bewegingsrichting, overspannen, meer dan 40 procent uitmaakt van de afmeting van het wandpaneel gezien volgens de bewegingsrichting, wil dit zeggen dat de afmeting van het wandpaneel een stuk groter moet zijn dan de overeenkomstige afmeting van de opening. Bij voorkeur wordt het wandpaneel echter zo klein als mogelijk uitgevoerd. Zo kan de opening bijvoorbeeld 1 m breed zijn terwijl het wandpaneel bijvoorbeeld 1m 30, 1m 25, 1 m 20 of 1m 15 breed is.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende schuifdeurinrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij - Figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een schuifdeurinrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het deurpaneel zich in een open stand bevindt; - Figuur 2 een vooraanzicht weergeeft van de schuifdeurinrichting weergegeven in figuur 1; - Figuur 3 een vooraanzicht weergeeft van een schuifdeurinrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 4 een perspectiefvoorstelling weergeeft van het houdelement; - Figuur 5 een doorsnede van de scherminrichting, weergegeven in figuren 1 en 2, volgens de lijn A-A weergeeft; - Figuur 6 een doorsnede van de scherminrichting, weergegeven in figuur 3, volgens de lijn B-B weergeeft.
In de figuren worden twee mogelijke uitvoeringsvormen weergegeven van schuifdeurinrichtingen volgens de uitvinding. Uiteraard zijn andere uitvoeringsvormen ook mogelijk.
De schuifdeurinrichtingen weergegeven in de figuren, worden gebruikt om een plafondhoge opening (4) in een muur te kunnen afsluiten. Elke inrichting omvat hiervoor een tussen een vloervlak (2) en een plafondvlak (1) uitstrekkend en volgens een bewegingsrichting zijdelings verplaatsbaar deurpaneel (3). Daar het deurpaneel (3) zijdelings verplaatsbaar is volgens de bewegingsrichting, kan het zich verplaatsen tussen een gesloten stand, waarbij het deurpaneel (3) de opening (4), die zich tussen het vloervlak (2) en het plafondvlak (1) uitstrekt, afsluit, en een open stand, waarbij het deurpaneel (3) zich zijdelings naast de opening (4) uitstrekt zodat deze de opening (4) vrij laat. Ook kan het deurpaneel (3) zo geplaatst worden dat de opening (4) slechts gedeeltelijk wordt afgesloten.
Om het deurpaneel (3) volgens de bewegingsrichting te kunnen verplaatsen, omvat de schuifdeurinrichting meerdere wielen (5), die zijn opgenomen in holtes (12), die aangebracht zijn in de onderzijde (11) van het deurpaneel (3). Deze wielen (5) steunen op het vloervlak (2) en zijn roteerbaar opgesteld rondom rotatieassen die zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het deurpaneel (3) en die zijn opgenomen in de holtes (12). Hierdoor steunt het deurpaneel (3) op de wielen (5) en zijn de wielen (5) verrolbaar op het vloervlak (2). Hierdoor strekken de wielen (5) zich ook voor minder dan de helft uit voorbij het deurpaneel (3) met als gevolg een geringe zichtbaarheid van de wielen (5). Eventueel kan er een profiel zijn aangebracht in de holtes (12).
Om het deurpaneel (3) goed te kunnen ondersteunen en verrollen, zijn er twee holtes (12) met wielen (5) voorzien op elk uiteinde van het deurpaneel (3), gezien volgens de bewegingsrichting. Het deurpaneel (3) wordt hierdoor aan twee kanten goed ondersteund.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 1 en 2 en een detailweergave ervan in figuur 5, is zichtbaar dat er in elke holte (12) slechts 1 rij wielen (5) aanwezig is die zich uitstrekt volgens de bewegingsrichting. Het gewicht van het deurpaneel (3) is hier kleiner of gelijk aan 150 kg, waardoor het deurpaneel (3) met 1 rij wielen (5) in elke holte (12) voldoende ondersteund wordt. Bij de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 3 en een detailweergave ervan in figuur 6, is het gewicht van het deurpaneel (3) hoger of gelijk aan 150 kg. Om het deurpaneel (3) hier voldoende te kunnen ondersteunen, worden er hier in elke holte (12) twee rijen wielen (5) voorzien die zich elk uitstrekken volgens de bewegingsrichting. Uiteraard kan men er ook voor opteren om slechts 1 rij wielen (5) per holte (12) te voorzien en bijvoorbeeld meer wielen (5) en/of sterkere wielen (5) te voorzien. Uiteraard kunnen ook lichtere deurpanelen (3) voorzien worden van meerdere naast elkaar gelegen rijen wielen (5).
Wanneer er slechts voorzien wordt in 1 rij wielen (5), dan heeft het deurpaneel (3) bij voorkeur een dikte van minimum 50 mm. De dikte is de afmeting van het deurpaneel (3), gezien volgens een richting loodrecht op de bewegingsrichting en evenwijdig met het vloervlak (2)/het plafondvlak (1).Wanneer er twee rijen wielen (5) naast elkaar moeten worden voorzien, dan heeft het deurpaneel (3) bij voorkeur een dikte van minimum 70 mm.
Uiteraard kan men ook het aantal wielen (5) in 1 rij kiezen in functie van het gewicht van het deurpaneel (3).
De wielen (5) zorgen ervoor dat het deurpaneel (3) verplaatsbaar is en het deurpaneel (3) ondersteund wordt. De positioneringsmiddelen zorgen ervoor dat het deurpaneel (3) in elke mogelijke stand en tijdens het verplaatsen ervan volgens de bewegingsrichting, steeds in een nagenoeg opgerichte positie wordt gehouden.
De positioneringsmiddelen omvatten hiervoor elk een U-vormige inkeping (7), die is aangebracht in de bovenzijde (6) van het deurpaneel (3). Deze inkeping (7) strekt zich uit volgens de bewegingsrichting over nagenoeg de ganse afmeting van de bovenzijde (6). Gezien volgens de bewegingsrichting is ze echter nog begrensd zodat het deurpaneel (3) zich niet te ver kan verplaatsen volgens de bewegingsrichting (zie verder). De inkeping (7) wordt zo aangebracht in het deurpaneel (3) dat deze nagenoeg uniform is gezien volgens de bewegingsrichting.
De positioneringsmiddelen omvatten verder een houdelement (8) dat een bevestigingsplaat (13), twee rotatieassen (10) en twee geleidingswielen (9) omvat. De rotatieassen (10) zijn zo bevestigd aan de bevestigingsplaat (13) dat ze zich loodrecht uitstrekken op de bevestigingsplaat (13) en de twee geleidingswielen (9) zijn zo bevestigd aan de rotatieassen (10) dat ze elk roteerbaar zijn rondom een genoemde rotatieas (10). De bevestigingsplaat (13) wordt zo in het plafond geïntegreerd en bevestigd dat de rotatieassen (10) zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het plafondvlak (1). De bevestigingsplaat (13) strekt zich zijdelings naast de opening (4) uit gezien volgens de bewegingsrichting.
Verder strekken de twee geleidingswielen (9) zich uit in de inkeping (7) en zijn ze compatibel met de inkeping (7) waardoor de inkeping (7) geleidend verplaatsbaar is ten opzichte van de geleidingswielen (9). Hiermee wordt aangeduid dat de diameter van de geleidingswielen (9) nagenoeg overeenkomt met de afmeting van de inkeping (7) gezien volgens een richting loodrecht op de bewegingsrichting en evenwijdig met het plafondvlak (1). De randen van inkeping (7) maken contact met de geleidingswielen (9) zodat tijdens het verplaatsen van het deurpaneel (3) de geleidingswielen (9) gaan roteren. Door dit contact wordt het deurpaneel (3) steeds in een opgerichte positie gehouden. Er is weinig wrijving tussen de inkeping (7) en de geleidingswielen (9), dit omdat de geleidingswielen (9) gaan roteren wanneer het deurpaneel (3) wordt verplaatst. De positioneringsmiddelen zorgen er dus voor dat het deurpaneel (3) in een opgerichte positie blijft zonder dat de verplaatsing van het deurpaneel (3) bemoeilijkt wordt.
De lengte die de twee geleidingswielen (9), gezien volgens de bewegingsrichting samen overspannen, maakt hier ongeveer 20 procent uit van de afmeting van het deurpaneel (3) gezien volgens de bewegingsrichting. Dit houdt in dat, indien de opening (4) 1 m breed is, gezien volgens de bewegingsrichting, het deurpaneel (3) minstens ongeveer 1m 25 breed moet zijn. Het houdelement (8) strekt zich namelijk zijdelings naast de opening (4) uit, gezien volgens de bewegingsrichting, en zo dicht als mogelijk tegen de genoemde opening (4). Om 1 m opening (4) af te sluiten, is er hier minstens ongeveer 1 m 25 aan deurpaneel (3) nodig, zodat er zich steeds een deel van het deurpaneel (3) zich ter hoogte van het houdelement (8) kan uitstrekken. Daar de inkeping (7) gezien volgens de bewegingsrichting aan beide uiteinden begrensd is, zijn de open stand en de gesloten stand de uiterste standen die mogelijk zijn voor het deurpaneel (3). Zoals hier weergegeven in de figuren bevinden de geleidingswielen (9) zich uiterst rechts in de inkeping (7), in de open stand van het deurpaneel (3). In de gesloten stand zullen de geleidingswielen (9) zich dus uiterst links in de inkeping (7) bevinden.
Verder kan de scherminrichting zo zijn uitgevoerd dat het deurpaneel (3) in en uit een wand of muur schuift, die zich zijdelings naast de opening (4) bevindt, gezien volgens de bewegingsrichting. Het houdelement (8) bevindt zich dan volledig in deze wand of muur zodat het houdelement (8) niet of nagenoeg niet zichtbaar is van buitenaf. Wanneer het deurpaneel (3) zich dan in de open stand bevindt, is er dan nagenoeg niets van de scherminrichting zichtbaar. In de gesloten stand is hier nagenoeg enkel het deurpaneel (3) van de scherminrichting gedeeltelijk zichtbaar.
Om de geleiding van de inkeping (7) ten opzichte van de geleidingswielen (9) te optimaliseren kan men bijkomend voorzien in een U-vormig profiel vervaardigd uit aluminium dat wordt aangebracht in de inkeping (7). Dit is praktisch indien de inkeping (7) niet zo goed is aangebracht in het deurpaneel (3). Bijvoorbeeld indien het deurpaneel (3) uit hout vervaardigd is, en de infrezing van de inkeping (7) niet goed plaatsvindt en/of het hout van een mindere kwaliteit is. De geleidingswielen (9) bevinden zich hier dan in het profiel en zijn compatibel met het profiel zodat de inkeping (7) met profiel geleidend verplaatsbaar is ten opzichte van de geleidingswielen (9).
Claims (17)
- C O N C L U S I E S1. Schuifdeurinrichting omvattende een wandpaneel (3) en positioneringsmiddelen, die voorzien zijn om het wandpaneel (3) in een opgerichte positie te houden, waarbij het wandpaneel (3) volgens een bewegingsrichting zijdelings verplaatsbaar is tussen een gesloten stand, waarbij het wandpaneel (3) een opening (4) afsluit, en een open stand, waarbij het wandpaneel (3) zich zijdelings naast de opening (4) uitstrekt zodat deze de opening (4) vrij laat, en waarbij de schuifdeurinrichting verder één of meerdere verplaatsingsmiddelen (5) omvat, die voorzien zijn om het wandpaneel (3) te verplaatsen volgens de bewegingsrichting, met het kenmerk dat de bovenzijde (6) van het wandpaneel (3) een inkeping (7) als een genoemd positioneringsmiddel omvat en dat deze inkeping (7) voorzien is om zich volgens de bewegingsrichting uit te strekken, dat de positioneringsmiddelen verder een houdelement (8) met één of meerdere houddelen (9) omvatten, dat voorzien is om zich, gezien volgens de bewegingsrichting, hoofdzakelijk zijdelings naast de opening (4) uit te strekken, en voorzien is om zich deels boven het wandpaneel (3) uit te strekken en zich met zijn één of meerdere houddelen (9) in een gedeelte van de inkeping (7) uit te strekken, waarbij de inkeping (7) verder voorzien is om verschuifbaar opgesteld te zijn ten opzichte van het houdelement (8).
- 2. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het wandpaneel (3) en de opening (4) zich uitstrekken tussen een bovenvlak (1) en een ondervlak (2), waarbij de inkeping (7) voorzien is om zich tegenover het bovenvlak (1) uit te strekken.
- 3. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het houdelement (8) voorzien is om bevestigd te worden aan het bovenvlak (1).
- 4. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere houddelen (9) compatibel zijn uitgevoerd met de inkeping (7) zodat de inkeping (7) geleidend verplaatsbaar is ten opzichte van de houddelen (9).
- 5. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houdelement (8) minstens twee genoemde houddelen (9) omvat die zich, gezien volgens de bewegingsrichting, op een afstand van elkaar uitstrekken.
- 6. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de positioneringsmiddelen één of meerdere geleiders omvatten, die zijn aangebracht in de inkeping (7) om de verplaatsing van de inkeping (7) ten opzichte van het houdelement (8) mee te geleiden.
- 7. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de één of meerdere houddelen (9) compatibel zijn uitgevoerd met de één of meerdere geleiders, zodat de inkeping (7), samen met de één of meerdere geleiders, geleidend verplaatsbaar is ten opzichte van de houddelen (9).
- 8. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat één of meerdere van de genoemde één of meerdere geleiders zich nagenoeg uitstrekken volgens de bewegingsrichting.
- 9. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de genoemde één of meerdere geleiders een profiel omvatten.
- 10. Schuifdeurinrichting volgens één van de conclusies 6 tot 9, met het kenmerk dat één of meerdere van de genoemde één of meerdere geleiders hoofdzakelijk vervaardigd zijn uit metaal.
- 11. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere houddelen (9) één of meerdere geleidingswielen (9) omvatten, die roteerbaar zijn opgesteld rond rotatieassen (10) die zich nagenoeg loodrecht op de bewegingsrichting en evenwijdig met het wandpaneel (3) uitstrekken.
- 12. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het wandpaneel (3) ter hoogte van zijn onderzijde (11) één of meerdere holtes (12) omvat waarin de verplaatsingsmiddelen (5) gedeeltelijk zijn aangebracht.
- 13. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen (5) één of meerdere wielen (5) omvatten, die roteerbaar opgesteld zijn rondom rotatieassen die zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het wandpaneel (3), zodat de één of meerdere wielen (5) volgens de bewegingsrichting verrolbaar zijn.
- 14. Schuifdeurinrichting volgens conclusies 12 en 13, met het kenmerk dat de genoemde één of meerdere wielen (5) gedeeltelijk zijn aangebracht in de genoemde één of meerdere holtes (12).
- 15. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de genoemde één of meerdere rotatieassen van de wielen (5) in de één of meerdere holtes (12) opgesteld zijn.
- 16. Schuifdeurinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lengte die de één of meerdere houddelen (9), gezien volgens de bewegingsrichting, overspannen minstens 5 procent uitmaakt van de afmeting van het wandpaneel (3) gezien volgens de bewegingsrichting.
- 17. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk dat dat de lengte die de één of meerdere houddelen (9), gezien volgens de bewegingsrichting, overspannen hoogstens 40 procent uitmaakt van de afmeting van het wandpaneel (3) gezien volgens de bewegingsrichting.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5252A BE1022880B1 (nl) | 2015-04-17 | 2015-04-17 | Schuifdeurinrichting |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5252A BE1022880B1 (nl) | 2015-04-17 | 2015-04-17 | Schuifdeurinrichting |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1022880B1 true BE1022880B1 (nl) | 2016-10-03 |
Family
ID=53900711
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2015/5252A BE1022880B1 (nl) | 2015-04-17 | 2015-04-17 | Schuifdeurinrichting |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1022880B1 (nl) |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102012008020A1 (de) * | 2012-04-24 | 2013-10-24 | Woelm Gmbh | Schiebetürsystem |
-
2015
- 2015-04-17 BE BE2015/5252A patent/BE1022880B1/nl active
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102012008020A1 (de) * | 2012-04-24 | 2013-10-24 | Woelm Gmbh | Schiebetürsystem |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8763205B2 (en) | Running gear arrangement having a guide rail for a sliding door | |
US5657743A (en) | Cooking device | |
US20080134583A1 (en) | Non-hanging sliding door system | |
US20170099962A1 (en) | Standalone Merchandise Display and Storage Table | |
JP2008538946A (ja) | 製品の保管および/または展示を行うガラス製のショーケース | |
US9756938B2 (en) | Storage device | |
EP3039213B1 (fr) | Système pour faire coulisser une porte | |
US20160076293A1 (en) | System and device for soft closing | |
BE1022880B1 (nl) | Schuifdeurinrichting | |
US20190309552A1 (en) | Roller carriage arrangement for a door or a window of a building having a fixed frame and a leaf which is displaceable relative to the fixed frame | |
US8745925B2 (en) | Coupling mechanism for sliding doors | |
NL2011055C2 (en) | Covering device of opening of building. | |
NL7905178A (nl) | Beslagen voor kantelramen. | |
JP2009019466A (ja) | フラット引戸装置 | |
EP1424031A1 (en) | Shower screens kit | |
JP6580952B2 (ja) | 間仕切り収納ユニット | |
JP4787422B2 (ja) | 移動パネル連接式間仕切り装置 | |
KR101616092B1 (ko) | 가구용 슬라이딩 도어의 고정 브래킷 | |
NL2018769B1 (nl) | Deur voor een scheidingswand en scheidingswand | |
JP2008174916A (ja) | 床面開口スライド開閉装置 | |
CA3015101A1 (en) | Panel door system | |
CN110273608B (zh) | 门窗滑轮、门窗扇体及门窗 | |
BE1020807A3 (nl) | Scherminrichting. | |
JP5619097B2 (ja) | 装飾板付き引き戸 | |
GB2482529A (en) | Self closing door assembly |