BE1022790B1

BE1022790B1 - Inrichting voor het afdichten van een tussenruimte tussen een muur en een raam- of deurprofiel

Info

Publication number: BE1022790B1
Application number: BE2015/5183A
Authority: BE
Inventors: Erik Thijs
Original assignee: D&G Suncontrol
Priority date: 2015-03-25
Filing date: 2015-03-25
Publication date: 2016-09-06
Also published as: LU93007B1; WO2016151534A1; EP3274536B1; EP3274536A1

Abstract

De onderhavige vinding heeft betrekking op een inrichting voor het afdichten van een tussenruimte tussen de rugkant van een muur en een raam- of a™s

deurprofiel. In tegenstelling tot de gebruikelijke afdichtingsmethoden, waarbij een silicone laag of een losstaand afwerkingsprofiel gebruikt worden, combineert de inrichting volgens de onderhavige vinding een spacer met een L-vormig afwerkingsprofiel. Deze combinatie, samen met de specifieke kenmerken van de spacer en het L- vormig afwerkingsprofiel zorgen ervoor dat de tussenruimte tussen de rugkant van een muur en een raam- of deurprofiel goed afgesloten wordt aan de dagkant van de muur.

Description

INRICHTING VOOR HET AFDICHTEN VAN EEN TUSSENRUIMTE TUSSEN EEN MUUR EN

EEN RAAM- OF DEURPROFIEL

De onderhavige vinding heeft betrekking op een inrichting, bestaande uit een spacer (3) en een L-vormig afwerkingsprofiel (4) ter afdichting van de tussenruimte tussen een raam- of deurprofiel (2) en de rugkant van een muur (1 c).

Zoals bekend bestaat een raam, deur of poort uit een vast kader waarin een vleugel scharnierbaar is opgehangen. De stijlen en liggers van het vast kader en van de vleugel worden gevormd uit profielen. Bekende profielen voor vleugels van ramen of deuren bestaan typisch uit een binnenschaal en een buitenschaal die onderling aan elkaar zijn bevestigd door middel van een thermische brug.

Momenteel wordt een raam of een deur aangebracht tegen de rugkant van een muuropening en worden de spleten tussen het kader of profiel van het raam of de deur en de rugkant van de muur opgevuld met een schuim of dergelijke en wordt het profiel door middel van bevestigingshaken of beugels bevestigd waarbij het geheel met een silicone laag afgewerkt wordt. Een nadeel van het aanbrengen van zulke silicone laag is dat deze gevoelig is voor slijtage en barre weersomstandigheden, wat ertoe kan leiden dat de afdichting niet meer volledig sluitend is en niet esthetisch afgewerkt is. Bovendien is het verwijderen van zulke silicone laag bij renovatie een omslachtige klus. Een bijkomend nadeel hierbij is dat de uiteindelijke silicone laag maar kan aangebracht worden nadat het voegwerk en pleisterwerk is afgewerkt, waardoor de installateur van de ramen moet terugkeren naar de werf, met vertraging in de uiteindelijke oplevering .

Een oplossing hiervoor werd gevonden in een profiel dat de silicone laag dient te vervangen zoals beschreven in DE3311142. Hierbij wordt een rubber profiel geplaatst tussen het raamprofiel van een blok- of kozijnraam en de dagkant muur (kopse kant van de baksteen), waarbij het profiel langs de buitenzijde beschikt over weerhaken die het profiel op zijn plaats dienen te houden. Nadeel van dit type profiel is dat de afvoer van vocht en regen moeilijker geleid kan worden en dat de weerhaken in het profiel ervoor zorgen dat het profiel nadien moeilijk verwijderd kan worden. Zodoende blijft men geconfronteerd met het feit dat men bij schilderwerken niet de mogelijkheid heeft om het profiel eenvoudig te verwijderen.

Het doel van de huidige uitvinding is te voorzien in een afwerkingsprofiel dat op een eenvoudige manier geplaatst en (herbruikbaar) verwijderd kan worden en waarbij de tussenruimte tussen een raam- of deurprofiel en de rugkant van een muur goed afgesloten kan worden.

BESCHRIJVING

Hierna volgt een uitgebreide beschrijving van de onderhavige vinding met verwijzing naar de bijhorende tekeningen en verschillende uitvoeringsvormen.

Afbeelding 1 toont een bovenaanzicht van een inrichting volgens één van de uitvoeringsvormen van de onderhavige vinding. De huidige uitvinding omvat een inrichting die bestaat uit een combinatie van een spacer (3) en een L-vormig afwerkingsprofiel (4). De combinatie van beide onderdelen vormt een inrichting die een tussenruimte tussen de buitenzijde van een profiel van een raam of deur (2) en de rugkant van de muur (1c) kan afdichten. Het L-vormig afwerkingsprofiel (4) bestaat uit twee benen (4a, 4b), waarbij één van de benen één of meerdere reliëfelementen (4c) bevat. In een specifieke uitvoeringsvorm omvatten de reliëfelementen (4c) van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) tandvormige uitsteeksels (4d). Deze tandvormige uitsteeksels kunnen een gekarteld profiel (4e) bevatten. De spacer (3) wordt tussen de rugkant van de muur (1c) en een raam- of deurprofiel (2) geplaatst en omvat een ruimte (3a) waarin één of meerdere reliëfelementen (4c) van het L-vormig profiel (4) gevat kunnen worden. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de spacer (3) een extra ruimte (3b) waarin een zwelband (5) is aangebracht. Deze zwelband (5) is een conventionele zwelband zoals beschikbaar in de handel. In een andere uitvoeringsvorm, zoals getoond in Afbeelding 4, kan de zwelband (5) ook op de spacer (3) aangebracht worden zonder dat er een aparte ruimte voor voorzien wordt. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt de spacer (3) zonder zwelband gebruikt. In een specifieke uitvoeringsvorm bestaat de spacer (3) uit kunststof, metaal, rubber, of een combinatie van één van deze stoffen. Bij voorkeur bestaat de spacer (3) uit kunststof.

Afbeelding 2 toont een bovenaanzicht van een spacer (3) waarbij de spacer (3) naast de ruimte (3a) voor het vatten van één of meerdere reliëfelementen (4c) ook een ruimte (3b) bevat waarin een zwelband (5) is aangebracht.

Bij een andere uitvoeringsvorm zoals getoond in Afbeelding 4, omvat de spacer (3) geen ruimte (3b) waarin de zwelband (5) zich bevindt. In deze uitvoeringsvorm wordt de zwelband (5) rechtstreeks op de spacer (3) geplaatst waardoor de zwelband (5) bij zwelling zo rechtstreeks contact maakt met de rugkant van de muur (1c).

Zoals ook zichtbaar op Afbeelding 2, wordt er aan de zijkant van de spacer en ter hoogte van de insteekplaats voor het L-vormig afwerkingsprofiel (4) (dus flankerend aan de ruimte (3a) voor het vatten van één of meerdere reliëfelementen) een hoek (A) van 45 tot 150 graden gevormd. Bij voorkeur, wordt ter hoogte van de insteekplaats een hoek (A) van 45 tot 90 graden gevormd. Deze hoek (A) ter hoogte van de spacer (3) zorgt ervoor dat het aanbrengen van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in de spacer (3) vergemakkelijkt wordt aangezien één of meerdere reliëfelementen (4c) van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) automatisch naar de ruimte (3a) in de spacer (3) geleid wordt die voorzien is om deze reliëfelementen (4c) te vatten.

In een specifieke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, en zoals getoond in Afbeelding 2, is een kleefzone (3c) aangebracht op de spacer (3) ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel rust. In een andere uitvoeringsvorm, en zoals zichtbaar op Afbeeldingen 5, 6 en 7, wordt de spacer geschroefd aangebracht. De schroeven (3d) zullen aangebracht worden in de spacer (3) ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel rust. In nog een andere uitvoeringsvorm, zijn zowel een kleefzone (3c) als schroeven (3d) aangebracht op de spacer (3) ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel (2) rust. In nog een andere uitvoeringsvorm, en zoals zichtbaar op Afbeelding 8, bevat de spacer (3) één of meerdere klikelementen (3e) dewelke kunnen interageren met de zijkant van het raamprofiel. In de getoonde vorm heeft de spacer zodoende eerder een L-vorm. Door de aanwezigheid van dit klikelement (3e) kan de spacer op het raam- of deurprofiel worden vastgeklikt. Zowel de kleefzone (3c) als het klikelement (3e) kunnen samen voorkomen in een uitvoeringsvorm. Zowel de kleefzone (3c), de schroeven (3d) als het klikelement zorgen ervoor dat de spacer gefixeerd kan worden tegen het raam- of deurprofiel en een vaste positie inneemt ten overstaande de rugkant van de muur (1 c).

Zoals duidelijk wordt uit Afbeelding 1 en 2 kan in een specifieke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding een zwelband (5) in de spacer (3) aangebracht worden. Het gebruik van een zwelband zorgt ervoor dat de het geheel (spacer met zwelband) steeds op een goede manier aansluit met de rugkant van de muur (1c). Combinatie van zwelband (5) en spacer (3) zorgt voor een consistente spatie tussen rugkant van de muur (1c) en raam- of deurprofiel (2) en sluit deze ruimte af naar de achterliggende spouw. Zoals hierna verder toegelicht komt dit de wind- en waterdichtheid van de installatie ten goede. De gebruikte zwelband is een bestaande zwelband zoals te verkrijgen in de handel.

Uit Afbeelding 1 is duidelijk dat het L-vormig afwerkingsprofiel (4) bestaat uit twee benen (4a, 4b) die een hoek (B) van 45 tot 90 graden ten opzichte van mekaar vormen. Deze hoek zorgt ervoor dat er voldoende klemspanning of veerkracht op beide benen komt te zitten, waardoor na het plaatsen van het L-vormig afwerkingsprofiel (4), het afwerkingsprofiel (4) met de nodige weerstand op zijn plaats gehouden wordt in de spacer (3). Bovendien zorgen ook één of meerdere reliëfelementen (4c) ervoor dat het L-vormig afwerkingsprofiel (4) stevig op zijn plaats gehouden wordt in de spacer (3). In een specifieke uitvoeringsvorm, en zoals zichtbaar in Afbeelding 6, is het been (4a) van het L-vormig afwerkingsprofiel dat tegen de dagkant van de muur (1b) drukt dikker dan het been (4b) dat in de spacer geplaatst wordt. Het verschil in dikte, waarbij het dunnere been (4b) in de spacer geplaatst wordt zorgt er bijkomend voor dat er voldoende klemspanning in het afwerkingsprofiel aanwezig is en dat het afwerkingsprofiel na plaatsing stevig op zijn plaats gehouden wordt. Wanneer het L-vormig afwerkingsprofiel (4) geplaatst wordt, zal er een ruimte (6) gevormd worden tussen het afwerkingsprofiel (4), de spacer (3) en de rugkant van de muur (1c). Deze ruimte zorgt ervoor dat vocht en slagregen op een goede manier afgevoerd worden en verhindert er zo voor dat vocht zijn weg kan vinden achter de zwelband (5). Op deze manier wordt verhinderd dat vocht en wind kan doordringen naar de achterzijde van het raam- of deurprofiel.

Afbeelding 3 toont nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de onderhavige vinding. In deze voorkeursvorm bevat het been met één of meerdere reliëfelementen (4c) van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in profiel een kromming (4f). Deze kromming (4f) bevindt zich in het been (4b) dat in de spacer (3) past ter hoogte van het snijpunt van beide benen. De kromming (4f) zorgt er, samen met de hoek (B) tussen de twee benen van het afwerkingsprofiel voor dat het afwerkingsprofiel veerkrachtig is waardoor het afwerkingsprofiel (4) na plaatsing stevig in de spacer (3) en tegen de dagkant van de muur (1b) aangedrukt blijft. Dit heeft als belangrijkste voordeel dat de ruimte achter het afwerkingsprofiel (6) goed afgesloten blijft en er zo minimaal mogelijk vocht of regen in deze ruimte terecht komt. De kromming (4f) zorgt er bijkomend voor dat vocht dat toch in de ruimte (6) achter het afwerkingsprofiel terecht komt op een snelle manier afgevoerd kan worden.

Afbeelding 4 toont nog een specifieke uitvoeringsvorm van de onderhavige vinding. In deze uitvoeringsvorm is er in de spacer (3) geen extra ruimte (3b) voorzien om de zwelband (5) aan te brengen maar wordt de zwelband (5) op de spacer (3) aangebracht aan de zijde van de rugkant van de muur (1 c).

Afbeeldingen 5, 6 en 7 tonen een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige vinding. In deze uitvoeringsvorm worden schroeven (3d) aangebracht in de spacer (3) ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel rust. Op deze manier kan de spacer (3) stevig tegen het raam- of deurprofiel bevestigd worden.

Afbeeldingen 6 en 7 tonen bovendien een uitvoeringsvorm van de onderhavige vinding waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) aangebracht is in de spacer (3). Dit afwerkingsprofiel bevat twee benen (4a, 4b), waarbij één been (4b) één of meerdere reliëfelementen (4c) bevat. Door deze reliëfelementen (4c) kan het afwerkingsprofiel in de spacer aangebracht worden en ook op zijn plaats gehouden worden. In een specifieke uitvoeringsvorm, en zoals zichtbaar op Afbeelding 6, kan het been (4a) dat tegen de muur drukt ook één of meerdere reliëfelementen (4c) bevatten. Deze reliëfelementen zorgen ervoor dat het been (4a) stevig tegen de dagkant van de muur (1b) aangedrukt wordt, en dat de ruimte achter het afwerkingsprofiel (6) afgesloten blijft voor vocht en regen.

Afbeelding 7 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige vinding waarbij het been (4b) dat in de spacer geplaatst wordt in profiel een kromming (4f) bevat. Deze kromming zorgt er, samen met de hoek (B) tussen de twee benen van het afwerkingsprofiel en de toegenomen dikte van het been dat tegen de muur rust (4a) ervoor dat het afwerkingsprofiel voldoende veerkrachtig is en bijgevolg na plaatsing stevig in de spacer (3) en tegen de dagkant van de muur (1b) aangedrukt blijft. Zoals hoger reeds vermeld, wordt hierdoor de ruimte achter het afwerkingsprofiel (6) goed afgesloten en komt er zo minimaal mogelijk vocht of regen in deze ruimte terecht.

Afbeelding 8 toont nog een specifieke uitvoeringvorm van onderhavige vinding. In deze uitvoeringsvorm bevat de spacer (3) aan de tegenoverliggende zijde van de insteekplaats voor het L-vormig afwerkingsprofiel (4) één of meerdere klikelementen (3e) waarmee de spacer stevig tegen het raam- of deurprofiel bevestigd kan worden. Deze klikelementen zijn dusdanig uitgevoerd dat ze kunnen interageren (ingeschoven in / klemmen in) met de de zijkant van het raamprofiel. Deze uitvoeringvorm maakt het mogelijk dat de spacer reeds door de ramenfabrikant op het raamprofiel gezet wordt. De spacer is in deze optioneel reeds voorzien van de zwelband, zodat bij plaatsing enkel de liner van de zwelband moet verwijderd worden, of deze laatste nog moet worden aangebracht. De voorafgaandelijke plaatsing van de spacer op het raamprofiel waarborgt dat deze steeds een vaste positie inneemt ten overstaande de rugkant van de muur (1c). Dit laatste komt een consistente plaatsing van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) ten goede.

Afbeelding 9 toont een perspectief zijaanzicht van een specifieke uitvoeringsvorm van het L-vormig afwerkingsprofiel (4). Dit afwerkingsprofiel (4) bestaat uit twee benen (4a, 4b), waarbij één van de benen (4b) hetwelke de één of meerdere reliëfelementen bevat, voorzien is van tandvormige uitsteeksels (4d). Door tandvormige uitsteeksels (4d) zal het afwerkingsprofiel (4) beter in de spacer (3) passen en op zijn plaats gehouden worden. Zoals ook blijkt uit Afbeelding 9, vormen de beide benen (4a, 4b) van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) een hoek (B) van 45 tot 85 graden ten opzichte van mekaar. Door deze hoek (B) zal het afwerkingsprofiel (4) eveneens beter op zijn plaats gehouden worden in de spacer (3) en tegen de muur (1) aangedrukt worden. In deze uitvoeringsvorm bestaan de voornoemde reliëfelementen uit een gekarteld profiel (4e) op de tandvormige uitsteeksels.

Afbeeldingen 10 en 11 tonen perspectief zijaanzichten van mogelijke uitvoeringsvormen van de volledige inrichting van onderhavige uitvinding en na plaatsing tussen de rugkant van een muur (1c) en een raam- of deurprofiel (2).

Afbeelding 12 toont een bovenaanzicht van mogelijke uitvoeringsvormen van de spacer (3) en het L-vormig afwerkingsprofiel (4) van onderhavige vinding. Zoals zichtbaar, bevat het been van het L-vormig afwerkingsprofiel (4b) dat in de spacer (3) geschoven wordt één of meerdere reliëfelementen (4c) die in de spacer (3) passen en waardoor het afwerkingsprofiel (4) op zijn plaatst gehouden wordt in de spacer (3).

Gezien de toepassing als afwerkingsprofiel voor ramen en deuren zal het voor de vakman duidelijk zijn dat zowel de spacer (3) als het L-vormig afwerkingsprofiel (4) uit voldoende sterke materialen moeten bestaan. Zonder ons hiertoe te willen beperken, bestaat het L-vormig afwerkingsprofiel bij voorkeur uit een elastisch materiaal, zoals rubber, kunststof of metaal. Deze materiaalkeuze heeft als voordeel dat het L-vormig afwerkingsprofiel (4) perfect aansluit langs de dagkant van de muur (1b), waardoor een goede afdichting gecreëerd wordt van de ruimte achter het afwerkingsprofiel. Dit zorgt er mede voor dat er geen wind of slagregen achter de spacer (3) en de zwelband (5) terecht komen.

De onderhavige vinding omvat eveneens het gebruik van een inrichting volgens één van de hoger beschreven uitvoeringsvormen zoals hoger beschreven waarbij de spacer (3) tegen het raam- of deurprofiel (2) geplaatst wordt voordat het raam of de deur geplaatst wordt. Nadat de spacer (3) tegen het raam- of deurprofiel geplaatst is, kan het raam of de deur tegen de rugkant van de muur (1c) geplaatst worden. Aangezien de spacer (3) reeds op de ramen of deuren is aangebracht vóór de plaatsing, wordt de uniforme plaatsing ervan vergemakkelijkt. Er dient namelijk geen extra element meer geplaatst te worden tussen de rugkant van de muur (1c) en het raam- of deurprofiel (2) bij de plaatsing. De aanwezigheid van een zwelband (5) zorgt er bovendien voor dat het geheel perfect aansluit op rugzijde (1c) van de muur (1). Eveneens vervat in de huidige uitvinding is het gebruik van een inrichting zoals hoger beschreven waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in de spacer (3) geplaatst wordt onmiddellijk na het plaatsen van het raam of de deur. In een andere mogelijkheid wordt het L-vormig afwerkingsprofiel (4) pas geplaatst na het plaatsen van het raam of de deur en na het aanbrengen van voegwerk of pleisterwerk. Door de vorm en materiaal van zowel de spacer (3) als het afwerkingsprofiel (4) kan het afwerkingsprofiel (4) op een zeer soepele en gebruiksvriendelijke manier geplaatst worden. In tegenstelling tot de gebruikelijke afwerking van de spatie tussen muur en profiel met siliconen, maakt het gebruik van de inrichting volgens de vinding, het tevens mogelijk het afwerkingsprofiel herbruikbaar te verwijderen. Dit laatste kan bijvoorbeeld interessant zijn bij onderhoudswerken (het profiel kan bv. afzonderlijk gereinigd worden, bij overschilderen kan de kleur van het afwerkingsprofiel worden aangepast, enz...)

Bovendien zorgt het gemak waarmee het L-vormig afwerkingsprofiel (4) geplaatst kan worden ervoor dat dit eveneens geplaatst kan worden door een andere persoon dan de installateur van de ramen of deuren, bv. nadat het voegwerk of pleisterwerk is aangebracht. Dit heeft ook als voordeel dat het L-vormig afwerkingsprofiel (4) niet beschadigd kan worden tijdens het aanbrengen van voegwerk of pleisterwerk, en dat de installateur van de ramen en deuren niet moet terugkeren naar de werf.

Eveneens in onderhavige vinding vervat is een raam of deur daardoor gekenmerkt dat het een inrichting zoals hoger beschreven bevat voor het afdichten van een tussenruimte tussen een muur en een raam- of deurprofiel.

Tot slot bevat deze vinding ook een werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen waarbij een inrichting zoals hoger beschreven gebruikt wordt. In één mogelijke werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen wordt de spacer (3) tegen het raam- of deurprofiel geplaatst voordat het raam- of deurprofiel (2) geplaatst wordt. Volgens onderhavige vinding omvat de werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen het plaatsen van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) onmiddellijk nadat het raam- of deurprofiel geplaatst werd. In een andere mogelijke werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen wordt het L-vormig afwerkingsprofiel van de inrichting geplaatst nadat het raam- of deurprofiel geplaatst werd en na het aanbrengen van voegwerk of pleisterwerk.

Het gebruik van een spacer (3) en een L-vormig afwerkingsprofiel (4) in een inrichting voor het afdichten van een tussenruimte tussen een raam- of deurprofiel (2) en de rugkant van een muur (1 c), zoals getoond in Afbeelding 1,3, 4, 6, 7, 8, 10 of 11, heeft verscheidene voordelen. De spacer (3) wordt reeds voor het plaatsen van de raam- of deurprofielen op deze profielen aangebracht, wat zowel de plaatsing van de spacer (3) als de uniforme plaatsing van het raam- of deurprofiel vergemakkelijkt. De zwelband (5) zorgt er bovendien ook voor dat het geheel steeds op een goede manier aansluit met de rugkant van de muur (1c). In tegenstelling tot afwerkingsprofielen die reeds tot de stand-der-techniek behoren, bevat de huidige inrichting een spacer (3) samen met een L-vormig afwerkingsprofiel (4). De combinatie van een spacer (3) met een afwerkingsprofiel (4) zorgt ervoor dat door de verwijderbare vatting met de spacer, het profiel (4) herplaatsbaar is en er geen bijkomende hechtingsmiddelen nodig zijn om het afwerkingsprofiel te plaatsen. Het gebruik van een apart afwerkingsprofiel (4) is ook makkelijker dan het aanbrengen van een silicone laag. Het afwerkingsprofiel (4) kan op een snelle manier aangebracht worden zonder dat er nog extra materiaal nodig is, aangezien het profiel zeer makkelijk in de voorziene spacer (3) geschoven kan worden. Bovendien is het L-vormig afwerkingsprofiel (4) gemaakt uit een kunststof, metaal of rubber materiaal, waardoor een goede afdichting van de tussenruimte tussen een muur en een raam- of deurprofiel gegarandeerd wordt.

De bijgevoegde afbeeldingen tonen schematisch, en bij wijze van voorbeeld, een uitvoeringsvorm van een inrichting ter afdichting van de tussenruimte tussen een muur en een raam- of deurprofiel volgens de onderhavige vinding. In de tekeningen:

Afbeelding 1 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de vinding voor het afdichten van een ruimte tussen een raam- of deurprofiel (2) en de rugkant van een muur (1c). Deze afbeelding toont de spacer (3) waarin een ruimte (3a) aanwezig is waarin één of meerdere reliëfelementen (4c) van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) gevat kunnen worden en een ruimte (3b) waarin een zwelband (5) geplaatst is. Op de afbeelding is eveneens zichtbaar dat de benen (4a, 4b) van het L-vormig afwerkingsprofiel (2) een onderlinge hoek (B) vormen. Afbeelding 2 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de spacer (3) van de huidige vinding. In deze uitvoeringsvorm bevat de spacer (3) een ruimte (3b) waarin een zwelband (5) is aangebracht. Ter hoogte van de insteekplaats voor het L-vormig afwerkingsprofiel (4) wordt een hoek (A) in de spacer (3) gevormd. Eveneens in de huidige uitvoeringsvorm is een kleefzone (3c) zichtbaar ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel rust. Afbeelding 3 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de vinding, waarbij het been met één of meerdere reliëfelementen (4b) van het L-vormig afwerkingsprofiel (2) in profiel een kromming (4f) bevat.

Afbeelding 4 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de vinding waarbij er in de spacer (3) geen extra ruimte voorzien is om de zwelband (5) aan te brengen maar waarbij de zwelband (5) op de spacer (3) geplaatst wordt aan de zijde van de rugkant van de muur (1 c). Afbeelding 5 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de vinding waarbij de spacer (3) één of meerdere schroeven (3d) bevat die zorgt voor het fixeren van de spacer (3) tegen het raam- of deurprofiel (2).

Afbeelding 6 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de vinding waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in de spacer (3) geplaatst is. Eén of meerdere reliëfelementen (4c) in het been (4b) dat in de spacer past zorgen ervoor dat het L-vormig afwerkingsprofiel (4) stevig op zijn plaats gehouden wordt in de spacer. Het been dat tegen de muur drukt (4a) is bovendien dikker dat het been dat in de spacer past (4b) waardoor nog een extra spanning gecreëerd wordt door een kromming in profiel (4f).

Afbeelding 7 toont een bovenaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige vinding waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in profiel een kromming (4f) bevat die ook mee bijdraagt aan de veerkracht van het afwerkingsprofiel.

Afbeelding 8 toont een perspectief zijaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige vinding waarbij de spacer één of meerdere klikelementen (3e) bevat waarmee de spacer tegen het raam- of deurprofiel bevestigd kan worden.

Afbeelding 9 is een perspectief zijaanzicht van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) volgens onderhavige vinding waarbij het afwerkingsprofiel (4) bestaat uit twee benen (4a, 4b) die een hoek (B) vormen. Eén van de benen van het L-vormig afwerkingsprofiel (2) bestaat uit tandvormige uitsteeksels (4d) met gekarteld profiel (4e).

Afbeelding 10 is een perspectief zijaanzicht van de volledige inrichting van onderhavige uitvinding waarbij een spacer (3) is aangebracht tussen de rugkant van een muur (1c) en een raam- of deurprofiel (2) en waarbij een L-vormig afwerkingsprofiel (4) is aangebracht in de spacer (3).

Afbeelding 11 is een perspectief zijaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van de volledige inrichting van onderhavige uitvinding waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in de spacer (3) geschoven en gefixeerd wordt.

Afbeelding 12 toont verschillende bovenaanzichten van mogelijke uitvoeringsvormen van de spacer (3) en het L-vormig afwerkingsprofiel (4) van onderhavige vinding. Het been van het L-vormig afwerkingsprofiel (4b) dat in de spacer (3) geschoven wordt bevat één of meerdere reliëfelementen (4c) die in de spacer (3) passen en waardoor het afwerkingsprofiel (4) op zijn plaats gehouden wordt in de spacer (3).

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat voorgaande afbeeldingen louter illustratief zijn voor een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige vinding, en dat deze laatste op geen enkel ogenblik tot de details van deze uitvoeringsvorm(en) gelimiteerd is, maar tevens reikt tot andere equivalente uitvoeringsvormen dewelke de innovatieve bijdrage van de uitvinding belichamen. De reikwijdte van de uitvinding wordt aangegeven door de bijgevoegde conclusies en alle veranderingen binnen de betekenis en het bereik van equivalentie van de conclusies omvat zijn.

Claims

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het afdichten van een tussenruimte tussen de buitenzijde van een profiel van een raam of deur (2) en de rugkant van een muur (1c), omvattende een spacer (3) en een L-vormig afwerkingsprofiel (4) dat bestaat uit twee benen (4a, 4b), waarbij ten minste één van de benen één of meerdere reliëfelementen (4c) omvat, en waarbij de spacer een ruimte (3a) bevat waarin deze één of meerdere reliëfelementen (4c) van het L-vormig profiel gevat kunnen worden, hierin gekenmerkt dat de twee benen van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) een hoek (B) van 45 tot 85 graden ten opzichte van mekaar vormen.
2. De inrichting volgens conclusie 1, waarbij het been dat de één of meerdere reliëfelementen (4c) omvat, voorzien is van tandvormige uitsteeksels (4d).
3. De inrichting volgens conclusie 2, waarbij de tandvormige uitsteeksels (4d) een gekarteld profiel (4e) bevatten.
4. De inrichting volgens conclusie 1, waarbij de spacer (3) een ruimte (3b) bevat waarin een zwelband (5) is aangebracht.
5. Een inrichting volgens één der voorgaande conclusies waarbij de spacer (3) bestaat uit kunststof, metaal, rubber, of een combinatie van één van deze stoffen.
6. Een inrichting volgens één der voorgaande conclusies waarbij ter hoogte van de insteekplaats voor het L-vormig afwerkingsprofiel (4) een hoek (A) van 45 tot 170 graden in de spacer (3) gevormd wordt.
7. Een inrichting volgens één der voorgaande conclusies waarbij een kleefzone (3c) is aangebracht op de spacer (3) ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel rust.
8. Een inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij één of meerdere schroeven (3d) zijn aangebracht in de spacer (3) ter hoogte van de zijde welke tegen het raam- of deurprofiel rust.
9. Een inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de spacer (3) één of meerdere klikelementen (3e) bevat waarmee de spacer tegen het raam- of deurprofiel bevestigd kan worden.
10. Een inrichting volgens conclusie 1 waarbij het been met één of meerdere reliëfelementen (4c) van het L-vormig afwerkingsprofiel (4) in profiel een kromming (4f) bevat.
11. Een inrichting volgens conclusie 1 waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) gemaakt is uit kunststof, metaal, rubber of een combinatie van deze stoffen.
12. Het gebruik van een inrichting zoals beschreven in één van voorgaande conclusies waarbij de spacer (3) tegen het raam- of deurprofiel geplaatst wordt voordat het raam of de deur geplasSät2 wordt.
13. Het gebruik van een inrichting zoals beschreven in één van de conclusies 1 tot 11, waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) geplaatst wordt onmiddellijk na het plaatsen van het raam of de deur.
14. Het gebruik van een inrichting zoals beschreven in één van de conclusies 1 tot 11, waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) geplaatst wordt na het plaatsen van het raam of de deur en na het aanbrengen van voegwerk of pleisterwerk.
15. Een raam of deur, daardoor gekenmerkt dat het een inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 11 bevat.
16. Werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen, waarbij een inrichting zoals beschreven in één van de conclusies 1 tot 11 gebruikt wordt.
17. Werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen zoals beschreven in conclusie 16, waarbij de spacer (3) tegen het raam- of deurprofiel (2) geplaatst wordt voordat het raam- of deurprofiel geplaatst wordt.
18. Werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen zoals beschreven in conclusie 16 of 17, waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) van de inrichting onmiddellijk na het plaatsen van het raam- of deurprofiel (2) wordt geplaatst.
19. Werkwijze voor het afwerken van raam- of deurprofielen zoals beschreven in conclusie 16 of 17, waarbij het L-vormig afwerkingsprofiel (4) van de inrichting geplaatst wordt na het plaatsen van het raam- of deurprofiel (2) en na het aanbrengen van voegwerk of pleisterwerk.